er. So. 280 Vrijdag 31 Augustus 191V ile Jaargang iur, li huur. iecht iggster lid. De Groefe Oorlog. tfabriefc tuien voor iVaten »stput, Krul. Zeeuwsche Stemmen. FEUILLETON. 61) Gemeenteraad van Goes. a heeft el ijk te 14 een tkapelle. Arne- losselen. ZOON, Schiedam. leiotte) rke (W.). >p: aer 1917. met 18 taling der "IDS E, ivleesch IIESSEN, |iat. ïwoordige Jr., haartsdijk. fdigd, gsche Weg |en stad ia n leden ver kerk. van vorige -d of onge in dit blad. endaal" te lort enkele bor Jonge- vau 18 tot gezondheid |i grondslag d, om voor swacht en |en bij den ar sommen buiten het zelf dacht [ische lessen bij stilzwij- wij nooit n woord ge- ziekoefenin- nooit iets standvastig zij mij nog I mijn schuld zich met de ïigén, die mij Indelden, zon- kelijke zomer leweest. Maar liet gelooven deek mij dan toespelingen |ien. Nu eens haar niet weer, dat ik ider griezelig Let Üjf ja-»»;1 i zij, dat ik eter was dan ik deed me ïen straf zon I at vervolgd.* Uitgave van de Naamï. Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes. Eoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219 Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. D HU IJ L. BURG. Drukkers Dosterbaan Le Cointre, Goes. *DeZeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG, t Abonnementsgrjjs: Per 3 maanden fr. p. post fl.5G Losse nummers -Q.OQ Prijs der Advertentiën. 14 regels fO.GO, iedere regel meer 15 ol, 3-maal wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaardes. Bewijsnummers 6 cent. cxv. Zeeland is bekend om z'n dijken. Denkt mén die dijken weg, dan is het meest karakteristieke verdwenen. Wanneer ge een wandeling of een rif- toer maakt door een deel der provincie, voert uw pad telkens weer over hooge eu breede dijken, die de akkers aan alle zijden' begrenzen. Immers niet alleen aan den waterkant treft men die dijken aan, maar ook binnenwaarts liggen Zij, als schildwachten, die bij het naderen Van gevaren op hun post zijn om den vijand den doorgang te beletten. De dijken zijn der Zeeuwen wapenejn in den dtrijd met de woedende barenj, Welke ons ons territoriaal willen betwisten. Die vijand loert nog steeds en nu en dan weet hij ons' nog wel bij overrom peling een stukske grond te ontnemen. B.v. onlangs .weer op Noord-Feveland'. Vandaar, dat de Z.eenwen altijd op hun hoed,e moeten zijn, steeds hun wapens móeten nazien' en in goeden staat onder houden. Zoo is 'took met ons leger. Wij wen- sehèn het slechts tot defensieve doelein den te "benutten. De vijland loert, maar onze imanpetjes waken en slaan gereed met blanke wapenen, ,„Die Waifen bieder!" (De wapenen ne- derg.elegd!) roept, Bertha von Suttner ons! toe. D.eze beroemde schrijfster is reeds enkele jaren geleden gestorven, maar nóg klinkt ons deze kreet in de ooren. Het valt. niet te ontkennen, dat dit gevleu gelde woord, het opschrift van haar we reldberoemde roman, op1 velen een mach tige bekoring uitoefent. „De wapenS nedergelegd Prachtig, (maar maarmet één ding rekende de vredespropagandiste nieit of niet genoeg. Er was een, element in haar vredesbeweging, dat wij krachtig moeten wederstaan. Zij rekende niet ge noeg met de zonde. Zij meende, dat de oorlog van de aaide gebannen zou kun nen worden, als de mensch maai- in gepalmd kon worden voor de vredes-idee, maar dat is 't 'm juist! Dat kan niet. Wie meent, dat het kan, die rekent niet met het feit, dat uit het hart des men- schen telkens weer booze bedenkingen voortkomen. Beschaving', ontwikkeling, cultuur, vermogen daartegen niets!. De zonde blijft hier heerschappij voeren tot aan het einde der wereld. Daarom is het een illusie te meenetn, dat 'tmet den oorlog1 voor goed uit is, als de wapenen opgeborgen of vernie tigd zijn. Ik zou mij! kunnen voorstellen, dat