no Dinsdag: 4 September 1017 31e «laargang De Groote Oorlog. FEUILLETON. Uitgave van d» Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 213 Bureau te Middelburg: 'IRMA F. P. DHUIJ L. BURG. Drukkers: Dost urbaan Le Cointre, Goes. De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnement sprfjs: Per 3 maanden fr. p. post f 1.5G Losse nummers -0.0® Prijs der Advertentien. 14 regels f 0.60, iedere regel meer 15 cJ« 3-maal wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarde». Bewijsnummers 5 cent. Nog eens: een gemeenteraadsverkiezing. Van geachte zijde maakt men ons attent op een fout in ons artikel van 28 Augustus. Men gelieve dit artikel nog eens voor zich te nemen. Wij schreven daar: De a.-r. lijst telde 7 namen: Dohner 80. Dekker 180, Brants 100. A 60, B 5, Gekozen is dus Dekker; deze heeft'10 stemmen over; deze worden gevoegd bij dien de meeste stemmen heeft, dus bij die van Brants. Dit nu is onjuist. De 10 stemmen die Dekker over had komen bij dien, die boven op de lijst staat, dat is Don- ner. Deze is derhalve gekozen, en zoo naar volgorde op de lijst volgt Brants,, die ook gekozen is. Wat de liberale lijst aangaat, wij ver onderstelden den uitslag aldus: v. d. Bout 150; Fransen v. d. Putte 110, Risch 20. v. Dissel 200. Gekozen derhalve van Dis sel deze heeft, wijl de kiesdeeler 143 is (wij schreven abusievelijk 170!) 57 stemmen over; deze worden bij die van v. d. Bout gevoegd .die 7 stemmen over had, dat is te zamen 64 stemmen over; •deze gevoegd bij die van Fransen v. d. Putte, geven aan diens stemmencijfer dat 110 bedraagt, een surplus van 31 stem men; de volgende candidaten hebben geen van allen den kiesdeeler bereikt; derhalve* valt het surplus 31 toe aan den candidaat met de meeste stemmen, in dit geval Kakebeeke, die 116 plus 31 is 147 ver kreeg. Had deze candidaat er minder ge had, bijvoorbeeld meer dan 20 (het cijfer der overige candidaten) dan zou hij toch gekozen zijn, omdat hij de meeste stem men had. Hadden alle candidaten een gelijk aantal stemmen gehad, dan had de volgorde be slist. Bijvoorbeeld wanneer de uitslag was geweest, dat v. d. Bout en v. Dissel waren gekozen en de overige candida ten in volgorde: Fransen v. d. Putte, Risch, von Schmidt, Kakebeeke, Holl- mann, elk 100 stemmen hadden gehad, of elk 20, dan zouden gekozen zijn. ge weest Fransen v. d. Putte en Risch. Of de mogelijkheid ook bestaat dat iemand gekozen wordt met weinig of geen stemmen Zeker. Onderstel dat de kiesdeeler is 143. No. 1 krijgt 286 stemmen; no. 2 nu 1, no. 3 50, dan is no. *1 gekozen; en wordt zijn surplus gevoegd bij de nul van zijn op volger, dat is 143, en zoo is dan ook no. 2 gekozen, niettegenstaande 50 kiezers no. 3 begeerden, en niemand der kiezers op no. 2 gestemd had. Een geval dat zich echter wel niet licht zal voordoen. Soechomlinof. Hebben onze lezers voldoende nota ge nomen van het bericht in ons Vrijdag- nommer over het proces Soechomlinof? Zij het dan in 't kort herhaald. Er was dézer, dagen een proces ge opend in Rusland tegen de ministers uit de periode van 1914, met name tegen den toenmaligen minister van oorlog Soe chomlinof, en in dit proces trad als ge tuige op de chef van den Russischen generalen staf, generaal Janoesjkewitsj. De bekende feiten herinnert men zich. De Czaar had toegestemd in de alge- meene mobilisatie, nadat eerst besloten was alleen de legerkorpsen in de Zuid westelijke grensdistricten, tegen Oosten rijk, te mobiliseeren. wzcmmrï «w.