cht koop i aO ekhank SENDE, er H De droef© Oorlog. hei met nieuwe n' (niuizsn), ad. staling: joen, aagd, erancier. nstbode 1 Gd8? FEUILLETON ft O O O Dinsdag 4 December Wi* en vet JOBSE, koop ge- out, K. es. Uitgave van ga K«*ariL V««m. LllfU <H KJ' IMKRM», gevestigd te Goes ragend bij perland. chore. VOORDE, llaud kerke. w- en St. k f V izicljt" te Meulen- e leveren AR, vóór HonMhiireau te Goes: r 1 BAS.GR VORSTSTKAAT 219. Bureau te Middelburg &1JSMA P. P. DHBIJ L. BURG. Drukkers: flpstesfeaan Le Ceiutre, G®es. nge (gem. or woning 918 aar, bij J. uine, Öost- d. die met H". JANSE, SR, Domb. oemde Bank ari a. s. ge- worden uit- cht ten kan- Kaai G 151. OEDBLOED van Melk eveelheid en het bureau kersknecht ag zich met geplaatst in alle voorko- bij overeen- en lefct. W ddelburg. jaar, P. G., lej. SCHOUT, RTEEGT, Oost- 1 Februari l^Êt te Rilland, d Serooskerke. van twee HER, Stoof- tasaHMBmi Het conflict voorbij. De minister van financiën beeft toe gegeven en zijn onverdedigbare order om onze kaas naar het buitenland niet door te laten, ingetrokken. Aan de douane is geseind, dat zij de kaas heeft door te laten. Zoo krijgt de minister van landbouw gelijk. Trouwens zijn recht om den door voer van kaas toe te staan, stond zoo vast als een paal. Mochten dergelijke conflicten in den boezem der regeering nooit weer voor komen. Wanneer in een regeering de eene be windsman tegen de andere gaat optreden, dan treedt het bederf in, en is niet meer te keeren. De revolutie in de hoogste regionen van ons staatsleven Frank- rijks geschiedenis leert het, en Rusland is reeds lang dienzelfden weg op voert ten zekeren ondergang. Bloed en dood •n verderf zijn er de consekwenties van. Op den tweesprong. De Nederlandsche Christen Studenten Yereeniging (N. C. S. V.) heeft nog niet onze volle sympathie. Wel maken er jongelui deel van uit, welker namen in Hervormde, Luthersche en Gereformeerde kringen een uitnemenden klank hebben; doch onze vrees is niet klein, dat de Vereeniging hare palen te wijd uitslaat. Overigens doet ons aangenaam aan het positief getuigen en belijden van deze Christelijke jongemannen, de hope van Land en Kerk; en wij bidden hun toe, dat zij aan de goede Belijdenis steeds getrouw mogen blijven. Maar nu zijn wij benieuwd wat zij straks, zullen doen. Het gereformeerd standpunt schijnt reeds prijs gegeven ter wille van de meer ethisch voelende broederen onder hen. Maar wat zullen zij nu doen, nu ook Moderne jongelui toegang tot den Bond vragen. Wij lezen toch in de „N. R. Ct." „De Ned. Christen Studenten Ver eeniging ziet zich geplaatst voor de vraag naar de verhouding tot de Vrijz. Chr. Stud. Ver. Er zijn in haar kring twee uiteenloopende stroomingen. De eene stelt op den voorgrond den grond slag der vereeniging, de belijdenis van de 'noodzakelijkheid der verzoening met God door Jezus Christus als het één en het al. De andere strooming wil begrijpen en helpen wat er in de stu dentenwereld aan religieus leven is te vinden bij hen, die niet van huis uit in de christelijke levenssfeer zijn opge groeid. Zoo sterk mogelijk dringt zij er op aan, dat men „andeier religieus leven niet afmeet daaraan, of ze het eens zijn met formuleeringen, die voor ons misschien het best weergeven, wat wij bezitten, maar daaraan, of men klaarblijkelijk in gemeenschap met God leeft." Wij zullen belangstellend afwachten, of de N. C. S. V. ter wille van „and-erer religieus leven" haar toch al niet zeer stevig-confessioneel standpunt zal willen prijsgeven; of dat zij zich houden zal aan het advies van den Apostel der Liefde aan de uitverkoren vrouw (2 Joh. vers '7, 9, 10). Jezus Christus, de Waarachtige God en het Eeuwige Leven, Jezus Christus de Bewerkt naar het Engelsch van EMMA JANE WORBOISE. 