31 Maandag 5 Movember 1917 olaargang De droete Oorlog. feuilletonT" Uitgave van d& Naainl. Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG. Drukkers: Qosterbaan Le Cointre, Goes. Colifn over den algemeenen toestand. Met klimmende belangstelling lazen wij weer het artikel van den heer H. Co lijn in „Stemmen des Tijds". De oud-minister geeft onder den titel „Sluit de gelederen" een belangwekkend op stel, waaraan wij volgens gewoonte' weel een en ander ontleenen. De heer Colijin toont aan, dat de laat ste en grootste mislukking van dezen oor log van mislukkingen zichtbaar wordt. En de twee factoren, die op dit ©ogenblik bij de beoordeeling der oorlogskansen het meeste gewicht in de schaal leggen, zijn het meedoen van Amerika, dat, als dit op groot© schaal mogelijk blijkt, de kan sen voor de Entente ten gunste doen keeren; het uitvallen van Rusland zou kunnen zijn dat zelfs krachtige hulp van Amerika haar effect miste. De heer Co- lijn meent echter, dat Amerika in1 het volgend jaar bezwaarlijk een sterker le ger dan van 250.000 man kan overbren gen, onderhouden en op sterkte doen blij ven, terwijl, wat Rusland betreft, het slui ten van een afzonderlijken vrede voor dit land zou neerkomen op het derven van de onmisbare financieele hulp van Amerika en Engeland. Toch is de vredes- behoefte van Rusland een element, dat op de oorlogsvoering der Entente verlam mend moet werken. Als in November 1916 stelt de heer Colijn de pijnigende vraag: als dan de toekomst geen militaire beslissingen brengt, waarom dan niet ernstig nu ge streefd naar d'en vrede? En weer, als toon, moet het antwoord luidenomdat het geloof aan een militaire overwinning bij de Entente nog altijd niet geheel ge doofd is. De brug die men bezig wa.s te bou wen is weder ingestort en het denkbeeld van vredesonderhandelingen schijnt weer geheel naar den achtergrond gedrongen. En toch is er, ondanks allen schijn van het tegendeel, grond om aan te ne men, dat de door Duitschland afgelegde verklaring omtrent Elzas-Lotharingen, in verband met den verderen inhoud dier verklaring, den weg naar de onderhande ling geëffend heeft. Duitschland stelt, voor wat dit Rijk betreft, één punt uitgezonderd, de waar schijnlijkheid van overeenstemming voor op. Doch ook in zake de Belgische on afhankelijkheid, dus ook in zake vergoe dingen aan België 1 'Op den duur zal dit standpunt van Duitschland zijne uitwerking, niet .missen. Met name op Engeland niet. Er staat, hij een langdurige verlenging van den oorlog, 'ook voor Engeland veel op het spel. Maar er dreigt een nieuw gevaar, sterker dan eenig ander dat zich te voren voordeed. Terwijl Engeland's han delsvloot dagelijks in beteekenis afneemt, bouwt Amerika met niets ontziende ener gie zoo veel maar mogelijk is aan nieu we schepen bij. Een klein deel van die nieuw gebouwde vloot zal misschien nog wel gedurende den oorlog in de vaart komen en dus ook aan vernietiging bloot staan, maar verreweg het grootste cteel i zal eerst gereed kunnen zijn tegen het einde van den oorlog of kort daarna. Op dat tijdstip zal, als het nog lang duurt, de Amferikaansche vloot in tonnen- imaat wellicht a.an dte Engelsche gelijk zijn of haar althans zeer nabij komen. En <jan zal juist de gouden tijd voor de ■f ->'Uitvaart aanbreken. Het kan niet uit- /riijven dat die oogen in Engeland voor die feiten geopend worden en het inzicht Ve Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abonnementsprijs: Per 3 maanden fr. p. post f 1.50 ïiosse nummers- 0.® Prijs der Advertentiën. 