\o 231
Vrijdag 6 4iili 1917
31e Jaarna us;
feuilleton.
De Groote Oorlog.
Zeeuwsche Stemmen.
Binnenland.
Uitgave van
A» Raaml. Venn. LÜCTÖR ET EMERGO,
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Gees:
1ANGE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te .Middelburg
Si KMA F. P- D HU IJ L. BURG.
Drukkers
«toaterbaan Le Cointre, Goes.
CXII.
Ieder woelt hier om verandering
En betreurt ze dag aan dag,
Hunkert naa.r hetgeen hij zien zal,
WenscJht terug 't geen hij eens zag.
ill if,
Nimmer is de waarheid dezer dicht
regelen zoo duidelijk gebleken als in de
dagen, waarin wij thans leven.
Indien ooit, dan hebben ze nu ac-
tueele beteekenis.
Wie wenscht geen verandering in de
droeve omstandigheden, die de wereld in
een bloedig strijdperk herschapen hebben?
Wie treurt niet over de ellende, die de
verdwaasde menschheid over zich gehaald
beeft?
Wie hunkert niet naar het tijdstip, waar
op de vredesverdragen tusschen de oor
logvoerende mogendheden worden onder
teekend?
Wie wenscht niet terug de dagen van
rust, weelde en welvaart?
En zoo blijven wij om verandering woe
len. Leven wij in rust, dan verlangen
wij naar onrust. De mensch zoekt van
mature den strijd. En dreigt de strijd ons
in lijden te brengen, dan hijgen wij naar
het einde.
Ik denk aan de geschiedenis van het
dorp Arnstadt in het bekoorlijke Thurin-
ger woud.
'tWas in de tweede helft van de acht
tiende eeuw.
Tusschen bergen en wouden lag het
daar. In heerlijke rust, in bijna zelfzuch
tige gelukzaligheid strekte het lieve, zon
nige Amstadt zich uit.
Het bekommerde zich niet veel om de
wisseling der tijden.
De menschen waren er nog zoo kin
derlijk naïef, zoo natuurlijk eenvoudig,
als een bergvolk het maar kon zijn.
Er heerschte geen armoede, er was
nog geen concurrentie, nog geen weelde,
geen nood.
De bewoners waren in het platte bij
geloof der middeleeuwen grootgebracht,
en ze waren tevreden met hun lot. Alle
menschen vormden er als 't ware één
groote familie. Doop, huwelijksplechtig
heid en begrafenis, gerechtsdag en oogst
feest waren er de voornaamste gebeur
tenissen, welke de openbare nieuwsgierig
heid beheerschten, om de doodeenvoudige
feden, dat er niets belangrijkers gebeur
de. Zelfs het procedeeren was er nog
niet eens aan de orde van den dag.
Doch men begon zich toch onbeha
gelijk te gevoelen in de zoete rust.
Men verveelde zich. En in dien wre-
veligen gemoedstoestand begon men te
verlangen naar een schandaal, een onder
werp, dat aller belangstelling vermocht
te wekken en dat weer stof tot geklets
hou kunnen geven.
Ik zal u niet vermoeien met de me-
dedeeling, wat de rus't van de Arn-
stadters zooal kwam storen. Dit stukje
geschiedenis toont duidelijk aan, dat
's menschen hart steeds op verandering
uit is.
Ook wij hebben rast gekend, en nu
De jongeren onder ons zullen, als zij
oud mogen worden, op hun ouden dag
met lof gewagen van de zonnige dagen
van hun jeugd, welke zij sleten in zor
geloosheid en voorspoed. Maar met ont
roering zullen zij de tooneelen weer voor
den geest roepen, die op die periode
van vrede en welvaart volgden.
Toch zijn wij op het platteland nog
gezegend boven de bewoners der grootje
steden.
W èl worden wij, in Zeeland, door het
Bewerkt naar het Engelsch van
EMMA JANE WORBOISE
16)
Ook miss Judith keek nu heel plechtig:
„U kunt er op aan, mijnheer Crabb," zeide
zij, „dat ik de plichten, die ik op mij
genomen heb ten opzichte van Chrys-
tahel, tot het uiterste zal nakomen."
