No. 300 Woensdag 39 Mei 1918 33e Jaargang Hl Dienstbode, ij inschrijving vtorsfeegje, bfeefc, orde werd be- htSB. oes, 28 Mei 1918. rs der gemeente. 5.40 a t o.—. Mid- Middenprqs per en f 1.60. r stuk. stuks. ',uid-Bev. V. P. N. is f 13.26 a f 14— ,E. M. M." 25 Mei 1918. 30 kilo. week. Voorloo,- blijveni. iftBERlCHT. d«n morgen ïeld door het uut te De Bilt. d 771.5 te Vlis- te Post Duitsch- nd van 29 Mei: vind uit Weste- itingen, half tot geen regen. W|öi- peratuur. Uitgave ras ie RaamL Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Soes. K00P /I eerkar, 1500 K.G bij J.' rolpliaartsdijk. mverdigpiogshuis, en tijd een melkhan-\l gd Br. Np 35 bureau Courant* Vfissitfgen. KOOP kening 31 MeLvap kalf en prachtige bij P. E KROP, Vrouwepolder. iefhoitt.ean partij en Schater Tuinbaas kerke (Z. KOOP r/4, oogaarts, J bij KR. VAN'DE bendijke. een partij Metsel* ïo flinke TreKbonf ragen bij J. M. avenstraat/l 276./ r* l KOOP iihootsoShiffinnièrs, SE'A AR te Vrouwe- •ragen bij boekhandel lburg. vsaagcl Sdsrsknécht,/ RHOEVE, Ovezand. JEKKERVerteegt, Goes, vraagt tegen Juli eene A alleen. boo tdieiist -ROTTERDAM, xi 1918. morgens 8. 0 a a n 7) getal f vaart stal is Hoofdbureau te Poes i LANGE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg! FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG. Drukkers: Oasterbaan. Le Cointre, Goes. 'De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. AboQuementsprij»; Rei 3 maanden fe. p. pos» 11.50 Losse summer» «0.05 Prijs der Adv«ïteatiëss 14 regels 10.80, iedere regel moer 3D et, 3-maal wordt 2 maal berekend. Rg abonnement voordeelig® voorwaaaitói, Bewijanummer» 5 cent. 1837—1918. De Goesche afgevaardigde, jhfr. mr. A. F. de Savornin Lohman viert heden z'vjn 81sten verjaardag. Wij' danken den Heere, Die dezen hoog* geachten staatsman tot zoo hoogen leef tijd voor het Nederlandsche volk spaar de, en hem zulk een rijken levensavond schonk, waarin hij met blijmoedigheid op een welbesteed rijk leven in Zijn dienst mag' terugzien. Als minister en volksvertegenwoordiger en volksvriend, als strijder voor recht en waarheid, als pleitbezorger der vrije school en in zoo menige andere functie, waarin hem de hulde zelfs van groote buitenlanders te beurt viel, heeft deze ridder zonder vrees of blaam zijn sporen verdiend. Wanneer ide vrij1© school verzorgd moest worden of gevaar liep, was altijd een gevoel van gerustheid over ons, wanneer wij wisten: de heer Lohman is in de Kamer; en wanneer andere belangen in het gedrang kwamen, was het, wel niet altijd, maar dan toch vaak, een verras sing te hooren, dat en hoedanig hij op trad. Dit zij nog eens in herinnering gebracht, nu velen van zijn oude Goesche en Thool- sche vrienden, die hiem sinds 1878 steeds hun stem gaven voor de Kamer, voor het eerst van hun leven zijn naam zul len voorbijgaan om hun stem. te geven aan een ander. Vrucht van veranderde partijverhoudin gen en van een nieuw kiesstelsel, dat de stem vraagt, niet voor den persoon, maar voor de partij1, waartoe deze behoort. Eén troost: een andere partij', waarvan de heer Lohman de ziel en de ©ere voorzitter is, zal hem met zeer gïoote meerderheid weer in de 'Kamer terug}- brengen; en zoo z'al hij daar ook straks weer met eer© tijdelijk den voorzitters- stoel innemen als de Nestor en de Mentor der Kamer. De voedselvoorziening. Een dorpspredikant 'maakt in Het Nieuws de volgende juiste opmer kingen: i „Wat ontbreekt er al' te veel bij' de productie? Met lust, met lust en ambitie mioet het bedrijf worden uitgeoefend. Dat is een groote factor. En dit wordt mijns inziens in deze dagen te veel' over het hoofd gezien. Wat anders 'dan dwang wordt er op deze bevolking uitgeoefend, hoe worden de boeren steeds strenger