file Smederij,
iaren Weifmii,
Job
op
paard,,
dster
Uit d@ Pers.
De Groote Oorlog.
TE KOOP
>9 te koop
schrijving
|op
IP
aars,
m Kob,
ws,
jpplanten,
e, een pas-
sn Kalfvaars,
nstbode.
Zeeuwsche Stemmen.
FEUILLETON.
AJill
REGT, Baarland.
■gereedschappen
Jiitbreiding vatbaar.
|>n eigenaar A. M.
ynkeistraat, VIis-
rmeente Driewegen. I
Ivorden ingewacht
t 's avonds 6 uur. I
i bekomen bij den
ER, Driewegen.
11
jbinge.
jij ving worden in-
11017, bij L. VAL-
lie desgewenscht
jkkar,
lOostkapelie.
CR, Kleverskerke.
I rekening 1 en 5
15e kalf, en een
|in", Oostkapelle.
ABKAHAMSE,
een pas gekalfd
Jof hengstveulen,
iPrelaat", West-
(■minkelstraat 15.
Klepper, ruin,
lor trek en loop,
Ws. S. KODDE,
■SE, Cevaalsweg,
3UIJSMAN,
rancier
iburg of Vlissin-
Ritthemsche
ïburg.
ïstus a.s.
iode,
Volphaartsdijk.
lagd
St, Janstraat
rcstbods
DEN BOUDT,
oon zonder kin-
Uitgave van
M Naaml. Venn. LUCTgR ET EMBRGO,
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Gees
8ANGE VÖRSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg!
SSRMA F. P- UHUIJ L. BURG
Drukkers i
«üBterbaaa Ee Cointre, Goes.
Zij die zich met ingang van I Juli a.s op
„De Zeeuw" abonneeren, ontvangen de tot
dien datum verschijnende nummers kosteloos
CXI.
Het zou onheuscli zijn, indien ik niet
mot een enkel woord terugkwam op het
vriendelijke schrijven van den heer Ste-
vense uit Dordrecht, naar aanleiding van
mijn brieven over de kunst bij onzen,
openbaren «eredienst.
Zijn ingezonden wtas mij een hart
onder den riem. Zeker, in de meeste
gevallen kan ik 'mij troosten met de ge
dachte: Wie zwijgt stemt toel Doch die
troost is om de waarheid te zeggen,
zeer schraal, sinds ik de ervaring heb
opgedaan, dat het gros der Zeeuwen niet,
gauw naar de pen grijpt. Er moet al
iets heel bijzonders aan de hand zijhj
wil de Zeeuw pen en inkt van 't kastje
of den schoorsteenmantel langen", om
aan zijn bezwaard gemoed uiting te
gevep.
Ondertusschen denkt hij er het zijine
van, al blijkt dit niet uit brief of brief
kaart. De Zeeuwen, ook zij, die men de
„gewone inenschen" pleegt te nemen,
zijn zeer belezen. Duodecim artium sunt;
zij zjjn van alle marckten wedergekomen,
d.w.z'. dat zij over alles kunnen mee
praten, al zijn ze uiteraard 't best thuis
op de markten te Goes en te Middel
burg. Maar dan gaat 'took om de bo
terham.
Apropos. Ik had hel immers over de
Dordtsche stem
Welnu, ik dacht zoo: Als deze de ver
tolking is van de meening van alle le
zers, dan mag ik tevreden zijn, immers
dan is de kans groot, dat we inzake
ons kerkgezang op den goeden weg, ter
vervolmaking, zijn.
Nu ik het toch over 'sheeren Steven-
se's artikel heb, stel ik er prijs op te
mogen verklaren, dat ik het diep betreu
ren zou, indien wij het koralistisch ka
rakter van onze psalmen en gezangen
zouden moeten prijs geven. Inderdaad;
het „verheven-gedragene", het „wijd-uitn
slepende" van het koraal oefent een mach
tige bekoring op ons uit, het grijpt ons
aan, meer dan het meest hartstochtelijke
muziekstuk. i
Ik denk aan het welbestede leven van
Johann Sebastiaan Bach, den ouden Se-
bastiaan, wiens grootste eere het is ge
weest gepredikt te hebben door zijn ko-
ralistische kunst.