-r Mot w- Bewerkt naar het Engelsch van EMMA JANE WO RB OI SE- 64) Thuis merkte men mijn vorderingen steeds met de grootste voldoening op. oom Matthias bedierf mij 'zelfs niet zoo'n beetje, want hij werd nooit moede mijn lof te verkondigen over mijn kundighe den. Toen ik een half jaar Fransch had geleerd, wilde hij bepaald, dat ik hein Fransch les zou gaan geven, en als ik Duitsch sprak, waarvan hij, ik ben er zeker van, geen twaalf woorden verstond, dan luisterde hij naar mij als naar een °rakel. Als het jnooi weer was gingen des Zaterdags, op mijn vrijen (Lag, gewoonlijk uit, op welker wandeling e w© meestal langs het strand maakten Clara ons veelal vergezelde. Het was Selukkigj dat oom Perren Clara een aar- meisje vond, hij zei, dat clan ook al eens vaak, „het is"zei bijl met een grappig knipoogje naar mij: Miet is ©en hef kind, maar ze is toch met te vergelijken met Christie". Zoo sprak hij veel van mij tegen an- er©n; ik w!as steeds yoor hem „m'n Toen de Keizer in Berlijn hoorde van algemeene mobilisatie, dus over de ge- heele grens, en derhalve ook tegen Duitseh- land, vroeg deze den Czaar, die mobilisa tie af te lasten, teneinde het uitbreken van een oorlog te voorkomen; waarop de Czaar antwoordde, dat dit niet kon. En wat blijkt nu? Dat de Czaar de algemeene mobilisatie, eerst heeft bevolen op aanstoken van Ja noesjkewitsj, doch eenige uren later, on der den indruk van het telegram van Keizer Wilhelm, eerst vroeg, toen g e- lastte dat de mobilisatie door de ge deeltelijke mobilisatie tegen Oostenrijk moest vervangen worden. En nu komt het vreeselijke. Toen heeft de gewetenlooze Janoesjke witsj geantwoord, dat dit niet kon, en heeft de minister van oorlog, wiens naam boven deze driestar staat, door den Czaar gevraagd om het mobilisatiebevel in te trekken, den Czaar (hij erkent het zelf) „voorgelogen 'door te verklaren dat de mobilisatie was beperkt tot de zuidweste lijke districten, (terwijl hij) wist dat de mobilisatie overal voortgang had". „Ik loog den Czaar voor", zoo zeide deze cynicus. En de ander Ja noesjkewitsj maakte het nog bonter: hij ging naar den attaché van het Duit- sche gezantschap te Petersburg en ver zekerde op zijn eerewoord dat de mobili satie nog niet was afgekondigd. Ik kon dit gerust zeggen, zoo voegde deze man koelbloedig aan* zijn verklaring ten ge rechte toe, want het mobilisatiebevel was nog niet gegeven. *;,Ik had het bevel! nog in mijn zak". Deze twee hebben derhalve den oor log ontketend en het leven en het bloed van miljoenen over zich gehaald, op erger dan schurkachtige wijze, en hun chef de Ex-Czaar, met zijn vrouw en onschuldige kinderen, zitten gevangen in het koude, ongastvrije Siberië. Waar behoorden deze twee wel te zitten Beknopt overzicht van den toestand. Terwijl het aan het Westfront rustig is, aan de Isonzo de aanvallen minderen, en Sarrail in Macedonië weer tegenslag heeft, begint aan het Oostfront voor de Duitschers het morgenrood te gloren. Wat zij willen is nu gebleken. De aan- valsbeweging, welke zij zoo lang mogelijk verborgen hielden, heeft zich nu geopen baard. De Duitschers zijn. bij Uxkull over de Duna getrokken, zij hebben, naar de Russen zeiven melden, tevens in de rich ting van Mitau een offensief ontketend en een omvattende aanval tegen Riga in geleid. De Russen hebben zich dan ook ge haast Riga te ontruimen, in verband, gelijk een telegram uit Petrograd luidt, met de dreigende situatie (toestand). Hier was na melijk gevaar voor afsnijding van de Rus sische achterwaartsche verbindingen. Wat de Duitschers met dezen aanval voor hebben, schijnt onzeker. Doortrekken zal wel niet in de bedoeling liggen, dat zou, met den winter voor oogen, niet raadzaam zijn. Misschien