no
Dinsdag: 4 September 1017
31e «laargang
De Groote Oorlog.
FEUILLETON.
Uitgave van
d» Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO,
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 213
Bureau te Middelburg:
'IRMA F. P. DHUIJ
L. BURG.
Drukkers:
Dost urbaan Le Cointre, Goes.
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnement sprfjs:
Per 3 maanden fr. p. post f 1.5G
Losse nummers -0.0®
Prijs der Advertentien.
14 regels f 0.60, iedere regel meer 15 cJ«
3-maal wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarde».
Bewijsnummers 5 cent.
Nog eens: een gemeenteraadsverkiezing.
Van geachte zijde maakt men ons
attent op een fout in ons artikel van 28
Augustus.
Men gelieve dit artikel nog eens voor
zich te nemen.
Wij schreven daar: De a.-r. lijst telde
7 namen: Dohner 80. Dekker 180, Brants
100. A 60, B 5, Gekozen is dus Dekker;
deze heeft'10 stemmen over; deze worden
gevoegd bij dien de meeste stemmen heeft,
dus bij die van Brants.
Dit nu is onjuist. De 10 stemmen die
Dekker over had komen bij dien, die
boven op de lijst staat, dat is Don-
ner. Deze is derhalve gekozen, en zoo
naar volgorde op de lijst volgt
Brants,, die ook gekozen is.
Wat de liberale lijst aangaat, wij ver
onderstelden den uitslag aldus: v. d. Bout
150; Fransen v. d. Putte 110, Risch 20.
v. Dissel 200. Gekozen derhalve van Dis
sel deze heeft, wijl de kiesdeeler 143
is (wij schreven abusievelijk 170!) 57
stemmen over; deze worden bij die van
v. d. Bout gevoegd .die 7 stemmen over
had, dat is te zamen 64 stemmen over;
•deze gevoegd bij die van Fransen v. d.
Putte, geven aan diens stemmencijfer dat
110 bedraagt, een surplus van 31 stem
men; de volgende candidaten hebben geen
van allen den kiesdeeler bereikt; derhalve*
valt het surplus 31 toe aan den candidaat
met de meeste stemmen, in dit geval
Kakebeeke, die 116 plus 31 is 147 ver
kreeg. Had deze candidaat er minder ge
had, bijvoorbeeld meer dan 20 (het cijfer
der overige candidaten) dan zou hij toch
gekozen zijn, omdat hij de meeste stem
men had.
Hadden alle candidaten een gelijk aantal
stemmen gehad, dan had de volgorde be
slist.
Bijvoorbeeld wanneer de uitslag was
geweest, dat v. d. Bout en v. Dissel
waren gekozen en de overige candida
ten in volgorde: Fransen v. d. Putte,
Risch, von Schmidt, Kakebeeke, Holl-
mann, elk 100 stemmen hadden gehad,
of elk 20, dan zouden gekozen zijn. ge
weest Fransen v. d. Putte en Risch.
Of de mogelijkheid ook bestaat dat
iemand gekozen wordt met weinig of
geen stemmen
Zeker.
Onderstel dat de kiesdeeler is 143. No.
1 krijgt 286 stemmen; no. 2 nu 1, no. 3
50, dan is no. *1 gekozen; en wordt zijn
surplus gevoegd bij de nul van zijn op
volger, dat is 143, en zoo is dan ook
no. 2 gekozen, niettegenstaande 50 kiezers
no. 3 begeerden, en niemand der kiezers
op no. 2 gestemd had. Een geval dat
zich echter wel niet licht zal voordoen.
Soechomlinof.
Hebben onze lezers voldoende nota ge
nomen van het bericht in ons Vrijdag-
nommer over het proces Soechomlinof?
Zij het dan in 't kort herhaald.
Er was dézer, dagen een proces ge
opend in Rusland tegen de ministers uit
de periode van 1914, met name tegen
den toenmaligen minister van oorlog Soe
chomlinof, en in dit proces trad als ge
tuige op de chef van den Russischen
generalen staf, generaal Janoesjkewitsj.
De bekende feiten herinnert men zich.
