org Marie fransen de lemelwacht. k f Ao. 193 Maandag 31 Mei 1917 31e Jaargang laat. nk tukken 97 N ndknech De Qreofe Oorlog. Binnenland neesmiddeler rCKX, Apotheker Nieuw. NGEN en veer- nd haar arziekten. w EN, eiland, gsticht Medembiik -verplegers, Dienstbode, dienstbode Dagdienstbod Staten-Oeneraai. FEUILLETON. O E D E R. rdering der Spijsver in mate gebruik mco per post f l,9C voor Nederland es e n Haag. STOFFEN voc i BEUKEN; Uitgave van 3» Kaard. Venn. LUCTÖR ET'EMERGO, gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Gees: ÏÏASGE VÖRSTSTRAAT 319, Bureau te Middelburg lïRMA E. P. DHUIJ E. BURG. Drukkersï ®0»leiBaau Le Coinfre, Goes. De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEH VCEREQAQ. ,j Abonnementsprjjsi ï- Per 3 maanden fr. p. post fLöQ Losse nummers -CkOfl i .J Ergs der AdvertentiSlfc 14 regels f 0.60, iedere regel meer 18 (ÉL 3-maal wordt 2-maal berekend, Bij abonnement voordeelige voorwaard#* Bewijsnummers 5 cent. dan 60 per 100. aar per 100 ts. sig. p. ets. sig. abriek „DE s-BOSCH. anco. GO ekh.M'burg. •uker aagd cloor een gezet jonge dames van goe a 14 dagen in Augustu: 'orpen van Walcheren nder letter R aan he ad te Goes. gd: nvangssalaris f 180 pei woning, verpleging ei 'chriftelijke aanmelding er-Directeur. et October negen is met paarde en Koe te koop, kei GESCHIERE te Grijp .G. burgergezin te Bred oon f130 per jaar. Bn minapark H 86, Bre' mijner Echtgenoote elbaren leeftijd) bij te Meliskerke. GINGER—Auer, Abc iddelburg vraagt vo jaren. Eerste Kamer. Een belangrijk betoog.— Colijn over de defensie van Indië. Donkere wolken. lie handelingen van de Eerste Kamer- van Zaterdag 19 Mei bevatten een hoogst belangrijk betoog, n.l. het doorwrochte werk van den heer H. Colijn, die on geveer twee en een half uur aan het woord is geweest over een der meest ac- tueele zaken, welke dezer dagen aan de ■orde gesteld. Hoofdzakelijk toch was de rede gewijd aan do defensie van Indië. De heer Co lijn voerde andermaal een krachtig plei dooi voor een sterke vloot. Met kennis van aken, nuchterheid en overredings kracht ontvouwde hij de sombere mo- tievjeu. Colijn zal wel zijn stem aan het de fensie-ontwerp geven, doch dan moet z.i. het tegenwoordige staande leger in een kader-militieleger omgevormd worden. Met de vloot moet echter den meés- ten spoed gemaakt worden, en te dien einde moet ook het oprichten van de noodige industrieele inrichtingen nu reeds worden voorbereid. Opdat men bij het eindigen van den oorlog, als er materiaal te krijgen zou zijn, zoo gauw mogelijk gereed zou kunnen zijn. Want nu hebben wij nog zoo goed als niets. jjj Eri de gevaren zijn zoo groot. Don kere wolken pakken zich boven Insulin- de samen. Colijn schetste den enormen groei van Japan. Reeds nu wordt er al getimmerd aan nieuwe bondgenootschappen. En sterker dan ooit toont Japan zijn expensieve kracht, voorloopig nog naar Chineeschen kant. Wanneer men niet speciaal naar onzen ^rchipel komt grijpen, dan nog ligt "hij op de hoofdwegen der wereldr zeeën, op de routes, waar de strijd ge streden zal worden, waar rustpunten en •operatie-bases zullen worden gezocht. Dan is er nog een gevaar, het gevaar, dat in Indië gebeurt, wat op Cuba en de Filippijnen plaats vond, een opstand te gen het gezag enin verband daar mee bemoeienis van een groote mogend heid. Op al die gevaren heeft Colijn met grooten ernst gewezen, en we houden ^ons overtuigd, dat [zijn woord in wij- dei'; kring weerklank gevonden heeft. Alles moet op een flinke vloot aan gestuurd