er.
So. 280
Vrijdag 31 Augustus 191V
ile Jaargang
iur,
li
huur.
iecht
iggster
lid.
De Groefe Oorlog.
tfabriefc
tuien
voor
iVaten
»stput,
Krul.
Zeeuwsche Stemmen.
FEUILLETON.
61)
Gemeenteraad van Goes.
a heeft
el ijk te
14
een
tkapelle.
Arne-
losselen.
ZOON,
Schiedam.
leiotte)
rke (W.).
>p:
aer 1917.
met 18
taling der
"IDS E,
ivleesch
IIESSEN,
|iat.
ïwoordige
Jr.,
haartsdijk.
fdigd,
gsche Weg
|en stad ia
n
leden ver
kerk.
van vorige
-d of onge
in dit blad.
endaal" te
lort enkele
bor Jonge-
vau 18 tot
gezondheid
|i grondslag
d, om voor
swacht en
|en bij den
ar sommen
buiten het
zelf dacht
[ische lessen
bij stilzwij-
wij nooit
n woord ge-
ziekoefenin-
nooit iets
standvastig
zij mij nog
I mijn schuld
zich met de
ïigén, die mij
Indelden, zon-
kelijke zomer
leweest. Maar
liet gelooven
deek mij dan
toespelingen
|ien. Nu eens
haar niet
weer, dat ik
ider griezelig
Let Üjf ja-»»;1
i zij, dat ik
eter was dan
ik deed me
ïen straf zon
I
at vervolgd.*
Uitgave van
de Naamï. Venn. LUCTOR ET EMERGO,
gevestigd te Goes.
Eoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. D HU IJ L. BURG.
Drukkers
Dosterbaan Le Cointre, Goes.
*DeZeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG,
t
Abonnementsgrjjs:
Per 3 maanden fr. p. post fl.5G
Losse nummers -Q.OQ
Prijs der Advertentiën.
14 regels fO.GO, iedere regel meer 15 ol,
3-maal wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaardes.
Bewijsnummers 6 cent.
cxv.
Zeeland is bekend om z'n dijken. Denkt
mén die dijken weg, dan is het meest
karakteristieke verdwenen.
Wanneer ge een wandeling of een rif-
toer maakt door een deel der provincie,
voert uw pad telkens weer over hooge
eu breede dijken, die de akkers aan alle
zijden' begrenzen. Immers niet alleen aan
den waterkant treft men die dijken aan,
maar ook binnenwaarts liggen Zij, als
schildwachten, die bij het naderen Van
gevaren op hun post zijn om den vijand
den doorgang te beletten.
De dijken zijn der Zeeuwen wapenejn
in den dtrijd met de woedende barenj,
Welke ons ons territoriaal willen betwisten.
Die vijand loert nog steeds en nu en
dan weet hij ons' nog wel bij overrom
peling een stukske grond te ontnemen.
B.v. onlangs .weer op Noord-Feveland'.
Vandaar, dat de Z.eenwen altijd op hun
hoed,e moeten zijn, steeds hun wapens
móeten nazien' en in goeden staat onder
houden.
Zoo is 'took met ons leger. Wij wen-
sehèn het slechts tot defensieve doelein
den te "benutten. De vijland loert, maar
onze imanpetjes waken en slaan gereed
met blanke wapenen,
,„Die Waifen bieder!" (De wapenen ne-
derg.elegd!) roept, Bertha von Suttner ons!
toe. D.eze beroemde schrijfster is reeds
enkele jaren geleden gestorven, maar nóg
klinkt ons deze kreet in de ooren. Het
valt. niet te ontkennen, dat dit gevleu
gelde woord, het opschrift van haar we
reldberoemde roman, op1 velen een mach
tige bekoring uitoefent.
