No 173 Donderdag 26 April 1917^ 31e Jaargang Staten-Gsisaraaf. öe Groote Oorlog; Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO, gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P- D H U IJ L. BURG. Drukkers Oosterbaan Le Cointre, Goes. Zware lasten. De Standaard hetininerlde dezer da gen aan de meerdere uitgaven voor oor logskosten waartoe de volken geroepen worden. Een eeuw geleden had Napoleon, die zoowat met heel Europa in oorlog was, een leger van hoogstens zes maal honderduizend man op> de been. Dat is iets meer dan het getal, dat thans in ons land onder de wapenen is. En wat de oorlogvoerende partijen aan gaat, berekent het blad, dat de Entente ongeveer twintig millioen man onder de wapenen heeft, en de Centralen veertien a vijftien miljoen, waarvan Duitschland de helft bijdraagt, en het kleine Bulgarije ongeveer een zevende. Ons eigen land telt ongeveer een mil lioen weerbare mannen van tusschen de twintig pn vijftig jaar. Met de oorlogskosten staat het niet min der treurig. De oorlogskosten der strij dende mogendheden overschreden reeds verre het cijfer van tweemaal honderd duizend millioenen guldens. De Staatsschuld is natuurlijk aan deze hooge kosten evenredig. Frankrijk en Duitschland zagen hun Staatsschuld nu reeds meer dan verdrie voudigd; die van Oostenrijk en Rusland is verviervoudigd, die van Engeland ver vijfvoudigd. Die van ons land is nog niet verdub beld, en toch welk een verzwaring van lasten brengt dit reeds mee. Hieraan kan men afmeten hoe zwaai' de lasten zullen zijn voor de oorlogvoe rende landen, wanneer het wat de Heere genadig gevel straks tot beëindi ging van den krijg komen mag. Hier komen dan nog velerlei uitgaven bij, welke gevolg van den oorlog zullen zijn. Schadevergoedingen, pensioenen, on derhoud van weduwen en weezen, ver plichtingen die in de tientallen van mil- liarden loopen zullen. De Standaard meent niet te hoog te schatten, wanneer het de tot heden bekende oorlogskosten van 200 miljard verdubbeld. Wat dit alles aan rente en aflossing kosten zal, is enorm. En het allertreurigste is, dat tegenover die zware lasten de evenwichtsfactoren ontbreken. Er zal zijn minder welvaart, en dus min der draagkracht.' Velen zullen hun be drijf opnieuw moeten opbouwen, de pro ductie zal minder zijn, wegens aan de bedrijven ontvallen beste krachten.^ Een „ontwrichte oeconomische toestand". Groote duurte. Toenemende vraag en dus hoogere prijzen, wegens volkomen uitput ting van grondstoffen en bewerkte ar tikelen. De vervaardiging wordt duurder wegens verminderde geschoolde arbeids krachten. Hooger loonen. De Standaard voorziet echter nog meer. Dit resumeeren wij later. Eerste Kamer. De gevaren van den mili tairen dienst. De taak der overheid. Yeiband tus-chen vloeken en onzedelijkheid. Bij de behandeling van de begrootin gen voor de kustverdediging en het ves tingstelsel, dienst 1917, welke begrootin gen door den Senaat zijn aangenomen, beeft prof. Bavinck (a.-r.) een ernstig woord gesproken over de minis terieele maatregelen in het belang van de gees telijke en godsdienstige behoef.en van het leger. Met dankbaarheid kon gewaagd wor den van hetgeen minister en opperbe velhebber in deze materie gedaan heb ben. Doch -er is z.i. veel meer te doen. In vergelijking met de som van f 700.000 voor de Soldatencourant, voor ontspan ning en ontwikkeling enz. uitgegeven, is dat van f42.000 voor de Militaire Te huizen te laag. Wegens den langen duur van den oorlog valt het voorzien in de kosten door particulieren moeilijker. Daarom moet het laatste bedrag veel verhoogd worden. Van belang is ook wat de heer Ba vinck over den geest in het leger mede deelde. Niet ieder deelt 's ministers optimisti sch© meening. - Bavinck had meer het oog