167 Donderdag 18 April IIM8 êZe Jaargang Statwi-Beiieraal. De Gro©te Ooii©!!» i—- tk!*x*mairre-K. de Uitgave van Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden fr. p. post f 1.60 Losse nummers- 0.05 Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219. jSÊSf JÈffl S-Y' M¥ Jw JËÊ Prns der Advertentiën: Bureau te Middelburg: jKgff MÏwfo&r /r W ©5? .M- M*J n n nu TT TT r dIT d p JSt Jw SÊ MW 4 SS MM M JM Êt /Ml 4f' 1—4 regels f 0.80, iedere regel meer 20 ct. FIRMA F. P. Dl U 3-maal wordt 2-maal berekend. Drukkers: ^ÈhwIsP*' WmË^ Bij abonnement voordeelige voorwaaiden. Oosterbaan Le Cointre, Goes. «wwMWSJSJgBpr *ti^imssIWmm0' t*flP! m&ti? \8.*» W 'mtw Bewijsnummers 6 cent. Ter verjaring. De Prins der Nederlanden viert mor gen Vrijdag 19 April zijn 42en verjaardag. Met de Koningin en de Prinses feu de Koning;rMoeder verblijdt zich hist groot ste deel der Nederland sche natie met; dezen heuglijken dag. Wel zullen de feestklokken zwijgen, en zal alle openbaar vreugdebetoon geweerd blijven'. Doch in de stilte der binnenkamer en ran bet huiselijk verkeersleven zal op Christelijke wijze aan veler ingenomenheid met dezen sltond en aan de hartelijke dankbaarheid jegens God voor "dit ge spaarde leven uiting worden gegeven. Wij wenschen Oranje en Nederland ge luk met het geschonken voorrecht. Dte Heere make den weg van Prins Hendrik onder en te midden van het Nederland- sche volk voorts voorspoedig, en spare tot in lengte van dagen de Koningini( de Koningin-Moeder, de Prinses en den Prins der Nederlanden! f •V ««pu/i ■aau'ticw.'jvi Limvcoi»to3.yaiMag- ?auxHt <vx naoiuv r v nonaOT'»«jrmra«atr.B: Eerste Kamer. Drooglegging wadden. Electra. Radio-telegratie. Oorlogsminister en Opperbe velhebber. Het Waterstaats-debat,dat met ajanné- ming der begrooting eindigde, was welis waar niet van buitengewoon groot ge wicht, doch (het geeft ons toch aanlei ding tot het doen van een paar aantee- ko-ningen. Van Kol verklaarde o.ini., dat van Heer len uit geheel Nederland van eteetric-iteit zou kunnen worden voorzien, en hij be pleitte op krachtige, wijze drooglegging der Wadden in Noord-Friesland, welke met eenvoudige technische middelen zou zijn tot stand te brengen en waardoor 27000 tot 30000 H.A. zouden zijn droog te ma ken. Bergsma klaagde over gebrék aan per soneel Ijjj de Posterijen. D'Aumale v. Hardenbroek verzocht den minister met klem den nooddgen steun te verkenen aan zijn ambtgenoot vatn Justitie bij de bestrijding van rijwieldief stallen. Spreker zou het zeer wenschél'ijkl ach ten, dat de numtnering van rijwielen ver plicht werd gesteld en voorts wielrijders een klein deel zouden bijdragen aan het onderhoud van wegen. Hierna was het woord aan minister Lcly, die dei sprekers over de: eilèetri- citeits-voorziening beantwoordde. Spr. achtte deze voorziening met den héér v. Kol een overwegend belang. Doch wan neer het Rijk deze zaak' zou ter hand nemen, dan zou het veel meer tijd vor deren dan thans het geval is gewaeist en zouden wij lang zoo ver niet Zijn als wij nu z'ijb. De staatscommissie voor de electrici- citeitsbelaugea meende mede, dat de ge westen in de eerste plaats voor het ter hand nemen in aanmerking kwamen. Wat ^de Waddendrooglegging batireft, wees hiji er op, dat de za,ak thans in handen is va,n het Departement van Fi nanciën. Hij meende, dat v. Kol van de voor geschiedenis der zaak, toont, niet geheel op de hoogte dei zijn, en. toonde een; kaart (,ter nadere uiteenzetting. De voorzitter maakte echter bezwaren tegen het vertonnen van de kaart om. drie redenenle;. de voorzitter kan den minister niet zien; 2e. de stenografen kunnen hem niet verstaan; 3e. de heieren die met naar da ministertafel