„De wapenS nedergelegd
Prachtig, (maar maarmet één
ding rekende de vredespropagandiste nieit
of niet genoeg. Er was een, element in
haar vredesbeweging, dat wij krachtig
moeten wederstaan. Zij rekende niet ge
noeg met de zonde. Zij meende, dat de
oorlog van de aaide gebannen zou kun
nen worden, als de mensch maai- in
gepalmd kon worden voor de vredes-idee,
maar dat is 't 'm juist! Dat kan niet.
Wie meent, dat het kan, die rekent niet
met het feit, dat uit het hart des men-
schen telkens weer booze bedenkingen
voortkomen. Beschaving', ontwikkeling,
cultuur, vermogen daartegen niets!. De
zonde blijft hier heerschappij voeren tot
aan het einde der wereld.
Daarom is het een illusie te meenetn,
dat 'tmet den oorlog1 voor goed uit is,
als de wapenen opgeborgen of vernie
tigd zijn. Ik zou mij! kunnen voorstellen,
dat de menschen elkander dan met de
nagels gingen' bewerken, ten doode 40e
Wij roemen dus. in zekeren zin in ons
leger. Naar den mensch gesproken heb
ben -wjjj er reeds veel aan te danketn.
Doch nu wil ik waarschuwen tegen
tweeërlei gevaar-. Het eerste gevaar, dat
tvp loopen, is niet groot, maar aller
minst denkbeeldig. Laat ons; geen ijzer
vreters en oorl'ogdwepers worden. Militair
vertoon kan soms uitermate bekoorlijk
zijn. Niet 't minst voor 't kinderhart. Doch
als ouders hun kroost overladen met al
lerlei speelgoed, ontleend aan memsch-onl-
eerenden krijg, dan verraadt dit aller
minst een welbewust streven, om het
kind afkeerig: te maken van dien gruwel
Het tweede gevaar, dat ik op het 00^
neï), Js .veel dreigender. Laten, wij niet
al ons betrouwen stellen op de mocht
van ons' leger, als ware er geen almach
tig God, Die de wereld bestuurt en Die
alles in Zijn hand heeft.
Bewerkt naar het Engelschvan
EMMA JANE WO RB 01 SB.
In het eerst w,as ik daarover erg be
droefd en lieder nieuw blijk van wan
trouwen maakte mijn boosheid weer gaan
de, totdat ik éindelijk naar tante Rachel
ging en haar mijn leed vertelde. Toen
zij mij rustig had laten uitspreken, zeide
fcij-' „Ja, dat alles is te voorzien geweest,
je hebt 't niet anders mogen verwach
ten. Een mensch kan, .en dan nog ihaar
alleen met Gods huip', de zonde wegdoen,
roaar hij kan de gevolgen niet afwenden,
daarvoor moet men geduldig Gods tijd
afwachten".
J*<*a liwe tante", gaf ik haar ten
het m<Ü "u weet toch, hoe ernstig ik
ook ua wöet de li®®1" i0®!*
om ro'n dan niet vreeselijk hard,
Chrvsfraa?°Uwd t® worden"
brengt haar'e5ersua?nidievij
e en leed zijn onafscheide-
Dit gevaar is te gvootcr geworden, nu I
wij na drie jaren van vreeslijken oorlog1, f
nog in vrede leven. j
„Dat kranige léger, daar hebben we
toch maar veel aan te danken. Drie jaar
lang hield het ons buiten den krijg. Nu
mogen, wij wel' aannemen, dat de vrede
voor ons land verzekerd is!" Zoo rede
neert men en men vergeet, dat wijl to
doen hebben met een God, die Zijn gö-
richten voltrekt zonder rekening te hou
den met 's menschen gewilligen wil, noch
met de sterkte en de uitrusting! Van dé
legers'.
Sedert drie jaren hebben wij iets mio-
gen ervaren van de ellende én het wee,
dat dei'oorlog over de volkeren deraardé
brengt, en nóg treft men in ons land
een zoodanige hoovaartlij en vaïsche ge
rustheid Uan, 'dat 'ieder wèldenkend
menséh zich' met zorg afvraagt, waar het
heen moet.
