Donderdag 18 October ISM?
ft o. US
ieji|iïiilrjÉïjiilÉ.
33e Jaargang
De Groote Oorlog.
FEUILLETON.
Zeeuwsche Stemmen.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO,
gevestigd te Goes
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
•FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre, Goes.
Verband.
Op de christen-werklieden rust de plicht
zich te vereenigien. Niet alleen om hun
persoonlijk, stoffelijk belang';, doch meer
nog om te waken voor de bewaring der
geestelijke goederen, hun door de vaderen
nagelaten, om dez'e, de geestelijke goor
deren namelijk, op hun beurt, weder, en
dat ongeschonden over te laten aan hun
ne kinderen.
In organisatie ligt kracht, ook voor
de christen werklieden.
Tegenover de poging van den socialist
.oim alle verband te ontkennen of log
te wrikken, sta die van den Christen
om alle verband te bewaren en te ster
ken; hetwelk op alle terrein behoort uit
te komen.
Verband heeft ds. Sikkel 'eens ge
zegd dat is de gedachte Gods, jdb
Scheppingsgedachte. In den beginne
schiep God "hemel en aarde. Men mag
daarom niet denken aan de aarde zon
der of los van den hemel. En dat doet
het socialisme; doch dit juist is een
miskennen van het goddelijk verband; en
deze miskenning i s zonde. Wie in bet
kerkelijk vraagstuk opgaat en geen oog
heeft voor wat buiten de kerk ons", door
God ^1 en Heere is'gjegeven die is een
kerkist: hij schendt het verband tus-
schen hemel én aarde. Hetzelfde geldt
het arbeiders-vraagstukwant het socia
lisme wijst maar aldoor op één belangd
op dat der arbeiders, terwijl de belangen
van een breeden zoom, verwaarloosd wor
den: do /menschen, die met het hoofd
arbeiden, ook de vrouwen.
Patrimonium; wil er niet van weiten om
heel het leven te doen opgaan in helt
arbeidersvraagstuk. Het vraagt naar het
verband, bijvoorbeeld ook tusschen pa
troon en werkman. 1
Hoog 'houdend de rechten van dez:en
laatste tegenover den patroon,, erkent zij
ook diens plichten, jeigens den ander.
Zij vordert van 'de patroons recht en
gelijk voor de werklieden, doch waakt,
tevens voor vervloeiing of wegwassching
van grenzen.
De leden van Patrimonium worden wel
eens uitgelachen, omdat zij zich druk
maken met dingen, die geheel buiten het
terrein van den arbeid liggen. Bijvoor
beeld, met de geestelijke dingen, met de
vrijheid om God overeenkomstig Zijn
Woord te dienen; met de onderhouding
van Gods gebod, ook in betrekking tot
den Zondag; met den eerbied voor het
gezag; met de Christelijke opvoeding in
huis en school.
Eilieve, ztoo vraagt de -socialist, walt
heeft dit alles nu toch met den arbeid
te maken?
Zoo niet meent ge dat gij dezen of
dien Christenwerkman voor zeker arbei
dersbelang gewonnen hebt zoo klaagt
dan de socialist of je bent hem reeds
weer al kwijt, als hijl aankomt met het
oude zeggen: „wat baat het den mensch,
ZOO al die dingen gewint en hij' lijdt
schade aan zijn ziel", of: „alle ziel zij
den machten, over haar gesteld, onder
worpen; want er is geen macht dan van
God, en de machten die er zijn, die
zijn van God geordineerd". Met' zulke
menschen kunt ge, zloo luidt het, voor
den arbeid niets beginnen.
Doch, dat is juist derzulker eere, de
eere van hen, die het beginsel van Pa
trimonium voorstaan.
Bewerkt naar het Engelsch van
EMMA JANE WORBOISE.
94)
Niettegenstaande wij' haast hadden, om)
op El'miwooid te komen, moesten wij toch
nog eenige td,agen te Londen blijven, ooi©
had enkele zaken te beschikken en moest
daarvoor enkele menschen spreken. En
zoo bracht ik dan mijn zeventienden ver
jaardag juist in mijn geboortestad door.
