org
Marie fransen de lemelwacht.
k
f
Ao. 193
Maandag 31 Mei 1917
31e Jaargang
laat.
nk
tukken
97
N
ndknech
De Qreofe Oorlog.
Binnenland
neesmiddeler
rCKX, Apotheker
Nieuw.
NGEN
en veer-
nd haar
arziekten.
w
EN,
eiland,
gsticht Medembiik
-verplegers,
Dienstbode,
dienstbode
Dagdienstbod
Staten-Oeneraai.
FEUILLETON.
O E D E R.
rdering der Spijsver
in mate gebruik
mco per post f l,9C
voor Nederland es
e n Haag.
STOFFEN voc
i BEUKEN;
Uitgave van
3» Kaard. Venn. LUCTÖR ET'EMERGO,
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Gees:
ÏÏASGE VÖRSTSTRAAT 319,
Bureau te Middelburg
lïRMA E. P. DHUIJ E. BURG.
Drukkersï
®0»leiBaau Le Coinfre, Goes.
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEH VCEREQAQ. ,j
Abonnementsprjjsi ï-
Per 3 maanden fr. p. post fLöQ
Losse nummers -CkOfl i
.J
Ergs der AdvertentiSlfc
14 regels f 0.60, iedere regel meer 18 (ÉL
3-maal wordt 2-maal berekend,
Bij abonnement voordeelige voorwaard#*
Bewijsnummers 5 cent.
dan
60 per 100.
aar per 100
ts. sig. p.
ets. sig.
abriek „DE
s-BOSCH.
anco.
GO
ekh.M'burg.
•uker
aagd cloor een gezet
jonge dames van goe
a 14 dagen in Augustu:
'orpen van Walcheren
nder letter R aan he
ad te Goes.
gd:
nvangssalaris f 180 pei
woning, verpleging ei
'chriftelijke aanmelding
er-Directeur.
et October
negen is met paarde
en Koe te koop, kei
GESCHIERE te Grijp
.G. burgergezin te Bred
oon f130 per jaar. Bn
minapark H 86, Bre'
mijner Echtgenoote
elbaren leeftijd) bij
te Meliskerke.
GINGER—Auer, Abc
iddelburg vraagt vo
jaren.
Eerste Kamer.
Een belangrijk betoog.—
Colijn over de defensie van
Indië. Donkere wolken.
lie handelingen van de Eerste Kamer-
van Zaterdag 19 Mei bevatten een hoogst
belangrijk betoog, n.l. het doorwrochte
werk van den heer H. Colijn, die on
geveer twee en een half uur aan het
woord is geweest over een der meest ac-
tueele zaken, welke dezer dagen aan de
■orde gesteld.
Hoofdzakelijk toch was de rede gewijd
aan do defensie van Indië. De heer Co
lijn voerde andermaal een krachtig plei
dooi voor een sterke vloot. Met kennis
van aken, nuchterheid en overredings
kracht ontvouwde hij de sombere mo-
tievjeu.
Colijn zal wel zijn stem aan het de
fensie-ontwerp geven, doch dan moet z.i.
het tegenwoordige staande leger in een
kader-militieleger omgevormd worden.
Met de vloot moet echter den meés-
ten spoed gemaakt worden, en te dien
einde moet ook het oprichten van de
noodige industrieele inrichtingen nu reeds
worden voorbereid. Opdat men bij het
eindigen van den oorlog, als er materiaal
te krijgen zou zijn, zoo gauw mogelijk
gereed zou kunnen zijn.
Want nu hebben wij nog zoo goed als
niets. jjj
Eri de gevaren zijn zoo groot. Don
kere wolken pakken zich boven Insulin-
de samen.
Colijn schetste den enormen groei van
Japan.
Reeds nu wordt er al getimmerd aan
nieuwe bondgenootschappen. En sterker
dan ooit toont Japan zijn expensieve
kracht, voorloopig nog naar Chineeschen
kant. Wanneer men niet speciaal naar
onzen ^rchipel komt grijpen, dan nog
ligt "hij op de hoofdwegen der wereldr
zeeën, op de routes, waar de strijd ge
streden zal worden, waar rustpunten en
•operatie-bases zullen worden gezocht. Dan
is er nog een gevaar, het gevaar, dat
in Indië gebeurt, wat op Cuba en de
Filippijnen plaats vond, een opstand te
gen het gezag enin verband daar
mee bemoeienis van een groote mogend
heid.