De Czaar had toegestemd in de alge-
meene mobilisatie, nadat eerst besloten
was alleen de legerkorpsen in de Zuid
westelijke grensdistricten, tegen Oosten
rijk, te mobiliseeren.
wzcmmrï «w.-r Mot w-
Bewerkt naar het Engelsch van
EMMA JANE WO RB OI SE-
64)
Thuis merkte men mijn vorderingen
steeds met de grootste voldoening op.
oom Matthias bedierf mij 'zelfs niet zoo'n
beetje, want hij werd nooit moede mijn
lof te verkondigen over mijn kundighe
den. Toen ik een half jaar Fransch had
geleerd, wilde hij bepaald, dat ik hein
Fransch les zou gaan geven, en als ik
Duitsch sprak, waarvan hij, ik ben er
zeker van, geen twaalf woorden verstond,
dan luisterde hij naar mij als naar een
°rakel. Als het jnooi weer was gingen
des Zaterdags, op mijn vrijen (Lag,
gewoonlijk uit, op welker wandeling
e w© meestal langs het strand maakten
Clara ons veelal vergezelde. Het was
Selukkigj dat oom Perren Clara een aar-
meisje vond, hij zei, dat clan ook
al eens vaak, „het is"zei bijl
met een grappig knipoogje naar mij:
Miet is ©en hef kind, maar ze is toch
met te vergelijken met Christie".
Zoo sprak hij veel van mij tegen an-
er©n; ik w!as steeds yoor hem „m'n
Toen de Keizer in Berlijn hoorde van
algemeene mobilisatie, dus over de ge-
heele grens, en derhalve ook tegen Duitseh-
land, vroeg deze den Czaar, die mobilisa
tie af te lasten, teneinde het uitbreken
van een oorlog te voorkomen; waarop
de Czaar antwoordde, dat dit niet kon.
En wat blijkt nu?
Dat de Czaar de algemeene mobilisatie,
eerst heeft bevolen op aanstoken van Ja
noesjkewitsj, doch eenige uren later, on
der den indruk van het telegram van
Keizer Wilhelm, eerst vroeg, toen g e-
lastte dat de mobilisatie door de ge
deeltelijke mobilisatie tegen Oostenrijk
moest vervangen worden.
En nu komt het vreeselijke.
Toen heeft de gewetenlooze Janoesjke
witsj geantwoord, dat dit niet kon, en
heeft de minister van oorlog, wiens naam
boven deze driestar staat, door den Czaar
gevraagd om het mobilisatiebevel in te
trekken, den Czaar (hij erkent het zelf)
„voorgelogen 'door te verklaren dat de
mobilisatie was beperkt tot de zuidweste
lijke districten, (terwijl hij) wist dat de
mobilisatie overal voortgang had".
„Ik loog den Czaar voor", zoo
zeide deze cynicus. En de ander Ja
noesjkewitsj maakte het nog bonter:
hij ging naar den attaché van het Duit-
sche gezantschap te Petersburg en ver
zekerde op zijn eerewoord dat de mobili
satie nog niet was afgekondigd. Ik kon
dit gerust zeggen, zoo voegde deze man
koelbloedig aan* zijn verklaring ten ge
rechte toe, want het mobilisatiebevel was
nog niet gegeven. *;,Ik had het bevel!
nog in mijn zak".
Deze twee hebben derhalve den oor
log ontketend en het leven en het bloed
van miljoenen over zich gehaald, op erger
dan schurkachtige wijze, en hun chef de
Ex-Czaar, met zijn vrouw en onschuldige
kinderen, zitten gevangen in het koude,
ongastvrije Siberië.
Waar behoorden deze twee wel te
zitten
Beknopt overzicht van den toestand.
Terwijl het aan het Westfront rustig
is, aan de Isonzo de aanvallen minderen,
en Sarrail in Macedonië weer tegenslag
heeft, begint aan het Oostfront voor de
Duitschers het morgenrood te gloren.
Wat zij willen is nu gebleken. De aan-
valsbeweging, welke zij zoo lang mogelijk
verborgen hielden, heeft zich nu geopen
baard. De Duitschers zijn. bij Uxkull over
de Duna getrokken, zij hebben, naar de
Russen zeiven melden, tevens in de rich
ting van Mitau een offensief ontketend
en een omvattende aanval tegen Riga in
geleid.
De Russen hebben zich dan ook ge
haast Riga te ontruimen, in verband, gelijk
een telegram uit Petrograd luidt, met de
dreigende situatie (toestand). Hier was na
melijk gevaar voor afsnijding van de Rus
sische achterwaartsche verbindingen.