de menschen elkander dan met de nagels gingen' bewerken, ten doode 40e Wij roemen dus. in zekeren zin in ons leger. Naar den mensch gesproken heb ben -wjjj er reeds veel aan te danketn. Doch nu wil ik waarschuwen tegen tweeërlei gevaar-. Het eerste gevaar, dat tvp loopen, is niet groot, maar aller minst denkbeeldig. Laat ons; geen ijzer vreters en oorl'ogdwepers worden. Militair vertoon kan soms uitermate bekoorlijk zijn. Niet 't minst voor 't kinderhart. Doch als ouders hun kroost overladen met al lerlei speelgoed, ontleend aan memsch-onl- eerenden krijg, dan verraadt dit aller minst een welbewust streven, om het kind afkeerig: te maken van dien gruwel Het tweede gevaar, dat ik op het 00^ neï), Js .veel dreigender. Laten, wij niet al ons betrouwen stellen op de mocht van ons' leger, als ware er geen almach tig God, Die de wereld bestuurt en Die alles in Zijn hand heeft. Bewerkt naar het Engelschvan EMMA JANE WO RB 01 SB. In het eerst w,as ik daarover erg be droefd en lieder nieuw blijk van wan trouwen maakte mijn boosheid weer gaan de, totdat ik éindelijk naar tante Rachel ging en haar mijn leed vertelde. Toen zij mij rustig had laten uitspreken, zeide fcij-' „Ja, dat alles is te voorzien geweest, je hebt 't niet anders mogen verwach ten. Een mensch kan, .en dan nog ihaar alleen met Gods huip', de zonde wegdoen, roaar hij kan de gevolgen niet afwenden, daarvoor moet men geduldig Gods tijd afwachten". J*<*a liwe tante", gaf ik haar ten het m<Ü "u weet toch, hoe ernstig ik ook ua wöet de li®®1" i0®!* om ro'n dan niet vreeselijk hard, Chrvsfraa?°Uwd t® worden" brengt haar'e5ersua?nidievij e en leed zijn onafscheide- Dit gevaar is te gvootcr geworden, nu I wij na drie jaren van vreeslijken oorlog1, f nog in vrede leven. j „Dat kranige léger, daar hebben we toch maar veel aan te danken. Drie jaar lang hield het ons buiten den krijg. Nu mogen, wij wel' aannemen, dat de vrede voor ons land verzekerd is!" Zoo rede neert men en men vergeet, dat wijl to doen hebben met een God, die Zijn gö- richten voltrekt zonder rekening te hou den met 's menschen gewilligen wil, noch met de sterkte en de uitrusting! Van dé legers'. Sedert drie jaren hebben wij iets mio- gen ervaren van de ellende én het wee, dat dei'oorlog over de volkeren deraardé brengt, en nóg treft men in ons land een zoodanige hoovaartlij en vaïsche ge rustheid Uan, 'dat 'ieder wèldenkend menséh zich' met zorg afvraagt, waar het heen moet. 0£ getuigt het niet van' vaïsche gerust heid en verregaande lichtzinnigheid, aid het land "van SchoUwen-Duivcland, of zoo ik onbillijk1 ben, het land van Zierikzee behoefte j gevoelt, om vier dagen lang zich aan kermisvermakelijkheden van het gewone allooi over te geven. De Zierikz eosche NieUwsbotTö bevatte rsom:s een geheeld pagina met mededeelingen, welke de aantrekkelijkhe den van het ijdele "gedoe bedoelden op te sommen. Van kermis was natuurlijk geen sprake, 't Waren immers „Zomerfees ten," schoon met „kermisvermakelijkhe den van allerlei aard," rodelbaan, tor pedo lUchtslchommel, zweefmolen, beesten spel', Dajakkers, en meer, inderdaad te veel' om! op te noemen. Over eenige maanden krijlgt men zeker de „winterfeesten," om 'het leed van de stehaarsche hroodbedeeling te verzetten. Maar dan zal men bij kaarslicht moe ten feesten, en zónder wafelen an beigi- nets Zelfs al beschouwt men de zaak van wereldsch standpunt, dan nog verstaalt men een dergelijke lichtzinnigheid niet. Hoeveel' te minder, als men in het wereldgebeuren ziet. KEES VAN DER MEER. Beknopt overzicht van den toestand. Met. verwoedheid zetten de Italianen aan \htet Zuider-,'de Engelse hen aan het Wester-, en de Russen aan het Ooster front hunne aanvallen voort. Doch steeds vergeefs; behoudens -een enkel plaatselijk succes blijft' de toestand zoo, dat er van doorbreken noch van de Oostenrijksche, noch vun de Duitsche linies sprake 'is. In dé bergen ten N.