31
Maandag 5 Movember 1917
olaargang
De droete Oorlog.
feuilletonT"
Uitgave van
d& Naainl. Venn. LUCTOR ET EMERGO,
gevestigd te Goes
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG.
Drukkers:
Qosterbaan Le Cointre, Goes.
Colifn over den algemeenen toestand.
Met klimmende belangstelling lazen wij
weer het artikel van den heer H. Co
lijn in „Stemmen des Tijds". De
oud-minister geeft onder den titel „Sluit
de gelederen" een belangwekkend op
stel, waaraan wij volgens gewoonte' weel
een en ander ontleenen.
De heer Colijin toont aan, dat de laat
ste en grootste mislukking van dezen oor
log van mislukkingen zichtbaar wordt. En
de twee factoren, die op dit ©ogenblik
bij de beoordeeling der oorlogskansen het
meeste gewicht in de schaal leggen, zijn
het meedoen van Amerika, dat, als dit
op groot© schaal mogelijk blijkt, de kan
sen voor de Entente ten gunste doen
keeren; het uitvallen van Rusland zou
kunnen zijn dat zelfs krachtige hulp van
Amerika haar effect miste. De heer Co-
lijn meent echter, dat Amerika in1 het
volgend jaar bezwaarlijk een sterker le
ger dan van 250.000 man kan overbren
gen, onderhouden en op sterkte doen blij
ven, terwijl, wat Rusland betreft, het slui
ten van een afzonderlijken vrede voor
dit land zou neerkomen op het derven
van de onmisbare financieele hulp van
Amerika en Engeland. Toch is de vredes-
behoefte van Rusland een element, dat
op de oorlogsvoering der Entente verlam
mend moet werken.
Als in November 1916 stelt de heer
Colijn de pijnigende vraag: als dan de
toekomst geen militaire beslissingen
brengt, waarom dan niet ernstig nu ge
streefd naar d'en vrede? En weer, als
toon, moet het antwoord luidenomdat
het geloof aan een militaire overwinning
bij de Entente nog altijd niet geheel ge
doofd is.
De brug die men bezig wa.s te bou
wen is weder ingestort en het denkbeeld
van vredesonderhandelingen schijnt weer
geheel naar den achtergrond gedrongen.
En toch is er, ondanks allen schijn
van het tegendeel, grond om aan te ne
men, dat de door Duitschland afgelegde
verklaring omtrent Elzas-Lotharingen, in
verband met den verderen inhoud dier
verklaring, den weg naar de onderhande
ling geëffend heeft.
Duitschland stelt, voor wat dit Rijk
betreft, één punt uitgezonderd, de waar
schijnlijkheid van overeenstemming voor
op. Doch ook in zake de Belgische on
afhankelijkheid, dus ook in zake vergoe
dingen aan België 1
'Op den duur zal dit standpunt van
Duitschland zijne uitwerking, niet .missen.
Met name op Engeland niet.
Er staat, hij een langdurige verlenging
van den oorlog, 'ook voor Engeland veel
op het spel. Maar er dreigt een nieuw
gevaar, sterker dan eenig ander dat zich
te voren voordeed. Terwijl Engeland's han
delsvloot dagelijks in beteekenis afneemt,
bouwt Amerika met niets ontziende ener
gie zoo veel maar mogelijk is aan nieu
we schepen bij. Een klein deel van die
nieuw gebouwde vloot zal misschien nog
wel gedurende den oorlog in de vaart
komen en dus ook aan vernietiging bloot
staan, maar verreweg het grootste cteel
i zal eerst gereed kunnen zijn tegen het
einde van den oorlog of kort daarna.
Op dat tijdstip zal, als het nog lang
duurt, de Amferikaansche vloot in tonnen-
imaat wellicht a.an dte Engelsche gelijk
zijn of haar althans zeer nabij komen.
En <jan zal juist de gouden tijd voor de
■f ->'Uitvaart aanbreken. Het kan niet uit-
/riijven dat die oogen in Engeland voor
die feiten geopend worden en het inzicht
Ve Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden fr. p. post f 1.50
ïiosse nummers- 0.®
Prijs der Advertentiën.
1'regels f0.80, iedere regel meer 20 ei
3-maal wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige veorwaardat
Bewijsnummers 5 cent.