worden, was het parool. Al zou eeit leger lava kunnen vrij houden, dan nog wordt dat eiland eenvoudig geblok keerd en overwint de vijand zonder veel moeite. i^n toon^e veel sympathie voor een krachtig voortgaande ontwikkeling van den inlander. Over 's ministers gedrag ten aanzien r van het bijzónder onderwijs toonde Co lijn zich niet onvoldaan. Hijt waarschuw de ei tegen, dat men bij het hooger opvoeren van het onderwijs den practï- schenblik zou gaan verliezen. Wenscht men hooger onderwijs, laat zich dan een universiteit ontwikkelen uit inrichtingen ais tie mlandsch© artsenschool wat de medische wetenschap betreft Wat Scheurer den minister reeds in de Tweede Kamer verweten heeft, dat Tn»r> Zo TS de-heer Colijn tegen. Toen m 1913 deze minister aan het be wind kwam vond hij de zaak der reor ganisatie van het binnenlandsch bestuur door J. A. VAN NOPPEN, Oud-hoofd eener Chr. School. 4) „Wel, dat spijt me toch.voor u", zegt Marie: „Al zoo groot en dan -nog niet kunnen bidden! Zal ik het dan; maar eens voor u doen?" „Nu ja, meisje, ga je gang dan maar!" zegt Bob. „Toe Jack, hou jij nu ook even op met dat gefcauw Marie staat nu op en met gevouwen handen en gesloten oog'en doet ze lang zaam en met kinderlijken eenvoud het gebed, dat zij aan tafel altijd gewoon was te doen, als haar vader „Amen" gezegd had: „Onze Vader, die in de hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd! Uw Konink rijk komel Uw wil geschiede in de he mel, alzoo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijksch brood. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij ver geven aan onze schuldenaren. Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van overrijp voor een beslissing. Maar vier jaar, vier kostelijke jaren zijn ongebruikt j voorbij gegaan. i De heer Cremer, die ook over de ver dediging heeft gesproken, kwam tot een geheel andere conclusie dan de heer Co lijn. Orders voor schepenbouw worden nu toch niet uitgevoerd, zoo redeneerde hij en het zal in de eerste jaren na den oorlog niet veel makkelijker zijn om ze te plaatsen. Laat men dus al vast maar met versterking van het leger begin nen, te meer nu een deputatie uit In dië daarom komt vragen. Ten slotte vroeg de heer Cremer nog, waarom Madrid en Berlijn wèl draad- looze verbinding hadden gekregen met Bandoeng en wij hier niet. De heer Van den Berg (A.-R.)consta teerde, dat Indië op .een keerpunt staat. Spr. wees op het merkwaardig feit. dat de leden der deputatie Indië Weerbaar, in hun redevoeringen erkennen, dat In dië thans Nederland nog als voogd ter bescherming noodig heeft; en zal dit mo gelijk anders gaan worden in voortgaan de evolutie dan hoopt spr. dat toch nau we banden van vriendschap Indië en Ne derland zullen blijven verhinden. Hij drong tenslotte aan op een verbe tering van het Indisch privaatrecht. Van Wassenaer van Catwijck (c.-h.) on dersteunde 's heeren Colijn's betoog. Ook hij voelt iets van den zwaren last, welke Nederland opgelegd is. Beknopt overzicht van den toestand. Beginnen we met een paar aanteeke- ningen van 't slagveld. In de. eerste plaats zij dan opgemerkt, dat het jongste offensief der geallieerden in Noord-Frankrijk aan 'tverloopen is. Die strijd begint meer en meer te ver slappen en van forsche aanvallen, met élan optreden is geen sprake meer. Weliswaar zijn de geallieerden een be langrijk eind gevorderd, doch op deze wijze zou nog maanden lang gestreden moeten worden eer de Duitsche legers Frankrijk zouden moeten verlaten. Waarop moeten de Engelschen