Jaargang
No 150
Woensdag Maart
De Groote Oorlog.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO,
gevestigd té Goes.
Hoofdbereau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUM L. BURG.
Drukkers:
Oo ster baan Le G ointre, Goes.
Wegens ..Goeden Vrijdag" zal „De
Zeeuw" overmorgen niet verschijnen.
Zij, die zich met ingang van 1 April
a.s. op „DE ZEEUW" abonneeren, ont- j
vangen de tot dien datum verschijnende
nummers kosteloos.
DEPUTATEN-VER8ADERING.
fn „De Standaard", het blad, dat ten
onrechte de primeur van dergelijke aan
kondigingen heeft, lezen vrij:
Het Centraai-Comité van Antirevolutio
naire Kiesvereenigingen heeft de eer, mits
dezen da aangesloten kiesvereenigingen.
en Provinciale Comité's op te roepen tot
cene Deputaten-vergadering, welke D.V,
gehouden zal worden op Donderdag den
2en Mei e.k. in hét gebouw „Tivoli" te
Utrecht.
De vergadering zal aanvangen te elf
ure. De toegang tot de zaal zal geopenld
zijn .te tien ure.
De opgave van de namen en voornamen
der afgevaardigden moeten uiterlijk vóór
Zaterdag 6 April e.k. bij' het Bureel van
het Centraai-Comité, N. Z. Voorburgwal
58—60, Amsterdam, zijn ingekomen.
Hierbij zij herinnerd: lo. aan het be
paalde in Art. 6, dat aldus luidt: „De
vertegenwoordiging vém dc aangesloten
Kiesvereenigingen ïn de vergadering van
Deputaten heeft plaats naar den regel',
dat voor 50 of minder leden slechts één
afgevaardigde, voor 51 tot 100 twee, en
voor elke nontlerd daarenboven telkens
één afgevaardigde 'meer optrede.
„Elke plaatselijke Kiesvereeniging vaar
digt naar de Doputatenvergadering- af, on
verschillig of de Gemeente waarin zijl ge
vestigd is, slechts een deel van een Kies
district vormt, of ook meer dan één Kies
district omsluit.
„Indien meerdere Gemeenten tot één
zelfde Bistrict behooren, verkiezen da
plaatselijke Kiesvereenigingen samen een
Centrale, d.i. een Districts-bestuur. Zie
artikel 31. In Gemeenten van één District
is het bestuur van de plaatselijke ver-
eeniging zelf Centrale of Districtsbestuur.
En in geval de Gemeente meerdere Kies
districten insluit, heeft elk district een
Centrale of een Districtsbestuur, en héb
ben bovendien alle Districten saam een
Bondsbestuür.
„In Districten van meer dan ééne Ge
meente, vaardigt elke plaatselijke Kies
vereeniging naar den in dit artikel aan
gegeven maatstaf ter Deputatenvergadering
af, én bovendien het Districtsbes uur nog
één lid. In 'Gemeenten, die zelve een
geheel District uitmaken, vaardigt evenzoo
ter Deputatenvergadering de kiesvereeni
ging af naar den boven aangegeven maat
staf,' en het Districtsbestuur evenzoo één
lid. En in de Gemeenten, die uit meer
dan één District 'bestaan, vaardigt elk
District .af naar den regel van de 'eerste
zinsnede van dit artikel bepaald, elk Di
strictsbestuur of Centrale bovendien één
lid, en tc-nslotte ook het Bondsbestuur
één lid";
en 2o. dal bij de opgave vaiu.de afge
vaardigden moet gevoegd een opgave van
het ledental der Kiesvereeniging.
Niemand mag in de vergaderzaal of
op de galerij komen, dan voorzien .van.
een afgeteekende toegangskaart.
Zij, die het woord wenschen te voeren,
moeten hun naam schriftelijk aan den
voorzitter opgeven, en om te spreken
plaats nemen op het platform, daar wegens
de grootte der zaal alleen van een aan
Ie wijizen plaats op het platform zjal mogen
gesproken worden.
Antirevolutionairen leden der Staten-Ge-
neraal of Staten-Provinciaal, en van hét
in art. 13 der statuten bedoelde Gemejen-
teraads-College, die de vergadering ver
langen bij te wonen, wordt verzocht, hun
verlangen uiterlijk vóór 6 April e.k'. te
doen kennen aan hét Bureel.