kunneh komen - w.o. de voorzitter missen de uiteenzettingen des ministers. LelyMeneer de voorzitter mag ik u clan i&c kaart laton zi6n? De voorzitter meende echter, dat de munster in den vervolge beter zal doen kaarten e.d. ter griffie te deponeserem. Vervolgens besprak de Minister de ra dio-telegrafie hier te lande. Men zal eerst een groot station kunnen oprichten wan neet men beschikt over een goed Rijks- «nde zekerheid heeft dat de noodigde installatie zal worden geleverd, middels zal een proef worden geno- 0611 uitvinding van een Ned. N«wi 'l6'We^e m«t behulp van de n ln-dustri-e was uit te voeren Drip inffZU^5: groot terrein vereischte. bobben, zich van staats- J3 t t bestudeering belast, één hun- i 7 temg, doch de overigen aanvaardden de verantwoordelijkheid. Het vmden van een terrein blijft intusschert een -groote moeilijkheid. In de beraadslaging over de begrooting ran oorlog is de Kamer blijven steken Wij maken slechts gewag van een gedach- tenwisselmg tusschen den heer Staal en minister de Jonge over de verhouding van den minister van oorlog en den op perbevelhebber van land- en zeemacht, in geval van oorlog. Staal zeide in het instituut van een burger-minister van oorlog, behalve na doelen ook voordooien te zien. De na deden zouden na de oorlogsverklaring en na de demobilisatie optreden. Hij her innerde aan de inmenging van den Fran- schen minister van oorlog, graaf Palikao, tijdens den oorlog van '70, in de leger leiding Van maarschalk Mac Mahon, welke inmenging tot de debacle van Sédan had geleid. Minister de Jonge vreesde geen moeilijk heden, waar hij zoo goed kan opschieten' met onzen opperbevelhebber Tweede Kamer. De moties-Sannes. Felle kritiek op het regeeringsbe- leid. Holderdebolderpolitiek der S.D.A.P. De uiterst vinnige motjes van den rdó- den heer Sannes hebben de tongen der Kamerleden losgemaakt. Bovendien, de zaak der voedselvoorziening verscheen na de jongste Amerikaansche nota's in een geheel ander licht. De toestanden zijn de laatste weken zoozeer en zoo snel gewij zigd, dat een herhaling van het levensmid delendebat, of liever een „vervolgaileve- ring" niet mocht uitblijven. Dat de minister er thans zoo slecht is afgekomen, terwijl hij nog. kort geleden als ©en overwinnaar uit het strijdperk kwam, illustreert slechts de veelbewogen heid van den tegenwoordigen tijd. Heeft men er al bezwaar tegen om te spreken van een vierjarige crisisperiode, het valt niet te ontkennen, dat wij deze weken ■een ontzettende crisis doormaken. De discussie over "de moties Sannes was dus gesteld in een voor de regee ring ongunstigen toon. Van alle kanten kritiek en nog eens kritiek. Aan de rechterzijde is nog de meest welwillende toon te beluisteren geweest. Zeker-, Snoeck Henkemans, c.h., vroeg wel, of het niet mogelijk zou zijn, althans, een deel van de militaire voorraden bo- schikbaar te stellen ten einde op den ouden duur der broodkaart den nieuwen oogst ;te balen, maar met de moties van den heer Sannes ging hij toch niet mee. Die waren hem te stellig van toon en hij meende dat men de regeering niet zooveel gebrek aan vooruitzicht kon ver wijten. Beumer, a.-r., onderschreef veel van de geoefende kritiek, maar gaf toch veel meer af op de holderdebolder-politiek van tde S. D. A. P. in haar concurrentie met de anarchistische elementen onder de ar beiders, welke concurrentie bij de jongste relletjes zoo duidelijk aan het licht is gekomen. Rutgers had hoofdzakelijk een ruzietje met Troelstra, waarbij hij o.m. betoogde, dat het oogenblik van een algemeens re- geeringscrisis thans zeker niet daar is en waarbij hij opkwam tegen de bewering, dat de a.