Donderdag 18 October ISM? ft o. US ieji|iïiilrjÉïjiilÉ. 33e Jaargang De Groote Oorlog. FEUILLETON. Zeeuwsche Stemmen. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: •FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre, Goes. Verband. Op de christen-werklieden rust de plicht zich te vereenigien. Niet alleen om hun persoonlijk, stoffelijk belang';, doch meer nog om te waken voor de bewaring der geestelijke goederen, hun door de vaderen nagelaten, om dez'e, de geestelijke goor deren namelijk, op hun beurt, weder, en dat ongeschonden over te laten aan hun ne kinderen. In organisatie ligt kracht, ook voor de christen werklieden. Tegenover de poging van den socialist .oim alle verband te ontkennen of log te wrikken, sta die van den Christen om alle verband te bewaren en te ster ken; hetwelk op alle terrein behoort uit te komen. Verband heeft ds. Sikkel 'eens ge zegd dat is de gedachte Gods, jdb Scheppingsgedachte. In den beginne schiep God "hemel en aarde. Men mag daarom niet denken aan de aarde zon der of los van den hemel. En dat doet het socialisme; doch dit juist is een miskennen van het goddelijk verband; en deze miskenning i s zonde. Wie in bet kerkelijk vraagstuk opgaat en geen oog heeft voor wat buiten de kerk ons", door God ^1 en Heere is'gjegeven die is een kerkist: hij schendt het verband tus- schen hemel én aarde. Hetzelfde geldt het arbeiders-vraagstukwant het socia lisme wijst maar aldoor op één belangd op dat der arbeiders, terwijl de belangen van een breeden zoom, verwaarloosd wor den: do /menschen, die met het hoofd arbeiden, ook de vrouwen. Patrimonium; wil er niet van weiten om heel het leven te doen opgaan in helt arbeidersvraagstuk. Het vraagt naar het verband, bijvoorbeeld ook tusschen pa troon en werkman. 1 Hoog 'houdend de rechten van dez:en laatste tegenover den patroon,, erkent zij ook diens plichten, jeigens den ander. Zij vordert van 'de patroons recht en gelijk voor de werklieden, doch waakt, tevens voor vervloeiing of wegwassching van grenzen. De leden van Patrimonium worden wel eens uitgelachen, omdat zij zich druk maken met dingen, die geheel buiten het terrein van den arbeid liggen. Bijvoor beeld, met de geestelijke dingen, met de vrijheid om God overeenkomstig Zijn Woord te dienen; met de onderhouding van Gods gebod, ook in betrekking tot den Zondag; met den eerbied voor het gezag; met de Christelijke opvoeding in huis en school. Eilieve, ztoo vraagt de -socialist, walt heeft dit alles nu toch met den arbeid te maken? Zoo niet meent ge dat gij dezen of dien Christenwerkman voor zeker arbei dersbelang gewonnen hebt zoo klaagt dan de socialist of je bent hem reeds weer al kwijt, als hijl aankomt met het oude zeggen: „wat baat het den mensch, ZOO al die dingen gewint en hij' lijdt schade aan zijn ziel", of: „alle ziel zij den machten, over haar gesteld, onder worpen; want er is geen macht dan van God, en de machten die er zijn, die zijn van God geordineerd". Met' zulke menschen kunt ge, zloo luidt het, voor den arbeid niets beginnen. Doch, dat is juist derzulker eere, de eere van hen, die het beginsel van Pa trimonium voorstaan. Bewerkt naar het Engelsch van EMMA JANE WORBOISE. 