-Wj. van Foscani zetten de aanvallers onder aanvoering van Mackensen 'hun ztegevierende tochten voort. In Vlaanderen en 'Champagne belem merde het weder het vuur, de Duitschérs behielden er hunne stellingen. Aan de Isonzo, waar de elfde glag nu al dertien dagen aanhoudt, weerston den de verdedigers met goeden uitslag zelfs de zwaarste stormloopen. Moed en dapperheid en doodsverachting baatten hier niets; bloedige, zware verliezen zijn het eenige loon der moedige, aanvallers. Triest is opnieuw gebombardeerd. Het proces Soechornlioof. In de N. R. C. lezen wij een en an der uit het proces tegen dezen eersten- minister van den Czaar tijdens den oor log. Wij krijgen er meer licht door inzake lijk aan elkaar verhouden. Het is goed, dat ge berouw; hebt over je misstap, maar de gevolgen van het kwaad kunnen door dat berouw niet uitgewischt worden; zij blijven tot God ze uitwischt en het eeni ge wat je te doen hebt, is rustig en ge duldig en vooral geduldig, onthoud' dat welje straf te dragen en door te gaan opj den eenmaal ingeslagen weg, waarvan je weet, .dat het de rechte is. En maak je maar niet bezorgd, altijd zal dit verdriet niet duren, maar 'tkomt er nu maar op aan, dat je zoolang als het duren moet, geen lichtgeraaktheid toont, al" «ie je met je vroegere gedrag plagen", „O, wat is dat moeilijk, tante!" „Moeilijk, ju, dat is heit, maar het is niet ondoenlijk, Je kunt het, maar je moet God om hulp vragen". „Ja, maar het ergste ia, dat er nooit een .eind aan komt, of dat dat einde niet te voorzien is. Als ik mij vandaag weet in te houden, wie ziaj zeggen, of ik het morgén kan, iederen dag heb ik hetzelfde weer opnieuw, er komt nooit verandering in". „Bekommer je daafr nu maar niet over", zeide tante Rachel. „Je moet je nooit moeilijk maken over wat misschien mor gen gebeuren kan; zorg voor vandaag. Die les kun je niet vroeg genoog ]<gar©n, .fc ÏOeMï ta-w kind. Het op'zien tegen den dag van mor gen heeft al heel wat menschen verdriet berokkend. Laat daar/oor alles aan God over, dan komit het best terecht, reken daar maar op. Hij heeft u kracht beloofd, voor één dag tegelijk, voor meer niet, want Hij zégt, het in Zijn Woord„elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad". Maar ik moet erbij zéggen: ook genoeg aan zijn eigen genade, want zonder gena de kun je het geen dag stellen en .die genade heb je noodig om 'je voor strui kelen te beveiligen. De eenvoudigste en gelukkigste wijze van leven is, om eiken dag, ja élk uur te nemen zooals het is, in de vaste overtuiging, dat wat er ook gebeurt, de Heer er in zaj voorzien". „Dus dan moet ik iederen morgen maar alleen bidden om de hulp voor dien dag?" „Juist kind, je hebt niet anders te doen. Eiken morgen moet je vragen om kracht, geduld en wijsheid, om do moei lijkheden van den dag tegen te gaan. En laat het „morgen" dan maar „morgen" blijven, als het morgen" „vandaag'' ge worden' is, is 1 .-!, vroeg genoeg, om je daarover te bekommeren. Maar neen, dan bekommer je je daarover niet, want de Heere heeft je al wat je nöodig hebt beloofd". „Daar heb ik nog nooit over gedacht", de mobilisatie van Rusland reeds vóór de oorlogsverklaring. Het Russische blad Novoje Wremja ver telt een en ander uit de terechtzitting. Onder anderen heeft de vroegere chef van den generalen staf Janoesjkewitsj ver- klaard, dat einde Juli 1914 aanvankelijk besloten was slechts m de vier zuid- westelijke districten tegen Oostenrijk te mobiliseeren. Op 30 Juli had Janoesjke witsj een bespreking met den tsaar. Hij drong aan op een algemeene. mobilisatie, omdat de houding