0£ getuigt het niet van' vaïsche gerust
heid en verregaande lichtzinnigheid, aid
het land "van SchoUwen-Duivcland, of zoo
ik onbillijk1 ben, het land van Zierikzee
behoefte j gevoelt, om vier dagen lang
zich aan kermisvermakelijkheden van het
gewone allooi over te geven.
De Zierikz eosche NieUwsbotTö
bevatte rsom:s een geheeld pagina met
mededeelingen, welke de aantrekkelijkhe
den van het ijdele "gedoe bedoelden op
te sommen. Van kermis was natuurlijk
geen sprake, 't Waren immers „Zomerfees
ten," schoon met „kermisvermakelijkhe
den van allerlei aard," rodelbaan, tor
pedo lUchtslchommel, zweefmolen, beesten
spel', Dajakkers, en meer, inderdaad te
veel' om! op te noemen.
Over eenige maanden krijlgt men zeker
de „winterfeesten," om 'het leed van de
stehaarsche hroodbedeeling te verzetten.
Maar dan zal men bij kaarslicht moe
ten feesten, en zónder wafelen an beigi-
nets
Zelfs al beschouwt men de zaak van
wereldsch standpunt, dan nog verstaalt
men een dergelijke lichtzinnigheid niet.
Hoeveel' te minder, als men in het
wereldgebeuren ziet.
KEES VAN DER MEER.
Beknopt overzicht van den toestand.
Met. verwoedheid zetten de Italianen
aan \htet Zuider-,'de Engelse hen aan het
Wester-, en de Russen aan het Ooster
front hunne aanvallen voort. Doch steeds
vergeefs; behoudens -een enkel plaatselijk
succes blijft' de toestand zoo, dat er van
doorbreken noch van de Oostenrijksche,
noch vun de Duitsche linies sprake 'is.
In dé bergen ten N.-Wj. van Foscani
zetten de aanvallers onder aanvoering van
Mackensen 'hun ztegevierende tochten
voort.
In Vlaanderen en 'Champagne belem
merde het weder het vuur, de Duitschérs
behielden er hunne stellingen.
Aan de Isonzo, waar de elfde glag
nu al dertien dagen aanhoudt, weerston
den de verdedigers met goeden uitslag
zelfs de zwaarste stormloopen. Moed en
dapperheid en doodsverachting baatten
hier niets; bloedige, zware verliezen zijn
het eenige loon der moedige, aanvallers.
Triest is opnieuw gebombardeerd.
Het proces Soechornlioof.
In de N. R. C. lezen wij een en an
der uit het proces tegen dezen eersten-
minister van den Czaar tijdens den oor
log. Wij krijgen er meer licht door inzake
lijk aan elkaar verhouden. Het is goed,
dat ge berouw; hebt over je misstap, maar
de gevolgen van het kwaad kunnen door
dat berouw niet uitgewischt worden; zij
blijven tot God ze uitwischt en het eeni
ge wat je te doen hebt, is rustig en ge
duldig en vooral geduldig, onthoud'
dat welje straf te dragen en door
te gaan opj den eenmaal ingeslagen weg,
waarvan je weet, .dat het de rechte is.
En maak je maar niet bezorgd, altijd zal
dit verdriet niet duren, maar 'tkomt er
nu maar op aan, dat je zoolang als het
duren moet, geen lichtgeraaktheid toont,
al" «ie je met je vroegere gedrag plagen",
„O, wat is dat moeilijk, tante!"
„Moeilijk, ju, dat is heit, maar het is
niet ondoenlijk, Je kunt het, maar je moet
God om hulp vragen".
„Ja, maar het ergste ia, dat er nooit
een .eind aan komt, of dat dat einde
niet te voorzien is. Als ik mij vandaag
weet in te houden, wie ziaj zeggen, of
ik het morgén kan, iederen dag heb ik
hetzelfde weer opnieuw, er komt nooit
verandering in".
„Bekommer je daafr nu maar niet over",
zeide tante Rachel. „Je moet je nooit
moeilijk maken over wat misschien mor
gen gebeuren kan; zorg voor vandaag.