Den redacteuren van bij hét Centraal-
I omité aangesloten nieuwsbladen, die ge
bruik wenschen te maken van de hun
dij sirt. 36, le lid, toegekende bevoegd
heid, wordt verzocht insgelijks vóór 6
April e.k. aan den daarvoor gesteldénl
eisch te willen voldoen.
Amsterdam, N, Z. Voorburgwal 58—60.
25 Maart 1918.
Het Centraal'Comité voornoemd,
Dr. A. KUVPER, Voorzitter.
L. F. DUYMAER VAN TWIST,
TT1Thesaurier.
■C. VAN DER VOORT VAN Z[JP,
Secretaris.
'De Adjunct-Secretaris
R. G, VERWEIJCK.
Afwezig.
Bij de stemming op j.l. Vrijdag over
de amendementen-v. d. Molen op de wets
ontwerpen tot verhooging der subsidies
voor bijzonder middelbaar onderwijs en
bijzondere gymnasiums, waren, blijkens
de Handelingen, van de Rechtsche Kamer
leden afwezig de R. K. heeren Duynstee,
Arts, v. Best, Beckers, Fleskens ,v. 'Vlij-
men, v. Groenendael, Engels, Juten en
Fruytier. Waren zij er geweest, dan wa- 1
ren de amendementen aangenomen ge
weest met 41 tegen 39 stemmen. Rekent
men ook de toen afwezige a.-r. en c.-h.
leden: de Visser, v. Idsinga, Duymaer 1
v Twist, Gerretson en v. Vliet er bij,
dan was de meerderheid nog grooter ge
weest: 46 tegen "39.
De heer-en Fruytier en v. Vlijmen waren
wettig verhinderd, ook de heer Duymaer
v. Twist; de, heeren Engels, Juten en
dr. de Visser kwamen na de stemming.
Omtrent de overige heeren mélden' de
Handelingen niets.
De heeren Patijn en IJzerman stemden
niet de rechterzijde.
Als tegenhanger wijzen wij er op, dat
dezen" zelfden Vrijdag ook de Eerste Ka
mer vergaderde, en dat daar slechts drie
leden ontbraken, en van de liberale min
derheid alle leden, ten getale van twintig,
aanwezig waren.
Een varkisrinq.
De Kiesvereenigingen hebben het be
leende boekje „bij de stembus vfin 1918"
ontvangen. Uit den oproep aan het hoofd
van ons blad zagen zij tevens wat zij
vóór 6 April a.s. hebben te doen.
Vooral dient er op gelet, dat de ver
kiezing van leden van het Centraal Co
mité niet meer jeschïedt in de Depu
tatenvergadering, maar vooraf in de kies
vereenigingen moet plaats hebben.
De Kiesvereenigingen hebben derhalve
vóór 6 April in zes vacatures te voor
zien, en den uitslag der stemming aan
het Centraal Comité te berichten.
De heeren Dr. A. Kuyper, dr. A. Brum
melkainp, ids. G. Hofstede en prof. mr
P. A. Diepenhorst stellen zich herkiesbaar
De kiesvereenigingen moeten er derhalve
nog twee aanwijzen. Zij zijn vrij in hun
keuze.
Alleen dit: zij mogen niet stemmen
op de navolgende heeren: v. d. Voort
van Zijp, Duymaer van Twist, prof. Ane-
ma, dr. Hania, H. Pollema en mr. -A.
A. de Veer; zulks om de eenvoudige
reden dat genoemde heeren reeds lid.
zijn en niet aan' de beurt van aftreding.
De twee vacatures zijn: mr. v. d. Borch
van Verwolde en K. A. Grondijs.
Van de 12 leden voor het Centraal
Comité waren tot nog toe 7 uit Hol
land, 1 uit Zeeland., 2 uit Overijsel,
uit Gelderland, 1 uit Friesland.
Da S. D. A P. es> het Levensmirtdrimidebat.
Een latijnsch spreekwoord zegt: „Finis
coronat opus". Het einde kroont het
werk.
Indien dit waar is, hebben de heeren
van de S. D. A. P'. bij het levensmiddé-
lendebat in de Tweedei Kamér het ér al
heel slecht afgebracht.