Het was een heerlijke Meidag, helder
maar koel. Toen wij samen aan het ont
bijt zaten, vroegoom mij, hoe jk den
dag wenschte door te brengen. Ik had
reeds -een .prachtige, gitten rouw-broche
van hem gekregen atsi aandenken aan
tante Judith.
?,re besloten naar het Glazen Paleis
te gaan, en daar oom iets gelézen had
over een avondconcert in St. James Hall,
en hij me daar ook heen wilde brengen,
stede ik mij veel van het dagje voor.
(Tei ijl ik me dan nu zou gaan klee-
rlcr. om uit te gaan, zou oom nog even
in de courant- nazien, wat er izooal op
Let concert gegeven zou worden.
CXXI.
Vroeger wien heugt het niet!
heette het, dat de boeren altijd klagen.
Als 't regende was het te nat, als de
zon scheen was het te droog,
Maar wie klaagt er tegenwoordig al
niet
Ieder heeft z'n hoofd vol klachten'
en ging 't nu maar al» pret de klachten,
die in de, klachtenbus gestoken worden,
om, gelijk zoo vaak' gebeurt, tenslotte
in het vergeetboek terecht te' komen, dan
was 't nog niet zoo erg.
Maar 't onverkwikkelijkste is, dat de
mensch gewoon is al z'n groote en klei
ne jeremiades over de lippen te laten
komen 1
Hoe menigmaal zou men een klacht
inhouden, als men ze eerst eens ernstig
herzien wilde.
Velen gaat reeds een rilling door de
reislustige leden, als ze denkenaan on
verwarmde spoorwegcoupé's en wacht
kamers. Maar denkt eens terug aan den
toestand, zooals die bij: den aanvang van
het spoorwegverkeer op de lijn Amster
dam-Haarlem was!
Tot troost van de mopperaars wil ik
er ietsf van verhalen.
De reizigers namen plaats in dilligen-
ces (le klasse overdekt); later werden
de tweede en derde 'klasse met zleilen
gesloten. In dagen van groote drukte,
als b.v. met Pinksteren of de Haarlem-
merkermisF werd allerhande soort van:
voertuig aan den trein gehaakt. De wa-
terwagensi moesten dan voor personen
vervoer gebruikt worden; de waterbak
ken werden daartoe afgenomen en de
banken op den bodem vastgemaakt, waar
op bij fraai weder een groot aantal' pas
sagiers mede zeer genoegelijk zouden kun
nen vervoerd worden. Zelfs de beesten
wagens konden daartoe geschikt gemiaakt
worden.
De reizigers le en 2e klasse mochten
niet rooken en ieder was volgens het
reglement" verplicht „stil te blijven zit
ten en niet op te staan gedurende dein
overtocht."
Treinverwarming wac onbekend eni
eerst in 1844 werd besloten tot het aan
schaffen van een veertigtal koperen fles-
schen, die met warm water werden ge
vuld en ten dienste werden gesteld van
de reizigerë eerste klasse, „zoo z'ij er
om vroegen."
De bagage werd boven op dé wagens
gelegd en het sombere voorgevoel van
allerlei onheil heeft bestaansrecht, in
dien gelet werd op a,rt. 46 van het re
glement, waarbij wordt Voorgeschreven,
dat „het personeel' van den weg: met
nauwgezetheid de goederen van de rei
zigers en de pakgoederen moest verza
melen, die van de rijtuigen mochten val
len gedurende de reis."
Dat is: wat anders dan een spoorreis
in de twintigste eeuw, ook al worden
de geriefelijk ingerichte wagens niet ver
warmd.
Laat men de winterjas "dan aantrek
ken, een voetzak of reisdeken medene-
men, en als reislectuureen verhaal
„Ho© men ini idefi jare '40 reisde'"
Neen, er zijn wel' dingen, welke groo-
ter klacht rechtvaardigen.
Daar lees ik, dat een distributierege
ling van jenever in bewerking is.
Is het geen aanklacht tegen onze re
geering, dat eerst nu, zoovele maanden
Ik gaf oom de courant cri ging naar
mijn kamer om mij te k'leeden. Mijn toi
let duurde dien morgen nogal lang en
e,erst na een kwartier ging ik weer naar
beneden. Hoe zorgeloos en luchthartig
wipte ik /de trap af, ik! voelde mij op
gewekter dan ik in weken geweest was.