Die les kun je niet vroeg genoog ]<gar©n,
.fc ÏOeMï ta-w
kind. Het op'zien tegen den dag van mor
gen heeft al heel wat menschen verdriet
berokkend. Laat daar/oor alles aan God
over, dan komit het best terecht, reken
daar maar op. Hij heeft u kracht beloofd,
voor één dag tegelijk, voor meer niet,
want Hij zégt, het in Zijn Woord„elke
dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad".
Maar ik moet erbij zéggen: ook genoeg
aan zijn eigen genade, want zonder gena
de kun je het geen dag stellen en .die
genade heb je noodig om 'je voor strui
kelen te beveiligen. De eenvoudigste en
gelukkigste wijze van leven is, om eiken
dag, ja élk uur te nemen zooals het is,
in de vaste overtuiging, dat wat er ook
gebeurt, de Heer er in zaj voorzien".
„Dus dan moet ik iederen morgen maar
alleen bidden om de hulp voor dien dag?"
„Juist kind, je hebt niet anders te
doen. Eiken morgen moet je vragen om
kracht, geduld en wijsheid, om do moei
lijkheden van den dag tegen te gaan. En
laat het „morgen" dan maar „morgen"
blijven, als het morgen" „vandaag'' ge
worden' is, is 1 .-!, vroeg genoeg, om je
daarover te bekommeren. Maar neen, dan
bekommer je je daarover niet, want de
Heere heeft je al wat je nöodig hebt
beloofd".
„Daar heb ik nog nooit over gedacht",
de mobilisatie van Rusland reeds vóór de
oorlogsverklaring.
Het Russische blad Novoje Wremja ver
telt een en ander uit de terechtzitting.
Onder anderen heeft de vroegere chef
van den generalen staf Janoesjkewitsj ver-
klaard, dat einde Juli 1914 aanvankelijk
besloten was slechts m de vier zuid-
westelijke districten tegen Oostenrijk te
mobiliseeren. Op 30 Juli had Janoesjke
witsj een bespreking met den tsaar. Hij
drong aan op een algemeene. mobilisatie,
omdat de houding van Rusland niet al
leen Oostenrijk, maar ook Duitschland dui
delijk moest worden gemaakt. De tsaar
onderteekende toen het bevel tot de al
gemeene mobilisatie. Janoesjkewitsj
MSRit dit bevel over aan den minister
raad. Dehzelfden avond tegen elf uur
vroeg de tsaar Janoesjkewitsj telefonisch
of de algemeene mobilisatie niet door
een gedeeltelijke mobilisatie alleen tegen
Oostenrijk was te vervangen. Janoesjke
witsj antwoordde, dat reeds 400.000 re
servisten waren ..opgeroepen,, en veran
dering dus zeer moeilijk was en,.een ramp
zou kunnen veroorzaken. De tsaar ant
woordde, dat hij een telegram van keizer
Wilhelm had ontvangen die met zijn eere
woord de vriendschappelijke betrekkingen
tusschen Rusland en Duitschland waar
borgde, indien Rusland niet de algemee
ne mobilisatie gelastte. Janoesjkewitsj
ging daarop naar Sasonof en gaf als zijn
overtuiging te kennen, dat het onmoge
lijk was de algemeene mobilisatie te sta
ken.
Na deze verklaring van Janoesjkewitsj
verklaarde Soechonilinof, de beschuldigde,
wiens naam hier boven staat, dat de
•tsaar hem des nachts telefoneerde en
bevel gaf het mobilisatiebevel in te trek
ken. Soeohomlinof béide: dat was een
rechtstreeksoh bevel, dat tegenwerpingen
buitensloot; wanneer men echter de mo
bilisatie istaakte, dreigde er een ramp.