94) Niettegenstaande wij' haast hadden, om) op El'miwooid te komen, moesten wij toch nog eenige td,agen te Londen blijven, ooi© had enkele zaken te beschikken en moest daarvoor enkele menschen spreken. En zoo bracht ik dan mijn zeventienden ver jaardag juist in mijn geboortestad door. Het was een heerlijke Meidag, helder maar koel. Toen wij samen aan het ont bijt zaten, vroegoom mij, hoe jk den dag wenschte door te brengen. Ik had reeds -een .prachtige, gitten rouw-broche van hem gekregen atsi aandenken aan tante Judith. ?,re besloten naar het Glazen Paleis te gaan, en daar oom iets gelézen had over een avondconcert in St. James Hall, en hij me daar ook heen wilde brengen, stede ik mij veel van het dagje voor. (Tei ijl ik me dan nu zou gaan klee- rlcr. om uit te gaan, zou oom nog even in de courant- nazien, wat er izooal op Let concert gegeven zou worden. CXXI. Vroeger wien heugt het niet! heette het, dat de boeren altijd klagen. Als 't regende was het te nat, als de zon scheen was het te droog, Maar wie klaagt er tegenwoordig al niet Ieder heeft z'n hoofd vol klachten' en ging 't nu maar al» pret de klachten, die in de, klachtenbus gestoken worden, om, gelijk zoo vaak' gebeurt, tenslotte in het vergeetboek terecht te' komen, dan was 't nog niet zoo erg. Maar 't onverkwikkelijkste is, dat de mensch gewoon is al z'n groote en klei ne jeremiades over de lippen te laten komen 1 Hoe menigmaal zou men een klacht inhouden, als men ze eerst eens ernstig herzien wilde. Velen gaat reeds een rilling door de reislustige leden, als ze denkenaan on verwarmde spoorwegcoupé's en wacht kamers. Maar denkt eens terug aan den toestand, zooals die bij: den aanvang van het spoorwegverkeer op de lijn Amster dam-Haarlem was! Tot troost van de mopperaars wil ik er ietsf van verhalen. De reizigers namen plaats in dilligen- ces (le klasse overdekt); later werden de tweede en derde 'klasse met zleilen gesloten. In dagen van groote drukte, als b.v. met Pinksteren of de Haarlem- merkermisF werd allerhande soort van: voertuig aan den trein gehaakt. De wa- terwagensi moesten dan voor personen vervoer gebruikt worden; de waterbak ken werden daartoe afgenomen en de banken op den bodem vastgemaakt, waar op bij fraai weder een groot aantal' pas sagiers mede zeer genoegelijk zouden kun nen vervoerd worden. Zelfs de beesten wagens konden daartoe geschikt gemiaakt worden. De reizigers le en 2e klasse mochten niet rooken en ieder was volgens het reglement" verplicht „stil te blijven zit ten en niet op te staan gedurende dein overtocht." Treinverwarming wac onbekend eni eerst in 1844 werd besloten tot het aan schaffen van een veertigtal koperen fles- schen, die met warm water werden ge vuld en ten dienste werden gesteld van de reizigerë eerste klasse, „zoo z'ij er om vroegen." De bagage werd boven op dé wagens gelegd en het sombere voorgevoel van allerlei onheil heeft bestaansrecht, in dien gelet werd op a,rt. 46 van het re glement, waarbij wordt Voorgeschreven, dat „het personeel' van den weg: met nauwgezetheid de goederen van de rei zigers en de pakgoederen moest verza melen, die van de rijtuigen mochten val len gedurende de reis." Dat is: wat anders dan een spoorreis in de twintigste eeuw, ook al worden de geriefelijk ingerichte wagens niet ver warmd. Laat men de winterjas "dan aantrek ken, een voetzak of reisdeken medene- men, en als reislectuureen verhaal „Ho© men ini idefi jare '40 reisde'" Neen, er zijn wel' dingen, welke groo- ter klacht rechtvaardigen. Daar lees ik, dat een distributierege ling van jenever in bewerking is. Is het geen aanklacht tegen onze re geering, dat eerst nu, zoovele maanden Ik gaf oom de courant cri ging naar mijn kamer om mij te k'leeden. Mijn toi let duurde dien morgen nogal lang en e,erst na een kwartier ging ik weer naar