Denkt aan het tooneel te Dresden, t
Was omstreeks 1732, toen de oude Bach,
de roem van .Leipzig, in de schoone ca-
thedraal van Dresden voor Koning August
en zijn familie en hovelingen, van zijn
talenten zou doen blijken. Welk een ont
zaglijken indruk, welk een innige out-:
roering wist Bach toen niet te wekken
met f
Een vaste Burg is onze God!
Met deze eenvoudige mplodie als the
ma wist Bach zelfs voor dit ijdele audi
torium een wereld te openen, als Eet
nimmer gekend had.
Wij stellen hoogen prijs op ons koralis-
ti&'ch gezang. Wij wenschen het te be-
Waren als een kostbaar kleinood, als de
schoonste en verhevenste wijze, om be
de en lied tot God omhoog te doen rijizen.
Op dit punt zijn wjj dus eensgezind.
Op een ander punt moet ik helaas een
enkele bedenking opperen. De heer Ste
vens® toch laat. zich m.i. bij zijn warm
pleidooi voor het artistieke element in
Bewerkt naar het Engelsch van
EMMA JANE WORBOISE.
it den bóeren-
Brieven onder
lad te Goes.
10)
„Dit huis", zoo ging hij voort, na weel
een poosje gezwegen te hebben, „dit
huis behoort nu aan een ander. Jaren
geleden heeft iemand aan je vader geld
geleend op dit "huis en nu dat geld hem
niet 'kan worden terugbetaald, omdat het
er niet pfs, mag hg" het verkoopen met
hl wat er in is, de boeken, de zeldzame
geologische verzameling, alles
Mjaar", zoo voegde mijnheer Crabb er
aan toe, alsof hij mij een genoegen wil
de doen, .„je zult wel een kleinigheid
mogen behouden als aandenken, ver
wacht ik",
Ik zed schuchter, dat ik dan graag
een zekeren schedel bad, ik had dien
altijd mogen afstoffen en het scheen, dat
deze wensch den advocaat buitengemeen
vermaakte, Want hg lachte er hartelijk
onzen eeredienst, verleiden er al te veel
Waarde aan toe te kennen.
Hij erkent natuurlijk, dat onze kerk
gang niet uitsluitend „behoeft" to be
staan in het bevrediging zoeken in het
artistieke element, doch hij meent, al
thans hij schrijft, dat, wanneer deze re
ligiositeit bj] sommigen overheerscht, dit
niet absoluut dient veroordeeld te worden.
Hier bevindt hij zich op gevaarlijk ter
rein, waarop het zaak is het onder
scheid tusschen hoofd- en bijzaak niet
uit het oog te verliezen.
De religie is en blijft de hoofdzaak.
t De kunst is en blijft ornament.
Zeker, Godsdienst en kunst zijn elkan
der na verwant, zoo na verwant, dat
de kunst thans nog dankbaar erkent, hoe
ze haar oorsprong dankt aan den open
baren eeredienst.
Wie derhalve bevrediging zoekt in het
kunst-element, is tevreden met de ibij1-
'zaak, m het kan niet anders, of de
hoofdzaak komt dan in 't gedrang.
Dan treedt de kunst tusschen God en
den inensch en mist deze de gemeen
schap met God. .Dan verstaat «.hij piet
de onopgesmukte, ernstige waarheid van
Gods Woord.
Von Hartmann heeft terecht opge
merkt ,dat de religie, in haar hoogsten
vorm, zich .van het kunstkleed ontdoet,
en eindigt met een geheel zelfstandige!
positie.tegenover de kunst in te nemen.
Ten slotte verheft zich de aanbidding
ip geest en in waarheid boven de
productie der kunst.
De religie, de uiting van het geeste
lijk leven, staat bij den eeredienst. dus
op.den voorgrond.
De kunst wordt slechts als dienende
te hulp geroepen. Van haar wordt niet
Verwacht, dat zij het goddelijke open
baren zal.
Do geestelijke reactie tegen het gevaar
der kunstaanbidding is één der motieven
van de hervorming geweest.
Laat ons nu zorgen, dat het heilige
niet overladen wordt met wat het gees
telijke op den achtergrond dringt, ter-
wille van den bloei der Kunst.
Het ware een slechte ruil.
Ik weet wel, de heer S. is 't roerend
met mij eens, doch de keuze zijner woor
den ko>n den schijn wekken, alsof hoj
te veel waarde aan de kunsthecht.
T Hierin vond ik aanleiding nader op
zijn schrijven in te gaan.
KEES VAN DER MEER.