Een half uur later werd ik, zöo ver
klaarde Soechonilinof verder, opgescheld
door Janoesjkewitsj. Deze deelde mij mie-
de, dat de tsaar hem had gezegd, dat de
mobilisatie gestaakt moest .worden. Ja
noesjkewitsj vertelde verdér, dat hij den
tsaar had geantwoord, dat intrekking van
het mobilisatiebesluit technisch onmoge
lijk was. De tsaar had niettemin bevo
len de mobilisatie te staken. Op de vraag
van Janoesjkewitsj wat hij1 nu moest
doen, antwoordde ik: Doe niets!
Den volgenden morgen loog ik deux
tsaar voor, door te verklaren, dat mo
bilisatie beperkt bleef tot de zuidweste
lijke districten. Ik wist echter, dat de
mobilisatie overal voortgang had en niet
meer tegen te houden was. Gelukkig werd
de tsaar nog op denzelfden dag tot an
dere overtuiging gebracht en werd mij
voor de "flinke uitvoering van de mobi
lisatie waardeering betuigd.
Daarop verklaarde de getuige Janoetsj-
kewilsj: Op 29 Juli 1914 des middags
te drie uur gaf ik deu Duitschen atta
ché mijn eerewoord als chef van den
generalen staf, dat op het oogenblik de
mobilisatie nog niet was afgekondigd.
Daar de militaire attaché hieraan geen
geloof hechtte, bood ik een schriftelijke
verklaring aan, welke hij weigerde. Ik
was tot deze verklaring' gerechtigd, om
dat bet mobilisatiebevel nog niet was
gegeven, want ik had de oekas nog in
den zak.
Foei, foei! wat 'nkonkelaars toch, mag
men wel zeggen.
Wat hebben die drie Russen Ja
noesjkewitsj (chef van den generalen staf),
Soechonilinof (eerste minister) en Saso
nof (minister van oorlog! in 1914)
veel op hun geweten!
Korta oorlogsberichte*».
De Kölnische Ztg. ontleent aan de
Braziliaansche bladen Nation (uit Beu-
'noisi Ayres) en Mercurio (uit Santiago,)
die beide 'ententegezind zijn, beschouwin
gen van' hun correspondent aan liet wes
telijk front, die overtuigd isi dat het den
Engeischen en 'Franschen niet zal geluk
ken door het Duitsche front heen te bre
ken. De 'Duitsche verdedigingswerken zijn
daarvoor te sterk en de geest onder dé
Duitsche troepen in voortreffelijk. De
Vruchtelooze inspanning van de gealli
eerden in de laatste maanden bewijst zl.i.
dat de oorlog met de wapensi niet kan
worden beslist.
Vijf en twintig duizénd man troe
pen der regimenten uit den staat New-
York geparadeerd. Tusschen de één en
twee miljoen toeschouwers hebben hen
luidruchtig toegejuicht. Daarna vertrokken
de troepen naar de drilkamipen.
De Finsche Landdag'. Met het
oog op de hervatting van de Landdag
zitting, die tegen den 29sten was aan
gekondigd, hebben de Russische troepen
het gebouw van den Landdag te Hel1-
sing'fors bezet. Ze versperden den afge
vaardigden den toegang. De troepen ont
ruimden het 'gebouw om acht uur .in
den avond. In de stad was het kalin,
N.egep en 'zeventig socialistische afge
vaardigden gingen naar het gebouw van
den ouden Landdag en namen met 44
tegen 35 stemmen een motie aan, dié
verklaart, dat er wettig zitting gehou
den wordt.
Ifet Turksche blad le Soir is van
mieening, dat Kerenski een schrikbewind
in Rusland heeft ingevoerd, waartoe hij
met de kozakken gemeene zaak maakt.
I^et blad zegt dan, dat Kerenski's regee
ring aan Finland alle rechten weigert,
voor haar anti-demokratische zaak de
Qekraïnische vlakten, het ontzaglijke ko-
zakken-„reservoiï" tracht te winnen eln
dat Kornilof zonder vorm van proces
soldaten en officieren laat doodschieten.