gecontroleerd! Mij' zijn voorbeelden bekend, en dit zullen slechts enkele van 'de vele zijn, waar door het stelsel, da,t de regeering ik zeg niet vrijwillig, maar veelal' gedwóngen door pressie uit de sleden op de plat te- landbevolking toepast, verzet kweekt en verlammend op de productie werkt. Een voorbeeld van een veehouder. Deize mian is een goed man, iemand, die wat over heeft voor de gemeenschap. Hij had een noodslachting van een koe. De com troleur en de slager komen er aan te pas de koe wordt weggehaald en ges'acht. De man krijgt een gering bedrag uitge keerd. Had hij' zelf iets van zijn vleesch mogen houden, ai waren het maar eenige ponden geweest, dan zou hij er allicht nog genoegen mee genomen hebben, maar neen, niets wordt hem gelaten. Nu zegt deze man: „dit gebeurt mij niet weer, zoo wordt men ondeugend gemaakt". Een ander ook niet de eerste dë beste, "wie hem kent, noemt hem een nobel man vertelde mij', dat wanneer de regeering toestond zelf een varken te mo gen slachten, hij gaarne een ander varken voor de gemeenschap zou mesten, doch nu, zeide hij, wórdt een mensch alle lust ontnomen en zet men liever dit be rgt stop. Deze man was ook van pl'an geweest een varken voor zijne arbeiders, ie Waagden over vetnood, beschikbaar te stellen, doch dit mocht natuurlijk niet. anneer dit geoorloofd was geweest, zou ,Jlle10r de productie worden ver 2 arbeiders zouden met groo'etre j en lust arbeiden. Want van meer Bat Hoi j werd mij' reeds meegedeeld, landarbeiders door de karige rant soenering reeds minder verrichten. '1' paanvoorziening nog een enkel d(r graan is hoofdzaak voor de wfa1'ViO0r1moest alle3 gedaan wor- JpVn 5er^»d- De menschen in de ai Ifr,?3 >ffelii'ke ui zondenn en' aw T "1 n,let> hun on! breekt voor u psychologisch inzicht het voor de landbouwers zeggen wil' wanneer hun geen korrel Cf1 ITt gekt®' .Dat graan, dat door h j Ziveet 1S gewonnen, wordt hun geheel ontnomen. Ziedaar heel iels anders dan wanneer handelswaren of ge hamsterde voorraden in beslag warden genomen'. In het eerste zitten eerlijke ar beid en Inoeste vlijt verborgen; in de laatste niet. Werd den boeren maar een weinig gelaten voor eigen gebruik en zoo mogelijk voor hunne arbeiders, hoe zou dat de productie aanmoedigen. E,n dan bovendien, hoeveel' grooter moesten in die tijden de toeslagen voor den graan bouw zijn! Zooals de Minister nu voor de bruine boonen doet, had het allang voor de graanvoorziening moeten zijn. Waarom zooveel bruine boonen? De menschen hebben er spoedig genoeg van". De regeering en haar drijvers. Nu dfe kleedingdistributie in handen komt van de confectiemagazijnen, wordt door de groote pers gewaarschuwd, dat de regeering door dezen maatregel tal van kleine kleermakers heeft gedu peerd, en ook de groote. En niet alleen zij, maar ook zeer vele koopers, die niet tot de arbeiders behooren, en het toch al even hard noodig hebben als dezen- Immers menschen die in de confectie magazijnen koopen, zijn in den regel niet de rijkste burgers. Deze laatsten toch koo pen hunne kleeding elders. Het (liberale) Handelsblad merkt hierbij op: „De geest van de lagere bevolking is zeker voor elke Regeering een factor van belang. Maar die van den belastingschul dige is van zeker niet minder gewicht." Zoo is het. Ook wij hebben daarop al eens gewezen. En de vrees is ook door ons uitgesproken dat de regeering veel meer en veel eer naar eerstgerioem- den luistert dan naar laatstgenoemden- Bij laatstgenoemden moge behoudzucht den toon aangeven, de eerstgenoemden schijnen van afgunst niet vrij. Wat ook bij de inbeslagnemingen in, onze omgeving wel eens openbaar werd- De strengere voorschriften, bij de distri butie, in een gewijzigd ontwerp distribu- tiewet belichaamd, wijzen