1'regels f0.80, iedere regel meer 20 ei 3-maal wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige veorwaardat Bewijsnummers 5 cent. Bewerkt naar het Engelsch van EMMA JANE WORBOISE 105) „Dat. zal men zeker. Zonder twijfel krijg ik te hooren, dat mijn teekeningen prullen zijn, dat het perspectief niet deugt en zoo meer. Maar dat kan me alles met schelen, aLs men ze maar koopt". „Daar ben ik zoo bang! niet voor. Maar een knap jong meisje, moet niet alleen door Londen gaan, je tante Judith zou dat nooit hoi i goedgevonden". „Maar on wandelen zooveel meis jes .Mei „Ja, maar jij bent een jonge damie. Arme meisjes moeten het wel en zijn het dus gewoon. Maar jij bent wat an ders gewend. En denk eens aan, dat je iemand tegenkwam, uie je van vroeger kende". „Daar zou ik me niets om bekommer ren, oom. Denk er wel aan, dat ik niet moer miss I ynd v,.n Elmwood ben, toaar een dood aasje, dat zich er dooi slaan m,.. t, ..„er, jonge meisj/ete van sland gaan niet alleen uit, maar ik omtrent de wenschelijkheid van verlen ging van den oorlog daardoor zich gaat wijzigen. Daarbij komt nog dat de paci fistische beweging in Engeland, hoewel thans nog zwakker dan overal elders, „potentially powerful" is en de moge lijkheid van veranderingen in politiek opzicht mede niet buitengesloten schijnt. Voor ons land bevestigt zich, dat de moeilijkheden voor öns zouden toenemen naarmate het einde dichterbij kwam. En die toenemende moeilijkheid ligt vooral op het terrein van het economische le ven. Onze afhankelijke positie eischt nu een maal dat wij, om te blijven bestaan, ook rekening houden met wat ons, op zichzelf beschouwd, dikwerf en terecht voor komt onrecht, te zijn. Daarom, al is het niet daarom alleen, valt ook de oprichting der Export-cen trale ten zeerste toe te juichen. Alleen een centralisatie van den uitvoer is in staat ten deze de noodige leiding te ge ven en het vereischte evenwicht te ver zekeren. Wat de kolen-cfuaestie betreft wijst de schrijver er op, dat Engeland de bevoor rechte positie die het op dit terrein in nam van lieverlede zag inkrimpen. De Eupopeescbe Westmachten gaf het geleidelijk prijs, zag althans af van zijn aandeel in de algemeene toename van het verbruik aldaar. Daarbij komt, dat de toenemende ïn- dustrieele ontwikkeling van Duitschland ten opzichte van ons land met betrek king tot de kolen eene omgekeerde uit werking had. Over Engeland viel in' den loop van dezen oorlog menige klacht, maar van Amerika geldt het woord dat Rehabeam tot het volk van Israël sprak: „Mijn va.- der heeft uw juk zwaar gemaakt, maar ik zal nog daarboven toedoen; mijn va der heeft u met geeselen gekastijd, maar ik zal u met schorpioenen kastijden". Tegenover eene behandeling als ons thans wordt aangedaan behoeven we niet geheel machteloos te staan. Onze machts middelen zijn wel. gering, maar geheel zonder zijn we niet. Wel decreteert de macht, maar ondanks alles is er tegenover Engeland steeds nog de meeste kans, dat men ten slotte tot overeenstemming komt. Doch bij Amerika zullen al onze betoogen als op graniet (afstuiten. De heer Colijn ziet in Amerika's pantser één zwakke plek en dat is zijne belangstelling voor België en Noord-Frank rijk. Het Belgian Relief Coaiittee is mach teloos indien Nederland zijne medewer king niet verleent. En van deze omstan digheid mogen wijl in den uitersten nood gebruik maliën. Wanneer straks in het eigen land het voedsel ontbreekt, de bevolking hongert, het straatrumoer in geweld overgaat, zal het onmogelijk blijken te Rotterdam of Vlissingen aangevoerd graan naar België door te zenden en ons eigen volk toe te roepen: Ga. heen en wordt warm! Wie dat meent kent de Nederlandsche volkspsychologie al