is het hun om wintervoorraad te doen, en allicht biedt Riga en zijn omstreken hun dit wel eenigszins. In ieder geval het Berlijnsche telegram zegt: Riga is genomen; en voor de Duitschers is dit een mooie, bemoedi gende overwinning. Chrystie". Als men mij bij nüjn komst ten huize der Perrons voorspeld had, dat ijk nog eens de lieveling van den ouden heer zou worden, dan zou ik die voor spelling zeker niet hebben geloofd. En tojch,; het was waarvoor mijn heer Perren was ik „mijn Chrystie" en voor mij was hij „oom Matthias". ZESTIENDE HOOFDSTUK. Ik was nu bijna twee jaar op Elm- wood en ik voelde mij nu zeer aan alles daar gehecht. Ieder plekje in dat groote, oude huis was mij dierbaar geworden, iederen boom en iedere plant in den tuin had ik lief. En toen wij eens een uitstapje deden, verlangde ik er weer naar, maar op Elmwood te zijn, zoodat het uur der thuiskomst voor mij het pret tigste van heel het uitstapje was. Het was pü in het begin van Sep tember en de bosschen en heuvels krë- geto nu aJ iets van hun heerlijke na- jaarstint. Het was prachtig weer en daar wij efjn natten voorzomer hadden gehad, was alles uit den grond gekomen, zoo dat wé nu nog de meeste bloemen in vollen bloei hadden. Het was dan ook een genot hier te zijn, waar je ook liep, in den tuin met zijn bloemen of in den boomgaard met zijn heerlijke vruchten of op den landweg tusschen de met' goud- In Rusland. De toestand in Rusland is verwarder dan ooit en, al hoort men er soms niets van verluiden, ook aan het front, waar iedere strubbeling in het binnenland zich onmiddellijk doet gevoelen, ziet het er droevig uit. De „Figaro" jammert j luide over de Russische discipline, die volkomen zoek is en schrijft: „Het zou nutteloos zijn, zich te willen ontveinzen dat de toestand van 'het oos telijk front er nog steeds niet veel beter op wordt, maar integendeel groote r re den tot ongerustheid geeft. Wel Is de voorloopige regeering vóór den oorlog tot het uiterste, en, wat nog gewichtiger is, er zijn behalve de aanhangers van Lenin, geen Russen, die op een ander standpunt staan of een afzonderlijken Vrede willen sluiten. Het grootste gevaar schijnt dus afgewend. Maar als!" Rusland geen vrede sluiten wil', wil of kan het dan oorlog voeTen? Helaas! Is het zeker dat de geest in het leger niet is zooals die zijn moet. Mis- sfchien hebben sommige regimenten on danks de dwaze hervormingen, die wel' tot het volkomen verdwijnen der disci pline aanleiding moesten geven, den ouden krijgsmansgeest bewaard, maar anderen zijn hopeloos met het verfoeilijk pacifis me besmet. De vermenging van zulke troepen met de eerstgenoemde, blijft na tuurlijk een groot gevaar, want biji een aanval kan de afvalligheid van een oï twee regimenten reeds tot de nederlaag leiden; de moedige soldaten worden dan slachtoffers van de lafheid der anderen. Ondanks alle pogingen de discipline te herstellen, zijn de ongehoorzaain(hedien nog aan de orde van den dag." Maar, wien moeten de Russische sol daten ook gehoorzaam zijn Hun offi cieren, die zelf nauwelijks: weten waar om het gaat? De voorloopige regeering, die een ootmoedig dienaar van de Entente is, en doeleinden najaagt waarvoor de eenvoudige Russische boer niet de min ste sympathie heeft? Of de inspraak van zijn eigen hart, dat zegter is thans lang genoeg gestreden: Uw gezin en uw stukje akkerland hebben u meer noodig dan Kerenski en Buchanan!? Als hij naar d i e stem Juistert is hij glered. De pers en de vredesnota. De „Stampa" meldt, dat het antwoord van den kanselier op de vredesnota van den Paus met voldoening door het Vati