eveneens op een neiging om meer naar de groep te luisteren, waarvóór men. het meest vreest. Dit komt uit in de voorgestelde schrap ping der minimumstraffen, waardoor het recht van den rechter om met omstandig heden rekening te houden, bedreigd wordt. Het Weekblad van het Recht, 'een blad dat niet aan politiek doet, maar de zaken vooral van den rechtskundigei) kant bekijkt, verzet zich vooral er tegen dat de minister het koopen bóven maxi mumprijs wil strafbaar stellen. Zoo wordt het aantal strafbepalingen weer met een paar vermeerderd; en de straffen zelf zullen steeds meer worden blootgesteld aan toeval en willekeur. De een zal vrij uitgaan, de ander zal worden gestraft. Het zal steeds meer worden een zoe ken naar mazen; de maatschappij zal steeds meer gekant raken tegen het juk hetwelk men haar oplegt, tegen de wet en hare toepassers. „Van de nieuwe bepalingen zal een in vloed ten kwade uitgaan, veel erger dan het euvel hetwelk men wil keeren; een invloed die nog lang zal nawerken, als eenmaal de Distributiewet tot het ver leden zal behooren. Terecht toomt de heer v. Houten, oud- minister, ook tegen de maatregelen, welke in de maak zijn tegen het hamsteren, een poging die den grondslag van alle beschaving ondermijnt, doordat zij in de hand werkt de gelijkheid der zor genden en der zorgeloozen. Wij hebben ook al eenige malen voor de zuinige 'huismoeder, die in voorzorg was, het pleit gevoerd. Wat de regeering wil is bovendien onuitvoerbaar. Zijn de menschen zoo braaf, dat zij aan de oproe ping in de Staatscourant, om te komen aangeven wat zij bezitten zullen voldoen? Terecht schrijft mr. v. Houten: „Tienduizenden zouden de opgaven ver zuimen tienduizenden zouden er maling aan hebben of onjuiste opgaven doen om te ontkomen aan hetgeen zij onrecht noe men. Om de wet te handhaven, zouden die allen door den strafrechter moeten worden gevangen gezet, of geldboeten zou den tot subsidiaire hechtenis aanleiding geven, vooral uit den kring der minge- goeden". „Het voorname sociale onderscheid is nu eenmaal niet dat tusschen arbei ders en kapitalisten maar tusschen ge slachten, waarvan de opvolgende gezin nen voor zichzelve en hun nazaten heb ben .gezorgd en zorgen, en die ook de belastingen dragen, en de zorgeloo zen, die voor eigen levensonderhoud en dat van hun kroost voor een deel op de bedeeling rekenden en rekenen, en die zich thans in toenemende mate, als waren zij rechthebbenden, op de schatkist wer pen. Dit onderscheid vooral in opvoeding en familietraditie leeft ook voort in de lagere klassen des volks. Het openbaart zich ook in de tegenwoordige moeilijke levensomstandigheden der arbeidende klasse en bij de beoordeeling van het ham steren". Van de tweeërlei opvatting in den boe zem 'des volks getuigt het volgende hem meegedeelde gesprek tusschen twee buur vrouwen. De eene: „Ik heb al wat ik over had er voor besteed bij de slechte vooruit zichten". De ander: „Wat, besteedt ge daar uw geld aan? Als ik tekort kom, moet de Regeering er voor zorgen." Laat 't te - scherp gezegd zijn hier en daar, maar dergelijke toestanden door leeft men, en dergelijke verhoudingen ver meerdert de hedendaagsche wetgeving on der zekeren druk. Niet In den haak. Het was een mooi moment toen eenige weken geleden de Nederlandsche machi nisten en matrozen Amerika verlieten, na geweigerd te hebben op Amerikaan sche, van ons geroofde, schepen te dienen. Doch nu blijkt, dat men deze zelfde men schen, op welke men zoo trotsch was als op de echte vaderlandslievende vader landers, zonder werk en zonder brood laat rondloopen. Er zijn er ook onder die een gezin hebben te onderhouden. En wat ziet men nu gebeuren? Nu keeren deze stoere mannen naar Amerika terug om hun diensten aan te bieden