„Wel oom, wat heb ik u lang laten
wachten," riep ik in de kamerdeur mijn
heer Perren al! toe. Ik herinner mijl nog
precies de woorden. „Wat," voegde ik
erbij, ziende, dat oom nog niet klaar
was. „Is u nog niet gereed? Kom, zal
ik uw hoed eens vlug halen?"
Ik ontving geien antwoord. Mijn oom
zat over de courant heengebogen, zijn
gewone houding, als hij1 las. In den laa,t-
sten tijd was oom zeer hardhoorig ge
worden, en dus begreep ik, dat hij! me
niet had verstaan Glimlachend tra4
ik op hem; toe, om zijn hand weg tel]
nemiein, zoodat hij 'zijn hoofd ziou moe
ten oplichten. Terwijl ik dat deed, zag
hij me istrak in h,et gezicht, en ik! be
merkte dadelijk, dat er ietsl vreeselijlks
had plaats! gehad- Hijl was doodsbleek,
zijn. oogen keken verwilderd en zijn lip
pen trilden.
„Oom!", iriep ik, bevend van angst,
„Wat is! er gebeurd?"
Mijn eerste gedachte was, dat er iets
verschrikkelijks met tante Mona was ge-
bevrd. Maar er kwam nog steeds geen
na invoering van allerlei distributierege
lingen (brood, rijst, gort, aardappelen,)
een jenever-distributie wordt ingevoerd?
We zouden de verwachtingen ie hoog
spannen, als we van onze regeering 'de
„drooglegging'' van yns1 land een veel
groptscher werk "dan de drooglegging van
de Zuiderzee verwachten, doch het
had toch wel op haar weg gelegen vóór
alles de jenever te distribueeren, waar
aan zoo'q. belangrijk deel van onsi kos
telijk graan wordt opgeofferd.
Wat zegt u, moet men sterke dranken
vervaardigen, om gist te verkrijgen?
'tKan zijn, dat voor de gistproduclie
een zekere hoeveelheid graan gereser
veerd moet worden. Maar 't isi nog ZeeT
de vraag, of mén zonder gist niet even
smakelijk en voedzaam (onsmakelijk en
qnvoedzaam, zegt de onverbeterlijke kla
ger) kan vervaardigen.
Er zijn er, die; 't beweren, en zieker
niet op losse gronden.
KEES VAN DER MEER.
Beknopt everzioht van den toestand.
Uit de bijzonderheden omtrent de actie
in de Oostzee, blijkt, dat de Duitschers
daar uit militair oogpunt kranig werk ver
richt hebben, ook al neemt mgn in aan
merking, dat de actie ging tegen een
gedemoraliseerden vijand, die niet bij
machte was het uiterste van zijn krachten
in den strijd in te zetten.
Het resultaat is, dat thans geheel Oesel
in handen van de Duitschers is en dat
een deel van de bezetting van het eiland
krijgsgevangen is gemaakt, daar de Rus
sen er slechts voor een deel in konden
slagen, den dam te bereiken die Oesel
met het kleine eiland Mohn verbindt. De
op het ver naar het zuiden uitstekende,
schiereiland Sworbe nog stand houden
de Russen waren afgesloten en hebben
ten slotte in het lot der andere krijgs
gevangen makkers moeten deelen.
Aan het Saloniki-front behaalden de En-
gelschen een klein succes. Blijkens een
mededeeling van het Duitsche legerbericht
hebben de Bulgaren voor den Engelschen
druk enkele dorpen in het Stroemadal
ontruimd.
Tegenover de vredesgeruchten, welke
uit Athene gemeld worden, en welke nog
door geenerlei feit bevestigd worden, staat
de uitspraak van de Oostenrijksche pers,
dat door de laatste verklaringen der En-
gelsche en Fransche staatslieden, waarin
de vrede saanbiedingen der centralen wor
den afgewezen, dit vredesaanbod zou zijn
vervallen en de centralen dus weer ge
heel vrij komen te staan bij de a_- s.
vredesonderhandelingen, althans aanlei
ding hebben, hun oorlogsbedoelingen te
herzien.
En men weet, dat Czernin, de leider
van het O.-H. departement van buiten-
landsche zaken, een termijn wilde stellen.