Wat de Duitschers met dezen aanval
voor hebben, schijnt onzeker. Doortrekken
zal wel niet in de bedoeling liggen, dat
zou, met den winter voor oogen, niet
raadzaam zijn. Misschien is het hun om
wintervoorraad te doen, en allicht biedt
Riga en zijn omstreken hun dit wel
eenigszins. In ieder geval het Berlijnsche
telegram zegt: Riga is genomen; en voor
de Duitschers is dit een mooie, bemoedi
gende overwinning.
Chrystie". Als men mij bij nüjn komst
ten huize der Perrons voorspeld had, dat
ijk nog eens de lieveling van den ouden
heer zou worden, dan zou ik die voor
spelling zeker niet hebben geloofd.
En tojch,; het was waarvoor mijn
heer Perren was ik „mijn Chrystie" en
voor mij was hij „oom Matthias".
ZESTIENDE HOOFDSTUK.
Ik was nu bijna twee jaar op Elm-
wood en ik voelde mij nu zeer aan alles
daar gehecht. Ieder plekje in dat groote,
oude huis was mij dierbaar geworden,
iederen boom en iedere plant in den
tuin had ik lief. En toen wij eens een
uitstapje deden, verlangde ik er weer
naar, maar op Elmwood te zijn, zoodat
het uur der thuiskomst voor mij het pret
tigste van heel het uitstapje was.
Het was pü in het begin van Sep
tember en de bosschen en heuvels krë-
geto nu aJ iets van hun heerlijke na-
jaarstint. Het was prachtig weer en daar
wij efjn natten voorzomer hadden gehad,
was alles uit den grond gekomen, zoo
dat wé nu nog de meeste bloemen in
vollen bloei hadden. Het was dan ook
een genot hier te zijn, waar je ook liep,
in den tuin met zijn bloemen of in den
boomgaard met zijn heerlijke vruchten of
op den landweg tusschen de met' goud-
In Rusland.
De toestand in Rusland is verwarder
dan ooit en, al hoort men er soms niets
van verluiden, ook aan het front, waar
iedere strubbeling in het binnenland
zich onmiddellijk doet gevoelen, ziet het
er droevig uit. De „Figaro" jammert j
luide over de Russische discipline, die
volkomen zoek is en schrijft:
„Het zou nutteloos zijn, zich te willen
ontveinzen dat de toestand van 'het oos
telijk front er nog steeds niet veel beter
op wordt, maar integendeel groote r re
den tot ongerustheid geeft. Wel Is de
voorloopige regeering vóór den oorlog
tot het uiterste, en, wat nog gewichtiger
is, er zijn behalve de aanhangers van
Lenin, geen Russen, die op een ander
standpunt staan of een afzonderlijken
Vrede willen sluiten. Het grootste gevaar
schijnt dus afgewend.
Maar als!" Rusland geen vrede sluiten
wil', wil of kan het dan oorlog voeTen?
Helaas! Is het zeker dat de geest in het
leger niet is zooals die zijn moet. Mis-
sfchien hebben sommige regimenten on
danks de dwaze hervormingen, die wel'
tot het volkomen verdwijnen der disci
pline aanleiding moesten geven, den ouden
krijgsmansgeest bewaard, maar anderen
zijn hopeloos met het verfoeilijk pacifis
me besmet. De vermenging van zulke
troepen met de eerstgenoemde, blijft na
tuurlijk een groot gevaar, want biji een
aanval kan de afvalligheid van een oï
twee regimenten reeds tot de nederlaag
leiden; de moedige soldaten worden dan
slachtoffers van de lafheid der anderen.
Ondanks alle pogingen de discipline te
herstellen, zijn de ongehoorzaain(hedien
nog aan de orde van den dag."
Maar, wien moeten de Russische sol
daten ook gehoorzaam zijn Hun offi
cieren, die zelf nauwelijks: weten waar
om het gaat? De voorloopige regeering,
die een ootmoedig dienaar van de Entente
is, en doeleinden najaagt waarvoor de
eenvoudige Russische boer niet de min
ste sympathie heeft? Of de inspraak van
zijn eigen hart, dat zegter is thans
lang genoeg gestreden: Uw gezin en uw
stukje akkerland hebben u meer noodig
dan Kerenski en Buchanan!?
Als hij naar d i e stem Juistert is hij
glered.