aan een volk, dat wel hun schepen rooft, doch benzelven en hun arbeid weet te waardeeren. Met roem en eer gekroond bij hun komst hier te lande, gaan zij met leege beurs en in droeve stemming er weer uit. Het is een schande voor onze natie. Nog een belasting? De ingelanden van het Waterschap1 Da Breede Watering bew. Ierseke hebben zich andermaal uit gesproken vóór het be lasten van gebouwde eigendommen. Op 9 April 1915 met 101 tegen 21 stemmen ('1 blanco), op 27 Mei 1918 met 64 tegen 7 stemmen (1 blanco). Bij' Gedeputeerde Staten, die 'eens onwil lig! bleken aan het verzoek te voldoen, zal dus andermaal drang uitgeoefend wor den, om te bepalen, dat ook polderlas- ten kunnen worden geheven van gebouw de eigendommen. Wij gelooven niet, dat Gedeputeerden thans aan 'dien herhaalden aandrang zullen gevolg geven, doch achten het niet ondienstig; om nog eens onze bezwaren tegien het instellen van 'deze nieuwe soort belasting op gebouwde eigendommen uit een te zetten. Het Waterschap zal - dus aan Gedepu teerde Staten verzoeken een voorstel bij de Prov. Staten aanhangig te maken, om in het vervolg ook polderlasten te heften van ongebouwde eigendommen, d.w.z. van de huizen, welker ligging zoodanig is, dat ze onder het bereik van den arm van het Waterschap vallen. Wij' herhalen wat wij in 1915 over deze zaak geschreven, hebben. Om tweeërlei reden is dit voor stel verwerpelijk. Het is in de eerste plaats, op z'n zachtsit uitgedrukt, zeer onbillijk, en in de tweede plaats is de regeling, die het voorstelt, practisch nagenoeg onuit voerbaar. In bovengenoemde vergadering ie dan ook op beide bezwaren de na druk gelegd. 'Onbillijk ie het, wijl de belangen van het meerendeel der huiseigenaren lang niet opwegen tegen die van de land eigenaren, immers dezen hebben bijna uit sluitend belang bij de waterkeeringswer- ken en afvoerwegen van het Waterschap'. Had men het belang1 als maatstaf genomen, dan ware men nimmer met een voorstel als het bedoelde gekomen; dan zou aan stonds het onbillijke, om niet te spre ken van het onrechtvaardige, in het oog gevallen zijn. Dèrn wordt elke gedachte aan een ver goeding voor verleende prestaties onmo gelijk en voelt men, dat 'thier wed de gelijk een nieuwe belasting geldt. Om verschillende inderdaad zwaarwich tige redenen nu is 'tgewenscht, dat een dergelijke nienwe belasting, die niet het algemeen belang, doch enkele landeige naren ten 'goede komt, nooit ingevoerd worde. Het bouwen kost veel geld; de belas tingen en kosten van onderhoud zijn hoog, mitsdien zijn de huizen duur en de huurprijzen hoog1. Natuurlijk, de hooge uitgaven wreken zich op den huurder. Kunnen de lasten nu nog! hooger ge bracht worden? Meen niet, dat het slechts een centenkwestie is, waarin het be stuur van het Waterschap zich ver diept. De voorstellers zelven hebben niet geschroomd te verklaren, dat 't volstrekt geen centenkwesti© is, maar dat er nog belangrijke aanslagen gedaan zullen kun nen worden. De huurprijzen kunnen dus onmogelijk verhoogd worden. In normale tijdsomstan digheden niet, laat. staan nu. in deze benarde tijden. Maar ook de huiseigenaren zullen de nieuwe lasten in den regel niet kunnen dragen. Velen hebben een gebouw met een zilveren dak,- Ze zij'n in zekeren zin slechts voor een klein gedeelte eigenaar van „hun" gebouwen. Meerderen zelfs heelemaal niet. Hun gebeele huis is be zwaard. Daarom beteekent deze nieuwe, geld- makende maatregel juist voor hen een belangrijke vermeerdering van den be lastingdruk. En wie moeten in de eerste plaats deze meerdere uitgaven betalen? De midden stand, kleine neringdoenden, en ook de arbeiders. En dat alleen ten gerieve van de gegoede landeigenaren. We hebben hier dus te doen met een even onpractiech als