114
Woensdag 18 Februari 1ÖI8
•laargroif
Oaf d® Pers,.
Pe conclusie der redactie is clan ook
juist wat ze steeds zijn moest: het Rijk,
met de Gemeente; bebbe 't zeggenschap.
•Staten-Gsneraai.
De üre©te Oorlog.
.Tl LllJ
O»
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO,
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 319.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. D'HUIJ L. BURG.
Drukkers:
Oosteïbaan Le Cointre, Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden fr. p. post f 1.50
Losse nummers- 0.05
Prijs der Advertentiën:^
14 regels f 0.80, iedere regel meer 30 ct.
3-maal wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Bewijsnummers 5 cent.
Va» de Gemeente naar hst Rijk.
Mei [genoegen constateert De Stan
daard en wijl met baar dat De
Waarheidsvriend, een blad door
Nederl. Hervormde predikanten gferedi-
gjeeid, van oordeel is, dat 't Onderwijs
geheel Rijkszaak, zoo immer mogelijk en
zleer zieker wat de fi'nanciëele gelijkstelling
betreft, .moet worden.
Ook de 'Waarheidsvriend aar
zelt niet, maar komt cordaat en moedig
voor het beginsel uit, dat. het particulier
onderwijs nfeit, zij 'tdan ook maar voor
een deel, bijl de Gemeente moet -blijven
huizen, doch geheel op moet getild wor
den, om 'tmet beide handen naar de
Rijkszorg© over te dragen.
Veel 'Is zeer zeirer reeds gewonnen,
maar het einddoel is nog' lang niet be
reikt. i
„Is met het nieuwe artikel 192 in de
Grondwet een belangrijkestap gedaan ïn
de richting!' van de finale oplossing van
den schoolstrijd, toch meen© men niet,
gelijk zoovelen dit reeds deuken, dat bij
de uitwerking' van wat de Grondwetgever
op het punt van het onderwijs voorschrijft,
ons ideaal is bereikt".
'Principieel doortastend, stelt de redac
tie dan op d,en voorgrond, dat 'f het
omgekeerde moet worden van wat 't vroe
ger was.-
„Eerstens blijft het openbaar onderwijs
nog altijd een begunstigde positie innen
rpen ten opzichte van het bijzonder on
derwijs. Het is nog1 niet geworden: „da
bijzondere' school regel en de openbare
aanvulling". En zoolang dit eindstation
nog niet bereikt isi, kan er, althans van
antirevolutionaire zjjide, aan het neerlegl-
g'en der wapenen in dien strijid opi het
terrein van het lager onderwijs! nïe!t ge
dacht worden".
Doch er is meer. Wjegneming van be
voorrechting, is nog niet reeële- gelijk
stelling,
„In de tweede plaats bedenke mort,
dat al wordt alle bevoorrechting van het
openbaar boven het bijzonder onderwijs
weggenomen, daardoor de volle vrijheid en!
zekerheid .van het bij'zionder ondierwijisl nog
niet verkregen wordt. De nieuwe Kamer,
die het resultaat zal zijn van de verkiet)
zingen in 'den a.s. ziomer, zal, wanneer
het tot inlossing van de beloften van
de financieele gelijkstelling tusschen het
openbaar en bijzonder onderwijs moet
komen, nog heel wat ie hoeren geven
over de eischen van deugdelijkheid en de
vrijheid van richting van laatstgenoemd
onderwijls".
En dan komt in de derde plaats het
halfslachtig gedoe, om toch de Gemeénte
nog riléér in de melk te laten brokkelen.
„En in de derde plaats stelt de uit
werking van wat artikel 192 ten opzichte
van het financieele geding z'al te voor
schijn brengen, niet me.t zekerheid in uit
zicht, dat ten .slotte' alle kósten van hel
onderwijs voor rekening - zullen komen
van het Rijk. Het zal misschien niet da
delijk kunnen, dat alle bemoeienissen van,
de gemeente mpt het bijzonder onderwijs,
wat naar het bestek is, dat door de pa-
cificatieco|minissiie' gemaakt werd, wordtj
losgemaakt, maar toch dient bet steeds
duidelijk voor oogen te staan, dat op
den langen duur elk geldelijk contact tus
schen gemeente en onderwijs uit dien
booze is".