heel slecht en wie het desalniettemin zou willen doorzetten, zou zjjn onvermogen al spoedig ondervin den. Reeds op dezen praetiscben grond zal de Regeering genoopt worden aan de hulp verleening ten behoeve van het Relief Committee de voorwaarde „te verbinden, dat ons het noodige niet onthouden wordt. Maar ook overigens is onder de bestaan de omstandigheden zulk een voorwaarde gewettigd. moet leeren mijn eigen weg te. vinden en het is beter, dunkt me, dat ik me voeg naar mijn nieuwe positie. En bovendien; lijkt het me ook veel gemakkelijker alleen door Londen te gaan dan in een kleine plaats. Alls je je eenvoudig kleedt lein kalm je weg gaat„ dan valt men je niet lastig. Wees dus niet bezorgd oom;, ilk zal wel voor mie zélf zorgen, en ik ben oud en wijs genoeg om vreemden op een afstand te houden". Oom liét zich gelukkig overreden, mij alleen te laten gaan en ik 'begaf mij op weg. Ik was blij', dat hij niet meeging, want het was een onverdragelijke gedach te voor mij, da.t hij, clie altijd sehilde- rijen had gekócht, nu op zijn ouden dag genoodzaakt zou zijn, met kunsitkoopers te onderhandelen. Bovendien, ik wist ta melijk wel wat ik te verwachten hadt als li'k bij de kunstkoopers kwam, want hij, de lieve, c 'to man leefde in de. vaste overtuiging, mijn waren slechts ter markt bekoelden tq worden gebracht, om dadelijk gewillige koopera te vinden. Ik nam de omnibus naar Regent's circus en tol zoover ging aliés goed. Toen be gon mijn eigenlijk dagwerk: ik had een geheel lijstje van winkels,die ik op' dien weg van Regent's circus tot Holborn te bezoeken had. elaos, sleJits enkele kunstkoopers r> -toh de moeite, om Intusschen mag dit alleen indien elk ander middel om tot overeenstemming te komen gefaald heeft. Zoover is het nog niet. We hebben nog iets om te onder handelen, buiten dit alleruiterste middel. Wij kunnen een deel onzer in Amerika vastgehouden schepen vrijwillig aan dat land afstaan voor de vaart in ongevaar lijke wateren in ruil voor de voorziening van hetgeen wij noodig hebben. Wij kun nen, in vereeniging met andere neutralen,, de voor het Relief Committee vereischte scheepsruimte aanbieden. Wat de vaart op Indië" betreft, zullen we weer den weg van Houtman moeten kiezen. En als we laan de Kaap, wat wel zeker schijnt, geen kolen kunnen krij gen zullen we ónze schepen in convooi ■moeien laten varen en ze door kolen schepen doen vergezellen om onderweg in volle zee kolen in te nemen, wanneer dit op ankerplaatsen niet zou worden toegestaan. Makkelijk is dit alles niet. Integendeel, a.an deze oplossing kleven veie bezwaren, o.a. zal men de vuren der schepen moeten wijzigen, maar dat Is 'de hoofdzaak niet. De vraag is alleen: varen of niet varen! En dan is het ant woord eenvoudig!1) De toestand zal nog wel meer gaan nijpen. En dan is voor alles noodig, dat de Regeering gedragen wordt door het .algemeen vertrouwen. Maar dat vertrou wen wordt niet gegeven wanneer men in den blinde tast naar het motief van wat ons wordt opgelegd. Vooral ook. is voorlichting noodig met .het oog op hetgeen na de vredessluiting te wachten is. Nu wordt nog veel verdra gen omdat men alles aan den oorlog kan wijten. Als het straks vrede is, zal •men verwachten dat alles weer normaal loopt. Maar het eerste jaar na den vrede zal de toestand op het gebied der voe dingsmiddelen naar allen schijn geenszins verbeteren. De vrede heft het wereld- tekort aan graan, door den oorlog ont staan, niet dadelijk op. Het is daarbij niet meer voldoende dat de Staten-Generaal- worden ingelicht. Het gezag, dat de volksvertegenwoordiging' vroeger genoot is tijdens den oorlog