125) 3'-^een, madame niet, maar toch. ook iemand uit Indië". „Uit Indië? Het was. tochje In dische neef is toch niet teruggekeerd, waarover je het weieens gehad hebt „Juist oom, ik ben bij kolonel Claren don geweest". Ik moest natuurlijk oom nu de heelë geschiedenis van begin tot eind verfeJ- iwke2l™ei 66n kln(ierlijk gemot bezich- S J de prachtige geschenken, die ik gekregen had. Maar toen wlerd hij plot seling stil en zag hij mij met een droe ven hhk aan. Imoet jij bij dien neef gaan c?'. Zal if*3*1 v°or je zorgen. Neen üinl '-i raet het,ben, dat je bij maj blijft, ik heb veel gebreken, dat weet ?Jaar zo'° zelfzuchtig ben ik nog niet". „Maar u zult me toch niet .wegsturen, oom? „Neen, Idat niet, dan loop ik liever zelt maar weg, maar ik wil per sé je ge- Opstanding, de Rechter van Hemel en Aarde; de Verzoening van onze zonden, de Verlossing 1 door zijn Bloed.wie dezen loochent, heeft ook den Vader niet, in weerwil van alle edele, vrome, lieve aspiratiën, waardoor hij ook zelfs boven gereformeerde belijders moge uitblinken. Met dezulken is in kerk noch school, of Christelijke vereeniging, die met een dier beide 'in geestelijk contact staat, gemeenschapoefening mogelijk. De Zand- en Grindquaestie. De regeering heeft in een Witboek alle harerzijds met, Dujtschland en Engeland gewisselde stukken gepubliceerd, waar door de zand- en grindquaestie iederen belangstellende die de overdrukken in de pers gevolgd heeft, zal helder geworden zijn. De regeering heeft duidelijk gemaakt, dat artikel 2 van de Rijnvaart-actie, in verband met de Haagsche Conventie haar volkomen recht gaf te handelen en toe te laten gelijk zij deed, en niet anders. De regeering heeft met angstvallige nauwgezetheid gezorgd, dat uit Duitsch- land niets naar België werd doorgevoerd wat als krijgsvoorraad was aan to merken. Zoo is onder anderen zelfs geweigerd de doorvoer van paardenvoer, zuren voor munitieberëiding, en baggermateriaal, be stemd tot verbetering van de Noordzee havens in door de Duitschers bezet België. Maar niet verboden is de doorvoer van zand en grind tot een bepaalde hoeveel heid en binnen een bepaald tijdperk, de wijl door de Duitsche regeering verzekerd en door Nederlandsche officieren bij on derzoek vastgesteld was, dat deze niet voor oorlogsgebruik dienen moesten. Al is 't nu dat Engeland de verklaring en de rapporten voor leugen verklaart, de Nederlandsche regeering kon en mocht niet anders doen dan zich houden aan de rapporten van haar eigen officieren. Engeland behoort te bewijzen wat het beweert, en uit de gepubliceerde stukken blijkt, dat zulks niet is geschied. Niet alleen derhalve gaat de Nederlandsche re geering in deze quaestie vrij uit, doch heeft Engeland zichzelf ernstig aan te klagen wegens schenning van het volken recht, en het toepassen van een dwang maatregel jegens ons land, en de laster lijke aantijging aan ons adres, dat wij een partijdige houding jegens Engeland zouden hebben aangenomen door dezen doorvoer toe .te laten. Uit de briefwisseling met den Brit- schen gezant blijkt andermaal aldus constateert het Witboek hoezeer de onjuiste gegevens, welke de Britsche in lichtingsdienst ten aanzien van den uit en doorvoer naar België oplevert, geschikt zijn om de Britsche regeering, ten na- deele van Nederland, een geheel verkeerd beeld dienaangaande te verschaffen Nederland handhaaft derhalve ten volle zijn „verzoek" dat Engeland den dwang maatregel