Bewerkt naar het Engelsch van
EMMA JANE WORBOISE
105)
„Dat. zal men zeker. Zonder twijfel
krijg ik te hooren, dat mijn teekeningen
prullen zijn, dat het perspectief niet deugt
en zoo meer. Maar dat kan me alles
met schelen, aLs men ze maar koopt".
„Daar ben ik zoo bang! niet voor. Maar
een knap jong meisje, moet niet alleen
door Londen gaan, je tante Judith zou
dat nooit hoi i goedgevonden".
„Maar on wandelen zooveel meis
jes .Mei
„Ja, maar jij bent een jonge damie.
Arme meisjes moeten het wel en zijn
het dus gewoon. Maar jij bent wat an
ders gewend. En denk eens aan, dat je
iemand tegenkwam, uie je van vroeger
kende".
„Daar zou ik me niets om bekommer
ren, oom. Denk er wel aan, dat ik niet
moer miss I ynd v,.n Elmwood ben,
toaar een dood aasje, dat zich er
dooi slaan m,.. t, ..„er, jonge meisj/ete
van sland gaan niet alleen uit, maar ik
omtrent de wenschelijkheid van verlen
ging van den oorlog daardoor zich gaat
wijzigen. Daarbij komt nog dat de paci
fistische beweging in Engeland, hoewel
thans nog zwakker dan overal elders,
„potentially powerful" is en de moge
lijkheid van veranderingen in politiek
opzicht mede niet buitengesloten schijnt.
Voor ons land bevestigt zich, dat de
moeilijkheden voor öns zouden toenemen
naarmate het einde dichterbij kwam. En
die toenemende moeilijkheid ligt vooral
op het terrein van het economische le
ven.
Onze afhankelijke positie eischt nu een
maal dat wij, om te blijven bestaan, ook
rekening houden met wat ons, op zichzelf
beschouwd, dikwerf en terecht voor
komt onrecht, te zijn.
Daarom, al is het niet daarom alleen,
valt ook de oprichting der Export-cen
trale ten zeerste toe te juichen. Alleen
een centralisatie van den uitvoer is in
staat ten deze de noodige leiding te ge
ven en het vereischte evenwicht te ver
zekeren.
Wat de kolen-cfuaestie betreft wijst de
schrijver er op, dat Engeland de bevoor
rechte positie die het op dit terrein in
nam van lieverlede zag inkrimpen.
De Eupopeescbe Westmachten gaf het
geleidelijk prijs, zag althans af van
zijn aandeel in de algemeene toename
van het verbruik aldaar.
Daarbij komt, dat de toenemende ïn-
dustrieele ontwikkeling van Duitschland
ten opzichte van ons land met betrek
king tot de kolen eene omgekeerde uit
werking had.
Over Engeland viel in' den loop van
dezen oorlog menige klacht, maar van
Amerika geldt het woord dat Rehabeam
tot het volk van Israël sprak: „Mijn va.-
der heeft uw juk zwaar gemaakt, maar
ik zal nog daarboven toedoen; mijn va
der heeft u met geeselen gekastijd, maar
ik zal u met schorpioenen kastijden".
Tegenover eene behandeling als ons
thans wordt aangedaan behoeven we niet
geheel machteloos te staan. Onze machts
middelen zijn wel. gering, maar geheel
zonder zijn we niet.
Wel decreteert de macht, maar ondanks
alles is er tegenover Engeland steeds nog
de meeste kans, dat men ten slotte tot
overeenstemming komt. Doch bij Amerika
zullen al onze betoogen als op graniet
(afstuiten. De heer Colijn ziet in Amerika's
pantser één zwakke plek en dat is zijne
belangstelling voor België en Noord-Frank
rijk. Het Belgian Relief Coaiittee is mach
teloos indien Nederland zijne medewer
king niet verleent. En van deze omstan
digheid mogen wijl in den uitersten nood
gebruik maliën.
Wanneer straks in het eigen land het
voedsel ontbreekt, de bevolking hongert,
het straatrumoer in geweld overgaat, zal
het onmogelijk blijken te Rotterdam of
Vlissingen aangevoerd graan naar België
door te zenden en ons eigen volk toe
te roepen: Ga. heen en wordt warm!
Wie dat meent kent de Nederlandsche
volkspsychologie al heel slecht en wie
het desalniettemin zou willen doorzetten,
zou zjjn onvermogen al spoedig ondervin
den.