Op al die gevaren heeft Colijn met
grooten ernst gewezen, en we houden
^ons overtuigd, dat [zijn woord in wij-
dei'; kring weerklank gevonden heeft.
Alles moet op een flinke vloot aan
gestuurd worden, was het parool. Al zou
eeit leger lava kunnen vrij houden, dan
nog wordt dat eiland eenvoudig geblok
keerd en overwint de vijand zonder veel
moeite.
i^n toon^e veel sympathie voor een
krachtig voortgaande ontwikkeling van
den inlander.
Over 's ministers gedrag ten aanzien
r van het bijzónder onderwijs toonde Co
lijn zich niet onvoldaan. Hijt waarschuw
de ei tegen, dat men bij het hooger
opvoeren van het onderwijs den practï-
schenblik zou gaan verliezen. Wenscht
men hooger onderwijs, laat zich dan een
universiteit ontwikkelen uit inrichtingen
ais tie mlandsch© artsenschool wat de
medische wetenschap betreft
Wat Scheurer den minister reeds in
de Tweede Kamer verweten heeft, dat
Tn»r> Zo TS de-heer Colijn tegen.
Toen m 1913 deze minister aan het be
wind kwam vond hij de zaak der reor
ganisatie van het binnenlandsch bestuur
door J. A. VAN NOPPEN,
Oud-hoofd eener Chr. School.
4)
„Wel, dat spijt me toch.voor u", zegt
Marie: „Al zoo groot en dan -nog niet
kunnen bidden! Zal ik het dan; maar
eens voor u doen?"
„Nu ja, meisje, ga je gang dan maar!"
zegt Bob. „Toe Jack, hou jij nu ook even
op met dat gefcauw
Marie staat nu op en met gevouwen
handen en gesloten oog'en doet ze lang
zaam en met kinderlijken eenvoud het
gebed, dat zij aan tafel altijd gewoon
was te doen, als haar vader „Amen"
gezegd had:
„Onze Vader, die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd! Uw Konink
rijk komel Uw wil geschiede in de he
mel, alzoo ook op de aarde. Geef ons
heden ons dagelijksch brood. En vergeef
ons onze schulden, gelijk ook wij ver
geven aan onze schuldenaren. Leid ons
niet in verzoeking, maar verlos ons van
overrijp voor een beslissing. Maar vier
jaar, vier kostelijke jaren zijn ongebruikt j
voorbij gegaan. i
De heer Cremer, die ook over de ver
dediging heeft gesproken, kwam tot een
geheel andere conclusie dan de heer Co
lijn.
Orders voor schepenbouw worden nu
toch niet uitgevoerd, zoo redeneerde hij
en het zal in de eerste jaren na den
oorlog niet veel makkelijker zijn om ze
te plaatsen. Laat men dus al vast maar
met versterking van het leger begin
nen, te meer nu een deputatie uit In
dië daarom komt vragen.
Ten slotte vroeg de heer Cremer nog,
waarom Madrid en Berlijn wèl draad-
looze verbinding hadden gekregen met
Bandoeng en wij hier niet.
De heer Van den Berg (A.-R.)consta
teerde, dat Indië op .een keerpunt staat.
Spr. wees op het merkwaardig feit. dat
de leden der deputatie Indië Weerbaar,
in hun redevoeringen erkennen, dat In
dië thans Nederland nog als voogd ter
bescherming noodig heeft; en zal dit mo
gelijk anders gaan worden in voortgaan
de evolutie dan hoopt spr. dat toch nau
we banden van vriendschap Indië en Ne
derland zullen blijven verhinden.
Hij drong tenslotte aan op een verbe
tering van het Indisch privaatrecht.
Van Wassenaer van Catwijck (c.-h.) on
dersteunde 's heeren Colijn's betoog.
Ook hij voelt iets van den zwaren
last, welke Nederland opgelegd is.
Beknopt overzicht van den toestand.
Beginnen we met een paar aanteeke-
ningen van 't slagveld.
In de. eerste plaats zij dan opgemerkt,
dat het jongste offensief der geallieerden
in Noord-Frankrijk aan 'tverloopen is.
Die strijd begint meer en meer te ver
slappen en van forsche aanvallen, met
élan optreden is geen sprake meer.