„Het onderwijs mag wat de geldelijke
tl e van de zaak betreft niet tot Gemeen-
gemaakt, maar het moet
itend onder Rijksbemoeiing komen.
Alleen-dan is men verzekerd, rfat op
van wr ®€ea 8©ldielijke bevoorrechting
n het .eene onderwijs boven het an
dere zal plaats hebben".
Zoo moet en 'tkan niet anders.
in,rW n slechts voor een deel, en
onder nog zooveel reserve, bederft het
onderling verband.
ïe«ii
nu.
Mr H. W. Hovy schreef dezer dagen in
De Rotterdammer:
A. Toen.
Het wasLin De groote geiaiee-
ning van Van Hall was geslaagd
Koning "Willem li was aan het be-
wind. 7
Wij: leefden nog onder de Grondwet van
1840, waarmede niemand vrede had. Onze
groote Staatsman Groen van Prins terer
allerminst.
Toch viel wel eens uit) officieele stuk
ken een! toon te beluisteren, waarvan de j
huidige uitbanning door tal van Chris
tenen met leede oogen wordt aangezien.
Als voorbeeld diene de Proclamatie vani
2 April 1844 van den' Koning „ter ge- j
legenheid van1 het tot stand brengen der
vrijwillige geldleening", welk stuk onder
nummer 22 van! het Staatsblad van dat
jaar te vinden is, onderteekend door den
Koning met den Directeur van Zijn Kabi-
net, zonder Ministerieel contraseign,
j Zij' luidt /aldus:
g,Wij Willem II, bij de Gratie Gods,
Koning dier Nederlanden, Prins van
Orahje-Nassau, Groothertog van Luxem
burg, enz,, enz, enz.
„Onder dankbaar opzien tot God rig-
ten Wij deze 'woorden aan U, geliefde
landgenooten en onderdanen! om U voo-r
Uwe vereenigde medewerking in het tot
stand brengen der vrijwillige leening Onze
innigste erkentelijkheid te, betuigen.
„Rijken en minder vermogenden heb
ben diaaroj) de ruimste aanspraak; maar
|ook zijl, en hoe velen waren er niet!
die geheel onverpligt, door de, edelste
gevoelens gedreven, zelfs hunnen spaar
penning op het altaar des Vaderlands
hebben geofferd.
„Landgenooten! De leus onzer Vaderen:
Eendragt maakt Magt, heeft zich opnieuw
bij ons verwezenlijkt. De gehechtheid aan
de oud-Nederlandsche trouw in bet vol
doen tot eiken prijs van aangegane ver-
bindtenissen heeft zich. niet verloo
chend., Hierop, wij mogen het eerbiedig
vertrouwen, zal zegen rusten. Ieder, die
tot de nu verkregene uitkomst heeft mede
gewerkt, smake aanvankelijk het zoet ge
not e ener edele zelfvoldoening!
.„Nederlanders! .Laat ons God bidden,
dat Hij| den goeden geest, door welken
de Natie in de jongste dagen opnieuw
heeft getoond bezield te zij®, beware,
bevestig© en versterke, opdat ook het late
nageslacht er de vruchten van inoogste,
en datvHij; het 'Nederlandsche Volk doe
blijven een vaderlandlievende, eendragtige
en godsdienstige 'Natie!
„Hiermede, geliefde landgenooten en on
derdanen, bevelen Wijl U allen in Go-
des heilige bescherming
I „En z,al deze alom worden afgekondigd
I en aangeplakt, waar zulks te doen, gebrui-
fcelijk is, en voorts in' het Staatsblad,
worden geplaatst.
„Gegeven te 's-Gravenhage, den 2d en
i April 1844.
WILLEM",
i
i Eenerzijds dus de erkenning:, dat het
God is, die de harten der menschen
neigt. Anderzijds de dank aan de on-
derdanen. Het door vrijzinnigen niet be-
grepen raadsel van Qods, verborgen en
i geopenbaardeu Wil. De Almacht Gods en
i daarnaast de verantwoordelijkheid van den
mensch.
B. Nu.
I Thans na het slagen dier „groote geld-
leening" geen Proclamatie,
i (Ook geen danktoon aan God Almach-
tig, die het slagen mogelijk maakte.
