cht
koop
i aO
ekhank
SENDE,
er
H
De droef© Oorlog.
hei met
nieuwe
n'
(niuizsn),
ad.
staling:
joen,
aagd,
erancier.
nstbode 1
Gd8?
FEUILLETON
ft O O O
Dinsdag 4 December Wi*
en vet
JOBSE,
koop ge-
out, K.
es.
Uitgave van
ga K«*ariL V««m. LllfU <H KJ' IMKRM»,
gevestigd te Goes
ragend bij
perland.
chore.
VOORDE,
llaud
kerke.
w- en St.
k f
V
izicljt" te
Meulen-
e leveren
AR, vóór
HonMhiireau te Goes:
r 1 BAS.GR VORSTSTKAAT 219.
Bureau te Middelburg
&1JSMA P. P. DHBIJ L. BURG.
Drukkers:
flpstesfeaan Le Ceiutre, G®es.
nge (gem.
or woning
918
aar, bij J.
uine, Öost-
d. die met
H". JANSE,
SR, Domb.
oemde Bank
ari a. s. ge-
worden uit-
cht ten kan-
Kaai G 151.
OEDBLOED
van Melk
eveelheid en
het bureau
kersknecht
ag zich met
geplaatst in
alle voorko-
bij overeen-
en
lefct. W
ddelburg.
jaar, P. G.,
lej. SCHOUT,
RTEEGT, Oost-
1 Februari
l^Êt
te Rilland,
d
Serooskerke.
van twee
HER, Stoof-
tasaHMBmi
Het conflict voorbij.
De minister van financiën beeft toe
gegeven en zijn onverdedigbare order om
onze kaas naar het buitenland niet door
te laten, ingetrokken. Aan de douane is
geseind, dat zij de kaas heeft door te
laten.
Zoo krijgt de minister van landbouw
gelijk. Trouwens zijn recht om den door
voer van kaas toe te staan, stond zoo vast
als een paal.
Mochten dergelijke conflicten in den
boezem der regeering nooit weer voor
komen.
Wanneer in een regeering de eene be
windsman tegen de andere gaat optreden,
dan treedt het bederf in, en is niet meer
te keeren. De revolutie in de hoogste
regionen van ons staatsleven Frank-
rijks geschiedenis leert het, en Rusland
is reeds lang dienzelfden weg op voert
ten zekeren ondergang. Bloed en dood
•n verderf zijn er de consekwenties van.
Op den tweesprong.
De Nederlandsche Christen Studenten
Yereeniging (N. C. S. V.) heeft nog niet
onze volle sympathie. Wel maken er
jongelui deel van uit, welker namen in
Hervormde, Luthersche en Gereformeerde
kringen een uitnemenden klank hebben;
doch onze vrees is niet klein, dat de
Vereeniging hare palen te wijd uitslaat.
Overigens doet ons aangenaam aan het
positief getuigen en belijden van deze
Christelijke jongemannen, de hope van
Land en Kerk; en wij bidden hun toe,
dat zij aan de goede Belijdenis steeds
getrouw mogen blijven.
Maar nu zijn wij benieuwd wat zij
straks, zullen doen.
Het gereformeerd standpunt schijnt
reeds prijs gegeven ter wille van de meer
ethisch voelende broederen onder hen.
Maar wat zullen zij nu doen, nu ook
Moderne jongelui toegang tot den Bond
vragen.
Wij lezen toch in de „N. R. Ct."
„De Ned. Christen Studenten Ver
eeniging ziet zich geplaatst voor de
vraag naar de verhouding tot de Vrijz.
Chr. Stud. Ver. Er zijn in haar kring
twee uiteenloopende stroomingen. De
eene stelt op den voorgrond den grond
slag der vereeniging, de belijdenis van
de 'noodzakelijkheid der verzoening met
God door Jezus Christus als het één
en het al. De andere strooming wil
begrijpen en helpen wat er in de stu
dentenwereld aan religieus leven is te
vinden bij hen, die niet van huis uit
in de christelijke levenssfeer zijn opge
groeid. Zoo sterk mogelijk dringt zij
er op aan, dat men „andeier religieus
leven niet afmeet daaraan, of ze het
eens zijn met formuleeringen, die voor
ons misschien het best weergeven, wat
wij bezitten, maar daaraan, of men
klaarblijkelijk in gemeenschap met God
leeft."