en F ranse hen, wanneer zij er nu niet iin slagen een definitief succes te bevechten, wachten? vraagt de blijkbaar deskundige overzichtschrijver van het Vaderland. In 1916 werd verklaard, dat de ar tillerie der geallieerden nog niet bij machte was de infanterie bij haar aan vallen krachtig genoeg te steunen, zoo dat na het slechts ten deele gelukte Somme-offensief werd aangekondigd, dat het lente-offensief van 1917 de beslis- sing brengen zou. En bij het inzetten van dit offensief Luidde dan ook uit Londen en Parijs eenstemmig de verzekering, dat de artil- leristische meerderheid der geallieerden! een feit was geworden en de toekomst met het volste vertrouwen kon worden tegemoet gezien. De Russische revolutie en de daar uit voortgevloeide inactiviteit van 't Rus sische leger heeft ongetwijfeld den En gelschen en Franschen een teleurstelling gebracht. Hadden de Russen zich tegelijk met de geallieerden in het Wésten in beweging gezet, dan hadden de Duit- schors zich waarschijnlijk niet kunnen handhaven, daar zij immers nu reeds, nu zij in het Oosten met een minimum aantal troepen kunnen volstaan, in het Westen gestadig moeten wijken. Terwijl den Booze! Want Uw is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot' in eeuwigheid, Amen!" „Amen!" herhaalt Rob, blijkbaar onder den indruk, dien het gebed des 'Heeren voor hem nog gansch onbekend, op hem gemaakt had. „Nu, lieve menschen!" zegt Marie op geruimd, „gaat nu maar gerust uw gang, uat het u wèl moge smaken". De mannen latein zich dit geen twee maal zeggen en tasten zoo gretig toe, alsof ze in geen - dagen iets genuttigd hebben. „Kijk, die menschen toch eens smul len", denkt Marie. „Wat hebben ze een honger! Dat. moest Moeder nu toch eens zien; wat is het toch heerlijk om wèl te kunnen doen!" Maar ziende, dat er mogelijk niet ge noeg voor haar gasten is, vraagt ze, of ze nog meer Wenschen. „Ja", roept de ruWe Jack, zijn tweede kruik ontkurkende, „breng nog maar wat!" „O, er is nog genoeg in huis", zegt ze opspringende, en ze brengt aanstonds nog een goede portie. Ook deze hebben de „heeren" spoedig verorberd, maar schijnen nu toch ver- de Oostenrijkers de Russen en de Italia nen tegelijkertijd hadden moeten weer staan. De ontwikkeling der feiten is even wel anders geweest dan de generale sta ven haar hebben vporzien en wij staan aan den vooravond van een nieuwen po sitie-oorlog, tenzij de Italianen er in sla gen door te breken naar Triëst. Doch een dergelijke gebeurtenis is evenmin spoedig te verwachten, al zijn de Ita lianen er in geslaagd eenige belangrijke voordeelen te behalen. De voornaamste stoot, die zij den Oostenrijkers hebben toegebracht, was gericht op het front tus- schen Plava en Salcano, Noordelijk van Görz. De Monte Cucco is nu geheel in het bezit der Italianen; de Italiaansche troepen hebben hier den Isonzo over schreden en zich op den oever genes teld. Op de slagvelden dus geen beslissing to wachten. Berlijn meldt, dat sedert het begin van den onbeperkten duikbootoorlog in het geheel 2.772.000, dus bijna 3 millioen ton handelsscheepsruimte vernietigd zijn, w.o. 1.707.000 ton van Engeland. Moet de beslissing in dezen U-oorlog gezocht worden? De vraag is reeds meermalen gesteld. Men is meer en meer geneigd ze be vestigend te beantwoorden. Men weet dat dè Engelschen moeite hebben gedaan, ook in ons. land het praatje ingang te doen vinden, dat de Duitschers de lijken van gesneuvelde sol daten verwerkten tot vet en olie. Men kent het geval; als practische