De pers en de vredesnota.
De „Stampa" meldt, dat het antwoord
van den kanselier op de vredesnota van
den Paus met voldoening door het Vati
caan is opgenomen .De Paus koestert de
hoop, dat enkele Entente-mogendheden het
voorbeeld van den Duitschen rijkskanse
lier zullen volgen.
Het Italiaansche „Corrier edella Sera"
verwijt aan haar regeering, dat deze nog
geen stelling heeft genomen omtrent het
voorstel van den Paus, ten einde hierdoor
een om zich heen grijpen van het vredes-
idee tegen te gaan.
De „Secoio" schrijft, dat bij een Mi-
laansche drukkerij 100.000 afschriften van
de pauselijke nota werden besteld, die
voor een gedeelte ook aan het front ver
spreid zullen worden. Deze vredesactie
heeft de Italiaansche regeering te laat
bemerkt.
De „Daily Chronicle" schrijft: De door
den Paus zoo onschuldig gebruikte uit
drukking „vrijheid ter zee" is uitgevon
den in Duitschland, om Engeland in den
naasten oorlog te verlammen.
Het Parijsche „Journal" bericht uit Pe
tersburg, dat de 'pauselijke voorstellen
gele schoven .bedekte velden in, het was
een onuitsprakelijfce verrukking de schoon
heid der natuur te ondergaan met alle
Zintuigen. En als het 's avonds begon!
te schemeren, wais het vooral heerlijk
aan het strand, om daar den vuurrooden
zonnegloed over het wijde watervlak te
zien verbleeken tot de nacht zijn ivale
sluiers over de dan donkere golven span
de, waardoor de maan haar lichtglans
zilveren kwam. Dan was het mij goed
aan hef strand te 'zijn en een groote
rust overspande dan mijn denken.
öip een Septemberdag kreeg de school
vrijaf van mevrouw March, waarom weet
ik niet recht ,maar ik geloof, dat z4
de bruiloft van een oud-leerlinge moest
bijwonenin elk geval, wij haddesl
een vrjen dag en oom Matthias en ik
hadden besloten van de gelegenheid eens
gebruik te maken door een tocht langs
het strand te maken.
iOom en ik gingen vaak langs het strand,
soms was Clara dan ook van de partij,
maar dikwijls waren we ook maar met
ons beiden, oif eigenlijk tóch met. ons
drieën, want Grip, het hondje, dat ik
eens van oom gekregen had, was er al-
tjd bij. Dan liepen we soms heele ein
den zonder te praten, wat ik ook wel
eens prettig vond, maar meestal hadden
we lange gesprekken, en dan moest oom
me een massia dingen verklaren, die we
onderweg zagen,, waarvan ik als kind,
nog maar heel weinig afwist.
Dien dag wandelden we verder dan
gewoonlijk, af en toe eens even stilstaan
de, om, als we eens een extra-mooie
schelp zagen, die op te rapen voor mijn
verzamelingen eindelijk waren we
zoo moe, dat we niet meer konden en
ons op een rots neerzetten, om daar eens
heerlijk uit te rusten.
Daar gebruikten we ons ontbijt
broodjes met vleesch en lekkere appelen,
dat. wil zeggen, oom at hoofdzakelijk 'de
broodjes, terwijl ik de twee lekkere ap
pelen hebben mocht, die Dobbs in mijn
mjaindje had gestopt. Toen wj dat op
hadden, hen ik de rots wat hooger op
gegaan en nu Vond ik tot mijn vreugde
in een spleet een iroot aantal braam
struiken en daar ik de vruchtjes al lek
ker vond, begon ik maar dadelijk er een
massa voor oom te plukken, want ik
meende nu eenmaal, dat hij er veel meer
op gesteld zou zijn dan op cle lekkerste
kasvruchten.
Toen ik echter teruggekeerd was. en
oom mijn bramen presenteerde, at hij er
maar enkele. „Houd u niet van bramen,
oom?" vroeg ik, teleurgesteld, toen hij,
na er een stuk of zes gegeten te heb
ben, ophield en zonder er meer zijn aan
dacht aan te wijden, stil voor zich ging
zitten kijken naar de zee.
volgens de voorloopige regeering in strijd
zijn met de „aspiraties" van het Russi
sche volk. In de Zwitschersche „Züricher
Post" schrijft haar Londensche correspon- j
dent: „Een directe afwijzing van de pau-
selijke vredesnota door Engeland is bij de j
op het oogenblik heerschende volksstem-
ming uitgesloten".