Het gelooft, dat de deinokratische revo
lutie op haar laatste beenen loopt en
dat een autocratisch regiemi in de ge
stalte van een cotnité voor het welzijn
van dien staat haar plaats zal innemen.
Het spreekwoordelijk arme land Ita
lië had tot 31 Juli j.l. in totaal 22.500
miljoen lire oorlogskosten gemaakt.
Zitting van Donderdag 8 u. nam.
- Voorzitter: de heer J. B. de Beaufort,
burgemeester.
Afwezig de hoeren v. d. Bout, Von
Schmidt, De Paauw, Donner en Holl-
mann, allen met kennisgeving.
I. Na goedkeuring der notulen wordt
voorlezing gedaan van de volgende in
gekomen stukken:
Dankbetuiging van den klerk ter secre
tarie J. M. Meijier voor de hem verleende
toelage. Bericht van den heer W. P. v.
d. Harst, handende aanneming zijner be
noeming tot gemeente geneesheer. Missi
ven van zijne Excellentie den Minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel en
de Rijkskolendis'Lributie, in verband met
het namens den Raad gezonden schrij
ven, inzake gasrantsoaneering. Dankbe
tuiging van den heer G. A. Hajenius voor
de hem verleende aanstelling en daaraan
verbonden belooning. Verzoek van den
heer W. J. M. Bitter c.s. om uitweg naar
riep ik verrukt uit, „wel, lieve tante, dan
bestaat er eigenlijk geen dag van mor
gen meer".
„Voor Christenen, die werkelijk door
het geloof leven, zeker niet. Voor zulke
menschen bestaat de dag van heden, het
nooit-eindigende heden, dat reikt tot over
het graf. En, Chrystie, want dat wilde
ik je ook nog zoo graag even zeggen,
je moet je <0 ok nooit ongerust maken over
het „misschien zal dit of dat gebeuren",
evenmin over „het had anders kunnen
zijn". Wat gebeurt is goed, want God heeft
het zoo gewild, het was Gods hand, die
het ..alzoo bestuurde. En zoo kun je de
toekomst ook geheel aan God overlaten
en al khn het zijn, dat in de toekomst
veel verdriet voor je is weggelegd
we weten daar niets van gelukkig en
dat. is maar goed pok eT wacht je ook
ontzaglijk veel liefde. Als je pens mis
schien zoo oud zult zijn, als ik nu ben,
(dan hoop ik, Chrsytie, dat je zeggen
zult: Die den Heere zoeken, hebben géén
gebrék".
Na dit gesptok viel het mij veel ge
makkelijker het geplaag van Dobbs te
verdragen dan daarvoor. Ook jegens Mo-
na betoonde ik mij geduldiger en zoo
doende gingen beiden toch langzamerhand
inzien, dat het wèl echt was gieweest
de Adolf van Westerwijkbuurt van het
terrein kadastraal bekend gemeente Goes
sectie D No. 2606 aan de J. A. van
der Goeskade.
II. Aan de volgende personen wordt
afschrijving van belasting verleend: P. de
Wilde 6 m. hondenbelasting f2; T. Bet-
zema 6 m. H.O. f4,66Va en M. v. Sid
deren Maas 7 m. H.O. f2.90V2-
III. Benoemd wordt tot tijdelijk leeraar
lijnteelcenen aan de avondschool voor am
bachtslieden, de heer P. Kakebeeke, met
algemeene stemmen.
IV. Het verzoek van L. Duvekot Czn.
tot verkrijging van gem.-grond in erfpacht
aan de J. A. v. d. Goeskade, wordt z. h. s.
ingewilligd, onder voorwaarde dat adres
sant enkele goederen van het gilde al
daar opbergt; omtrent de klapbank wordt
later beslist.
V. De voorgestelde wijziging der ver
ordening betrekkelijk de straten, enz. in
verband met de mosselkokerijen (reeds
vroeger gepubliceerd) geeft aanleiding tot
verzet.