Wij hebben in onze korte Kamerversla
gen kort gememoreerd de felle"aanvallen der
sociaal-democraten op den minister van
landbouw, en de groote stelligheid, waar
mee de heer Troelstra, mede namens
zijn partijgenooten, dezen bewindsman
het vertrouwen had opgezegd. Maar nu
kwam de premier zeggen, 'dat een votum
tegen dien minister den val van het
g'ansche kabinet zou beteekenen, en
dat wilden de sociaal-democraten niet.
Beter gezegddat durfden zij vooralsnog
niet op zich nemen.
Het was derhalve een moeilijke bood
schap, toen de unieliberaal Otto een
motie indiende, waarin hij aan den mi
nister van landbouw toch het vertrou
wen opzei, en hem wilde noodzakenJheen
te gaan.
Een moeilijk parket voor de "heeren
sociaal-democraten.
Begrijp eenszij hadden, de een al
feller dan de ander, den minister aan
gezegd, dat hij weg moest. Natuurlijk, dat
was in den geest der „arbeiders".
Maar nu zei minister Cort: wil je dat,
goed, maar één allemaal. Jaag je
henf weg, dan gaan wij mee, en dan
dit .volgde er uit moet Troelstra maar
een nieuw ministerie zoeken.
Een motie-Troelstra, of een 'ander hun
nerzijds tegen Posthuma ging dus niet.
Voor een motie tegen Posthuma stem
men ging ook niet, want, o wee! jals
die eens aangenomen werd! Dan zaten
de heeren sociaal-democraten met de ge
bakken peertjes!
Maar tegen zoodanig een motie stem
men ging toch ook weer niet; want_ wat
zouden hun kiezers, hun roode arbeiders
daarvan wel zeggen. Hun woede, thans
al .ginds maanden tegen Posthuma ont
vlamd, zou zich tegen Troelstra en zijn
paladijnen keererk
En de zaal verlaten, wanneer 'top'stem
men aankwam, zou een al te zotte ko
medie zijn!
Of de heeren ook in de war zaten!
Een verslaggever van De Nederlan
der, een oog- en oorgetuige dus, schrijft
„-het ging een oogenblik warm toe in den
socialisfechen hoek, het was er waar
lijk niet pais en vree; in zulk een lastig
parket waren zij nog "zelden geweest", j
En dal de voorsteller der motie tegen
Posthuma nu juist die Otto moest zijn,
dezelfde wien mr. Troelstra in de zit
ting van 30 November 1917, onder aller
gelach en instemming ironisch had toe
gevoegd: „je bent nog grooter politicus
dan ik ooit gedacht had"! Zie, dit gaf
aan de heele positie een nog komischer
kant.
Én clan een motie, die den vorigen
dag zelfs geen voldoenden steun kon
krijgen om in behandeling te komen, en
bij welker geboorte, de voorsteller zich
zoo komisch uitdrukte, dat de omstan
ders, de sociaal-democraten voorop, in
een lach schoten en toen Otto hierop aan
merkte dat .zijn toelichting ernstig ge
meend was, onze Rutgers, snaaks als
altijd, antwoordde: maar daarom kan zij
wel belachelijk zijn!
Enfin, mr. Troelstra zou probeeren -de
malle positie van hem en de zijnen te
bemantelen. Zijn rede kwam hierop neer:
wij willen de regeering niet weg hebben,
dat kan beter bij "de aanstaande
verkiezingen, maar de minister
heeft zekere aansporingen geuit, die ons
niet bevallen, dus' nu stemmen wij
er voor om de regeering maar dade-
1 ij k weg te hebbennu stemmen wij
voor de motie vanden belachelijken
beer Otto, met wiens belachelijke toelich
ting wij zoo juist den draak gestoken
hébben
Het malle van deze positie, en van
de wijze waarop de S. D. A. P. er zich
trachtte uit te redden, werd door mr.
Rirfgers fijntjes aangetoond.
Gij durft zelf geen motie .van wantrouv
wén stellen, zoo sprak hij, omdat gij'
den val van het Kabinet niet wilt. Maar
nu moet gij kleur bekennen voor uw
kiezers, die niet zouden b' e -
g r ij p e n, waarom g ij tegen de
m o t i e - 011 o zoudt stemmen. G ij
kunt. hetgerustdoenen behoeft
niet bang'te zijn, dat uw grapje
ernstige gevolgen zal hebben.