Weliswaar zijn de geallieerden een be
langrijk eind gevorderd, doch op deze
wijze zou nog maanden lang gestreden
moeten worden eer de Duitsche legers
Frankrijk zouden moeten verlaten.
Waarop moeten de Engelschen en
F ranse hen, wanneer zij er nu niet iin
slagen een definitief succes te bevechten,
wachten? vraagt de blijkbaar deskundige
overzichtschrijver van het Vaderland.
In 1916 werd verklaard, dat de ar
tillerie der geallieerden nog niet bij
machte was de infanterie bij haar aan
vallen krachtig genoeg te steunen, zoo
dat na het slechts ten deele gelukte
Somme-offensief werd aangekondigd, dat
het lente-offensief van 1917 de beslis-
sing brengen zou.
En bij het inzetten van dit offensief
Luidde dan ook uit Londen en Parijs
eenstemmig de verzekering, dat de artil-
leristische meerderheid der geallieerden!
een feit was geworden en de toekomst
met het volste vertrouwen kon worden
tegemoet gezien.
De Russische revolutie en de daar
uit voortgevloeide inactiviteit van 't Rus
sische leger heeft ongetwijfeld den En
gelschen en Franschen een teleurstelling
gebracht. Hadden de Russen zich tegelijk
met de geallieerden in het Wésten in
beweging gezet, dan hadden de Duit-
schors zich waarschijnlijk niet kunnen
handhaven, daar zij immers nu reeds,
nu zij in het Oosten met een minimum
aantal troepen kunnen volstaan, in het
Westen gestadig moeten wijken. Terwijl
den Booze! Want Uw is het Koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid, tot' in
eeuwigheid, Amen!"
„Amen!" herhaalt Rob, blijkbaar onder
den indruk, dien het gebed des 'Heeren
voor hem nog gansch onbekend, op hem
gemaakt had.
„Nu, lieve menschen!" zegt Marie op
geruimd, „gaat nu maar gerust uw gang,
uat het u wèl moge smaken".
De mannen latein zich dit geen twee
maal zeggen en tasten zoo gretig toe,
alsof ze in geen - dagen iets genuttigd
hebben.
„Kijk, die menschen toch eens smul
len", denkt Marie. „Wat hebben ze een
honger! Dat. moest Moeder nu toch eens
zien; wat is het toch heerlijk om wèl
te kunnen doen!"
Maar ziende, dat er mogelijk niet ge
noeg voor haar gasten is, vraagt ze, of
ze nog meer Wenschen.
„Ja", roept de ruWe Jack, zijn tweede
kruik ontkurkende, „breng nog maar
wat!"
„O, er is nog genoeg in huis", zegt
ze opspringende, en ze brengt aanstonds
nog een goede portie.
Ook deze hebben de „heeren" spoedig
verorberd, maar schijnen nu toch ver-
de Oostenrijkers de Russen en de Italia
nen tegelijkertijd hadden moeten weer
staan. De ontwikkeling der feiten is even
wel anders geweest dan de generale sta
ven haar hebben vporzien en wij staan
aan den vooravond van een nieuwen po
sitie-oorlog, tenzij de Italianen er in sla
gen door te breken naar Triëst. Doch
een dergelijke gebeurtenis is evenmin
spoedig te verwachten, al zijn de Ita
lianen er in geslaagd eenige belangrijke
voordeelen te behalen. De voornaamste
stoot, die zij den Oostenrijkers hebben
toegebracht, was gericht op het front tus-
schen Plava en Salcano, Noordelijk van
Görz. De Monte Cucco is nu geheel in
het bezit der Italianen; de Italiaansche
troepen hebben hier den Isonzo over
schreden en zich op den oever genes
teld.
Op de slagvelden dus geen beslissing
to wachten.
Berlijn meldt, dat sedert het begin van
den onbeperkten duikbootoorlog in het
geheel 2.772.000, dus bijna 3 millioen ton
handelsscheepsruimte vernietigd zijn, w.o.
1.707.000 ton van Engeland.
Moet de beslissing in dezen U-oorlog
gezocht worden?
De vraag is reeds meermalen gesteld.
Men is meer en meer geneigd ze be
vestigend te beantwoorden.