caan is opgenomen .De Paus koestert de hoop, dat enkele Entente-mogendheden het voorbeeld van den Duitschen rijkskanse lier zullen volgen. Het Italiaansche „Corrier edella Sera" verwijt aan haar regeering, dat deze nog geen stelling heeft genomen omtrent het voorstel van den Paus, ten einde hierdoor een om zich heen grijpen van het vredes- idee tegen te gaan. De „Secoio" schrijft, dat bij een Mi- laansche drukkerij 100.000 afschriften van de pauselijke nota werden besteld, die voor een gedeelte ook aan het front ver spreid zullen worden. Deze vredesactie heeft de Italiaansche regeering te laat bemerkt. De „Daily Chronicle" schrijft: De door den Paus zoo onschuldig gebruikte uit drukking „vrijheid ter zee" is uitgevon den in Duitschland, om Engeland in den naasten oorlog te verlammen. Het Parijsche „Journal" bericht uit Pe tersburg, dat de 'pauselijke voorstellen gele schoven .bedekte velden in, het was een onuitsprakelijfce verrukking de schoon heid der natuur te ondergaan met alle Zintuigen. En als het 's avonds begon! te schemeren, wais het vooral heerlijk aan het strand, om daar den vuurrooden zonnegloed over het wijde watervlak te zien verbleeken tot de nacht zijn ivale sluiers over de dan donkere golven span de, waardoor de maan haar lichtglans zilveren kwam. Dan was het mij goed aan hef strand te 'zijn en een groote rust overspande dan mijn denken. öip een Septemberdag kreeg de school vrijaf van mevrouw March, waarom weet ik niet recht ,maar ik geloof, dat z4 de bruiloft van een oud-leerlinge moest bijwonenin elk geval, wij haddesl een vrjen dag en oom Matthias en ik hadden besloten van de gelegenheid eens gebruik te maken door een tocht langs het strand te maken. iOom en ik gingen vaak langs het strand, soms was Clara dan ook van de partij, maar dikwijls waren we ook maar met ons beiden, oif eigenlijk tóch met. ons drieën, want Grip, het hondje, dat ik eens van oom gekregen had, was er al- tjd bij. Dan liepen we soms heele ein den zonder te praten, wat ik ook wel eens prettig vond, maar meestal hadden we lange gesprekken, en dan moest oom me een massia dingen verklaren, die we onderweg zagen,, waarvan ik als kind, nog maar heel weinig afwist. Dien dag wandelden we verder dan gewoonlijk, af en toe eens even stilstaan de, om, als we eens een extra-mooie schelp zagen, die op te rapen voor mijn verzamelingen eindelijk waren we zoo moe, dat we niet meer konden en ons op een rots neerzetten, om daar eens heerlijk uit te rusten. Daar gebruikten we ons ontbijt broodjes met vleesch en lekkere appelen, dat. wil zeggen, oom at hoofdzakelijk 'de broodjes, terwijl ik de twee lekkere ap pelen hebben mocht, die Dobbs in mijn mjaindje had gestopt. Toen wj dat op hadden, hen ik de rots wat hooger op gegaan en nu Vond ik tot mijn vreugde in een spleet een iroot aantal braam struiken en daar ik de vruchtjes al lek ker vond, begon ik maar dadelijk er een massa voor oom te plukken, want ik meende nu eenmaal, dat hij er veel meer op gesteld zou zijn dan op cle lekkerste kasvruchten. Toen ik echter teruggekeerd was. en oom mijn bramen presenteerde, at hij er maar enkele. „Houd u niet van bramen, oom?" vroeg ik, teleurgesteld, toen hij, na er een stuk of zes gegeten te heb ben, ophield en zonder er meer zijn aan dacht aan te wijden, stil voor zich ging zitten kijken naar de zee. volgens de voorloopige regeering in strijd zijn met de „aspiraties" van het Russi sche volk. In de Zwitschersche „Züricher Post" schrijft haar Londensche correspon- j dent: „Een directe afwijzing van de pau- selijke vredesnota door Engeland is bij