Reeds op dezen praetiscben grond zal
de Regeering genoopt worden aan de hulp
verleening ten behoeve van het Relief
Committee de voorwaarde „te verbinden,
dat ons het noodige niet onthouden wordt.
Maar ook overigens is onder de bestaan
de omstandigheden zulk een voorwaarde
gewettigd.
moet leeren mijn eigen weg te. vinden en
het is beter, dunkt me, dat ik me voeg
naar mijn nieuwe positie. En bovendien;
lijkt het me ook veel gemakkelijker alleen
door Londen te gaan dan in een kleine
plaats. Alls je je eenvoudig kleedt lein
kalm je weg gaat„ dan valt men je niet
lastig. Wees dus niet bezorgd oom;, ilk
zal wel voor mie zélf zorgen, en ik ben
oud en wijs genoeg om vreemden op een
afstand te houden".
Oom liét zich gelukkig overreden, mij
alleen te laten gaan en ik 'begaf mij op
weg. Ik was blij', dat hij niet meeging,
want het was een onverdragelijke gedach
te voor mij, da.t hij, clie altijd sehilde-
rijen had gekócht, nu op zijn ouden dag
genoodzaakt zou zijn, met kunsitkoopers
te onderhandelen. Bovendien, ik wist ta
melijk wel wat ik te verwachten hadt
als li'k bij de kunstkoopers kwam, want
hij, de lieve, c 'to man leefde in de. vaste
overtuiging, mijn waren slechts ter
markt bekoelden tq worden gebracht, om
dadelijk gewillige koopera te vinden.
Ik nam de omnibus naar Regent's circus
en tol zoover ging aliés goed. Toen be
gon mijn eigenlijk dagwerk: ik had een
geheel lijstje van winkels,die ik op' dien
weg van Regent's circus tot Holborn te
bezoeken had. elaos, sleJits enkele
kunstkoopers r> -toh de moeite, om
Intusschen mag dit alleen indien elk
ander middel om tot overeenstemming te
komen gefaald heeft. Zoover is het nog
niet. We hebben nog iets om te onder
handelen, buiten dit alleruiterste middel.
Wij kunnen een deel onzer in Amerika
vastgehouden schepen vrijwillig aan dat
land afstaan voor de vaart in ongevaar
lijke wateren in ruil voor de voorziening
van hetgeen wij noodig hebben. Wij kun
nen, in vereeniging met andere neutralen,,
de voor het Relief Committee vereischte
scheepsruimte aanbieden.
Wat de vaart op Indië" betreft, zullen
we weer den weg van Houtman moeten
kiezen. En als we laan de Kaap, wat
wel zeker schijnt, geen kolen kunnen krij
gen zullen we ónze schepen in convooi
■moeien laten varen en ze door kolen
schepen doen vergezellen om onderweg
in volle zee kolen in te nemen, wanneer
dit op ankerplaatsen niet zou worden
toegestaan. Makkelijk is dit alles niet.
Integendeel, a.an deze oplossing kleven
veie bezwaren, o.a. zal men de vuren
der schepen moeten wijzigen, maar dat
Is 'de hoofdzaak niet. De vraag is alleen:
varen of niet varen! En dan is het ant
woord eenvoudig!1)
De toestand zal nog wel meer gaan
nijpen. En dan is voor alles noodig, dat
de Regeering gedragen wordt door het
.algemeen vertrouwen. Maar dat vertrou
wen wordt niet gegeven wanneer men
in den blinde tast naar het motief van
wat ons wordt opgelegd.
Vooral ook. is voorlichting noodig met
.het oog op hetgeen na de vredessluiting
te wachten is. Nu wordt nog veel verdra
gen omdat men alles aan den oorlog
kan wijten. Als het straks vrede is, zal
•men verwachten dat alles weer normaal
loopt. Maar het eerste jaar na den vrede
zal de toestand op het gebied der voe
dingsmiddelen naar allen schijn geenszins
verbeteren. De vrede heft het wereld-
tekort aan graan, door den oorlog ont
staan, niet dadelijk op.
Het is daarbij niet meer voldoende dat
de Staten-Generaal- worden ingelicht. Het
gezag, dat de volksvertegenwoordiging'
vroeger genoot is tijdens den oorlog ver
zwakt. Mét het feit moet gerekend en
vóór de Regeering brengt de erkenning
,van dit feit mee, dat zij, ook buiten
de volksvertegenwoordiging om, in ruime
mate het 'publiek inlicht over wat er
telkens gaande is en ook over wat te
'wachten staat.