I Trouwens, zoo de Minister Treub, op
j wiens groote g'avefu als financier ik niets
wil afdingen, een soortgelijke proclama-
tie aan de Koningin zou hebben voor-
geslagen, zou Hare Majesteit, zouden ve-
len onzer zich hebben afgevraagd: „Is
j Saul ook onder de profeten?"
(Wel lezen wijl van iets anders,
j Een Rijksambtenaar, hoofdoontroleur te
Amsterdam van het Uitvoerend Bureau
van de Rijkscommissie voqr de distributie
van ijizer en staal, had' 'eene advertentie
j in het „Algemeen Handelsblad" géplaatst,
waarin gevraagd werd „eene jonge dame,
Christelijke godsdienst, met grondige ken-
nis, algemeene ontwikkeling, als, Secre-
taresse, belast met correspondentie en
eenvoudige administratie op Rijksbureau
i te Amsterdam".
Het Kamerlid Otto, de bekende „pal-
j staander" voor de Openbare School, de
j man, die, blijkbaar op grond van dit
I laatste, in verscheiden' Kamerkieskringen
5 door dé Unie-Liberalen op het schild ver-
j heven wordt, veelal boven ernstige Staats-
lieden als; .Rink, Van Raalte uit, het
Kamerlid Otto dan vraagt ijlings; den Mi-
j nister (welke bedoeld is, zie ik niet in
het Aanhangsel vermeld), nfaatregelen te
willen nemen ter voorkoming, „dat in
dé toekomst opnieuw óp een dergelijke
wijze alle niet-,,Christelijke" Nederlan-
diers in hun overtuiging worden gegriefd
en in "hum belangen geschaad". f
En de Minister -van .Staat/ Minister van j
Binnenlandsche Zaken, tijdelijk Voorzit- j
ter van den Raad van Ministers, ant- j
woordt daarop, -dat de auctor dier ad-'
veitenitie daarvoor ter verantwoording is j
geroepen en, ook om andere redenen,
in een anderen werkkring wordt geplaatst, i
Nu wordt die advertentie door mij: niet j
in bescherming, genomen. Immers, volgens j
onze Grondwet iS' ieder Nederlander tot
elke landsbetrekking benoembaar afgezien
van zijne belijdenis of niet-belijdenis. En
de meening,dat een belijder van den
Christus als zoodanig ,meer geschikt
is dan de niet-belijder, moet evenzeer
worden tegengegaan als de tegenoverge-
stelde meening.
Maar is het niet kras, dat wiji niet tel i
hooren krijgen) wat dien Rijksambtenaar I
bewogen heeft tot het plaatsen dier ad- i
vtertienti©, of er allicht bijzondere rede
nen door hem werden aangevoerd en wat
dies meer zij? Enkel, dat hij, „ook om
andere redenen", in een anderen werk
kring geplaatst wordt.
,j Tweede Kamer.
Rechts aan het woord
over de onderwijzersweö-
dén. Daagt er vrede?
Geen pacificatiestem-'
ming hei aas!
Bijl de regeling van werkzaamheden
deelde gisteren dei voorzitter mede, dat
de minister van landbouw zijn alntwoord.
op het verslag der commissie van rappor
teurs inzake het levensmiddelenontwerp
a.s. Zaterdag hoopt in te^ zenden. Spr.
stelde voor, genoemd'wetsontwerp1, zoo
mede dat betreffende de heffing: van opu
centen op de Terdeidigingsbèlasting, pp
21 Febr. in openbare behandeling' te ne
men, waartoe werd besloten. -
Daarna werd de beraadslaging over het
wetsontwerp tot verhooging van onderi
wijzerswedden weer voortgezet.
De heer de Geer z!ag de oorzaak \riri
den verkeerden toestand in de gedejelde
verantwoordelijkheid van rijk en gemeen
ten. De verhooging van de minima zou
zeer veel geld kosten. Eien bezwaar tegen
dit ontwerp ziet hijl in de wijziging van
de verhouding der minima ten nadeiela
van dé kleine gemeenten. Hij wil daarom
rekening houden piet dei in de L. O.-wet
vervatte classificatie en bepleitte aanne
ming van het amendement-Ketelaar ,oip
art. 1 ten einde de classificatie niet te
verstoren en daarnaast aanneming van
het wetsvoorstel-Lohman c.s,
Het voorstel-'Lohman moeit een einde
maken aan de ongelijkheid der salarissen
van de openbare en bijzondere o.nderwijL
zeirs in dezelfde plaats. Nu de aanneming
daarvan onwaarschijnlijk lijkt, zlal de Geer
meegaan met het regeeringsontwerp.