-r. partij den minister van land,- bouw van den beginne af aan door dik en dun heeft gesteund. Deze laatste op merking was trouwens al overbodig ge worden door de klachten van Van der Voort van Zijp- De afgevaardigde voor Tietjerksteradeel heeft zich niet weinig verbaasd over 's ministers uitlating, dat de vermindering van het broodrantsoen op 14 Maart niet was te voorzien. De geruchten immers, dat onze schepen stelselmatig werden vastgehouden moeten toch ook tot den Minister van Landbouw zijn doorgedron gen. Nu kan toch niet worden volge houden, dat de regeering tijdig gezorgd heeft voor voldoende voorraden graan en vooral van kaas. De regeering is in ge breke gebleven de verlenging van de broodkaart voor te bereiden. De aange kondigde wijziging van de distributiew-et zal slechts geringe verbetering brengen, evenals de aangekondigde inventarisatie en inbeslagneming. Het eenige wat wij thans kunnen doen is de productie ver meerderen. Waarom is met het slacht- verbtod tot het uiterste gewacht? Waar om moest het tot 15 April duren totdat een premie voor het verbouwen van bruine boonen werd gesteld van f 15 per 100 K.G.? Aan het departement van Oor log wordt wekenlang overlegd of men het percentage van hen wien landbouwverlof wordt verstrekt, boven de 20 pCt- zal verhoogen. De regeering laadt op die wijze een zware verantwoordelijkheid op zich. Dit is niet door dik en dun meegaan met de regeering. Van de linkerzijde kan dit wel allerminst gezegd worden. En toch, juist aan deze zijde zou men wat meer consideratie verwacht hebben. Koster, die, evenals Sannes wilde, dat men militaire patrouilles zou uitzenden om bij de groot-hamsteraars hun voorra den op te sporen, ging, gelijk zijn partij genoot van Berest-erjn vrijwel met Sannes accoord en desgelijks ook de Wijkerslooth, r.-k. ,die het geheel oneens is met het verbód der regeering aan gemeentebestu- ren om aanvullend voedsel te distribuee- ren ter voorkoming van ongeregeldheden, en 'die broodkaarten van 7 dagen ver langde. Verbiedt men de gemeenten, zoo zeide hij, reserve-voorraden in ernstige tijden te distribueer en, dan zullen zij voortaan geen voorraden meer aanleggen. Zegt de Minister: maai' dan worden de gemeente naren in andere gemeenten, waar niet extra gedistribueerd wordt, ontevreden, dan zegt spr., dat in die gemeenten waar niet gespaard is, de bevolking maar tijdig moet worden gewaarschuwd door een pro clamatie, dat van extra distributie niets kan komen. Men mag echter niet beloften geven nadat een oproer is ontstaan. Want daardoor wekt men nieuwe op roeren in de hand. Van Hamel was vooral ontevreden over de traagheid in onze buitenlandsche po litiek betreffende de graanvoorziening. Ter Spill demonstreerde in het alge meen. de slapheid van houding en de matheid van toon, die bij' deze Regee ring 'Z'ijn waar te nemen. En hij- consta teerde, dat de Regeering zich had over leefd. Met de tweede motie-Sa,nnes was hij 'tniet eens, met bet oog op het daarin g'ewenschte aanspreken der militaire voor raden. Dé eerste had in beginsel' vol komen zijn sympathie, dg oh. ze kon, ook volgens hem, thans geen practische be- teekenis hebben en hij zou alleen daarom er tegen stemmen. De verkiezingen en het .aftreden van het kabinet zouden, hetzij door een ontbinding;, hetzij door een demissionair blijven van het kabi net, toch geen oogenblik kunnen worden vervroegd. Troelstra lichtte de befeekenis van dpze motie nog eens toe en wees er op, dat ze ging tegen de Regeering in haar ge heel, immers de minister-president had het "hee.Ie kabinet solidair verklaard met minister Pbsthuma. Hij betoogde voorts, dat de regeering niet meevoelt met het volk (gelijk nu ook weer bleek uit het indienen van het ont werp op den burgerlijken