ver zwakt. Mét het feit moet gerekend en vóór de Regeering brengt de erkenning ,van dit feit mee, dat zij, ook buiten de volksvertegenwoordiging om, in ruime mate het 'publiek inlicht over wat er telkens gaande is en ook over wat te 'wachten staat. Daarnaast staat een andere regeerings- plicht. Wil de Regeering het geheele volk achter zich hebben bij; de vervulling van hare zware taak, dan dient zij volkomen partijloos te zijn en behoort het huidige Kabinet 'geen andere begeerte te hebben dan een waarlijk nationaal Kabinet te zijn. Hoe mee.r de nood klimt, des te meer zal de stipte naleving van dien eiseh plicht zijn. Veel is door de regeering rèeds ge daan. Nog veel meer zal echter gedaan moeten worden en nog veel meer offers zullen van de gegoeden onder ons worden .gevraagd. Het tegenwoordig geslacht behoort den Tegenover twjjfel in de bladen ge opperd aangaande de mogelijkheid van hec gebruik van andere dan Engelsche ot Duitsche kolen sta ditonze eigen hooge eischen stellende oorlogsmarine gebruikt ook wel Limburgsche kolen, dus kan ook de handelsmarine dit doen. En Ombüinkolen, in Indië verkrijgbaar, worden reeds nu in de Indische vaart geregeld gebezigd. mijn geliefde teiekeningen elven te bekij ken, en die dit deden, zeiden mij, dat ze letterlijk overladen waren met „soort gelijke dingen".. Ik mocht ze wel achter laten ten ver koop, als ik dit wilde en wat zij op brachten, zou mij ter hand worden ge steld, natuurlijk na aftrek der onkosten, maar ik weigerde dit aanbod, daar ik liefst dadelijk geld van mijln werk zou willen zien. Einidelijk keerde ik huiswaarts, ver moeid, hongerig, met pijnlijke voeten en droef te me Toch hervatte ik den volgenden uag de pogingen en ook de daaropvolgende en nog vele dagen daar na, altijd niet hetzelfde gevolg. Ik ver sleet mijn laarsjes en handschoenen, en kele malen werd ik door een stortbad' overvallen en mijn wandeljapon werd zoodanig bedorven, dat ik bijna slordig, gekleed leek. Bovendien vatte ik zware koude en was ik genoodzaakt veertien da gen thuis te blijven, uit angst dat ik anders ziek zou worden en daardoor nog een doktersrekening 'aan onze uitgaven zou worden toegevoegd. Zoo ging de lan ge zomer voorbij en langzaam bqgon de herfst te naderen. De dagen begonnen schielijk korter te worden, de avonden werden zoo koel, dat wij behoefte begonnen te krijgen aan last der burgerlijke crisisuitgaven te dra gen. Burgerlijke, in tegenstelling tot de (uitgaven voor onze weermacht. Deze heb ben gestrekt tot handhaving van ons on afhankelijk volksbestaan en van die on afhankelijkheid profiteert ook het nage slacht. Daarohi mag de last daarvan ook op dat nageslacht drukken en behoeft men geenszins beangst te zijn voor lee rlingen op langen termijn die deze uit gaven moeten dekken. Maar wat in dezen tijd wordt uitge geven om ons volk, zoo goed en zoo kwaad als het gaat, in het leven te hou den, dat moet, zooveel dat maar eenigs- izins mogelijk is, door onszelf betaald worden. De vraag of onze politiek jegens, liet buitenland altijd de juiste geweest is, kan thans niet beoordeeld worden. De einduitkomst van den oorlog kan op die vraag een bevestigend antwoord geven, maar het omgekeerde is evenzeer' moge lijk. Doch dit weet ieder Nederlander, dat alleen motieven aan het belang des lands ontleend, de richting van ons buiten- landsch beleid bepaald hebben. En waar nu niemand in staat is om aan te too- nen dat een andere politiek méér ten bate dós lands zou hebben gestrekt, daar hehbfen wijook in dit opzicht de Re- gefering door 'een eensgezinde houding te ■sterken. Beknopt overzicht van den