De heer 'van der Molen achtte ook hpt
regeeringsvoorstel beter dan hét ontwerp-
Mairchant c.s., wildei echter, dat de on
derwijzers met een groot-er aantal'dienst
jaren meer gullen krijgen.
Rechts heeft terecht flink van zich a£*
gesproken.
De christelijke onderwijzfijrs die door
de Vrijzinnigheid reeds jaren lang 'op
rantsoen gesteld zijta. en tei kort zij|n ge
daan, Vragen thans om recht. Wil men
goed onderwijls hebben, dan moeten zlij
dezelfde salarissen»hebben als hun open
bare collega's. iWijj hebben voor de
420,000 kinderen op de bijlzonderei scho
len 'steeds dubbel betaald en wijf doen
dat thans nog:. Maar wijj wenschen dat
de bijzondere onderwijzers, die thans mo
gen meebetalen in de salarissen der opeln-
bare onderwijzers gelijk gesteld worden
in salarieering; met de openbare en dat
dezen niet ook na de .gelijkstelling van
het openbaar en het bijzonder onderwijs
een voorsprong .houden op; de bijzondere
onderwijzers. Wil men thans in de ge
meenten de kosten van hét openbaar on
derwijs op hét laatste moment dat men
daartoe de macht heeft, omhoog jagen?
Dan brengt men bet pacificatiewerk ern
stig in gevaar.
Dan zal er 'geen vrede wezen, zieide
van der Molen. Maar dan geven wij oins
niet gewonnen.
Van Wijnbergen en de Wijkérslooth de
Weerdesteijn, voegden het hunne er bij,
en Lohman sloot de rijt der sp'rekfers.
De beer v. Wijnbergen constateerde niet
ten onrechte, dat van de pacificatie-steim1-'
ming onder de linksehe hoeren niet veel
te bespeuren is. Hij en Lohman hebben
zich vooral over de kwestie eter waar
borgen uitgesproken, en er op gewezen,
daf 'het bijzonder onderwijs reedis thantsi
meé'r waarborgen geeft van deugdelijkheid
dan het openbare.
Beiden wezen er 'ook op', dat de re
geering meer moest doen voor bet bijl
zonder .onderwijs. Eischt art. 192 dér
Grondwet niet reeds thans zörg' der re-
geering voor het geheel© onderwijB. Drin
gen haar eigen ambtenaren niet aan op
verhooging der salarissen der op'enbare
onderwijzers? Beiden hebben ook gewezen
op de offervaardigheid, welige nog altijd
voor het bijzonder onderwijs' bestaat en!
hebben met verontwaardiging afgewezen
de dwalende uitingen van menschen, dip
zelf nooit een cent offeren, alsof onze
besturen de bijzondere onderwijzers lie
ten gebrek lijden. Zie eens, zéi de heer
Lohman, wat de laatste Unie-collecte in
deze moeilijke 'tijden heeft opgebracht
Men ziet dus, dat de heer Loh|man
zekerder geluid liet hooren dan zijn piar-
tijigenoöt 'de lieer, die er dan ook niét
al te best afkwam.
Minister Cort is nu aan het woord ge
komen. Met eenjge spanning wordt .zijhi
antwoord tegemoet gezien.
S6knopi overzicht van den toestand.
(Wilson "he,eft dus geantwoord op de
redevoeringen' van Von Hertling en Czer-
nin.
Hiermede zijp de indirecte besprekin
gen, 'dl ie door de leidende staatslieden
van de oorlogvoerende partijen over de
oorlogsdoeleinden en de vredesvoorwaar
den, ingeleid zijn, dus voortgezet.
Gelijk te verwachten was vormt die te
genstelling tusschen de woorden van Von
Kliihlmamn en Czernin het eigenlijke uit
gangspunt der presidentiëele beschouwin
gen.