beneden. Hoe zorgeloos en luchthartig wipte ik /de trap af, ik! voelde mij op gewekter dan ik in weken geweest was. „Wel oom, wat heb ik u lang laten wachten," riep ik in de kamerdeur mijn heer Perren al! toe. Ik herinner mijl nog precies de woorden. „Wat," voegde ik erbij, ziende, dat oom nog niet klaar was. „Is u nog niet gereed? Kom, zal ik uw hoed eens vlug halen?" Ik ontving geien antwoord. Mijn oom zat over de courant heengebogen, zijn gewone houding, als hij1 las. In den laa,t- sten tijd was oom zeer hardhoorig ge worden, en dus begreep ik, dat hij! me niet had verstaan Glimlachend tra4 ik op hem; toe, om zijn hand weg tel] nemiein, zoodat hij 'zijn hoofd ziou moe ten oplichten. Terwijl ik dat deed, zag hij me istrak in h,et gezicht, en ik! be merkte dadelijk, dat er ietsl vreeselijlks had plaats! gehad- Hijl was doodsbleek, zijn. oogen keken verwilderd en zijn lip pen trilden. „Oom!", iriep ik, bevend van angst, „Wat is! er gebeurd?" Mijn eerste gedachte was, dat er iets verschrikkelijks met tante Mona was ge- bevrd. Maar er kwam nog steeds geen na invoering van allerlei distributierege lingen (brood, rijst, gort, aardappelen,) een jenever-distributie wordt ingevoerd? We zouden de verwachtingen ie hoog spannen, als we van onze regeering 'de „drooglegging'' van yns1 land een veel groptscher werk "dan de drooglegging van de Zuiderzee verwachten, doch het had toch wel op haar weg gelegen vóór alles de jenever te distribueeren, waar aan zoo'q. belangrijk deel van onsi kos telijk graan wordt opgeofferd. Wat zegt u, moet men sterke dranken vervaardigen, om gist te verkrijgen? 'tKan zijn, dat voor de gistproduclie een zekere hoeveelheid graan gereser veerd moet worden. Maar 't isi nog ZeeT de vraag, of mén zonder gist niet even smakelijk en voedzaam (onsmakelijk en qnvoedzaam, zegt de onverbeterlijke kla ger) kan vervaardigen. Er zijn er, die; 't beweren, en zieker niet op losse gronden. KEES VAN DER MEER. Beknopt everzioht van den toestand. Uit de bijzonderheden omtrent de actie in de Oostzee, blijkt, dat de Duitschers daar uit militair oogpunt kranig werk ver richt hebben, ook al neemt mgn in aan merking, dat de actie ging tegen een gedemoraliseerden vijand, die niet bij machte was het uiterste van zijn krachten in den strijd in te zetten. Het resultaat is, dat thans geheel Oesel in handen van de Duitschers is en dat een deel van de bezetting van het eiland krijgsgevangen is gemaakt, daar de Rus sen er slechts voor een deel in konden slagen, den dam te bereiken die Oesel met het kleine eiland Mohn verbindt. De op het ver naar het zuiden uitstekende, schiereiland Sworbe nog stand houden de Russen waren afgesloten en hebben ten slotte in het lot der andere krijgs gevangen makkers moeten deelen. Aan het Saloniki-front behaalden de En- gelschen een klein succes. Blijkens een mededeeling van het Duitsche legerbericht hebben de Bulgaren voor den Engelschen druk enkele dorpen in het Stroemadal ontruimd. Tegenover de vredesgeruchten, welke uit Athene gemeld worden, en welke nog door geenerlei feit bevestigd worden, staat de uitspraak van de Oostenrijksche pers, dat door de laatste verklaringen der En- gelsche en Fransche staatslieden, waarin de vrede saanbiedingen der centralen wor den afgewezen, dit vredesaanbod zou zijn vervallen en de centralen dus weer ge heel vrij komen te staan bij de a_- s. vredesonderhandelingen, althans aanlei ding hebben, hun oorlogsbedoelingen te herzien. En men weet, dat Czernin, de leider van het O.