dienstplicht, dat 'geschikt was oni het volk geheel en al lebelsch te maken) en dat de regeering, door haar handelingen, de geestkracht van het volk en dientengevolge ook de weerbaarheid naar buiten verzwakte. En hij noemde het een teeken van zwakte, ook van het Parlement, dat hot zich zoo slap hield .tegen de regeering en dat het in deze discussie eveneens zoo weinig meegevoel met het volk had getoond. Als Posthuma heenging, dan zouden de sociaal-democraten hun besten man op het stuk van levensmiddelenvoorzieninig beschikbaar stellen om in zijn plaats te treden, mits die dan het sociaal-detao- cratische program op het stuk der le- vensmiddelenvoorzieningj mocht uitvoeren. Het was .bij halfeen, toen de heer Gort van der Linden nog' aan het woord kwam. De motie-Sannes gjing tegen het gehleele kabinet en als die motie werd aangier nomen, moest er dus niet slechts één socialistisch minister optreden, docli een geheel socialistisch kabinet. Overigens zou het voor de regeering, na al wat er was voorgevallen, een gelukkig oogen blik zijn wanneer zij de verantwoordelijk heid kon neerleglg'gen. Maar de gevolgen moet men 'zich wel voorstellen: de ver kiezingen' worden niet vervroegd, maar alle in voorbereiding! zijnde wetten en maatregelen blijden liggen. Uit het antwoord van Posthuma tee kenen wij nog] de mededeeling aan, dat hij, toen de Commissie van Bijstand hern ontviel, overwoog om ook heen te gaan. Hij! was gebleven omdat hij althans Schim van der Loeff nog' kon behouden. Vergadering van 17 April. Waar zullen de centen ge vonden worden? Treub geeft nieuwe grondslagen aan. De Geer's principe zegeviert. Gisteren was aan de orde het w.o. tot heffing van opcenten op de verdedigings belasting over het belastingjaar 1918-19 ter bestrijding van de kosten der beschik baarstelling van levensmiddelen. De Minister van Financiën merkte naar aanleiding van éen schrijven van de Com missie 'van Rapporteurs op, dat het cre- diet is verhoogd van 130 tot 201 millioen en dat binnen eenige dagen een wetsont werp is te verwachten om den maatstaf voor de heffing der oorlogswinstbelasting van "30 op 50 pet. te brengen. Tegenover het amendement de Geer staat de Minister niet onsympathiek. Maar alleen met verlenging van den hef fingstermijn kan men niet volstaan en Treub geeft daarom in overweging de verdediging&belasting te verlengen tot en met bet belastingjaar aanvangende 1 Mei 1922 'en van 1918 af 50 opcenten te heffen. Treub nu is toteen wijziging in deze wel bereid. Zijn stelsel kreeg dus plotseling geheel andere grondslagen. Een mooie overwin ning voor den heer de Geer, voorwaar. De rede van dhr. de Geer (c.-h.) is het best weer te geven als een voortzet ting van zijn streven, om alle belasting, ook de belastingen, welke dienen tot del ging der crisisuitgaven, aldus te regelen, dat zij geen kapitaalsheffing worden, doch uit het inkomen delgbaar blijven. Iedere vers'tandigie belastingpolitiek moet zich naar dezen regel' richten, zoo lang het slechts mogelijk is. Is een be lasting uit de inkomens delgbaar, dan zal zij het voortbrengend vermogen des volks, namelijk het geldkapitaal, niet ver minderen, maar dan zal de belasting door levensvereenvoudiging, door meer sober heid worden goedgemaakt. Dat kan van kapitaalsheffing niet worden geziegd. Om kort te gaan, de minister had al veel toegegeven in zijn bovengenoemde verklaringen. Hijzelf beschouwde zijn ver anderingen als een uitbreiding van het amendement-de Geer, immers deze wilde de verdedigingsbelasting nog een vierde en vijfde dienstjaar doen voortduren, ter wijl 'Treub er nog een zesde en zevende jaar bijvoegt. Schat men de jaarlijksché opbrengst der drie