In zooverre zorgen wij voor u
w ij stemmen toch al 1 e m a a 1
te ge n.
Er is een ander latijnsch woord, dat
zegt: „ridendo dicere verum" (lachend de
waarheid zeggen).
Zoo nu deed mr. Rutgers.
En wat deden de sociaal-democraten?
Zij brieschten van kwaadheiEn hun
woordvoeder Days beet den antirevolu
tionairen spreker toe: „dat is Christe
lijke laster", een brutaliteit, die den
voorzitter deed opmerken, dat, als hij
weer zoo iets zei, hij (voorzitter) hem
uit de zaal zou doen verwijderen.
Waarom wij dit alles zoo breedvoerig
melden
In de eerste plaats, omdat wij in maar
weinig linksche blaclen de aandacht ge
vestigd zagen op het feit, dat de so
ciaal-democraten zoo in hun kaart ge
keken werden.
En in de tweede plaats, dewijl het
hoofdblad van de sociaal-clémoc raten in
zijn verslag omtrent -,het voorgevallene
zoo bekrompen duister en onduidelijk
was, dat niemand er uit wijs kon worden
wat er hu toch eigenlijk met de sociaal
democraten gebeurd was. En dat, ter
wijl hun kiezers het toch behoorden te
weten.
Blijkbaar wilde II e t Volk .die men-
schen op dit punt dom houden. Een
hebbelijkheid waar de sociaal-democraten
n,u juist de Chr. pers en de Christenen
in -'t algemeen aldoor van verdenken. C1)
Men onthoude dit; en uit het debat
van Zaterdag onthoude men, dat de mo-
tie-Otto, wier voorsteller biji haar indie
ning door de socialisten uitgelachen werd,
bij' de stemming' den steun genoot van
alle aanwezige socialisten. Zij' zijn: De
Zeeuw, Mendels, Duys, K. ter Laan, J.
ter Laan, Hugenholtz, Gerhard, Albarda,
Iielsdingen, Kleerekoper, v. d. Tempel en
Sannes.
Afwezig was de heer Schaper.
Een „daad" wellicht nog welspreken
dere en „raker" dan het welsprekende
en rake „woord'^van mr. Rutgers.
Het verslag in Het Volk zegt alleen
De heer Rutgers (a.r.)Troetstra wil niet
graag, dat het kabinet aftreedt, maai'stemt
töcli voor 0.tto.
Dujjs: Christelijke laster!
De heer Rutgers: Ik stem tegen Otto.
Dit ter geruststelling van Trotlstra. Dat
wenscht hij immers gaarne(Vreugde)
Zeeuwsche Stemmen.
LXXXI.
'k Weet niet wie Brinkmann is, die in
„Neue Bahnen" schrijft:
't Kan best een bekwaam pedagoog
zijn. Maar wat ik dezer dagen van hem
las, was niet bijzoffder geschikt om mijn
vertrouwen te winnen. Zijn nieuwe ha
nen staan mij niet bijster aan, weshalve
ik aan de oude paden de voorkeur geef.
Om „elck wat wils" te geven, hebben
do kranten zich hoe langer hoe meer
in omvang uitgebreid. Wil de lezer gauw
zien of een artikel iets van zijn gading
is, dan moet hij snel kunnen lezen, zegt
Brinkman' in. genoemd tijdschrift, en bij
beveelt aan de kinderen op. school te
oefenen i n vlug lezen en daar ook snel
schrijven (let wel: geen stenografie) te
pas kan komen', raadt hij aan, de leer
lingen ook daarin tc oefenen. Meneer
acht het van belang voor de ontwikke
ling van individueel handschrift.
Ziedaar twee adviezen om niet. Doch
vlieg er niet in, door het schoonschij
nende beloog van den geleerde.
Gaat 't nog niet snel .genoeg? Onze
tijd staat reeds geheel in het teeken van
beweging, snelle beweging, snelheid. Ge
volg: oppervlakkigheid, sleur.
En was het maar gebleven bij opper
vlakkig lezen en schrijven. Doch opper
vlakkig denken bleef ook - niet uit, en
zoo kwam men er toe oppervlakkig te
leven, -een kwaal des tijds, zóó ernstig,
dat 't wel zeer tijd wordt, dat. mén te
rugkeert op den nu ingeslagen weg.