Wij zullen belangstellend afwachten, of
de N. C. S. V. ter wille van „and-erer
religieus leven" haar toch al niet zeer
stevig-confessioneel standpunt zal willen
prijsgeven; of dat zij zich houden zal aan
het advies van den Apostel der Liefde
aan de uitverkoren vrouw (2 Joh. vers
'7, 9, 10).
Jezus Christus, de Waarachtige God en
het Eeuwige Leven, Jezus Christus de
Bewerkt naar het Engelsch van
EMMA JANE WORBOISE.
125)
3'-^een, madame niet, maar toch. ook
iemand uit Indië".
„Uit Indië? Het was. tochje In
dische neef is toch niet teruggekeerd,
waarover je het weieens gehad hebt
„Juist oom, ik ben bij kolonel Claren
don geweest".
Ik moest natuurlijk oom nu de heelë
geschiedenis van begin tot eind verfeJ-
iwke2l™ei 66n kln(ierlijk gemot bezich-
S J de prachtige geschenken, die
ik gekregen had. Maar toen wlerd hij plot
seling stil en zag hij mij met een droe
ven hhk aan.
Imoet jij bij dien neef gaan
c?'. Zal if*3*1 v°or je zorgen. Neen
üinl '-i raet het,ben, dat je bij
maj blijft, ik heb veel gebreken, dat weet
?Jaar zo'° zelfzuchtig ben ik nog niet".
„Maar u zult me toch niet .wegsturen,
oom?
„Neen, Idat niet, dan loop ik liever
zelt maar weg, maar ik wil per sé je ge-
Opstanding, de Rechter van Hemel en
Aarde; de Verzoening van onze zonden,
de Verlossing 1 door zijn Bloed.wie
dezen loochent, heeft ook den Vader niet,
in weerwil van alle edele, vrome, lieve
aspiratiën, waardoor hij ook zelfs boven
gereformeerde belijders moge uitblinken.
Met dezulken is in kerk noch school,
of Christelijke vereeniging, die met een
dier beide 'in geestelijk contact staat,
gemeenschapoefening mogelijk.
De Zand- en Grindquaestie.
De regeering heeft in een Witboek alle
harerzijds met, Dujtschland en Engeland
gewisselde stukken gepubliceerd, waar
door de zand- en grindquaestie iederen
belangstellende die de overdrukken in de
pers gevolgd heeft, zal helder geworden
zijn.
De regeering heeft duidelijk gemaakt,
dat artikel 2 van de Rijnvaart-actie, in
verband met de Haagsche Conventie haar
volkomen recht gaf te handelen en toe
te laten gelijk zij deed, en niet anders.
De regeering heeft met angstvallige
nauwgezetheid gezorgd, dat uit Duitsch-
land niets naar België werd doorgevoerd
wat als krijgsvoorraad was aan to merken.
Zoo is onder anderen zelfs geweigerd
de doorvoer van paardenvoer, zuren voor
munitieberëiding, en baggermateriaal, be
stemd tot verbetering van de Noordzee
havens in door de Duitschers bezet België.
Maar niet verboden is de doorvoer van
zand en grind tot een bepaalde hoeveel
heid en binnen een bepaald tijdperk, de
wijl door de Duitsche regeering verzekerd
en door Nederlandsche officieren bij on
derzoek vastgesteld was, dat deze niet
voor oorlogsgebruik dienen moesten.
Al is 't nu dat Engeland de verklaring
en de rapporten voor leugen verklaart,
de Nederlandsche regeering kon en mocht
niet anders doen dan zich houden aan
de rapporten van haar eigen officieren.
Engeland behoort te bewijzen wat het
beweert, en uit de gepubliceerde stukken
blijkt, dat zulks niet is geschied. Niet
alleen derhalve gaat de Nederlandsche re
geering in deze quaestie vrij uit, doch
heeft Engeland zichzelf ernstig aan te
klagen wegens schenning van het volken
recht, en het toepassen van een dwang
maatregel jegens ons land, en de laster
lijke aantijging aan ons adres, dat wij
een partijdige houding jegens Engeland
zouden hebben aangenomen door dezen
doorvoer toe .te laten.
Uit de briefwisseling met den Brit-
schen gezant blijkt andermaal aldus
constateert het Witboek hoezeer de
onjuiste gegevens, welke de Britsche in
lichtingsdienst ten aanzien van den uit
en doorvoer naar België oplevert, geschikt
zijn om de Britsche regeering, ten na-
deele van Nederland, een geheel verkeerd
beeld dienaangaande te verschaffen
Nederland handhaaft derhalve ten volle
zijn „verzoek" dat Engeland den dwang
maatregel betreffende het nu geweigerde
overzeesche telegraaf verkeer intrekke.