-H. departement van buiten- landsche zaken, een termijn wilde stellen. Gelukkig hebben zij 't niet alleen te zeggen en is er in Duitschland nog al tijd de vredesresolutie van den Rijksdag, waarbij de regeering zich heeft aange'i- sloten. Men mag niet verwachten, dat deze Rijksdagmeerderheid zou willen toe stemmen in een verlenging van den oor log om nu toch bedoelingen te bereiken, die met" het standpunt van hun resolutie onvereenigbaar zijn. De bedoeling van de Oostenrijksche po litici is daarom vermoedelijk meer om op antwoord en zijn gansche gelaat werd stuipachtig vertrokken, terwijl hij vergeet- s'che moeite deed te spreken. Met een onuitsprekelijk droeven blik weds hij op de courant. Ik Tas: „Met leedwezen zien wijl ons genoodzaakt het bericht, dat ons! giste ren gemeld werd. doch te laat om in onze tweede editie nog te worden op genomen, te bevestigen; namelijk het failldsempnt van de welbekende Bank van Nortborough en omstreken. De Bank staakte haar betalingen gisterochtend, en men ziegt, dat de zaken niet spoedig her vat zullen worden, daar de toestand biji- zonder lingéwikTfeld en van ernstige© aard is. We vernemen, dat de financieel© débacle te wijten is aan verschillend© groote faillieten 'te Londen." Ik zag mijn oom aan, maar "begreep ternauwernood wat ik las. „Hebt u geld in die bank, oomi? Q ja„ natuurlijk hebt u dat. At uw wissels zijn altoos op de bank van Nortborough. Vreest u véél' te verliezen, oomi?" „Kind, ik zal iederen stuiver, dien ik bezit, verhezen, ik ben een der groot ste aandeelhouders. Allés moet verkocht worden, Elmwood moet ook weg, en op mijn hoogen leeftijd zal ik nog genood-i Zaakt zijn voor mijn brood te gaan wer ken." Oom Matthias boog het hoofd en ween de geallieerden druk uit te oefenen, door duidelijk te doen uitkomen, dat het geen zwakheid is die de centralen tot het vredesaanbod bracht en door den indruk te vestigen, dat zij zich nog krachtig ge noeg voelen om den strijd met kans op succes voort te zetten. De militaire toestand van het oogenblik is het blijkt ook uit de rede van den voorzitter van het Pruisische Huis van Afgevaardigden wel in staat den Cen tralen dezen indruk te geven en dapr komt dan nog bij, dat men in Dpitsch- land en Oostenrijk hoe zwaar de eco nomische druk hier ook is, hoevelen er ook de ernstige gevolgen van den econo- mischen oorlog inzien toch ook spe culeert op de steeds slechter wordende binnenlandsche en economische toestan den in de vijandelijke landen. Evenals de geallieerden hopen op de moreele ineenstorting van Duitschland. De dreigende wereldhongersnood. Social1 Deraokraten" schrijft in een artikel: „De wereld voor den honger snood" o.a: het navolgende: „Lloyd Geor ge erkent thans ook, dat overal brood gebrek heerscht, en wel speciaal in Frankrijk en Italië. Tegelijkertijd doet zich echter het opmerkelijke feit voor, dat Duitschland, 'dat velen reeds lang als uitgehongerd beschouwden, zich be reid verklaart aardappelen en graan naar Zweden uit te voeren, ten einde hier voor in ruil ijzererts; te ontvangen. Intus- schen ziet de geheel© wereld zich ech ter door een hongersnood bedreigd. Lloyd George stelde eene Engelsche overwin ningl vóór het einde van dit jaar in uit zicht, doch op hetzelfde oogenblik, da,t deze nieuwe pverwinningsvoorspelling de wereld werd ingezonden, verkondigde het Havas-agentschap, dat de Geallieerden geen vrede zouden sluiten, vóór en al eer Elzas-Lotharingen aan Frankrijk zal zijn teruggegeven, en Italië Trient en Tri- ëst