de j op het oogenblik heerschende volksstem- ming uitgesloten". Russischs gruwelen in Kalusch Een oorlogscorrespondent van de Pe- tersburgsche „Börsen Zeitung" besehrijift de afgrijselijke voorvallen, die Zich ge durende de korte bezetting door de Rus een in dit stadje hebben afgespeeld. Twee regimenten 'infanterie bezlettenl Kalusch, waar hun eerste werk was, een ongelooeflijke hoeveelheid brandewijn naar binnen te spoelen. De officieren! konden de manschappen niet in toom houden. In korten tijd waren de sol daten stomdronken. Nu begonnen zijhun aandacht te schenken aan het zwakkere geslacht. "Wij: willen van de schanddal- den, die nu voorvielen, alleen zeggen, dat grijze oudjes en zëlfs achtjarige meisjes niet bleven gespaard. Enkele kinderen wenden op straat gevierendeeld). Daarna begon de beschonken bende doel loos te schieten, waarbij vele inwoners en verscheidene soldaten het leven mloes- ten inboeten. Toen een Duitsche tegen aanval' de Russische stelling bedreigde, kon de commandant met groote moeite 800 menschen verzamelen, 0111 aan .de Duitschers weerstand te bieden. De ove rigen zetten de orgie voort, die miet een wilde verwoesting en plundering eindigde, waarbij een groot aantal' dooien vielen. De soldaten probeerden zelfs aan de dooden de gouden tandvullingen uit den ipond te trekken. Stockholm tijdens den oorlog. De verklaring van Bonar Law, dat de regeeringen van Londen, Parijs, Romie en Washington aan hunne socialisten! geen vrijheid geven naar Stockholm te gaan, heeft daar uiterlijk geen verande ring gebracht. Voor 't oogenblik zijn de leden van het vredescomité er niet sterk vertegenwoordigd. Brantiïig is erg in be slag genomen door een kiezerscampagne. Troelstra is vermoeid en zoekt verade ming in de vrijje lucht. Een Deenschö vertegenwoordiging is sedert weken ab sent en zoo rust het geheele werk op de Schouders van Camille Huysmans, die aan stoere werkkracht een onwrikbaar optimisme paart. Het eeuwige uitstel' van de bijeenkomst door de moeilijkheden, die de Entente- regeeringen aan het comité in den weg leggen, zal voor de meeste leden onge twijfeld een groote ontgoocheling zijn ge weest. Ook in Rusland heeft men dat gevoeld. Men herinnere zich de heftige artikelen der „IsWestija", die de voort durende verschuiving der conferentie toe schreef aan imperialistische sabotage van de Entente-regeeringen. Er gaan stemt men op in Rusland, die vragen, hoe lang de arbeiderspartijen valn Frankrijk en Engeland onder het dwangregime van Bonar Law c.s. den binnenlandschen vrede nog zullen bewaren. Van een oppositie tegen de regeering, en wel in de eerste plaats tegen, die van Frankrijk, hoort 'men niets. De gevolg trekking ligt voor de handde partij van Renaudel' leeft in de hoop, dat het ingrijpen van Amerika Duitschland ten onder zal' "brengen. Renaudel zou dus hierin niet verschillen met Lloyd Geor ge, Ribot en Boselli. De dood van Yperen. In het „stedehuis" te Yperen hangt de copie van het schilderstuk van Ferd. Pauwels, dat de vreeselijke catastrophe voorstelt, die in 1347 deze bloeiende han delsstad ontvolkt. Oorlog en pest lieten van de 200.000 inwoners slechts 5000 in leven. Dat was de dood van Yperen. En nu is door dezen oorlog de stad op nieuw een poel van onuitsprekelijk leed geworden. Voor haar poorten vinden wij een slagveld, waar sinds den herfst van 1914 duizenden en nog eens duizenden hun kostbaar leven moesten laten. Voor de Duitschers is met den naam Yperen één der meest beslissende slagen van het eerste oorlogsjaar verbonden. De Gealli eerden poogden toen het Duitsche front in het