De regeering verdient hulde voor haar
flinke houding in deze quaestie.
Moge 'de uitkomst van dit geding niet
zijn, dat tot Engelands regeering kan ge
zegd worden, wat wel eens omtrent haar
gefluisterd werd (Jesaja 48:,4): dat
gij hard zijt, en uw nek'v'éene ijzeren
zenuw is, en uw voorhoofd koper".
luk niet in den ,wpg: staan, kind".
„Toch denk ik er niet aan, oom".
„Bedenk wat je doet, Chrystie, kolo
nel Clarendon is niet alleen rijik, maar
ook van goede geboorte en dus. kom je
door hem in de hoogste kringen".
„Toch is Ihij niet welopgevoed, oom.
Ik iheb nog nooit zulke ruwe uitdrukkingen
gehoord als vandaag".
',Wat zeg je, Chrystie, dat is ergerlijk.
Vloekte hij; dan?"
„Vloeken heb ik niet Van hem gehoord,
maar ruwe uitdrukkingen wel".
Een tijd zat oom na te denken. Toen
zeide hij', dat ik om die reden niet wei-
gferen mocht met hem samen te wonen.
Ook achtte hij (hiet mogelijk, dat ik nog
zóóveel invloed op hemi kreeg, dat hij
het geheel zou nalaten.
Langen tijd ziaten wij; te praten over
mijn neef uit Indië en oom bleef aan
dringen, dat ik bij m'ijln familielid mijn
intrek nemen zou, maar ik maakte er in
eens een einde aan, door te Zeggen, dat
wij er voorioopig niet meer over spreken
moesten en dat het 't beste was, in dit
geval om „leiding" te Vragen. Bovendien
deelde ik oom mede, (dat neef Claren
don hern wilde bezoeken en zoo lang
konden wij de z'aak toch wel op zij'n be
loop laten.
Mijn O'om! stemde' dat alles toe, maar
ik (geloof, dat het hem moeilijk viel, hielt
onderwerp te laten rusten. Hij' 'trachtte
üit da Hfb.
Amerika en wij.
De correspondent der United Press
Associations of America, heeft, zoo meldt
de Nieuwe Crt, dezer dagen een onder
houd met minister Cort van der Linden
gehad, over onze relatie tot Amerika,,
en de gronden van de ontstemming bij
een deel van ons publiek, over Apierika-'s
houding.
De vraag, die de journalist stelde, was:
„Hoe verklaart uw Excellentie, de op
vattingen van het Nederlandsche publiek
over de houding van Amerika.?" De mi
nister antwoordde
„Dat is niet moeilijk, ons volk hechtte
onvoorwaardelijk geloof 'aan de idealis
tische boodschappen van den President,
die een warmen weerklank vonden in
het land. "En daarom begrijpt het niet
de houding' van Amerika, tegenover een
volk,, dat streeft naar volmaakte onzij
digheid, en poogt, de kern van het in
ternationaal recht te redden, door belli-
gerenten, die zijn rechten of belangen
schaden, te 'herinneren aan de regiels,
die de beste en meest verantwoordelijke
reehtskenners ter wereld hebben geco^
dificeerd.
Amerika had een leidende rol bij dit
beschavingswerk, en nu houdt het de
schepen vast van een kleine onzijdige
natie, en zendt ook geen levensmidde
len en grondstoffen, zoodat hier over
eenigen tijd geen. brood meer 'zal zijn,
en de werkeloosheid een omvang krijgt,
die voor de openbare orde gevaarlijk
wordt. Verbaast ge u dan, dan het volk
Amerika's politiek betreurt?
Waarborgen, dat ingevoerde levensmid
delen niet zouden worden uitgevoerd,
kan men vinden in bet feit, da,t zij! wor
den geconsigneerd aan de regeering of
aan da N. O. T., maar de beste waar
borg is wel de omstandigheid, da,t wij
ze hard noodig hebben.
Natuurlijk voeren wij- sommige z;uivel
en landbouwproducten uit, ais compen
satie voor steenkool, ijzer, kali en che
mische producten, die Duitschland in
voert, maar vergeet niet, da,t deze uit
voeren aan beide oorlogvoerende partijen
zijin aangeboden, in gelijke verhouding.