van Rusland niet al leen Oostenrijk, maar ook Duitschland dui delijk moest worden gemaakt. De tsaar onderteekende toen het bevel tot de al gemeene mobilisatie. Janoesjkewitsj MSRit dit bevel over aan den minister raad. Dehzelfden avond tegen elf uur vroeg de tsaar Janoesjkewitsj telefonisch of de algemeene mobilisatie niet door een gedeeltelijke mobilisatie alleen tegen Oostenrijk was te vervangen. Janoesjke witsj antwoordde, dat reeds 400.000 re servisten waren ..opgeroepen,, en veran dering dus zeer moeilijk was en,.een ramp zou kunnen veroorzaken. De tsaar ant woordde, dat hij een telegram van keizer Wilhelm had ontvangen die met zijn eere woord de vriendschappelijke betrekkingen tusschen Rusland en Duitschland waar borgde, indien Rusland niet de algemee ne mobilisatie gelastte. Janoesjkewitsj ging daarop naar Sasonof en gaf als zijn overtuiging te kennen, dat het onmoge lijk was de algemeene mobilisatie te sta ken. Na deze verklaring van Janoesjkewitsj verklaarde Soechonilinof, de beschuldigde, wiens naam hier boven staat, dat de •tsaar hem des nachts telefoneerde en bevel gaf het mobilisatiebevel in te trek ken. Soeohomlinof béide: dat was een rechtstreeksoh bevel, dat tegenwerpingen buitensloot; wanneer men echter de mo bilisatie istaakte, dreigde er een ramp. Een half uur later werd ik, zöo ver klaarde Soechonilinof verder, opgescheld door Janoesjkewitsj. Deze deelde mij mie- de, dat de tsaar hem had gezegd, dat de mobilisatie gestaakt moest .worden. Ja noesjkewitsj vertelde verdér, dat hij den tsaar had geantwoord, dat intrekking van het mobilisatiebesluit technisch onmoge lijk was. De tsaar had niettemin bevo len de mobilisatie te staken. Op de vraag van Janoesjkewitsj wat hij1 nu moest doen, antwoordde ik: Doe niets! Den volgenden morgen loog ik deux tsaar voor, door te verklaren, dat mo bilisatie beperkt bleef tot de zuidweste lijke districten. Ik wist echter, dat de mobilisatie overal voortgang had en niet meer tegen te houden was. Gelukkig werd de tsaar nog op denzelfden dag tot an dere overtuiging gebracht en werd mij voor de "flinke uitvoering van de mobi lisatie waardeering betuigd. Daarop verklaarde de getuige Janoetsj- kewilsj: Op 29 Juli 1914 des middags te drie uur gaf ik deu Duitschen atta ché mijn eerewoord als chef van den generalen staf, dat op het oogenblik de mobilisatie nog niet was afgekondigd. Daar de militaire attaché hieraan geen geloof hechtte, bood ik een schriftelijke verklaring aan, welke hij weigerde. Ik was tot deze verklaring' gerechtigd, om dat bet mobilisatiebevel nog niet was gegeven, want ik had de oekas nog in den zak. Foei, foei! wat 'nkonkelaars toch, mag men wel zeggen. Wat hebben die drie Russen Ja noesjkewitsj (chef van den generalen staf), Soechonilinof (eerste minister) en Saso nof (minister van oorlog! in 1914) veel op hun geweten! Korta oorlogsberichte*». De Kölnische Ztg. ontleent aan de Braziliaansche bladen Nation (uit Beu- 'noisi Ayres) en Mercurio (uit Santiago,) die beide 'ententegezind zijn, beschouwin gen van' hun correspondent aan liet wes telijk front, die overtuigd isi dat het den Engeischen en 'Franschen niet zal geluk ken door het Duitsche front heen te bre ken. De 'Duitsche verdedigingswerken zijn daarvoor te sterk en de geest onder dé Duitsche troepen in voortreffelijk. De Vruchtelooze inspanning van de gealli eerden in de laatste maanden bewijst zl.i. dat de oorlog met de wapensi niet kan worden beslist. Vijf en twintig duizénd man troe pen der regimenten uit den staat New- York geparadeerd. Tusschen de één en twee miljoen toeschouwers hebben hen luidruchtig toegejuicht. Daarna vertrokken de troepen naar de drilkamipen. De Finsche Landdag'. Met het oog op de hervatting van de