Men weet dat dè Engelschen moeite
hebben gedaan, ook in ons. land het
praatje ingang te doen vinden, dat de
Duitschers de lijken van gesneuvelde sol
daten verwerkten tot vet en olie. Men
kent het geval; als practische menschen
verwerken de Duitschers lijken van die
ren, voornamelijk van paarden, tot vet
en olie in hum zoogenaamde „Kadaver-
verwertungs-anstalten", de Engelschen
maakten er echter een bewuste leugen
van, toen ze beweerden, dat tot die ka
davers ook mensehenlijiken behoorden.
Deze Engelsche vindingrijkheid is ech
ter niet eerst van vandaag, maar dagtee-
kent reeds van veel vroeger. Gedurende
de Fransche revolutie wercl van Engelsche
zijde ook beweerd, dat in Frankrijk de hui
den der terechtgestelden werden verwerkt
tot fijn leer. Deze geschiedenis was echter
slechtseen uitvinding van de Fransch©
aristocratie uit liaat tegen de democratie.
Historisch is het volstrekt onbewezen.
Toch slchreaf Carlyle nog in 1836:
„Over blonde pruiken en de leerlooierij
van Meudon werd veel gesprokende
blonde pruiken werden uit de haren van
onthoofde vrouwen gemaakt. In Meudon
was een leerlooierij voor menschen huiden
van terechtgastelden. Uit de huiden werd
uitstekend teer bereid, De huid der man
nen overtrof in taaiheid het. gemsleder,
die der vrouwen was; te zacht."
De ges'chiedenis herhaalt zich.
Een dwergrepubliek in Aibanië.
„Giornale d'Italia" geeft de volgende
bijzonderheden over de republiek Korit-
za, die eenige maanden geleden werd ge
sticht.
De republiek strekt zich voorloopig niet
verder uit dan het district Koritza. Ze
mag zich echter in jhet bezit van een
moderne regeering verheugen en houdt
er een leger van 600 man, postzegels!,
bankpapier, een vlag- en wrat dies meer
zij op na.
Het Fransche leger fungeerde als pe
ter van den nieuwen staat. De republiek
werd niet zoozeer uit politieke dan wel
uit strategische overwegingen gesticht.
Toen de Bulgaren vijf maanden gele
den op Koritza aanrukten, terwijl de Grie-
zadigd te zijn.
„We danken je wel Voor je lekker maal,
meisje!" zegt Rob vriendelijk, „dat krij
gen we zoó niet alle dag".
„Maai- zegt me nu eens, mijn kind",
zoo vervolgt hij!, „hoe durf je toch zoo
hier alleen te zijn; waar zijn je va
der en je moeder! of de andere huis-
genooten?"
„Wel, die zijn allen naar de kerk, me
neer; 't is immers vandaag Zondag?"
antwoordt Marie.
„Maar ik vroeg je ook", zegt Rob1, „of
je niet bang bent, om zoo geheel alleen
thuis te zijn; Waarom blijft niet iemand,
die wat ouder is, je gezelschap houden?"
„Wel, er blijft 's Zondags altijd maar
één op het h!uis passen", antwoordt het
eenvoudige kind. 't Is vandaag voor 't
eerst, dat ik daarvoor de beurt kreeg,
omdat ik gisteren tien jaren oud geworden
ben. Mijn ouders meenden vroeger al
tijd, dat ik nog te klein voor het thuis
wachten was, maar als ze van avond
over me tevreden zijn, mag ik het ze
ker wel eens meer doen. En bang, ach,
Waarvoor zou ik bang zijn?"
„Maar meisje", zegt Rob een beetje
ernstiger, „als er dan eens slechte men
schen kwamen, om hier te stelen, en u
ken van de tegenovergestelde richting uit
een zeker ^toezicht op de stad uitoefenden
en .er spionneerden en smokkelden, en
ongeorganiseerde benden het land1 door
trokken, kWamien de Franschen en bezet
ten Koritza. Teneinde de vijandelijke hou
ding der bewoners te keeren verklaar
den zij Albanië onafhankelijk en maak
ten Koritza tot hoofdstad.
Toen hadden zij de smypathie der be
woners gewonnen.
Madö in Germany.