De Provinciale Comité's:
„De Standaard" driestart
Naar uit de straks te publiceeren stuk
ken Wijken zal, ontsluit zich waarschijn
lijk voor de Provinciale Comité's een veel-
beteekenende toekomst.
Het land zal nu eenmaal in achttien
kieskringen uiteen moeten vallen, en deze
kieskringen zullen uiteraard een mode-
ramen, een bestuur of hoe men het noe
men wil, voor de leiding van de stembus-
actie aan 't, hoofd moeten hebben.
Dit deed van zelf de vraag rijzen, of
men hiervoor* een nieuw bestuurslichaam
scheppen zou, dan wel of het mogelijk
zon zijn, de bestaande corporation hier
voor dienst te laten doen.
Voor zeiven van de achttien Kieskringen
nu was men hiervoor aanstonds gereed.
De indeeling in Kieskringen is toch
op zulk een voet geregeld, dat op Noord-
Brabant en Gelderland, Noord-Holland en
om. Wat mij op 't malle idee bracht, om
dien schedel te vragen, weet ik niet meer.
Mijn andere wenschen kwamen hem
ongetwijfeld kinderlijk voor en dat wa
ren ze ook inderdaad, want ik vroeg,
hem of ik mijn poppen en mij'n poes
behouden mocht, net kleine poesje wil
de ik wel afstaan, daar gaf ik, zeide
ik hem, zooveel niet om. En in stilte
overwoog ik, dat ik, zoo hij mij' de in
williging van de-ze wenschen zou wei
geren, zoowel de poppen als de poes
stil zou meenemen.
Maar ik kreeg daar geen stellig ant
woord op, en mijn verzoek bracht hem
op een ander onderwerp, zoodat er la
ter niet meer over gesproken werd.
'^a> kind", zei mjjnheer Crabb, „dat
aurt ik je niet beloven, want dat zal
misschien niet gemakkelijk gaan, ik zal
je zeggen, waarom. Je begrijpt wel, dat
ik je niet aan jezelf zal overlaten; kleine
meisjes kunnen nu eenmaal niet voor
zichzelf zorgen, er moet dus iemand zijn,
die voor je zorgen wil en kan, "dat wil
zeggen, iemand, die je bij zich wil ne
men. Je naar een weeshuis sturen, zou
wiel gaan, maar dat duurt te lang, eer
je daarin opgenomen bent, daar komt
heel wat aan te pas, eer Ze je daarin
Zuid-Holland na, de Kieskringen elk een
geheele provincie bevatten.
Wat lag dan meer voor de hand, en
wat wasi dan meer als vanzelf aangewezen,
dan aan onze Provinciale Comité's! een
soliede samenstelling te geven, en aan
deze Comité's op te dragen wat het werk
der Kieskringbesturen zal 'zijn.
Door dezen eenvoudigen maatregel £ou
men voor zeven van de elf provincies,
en alzoo voor zeven van de achttien
Kieskringen gereed zijn.
Zoo bleef dan als eenige vraag nog
de kwestie open, hoe te handelen in
de vier overjge Provincies, waarin meer
dan één Kieskring zou geformeerd worden.
T.w. in Gelderland en in Noord-Brabant
elk twee, in Noord-Holland .drie, en in
Zuid-Holland vier. Doch ook hier bood
het gereede antwoord zich venzelf aan.
Vormen de twee Kieskringen 's Her
togenbosch en Tilburg samen de geheele
provincie Noord-Brabant, wat was (Jan
eenvoudiger dan om in deze provincie
het Provinciaal Comité twee secties te
geven? Evenzoo kon men piet Gelderland
doen. Gelderland kreeg dan twee secties
in het Provinciaal Comité, Arnhem de
eene en Nijmegen da tweede sectie.
Geheel ditzelfde sectie-systeem laat jaich
nu evenzoo op Noord-Holland toepassen.
Eerste sectie van hot Provinciaal Comi
té werd hier dan Amsterdam, de tweede
sectie Haarlem, eu de derde sectie Hen
Helder. Een stelsel, dat tenslotte evenzoo
ook op Zuid-Holland kan worden toege
past. De Kieskring van Rotterdam werd
dan de eerste sectie in hieit Provinciaal Co
mité, Den Haag de tweede sectie, en
daarbij kwam dan als dende en vierde
sectie Dordrecht en Leiden.