Daarnaast staat een andere regeerings-
plicht. Wil de Regeering het geheele volk
achter zich hebben bij; de vervulling van
hare zware taak, dan dient zij volkomen
partijloos te zijn en behoort het huidige
Kabinet 'geen andere begeerte te hebben
dan een waarlijk nationaal Kabinet te
zijn.
Hoe mee.r de nood klimt, des te meer
zal de stipte naleving van dien eiseh
plicht zijn.
Veel is door de regeering rèeds ge
daan. Nog veel meer zal echter gedaan
moeten worden en nog veel meer offers
zullen van de gegoeden onder ons worden
.gevraagd.
Het tegenwoordig geslacht behoort den
Tegenover twjjfel in de bladen ge
opperd aangaande de mogelijkheid van
hec gebruik van andere dan Engelsche ot
Duitsche kolen sta ditonze eigen hooge
eischen stellende oorlogsmarine gebruikt
ook wel Limburgsche kolen, dus kan ook
de handelsmarine dit doen. En Ombüinkolen,
in Indië verkrijgbaar, worden reeds nu in
de Indische vaart geregeld gebezigd.
mijn geliefde teiekeningen elven te bekij
ken, en die dit deden, zeiden mij, dat
ze letterlijk overladen waren met „soort
gelijke dingen"..
Ik mocht ze wel achter laten ten ver
koop, als ik dit wilde en wat zij op
brachten, zou mij ter hand worden ge
steld, natuurlijk na aftrek der onkosten,
maar ik weigerde dit aanbod, daar ik
liefst dadelijk geld van mijln werk zou
willen zien.
Einidelijk keerde ik huiswaarts, ver
moeid, hongerig, met pijnlijke voeten en
droef te me Toch hervatte ik den
volgenden uag de pogingen en ook de
daaropvolgende en nog vele dagen daar
na, altijd niet hetzelfde gevolg. Ik ver
sleet mijn laarsjes en handschoenen, en
kele malen werd ik door een stortbad'
overvallen en mijn wandeljapon werd
zoodanig bedorven, dat ik bijna slordig,
gekleed leek. Bovendien vatte ik zware
koude en was ik genoodzaakt veertien da
gen thuis te blijven, uit angst dat ik
anders ziek zou worden en daardoor nog
een doktersrekening 'aan onze uitgaven
zou worden toegevoegd.
Zoo ging de lan ge zomer voorbij en
langzaam bqgon de herfst te naderen.
De dagen begonnen schielijk korter te
worden, de avonden werden zoo koel,
dat wij behoefte begonnen te krijgen aan
last der burgerlijke crisisuitgaven te dra
gen. Burgerlijke, in tegenstelling tot de
(uitgaven voor onze weermacht. Deze heb
ben gestrekt tot handhaving van ons on
afhankelijk volksbestaan en van die on
afhankelijkheid profiteert ook het nage
slacht. Daarohi mag de last daarvan ook
op dat nageslacht drukken en behoeft
men geenszins beangst te zijn voor lee
rlingen op langen termijn die deze uit
gaven moeten dekken.
Maar wat in dezen tijd wordt uitge
geven om ons volk, zoo goed en zoo
kwaad als het gaat, in het leven te hou
den, dat moet, zooveel dat maar eenigs-
izins mogelijk is, door onszelf betaald
worden.
De vraag of onze politiek jegens, liet
buitenland altijd de juiste geweest is,
kan thans niet beoordeeld worden. De
einduitkomst van den oorlog kan op die
vraag een bevestigend antwoord geven,
maar het omgekeerde is evenzeer' moge
lijk.
Doch dit weet ieder Nederlander, dat
alleen motieven aan het belang des lands
ontleend, de richting van ons buiten-
landsch beleid bepaald hebben. En waar
nu niemand in staat is om aan te too-
nen dat een andere politiek méér ten
bate dós lands zou hebben gestrekt, daar
hehbfen wijook in dit opzicht de Re-
gefering door 'een eensgezinde houding te
■sterken.
Beknopt overzicht van den toestand.
Uiit Italië weinig, doch veel-zeggend
nieuw,si. Het aantal Italiaansche gevan
genen is boven de 200,000 gestegen, ter
wijl de door de centralen veroverd© stuk
ken geschut de 1800 té boven gaan.