Stel u voor, dat Brinkmaim's idee in
gang vond, dat hij school maakte, wat
ik inderdaad niet hoop. Dan zouden dei
vergissingen en de fouten aan de orde
van den dag zijn; dan zou de stroom
ingezonden stukkenop de redaetie-bu-
reaux niet te stelpen zijn; dan zouden
boek en krant (de redactie houde mij
ten goede, de schoen is voor Jiem, wien
hij past) nog meer wemelen van druk
fouten.
Brinkman weet wel, dat zijn systeem
aan bedenking onderhevig is. Hij ziet
zeer wel in, dat de kinderen, snel le
zende, fouten kunnen lezen en ook geeft
hij toe, dat gauw en mooi lezen niet
goed samengaan.
En toch wil hij de schoonheid maar
opofferen, ten bate van wat? Ik weet
het niet! Doch wél weet ik, dal de ze-
..nuwlijdersgestichten te klein zouden wor
den.
'Multatuli heeft behalve, veel kwade,
toch ook goede dingen geschreven. Zoo
heeft hij reeds de opmerking gemaakt, dat
de menschen slecht lezen. Het is er
sindsdien niet beter op geworden. Het
gaat maar vlug, vlug, haast je rep je,
hoe nerveuser, hoe beter.
Helaas, wij moeten ontzaglijk veel le
zen. Een beetje minder, langzamer* en
degelijker ware vrij wat beter. Edoch,
we zitten in den sneltrein en moeten
.mee. Toch kunnen wij verhoeden,- dat de
trein derailleert.
Laten wij allen een beetje remmen
in onze vaart op den weg naar het
begriplooze lezen, dat Jfen, slotte tot vol
komen afstomping- moet leiden..
Weinig lezen, maar goed.
In Januari 1909 stond in de couranten,
dat de directeur van het Franse he
opvoedingsgesticht Mettray een onschul-
digen jongen had gestraft, met het ge-
vplg, dat die jongen zelfmoord pleegde.
Eénige dagen daarna berichtten de bla
den, dat de directeur van het Neder
land s c h e geslicht Mettray lal van brie
ven over dit geval had ontvangen. Véle
daarvan zullen vermoedelijk lang niet
malsch geweest zijn.
De lezers hadden natuurlijk gedacht,
dat bet zijn gestichf gold en toch had
bij het oorspronkelijke bericht gestaan,
dat het uit het Fransche dagblad „Le
Matin" was overgenomen.
Ziedaar één voorbeeld uit vele.
Er ontbreekt nog maar aan, dat het
noodlottige gevolgen had.
Men sla dus Rrinkmann's raad met een
gerust hart en een vrij geweten in den
wind; men leere de jeugd weinig te le
zen, doch goed en men dwinge er zich
zelf toe.
Oppervlakkig lezen, oppervlakkig leven.
't Is maar een verschil van één let
ter. 'Er is *ook maar één schrede itus-
schen.
In dit verhand waarschuw ik tegen
een levenswijsheid, als van dien zwer
venden zeeman, die verklaarde: „Ik ben
naar zee gegaan met de leer, dat die
levensreis de beste is, waarbij het ge
voel de zeilen vult èn het verstand het
roer houdt en overigens
„La vie est brève
Un peu d'amour
Un peu de rêve,
Et puis Bonjour
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden fr. p. post f 1.50
Losse nummers-0.05
Prijs der Advertentien:
14 regels f 0.80, iedere régel meer 20 ct.
3-maal wordt 2-maal berekend.
Rij-abonnement voordeelige voorwaarden.
Bewijsnummers 5 sent.
Dat het leven een strijd is, waarin
men de geheele 'wapenrusting Gods moet
aandoen, om te kunnen staan tegen de
listige omleidingen des duivels, komt bij
velen niet op.
Bindt den strijd aan, niet als de we
reld dat doet, doch uw lenden omgord
met de waarheid, het- borstwapen der
gerechtigheid voorop, de voeten-geschoeid
met bereidheid van het "Evangelie des
vredes, en het schild des geloofs vooruit
dragende.
KEES VAN DER MEER.
Beknopt overzicht van den toestand.