Toen ze dat gezegd had, was er een
algemeen heen-en-weer geloop en ik zag
mijnheer Crabb gereed de deur uit te
gaan.
Plotseling viel nu als een steen in mijn
art het ijzige gevoel, dat de laatste uit
r,?ü XroeSer i©ven zich nu van mij ging
j en en zoo klein ik nog was, voel-
§ro°te smart in mijn ziel, een
1 Pj waarvan ik in mijn herinnering
al het schrijnende nu nog gevoel.
Ik sprong op heim toe, terwijl hij de
knop van de deur al had omgedraaid en
tiaar ik zijn banden niet grijpen kon,
klemde ik mij rast aan zijn jas, jamme-
verwijderde kanongedreun, meer dan an
deren herinnerd aan het bloedbad, dat
even over de grenzen wordt aangericht,
doch we voelen de gevolgen van de we-
reldontreddering toch wel iets minder aan
den lijve dan b.v. de Amsterdammers en
de Rotterdammers.
De plebejers van de hoofdstad heb
ben van de week aan hun misnoegen
uiting gegeven, helaas op een wijze, die
weinig geschikt is om medelijden te wek
ken.
De sleur van het groote-stad-leven is
op- wreede wijze gebroken. Onder een
deel der bevolking groeide het verlangen
lom te breken met de rast. Men wilde
een schandaal, op rekening van den le-
vensmiddelennood. Het schandaal is er.
Het heeft reeds aan elf menschen het
leven gekost.
Het behoeft geen betoog, dat ik niets
dan een woord van schérpe afkeuring over
heb voor het optreden der vandalisten,
en ik geloof nóg, dat de annsten onder
de armen, geen deel hebben uitgemaakt
vau de oproermakende benden.
Is er niet op gewezen, dat een groot
deel bestond uit aangeschoten mannen
en dat vele beroepsmisdadigers de er
gerlijkste practijken op hun geweten heb
ben.
Alle respect voor de psychologische in
zichten van Amsterdam's hoofdcommissa
ris van politie, maar 't was m.i. glad
Verkeerd de onruststokers in den beginne
hun gang te laten gaan. Gelijk het zien
van bloed in den strijd bloeddorstige ge
voelens kan opwekken, moest bij de plun
deringen van pakhuizen met levensmid
delen het zien van aardappelen en ko
loniale waren onvermijdelijk nog meer de
booze hartstochten prikkelen.
Dit alles is gebeurd, terwijl er nog
eten genoeg is. Zeker, ik wil niet bewe
ren, dat nergens ondervoeding plaats had,
doch in 't algemeen is er, Gode zij dank,
nog zooveel eten, dat wij kunnen bestaan
niet alleen, maar dat we ook nog bere
kend zijn voor onze dagtaak.
Waren er geen aardappelen, dan was er
rijst,' of havermout of gort. Waren er
'geen boonen, dan waren er erwten. Aan
genomen nu, dat de verdeeling van een
ien ander in de hoofdstad veel te wen-
schen overliet, aangenomen, dat de aard
appelen ongenietbaar waren, dit wettigt
nimmer een optreden, als waarvan men
dezer dagen getuige kon zijn.
Welk een groote verantwoordelijkheid
laden de leiders dier oproerige beweging
toch op zich! Zij spelen gevaarlijk spel
met de geesten. Zij ontketenen op han
dige wijze de hartstochten, doch zij blij
ken onmachtig, als 't er op aankomt de
beweging te leiden en de buitensporig
heden tegen te gaan.
Mochten zij iets van de verantwoorde
lijkheid gevoelen. Vooral waar èn stof
felijke én geestelijke belangen op 'tspel
staan.
Dag aan dag wordt door zekere volks
menners en leiders van lageren rang -
sprekers, journalisten, schrijvers den
menschen, die er maar oog voor hebben,
een toekomstbeeld van stoffelijke weelde
voorgehouden, terwijl om hun geestelijke
belangen zich memand bekommert.
Dit moet zich vroeg of laat wreken.
Men heeft nu gezien, welke geest de
massa beheerscht, die slechts om voorzie
ning in stoffelijken nood heeft leeren vra
gen.