Betrouwbare gegevens' -moeten evenwel
nog wachten op de lelling, welke reeds
begonnen is.
Een Italiaansch bericht meldt, dat de
centralen een krachtiger druk gingen uit
oefenen op dat gedeelte der stellingen,
waar deze het zwakste zijn, n.L aan
den bovenloop van de Tagliamento, doch
dat pogingen om vasten voet op den
rechteroever te krijgen, verijdeld werden.
Volgensi .een Engels h staxbericht heb
ben de' Engelschen hij een patrouille
ontmoeting enkele gevangenen gemaakt
westelijk van La Ba.ssée. Ofschoon de
geallieerden zich hier aardig' roeren, blijft
de hiermede aan Italië geboden hulp
slechts van geringe beteekenis.
De Engelschen melden vrij belangrijk^
successen behaald in de gevechten bij
Gaza tegen de Turken.
Ze zouden de Turlcsehe eerste verde
digingslinie bezet hebben over een front
van 5000 yards, en 296 gevangenen en
5 machinegeweren meegevoerd hebben.
Ten bewijze van de toenemende ver-
brokkkeling' van het Russische legeir, zij
fioig gemeld, dat Russische soldaten in
den sector van het Visjnoffmear een ver
broedering met den vijand heb
ben pangegaan. 1
Het bericht, als zou keizer Karei zich
op .zijn naamdag (gisteren) laten uitroe
pen als koning van Polen, is op 't oogen-
blik bevestigd noch tegengesproken.
Galicië is reeds lang geleden zelfstan
digheid beloofd. Nu hangt het vraagstuk
nauw samen met het Poolsche, daar een
groot deel der bevolking Poolsch is. Door
de onafhankelijkheidsverklaring) van Po,-
een vuurtje. Mijh oom werd dagelijks
ziwakker en gevoeliger, onzle kamers wa
ren eenigszins tochtig, en ik wist, dat
hij thans werkelijk behoefte kreeg aan,
goed, krachtig voedsel en aan den goe
den, ouden wijn, die altijld in overvloed
aanwezig was geweest in de kelders van
Elmwood, want de P'errens stelden er al
tijd een eer in, een welvoorzienen wijn
kelder te hebben. Arme lieden waren er
altijd 'z'elcer v,a.n gteweieist, dat hun in
dagen van ziekte een flesch ouden port
wijn of sherry of welk soort de dokter
ook voorschreef, (uitgereikt werd en hét
beste, dat de wijnkelder van Elmwood
opleverde, stond evenzeer ten dienste van
den nederig,sten arbeider als van de Bar
rens zelf. En nu had, mijn oom waar
lijk behoefte aan wat hij' vroeger z:oo
gulhartig aan anderen had weggeschon
ken, zonder dat hij het kon krijgen! Ik
.sloeg hem gade, als "hij huiverend bjj
het vuur z!at, ik zag, hoe hij zijn ma
gere, koude handen wreef of in een o,n-
rustigen slaap viel, die een gevolg van
zijn zwakheid wasik wist, dat ate
ik een 'tokter liet komen, daze hem geen
medicijnen, maar gezond, krachtig voed
sel zou voorsblirijven.
On:Lenrs werd helaas steeds leeigler
en dat i op verontrustend snélle wijze.
Nog een paar maanden kon onze toestand
len ontstond reeds dadelijk de moeilijk^
heid of Poolsch Galicië bij Polen zou.
worden ingelijfd onder een eigen vorst
en dus aan de kroon der Habsburgera
moest worden onttrokken, dan wel een
afzonderlijk koninkrijk moest vormen!
naast het Poolsche. Het ligt voor del
hand, .dat de eerste oplossing moeilijk!
door de Oostenrijksch-Hongaarsche kroon!
aanvaard kon worden, terwijl de laat
ste in de toekomst tot allerlei moeilijk
heden, zoowel in Galicië als in Polen
aanleiding zouden geven. Wordt echter
Galicië met Polen vereenigd tot een groo-
ten Poolschen staat onder de Habsbur
gers, dan zullen niet alleen de Polen,
doch ook de Hongaren en 'Oositenrijlk'era
daarmede voor het meerendeel zich te
vreden stellen.
't Blijft nu maar de vraag of Duitsch
land daarmede accoord kan gaan.