Vlaamsche kustgebied te doorbre ken. Wij herinneren ons nog, hoe een groot aantal Duitsche studenten hier een veel sterkeren vijand konden tegenhouden. In dezen geweldigen kamp verplaatst ons het nieuwe boek van Wilhelm Schrei- ner: „De dood van Yperen" (Oranien- verslag Herborn), dat noch oorlogskroniek, noch roman genoemd kan worden en toch met beide verwant is. Zelf is de schrij ver met camera en potlood door deze noodlottige streek getrokken, terwijl hem van den kant van vrienden en bekenden een menigte dagboeken en brieven ten dienste hebben gestaan. Hij geeft ons een diepen kijk in de harten dier hoopvolle levens met hun hoog idealisme, hun heim wee en hun moed, zichzelf te geven voor anderen. Talrijke illustraties vervolledigen Nde aanschouwelijkheid van den tekst. Soechomlinof. Onthoudt dien naam, lezer, en ook dien van Janoeskewitsj, het zijn twee heertjes, die de Czaar in 1914 in zijn dienst had. Uit het proces wordt steeds meer open baar, hetwelk dit bewijst. En zooals het bij ontdekking van hunne streken meer gaat, deze twee beschuldigen nu elkander, en basonof, want dat is ook een man met een luchtjen aanl Zij hebben nu bekend, dat men in Duitschland van alle Russische oorlogs- toebereidselen op de hoogte was. De ge tuige verklaarde, dat Sasonof den Czaar er toe bracht dat er over het mobilisatie- vraagstuk achteraf nog een conferentie zou plaats hebben en de conferentie van' de ministers van oorlog, marine en bin- nenlandsche zaken besloot in tien minuten tot den oorlog. Soechomlinof verklaarde ook, dat hij den Czaar van niet-opheffing der mobilisatie gesproken had, omdat het telegram van keizer Wilhelm niets waar borgde, maar de Czaar stond op op heffing. Nog zijn ter terechtzitting stukken voor gelezen, waaruit bleek dat Soechomlinof in geheime verstandhouding stond tot de maatschappij bij welke hij een millioen granaatontstekers voor zeven millioen roe bel liet bestellen. Ofschoon hij nauwkeu rig wist, dat haar fabrieken niet waren ingericht op het aanmaken van ontstekers, gaf hij last, aan de maatschappij een voorschot van twee en een half millioen roebel te verstrekken, niettegenstaande de militaire controle hiertegen protesteerde. Zoo wordt steeds meer de schuld van Rusland aan de ontketening van den oor log bevestigd; en de drie hoofdschuldigen zijn: Sasonof, de minister van binnen - landsche zaken en trouwe waakhond van de Entente; Soechomlinof, de leugenaar en eedbreker, en Janoeskewitsj, die door Oom antwoordde mij1 Iniet, dus herhaal de ik mijn vraag. „Hè?" zei hij toen, maar aan zijn ma nier van spreken kon ik duidelijk hooren, (dat hij mij niet had verstaan. Ik zag het trouwens wel aan zijn houding, dat hij in gedachten verdiept was. Maar een tweede herhaling mijner vraag was toch voldoende. Of ik van'bramen houd „Chrystie?" Ja zeker maar ik kan gr niet zoo heel best tegenk 41 vind ik ze erg lekker. Er is een tijd geweest, kind, dat ik met je zou hebben gewedijverd in het bramen eten. Menig mandje vol heb ik in die spleten waai' jij ze hebt gehaald ge plukt. Ik zat er juist over te denken, hoe veel jaar dat alweer geleden is sinds ik hier als jongen zat". „Kwam u hier vaak, oom?" „O ja, héél vaak, en meestal was Ju lia Catherwood dan bij me. Ze hield al evenveel van bramen dis ik, maar het plukken, dat lmt ze, aan mij over. Ze was veel te bang om haar mooie hand jes vuil te maken. O, wat hebben wij; toen vaak schik gehad samen. Ik zou wel eens wfllen .weten, w,aar z!e nu is, die Julia". (Wordt rwrvotg-cL) j

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1917 | | pagina 1