onbillijk voorstel, hetwelk bovendien geheel in strijd is met den geest van de bepalingen van het Al gemeen Reglement voor de Polders of Waterschappen in Zeeland, hetwelk b.v. wel verhoogd geschot op vroonen en vriji- landen toestaat, en van elke wet. Bovendien, waartoe moet consequente toepassing van het beginsel der nieuwe belasting' voeren? Het is de moeite waard zich dit eens in te denken. Gaat men de. huizen belasten, dan eischit de billijkheid, dat ook allerlei andere stof felijke zaken in de belasting vallen, als meubilair, landbouwproducten en -gereed schappen en beestiaal en zou men voor elke categorie afzonderlijke deskundigen moeten aanstellen tot schatting der waarde. Immers, naar de waarde der goede ren diende da.n bijgedragen te worden in de polderuitgaven. Heeft men wel eens goed nagedacht over de uitvoering van een bepa ling als men in het leven wil roepen? lie Qroote Oorlog Beknopt overzicht van den toestand. Eindelijk is de spanning gebroken, het ongeduld bevredigd. "De derde groote aanval der Duitschers is losgekomen en op verschillende punten van het Westelijk front laait de felle strijd weer met ongekende kracht. Het front-gedeelte, waar de hoofd-aan1- val ondernomen is, heeft al dadelijk een zekere verrassing" gebracht. De meeste militaire schrijvers waren van oordeel, dat de nieuwe krachtsinspan ning der Duitschers zich langs „oude ba nen" ontwikkelen zou en dat zij een voort zetting zou brengen van het werk met de eerste aanvallen begonnen. Amiens en St. Omer werden als de onmiddellijke doeleinden van het nieuwe offensief aangegeven, dat men opnieuw op de bereiking van Calais of Boulogne 'gericht achtte'. Inderdaad zij'n de Duitschers echter op een geheel nieuw gedeelte van het front hun aanval begonnen. Het nieuwe offen sief kan als een tegenhanger beschouwd worden van het tweede offensief, dat tus schen 9 en 16 April in Vlaanderen werd ondernomen op den rechtervleugel, van het eerste (Amiens.) offensief, dat van 21 tot 29 Maart gevoerd werd. Het nieu we strijdbedrijf is nu op den linkervleu gel losgekomen van dat eerste groote of fensief. Dat de voornaamste stoot gericht is te gen de linie tusschen Soissons en Reims zal wel reden vinden hierin, dat niet alleen in het noorden waar op 21 Maart hot eerste Duitsche offensief werd begon nen, de tegenstander, die zich na de eerste belangrijke tegenslagen weder bleek to kunnen herstellen, gelegenheid had zich krachtig te versterken, maar ook dat het verbindingspunt van de Britsche en Fran sche legers geleidelijk meer oostelijk is verplaatst. Dat blijkt ook uit de mededeeling 'in! bet Britsche legerbericht, dat tusschen Soissons en Reims de stoot is gericht togen de Britsch-Fransche legers. De veel-omstreden en met bloed gei- drebkte Chemin des Dames is de eerste inzet van1 den nieuwen strijd geweest. Wij herinneren er aan, dat die Franschen op het einde van het vorige jaar zich van 'dien bergrug hadden meester ge maakt. Door een reeks forsche aanvallen immers op 23 October 1917 en volgende dagen op het plateau van Vaudesson on dernomen hadden de Franschen de Duit schers tot achter het Aisne-Oise-kanaal teruggedrongen. En als gevolg van dit succes moesten de Duitschers op 1 No- vembèr er toe overgaan de Noordelijke hellingen' van den Dames-weg te ontrui men en zich achter de Lette "terug te trekken. We hebben nu reeds kunnen lezen, wat de Duitschers met. hun eersten stoot bereikt hebben. De strijd is echter nog in' vollen gang op meer dan één punt en het zou zeker gevaarlijk zijn", zich thans aan beschouwingen te wagen, die elk ©ogen blik door nieuwe berichten weer zouden kunnen worden omvergeworpen. De komende dagen zullen moeten toe ren, of de Duitschers door dit nieuwe ge weldige