Het is in Ierland niet rustig. Het ver
leden is ontwaakt, dat verleden, waarin
het gemartelde land door de Engelschen
is uitgezogen, gekneveld en getrapt als
wellicht geen land ter wereld, en het
spookt rond, en brengt angst en onrust
bij velen. De tijd 'is gekomen waarin da
zonden der vaderen gewroken worden,
het uur der vergelding is nabij. Dat is
een woord van een Sinn Fteiner, jeeq
waarachtig patriot, die vrijheid en on
afhankelijkheid voor zijn vaderland wil,
en geen staatsvorm, waarbij het die kos
telijke goederen slechts bezit in schijn.
De berichten omtrent Ierland zijln uiterst
S'paarzaam, maar wat er bekend wordt
wijst op beroering. Zoo schreef de ler-
sche correspondent van de „Daily Mails"
„Hoe meer men van deze buitengewone
Sinn-Fein beweging ziet, des, te meer ver
baast men zich. Is het plechtige ernst,
of is het slechts maneschijn, geweven
uit een stof', waarvan men 'droomen
maakt? Sinn-Fein heeft het Weisten en
het Zuiden geheel veroverd. Zij haten En
geland innig. Hier in het Westen zijjn
duizenden en nog eens; duizenden dezer
jonge soldaten, die alle een voortreffelijke
militaire opleiding! hebben gehad. Zij
smachten er naar iets te doen, maar
"AvatVergaderingen worden belegd, en.
demonstraties zijn een dagelijksch ver
schijnsel." j
Het Iersche vraagstuk is, ondanks de
conventie-komedie, nog immer onopge
lost. Reeds eenmaal tijdens den oorlog)
schoot de vlam*" van den opstand omhoog.
Het vuur i,s smeulende gebleven, en oprt
enkele vonk is voldoende om het landl
in lichtelaaie te zetten. Ierland wil: vrij
heid! Nooit is met dit woord zoo ge
schermd als juist in dezen tijd; Engel
land heeft er drie kwart van de menstehi-
hei'd mee onder hypnose gebracht, maar
wie onbeïnvloed hieven Zten duidelijk)
dat het slechts voor 'die volkeren onaf
hankelijkheid wil, die in de maéhjt van
anderen zijn. Tot dezle volkeren behoo-
ren de Ieren niet. Hun valt slechts vrij
heid ten deel, als zijzelf de hand aan
den ploeg slaan. i ij
Kerte oorlogsberichten.
Wilhelm Wiegmann, een heerenboer
op de Lüneburger Heide, deed dezer da
gen een zeldzame „vangst", terwijl hij
op jacht was bij' jRadenbeck in het Fuhren-
woud. Hij vond een zak met een pas
geslacht Heide-Iammetje, aardappelen en
een kookpan. AV. liet de buit onaange
roerd en ging in het kreupelhout op den
loer liggen. Drie volle uren moest hij
wachten voordat het verwachte „edele)
zoo voortduren, maar dan hadden wij
ook niets meer en zou ik w'el genood
zaakt zijn mijn weinige sieraden te ver-
koo'pen.
Eindelijk had jk mij'n teekeninglen ini
een winkel ton verkoop1 achterglelaben,
'doch ik hoorde maar steeds niets dien
aangaande. Terwijl de dagen voorbijgin
gen, begon ik mij ongesteld te gevoelen:
ik kon de LondénsChe lucht niet verdra
gen, verbeeldde ik mij', eetlust ontbrak!
mij en onder dit alles verminderde de ge
zondheid van oom dagelijks, hoewel hij
zijn best deed opgeruimd en vroolijk te
zijn.
I lOp Zekeren avond huilde d!e noord
westen wind door Eldonstraat, de regenj
kletterde liegen de ruiten, ons vuur «loof
de telkens uit en nadat mijn oom op
|de sofa was ingeslapen, ging ik naar
mijn eigen kamer, om het echt-vroUwen
lijke igenot te smaken eens rustig te kun
nen uitschreien. Daar het bitter koud in
mijn kamertje was, zocht ik naar een
wollen shawl, waarbij mij enkele dingen
in handen kwamen, die ïk niet nagezien,1
had sinds mijn aankomst in Eldonstraat,
en daaronder beyonld zich oök het ge
dicht van Northorougjh.
(Wordt vervolbJ.)