In het April-nummer van het „Lon
don Magazine' 'schrijft W. R. Titterton
over „British made", het Engelsche far
brikaat. Tegenwoordig, zegt hij', koopt el
ke Engelsche patriot met voorliefde En-
gelsch fabrikaat, maar hoe dikwijls komt
hij bedrogen uit. Schrijver zelf heeft er
ervaring van. Een nieuwe ketel lekte al
den eersten keer een tweede was nog
slechter. Een geneesmiddel, 'dat vroeger
uit Duitschland kwam, wordt nu in En
geland gemaakt; de uitwerking was nihil.
Een khaki-boord verkleurde in de wasch
volkomen. En zoo meer.
Dit stukje' van den openhartigen Brit
bevestigt volkomen de bekende woord
speling:
The cause of the war is made in
i i 1 I 1 I i .Germany.
No Sir, „made in Germany" is the
cause of the war.
Welk „woordenspel" dit wil zeggen:
De aanleiding tot den oorlog is in
Duitschland ontstaan.
Neen ,m'neer, „made in Germany" (het
bekende handelsmerk) is de oorzaak van
den oorlog.
Korte Oorlogsberichten.
Ook Nicaragua heeft de be
trekkingen met Duitschland verbroken.
Vrijdag Schoten de Diuitschers 10
vijandelijke vliegtuigen neer.
De machinistenstaking in Engeland
is opgelost.
Bij den jóngs ten verkoop van de
beroemde Mécklenburgsche schapen (ram
men) brachten 112 dezer dieren de fabel
achtige som op van 90.000 mark. Eén
ram b.v. werd verkocht voor 4100 mark.
In vredestijd aldus de „Weser Ztgr",
waaraan we dit bericht ontleenen
zou zoo'n dier hoogstens 1000 mark heb
ben opgebracht.
Naast de kraaien worden thans in
Duitschland ook eksters, meerkollen, vos
sen en vooral ook dassen ten zeerste
als volks voedsel aanbevolen.
De bewoners van het regeeringsge-
bied Keulen ontvangen van nu af tot
den nieuwen oogst hoogstens 2 pond
aardappelen per hoofd en per week, d.i.
circa 8 middelmatig groote aardappelen
in 7 dagen.
Alle in 'Duitschland onherroepelijk
voor den militairen dienst afgekeurde of
daarvan tijdelijk vrijgestelde mannen, ge
boren in de jaren 1869, '70, '71 en later,
alsmede de jongelieden, die hun 17e le
vensjaar intreden, moeten zich thans
voor den krijgsdienst aanmelden.
Te New-York is de „Naviax", de
eerste Amerikaansche 'duikbootjager, te
Water gelaten. De kiel van het séhip
werd op 2 April gelegd; het is dus in
zes Aveken gebauwd.
Het gebrek aam benzine in Engeland
is tengevolge van den duikbootoorlog
ernstig geworden. In de behoeften van
léger en vloot is voorzien, maar d© mu
nitiefabrieken krijgen al minder.
kwaad te doen, wat zou je dan moeten
beginnen?"
„Och, daar behoef ik niet ongerust over
te wezen", antwoordt Marie, „want als
er zulke booze menschen eens mochten
komen, dan zou Onze' lieve Heer wel
een engel zenden, om me te helpen".
„Zoo meisje" zegt de man Verwonderd,
„hen je daar zoo zeker van?"
„0, ja", zegt het kind, „ik weet een
heel mooi versje, waar dat in staat. Mag
ik het eens voor u opzeggen?"
„Komaan" zegt haar vriendelijke on
dervrager glimlachend, „laat ons dat dan
eens hooren".
Marie staat op, vouwt eerbiedig de
handjes en draagt met haar zachte stem
en gepasten nadruk het psalmvers voor,
dat ze voor haar vader een tijd gele
den had moeten leeren en waarvan zij
zooveel hield
„Des Heeren Engel schaart;
„Een onverwinb're liemelwacht
„Rondom hem, die Gods wil betracht,
„Dus is hij wèl bewaard.
„Komt, smaakt nu en aanschouwt
„De goedheid van d'Alzegenaar;
„Welzalig hij, die in gevaar
„Alleen op Hem, betrouwt".
De Duitsche bondsraad heeft het ver
smelten en verwerken van rijksmunten
verboden en Strafbaar gesteld met ten
hoogste een jaar gevangenisstraf en
15000 mark boete.
De „Daily Mail" van 11 Mei meldt,
dat zekere Londensche districtscomité's
aanwijzing gekregen hebben, maatregelen
voor te bereiden voor massaspijziging.