zal' hebben verkregen. Onwillekeurig is men geneigd zich af te vragen, hoe de Geallieerden het denken aan te leg gen, om! binnen 2i/2 maand, de Duit schers uit Noord-Frankrijk en Bel'gië te verdrijven, Elzas-Lotharingen te verove ren en ten slotte Duitschland tot den vrede te dwingen? En hoe zal "het Italië thans na den elfden Isonzo-slag geluk ken Triest te veroveren, en aan Oosten- rijk-Hongarije en Boelgarije den vrede op te leggen Wij meenen dan ook te mogen gelooven, dat deze oorlogskreten een l'aatste poging zijn omi 'de stemming 6r bij:'het volk in te houden. De eenig mogelijke vrede, is een vrede door verge lijk, en deze nadert met rassche schre den, indien althans "niet de geheel© we reld door plagen als ""Hongersnood, onlus ten en anarchie bezocht wordt, waar door 'Europa ten gronde zou .worden ge richt, tot vreugde van hare mededingers aan de andere zijde van den Atlanti- schen en den Stillen Oceaan." Waarom geen vrede? Waarom houden de Engelsche staats lieden de oorlogsstemming in hun. land kunstmatig levendig en weigeren zij stand vastig op ieder voorstel om aan het dwa ze bloedvergieten een einde te maken in te gaan? Waarom nemen zij een zoo ontzaglijke en bloedige verantwoordelijk heid op zich? De Engelsche D: H. cor respondent van het „St. Galler Tagblatt" g]eeft op die vragen een volkomen eer lijk en duidelijk antwoord als! hij schrijft: de bitter. Ik schreide evenzeer, ofschoon ik den omvang "van den slag nog niet begreep. „Ik heb nog eenig geld1, oom', dat weet u toch wel," zeide ik, terwijl ik hem) al'S een kind trachtte te troosten. Tante Judith heeft me zoowat tweeduizend pondi nagelaten." „Dat is ook alles weg," zei hij', zijn tranen afwis'schend, en zich tot kalmte dwingend, Judith's heele vermogen was eveneens in die bank vastgezet, evenals dat van tante 'Rachel. "Arme Hagar, haar lijfrente en haar spaargeld zijn aok ver loren." „Maar oom, u hebt toch ook aanjdee- len in "het kanaal en in de gasfabriek en nog zooveel' meer buitendien. Eh dan, u hebt nog enkele huizen in Nortbo rough." „Alles moet weg', Chrystie, alles moet Weg; ik ben totaal geruïneerd. Ik denk, dat ik niet eens genoeg heb, omi alles te betalen, waartoe ik verplicht ben." „Maar Elmwood toch niet, oom. Dat id toch erfgoed en niet met bankaandeel©© gekocht." „Ik .zal' ook Elmwood moeten verla ten, o'ngetwijfeld, als dit bericht juist is. 'Alles „zal opgeofferd worden, mijn eer lijken na,ami wil ik ongeschonden bewaren, zooals1 "ik hem geërfd heb. We moeten ons op ,het ergste voorbereiden. Maar VERSCHIJNT .ELKEN WERKDAG* Abonnementsprijs: Per 3 maanden fr. p. post f 1.51 Losse nummers- 0.05 Prijs der Advertentiën. 14 regels f 0.80, iedere regel meer 20 ct. 3-maal wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Bewijsnummers 5 cent. „Engeland wil als onmiddellijk resul taat van dezen oorlog de 'Duitsche kolo niën behouden, het wil alle bezette land streken, inclusief Elzas Lotharingen, en! het Trentino teruggegeven zien, het maakt voor zich en zijn bondgenoolen aanspraak op reusachtige schadeloosstellingen, het verlangt de bestraffing der bedrijvers va© de zoo vaak opgesomde gruweldaden te land en ter zee, en voor alles de ver-; lamming van Duitschlands overzeesche© handel, om van de uitlevering van de Duitsche vloot, de internationaliseering van het Kielerkanaal en de Dardanelles niet te spreken. Zulke oorlog,sdoeleindem hebben de bladen en ook sommige Engelsche staatslieden herhaaldelijk ge noemd. Vele couranten hebben daar