toestand. Uiit Italië weinig, doch veel-zeggend nieuw,si. Het aantal Italiaansche gevan genen is boven de 200,000 gestegen, ter wijl de door de centralen veroverd© stuk ken geschut de 1800 té boven gaan. Betrouwbare gegevens' -moeten evenwel nog wachten op de lelling, welke reeds begonnen is. Een Italiaansch bericht meldt, dat de centralen een krachtiger druk gingen uit oefenen op dat gedeelte der stellingen, waar deze het zwakste zijn, n.L aan den bovenloop van de Tagliamento, doch dat pogingen om vasten voet op den rechteroever te krijgen, verijdeld werden. Volgensi .een Engels h staxbericht heb ben de' Engelschen hij een patrouille ontmoeting enkele gevangenen gemaakt westelijk van La Ba.ssée. Ofschoon de geallieerden zich hier aardig' roeren, blijft de hiermede aan Italië geboden hulp slechts van geringe beteekenis. De Engelschen melden vrij belangrijk^ successen behaald in de gevechten bij Gaza tegen de Turken. Ze zouden de Turlcsehe eerste verde digingslinie bezet hebben over een front van 5000 yards, en 296 gevangenen en 5 machinegeweren meegevoerd hebben. Ten bewijze van de toenemende ver- brokkkeling' van het Russische legeir, zij fioig gemeld, dat Russische soldaten in den sector van het Visjnoffmear een ver broedering met den vijand heb ben pangegaan. 1 Het bericht, als zou keizer Karei zich op .zijn naamdag (gisteren) laten uitroe pen als koning van Polen, is op 't oogen- blik bevestigd noch tegengesproken. Galicië is reeds lang geleden zelfstan digheid beloofd. Nu hangt het vraagstuk nauw samen met het Poolsche, daar een groot deel der bevolking Poolsch is. Door de onafhankelijkheidsverklaring) van Po,- een vuurtje. Mijh oom werd dagelijks ziwakker en gevoeliger, onzle kamers wa ren eenigszins tochtig, en ik wist, dat hij thans werkelijk behoefte kreeg aan, goed, krachtig voedsel en aan den goe den, ouden wijn, die altijld in overvloed aanwezig was geweest in de kelders van Elmwood, want de P'errens stelden er al tijd een eer in, een welvoorzienen wijn kelder te hebben. Arme lieden waren er altijd 'z'elcer v,a.n gteweieist, dat hun in dagen van ziekte een flesch ouden port wijn of sherry of welk soort de dokter ook voorschreef, (uitgereikt werd en hét beste, dat de wijnkelder van Elmwood opleverde, stond evenzeer ten dienste van den nederig,sten arbeider als van de Bar rens zelf. En nu had, mijn oom waar lijk behoefte aan wat hij' vroeger z:oo gulhartig aan anderen had weggeschon ken, zonder dat hij het kon krijgen! Ik .sloeg hem gade, als "hij huiverend bjj het vuur z!at, ik zag, hoe hij zijn ma gere, koude handen wreef of in een o,n- rustigen slaap viel, die een gevolg van zijn zwakheid wasik wist, dat ate ik een 'tokter liet komen, daze hem geen medicijnen, maar gezond, krachtig voed sel zou voorsblirijven. On:Lenrs werd helaas steeds leeigler en dat i op verontrustend snélle wijze. Nog een paar maanden kon onze toestand len ontstond reeds dadelijk de moeilijk^ heid of Poolsch Galicië bij Polen zou. worden ingelijfd onder een eigen vorst en dus aan de kroon der Habsburgera moest worden onttrokken, dan wel een afzonderlijk koninkrijk moest vormen! naast het Poolsche. Het ligt voor del hand, .dat de eerste oplossing moeilijk! door de Oostenrijksch-Hongaarsche kroon! aanvaard kon worden, terwijl de laat ste in de toekomst tot allerlei moeilijk heden, zoowel in Galicië als in Polen aanleiding zouden geven. Wordt echter Galicië met Polen vereenigd tot een groo- ten Poolschen staat onder de Habsbur gers, dan zullen niet alleen de Polen, doch ook de Hongaren en 'Oositenrijlk'era daarmede voor het meerendeel zich te vreden stellen. 