menschen verwerken de Duitschers lijken van die ren, voornamelijk van paarden, tot vet en olie in hum zoogenaamde „Kadaver- verwertungs-anstalten", de Engelschen maakten er echter een bewuste leugen van, toen ze beweerden, dat tot die ka davers ook mensehenlijiken behoorden. Deze Engelsche vindingrijkheid is ech ter niet eerst van vandaag, maar dagtee- kent reeds van veel vroeger. Gedurende de Fransche revolutie wercl van Engelsche zijde ook beweerd, dat in Frankrijk de hui den der terechtgestelden werden verwerkt tot fijn leer. Deze geschiedenis was echter slechtseen uitvinding van de Fransch© aristocratie uit liaat tegen de democratie. Historisch is het volstrekt onbewezen. Toch slchreaf Carlyle nog in 1836: „Over blonde pruiken en de leerlooierij van Meudon werd veel gesprokende blonde pruiken werden uit de haren van onthoofde vrouwen gemaakt. In Meudon was een leerlooierij voor menschen huiden van terechtgastelden. Uit de huiden werd uitstekend teer bereid, De huid der man nen overtrof in taaiheid het. gemsleder, die der vrouwen was; te zacht." De ges'chiedenis herhaalt zich. Een dwergrepubliek in Aibanië. „Giornale d'Italia" geeft de volgende bijzonderheden over de republiek Korit- za, die eenige maanden geleden werd ge sticht. De republiek strekt zich voorloopig niet verder uit dan het district Koritza. Ze mag zich echter in jhet bezit van een moderne regeering verheugen en houdt er een leger van 600 man, postzegels!, bankpapier, een vlag- en wrat dies meer zij op na. Het Fransche leger fungeerde als pe ter van den nieuwen staat. De republiek werd niet zoozeer uit politieke dan wel uit strategische overwegingen gesticht. Toen de Bulgaren vijf maanden gele den op Koritza aanrukten, terwijl de Grie- zadigd te zijn. „We danken je wel Voor je lekker maal, meisje!" zegt Rob vriendelijk, „dat krij gen we zoó niet alle dag". „Maai- zegt me nu eens, mijn kind", zoo vervolgt hij!, „hoe durf je toch zoo hier alleen te zijn; waar zijn je va der en je moeder! of de andere huis- genooten?" „Wel, die zijn allen naar de kerk, me neer; 't is immers vandaag Zondag?" antwoordt Marie. „Maar ik vroeg je ook", zegt Rob1, „of je niet bang bent, om zoo geheel alleen thuis te zijn; Waarom blijft niet iemand, die wat ouder is, je gezelschap houden?" „Wel, er blijft 's Zondags altijd maar één op het h!uis passen", antwoordt het eenvoudige kind. 't Is vandaag voor 't eerst, dat ik daarvoor de beurt kreeg, omdat ik gisteren tien jaren oud geworden ben. Mijn ouders meenden vroeger al tijd, dat ik nog te klein voor het thuis wachten was, maar als ze van avond over me tevreden zijn, mag ik het ze ker wel eens meer doen. En bang, ach, Waarvoor zou ik bang zijn?" „Maar meisje", zegt Rob een beetje ernstiger, „als er dan eens slechte men schen kwamen, om hier te stelen, en u ken van de tegenovergestelde richting uit een zeker ^toezicht op de stad uitoefenden en .er spionneerden en smokkelden, en ongeorganiseerde benden het land1 door trokken, kWamien de Franschen en bezet ten Koritza. Teneinde de vijandelijke hou ding der bewoners te keeren verklaar den zij Albanië onafhankelijk en maak ten Koritza tot hoofdstad. Toen hadden zij de smypathie der be woners gewonnen. Madö in Germany. In het April-nummer van het „Lon don Magazine' 'schrijft W. R. Titterton over „British made", het Engelsche far brikaat. Tegenwoordig, zegt hij', koopt el ke Engelsche patriot met voorliefde En- gelsch fabrikaat, maar hoe dikwijls komt hij bedrogen uit. Schrijver zelf heeft er ervaring