Langen tijd heeft men getracht ze te
misleiden, door ze steenen voor brood
te geven, b.v. door ze een bioscoop
avondje als een gewenschte en noodza
kelijke ontspanning voor te spiegelen, doch
rand en smeekend, mij weer mee te ne
men.
„Och, neem u mij toch weer mee, mijn
heer Crabb, laat mij niet alleen hier ach
ter," schreide ik, „ik kan hier niet blij
ven, ik kan niet. Laat mij toch weer mee
gaan, al is het maar voor één nachtje."
„Kom, wees nu niet onverstandig," zei
mijnheer Crabb op ernstigen, doch vrien
delijken toon. „Je zult eens zien over
een paar dagen, hoe prettig je het hier
vindt. Maar(dan moet je ook zoet
zijn. Kom, kindje, laat me nu los."
Maar ik hield hem nog steviger vast
en de goedhartige, oude heer werd ver
legen met de zaak.
Maar nu kwam mijnheer Perren tus-
schenbeide, wat heel jammer was, daar
hij wel de meest ongeschikste persoon
was, om mij tot rede te brengen. „Ik
zal wel zorgen, dat ze u loslaat," zei
hij tot den onthutsten mijnheer Crabb.
En zich nu tot mij richtend, liet hij er
suikerzoet op volgen: „Kom Chrystie, dat
is nu toch wel een beetje ondankbaar
van je, vindt je ook niet. Kom, ga met
mij mee, dan mag je mijn schilderijen
eens zien." En meteen strekte hij zjjn
hand uit, om mij bij de* schomder te
vatten.
deze misleiding kon niet zonde» droef
gevolg blijven. Ziet hoe duidelijk de gees
telijke armoede thans geïllustreerd wordt;
duidelijker nog dan het brondsjsebrek.
Wij beleven inderdaad ernstige tijden.
Dat de internationale toestand van ons
land immer hachelijker wordt, begint men
eindelijk meer en meer in te zien. Doch
ziet men de geestelijke armoede niet over
't hoofd
Moge de nood. der tijden ons in de
eerste plaats uitdrijven tot God, opdat
we, rustig te midden der woedende gol
ven, kunnen instemmen met het bekende
Rust mijn ziel, Uw God is Koning,
Heel de wereld Z ij n gebied,
Alles wisselt op Zijn wenken,
Maar Hij Zelf verandert niet.
KEES VAN DER MEER.
8»lcitopt overzicht van den toestand.
Op de slagvelden is niets van belang ge
beurd.
Op de vraag, waarom de Russische
staf juist Oost-Ctalicië, dus Oostenrijksch-
Hongaarsch gebiel voor het terrein van
haar hoofdaanval gekozen heeft, wordt
van Oostenrijksche zijde geantwoord, dat
hieraan zoowel militaire als politieke re
denen ten grondslag k urm en liggen.
Op het front van de Oostzee tot de be-
neden-Sereth bevindt zich geen operatie-
doel, dat zoo gunstig is als Lemberg.
Ook is het Russisch spoorwegnet op dit
terrein zeer gunstig, hetgeen voor den toe
voer van beteekenis is.
De politieke redenen zouden voorname
lijk hierin gelegen zijn, dat men in over
eenstemming met den veranderden stand
van zaken .sfedert de revolutie, de ge
voelens van. Polen wil ontzien.
Het front der Centralen komt daar uit
de Karpathen, gaat dan langs Stanislau,
overschrijdt dicht bij1 ITnlicz den Dniester,
volgt op tien westelijken oever den loop
der Narajowka en verlaat dezen rivier-
sector bij de zoo hevig omstreden Li.pni.ca
Dolna. Vervolgens: buigt, de linie Noord-
oostwaarts naar den Zlota Lipa-sector,
die zij bij Potutory overschrijdt ,om daar
na langs het stadje Rrezany en Koniuchy
dat in het bezit der Russen is naar
den benedenloop der Strypa te loopen.
Berichten uit 'Griekenland wijzen er op,
dat Venizelos er nog niet zoo zeker van
is, dat het volk niets liever verlangde,
dan ;d en Koning te verdrijven en de re-
'geering op te dragen aan den dictator,
die (door de Entente werd gewenscht en
wordt gecommandeerd.