Atlas -en oorlogskaart doen thans weer
opgeld.
De Duitschers en hun bondgenooten,
voor -zoover zij deelnemen aan den strijd
op het Westerfront zetten met kracht
en élan hun opmarsch voort.
Nóg is deze niet gestuit.
Stad na stad, dorp na dorp en hoogte
na hoogte worden genomen.
Wat de Engelschen en Duitschers in
hun officieele berichten melden over het
verloop van den geweldigen strijd, waar
mede de opening plaats heeft van het
„gevechtsseizoen in het Westen", klopt
zeer goed met elkaar en vult elkaar
in zekere mate aan. Waarbij men dan
natuurlijk het enorm groote verschil van
appreciatie der gebeurtenissen, dat be
grijpelijk geheel onoverbrugbaar is, buiten
rekening moet laten.
De Engelsche leger berichten geven den
toestand onverbloemd en zakelijk weer
en erkennen de tegenslagen, waartoe de
strijd voor hen leidt.
Uit de nadere bijzonderheden blijkt,
dat de Engelschen, met inspanning van
alle krachten en met opbrengen waar
schijnlijk van alle reserves, nog gepoogd
hebben om den Duitschen vloed in het
centrum, waar hij de meest ernstige be
dreiging uitmaakt, tegen te honden.
Echter zonder 'succes.
Want de Duitschers hebben reeds
Noyon, Roye en Lihons genomen.
Zij staan reeds voor Albert.
Wordt deze plaats nu genomen haar
val is spoedig te verwachten en ook
Montdidier, dan wordt Amiens reeds van
twee zijden bedreigd.
Zoo is Idian een nieuwe phase in den
geweldigen slag ingetreden.
Aan beide zijden van de Somme zijn
de gealliteerden over een breed front op
den terugtocht.
B ij de vervolging dóór de cen-
tra 1 en z ij ndezen hun oude stel
lingen van vóór den Sommeslag
van 1916 in Weste 1 ijk e rich
ting op vele punten o v e r g e-
t'ro kken.
Wolf meldt: Ook den oden dag nam
de keizerslag in het Westen tusschen
de Scarpe en de Oise een voor de Huit-
sche zegevierend voortrekkende troepen
gunstig verloop. Op het oude Somme-
slagveld, dat den vijand een goede ge
legenheid bood om op vroegere .batterij-
stellingen en gebetonneerde machinege
weer-nesten terug te trekken, zijn de En
gelschen opnieuw verslagen. De van hein
de en verre ijlings toegevoerde frissche
reserve-divisies verbloedden in de ver
woede tegenaanvallen. In felle worstelin
gen werd de eene hoogte na de andere
bestoïmd. Beken, kanalen, rivieren zijit
geen beletsels voor onze onvergelijkelijke
troepen. Qp het met bloed gedrenkte
terrein liggen wapens, uitrustingsstukken,
pantser-auto's, kanonnen en telkens en
telkens weer groote hoeveelheden ammu
nitie tusschen de talrijke gesneuvelden.
Eerste-luitenant Raekow, die destijds
bij Verdun de orde pour le mérite ver
diende, heeft ook hier weer schitterende
bewijzen van dapperheid gegeven.
De hevigheid van den slag neemt ieder
uur toe. De bloedige verliezen van den
vijand zijn buitengewoon ernstig. De Eh-
gelsche artillerie schoot niet ver gene jg,
zoodat de Engelsche infanterie t.ussc'
twee vuren stond.
Het groote aantal gevangenen komt den
Duitschers bij ƒ:1 et herstellingswerk der
wegen in het achterwaartsche gebied lij-'
zonder goed -te pas.
Volgens Ilaig zijp. er meer dan 70
divisies der centralen iii het gevecht ge
wikkeld.
Wij| krijgen den indruk, dat wederzi ',s
enorme verliezen geleden worden.
Telegrammen uit Londen, aan de P.t-
rijpeke bladen van Vrijdagavond meidon,
dat nieuwe versterkingen uit de Engelsche
garnizoenen naar Frankrijjk onderweg zijn.
Naar de „B. Z. a. M." uit Zurich
verneemt, is op de Parijsche stations
een proclamatie aangeplakt, waarbij: de
spoorwegen van Parijs naar het Noorden
en het Oosteii tijdelijk onder militair bc