verdedigingsbelastingen op 50 millioen, dan bad de minister dus aan vankelijk 75 millioen uit 150 opcenten over één dienstjaar willen halen; wilde De Geer 100 millioen vinden door ver leniging van den duur der belasting; en komt Treub volg;ens: zijn nieuwe stelsel tot 200 milboen (verdedigingsbelasting over de dienstjaren 1 Mei 191930 April 1923) plus 125 millioen (50 opcenten over de dienstjaren 1 Mei 191830 April 1923). In totaal 'zou de minister dus thans 325 millioen krijgen of mkn vier maal Zoo veel als volgens zlijn oorspronkelijk voor stel. Hoofdzakelijk is over het oude voorstel gesproken, doch het 'zal de Tweede Kamer zeker niet ongewijzigd verlaten. Zóóveel is uit de debatten wel gebleken. Alleen Oud (v. d.) en Ter Laan (si. d. a. p.) hebben 'de voorgestelde regeerings- wijziging afgewezen, omdat rij zoo van kapitaal belasting bonden. Overigens is er meer sympathie voor de beginselen van den c. h. afgevaar- de Geer. Beknopt overzicht van den toestand. Een merkwaardige phase is de slag op het Westerfront ingetreden. Geen woeste doorbraakpogingen der Duitschers' meer, met inzetting van over vloedig menscbenmateriaal, maar een lang zaam doch zeker voortrukken. Er gaat schier geen dag voorbij of de Duitschers melden de bezetting van meer of minder belangrijke plaatsen of hoogten. Het Berlijnscbe avondcommuniqué meldt nu weer, dat Poelkapelle en Lan ge m a r c k genomen zijn. Wij wilden niet zeggen, dat de op- marsch der Duitschers zonder eenig be zwaar, zonder tegenstand geschiedt. In tegendeel. Men krijgt den indruk, dat de Enge'lscben en de Fransehen alles op ha ren en snaren zetten om den vijand ei ken voet gronds te betwisten. Succesvolle tegenaanvallen blijven niet uit. Generaal Haig beweert o.m., dat de Engelschejii in bet bezit van Meteren bleven, maar hij moet toch ook erkennen, dat tenge volge van de vorderingen door de Duit schers op bet Leye-front gemaakt, de En- gelsche troepen, welke hun voorwaartsche posities ten O. van Yperen bezet hiel den, op een nieuwe linie moesten terug trekken. Een aanwijzing te meer, dat het lot van Yperen uiterst hachelijk begint te worden. De Engelschen zijn er nog al getroost onder. Een hooggeplaatst officier verklaarde tenminste ,„Ons leger wordt op een zeer harde proef gesteld en de toestand heeft zeer kritieke momenten gekend en is nog al tijd beslist zorgwekkend. Doch er is heele- maal geen. reden tot wanhopen, wanneer wij het maar van breed standpunt be schouwen en onze offeis als het nood zakelijk deel van het groote plan zien.'' Volgens een Wolffbericht zijn de. En- gelsche verliezen aan oorlogsmateriaal on gekend groot. Door het prijsgeven van Wytschaete hebben de Engelschen sinds 21 Maart bijna twee derden van hun gezamenlijk front verloren. Voorloopig be houdt het slechts een kleinen sector tusschen Atrecht en La Bassée, alsmetje tusschen Wiytsdhaiebe en het Zuid-einde van het Belgische front. Hetgeen voor den vijand verloren ging aan mij'nwerpers, ingebouwde machinegeweren, prikkel draad, vestingwerken, munitie, betonnen stellingen en geschut is niet bij: benar dering te schatten. Bij den op de En gelschen veroverden buit waren ook tal rijke kisten dum-dum-kogels, beweert Wolff. De tanks, waarop de vijand zoo veel hoop had, zijn naar van gevangen tanfc- manscbappen vernomen werd, ondeugde lijk gebleken. Men zal deze tlians door andere, kleinere en vlugger lo opende tanks, zoogenaamde „whipper" (windhon den) vervangen. De Duitsche oorlogscorrespondent, Scheuermann, schrijft uit het veroverde ArmentièresArmentières behoort nu ook tot de lange rij van Fransche steden, welke door den oorloig ophielden te bcy staan. De vroegere stad is niets moe(i' dan een