Zoo zou de nieuwe regeling recht
streeks aansluiten aan de bestaande. Mem
zou niet geheel onze electorale landorgani-
satie overhoop halen, om het te over
spannen met een naar Liberale gedachte
geweven net.
Wenl dan allicht straks de regeling
die nu in de additioneele artikelen rast
vervangen door een andere jndeeling, zoo
kon al wat kwam, zich vanzelf aan onze
organisatie aansluiten.
We bleven ons! zelf.
Alleen maar, de Provinciale Comité's1
zouden tot veel hooger positie en veel
meer omvattende taak geroepen worden.
Aan wat 'te komen staat sloot men zich
dan aan, en bleef toch zich zelf.
Beknopt overzicht van den toestand.
't Isi weer het oude Hedje.
Geen nieuws van belang;.
Op geen enkele der oorlogsterreinen
heeft een verandering van ingrijpende
waarde plaats gehad.
In saaie eentonigheid gaat de tijd
voorhij.
De oorlogsweken gaan voorbij zon
der de minste spannende sensatie.
Toch kan die rust groote beteekenis
hebben.
In vele kringen heeft men de hoop
op een militaire beslissing nog niet op
gegeven. De Entente begrgpt, dat zij
Duitschiand niet kan uithongeren. Het
vertrouwt nu, dat. het eerlang door de
actie op het slagveld tot vrede gedwongen
zal kunnen worden.
Daarom is die merkwaardige „rust"
slechts betrekkelijke rast.
De toebereidselen voor een volgenden
slag zijn natuurlijk weer aan den gang.
Zou men op Amerika wachten?
opnemen, Mantie kan je niet mee
nemen, die heeft genoeg aan zichzelf
en is al blij!, dat ze op haar ouden
dag nog een geschikte betrekking ge
vonden heeft. En ik kan je ook niet bij
me nemen, .want ik woon op kamer en
ik zou ruzie met mijn huisjuffrouw krij
gen bovendien, want die houdt niet van
kinderen. En de dokter, de eenige man,
die je kent buiten mij, heeft zelf een
groot gezin en is bovendien niet rijk".
Dat was wel een zeer onaangename
mededeeling voor mijik moest toch
èrgens heen. En vooral was zij onaan
genaam, omdat ik mij in mijn hart al
zoo vaak verzet had tegen de gedachte
hg' vreemde menschen in huis te moe
ten komen, het ging er nu al aardig
op lijken, dat niemand mij hebben wil
de. 'Maar wat dan?
„Maar ik heb toch nog teen uitweg
gevonden", zei mynheer Crabb, na even
gezwegen te bobben, „want ik weet
iemand, die 'je als kind aannemen wil.
Zeg mij eens, beste meid, ben je nu
niet blij?"
'tWas mij onmogelijk, blijdschap te too-
nen, doch ik moest erkennen want
zoo klein als ik was, begreep ik, dat
er niets anders voor mij opzitten zou,
Maar Amerika veTkeert nog in een te
vroeg stadium van zijn militairistischert
groei om spoedig al zulk een invloed op
de gebeurtenissen te hebben ,dat daardoor
een verandering te wachten zijn zou. Hoe
goed broeder Jonathan zich ook aan de
groote oorlogs-lessen zou mogen spiege
len, het is niet te denken, dat hiji in
de eerstvolgende maanden reeds zoo
krachtig zou kunnen ingrijpen.
Zoo is dus, wanneer men op1 de ver
schillende aanwijzingen afgaat, een ver
der voortduren van den heerschenden toe
stand van rast en onveranderlijkheid te
verwachten.
Mocht intusschan de vredesstemming
zóó toenemen,, dat de rustphase met de
onderteekenhig der vredesverdragen ein
digde.
Laat ons enkele vredesstemmen opvan
gen.
Da Vos's. Zeitung verneemt uit Stock
holm, dat „Sozial Democraten", het or
gaan van Branting, den tekst publiceert
van een interview met een Engetecheiï
partijgenoot, waarvan enkele punten de
moeite waard 'zijn.
De Russische revolutie, beweerde de
zegsman van Branting, heeft een kolossa
len indruk gemaakt op de Engelsche ar-
beidersklassè, zelfs ook in vredeskwes-
ties.
Een jaar geleden zou de vijandelijkheid
tegen den oorlog in den boezem van, dien
Engelsehen arbeidersstand nauwelijks
grooten invloed hebben uitgeoefend. Thans
is het echter niet moer zoo gesteld. Vroe
ger behoorde het uiteenjagen van vergade
ringen voor den vrede tot- de orde van
dan dag, thans1 trekken dergelijke verga
deringen een groot getal toehoorders1.