Dit is de eenlg mogelijke politiek voor
onzijdige Handen, die prijs stellen op
vriendschappelijke relaties tot hun buren,
die deze betrekkingen noodig hebben, in
verband met hun geografische ligging en
hun economische structuur. Bovendien,
de hoeveelheid van onze uitvoeren over
dei Oostgrens is'zoo gering in verhou
ding tot de enorme bevolking der Cen
trale keizerrijken, dat het volmaakt on
begrijpelijk is, hoe de pers kan „praten
over een Nederland, dat Duitschland
vp-edt, als zij nietverkeerd is geïnfor
meerd. Ik .geloof niet, dat de Ameri-
kaansche regeering van ons verlangt, dat
wiji de handelsbetrekkingen met onze
Oostelijke buren zullen afbreken. Amerika
weet, dat dit onmogelijk is, omdat hier
door de levensvoorwaarde voor onaf
hankelijkheid zou verdwijnen. Ik hoop
ernstig, dat de, regeering te Washington
dit op de juiste waarde schat, want ik
verlang; niets liever, dan vriendschappe
lijke relaties met de groote republiek,
waarmede zoovele historisch© banden Ne
derland verbinden.
zijn lectuur te hervatten, maar het vlot
te niet en toen jde schemieiringi inviel,
zeide hij mij1, nog' even te willen uitgaan.
Alleen achtergelaten, gaf ik ni-ijln ge
dachten den vrijén loop. Ik begon hst
vuur wat op te stoken, want. het was
dien avond toch wat huiverig' en na de
kamer opporde te hebben gebracht, zette
ik mijn werkmandje op tafel, duet het
plan om, 'zioodra ik de lamp zou hebben
opgestoken, nog wat te werken. Maar daar
kwam niets van, want een tikje op het
raam dnidlde erop, dat James buiten stond
en ik haastte tmlij Siem open te doen.
Met stralend gjezicht kwam hijl binnen.
„Alleen, Chrystie?" zeide hij', nog voor
hijl had plaatsgenomen.
„Ja, oom is nog een eindje gaan wan
delen".
„Prachtig, ik wilde je juiist eens alleen
spreken, ik heb je wat te vertellen".
„Dacht ik het niet, je ziet er zoo ver
genoegd uit vandaag. Het is. dus wat
goeds".
„Zeker, wat goeds, Maar h o e goed
het voor mij is, zal van jouafhangen".
„Van mij'? vertel mijl maar eens eerst
je nieuws".
„Ik fwordt als associé opgenomen in de
firma Deverenx en 'Mo-wbiray. Tegen hiet,
eind van het jaar trekt Devereu,x zich uit
de firma terug. Natuurlijk is, mijn aan
deel in de winst als jongste deelgenoot
niet 'zoo jgroot als van mijn compagnon.
„Lund om Oud-ijzer."
31 Oct. 1.1. gaf „De Nieuwe Courant"
een hoofdartikel, waarin men las
de gebondenheid van geloof aan ge
zag der Schrift is niet minder druk
kend geweest dan die van het gezag
der Kerk.
'Prof. Fabius teekent in Studiën en
Schetsen zeer ad rem hierbij a,an
De Hervorming of Rome?
„Lood om oud-ijzer."
Verbeeld u „de mensehelijks zende".
De Rotterdammer schrijft:
De Minister van Oorlog', Mr..de Jonge,
heeft de eerstel vuurproef doorstaan en
in de Tweede Kamer z,ijn maiden-spiseichl
gehouden.
De hoefijzercorreSpiondent van 'het Han
delsblad is aardig' over hem .tevreden
Zijn eerste optreden was lang! niet kwaad
Hij maakte een eenvoudigen en kalmen
indruk, sprak ook gemakkelijk genoeg.
Een degelijke figuur.
Maar dan komt de man uit het Han
delsblad met een bezwaar letterlijk
aldus luidend: „Er was hier en daar iets
al te naïefs in zijn uitingen. Zoo toen hij
verklaarde, dat z.i. de oorlog] niet zal
verdwijnen, zoolang de bron 'daarvan, d.i.
„de menschelij'ke zonde", niet verdwijnt.
Zulke dingen wil men, in z.ulk een vorm
zelfs ter rechterzijde alleen hooren
vanden heer Brummelkamp".
Verbeeldt, u, wat een onnoozelb hals,
Minister in een vrijzinnig Kabinet en dan
spreken van „menschelijfce zonde"!