Russischs gruwelen in Kalusch
Een oorlogscorrespondent van de Pe-
tersburgsche „Börsen Zeitung" besehrijift
de afgrijselijke voorvallen, die Zich ge
durende de korte bezetting door de Rus
een in dit stadje hebben afgespeeld.
Twee regimenten 'infanterie bezlettenl
Kalusch, waar hun eerste werk was, een
ongelooeflijke hoeveelheid brandewijn
naar binnen te spoelen. De officieren!
konden de manschappen niet in toom
houden. In korten tijd waren de sol
daten stomdronken. Nu begonnen zijhun
aandacht te schenken aan het zwakkere
geslacht. "Wij: willen van de schanddal-
den, die nu voorvielen, alleen zeggen,
dat grijze oudjes en zëlfs achtjarige
meisjes niet bleven gespaard. Enkele
kinderen wenden op straat gevierendeeld).
Daarna begon de beschonken bende doel
loos te schieten, waarbij vele inwoners
en verscheidene soldaten het leven mloes-
ten inboeten. Toen een Duitsche tegen
aanval' de Russische stelling bedreigde,
kon de commandant met groote moeite
800 menschen verzamelen, 0111 aan .de
Duitschers weerstand te bieden. De ove
rigen zetten de orgie voort, die miet een
wilde verwoesting en plundering eindigde,
waarbij een groot aantal' dooien vielen.
De soldaten probeerden zelfs aan de
dooden de gouden tandvullingen uit den
ipond te trekken.
Stockholm tijdens den oorlog.
De verklaring van Bonar Law, dat de
regeeringen van Londen, Parijs, Romie
en Washington aan hunne socialisten!
geen vrijheid geven naar Stockholm te
gaan, heeft daar uiterlijk geen verande
ring gebracht. Voor 't oogenblik zijn de
leden van het vredescomité er niet sterk
vertegenwoordigd. Brantiïig is erg in be
slag genomen door een kiezerscampagne.
Troelstra is vermoeid en zoekt verade
ming in de vrijje lucht. Een Deenschö
vertegenwoordiging is sedert weken ab
sent en zoo rust het geheele werk op
de Schouders van Camille Huysmans, die
aan stoere werkkracht een onwrikbaar
optimisme paart.
Het eeuwige uitstel' van de bijeenkomst
door de moeilijkheden, die de Entente-
regeeringen aan het comité in den weg
leggen, zal voor de meeste leden onge
twijfeld een groote ontgoocheling zijn ge
weest. Ook in Rusland heeft men dat
gevoeld. Men herinnere zich de heftige
artikelen der „IsWestija", die de voort
durende verschuiving der conferentie toe
schreef aan imperialistische sabotage van
de Entente-regeeringen. Er gaan stemt
men op in Rusland, die vragen, hoe
lang de arbeiderspartijen valn Frankrijk
en Engeland onder het dwangregime van
Bonar Law c.s. den binnenlandschen
vrede nog zullen bewaren.
Van een oppositie tegen de regeering,
en wel in de eerste plaats tegen, die van
Frankrijk, hoort 'men niets. De gevolg
trekking ligt voor de handde partij
van Renaudel' leeft in de hoop, dat het
ingrijpen van Amerika Duitschland ten
onder zal' "brengen. Renaudel zou dus
hierin niet verschillen met Lloyd Geor
ge, Ribot en Boselli.
De dood van Yperen.
In het „stedehuis" te Yperen hangt de
copie van het schilderstuk van Ferd.
Pauwels, dat de vreeselijke catastrophe
voorstelt, die in 1347 deze bloeiende han
delsstad ontvolkt. Oorlog en pest lieten
van de 200.000 inwoners slechts 5000
in leven. Dat was de dood van Yperen.
En nu is door dezen oorlog de stad op
nieuw een poel van onuitsprekelijk leed
geworden. Voor haar poorten vinden wij
een slagveld, waar sinds den herfst van
1914 duizenden en nog eens duizenden
hun kostbaar leven moesten laten. Voor
de Duitschers is met den naam Yperen
één der meest beslissende slagen van het
eerste oorlogsjaar verbonden. De Gealli
eerden poogden toen het Duitsche front
in het Vlaamsche kustgebied te doorbre
ken. Wij herinneren ons nog, hoe een
groot aantal Duitsche studenten hier een
veel sterkeren vijand konden tegenhouden.