betreffende het nu geweigerde overzeesche telegraaf verkeer intrekke. De regeering verdient hulde voor haar flinke houding in deze quaestie. Moge 'de uitkomst van dit geding niet zijn, dat tot Engelands regeering kan ge zegd worden, wat wel eens omtrent haar gefluisterd werd (Jesaja 48:,4): dat gij hard zijt, en uw nek'v'éene ijzeren zenuw is, en uw voorhoofd koper". luk niet in den ,wpg: staan, kind". „Toch denk ik er niet aan, oom". „Bedenk wat je doet, Chrystie, kolo nel Clarendon is niet alleen rijik, maar ook van goede geboorte en dus. kom je door hem in de hoogste kringen". „Toch is Ihij niet welopgevoed, oom. Ik iheb nog nooit zulke ruwe uitdrukkingen gehoord als vandaag". ',Wat zeg je, Chrystie, dat is ergerlijk. Vloekte hij; dan?" „Vloeken heb ik niet Van hem gehoord, maar ruwe uitdrukkingen wel". Een tijd zat oom na te denken. Toen zeide hij', dat ik om die reden niet wei- gferen mocht met hem samen te wonen. Ook achtte hij (hiet mogelijk, dat ik nog zóóveel invloed op hemi kreeg, dat hij het geheel zou nalaten. Langen tijd ziaten wij; te praten over mijn neef uit Indië en oom bleef aan dringen, dat ik bij m'ijln familielid mijn intrek nemen zou, maar ik maakte er in eens een einde aan, door te Zeggen, dat wij er voorioopig niet meer over spreken moesten en dat het 't beste was, in dit geval om „leiding" te Vragen. Bovendien deelde ik oom mede, (dat neef Claren don hern wilde bezoeken en zoo lang konden wij de z'aak toch wel op zij'n be loop laten. Mijn O'om! stemde' dat alles toe, maar ik (geloof, dat het hem moeilijk viel, hielt onderwerp te laten rusten. Hij' 'trachtte üit da Hfb. Amerika en wij. De correspondent der United Press Associations of America, heeft, zoo meldt de Nieuwe Crt, dezer dagen een onder houd met minister Cort van der Linden gehad, over onze relatie tot Amerika,, en de gronden van de ontstemming bij een deel van ons publiek, over Apierika-'s houding. De vraag, die de journalist stelde, was: „Hoe verklaart uw Excellentie, de op vattingen van het Nederlandsche publiek over de houding van Amerika.?" De mi nister antwoordde „Dat is niet moeilijk, ons volk hechtte onvoorwaardelijk geloof 'aan de idealis tische boodschappen van den President, die een warmen weerklank vonden in het land. "En daarom begrijpt het niet de houding' van Amerika, tegenover een volk,, dat streeft naar volmaakte onzij digheid, en poogt, de kern van het in ternationaal recht te redden, door belli- gerenten, die zijn rechten of belangen schaden, te 'herinneren aan de regiels, die de beste en meest verantwoordelijke reehtskenners ter wereld hebben geco^ dificeerd. Amerika had een leidende rol bij dit beschavingswerk, en nu houdt het de schepen vast van een kleine onzijdige natie, en zendt ook geen levensmidde len en grondstoffen, zoodat hier over eenigen tijd geen. brood meer 'zal zijn, en de werkeloosheid een omvang krijgt, die voor de openbare orde gevaarlijk wordt. Verbaast ge u dan, dan het volk Amerika's politiek betreurt? Waarborgen, dat ingevoerde levensmid delen niet zouden worden uitgevoerd, kan men vinden in bet feit, da,t zij! wor den geconsigneerd aan de regeering of aan da N. O. T., maar de beste waar borg is wel de omstandigheid, da,t wij ze hard noodig hebben. Natuurlijk voeren wij- sommige z;uivel en landbouwproducten uit, ais compen satie voor steenkool, ijzer, kali en che mische producten, die Duitschland in voert, maar vergeet niet, da,t deze uit voeren aan beide oorlogvoerende partijen zijin aangeboden, in gelijke verhouding. Dit is de eenlg mogelijke politiek voor onzijdige Handen, die