gedeelte der verwoeste zone. De verwoesting is misschien niet zoo volkomen, als in het tot ©en vormeiooze. puinhoop vernietigd Pennine of Bapaume maar evenals te St. Quentin is er geejn enkel huis of het kreeg een voltreffer; de stad is nog slechts een uitgebrand skelet. Schenken wij' nu aandacht aan dei ope raties op het politieke erf. De crisis, door het heengaan van Czer- nin in het leven geroepen, is eenvoudig opgelost doordat de onmiddellijke voor ganger van Czernin en diens chef, toein deze nog gezant te Boekarest was, baron Burian von Rajecz, weer tot zijn opi- volger benoemd is. Toen graaf Berchtold 12 Januari 1915 als minister van buitenlandsche zakten was afgetreden, nam Burian, dte vroeger eenmaal reeds, als minister van financiën, deel had uitgemaakt van 't gerniee ïschapi- p el ijk O.-H.-ministerie-, zijin portefeuille over. Hiji bleef minister van buitenland sche zaken tot op het einde van 1916, eenigen tijd''na de oorlogsverklaring ran Roemenië, toen hij' door Czernin vervan gen werd, en de portefeuille van financi'lin; op zich nam. Deze portefeuille blijft hij nu, naast die van buitenlandsche zaken beiheeren. In een toelichting op de benoeming heet het, dat Burian daarom vooral a's opvol ger van Czernin gekozen is, omdat hij!, behalve dat hij het vertrouwen van den keizer bezit, ook! in bijzonderheden alle antecedenten kent, waarvan da grqmdigei kennis van buitengewoon belang is in verband met de in behandeling komende internationale overeenkomsten. Of Burian voor den vrede gelijke kracht en geestdrift zal ontwikkelen als Czeirnin? Tijdens zijn eerste optreden als minister van buitenlandsche zaken heeft Burian zich in dit opzicht lang zoo krachtig niet doen gelden als zijn opvolger. Mogelijk dat nu de publieke opinie een sterken invloed zal uitoefenen. Wa.nt deze blijkt door het aftreden van Czernin zieer bewogen en eischt, dat tenminste zijn werk met onverminderde kracht zal won den voorgezet. Dutchman en Hollander. Men schrijft aan de N. R. C. „In het persgesprek van onzlen afge- treden gezant jn de Vereenigde 'Staten v. N. A., ridder Van Rappard, met iemand van J)e Nederlander, heeft onze gezant terecht opgiemerkt, dat onder de Noord- Amerikanen „Dutch en German steed's worden verward"; dus dat deze verwar- ring_ in de tegenwoordige tijden natuur lijk 'ten zeerste in ons nadeel is. Inder daad, de waarde der woorden wordt be paald door hun algemeen gebruik. Voor een Engtelschman, die van jongsaf de Ned. kust teglenover zich. voelt, is- er tusschen Dutch en German een essentieel en historisch onderscheid; voor den Ame rikaan, die eerst over den g]rooten ,,ha- ringVijVer" moet heenkijken, om aan den «verwal de diverse Europeesche staten te ontwaren, vloeit het begrip Dutch- en German inéén. Hiji spreekt van German en Hollander, zoodra hij onderscheidt. Er is (daarbij voor "hem nog' een tweede reden. Onder den invloed van de zui ver Engelse he, historisch ontstane, ter men „double Dutch" „bloody Duch", en helaas ook, o, vervloekt Schiedam I „Dutch courage", heeft „Dutch" voor den Noord-Amerikaan een beslist ongunstige bijbeteekenis; iets van „dull"; iets dufs. Nog levendig herinner ik mij, hoe de Amerikaansche historicus, Dr. J. A. Ro bertson, bij mijn bezoek aan de Philip- pijnen in voorjaar; 1911, te Manila op beleefde wijze suggereerde liever niet mij1- zelven „Dutchman" te noemen. Bij na vraag kwam toen die minder goede foij1- smaak van het woord voor Amerikanen nit. En dit, ondanks» het feit, dat die groote Amerikaansche historicus, Motley, zijn beroemden eersteling „The rise of the Dutch Republic" heeft gedoopt! Hij1,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1918 | | pagina 1