't Blijft nu maar de vraag of Duitsch land daarmede accoord kan gaan. Het is in Ierland niet rustig. Het ver leden is ontwaakt, dat verleden, waarin het gemartelde land door de Engelschen is uitgezogen, gekneveld en getrapt als wellicht geen land ter wereld, en het spookt rond, en brengt angst en onrust bij velen. De tijd 'is gekomen waarin da zonden der vaderen gewroken worden, het uur der vergelding is nabij. Dat is een woord van een Sinn Fteiner, jeeq waarachtig patriot, die vrijheid en on afhankelijkheid voor zijn vaderland wil, en geen staatsvorm, waarbij het die kos telijke goederen slechts bezit in schijn. De berichten omtrent Ierland zijln uiterst S'paarzaam, maar wat er bekend wordt wijst op beroering. Zoo schreef de ler- sche correspondent van de „Daily Mails" „Hoe meer men van deze buitengewone Sinn-Fein beweging ziet, des, te meer ver baast men zich. Is het plechtige ernst, of is het slechts maneschijn, geweven uit een stof', waarvan men 'droomen maakt? Sinn-Fein heeft het Weisten en het Zuiden geheel veroverd. Zij haten En geland innig. Hier in het Westen zijjn duizenden en nog eens; duizenden dezer jonge soldaten, die alle een voortreffelijke militaire opleiding! hebben gehad. Zij smachten er naar iets te doen, maar "AvatVergaderingen worden belegd, en. demonstraties zijn een dagelijksch ver schijnsel." j Het Iersche vraagstuk is, ondanks de conventie-komedie, nog immer onopge lost. Reeds eenmaal tijdens den oorlog) schoot de vlam*" van den opstand omhoog. Het vuur i,s smeulende gebleven, en oprt enkele vonk is voldoende om het landl in lichtelaaie te zetten. Ierland wil: vrij heid! Nooit is met dit woord zoo ge schermd als juist in dezen tijd; Engel land heeft er drie kwart van de menstehi- hei'd mee onder hypnose gebracht, maar wie onbeïnvloed hieven Zten duidelijk) dat het slechts voor 'die volkeren onaf hankelijkheid wil, die in de maéhjt van anderen zijn. Tot dezle volkeren behoo- ren de Ieren niet. Hun valt slechts vrij heid ten deel, als zijzelf de hand aan den ploeg slaan. i ij Kerte oorlogsberichten. Wilhelm Wiegmann, een heerenboer op de Lüneburger Heide, deed dezer da gen een zeldzame „vangst", terwijl hij op jacht was bij' jRadenbeck in het Fuhren- woud. Hij vond een zak met een pas geslacht Heide-Iammetje, aardappelen en een kookpan. AV. liet de buit onaange roerd en ging in het kreupelhout op den loer liggen. Drie volle uren moest hij wachten voordat het verwachte „edele) zoo voortduren, maar dan hadden wij ook niets meer en zou ik w'el genood zaakt zijn mijn weinige sieraden te ver- koo'pen. Eindelijk had jk mij'n teekeninglen ini een winkel ton verkoop1 achterglelaben, 'doch ik hoorde maar steeds niets dien aangaande. Terwijl de dagen voorbijgin gen, begon ik mij ongesteld te gevoelen: ik kon de LondénsChe lucht niet verdra gen, verbeeldde ik mij', eetlust ontbrak! mij en onder dit alles verminderde de ge zondheid van oom dagelijks, hoewel hij zijn best deed opgeruimd en vroolijk te zijn. I lOp Zekeren avond huilde d!e noord westen wind door Eldonstraat, de regenj kletterde liegen de ruiten, ons vuur «loof de telkens uit en nadat mijn oom op |de sofa was ingeslapen, ging ik naar mijn eigen kamer, om het echt-vroUwen lijke igenot te smaken eens rustig te kun nen uitschreien. Daar het bitter koud in mijn kamertje was, zocht ik naar een wollen shawl, waarbij mij enkele dingen in handen kwamen, die ïk niet nagezien,1 had sinds mijn aankomst in Eldonstraat, en daaronder beyonld zich oök het ge dicht van Northorougjh. (Wordt vervolbJ.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1917 | | pagina 1