Landdag zitting, die tegen den 29sten was aan gekondigd, hebben de Russische troepen het gebouw van den Landdag te Hel1- sing'fors bezet. Ze versperden den afge vaardigden den toegang. De troepen ont ruimden het 'gebouw om acht uur .in den avond. In de stad was het kalin, N.egep en 'zeventig socialistische afge vaardigden gingen naar het gebouw van den ouden Landdag en namen met 44 tegen 35 stemmen een motie aan, dié verklaart, dat er wettig zitting gehou den wordt. Ifet Turksche blad le Soir is van mieening, dat Kerenski een schrikbewind in Rusland heeft ingevoerd, waartoe hij met de kozakken gemeene zaak maakt. I^et blad zegt dan, dat Kerenski's regee ring aan Finland alle rechten weigert, voor haar anti-demokratische zaak de Qekraïnische vlakten, het ontzaglijke ko- zakken-„reservoiï" tracht te winnen eln dat Kornilof zonder vorm van proces soldaten en officieren laat doodschieten. Het gelooft, dat de deinokratische revo lutie op haar laatste beenen loopt en dat een autocratisch regiemi in de ge stalte van een cotnité voor het welzijn van dien staat haar plaats zal innemen. Het spreekwoordelijk arme land Ita lië had tot 31 Juli j.l. in totaal 22.500 miljoen lire oorlogskosten gemaakt. Zitting van Donderdag 8 u. nam. - Voorzitter: de heer J. B. de Beaufort, burgemeester. Afwezig de hoeren v. d. Bout, Von Schmidt, De Paauw, Donner en Holl- mann, allen met kennisgeving. I. Na goedkeuring der notulen wordt voorlezing gedaan van de volgende in gekomen stukken: Dankbetuiging van den klerk ter secre tarie J. M. Meijier voor de hem verleende toelage. Bericht van den heer W. P. v. d. Harst, handende aanneming zijner be noeming tot gemeente geneesheer. Missi ven van zijne Excellentie den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel en de Rijkskolendis'Lributie, in verband met het namens den Raad gezonden schrij ven, inzake gasrantsoaneering. Dankbe tuiging van den heer G. A. Hajenius voor de hem verleende aanstelling en daaraan verbonden belooning. Verzoek van den heer W. J. M. Bitter c.s. om uitweg naar riep ik verrukt uit, „wel, lieve tante, dan bestaat er eigenlijk geen dag van mor gen meer". „Voor Christenen, die werkelijk door het geloof leven, zeker niet. Voor zulke menschen bestaat de dag van heden, het nooit-eindigende heden, dat reikt tot over het graf. En, Chrystie, want dat wilde ik je ook nog zoo graag even zeggen, je moet je <0 ok nooit ongerust maken over het „misschien zal dit of dat gebeuren", evenmin over „het had anders kunnen zijn". Wat gebeurt is goed, want God heeft het zoo gewild, het was Gods hand, die het ..alzoo bestuurde. En zoo kun je de toekomst ook geheel aan God overlaten en al khn het zijn, dat in de toekomst veel verdriet voor je is weggelegd we weten daar niets van gelukkig en dat. is maar goed pok eT wacht je ook ontzaglijk veel liefde. Als je pens mis schien zoo oud zult zijn, als ik nu ben, (dan hoop ik, Chrsytie, dat je zeggen zult: Die den Heere zoeken, hebben géén gebrék". Na dit gesptok viel het mij veel ge makkelijker het geplaag van Dobbs te verdragen dan daarvoor. Ook jegens Mo- na betoonde ik mij geduldiger en zoo doende gingen beiden toch langzamerhand inzien, dat het wèl echt was gieweest de Adolf van Westerwijkbuurt van het terrein kadastraal bekend gemeente Goes sectie D No. 2606 aan de J. A. van der Goeskade. II. Aan de volgende personen wordt afschrijving van belasting verleend: P. de Wilde 6 m. hondenbelasting f2; T. Bet- zema 6 m. H.O. f4,66Va en M. v. Sid deren Maas 7 m. H.O. f2.90V2- III. Benoemd wordt tot tijdelijk leeraar lijnteelcenen aan de avondschool voor am bachtslieden, de heer P. Kakebeeke, met algemeene stemmen. IV. Het verzoek van L. Duvekot Czn. tot verkrijging van gem.