Dé Atheehsche correspondent van de
.„Petit. Parisien" meldde, dat de betrekkin
gen tusschen de uit Saloniki gekomen
troepen en die, welke in den Peloponesus
gebleven waren, zeer veel ,te wenschen
overlaten. Verschillende generaals namen
him ontslag. De controle der Entente op
de havens van Oud-Griekenland is opge
heven. Maar de censuur, die door Engel-
sclie en Fransche officieien wordt uitge
oefend, blijft nog steeds bestaan.
De Grieksche 'Kamer, die in 1915 ont
bonden werd en een groote Venizelistische
meerderheid had, is weder bijeengeroe
pen en zal tusschen 15 en 20 Juli te
Athene bijeenkomen; zij zal zichzelf tot
constilueerende vergadering verklaren.
Haar eerste werk zal dus zijn, een Grond
wet vast te stellen, waarin de rechten,
en plichten van den koning, van de re
geering en van het parlement nauwkeurig'
worden omschreven.
„Pas op hoor," krijschte ik buiten mij
zelf, „raak mij niet aan, want dan bijt
ik je."
Verschrikt trok mijnheer Perren zijn
hand terug, als wilde hij die maar zoo
gauw mogelijk buiten gevaar brengen.
„Wel foei," zeide hij, een-en-al verbazing,
een begrijpelijke en .gerechtvaardigde
verbazing overigens „wel foei, ik wist
niet, dat keine meisjes óók bijten, ik
dacht, dat hondjes dat alleen maar de
den."
„Ga u dan ook weg," riep ik, nog
altijd woedend, waarop Matthias Perren
zich, de schouders ophalend, inderdaad
terugtrok. „Het lijkt wel een zigeuner
kind," zei hij tot Judith, die tot dit oogen-
blik nog niets gezegd had.
„Ja, ga jij nu maar naar je kamer,"
zei deze nu, zichtbaar verstoord over de
drukte, jij hebt ook heelemaal geen ver
stand om met kinderen om te gaan, net
zoomin als dat je er slag van hebt met
dames om te gaan. Laat het maar aan
ons over Chrystie op te voeden, dan
komt dat vanzelf wel in orde.
Deze opmerking was allerminst broe
der Matthias naar den zin. „Ik heb nog
nooit gemerkt, niet met dames te kun-
omgaan, dat is de eerste keer, dat
Russische socialisten.
Langzamerhand krijgt men meer over
zicht over de partijen, die op het oogen-
blik in Petersburg en Moskou om de
I oppermacht strijden. Zoo kunnen wij dan
drie groote groepen onderscheiden:
le. de Boljewiki of Maximalisten, aan
gevoerd door Lenin, Trotski, Sinotjef, en
Loemasjarski.
2e. De Mensjewiki of Minimalisten, on
derverdeeld in:
a. de Internationalisten, (aangevoerd
door Martof, Martinof, Suchanof, en Ma
xim Gorki.)
bï de Oborinzi (oorlogs-socialisten),
aangevoerd door Dan en Potressof.
3e. de Jedinst.wo, of Unie-socialisten',
aangevoerd door Plechanof en Deutsch.
Korte Oorlogsberichten.
De vice-president der oude Chinee-
sche republiek wil tegen den Keizer op
treden en heeft het leger en de vloot te
Shanghai tegen Peking te wapen geroe
pen..
In het Engelsche Lagerhuis is het
voorstel om E. V. in te voeren, met 200
tegen 170 stemmen verworpen.
Aartshertog Jozef Ferdinand is met
de generale inspectie over den geheelen
Oostenrijkschen militairen luchtvaarttrein
belast.
Generaal Sarrail is te Athene aange
komen.
Bij de onlusten te St. Louis zijn,
300 negers gedood en 600 gekwetst. Men
dringt aan op een spoedige en strenge
bestraffing van de oproermakers, om
dat deze zaak een gevaarlijke uitwerking
op het revolutionaire Rusland zou kunnen
hebben.