De oorlogsopruiers beschouwen het
thans het verstandigste om zich stil te
houden. Deze geweldige ommekeer isl on
getwijfeld het gevolg van de Russische
revolutie.
De duidelijkheid, waarmede de Rusi-
sen hun vredesprogrammia hebben op
gesteld, laat niets te wenschen over. Geen
veroveringen zeggen zij. En de Italiaan-
sche regeering antwoordt daarop, dat zjj
het met dit program volkomen eens' is.
Zou dat zoo eerlijk gemeend zijn, die
Italiaansche verklaring Zouden zjj werke
lijk Triest en Trentino hebben opgegeven
als oorlogsdoel? En Albanië, dat zij' on
afhankelijk verklaard hebben, onder Ila-
liaansch protectoraat? Is dat geen ver
overing?
In ieder geval is het goed, dat Italië
zich nu ook uitgesproken heeft.
Daaruit blijkt dan, dat eigenlijk alle
oorlogvoerende partijen het roerend eenS
zijnGeen annexatie. Het is de vraag
maar, wat men onder het begrip annexatie
verstaat. Aan de groene tafel waar de vre
desonderhandelingen gevoerd worden, zal
het wel een Babylonische spraakverwar
ring worden I
Haat tegen da Duitechers.
De „Sheffield Daily Telegraph" jiovat
de volgende eedsformule, die, naar het
blad hoopt, door de Kamers van Koophan
del en dergelijke lichamen, alsook door
particulieren zal worden verbreid: „Om
onzen afschuw en verontwaardiging pver
de Duitsche oorlogsmethoden sinds Juli
1914 uit te drukken, zweren wij, dat wij
niets 'zullen koopen, wat in Duitschiand
is gemaakt en geen zaken met of door
een Duitscher zullen doen, gedurende lQ
jaren na het 'sluiten van den vrede. Zoo
waarachtig halpe ons God almachtig I"
De haat heeft een diepe klove geslagen
tusschen de volken of zekere groepen van
dat ik volstrekt niet te kiezen had en
eenvoudig had te doen, wat hij het bes
te voor mij achtte.
„Juist", zeide mijnheer Crabb, „dat is
nu eens verstandig geredeneerd, luister
nu verder".
„In Northborough wonen vrienden
van mij, die van plan zijn, een meisje
dat geen ouders meer heeft, bij zich in
huis 5Je nemen en het als hun eigen
kind op te voeden. De naam van die
menschen is Herren
„Hebhen mijnheer en mevrouw Per-
ren dan zelf geen kinderen?" vroeg ik.
I „Er is geen mevrouw Perren", ant
woordde de advocaat, „mijnheer Perren,
die dan mijn vriend is, is vroeger ad
vocaat geweest, maar heeft al eenige ja
ren geleden zijn zaken aan kant gedaan.
Hij leeft au stil met zijn zusterk en ik
geloof, dat ze heel rijk zgn. Geen van
hen is getrouwd, en daarom kan ik me
niet begrijpen, hoe ze er toe komen een
kind in huis te willen hebben. Mjaar
dat zijn dingen, die ze zelf moeten we
ten, voor jou is het in elk geval ge
lukkig, dat ze er zoo over denken. En
dus, zet nu maar vlug je hoedje op
en ga dan met mij mee".
„Maar moet ik dan dódelijk paar die
VERSCHIJNT EUKEfi S2EKJCQA&
Abort n*Tnonisgrg«i
Per 3 maanden fr. p. post f 1.6Q
Losse nummers -0.06
Prijs der Advertenlil*.
14 regels 10.60, iedere regel meer 15 at
3-maal wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaard»
Bewijsnummers cent.
volken. Maar dat men bij zulk een harts
tochtelijke haatsuiting den naam van God
aanroept, teekent de geestesverwoesting.
Want wat gemeenschap is er tusschen de
Hoogste Liefde en dezen haat.
De Joden In Palestina.
Reuter seint uit Londen:
Het Reuterbureau verneemt, dat berich
ten zijn ontvangen, aan wier juistheid
niet kan getwijfeld worden, volgens welke
de slechte behandeling der Joden in Pa
lestina door de Turken haar culminatie
punt heeft gevonden in een deportatie op
groote schaal van de Joodsche bevolking
van Jaffa.