van. Een nieuwe ketel lekte al den eersten keer een tweede was nog slechter. Een geneesmiddel, 'dat vroeger uit Duitschland kwam, wordt nu in En geland gemaakt; de uitwerking was nihil. Een khaki-boord verkleurde in de wasch volkomen. En zoo meer. Dit stukje' van den openhartigen Brit bevestigt volkomen de bekende woord speling: The cause of the war is made in i i 1 I 1 I i .Germany. No Sir, „made in Germany" is the cause of the war. Welk „woordenspel" dit wil zeggen: De aanleiding tot den oorlog is in Duitschland ontstaan. Neen ,m'neer, „made in Germany" (het bekende handelsmerk) is de oorzaak van den oorlog. Korte Oorlogsberichten. Ook Nicaragua heeft de be trekkingen met Duitschland verbroken. Vrijdag Schoten de Diuitschers 10 vijandelijke vliegtuigen neer. De machinistenstaking in Engeland is opgelost. Bij den jóngs ten verkoop van de beroemde Mécklenburgsche schapen (ram men) brachten 112 dezer dieren de fabel achtige som op van 90.000 mark. Eén ram b.v. werd verkocht voor 4100 mark. In vredestijd aldus de „Weser Ztgr", waaraan we dit bericht ontleenen zou zoo'n dier hoogstens 1000 mark heb ben opgebracht. Naast de kraaien worden thans in Duitschland ook eksters, meerkollen, vos sen en vooral ook dassen ten zeerste als volks voedsel aanbevolen. De bewoners van het regeeringsge- bied Keulen ontvangen van nu af tot den nieuwen oogst hoogstens 2 pond aardappelen per hoofd en per week, d.i. circa 8 middelmatig groote aardappelen in 7 dagen. Alle in 'Duitschland onherroepelijk voor den militairen dienst afgekeurde of daarvan tijdelijk vrijgestelde mannen, ge boren in de jaren 1869, '70, '71 en later, alsmede de jongelieden, die hun 17e le vensjaar intreden, moeten zich thans voor den krijgsdienst aanmelden. Te New-York is de „Naviax", de eerste Amerikaansche 'duikbootjager, te Water gelaten. De kiel van het séhip werd op 2 April gelegd; het is dus in zes Aveken gebauwd. Het gebrek aam benzine in Engeland is tengevolge van den duikbootoorlog ernstig geworden. In de behoeften van léger en vloot is voorzien, maar d© mu nitiefabrieken krijgen al minder. kwaad te doen, wat zou je dan moeten beginnen?" „Och, daar behoef ik niet ongerust over te wezen", antwoordt Marie, „want als er zulke booze menschen eens mochten komen, dan zou Onze' lieve Heer wel een engel zenden, om me te helpen". „Zoo meisje" zegt de man Verwonderd, „hen je daar zoo zeker van?" „0, ja", zegt het kind, „ik weet een heel mooi versje, waar dat in staat. Mag ik het eens voor u opzeggen?" „Komaan" zegt haar vriendelijke on dervrager glimlachend, „laat ons dat dan eens hooren". Marie staat op, vouwt eerbiedig de handjes en draagt met haar zachte stem en gepasten nadruk het psalmvers voor, dat ze voor haar vader een tijd gele den had moeten leeren en waarvan zij zooveel hield „Des Heeren Engel schaart; „Een onverwinb're liemelwacht „Rondom hem, die Gods wil betracht, „Dus is hij wèl bewaard. „Komt, smaakt nu en aanschouwt „De goedheid van d'Alzegenaar; „Welzalig hij, die in gevaar „Alleen op Hem, betrouwt". De Duitsche bondsraad heeft het ver smelten en verwerken van rijksmunten verboden en Strafbaar gesteld met ten hoogste een jaar gevangenisstraf en 15000 mark boete. De „Daily Mail" van 11 Mei meldt, dat zekere Londensche districtscomité's aanwijzing gekregen hebben, maatregelen voor te bereiden voor massaspijziging. De „Metropole" meldt, dat de „Everybody's Magazine" te New-York een, schrijven van kardinaal' Mercier aan dit tijdschrift publiceert, waarin hij1 hulde