Gelukkig hebben zij 't niet alleen te
zeggen en is er in Duitschland nog al
tijd de vredesresolutie van den Rijksdag,
waarbij de regeering zich heeft aange'i-
sloten. Men mag niet verwachten, dat
deze Rijksdagmeerderheid zou willen toe
stemmen in een verlenging van den oor
log om nu toch bedoelingen te bereiken,
die met" het standpunt van hun resolutie
onvereenigbaar zijn.
De bedoeling van de Oostenrijksche po
litici is daarom vermoedelijk meer om op
antwoord en zijn gansche gelaat werd
stuipachtig vertrokken, terwijl hij vergeet-
s'che moeite deed te spreken.
Met een onuitsprekelijk droeven blik
weds hij op de courant.
Ik Tas: „Met leedwezen zien wijl ons
genoodzaakt het bericht, dat ons! giste
ren gemeld werd. doch te laat om in
onze tweede editie nog te worden op
genomen, te bevestigen; namelijk het
failldsempnt van de welbekende Bank
van Nortborough en omstreken. De Bank
staakte haar betalingen gisterochtend, en
men ziegt, dat de zaken niet spoedig her
vat zullen worden, daar de toestand biji-
zonder lingéwikTfeld en van ernstige©
aard is. We vernemen, dat de financieel©
débacle te wijten is aan verschillend©
groote faillieten 'te Londen."
Ik zag mijn oom aan, maar "begreep
ternauwernood wat ik las.
„Hebt u geld in die bank, oomi? Q
ja„ natuurlijk hebt u dat. At uw wissels
zijn altoos op de bank van Nortborough.
Vreest u véél' te verliezen, oomi?"
„Kind, ik zal iederen stuiver, dien ik
bezit, verhezen, ik ben een der groot
ste aandeelhouders. Allés moet verkocht
worden, Elmwood moet ook weg, en op
mijn hoogen leeftijd zal ik nog genood-i
Zaakt zijn voor mijn brood te gaan wer
ken."
Oom Matthias boog het hoofd en ween
de geallieerden druk uit te oefenen, door
duidelijk te doen uitkomen, dat het geen
zwakheid is die de centralen tot het
vredesaanbod bracht en door den indruk
te vestigen, dat zij zich nog krachtig ge
noeg voelen om den strijd met kans op
succes voort te zetten.
De militaire toestand van het oogenblik
is het blijkt ook uit de rede van den
voorzitter van het Pruisische Huis van
Afgevaardigden wel in staat den Cen
tralen dezen indruk te geven en dapr
komt dan nog bij, dat men in Dpitsch-
land en Oostenrijk hoe zwaar de eco
nomische druk hier ook is, hoevelen er
ook de ernstige gevolgen van den econo-
mischen oorlog inzien toch ook spe
culeert op de steeds slechter wordende
binnenlandsche en economische toestan
den in de vijandelijke landen.
Evenals de geallieerden hopen op de
moreele ineenstorting van Duitschland.
De dreigende wereldhongersnood.
Social1 Deraokraten" schrijft in een
artikel: „De wereld voor den honger
snood" o.a: het navolgende: „Lloyd Geor
ge erkent thans ook, dat overal brood
gebrek heerscht, en wel speciaal in
Frankrijk en Italië. Tegelijkertijd doet
zich echter het opmerkelijke feit voor,
dat Duitschland, 'dat velen reeds lang
als uitgehongerd beschouwden, zich be
reid verklaart aardappelen en graan naar
Zweden uit te voeren, ten einde hier
voor in ruil ijzererts; te ontvangen. Intus-
schen ziet de geheel© wereld zich ech
ter door een hongersnood bedreigd. Lloyd
George stelde eene Engelsche overwin
ningl vóór het einde van dit jaar in uit
zicht, doch op hetzelfde oogenblik, da,t
deze nieuwe pverwinningsvoorspelling de
wereld werd ingezonden, verkondigde het
Havas-agentschap, dat de Geallieerden
geen vrede zouden sluiten, vóór en al
eer Elzas-Lotharingen aan Frankrijk zal
zijn teruggegeven, en Italië Trient en Tri-
ëst zal' hebben verkregen. Onwillekeurig
is men geneigd zich af te vragen, hoe
de Geallieerden het denken aan te leg
gen, om! binnen 2i/2 maand, de Duit
schers uit Noord-Frankrijk en Bel'gië te
verdrijven, Elzas-Lotharingen te verove
ren en ten slotte Duitschland tot den
vrede te dwingen? En hoe zal "het Italië
thans na den elfden Isonzo-slag geluk
ken Triest te veroveren, en aan Oosten-
rijk-Hongarije en Boelgarije den vrede
op te leggen Wij meenen dan ook te
mogen gelooven, dat deze oorlogskreten
een l'aatste poging zijn omi 'de stemming
6r bij:'het volk in te houden. De eenig
mogelijke vrede, is een vrede door verge
lijk, en deze nadert met rassche schre
den, indien althans "niet de geheel© we
reld door plagen als ""Hongersnood, onlus
ten en anarchie bezocht wordt, waar
door 'Europa ten gronde zou .worden ge
richt, tot vreugde van hare mededingers
aan de andere zijde van den Atlanti-
schen en den Stillen Oceaan."