De „Metropole" meldt, dat de
„Everybody's Magazine" te New-York een,
schrijven van kardinaal' Mercier aan dit
tijdschrift publiceert, waarin hij1 hulde
brengt aan het Amerikaansche volk, voor
al hetgeen dit voor België en de Belgische
bevolking gedaan heeft.
Het bestuur van het Duitsche vre-
descomitó heeft door bemiddeling van het
internationale vredesbureau te Bern een
schrijven aan die partijen gericht, die in
het nieuwe Rusland „op zulk een voor
treffelijke wijze" werkzaam zijp, om aan
den oorlog zoo slpoedjg mogelijk een ein
de te maken. Het comité betuigt de har
telijkste sympathieën van de Duitsche
pacifisten, 1 i
De „Daily Express" roept de be
middeling der regeering in oan de kranten
kleiner té maken, bij gebrek aan vol
doende hoeveelheden papier.
Een proclamatie van Wilson kondigt
aan, dat de nationale inschrijving ge
opend zal worden op 5 Juni. In de pro
clamatie wordt gezegd: Geheele naties zijn
gewapend, maar zij die achterblijven om
het land te bebouwen en de mannen
in de fabriéken maken niet minder deel
uit van het leger in Frankrijk als de
mannen onder de vlag. En zoo moet het
met ons zijn. Wij moeten ons er op toeleg
gen de natie voor den oorlog te vormen.
Het volk moet een aaneengesloten front
tooïien tegen den gemeenschappelijken vij
and en allen moeten één doel nastreven.
Naar de „Morning Post" verneemt
zullen de diplomatieke vertegenwoordigers
der Entente-mogendheden op 27 Mei a.s.
in de Fransche ambassade te Londen eene
conferentie met de afgevaardigden der En
gelsche arbeidersbeweging houden, ter be
spreking van den algemeenen toestand.
Beranger heeft in den Franschen
Senaat voorgesteld over te gaan tot in
voering van den burgerlijken dienstplicht.
Afgezien van de zeven millioen Franschen,
die voor de landsverdediging gemobili
seerd zijn, is het wenschelijk, dat men
over een arbeidersleger van 900.000 man
beschikt. Deze kunnen eventueel gerecra-
teerd worden uit het groote aantal leeg-
loopers. Ook werklooze jonge lieden, be-
hoorende tot de lichtingen '19191925
komen voor dqn burgerlijken dienstplicht
in aanmerking. De invoering van deze
maatregelen, zou bovendien nog circa
500.000 vrouwen vrijmaken, die dan in
munitiefabrieken, zoomede voor andere
oorlogsdoeleinden zouden kunnen worden
gebruikt.
De bomaanval .op Zierikzee.
Het ministerie van builenlandsche za
ken deelt het volgende mede:
Op verzoek van de Britsche regeering
is aan kapitein-luitonant ter zee Craig
gelegenheid geboden een onderzoek in
te stellen naar de scherven der bommen,
welke in den nacht van 29 op 30 April op
Zierikzee werden geworpen. Kap. Craig
is in Den Haag aangekomen.
Rob schijnt nu niets meer te durven
vragen. Hij en zijn makker schuiven op
hun zitplaatsen onrustig heen en weder.
Een oogenblik later staan ze beiden
op en vangen op eenigen afstand van
de verwonderd toeziende Marie eerst
fluisterend, maar langzamerhand wat har
der een gesprek met elkaar aan.
i Het kind wil zich natuurlijk in dat ge
sprek, waarvan ze bovendien niets be
grijpt, niet mengen en vermoedt, dat ze
het zeker over dat mooie versje hebben,
tot zij een der mannen hoort zeggen
„Kom1 Rob", 't is hoog tijd, nu langer
geen getalm, 1"
„Neen Jack", „ik doe het niet, en als
jij Wilt beginnen, krijg je met mij te doen,
versta-je?" antwoordt de ander en hjj
laat zijn vuist zien.
Het gesprek wordt hoe langer hoe hef
tiger en Marie wordt een beetje bang.
„Mijn gasten schijnen het met elkaar
over iets moeilijk eens te kunnen worden",
denkt ze, „Ik kan .rnaar niet begrijpen
waarover, maar het zou me niet passen
hiernaar te vïagen".
(WjOïdt varvcdig^..