brengt aan het Amerikaansche volk, voor al hetgeen dit voor België en de Belgische bevolking gedaan heeft. Het bestuur van het Duitsche vre- descomitó heeft door bemiddeling van het internationale vredesbureau te Bern een schrijven aan die partijen gericht, die in het nieuwe Rusland „op zulk een voor treffelijke wijze" werkzaam zijp, om aan den oorlog zoo slpoedjg mogelijk een ein de te maken. Het comité betuigt de har telijkste sympathieën van de Duitsche pacifisten, 1 i De „Daily Express" roept de be middeling der regeering in oan de kranten kleiner té maken, bij gebrek aan vol doende hoeveelheden papier. Een proclamatie van Wilson kondigt aan, dat de nationale inschrijving ge opend zal worden op 5 Juni. In de pro clamatie wordt gezegd: Geheele naties zijn gewapend, maar zij die achterblijven om het land te bebouwen en de mannen in de fabriéken maken niet minder deel uit van het leger in Frankrijk als de mannen onder de vlag. En zoo moet het met ons zijn. Wij moeten ons er op toeleg gen de natie voor den oorlog te vormen. Het volk moet een aaneengesloten front tooïien tegen den gemeenschappelijken vij and en allen moeten één doel nastreven. Naar de „Morning Post" verneemt zullen de diplomatieke vertegenwoordigers der Entente-mogendheden op 27 Mei a.s. in de Fransche ambassade te Londen eene conferentie met de afgevaardigden der En gelsche arbeidersbeweging houden, ter be spreking van den algemeenen toestand. Beranger heeft in den Franschen Senaat voorgesteld over te gaan tot in voering van den burgerlijken dienstplicht. Afgezien van de zeven millioen Franschen, die voor de landsverdediging gemobili seerd zijn, is het wenschelijk, dat men over een arbeidersleger van 900.000 man beschikt. Deze kunnen eventueel gerecra- teerd worden uit het groote aantal leeg- loopers. Ook werklooze jonge lieden, be- hoorende tot de lichtingen '19191925 komen voor dqn burgerlijken dienstplicht in aanmerking. De invoering van deze maatregelen, zou bovendien nog circa 500.000 vrouwen vrijmaken, die dan in munitiefabrieken, zoomede voor andere oorlogsdoeleinden zouden kunnen worden gebruikt. De bomaanval .op Zierikzee. Het ministerie van builenlandsche za ken deelt het volgende mede: Op verzoek van de Britsche regeering is aan kapitein-luitonant ter zee Craig gelegenheid geboden een onderzoek in te stellen naar de scherven der bommen, welke in den nacht van 29 op 30 April op Zierikzee werden geworpen. Kap. Craig is in Den Haag aangekomen. Rob schijnt nu niets meer te durven vragen. Hij en zijn makker schuiven op hun zitplaatsen onrustig heen en weder. Een oogenblik later staan ze beiden op en vangen op eenigen afstand van de verwonderd toeziende Marie eerst fluisterend, maar langzamerhand wat har der een gesprek met elkaar aan. i Het kind wil zich natuurlijk in dat ge sprek, waarvan ze bovendien niets be grijpt, niet mengen en vermoedt, dat ze het zeker over dat mooie versje hebben, tot zij een der mannen hoort zeggen „Kom1 Rob", 't is hoog tijd, nu langer geen getalm, 1" „Neen Jack", „ik doe het niet, en als jij Wilt beginnen, krijg je met mij te doen, versta-je?" antwoordt de ander en hjj laat zijn vuist zien. Het gesprek wordt hoe langer hoe hef tiger en Marie wordt een beetje bang. „Mijn gasten schijnen het met elkaar over iets moeilijk eens te kunnen worden", denkt ze, „Ik kan .rnaar niet begrijpen waarover, maar het zou me niet passen hiernaar te vïagen". (WjOïdt varvcdig^..

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1917 | | pagina 1