Wilson prijist Czernin om zijn helderen
blik op de fundamenteel© elementen van
den vrede, welke hij; niet poogt te' ver
doezelen. TérlO'OpS' merkt hij, slechts op,
dat d© Oostenrijksche staatsman nog Wei
verder zou zijn gegaan, wanneer hij niet
door bondgenootschappen zou zijn gebon
den en geeft ten slotte als een nieuwe
uitnoodiging om verdere toenadering uit
te lokken, d© beginselen aan voor een
algemeeneni wereld-vrede, beginselen in
zoo gematigden en zoo natuurlijken vorm,
dat men haast niet .anders denken kan,
of ook 'Czernin zal daarmede' zijn instem
ming wel betuigen.
Tégenover den Duitschen rijkskanselier
betoont Wijsott niet zooveel toegeeflijk
heid en vriendelijkheid.
De groote grief, welke hij graaf Hert
ling voorwerpt, is, dat de indruk van
zijn rede zóódanig is, dat hij de ver
schillende kwesties, welke bij den vrede
opgelost moeten worden, door individueele
overeenkomsten geregeld wil zien,_ ter
wijl de Amerikaanse he president ©en inter
nationale regeling en een vrede voor
stelt, waaraan alle deelnemers moeten
meewerken.
l 't Blijft natuurlijk de vraag af de in
druk, dien Wilson kreeg) wel de juiste is.
Intusscheii .geeft hij ook aan den rijks
kanselier een weg aan, waarlangs een
toenadering tusschen beiden mogelijk zou
zijn.
En dat is; geen onmogelijke weg, maar
een, dien de D'uitsehe rijkskanselier on
getwijfeld op zou kunnen gaan. Meer
malen spreekt Wilson n.l. met duidelijke
sympathie van de rijksdagresolutie dei-
meerderheidspartijen in Juli j.l. En hij
laat duidelijk ook doorschemeren, ja, hij
zegt het bijna met ronde' woorden, dat,
wanneer v. Hertling zich eerlijk en zon
der voorbehoud óp den grondslag van
die resolutie plaatste, een toenadering mo
gelijk zou ?ijn.
(Wat de beëindiging vai^den oorlog
met Rusland betreft, de Pers is er nog
niet gerust op.
Trotsky's verklaring hangt haar blijk
baar te veel in de lucht.
Havas meldt: Hét nieuws van de de
mobilisatie van het Russische leger komt
niet zeer onverwacht, want bet Russische
leger demobiliseerde, gelijk bet „P'etit
Journal" opmerkt, reeds lang uit eigen
beweging. De demobilisatie is- alleen of
ficieel erkend en misschien in zekere
mate' uitgebreid.
Aan Duitsche zijde is> de toestand ins
gelijks weinig veranderd, want Duitsch-
land zal genoodzaakt zijn in Rusland de
tegenwoordige troepen' te handhaven, zoo
lang de orde niet definitief hersteld is.
En ook de Pers der cen'tralen is nuch
ter genoeg, om 'de zaak objectief te be
zien.
In de „Lokal Anzeiger" heet het: Trots
ky wil er niet toe overgaan' te erkennen,
dat Rusland, ook het revolutionaire Rus
land, overwonnen is, dat het zonder vre
de niet meer kan leven. Hij wil ook
niet besluiten tot aanvaarding ff®
vredesvoorwaarden. Niet eens een billijk
compromis wil hij.
Daarvoor hebben wij evenwel met se
dert Kerstmis moeilijke onderhandelin
gen 'met de Russische delegatie gevoerd
om ons thans door Trotsky eenvoudig
naar huis te laten' sturen.
De „Morgen Post" zegt: Of Trotsky
bij den huldigen toestancj. in Rusland ge
rechtigd ia een dergelijke verklaring: te
doen, is een groote vraag.
Onder den titel „een laatste manoeuvre
van Trotsky" schrijft d© „Kreuzzeitung"
Met verblijdende overeenstemming verkla
ren de bladen, dat de mededeeling van
Trotsky ons tot niets kan verplichten,
dat wij ook in militair opzicht tegen
over Rusland onze handen vrij hebben.
De „Germania" zegt: Voor ons blijft
de oorlogstoestand bestaan.
Moge al dat voorbehoud spoedig plaats
maken voor een definitieven en algemee-
nen vrede zonder „oorlogstoestand".-
De troonrede, waarmee het Engelsche
parlement geopend is, zegt niet veel.