O zeker, we leven in dagen van zièls-
aang'rijp-end wee, waarin de dondersla
gen van Gods wet het menschdom schier
dreigen te verbrijzelen.
Maa.r laat dan duisterlingen a la Brum
melkamp spreken van menschelijke zond:
De man van de rede roeme in
verstand, intellect, beschaving'.!
Verbeeld u.... de zonde!
Beknopt overzioht van den toestand.
Met spanning verbeidt ieder berichten
omtrent den door Rusland aangeboden
wapenstilstand.
Omtrent de onderhandelingen is op
't oogenblik, waarop we onze beschou
wingen aanvangen, nog niets bekend.
Uit Berlijn wordt gemeld, dat op 26
November Krylenko door een parlemen
tair heeft laten aanvragen of het Duit
sche opperbevel bereid was tot onder
handelingen over een onmiddellijken wa
penstilstand over te gaan. Nog denzelfden
dag antwoordde de opperbevelhebber-van
het Oostelijk front, prins Leopold van
Beieren, dat hij bereid en gevolmachtigd
was, met het Russisch .opperbevel over
een wapenstilstand te onderhandelen.
Daarop werd met den parlementair plaats
en tijd overeengekomen, waar een gevol
machtigde Russische commissie met een
eveneens gevolmachtigde commissie der
tegenpartij zou samenkomen.
l)e Russische commissie is eergisteren
om half vijf op de afgesproken plaats
aangekomen, om zich onverwijld naar het
punt van samenkomst te begeven. Aldaar
werd zij gisternamiddag verwacht.
Intusschen wordt gemeld, hoe in tal
rijke sectoren van het Russische frpnt
van divisie tot divisie een plaatselijke
maar ik heb genoeg om er royaal van
té kunnen leven en na een paar jaar
heb ik hetzelfde inkomen van Mowbray
Als je nog de erfgename van Elmwood
was, 'Zou ik "je niet durven vragen, maar
nu wel. En daarom Chrystie, wil je mijn
vrouw worden, durf je je verder leven aan
me toe te vertrouwen?"
„Ja James, ik kan', want daar is nie
mand op de heele wereld, die ik zoo vol
komen vertrouw als jou. Maarer is
één beletsel, ïfc kan oioroi niet. aan zijln
lot over laten".
„Dat is mijln bedoeling oiok niet, blij
zal voortaan twee meuschen hebben, die
voor hem zorgen, dat is het eenig onder
scheid".
„Maar ik weet niet', of het hem aange
naam, zal zijn van jou afhankelijk te
zij'n".
„Je 'kunt immers nog] voior hem wer
ken, als je dat verkiest, Chrystie, Wees
maar gerust, ik voor mij zal zijn eer
gevoel absoluut niet kwetsen. Maar wat
kan 'hij er op tegen hebben, in mijn huis
te wonen, dat dan immers ook van jou
is?"
„En je moeder, James?"
„'O, kind' dat hoef je toch niét meer
te vragen, je kunt toch wel weten, hoe
zij over je denkt. Ik heh haar van .liet
begin af in deze zaak gekend en als
je mij aanneemt, is haar liefste wensch
vervuld, ze heeft nooit anders gehoopt.
VERSCHIJNT ELR.EN WERtDAIi
Abonnementsprijs!
F»* 3 maanden fr. p. post f l.te>
Losse nummers-Q.Ca
Trijs der Advortontiën.
1a regels fO.W, iedere regel moer 2ff
3-maal wordt 2-Baaal berekend.
Bjj abonnement voordeelige roorwaardn&A
Bewijsnummers 5 cent.
wapenstilstand tot stand is gekomen. Een
Russische afvaardiging is op het gebied
van prins Leopold van Beiereil tot het
sluiten van een algemeenen wapenstil
stand aangekomen.
Blijft de vraag, of de maximalisten of
bolsjewiki hun gezag zullen weten te
handhaven. De verkiezingen voor de con
stituante bleven tot dusver in het voor
deel van de Kadetten, pur sang oorlogs
vrienden. Andere berichten daarentegen
schijnen er op te wijzen, dat de invloed
van de maximalisten toeneemt.
Uit alles valt op te maken, dat de
maximalisten zich steeds krachtiger we
ten te doen gelden, waarbij de algemeene
zucht naar vrede een belangrijken factor
zou uitmaken. In de lijn van dezen stand
van zaken zou het dan natuurlijk zijn,
dat de maximalisten hun vredes-actie zoo
krachtig mogelijk zouden voortzetten en
zoo snel mogelijk op een vrede zullen
aansturen, om daardoor hun positie te
verzekeren en te handhaven.