bij den mond zoo v ol genomen, dat zij in 't geheel niet meer terug kun nen. Aan een onverslagen vijand kun nen echter zóó vérstrekkende vredesvoor waarden onmogelijk opgelegd worden, in tegendeel met de panden, die zij1 in han den hebben, ziouden het tenslotte juist de Centralen zijn, die den vrede dictee- ren zouden kunnen". En Zoo vecht Engeland voort. Offert iederen dag nutteloos vete jonge levens, brengt staten en staatjes op den duur aan den "rand van 'den ondergang. Korte oorlogsberichten. Volgens het Noorsche blad „Tiden- steyn" heeft de Engelsche regeering dezer dagen 't handelsverdrag met Noorsche in- porteurs van koloniale waren opgezegd. De opzeggingstermijn bedraagt drie maan den. Dit is reeds 't derde handelsverdrag, dat door Engeland ongemotiveerd opge zegd wordt. Het blad schrijft: „Men moet er op voorbereid zijn, dat Engeland zich langzamerhand van alle handelsverdragen losmaken wil." In verschillende plaatsen van Rijn land, o.a. te Wetten bij! Kevelaer en té Twisteden aan de Noord-Limburgsche grens, zijn de scholen gesloten wegens het epidemisch heerschen van dysenterie. Op 18 dezer treden in Duitschland verhoogde tarieven voor de sneltreinen ,en andere bepalingen, strekkende tot be perking van het vervoer van reizigers in werking. 1 De Time® verneemt uit het Engel sche hoofdkwartier: Dinsdag; j.l. hadden de Duitschers na onzen aanval'" op de© 12den, een tegenaanval beraamd, maar wegens de w e i ge r i n g van de genie troepen, die er aan deel zouden nemen, ton die tegenaanval' niet doorgaan. Wij hebben van deze weigering vernomte© door verklaringen van gevangenen e© het pochen van genie-soldaten zeiven die in onze handen vielen. Bijl een van He jongste tegenaanvallen is de commandant van de 49ste landweerbrigade door ee© geweerkogel' gedood. t De censuur te 'Praag! heeft een woordenboek verboden, omdat daarin het ■woord „Sultan" ook als. een hondennaam! wordt aangegeven. i t De Paus heeft gelast de broodkaar ten, die te Rome verstrekt worden, ook! op het Vaticaan in te voeren. Er zullen ook suikerkaarten worden uitgereikt. De Wiener „Sonn- und Montagzei- tung" komt, naar het Korr. Bur. meldt, in een bespreking van de El'zas-Lotha- ringlsche kwestie tot de conclusie, dat onmogelijk een duurzame vrede kan kio- - o, mijn liefste Chrystie, ik had Elmwood al' aan je gelegateerd: en ik 'heb altijd gedacht, dat jij: dan Hater op ons oude famiiliegoe|d zoudt wonen en nu komt het in vreernjde handen. Wat zal' er bo vendien van "jou worden, mijn kind, als ik er niet meer ben. Ik ben al' zoo 0U|d, en die schok van nu zal me misschien nog wel kwaad doen." „Lieve oom, u moet u niet om mjj bekommeren. Als het allerergste gebeurt, kan ik nog; wel' ons brood verdienen. Maar ik moet u nog wat meidedeelen ik wil' het u nu zefggenwees! niet boos, dat ik het nog verzwegen heib1 Louis en ik zijn verloofd." „Dan komt alles: terecht. O, lieve kind, wat ben ik daar blij; over. Mislschie© kan ik-nog wel''een klein beetje van mijn fortuin redden en dan zul je je ar men, ouden „oom nog wel een plaatsje gunnen in je huis." „Da beste oom, de allerbeste." „Gelukkig, 'je zult er dus: niet door lijden, mijn Chrystie, mijn grootste angst was om jou. God "is toch nog weer goed voor ons, niet waar?" Louis bevond zich op dat oogenblik te Brighton met zijn moeder en James Lascelles, doch wij verwachtten hen al len tegen den volgenden dag in Londen. (Wordt vervolgd^

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1917 | | pagina 1