offensief een stap nader zullen ko men tot het gestelde doelde vernietiging van de vijandelijke legers. Het gaat nu om ©en beslissenden slag. Daarom geen voorspellingen. In de Tomatestreek hebben de Italianen den vijand eenig terrein ontrukt en heb ben ze wat buit en een negenhonderdtal gevangenen op hem veroverd. Meer dan plaatselijk belang heeft dit succes aan het Tyrolerfront natuurlijk niet, maar het zal den Italianen nieuwen moed geven, voor het geval het toch nog eens ook tot een beslissende worsteling' aan het Italiaanse he front zou mogen komen. De Keizerlijke Russbohe familie. BERLIJN, 28 Mei. Over de verblijf plaats van de leden vanhet vroegere Russische keizerlijk huis vernemen de bla den Grootvorst Nikolai Nikolajewitsj met echtgenoote en zoon en dochter, groot vorst Alexander Michaelowitsj met vrouw en zes kinderen en de keizerin-weduwe Maria Feodora zijn in Djulbar bij Capaito- dor. Grootvorstin Olga met haar echtge noot is in Charaksi, ten Oosten van Djul bar. De berichten over het ontsnappen van grootvorst Nicolai Nikolajewitsj zijn uit de lucht gegrepen. De grootvorst heeft de politiek vaarwel gezegd. Niets wijst er op, dat hij of eenig ander lid der keizerlijke familie voorne mens is de Krim te verlaten. Evenzoo zijn de geruchten over een aanstaande reis van de keizerin-weduwe naai" Dene marken van allen grond ontbloot. De groote slag in Frankrijk. BERLIJN, 28 Mei. Officieel avondbe- richt: Onzen aanval over de Aisnevoort, zettend hebben wij de successen van gis teren uitgebreid. Wij strijden om het vak van Vesle tusschen Soissons en bewes ten Reims en hebben aan weerskanten van Fismes den zuidelijken oever ge nomen. PARIJS, 28 Mei. Officieel middagbe- richt: In den avond van den 27sten slaagden de Duitschers er dank zij de aankomst van versche troepen in, tus schen Vailly en Berry-au-Bac de Aisne over te komen. De Fransch-Britsche troe pen zijn, een in aantal verreweg sterker vijand het hoofd biedend, geleidelijk blij ven terugtrekken. De strijd woedt tusschen de Vesle, (zij rivier van de Aisne, waar ze bij Condé invalt) en de Aisne in de streek der hoogvlakten voort, waarachter de Fran- sche reserves zich bevinden. In Champagne, op den rechteroever van de Maas en in Woevre blijft de wisseling van artillerievuur tamelijk levendig. Een sterke overval op de Fransche stellingen in den sector van Cambrettes is in het Fransche vuur mislukt. LONDEN, 28 Mei. Tegen het einde van den dag bracht de druk van den aanval van den vijand zijn troepen over de Aisne ten Westen van het Engelsche vak heen en werd de linker vleugel van onze linie gedwongen terug te trekken. De vijand ontwikkelt zijn aanvallen met groote kracht langs het geheele slagfronf van de Aisne. Op het Leie-front werden de plaatse lijke gevechten van ochtend hervat in het gebied ten O. van het meer van Dicke- bosch. Op het overige Engelsche front hebben onze troepen bij geslaagde nachtelijke over vallen een aantal gevangenen genomen op verschillende punten. De artillerie was aan weerskanten werkzaam. LONDEN, 28 Mei. Officieel avondbe- richt: Tegenaanvallen vanochtend vroeg door Fransche en Britsche troepen uit gevoerd, hebben onze linie beoosten het meer van Dickebosch voorspoedig her steld. Verscheiden v^ijanden werden ge vangen genomen. Het is bekend, dat aan 'svijands aan vallen van gisterochtend in dit vak en verder zuidwaarts tot aan Leere vier Duitsche divisies hebben meegedaan. In den strijd zijn dezen divisies zware ver liezen berokkend en de linie der geal- lieerden is op alle punten gehouden. Korte oorlogsberichten. Gisterochtend heeft men te Heeren veen een Zeppelin in 0.-richting ziien varen. f i - Li

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1918 | | pagina 1