De heer Dekker is tegen de uitsluiting
van de wijken A, B, C en D, voor altijd.
Iedere aanvraag moet immers komen in
den Raad. Er kan mettertijd een zoo
danige gelegenheid zich in bedoelde wij
ken voordoen, waarom die eventueel uit
te sluiten? Hij) stelt een wijziging voor
in dien geest dat de Raad zich elke
beslissing voorbehorrdt.
De heer Fransen v. d. Putte zegt, dat
het bedrijf een afschnwelijken stank mee
brengt, die de omwonenden hindert. Daar
om is het beter de z.g. binnenwijken.
uit te sluiten en tegen te honden do
aanvragen die toch niet voor inwilliging
vatbaar zijp.
De lieer Dekker zegt, dat wanneer de
Raad bepaalt dat hij de beschikking aan
Zich houdt, de Raad zich zoo hoog schat
ten moet dat hij in de toekomst capa.-
bel wil blijven om beslissingen te ne
men. f
De heer Brants sluit zich aan bij B.
en W. De prophylactische methode is be
ter dan die van de vrije hand. Komt
er een constellatie dat de geheel© ge
meente zegt: dat moest kunnen, dan is
te verwachten dat de Raad zich wel haas
ten zal de verordening te wijzigen. Maar
er is noodig een zekeren schrik te voor
komen (denk aan den Stationsweg I) dat
de menschen in hun buurt een zoodanige
inrichting zouden krijgen.
De heer Dekker blijft er hij dat het
ongewenscht is iets dergelijks in de ver
ordening „vast te leggen.
De heer Kakebeeke steunt het voorstal
van B. en W. Dergelijke inrichtingen moe
ten uit de kom der gemeente blijven.
Bovendien wij maken ze niet onmogelijk.
,De Raad reserveert zich toch in de toe
komst iedere beslissing. De buitenwijken
E tot H beschikken over ruim voldoende
versche lucht, ook wijk E, al is het maai'
van de Vest, zoodat zij die dingen het
best kunnen verdragen, hetgeen niet kan
gezegd worden van de nu uit te sluiten
wijken.
De heer Fransen v. d. Putte brengt
in berinnering, dat behalve met lucht,
de verschillende wijken, waarin de oude
wijk E is gesplitst, met veel ruimte be
deeld zijn, in tegenstelling met de overi
ge wijken; zoodat het gewenscht is deze
wijken voor dergelijke inrichtingen te be
stemmen.
'De heel" Dekker legt zich er bij neer.
De wijziging wordt met algem. stem
men goedgekeurd.
VI. De reeds vroeger gepubliceerde wij
ziging van de verordening op het ge-
met mijn berouw en zoodoende begon
nen zij mij langzamerhand te vertrouwen.
Maar voordat ik iets bemerkte van dia
meer gunstige gevoelens jegens mjj had
de groote verandering plaats, waarvarf
ik gesproken heb en w©i op pte volgen
de wijze.
Toen ik op een ochtend bezig was met
op de piano eenige oude stukjjes te repp-
teeren heimelijk hoopte ik, dat ik nu
eens spoedig wat nieuws te spelen, z»u
krijgen kwamen tante Judith en oom
Matthias de kamer binnen en gingen zjj
in le breede vensterbank ritten, oogeor
scJnjnlijk een en al oog voor de bloemen,
die daar stonden. Ik speelde juist een,
gemakkelijke toonzetting van Ir Purita-
ni, en toen ik bet laatste accoord had
aangeslagen, zeide tante Judith plotse
ling: „Chrystabel, kom eens even hier".
Ik ging natuurlijk dadelijk, want ik voel
de, dat ik voor iets zeer gewichtigs ko
men moest. Tante Judith plukte de ver
dorde blaadjes van een azalia af, en
mijnheer Perron scheen aJ Zijn aandacht
aan een mirtenboompje te wijden. Bei
den zagen zij ér zeer ernstig uit en het
duurde eenigen tijd voor een van beiden
iets zéide.
(Wiordt reatvo