prijs stellen op vriendschappelijke relaties tot hun buren, die deze betrekkingen noodig hebben, in verband met hun geografische ligging en hun economische structuur. Bovendien, de hoeveelheid van onze uitvoeren over dei Oostgrens is'zoo gering in verhou ding tot de enorme bevolking der Cen trale keizerrijken, dat het volmaakt on begrijpelijk is, hoe de pers kan „praten over een Nederland, dat Duitschland vp-edt, als zij nietverkeerd is geïnfor meerd. Ik .geloof niet, dat de Ameri- kaansche regeering van ons verlangt, dat wiji de handelsbetrekkingen met onze Oostelijke buren zullen afbreken. Amerika weet, dat dit onmogelijk is, omdat hier door de levensvoorwaarde voor onaf hankelijkheid zou verdwijnen. Ik hoop ernstig, dat de, regeering te Washington dit op de juiste waarde schat, want ik verlang; niets liever, dan vriendschappe lijke relaties met de groote republiek, waarmede zoovele historisch© banden Ne derland verbinden. zijn lectuur te hervatten, maar het vlot te niet en toen jde schemieiringi inviel, zeide hij mij1, nog' even te willen uitgaan. Alleen achtergelaten, gaf ik ni-ijln ge dachten den vrijén loop. Ik begon hst vuur wat op te stoken, want. het was dien avond toch wat huiverig' en na de kamer opporde te hebben gebracht, zette ik mijn werkmandje op tafel, duet het plan om, 'zioodra ik de lamp zou hebben opgestoken, nog wat te werken. Maar daar kwam niets van, want een tikje op het raam dnidlde erop, dat James buiten stond en ik haastte tmlij Siem open te doen. Met stralend gjezicht kwam hijl binnen. „Alleen, Chrystie?" zeide hij', nog voor hijl had plaatsgenomen. „Ja, oom is nog een eindje gaan wan delen". „Prachtig, ik wilde je juiist eens alleen spreken, ik heb je wat te vertellen". „Dacht ik het niet, je ziet er zoo ver genoegd uit vandaag. Het is. dus wat goeds". „Zeker, wat goeds, Maar h o e goed het voor mij is, zal van jouafhangen". „Van mij'? vertel mijl maar eens eerst je nieuws". „Ik fwordt als associé opgenomen in de firma Deverenx en 'Mo-wbiray. Tegen hiet, eind van het jaar trekt Devereu,x zich uit de firma terug. Natuurlijk is, mijn aan deel in de winst als jongste deelgenoot niet 'zoo jgroot als van mijn compagnon. „Lund om Oud-ijzer." 31 Oct. 1.1. gaf „De Nieuwe Courant" een hoofdartikel, waarin men las de gebondenheid van geloof aan ge zag der Schrift is niet minder druk kend geweest dan die van het gezag der Kerk. 'Prof. Fabius teekent in Studiën en Schetsen zeer ad rem hierbij a,an De Hervorming of Rome? „Lood om oud-ijzer." Verbeeld u „de mensehelijks zende". De Rotterdammer schrijft: De Minister van Oorlog', Mr..de Jonge, heeft de eerstel vuurproef doorstaan en in de Tweede Kamer z,ijn maiden-spiseichl gehouden. De hoefijzercorreSpiondent van 'het Han delsblad is aardig' over hem .tevreden Zijn eerste optreden was lang! niet kwaad Hij maakte een eenvoudigen en kalmen indruk, sprak ook gemakkelijk genoeg. Een degelijke figuur. Maar dan komt de man uit het Han delsblad met een bezwaar letterlijk aldus luidend: „Er was hier en daar iets al te naïefs in zijn uitingen. Zoo toen hij verklaarde, dat z.i. de oorlog] niet zal verdwijnen, zoolang de bron 'daarvan, d.i. „de menschelij'ke zonde", niet verdwijnt. Zulke dingen wil men, in z.ulk een vorm zelfs ter rechterzijde alleen hooren vanden heer Brummelkamp". Verbeeldt, u, wat een onnoozelb hals, Minister in een vrijzinnig Kabinet en dan spreken van „menschelijfce zonde"! O zeker, we leven in dagen van zièls- aang'rijp-end wee, waarin de dondersla gen van Gods wet het menschdom schier dreigen te verbrijzelen. Maa.r laat dan