In het Engelsche vakblad „Aero
plane" lezen wij:
„Het geroep om vergeldingsmaatregelen
voor geheel normale oorlogshandelingen
is niets dan een schijnheilige humbug,
die slechts de nalatigheid moet bemante
len, waarmee men in Engeland de vor
ming van een bekwaam vliegwezen be
handelt.
In de „Truth" kenschetst een goed
kenner van Ierland den toestand aldaar,
op de navolgende wijze„De toestand
in Ierland zou niet ernstiger kunnen zijn.
De Sinn Feiners, waaraan amnestie is
verleend, zijn vast besloten, zoo sneï
mogelijk en in grooten getale naar de
gevangenissen terug te keeren".
Een Duitsehe onderzeeër in de Mid-
dellandscbe Zee, onder bevel van den
eersten luitenant von Heimburg heeft den
I9den Juni op de kust van Tunis pen
grooten Franschen onderzeeër, die onder
geleide van een torpedojager was, door een
törpedoschot tot zinken gebracht. Luite
nant Heimburg heeft daardoor zijn der
den vijandelijken onderzeeër tot zinken
gebracht.
De Braziliaansche kamer heeft met
a'lgemeene stemmen een voorstel aange
nomen, om aan de Fransche Kamer de
solidariteit en vriendschap van Brazilië
te betuigen.
De Times van 28 en 29 Juni geeft
aan Engelsche verliezen op 276 officieren
en 3990 minderen.
In Baden 'zal' toet 15 Aug. het vleeseh-
rantsoen verminderd, doch het brood
rantsoen verhoogd worden.
Heden zouden Keizer Wilhelm en de
Keizerin met gevolg te Saxenburg komen
om het bezoek van den Keizer en de Kei
zerin van Oostenrijk te beantwoorden.
ik het hoor en ik moet zeggen, dat het
erg vriendelijk van je is, mij zulke ver
wijten te maken."
Mijnheer Perren dreigde in allen ernst
boos op zijn zuster te worden, maar die
maakte er een eind aan met hem nog
maals op wanboopstoon te verzoeken as
jeblieft naar zijn kamer te gaan, waar
hij nog een boel dingen in orde had te
brengen voor de reis, ond,er andere had
hg zijn pas gekochte schilderijen nog alle
in te pakken, wat hij niet aan vreemden
overlaten kon.
Met die woorden werkte miss Judith
haar dwazen broeder de deur uit, daar
na mij met zachten drang noodzakend
op te staan ik bad mij namelijk in
mijn kinderlijke wanhoop voor de deur
op den grond laten vallen, toen ik be
merkte, dat tijdens deze korte woorden
wisseling mijnheer Crabb vliegensvlug de
deur was uitgegaan.
Nu was er dus niets meer aan te
doen, en ik was tegen wil en dank aan
de Perrens overgeleverd; ik had mij in
mijn nieuwen toestand >te schikken. Ter
wijl ik mijnheer Perren naar zijn kamer
boorde gaan, voerde miss Judith mij met
zich naar haar plaats aan de theetafel.
Een oogenblik zat ze mij stil aan te
VERSCHIJNT ELKEH SZ2RKDAII,
Abonnementsprfl*:
Per 3 maanden fr. p. post f 1.50
Losse nummers -JJ.Qtt j
II
Prijs ie? Adrsrtenïiria.
1—4 ragéls f 0.60, iedere regel meer TG rik
3-maai wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaaidBfc
Bewijsnummers b cent,
Volgens een Amerikaansch journa
list staat Lens in brand.
Uit Madrid wordt geinelld, dat te
Londen een Spaansch-Engelsche overeen
komst is geteekend, waarbij Engeland zich
verplicht 150.000 ton kolen maandelijks
te leveren. Spanje daarentegen verplicht
zich erts te léveren.
Het oorlogsbrood schijnt er in En
geland niet lekkerder op te worden eu
in plaats, djj t men door het meel met
andere graansoorten te vennengen spaart,
blijkt die vermenging juist groote ver
kwisting te veroorzaken.
Naar de secretaris van de bakkersver-
eeniging aan de „Times" mededeelde,
moesten twee van zijn vakgenooten dezer
dagen niet minder dan 1600 brooden weg
doen, omdat ze absoluut oneetbaar ware»
en zelfs niet geschikt voor varkensvoer.