Waarom geen vrede?
Waarom houden de Engelsche staats
lieden de oorlogsstemming in hun. land
kunstmatig levendig en weigeren zij stand
vastig op ieder voorstel om aan het dwa
ze bloedvergieten een einde te maken
in te gaan? Waarom nemen zij een zoo
ontzaglijke en bloedige verantwoordelijk
heid op zich? De Engelsche D: H. cor
respondent van het „St. Galler Tagblatt"
g]eeft op die vragen een volkomen eer
lijk en duidelijk antwoord als! hij schrijft:
de bitter. Ik schreide evenzeer, ofschoon
ik den omvang "van den slag nog niet
begreep.
„Ik heb nog eenig geld1, oom', dat weet
u toch wel," zeide ik, terwijl ik hem)
al'S een kind trachtte te troosten. Tante
Judith heeft me zoowat tweeduizend pondi
nagelaten."
„Dat is ook alles weg," zei hij', zijn
tranen afwis'schend, en zich tot kalmte
dwingend, Judith's heele vermogen was
eveneens in die bank vastgezet, evenals
dat van tante 'Rachel. "Arme Hagar, haar
lijfrente en haar spaargeld zijn aok ver
loren."
„Maar oom, u hebt toch ook aanjdee-
len in "het kanaal en in de gasfabriek
en nog zooveel' meer buitendien. Eh dan,
u hebt nog enkele huizen in Nortbo
rough."
„Alles moet weg', Chrystie, alles moet
Weg; ik ben totaal geruïneerd. Ik denk,
dat ik niet eens genoeg heb, omi alles
te betalen, waartoe ik verplicht ben."
„Maar Elmwood toch niet, oom. Dat id
toch erfgoed en niet met bankaandeel©©
gekocht."
„Ik .zal' ook Elmwood moeten verla
ten, o'ngetwijfeld, als dit bericht juist is.
'Alles „zal opgeofferd worden, mijn eer
lijken na,ami wil ik ongeschonden bewaren,
zooals1 "ik hem geërfd heb. We moeten
ons op ,het ergste voorbereiden. Maar
VERSCHIJNT .ELKEN WERKDAG*
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden fr. p. post f 1.51
Losse nummers- 0.05
Prijs der Advertentiën.
14 regels f 0.80, iedere regel meer 20 ct.
3-maal wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Bewijsnummers 5 cent.
„Engeland wil als onmiddellijk resul
taat van dezen oorlog de 'Duitsche kolo
niën behouden, het wil alle bezette land
streken, inclusief Elzas Lotharingen, en!
het Trentino teruggegeven zien, het maakt
voor zich en zijn bondgenoolen aanspraak
op reusachtige schadeloosstellingen, het
verlangt de bestraffing der bedrijvers va©
de zoo vaak opgesomde gruweldaden te
land en ter zee, en voor alles de ver-;
lamming van Duitschlands overzeesche©
handel, om van de uitlevering van de
Duitsche vloot, de internationaliseering
van het Kielerkanaal en de Dardanelles
niet te spreken. Zulke oorlog,sdoeleindem
hebben de bladen en ook sommige
Engelsche staatslieden herhaaldelijk ge
noemd. Vele couranten hebben daar
bij den mond zoo v ol genomen,
dat zij in 't geheel niet meer terug kun
nen. Aan een onverslagen vijand kun
nen echter zóó vérstrekkende vredesvoor
waarden onmogelijk opgelegd worden, in
tegendeel met de panden, die zij1 in han
den hebben, ziouden het tenslotte juist
de Centralen zijn, die den vrede dictee-
ren zouden kunnen".