Maar de reactie zou zich dan spoedig
kunnen doen gevoelen.
Amerika heefthet eerste antwoord ge
geven op den noodkreet door Roemenië
tot de geallieerden gericht, in verband
met de dreigende ontwikkeling der gebeur
tenissen in Rusland.
De centralen blijven daarom nog iet
wat gereserveerd. Vooral de leidende ge
neraals bezien den toestand nuchter.
Ludendorf verklaarde, dat hij de ver
klaring van de Bolsjewiki nog niet als
een vredesaanbod beschouwt.
Eerst moet zekerhejd bestaan, dat die
regeering ook de macht heeft het re
sultaat van de onderhandelingen met ons
naar binnen en naar buiten door te zet
ten, zeide hij. Wapenstilstand met Rus
land kunnen wij ongetwijfeld sleeds slui
ten, zoodra wij zekerheid hebben, dat men
er zich aan houden zal. De quaestie van
een algemeenen wapenstilstand daaren
tegen zal moeilijk zijn. Ludendorf wees
hierbij' op de omstandigheid, dat men
tijdens een algemeenen wapenstilstand den
duikbootenoorlog zou moeten stopzetten,
zoodat de Entente-mogendheden haar po
sitie zouden kunnen verbeteren, terwijl
de centralen geen toevoer zouden krij
gen. Een eventueele wapenstilstand zou
van korten duur' moeten zijn, ten einde
niet den militairen toestand te benadeelen.
Over het Russische leger verklaarde
Hindenburg, dat daarvan geen groote ge
vechtshandelingen meer te wachten zijn,
maar misschien zal daar ten slotte een
of ander „sterke man",' Nikolaï Nikola-
jewitsj of een ander, de macht aan zich'
trekken en het oorlogsmoede Russische
leger nog voor een laatste inspanning
opzwepen.
Een dergelijke laatste krachtsinspanning
ziet men ook op de andere fronten te
gemoet.
De bekende Zwitsersche militaire cri.
ticus Stegemann, wijdt - in het dagblad
„Der Bund" eene beschouwing aan den
militairen toestand, waaraan het navol
gende ontleend wordt: „Onder den druk
van de ontwikkeling, die de gebeurtenis
sen oogenblikkelijk nemen, zaf de oorlog
geenszins gelijkmatig van dag tot dag ver-
loopen, doch integendeel nog eenmaal tot
razernij worden opgezweept. De jongste
Engelsche aanvallen in het Westen hebben
reeds een geest van tot het uiterste opge
dreven militaire krachtsinspanning ge
ademd, en zij werden met zoo buitenge
wone middelen uitgevoerd, dat men tot de
Eigenlijk gézlegd, heeft ze ook nooit anders
verwacht, ze -heeft altijd (geloofd, zegt
ze, dat wij voor elkaar waren bestemd'L
'W© hadden hierop nog, geruimien tijd!
een ernstig gesprek met elkaar, w'aarin
ilk van James vernam, dat hij vaA mij
gehouden had, zoolang hij mij' kende. In
mijb eerste blijdschap vergat ik al hejt
andere en ao'O gebeurde het dan ook,
wat wel eenigermate vreemd' moet schijt
nen, dat ik mijn wederwaardigheden van
d-ien Idag (totaal vergat. Toen wij gerui-
men tijd over onze toekomstplannen had
den gesproken, kwam het echter ploits
weer in mijn gedachten, en ik dee'ldfe
James alle bijzonderheden omtrent 'dé
eerste -ontmoeting' met mijn Indischen,
neef mee.
„Dian heb ik tóch een rijke erfgename!
gevraagd", zeide hij op een toon van!
teleurstelling]. i
„Volstrekt niet, James. Ik w,as al be
sloten wat ,ik doen zóu, maar na onS
gesprek staat mjj'n besluit onherroepelijk
vas-1. Ik wil het geld van mijn neef niet,
als- ik ,het zoo duur moet betalen".
Hoeveel hadden wij' te vertellen, toieni
oom eindelijk van zij'n wandelingthuis
kw'am! Samen besloten wij!, dat James
een bezoek moest' brengjen bij kolonel Cla
rendon, daar hij' mijn paas'te „en eenigjel
familielid was en zulk een bezoek herri
dus wel toekwam.
(Wprdt vervolgd.)