Het slot luidt als volgt:
„Heeren van het 'Lagerhuis! U zal ge
vraagd worden de noodige voorzieningen
te treffen voor de behoeften der strijd-
kraenten en voor de hechtheid va,n onze
nationale financiën.
Lords en gentlemen! De strijd, dien wij
begonnen zijn, heeft 'n kritiek stadium
bereikt, dat meer dan ooit onze ver
eende krachten en hulpbronnen vereischt.
Re beveel u met vertrouwen de maat
regelen aan, welke u zullen worden voor
gelegd en de Almachtige God moge Zijn
2egen doen rusten op uw arbeid".
Asquith en Lloyd George leverden
slechts weinig belangrijke nabetrachtingen
over de redevoeringen van de leidslieden
der c'entralen en Wilson.
Of is jjnet nieuw geluid, dat Asquith
deed hooren toen hiji sprak: „Wijl de
oorlog nog voortduurt en onze doeleinden
nog niet bereikt zijn, moeten wij onze
beste hulpmiddelen aanwenden"?
Van deze zijde wacht ons nog steeds
strijd „to the bitter end".
Proclamatie van Krytenko.
Naar do, Duitsche avondbladen melden,
heeft de Russische opperbevelhebber Kry-
lenko, wiens z.g. arrestatie door de Pool-
sche troepen niet waai- blijkt, te zamen
met het lid van het opperste college Flo-
rowski in een draadloos telegram aan
alle Russische soldaten mededeeling ge
daan van het' demobilisatiebevel;
Vrede. Vrede. Vrede. De 'oorlog is ten
einde, zoo heette het in het draadlooze
telegram, dat eindigde met den oproep
de discipline te bewaren en door geen
onlusten het vredesfeest te storen.
Drie uren na de verzending van het
draadloos telegram verscheen een nieuw
bevel van Flórowski om de verspreiding
van de mededeeling: 'te staken.
Korte oorlogsberichten.
Volgens de Oekrainische pers is
de macht de:r maximalisten in geheel
Rusland aan het tanen. Hun val is nog
slechts een kwestie van dag©n.
Het Oek'rainische blad'Dilo te Lem!-
berg spreekt het bericht, dat Kxylenko
door de Roolsche troepen zou zij'ü ge
vangen genomen, tegen.
Russische bladen deelen mede, dat
Lenin er sinds eenigen tijd een lijfwacht
op nahoudt. De Nowaja Sisjn, het orgjaanl
van Maxim Gorki, waarschuwt Lenin te
gen het spelen van de rol van een bhr-
glerlijkien tsaar.
He Poolsche legioenen hebben 'de
vereeniging van het gouvernement Mo-
bileff met Polen afgekondigd.
In Buenos-Ayres is d© algemeenei
spoorwegstaking geproclameerd. Er had
den ernstige onlusten plaats in geheel
Argentinië. De stakers blazen de spoor
wegen op en steken treinen met koreni
in brand. Er wordt verwacht, dat de
reigeering krachtig zal optreden.
De Duitsche bladen melden, dat de|
broodvoorziening van Berlijn bijna in ge
vaar gebracht is door een broodkaart^
vervalscbing op groote schaal'." Vele bak
kerijlen werden met broodkaarten over
stroomd. De voornaamste drukkerij! was
t© Bielefeld gevestigd; er werden yoor
zes weken broodkaarten tegelijk gedrukt,
voor de derde week van' 1918 zélfs 46,000
stuks. De vervalschers brachten de kaJar-i
ten persoonlijk naar "Berlijn en ontvingenl
tot vier mank per stuk er voor.
In Januari kijln te Dusseldorf 2104
processen wegens woekerhandel met le
vensmiddelen gevoerd en 18 winkels gé-
sloten.
De Duitsche rijkskanselier en staats
secretaris von Kühlman begaven zich he
den naar keizer Wilhelm in het groote
hoofdkwartier. I
In de débatten over de levensoiid-
delenkwesti© tijdens de arbeidersconferen-
tie te Nottingham deed Anderson vol
gende intereSiSante ve"rklaring.
„Op het oogqnblilk staan er in de
nabijheid van deze vergaderzaal 640 per
sonen, voor het grootste deel vrouwen
en kinderen, voor één winkel. En zoo
is het in alle doelen van ons land ge
steld. Het is oorzaak, dat een gevaarlijk©
stemming onder de arbeiders heerscihti