duisterlingen a la Brum melkamp spreken van menschelijke zond: De man van de rede roeme in verstand, intellect, beschaving'.! Verbeeld u.... de zonde! Beknopt overzioht van den toestand. Met spanning verbeidt ieder berichten omtrent den door Rusland aangeboden wapenstilstand. Omtrent de onderhandelingen is op 't oogenblik, waarop we onze beschou wingen aanvangen, nog niets bekend. Uit Berlijn wordt gemeld, dat op 26 November Krylenko door een parlemen tair heeft laten aanvragen of het Duit sche opperbevel bereid was tot onder handelingen over een onmiddellijken wa penstilstand over te gaan. Nog denzelfden dag antwoordde de opperbevelhebber-van het Oostelijk front, prins Leopold van Beieren, dat hij bereid en gevolmachtigd was, met het Russisch .opperbevel over een wapenstilstand te onderhandelen. Daarop werd met den parlementair plaats en tijd overeengekomen, waar een gevol machtigde Russische commissie met een eveneens gevolmachtigde commissie der tegenpartij zou samenkomen. l)e Russische commissie is eergisteren om half vijf op de afgesproken plaats aangekomen, om zich onverwijld naar het punt van samenkomst te begeven. Aldaar werd zij gisternamiddag verwacht. Intusschen wordt gemeld, hoe in tal rijke sectoren van het Russische frpnt van divisie tot divisie een plaatselijke maar ik heb genoeg om er royaal van té kunnen leven en na een paar jaar heb ik hetzelfde inkomen van Mowbray Als je nog de erfgename van Elmwood was, 'Zou ik "je niet durven vragen, maar nu wel. En daarom Chrystie, wil je mijn vrouw worden, durf je je verder leven aan me toe te vertrouwen?" „Ja James, ik kan', want daar is nie mand op de heele wereld, die ik zoo vol komen vertrouw als jou. Maarer is één beletsel, ïfc kan oioroi niet. aan zijln lot over laten". „Dat is mijln bedoeling oiok niet, blij zal voortaan twee meuschen hebben, die voor hem zorgen, dat is het eenig onder scheid". „Maar ik weet niet', of het hem aange naam, zal zijn van jou afhankelijk te zij'n". „Je 'kunt immers nog] voior hem wer ken, als je dat verkiest, Chrystie, Wees maar gerust, ik voor mij zal zijn eer gevoel absoluut niet kwetsen. Maar wat kan 'hij er op tegen hebben, in mijn huis te wonen, dat dan immers ook van jou is?" „En je moeder, James?" „'O, kind' dat hoef je toch niét meer te vragen, je kunt toch wel weten, hoe zij over je denkt. Ik heh haar van .liet begin af in deze zaak gekend en als je mij aanneemt, is haar liefste wensch vervuld, ze heeft nooit anders gehoopt. VERSCHIJNT ELR.EN WERtDAIi Abonnementsprijs! F»* 3 maanden fr. p. post f l.te> Losse nummers-Q.Ca Trijs der Advortontiën. 1a regels fO.W, iedere regel moer 2ff 3-maal wordt 2-Baaal berekend. Bjj abonnement voordeelige roorwaardn&A Bewijsnummers 5 cent. wapenstilstand tot stand is gekomen. Een Russische afvaardiging is op het gebied van prins Leopold van Beiereil tot het sluiten van een algemeenen wapenstil stand aangekomen. Blijft de vraag, of de maximalisten of bolsjewiki hun gezag zullen weten te handhaven. De verkiezingen voor de con stituante bleven tot dusver in het voor deel van de Kadetten, pur sang oorlogs vrienden. Andere berichten daarentegen schijnen er op te wijzen, dat de invloed van de maximalisten toeneemt. Uit alles valt op te maken, dat de maximalisten zich steeds krachtiger we ten te doen gelden, waarbij de algemeene zucht naar vrede een belangrijken factor zou uitmaken. In de lijn van dezen stand van zaken zou het dan natuurlijk zijn, dat de maximalisten hun vredes-actie zoo krachtig mogelijk zouden voortzetten en zoo snel mogelijk op een vrede zullen aansturen, om daardoor