En Zoo vecht Engeland voort. Offert
iederen dag nutteloos vete jonge levens,
brengt staten en staatjes op den duur
aan den "rand van 'den ondergang.
Korte oorlogsberichten.
Volgens het Noorsche blad „Tiden-
steyn" heeft de Engelsche regeering dezer
dagen 't handelsverdrag met Noorsche in-
porteurs van koloniale waren opgezegd.
De opzeggingstermijn bedraagt drie maan
den. Dit is reeds 't derde handelsverdrag,
dat door Engeland ongemotiveerd opge
zegd wordt. Het blad schrijft: „Men moet
er op voorbereid zijn, dat Engeland zich
langzamerhand van alle handelsverdragen
losmaken wil."
In verschillende plaatsen van Rijn
land, o.a. te Wetten bij! Kevelaer en té
Twisteden aan de Noord-Limburgsche
grens, zijn de scholen gesloten wegens
het epidemisch heerschen van dysenterie.
Op 18 dezer treden in Duitschland
verhoogde tarieven voor de sneltreinen
,en andere bepalingen, strekkende tot be
perking van het vervoer van reizigers
in werking. 1
De Time® verneemt uit het Engel
sche hoofdkwartier: Dinsdag; j.l. hadden
de Duitschers na onzen aanval'" op de©
12den, een tegenaanval beraamd, maar
wegens de w e i ge r i n g van de genie
troepen, die er aan deel zouden nemen,
ton die tegenaanval' niet doorgaan. Wij
hebben van deze weigering vernomte©
door verklaringen van gevangenen e©
het pochen van genie-soldaten zeiven die
in onze handen vielen. Bijl een van He
jongste tegenaanvallen is de commandant
van de 49ste landweerbrigade door ee©
geweerkogel' gedood.
t De censuur te 'Praag! heeft een
woordenboek verboden, omdat daarin het
■woord „Sultan" ook als. een hondennaam!
wordt aangegeven. i t
De Paus heeft gelast de broodkaar
ten, die te Rome verstrekt worden, ook!
op het Vaticaan in te voeren. Er zullen
ook suikerkaarten worden uitgereikt.
De Wiener „Sonn- und Montagzei-
tung" komt, naar het Korr. Bur. meldt,
in een bespreking van de El'zas-Lotha-
ringlsche kwestie tot de conclusie, dat
onmogelijk een duurzame vrede kan kio- -
o, mijn liefste Chrystie, ik had Elmwood
al' aan je gelegateerd: en ik 'heb altijd
gedacht, dat jij: dan Hater op ons oude
famiiliegoe|d zoudt wonen en nu komt
het in vreernjde handen. Wat zal' er bo
vendien van "jou worden, mijn kind, als
ik er niet meer ben. Ik ben al' zoo 0U|d,
en die schok van nu zal me misschien
nog wel kwaad doen."
„Lieve oom, u moet u niet om mjj
bekommeren. Als het allerergste gebeurt,
kan ik nog; wel' ons brood verdienen.
Maar ik moet u nog wat meidedeelen
ik wil' het u nu zefggenwees! niet
boos, dat ik het nog verzwegen heib1
Louis en ik zijn verloofd."
„Dan komt alles: terecht. O, lieve kind,
wat ben ik daar blij; over. Mislschie©
kan ik-nog wel''een klein beetje van
mijn fortuin redden en dan zul je je ar
men, ouden „oom nog wel een plaatsje
gunnen in je huis."
„Da beste oom, de allerbeste."
„Gelukkig, 'je zult er dus: niet door
lijden, mijn Chrystie, mijn grootste angst
was om jou. God "is toch nog weer goed
voor ons, niet waar?"
Louis bevond zich op dat oogenblik
te Brighton met zijn moeder en James
Lascelles, doch wij verwachtten hen al
len tegen den volgenden dag in Londen.
(Wordt vervolgd^