-grond in erfpacht aan de J. A. v. d. Goeskade, wordt z. h. s. ingewilligd, onder voorwaarde dat adres sant enkele goederen van het gilde al daar opbergt; omtrent de klapbank wordt later beslist. V. De voorgestelde wijziging der ver ordening betrekkelijk de straten, enz. in verband met de mosselkokerijen (reeds vroeger gepubliceerd) geeft aanleiding tot verzet. De heer Dekker is tegen de uitsluiting van de wijken A, B, C en D, voor altijd. Iedere aanvraag moet immers komen in den Raad. Er kan mettertijd een zoo danige gelegenheid zich in bedoelde wij ken voordoen, waarom die eventueel uit te sluiten? Hij) stelt een wijziging voor in dien geest dat de Raad zich elke beslissing voorbehorrdt. De heer Fransen v. d. Putte zegt, dat het bedrijf een afschnwelijken stank mee brengt, die de omwonenden hindert. Daar om is het beter de z.g. binnenwijken. uit te sluiten en tegen te honden do aanvragen die toch niet voor inwilliging vatbaar zijp. De lieer Dekker zegt, dat wanneer de Raad bepaalt dat hij de beschikking aan Zich houdt, de Raad zich zoo hoog schat ten moet dat hij in de toekomst capa.- bel wil blijven om beslissingen te ne men. f De heer Brants sluit zich aan bij B. en W. De prophylactische methode is be ter dan die van de vrije hand. Komt er een constellatie dat de geheel© ge meente zegt: dat moest kunnen, dan is te verwachten dat de Raad zich wel haas ten zal de verordening te wijzigen. Maar er is noodig een zekeren schrik te voor komen (denk aan den Stationsweg I) dat de menschen in hun buurt een zoodanige inrichting zouden krijgen. De heer Dekker blijft er hij dat het ongewenscht is iets dergelijks in de ver ordening „vast te leggen. De heer Kakebeeke steunt het voorstal van B. en W. Dergelijke inrichtingen moe ten uit de kom der gemeente blijven. Bovendien wij maken ze niet onmogelijk. ,De Raad reserveert zich toch in de toe komst iedere beslissing. De buitenwijken E tot H beschikken over ruim voldoende versche lucht, ook wijk E, al is het maai' van de Vest, zoodat zij die dingen het best kunnen verdragen, hetgeen niet kan gezegd worden van de nu uit te sluiten wijken. De heer Fransen v. d. Putte brengt in berinnering, dat behalve met lucht, de verschillende wijken, waarin de oude wijk E is gesplitst, met veel ruimte be deeld zijn, in tegenstelling met de overi ge wijken; zoodat het gewenscht is deze wijken voor dergelijke inrichtingen te be stemmen. 'De heel" Dekker legt zich er bij neer. De wijziging wordt met algem. stem men goedgekeurd. VI. De reeds vroeger gepubliceerde wij ziging van de verordening op het ge- met mijn berouw en zoodoende begon nen zij mij langzamerhand te vertrouwen. Maar voordat ik iets bemerkte van dia meer gunstige gevoelens jegens mjj had de groote verandering plaats, waarvarf ik gesproken heb en w©i op pte volgen de wijze. Toen ik op een ochtend bezig was met op de piano eenige oude stukjjes te repp- teeren heimelijk hoopte ik, dat ik nu eens spoedig wat nieuws te spelen, z»u krijgen kwamen tante Judith en oom Matthias de kamer binnen en gingen zjj in le breede vensterbank ritten, oogeor scJnjnlijk een en al oog voor de bloemen, die daar stonden. Ik speelde juist een, gemakkelijke toonzetting van Ir Purita- ni, en toen ik bet laatste accoord had aangeslagen, zeide tante Judith plotse ling: „Chrystabel, kom eens even hier". Ik ging natuurlijk dadelijk, want ik voel de, dat ik voor iets zeer gewichtigs ko men moest. Tante Judith plukte de ver dorde blaadjes van een azalia af, en mijnheer Perron scheen aJ Zijn aandacht aan een mirtenboompje te wijden. Bei den zagen zij ér zeer ernstig uit en het duurde eenigen tijd voor een van beiden iets zéide. (Wiordt reatvo

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1917 | | pagina 1