hun positie te verzekeren en te handhaven. Maar de reactie zou zich dan spoedig kunnen doen gevoelen. Amerika heefthet eerste antwoord ge geven op den noodkreet door Roemenië tot de geallieerden gericht, in verband met de dreigende ontwikkeling der gebeur tenissen in Rusland. De centralen blijven daarom nog iet wat gereserveerd. Vooral de leidende ge neraals bezien den toestand nuchter. Ludendorf verklaarde, dat hij de ver klaring van de Bolsjewiki nog niet als een vredesaanbod beschouwt. Eerst moet zekerhejd bestaan, dat die regeering ook de macht heeft het re sultaat van de onderhandelingen met ons naar binnen en naar buiten door te zet ten, zeide hij. Wapenstilstand met Rus land kunnen wij ongetwijfeld sleeds slui ten, zoodra wij zekerheid hebben, dat men er zich aan houden zal. De quaestie van een algemeenen wapenstilstand daaren tegen zal moeilijk zijn. Ludendorf wees hierbij' op de omstandigheid, dat men tijdens een algemeenen wapenstilstand den duikbootenoorlog zou moeten stopzetten, zoodat de Entente-mogendheden haar po sitie zouden kunnen verbeteren, terwijl de centralen geen toevoer zouden krij gen. Een eventueele wapenstilstand zou van korten duur' moeten zijn, ten einde niet den militairen toestand te benadeelen. Over het Russische leger verklaarde Hindenburg, dat daarvan geen groote ge vechtshandelingen meer te wachten zijn, maar misschien zal daar ten slotte een of ander „sterke man",' Nikolaï Nikola- jewitsj of een ander, de macht aan zich' trekken en het oorlogsmoede Russische leger nog voor een laatste inspanning opzwepen. Een dergelijke laatste krachtsinspanning ziet men ook op de andere fronten te gemoet. De bekende Zwitsersche militaire cri. ticus Stegemann, wijdt - in het dagblad „Der Bund" eene beschouwing aan den militairen toestand, waaraan het navol gende ontleend wordt: „Onder den druk van de ontwikkeling, die de gebeurtenis sen oogenblikkelijk nemen, zaf de oorlog geenszins gelijkmatig van dag tot dag ver- loopen, doch integendeel nog eenmaal tot razernij worden opgezweept. De jongste Engelsche aanvallen in het Westen hebben reeds een geest van tot het uiterste opge dreven militaire krachtsinspanning ge ademd, en zij werden met zoo buitenge wone middelen uitgevoerd, dat men tot de Eigenlijk gézlegd, heeft ze ook nooit anders verwacht, ze -heeft altijd (geloofd, zegt ze, dat wij voor elkaar waren bestemd'L 'W© hadden hierop nog, geruimien tijd! een ernstig gesprek met elkaar, w'aarin ilk van James vernam, dat hij vaA mij gehouden had, zoolang hij mij' kende. In mijb eerste blijdschap vergat ik al hejt andere en ao'O gebeurde het dan ook, wat wel eenigermate vreemd' moet schijt nen, dat ik mijn wederwaardigheden van d-ien Idag (totaal vergat. Toen wij gerui- men tijd over onze toekomstplannen had den gesproken, kwam het echter ploits weer in mijn gedachten, en ik dee'ldfe James alle bijzonderheden omtrent 'dé eerste -ontmoeting' met mijn Indischen, neef mee. „Dian heb ik tóch een rijke erfgename! gevraagd", zeide hij op een toon van! teleurstelling]. i „Volstrekt niet, James. Ik w,as al be sloten wat ,ik doen zóu, maar na onS gesprek staat mjj'n besluit onherroepelijk vas-1. Ik wil het geld van mijn neef niet, als- ik ,het zoo duur moet betalen". Hoeveel hadden wij' te vertellen, toieni oom eindelijk van zij'n wandelingthuis kw'am! Samen besloten wij!, dat James een bezoek moest' brengjen bij kolonel Cla rendon, daar hij' mijn paas'te „en eenigjel familielid was en zulk een bezoek herri dus wel toekwam. (Wprdt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1917 | | pagina 1