De Engelsche, Fransche, Russische en
Italiaansche gezanten te 's Gravenhag©
hebben een gezaxnenlijken stap gedaan
bij den Nederlandschen minister van bui-
tenlandsche zaken, ten einde dezen te
verzoeken den Nederlandschen gezant te
Konstantinopel instructies te geven om
zich met het Turksche gouvernement te
verstaan en het te verzoeken, dat in naam
der menschelijkheid een einde moge ge-
steld worden aan deze vei-volgingen.
Korte oorlogsberichten.
President Wilson is benoemd tot
doctor honoris causa in de rechten van
de 'universiteit te Bologna.
Volgens een telegram uit Havana is
het tmunitiemagazijn van het fort Cubana
ontploft; in de geheele stad voelde men'
de 'schok. Een persoon is gedood, ve
len werden gewond. Men gelooft dat een
bom, geplaatst, dicht bij liet magazijn,
de oorzaak van de ontploffing is1.
Servië heeft een nieuw kabinet.
Pasjits is aer3te minister.
De Deensche minister yan buiten-
landsche 'zaken maakt bekend, dat d'e
stoomschepen Svend, Eli en Inge alsmede
de harken Louise en Ivigkit in den grondl
zijn 'geboord.
De Corriere della Sera bericht, dat
de bemanningen der twee in de Middel-
landsche Zee tot zinken gebrachte Ja-
pansche stoomschepen Europa Maroe en
Baudai Maroe in Napels zijn aangekomen.
Het Noorsche telegraafbureau meldt,
dat Üe politie ite Kristiania drie buiten
landers In hechtenis heeft genomen eni
tegelijk- in een particulier huisi op een
niet onaanzienlijke Voorraad bommen en
ontplofbare stoffen de hand gelegd. Venter
nam de politie een aantal koffers! aan
het station in beslag, die uit den vreem
de afkomstig waren en eveneens ont
plofbare stoffen blijken te bevatten.
Te St. Petersburg is de staat van be
leg 'afgekondigd.
Een financieel orgaan meldt dat op
de tweede jaarbeurs' te Lyon Amerikaan
se!) o buizen voor 42 miilioen dollar or
ders hebben gekregen. Koopers waren:
Franschen, Zwitsers, Spanjaarden, Neder
landers, Portugeezen en Scandinavïërs. De
bestellingen betroffen voornamelijk machi
nes'.
Uit Kopenhagen wordt aan de „Koln.
Zeit." gemeld, dat volgens een telegram
uit Helsingfors het Congres der Finsche
sociaal-democratie een resolutie aannam,
waarin 'de afscheiding van Finland van
Rusland alsmede de vorming van een zelf
standige Finsche Republiek geëischt
wordt.
Den hoogsten leeftijd bereikten tot
dusverre een Schotscho vrouw, Maud Cor-
nemey, Öie 163 jaar en de Hongaarsche
boer Peter Zortay, die 183 jaar wex-d.
'Een soldaat, die beide oogen op
het Slagveld verliest, krijgt in Engeland
menschen", riep ik uit, „maar dat wit
ik niet". - j I
„Sst! Kleine meisjes hebben geen wil
letje, ze mogen het tenminste niet toonen
en ze mogen heelemaal niet met de voet
jes 'Stampen. Maak je echter maar niet
ongerust, want ijk wilde je even aaq
hen laten zien, want ze zijn vandaag
in de stad en hebben mij gevraagd je
©vfen bij hen te brengen, 't Kan natuur
lijk ook wel, dat z!o je niét hebben wil- i
len en dat zou mij spijten voor je, want
't zijn heel lieve menschen en je mag blij
zijn, als je in hun huis opgenomen wordt.
Wees dus maar heel vriendelijk en denk
ga- vooral aan, dat je niet eigenzinnig
moogt zijn".
Ik was nóg niet geheel gerustgesteld
en dus vroeg ik: „Maar brengt u ma
dan vast weer terug".
„Zeker kind, maak je daar maar niet
bezorgd over. Ik beloof het je, dat ik
ja zelf weer naar Mantie breng. Maar
|ga je nu gauw aankleeden, want ze|
wachten op ons".
Het scheen wel, alsof Mantie iets wist
van het voorgenomen bezoek, want zij
stond reeds njel mijn hoed en mantel
gereed, toen ik bij haar kwam. I f j
{Wordt vervolgd.)