In dezen geweldigen kamp verplaatst
ons het nieuwe boek van Wilhelm Schrei-
ner: „De dood van Yperen" (Oranien-
verslag Herborn), dat noch oorlogskroniek,
noch roman genoemd kan worden en toch
met beide verwant is. Zelf is de schrij
ver met camera en potlood door deze
noodlottige streek getrokken, terwijl hem
van den kant van vrienden en bekenden
een menigte dagboeken en brieven ten
dienste hebben gestaan. Hij geeft ons een
diepen kijk in de harten dier hoopvolle
levens met hun hoog idealisme, hun heim
wee en hun moed, zichzelf te geven voor
anderen.
Talrijke illustraties vervolledigen Nde
aanschouwelijkheid van den tekst.
Soechomlinof.
Onthoudt dien naam, lezer, en ook dien
van Janoeskewitsj, het zijn twee heertjes,
die de Czaar in 1914 in zijn dienst had.
Uit het proces wordt steeds meer open
baar, hetwelk dit bewijst. En zooals het
bij ontdekking van hunne streken meer
gaat, deze twee beschuldigen nu elkander,
en basonof, want dat is ook een man
met een luchtjen aanl
Zij hebben nu bekend, dat men in
Duitschland van alle Russische oorlogs-
toebereidselen op de hoogte was. De ge
tuige verklaarde, dat Sasonof den Czaar
er toe bracht dat er over het mobilisatie-
vraagstuk achteraf nog een conferentie
zou plaats hebben en de conferentie van'
de ministers van oorlog, marine en bin-
nenlandsche zaken besloot in tien minuten
tot den oorlog. Soechomlinof verklaarde
ook, dat hij den Czaar van niet-opheffing
der mobilisatie gesproken had, omdat het
telegram van keizer Wilhelm niets waar
borgde, maar de Czaar stond op op
heffing.
Nog zijn ter terechtzitting stukken voor
gelezen, waaruit bleek dat Soechomlinof
in geheime verstandhouding stond tot de
maatschappij bij welke hij een millioen
granaatontstekers voor zeven millioen roe
bel liet bestellen. Ofschoon hij nauwkeu
rig wist, dat haar fabrieken niet waren
ingericht op het aanmaken van ontstekers,
gaf hij last, aan de maatschappij een
voorschot van twee en een half millioen
roebel te verstrekken, niettegenstaande de
militaire controle hiertegen protesteerde.
Zoo wordt steeds meer de schuld van
Rusland aan de ontketening van den oor
log bevestigd; en de drie hoofdschuldigen
zijn: Sasonof, de minister van binnen -
landsche zaken en trouwe waakhond van
de Entente; Soechomlinof, de leugenaar
en eedbreker, en Janoeskewitsj, die door
Oom antwoordde mij1 Iniet, dus herhaal
de ik mijn vraag.
„Hè?" zei hij toen, maar aan zijn ma
nier van spreken kon ik duidelijk hooren,
(dat hij mij niet had verstaan. Ik zag
het trouwens wel aan zijn houding, dat
hij in gedachten verdiept was. Maar een
tweede herhaling mijner vraag was toch
voldoende.
Of ik van'bramen houd „Chrystie?"
Ja zeker maar ik kan gr niet zoo heel
best tegenk 41 vind ik ze erg lekker.
Er is een tijd geweest, kind, dat ik met
je zou hebben gewedijverd in het bramen
eten. Menig mandje vol heb ik in die
spleten waai' jij ze hebt gehaald ge
plukt. Ik zat er juist over te denken, hoe
veel jaar dat alweer geleden is sinds
ik hier als jongen zat".
„Kwam u hier vaak, oom?"
„O ja, héél vaak, en meestal was Ju
lia Catherwood dan bij me. Ze hield al
evenveel van bramen dis ik, maar het
plukken, dat lmt ze, aan mij over. Ze
was veel te bang om haar mooie hand
jes vuil te maken. O, wat hebben wij;
toen vaak schik gehad samen. Ik zou
wel eens wfllen .weten, w,aar z!e nu is,
die Julia".
(Wordt rwrvotg-cL)
j