H. Go 1 ij n.
Naar yerluidt, is de heer II. Colijn,
directeur van de Bataafsche, bij het ver
laten van het gebouw dier maatschappij
van zijn fiets gevallen. Hij bezeerde zich
vrij ernstig aan het been en is, nadat
hij voorloopig in het gebouw verbonden
was, naar zijn woning vervoerd.
Nader verluidt, dat de heer Colijn zijn
enkel gebroken heeft. Er is een gipsver
band aangelegd. De patiënt zal wel ee*
viertal weken rust moeten nemen.
Vroege aardappelen.
De Minister van Landbouw heeft be
paald, dat de maximum kleinhandelprijy
voor vroege aardappelen, vastgesteld bij
zijn beschikking, van 4 Juli, met ingang
valn 7 Juli uitsluitend zal gelden voor z.g.
groote aardappelen, waaronder wordt veT-
staan de gewone consumptie-waar.
Met ingang van 7 Juli 1917 wordt voor
poters of drielingen de maximum-kleinhan-
delprijs vastgesteld op 9 ct. per K G.
Het Eerste Kamerlid
D r. W ol t j er.
De kwestie betreffende het Eerste Ka
merlid Dr. Woltjer, wiens: ongesteldheid
naar men weet voor hem een beletsel is
geworden om het bewijs van ontvangst van
den hem door Ged. Staten van Zuid-Hol
land toegezonden geloofsbrief ,te onder
teekenen, is nog niets .verder gekomen.
De Kieswet zégt, dat binnen drie wekeu
na de dagteekening van bedoeld bewijti
de benoemde kennis moet geven aan Ged.
Staten of hjj de benoeming aanneemt.
Die drie weken zijn weliswaar nog niet
om, maar vormen in het onderhavige geval
eigenlijk geen termijn daar zij ingaan na
de dagteekening van het bewijs van ont
vangst, dat echter niet bestaat, omdat
het door den benoemde niet geteekend is'.
Eerlang zal door het provinciaal bestuur
een besluit moeten worden genomen of
er al dan niet onder deze omstandigheden
een vacature kan geproclameerd worden,
tengevolge de slotzinsnede van artikel 119
der Kieswet, waarin bepaald wordt, Üat
de benoemde, ate hij den termijn van drie
weken zonder kennisgeving laat voorbij
gaan, geacht wordt de benoeming niet
aan te nemen. (Msb.)
/Het Kamerlid Dr. Beumler.
Nader is gebleken, dat het Kamerlid
voor Kampen, Dr. Beumer, de bezoldigde
Staatsbetrekking, welke, naar bericht
werd, door hem is aangenomen,, reeds
aangenomen, had tijdens; het zittingstijd
perk der vorige Kamer, dus vóór de ont
binding. Dientengevolge behoeft hijl thanS
kijken, mij met ernstigen blik recht in
de oogen ziende. Dan zeide zij, streng,
schoon niet onvriendelijk: „Weet je wel,
kindje, dat dit een héél slecht begin is?"
Ik voelde, dat miss Judith gelijk had,
maar ik had geen lust haar gelijk te
geven. Maar tegenspreken durfde ik haar
toch ook niet en dus zweeg ik, het hoofd
gebogen.
„Waarom," zoo ging zij door, „wilde
je mijn broer bijten, Chrystabel?"
Ik zeide niets, trok even met de schou
ders.
„Nu?"
„Omdat ik niet hebben wilde, dat hjj
aan me kwam.
„Zoo, en ben je dat meer gewoon,
als je iets niet hebben wil?" Foei, Chrys
tie, een meisje van nog geen tien jaar
en dan bijten, 't is wat moois
Maar voor mijn eergevoel was dat zach
te verwijt te erg en ik vertelde haar
nu in mijn kinderlijke oprechtheid, dat
ik het ook heusch al in langen tijd niet
meer gedaan had, maar dat ik vroeger
Mantie eens 'n keer gebeten had.
„Mantie was je kindermeisje, niet
waar?"
„Ja, maar ze was ook papa's huis
houdster." (Wordt vervolgd^