op den gods- dienstigen en zedelijken geest. Wat dit betreft, is 's ministers meening te gun stig. Overal zullen minderwaardige elemen ten zich voordoen. Maar zij mogen niet den boventoon voeren. Er zijn ouders, die met bezwaard De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden fr. p. post f 1.50 Losse nummers -0.05 Prijs der A d ve rte n ti n. 14 regels f 0.60, iedere regel meer 15 ct 3-maal wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeeüge voorwaard»»». Bewijsnummers 5 cent. hart hun kinderen het leger zien ingaan. Voor deze zonen behoort er een ontzag gelijke moed toe, om staande te blijven. Aan dezen geest in net leger hapert, niet overal en niet bij de meerderheid, zeer veel. Er valt niet te ontkennen, dat we ge lukkig zeer sterk vooruit gaan. De regeering is verantwoordelijk, ook! voor de zedelijke en godsdienstige opvoe ding van de zonen des volks in dienst. De officieren hebben ook ten deze een taak te vervullen. De regeering en alle oversten, van hoog tot laag, behooren partij te kiezen tegen de minderwaardige elementen in het leger en hun nooit de hand boven het hoofd te houden. Een uitlating als den minister in de Tweede Kamer ontviel doet veel kwaad. D© overheid moet handhaven de eisehen van gerechtigheid, godsdienst en zede lijkheid, ook in de maatschappij van het leger. Ook kwam dhr. Bavinck nog op te gen een godslasterlijk artikel over het vloeken in „De N. Amsterdammer", dat protesten heeft uitgelokt bij de lezers. Vloeken en onzedelijkheid staan met elkander in het nauwste verband. Wie dus de onzedelijkheid wil aantasten, moet ook het vloeken bestrijden. De heer Van Wichen (R.-K.) vroeg den minister een onderzoek in te stellen naar bet feit, dat zekere vrouwen zlich 's nachts ophouden in den omtrek van de mili taire kampen te Waalsdorp en daardoor de militairen tot verzaking van hun plicht in verleiding brengen. Hij vroeg voorts maatregelen tegen het roekeloos omgaan met levensmiddelen en bepleitte vereenvoudiging in de admini stratie voor de vergoedingen aan kost winners. Stof tot beschouwingen geven de ove rige besprekingen niet. Tweede Kamer. Van een leien dakje. Het zoeken naar een gi enó. Geen belangrijk financieel debat.Hoe de motie Rutgers er door kwam! Dat had' minister Treub niet gedacht. Dat de dividend- en tantièmebelasting en de wijziging van de inkomstenbelas ting 1914 zoo gauw klaar Zouden komen. En, om de waarheid te zeggen, wij ook niet. Het debat over het eerstgenoemde ont werp is bijna geheel opgegaan in een gedachtenwisseling over artikel 7. Het betreft de uitkeeringen aan direc teuren en personeel van naamlooze ven nootschappen. Er was reeds een storm van veront waardiging opgegaan over deze bepaling, zoodat de minister zich wijselijk bedacht en aan de bezwaren ietwat tegemoet kwam. Hij wilde nu zulk een bedrag der uit keeringen vrijstellen van belasting als re delijkerwijs geacht kan worden salaris te zijn. Hoe nu de grens te stellen! Treub was er wel voor om een be paalde som vrij te stellen voor alle be trokkenen. Er was reeds een som van f 15000 genoemd. Gisteren volstond een amendement van den heer De Geer (c.-h.) met f 12.000. Aangezien echter geen splitsing werd gemaakt tusschen directeuren en ander personeel en Minister Treub een vrijstel ling van f8000 voor het gewone per soneel genoeg achtte, opperde de Minis ter bedenking tegen het bedrag van f 12.000. Toen de heer De Geer was te ruggegaan tot f 10.000, was het accoord beklonken. Aan artikel 3 heeft de Re geering nog een zinsnede ingelascht, wel ke ten doel heeft te voorkomen, dat de tantième-belasting door de tantième-ge rechtigden zal worden afgewenteld op de di vidend-trekkers Er werd tenslotte niet eens hoofdelijke stemming gevraagd. Zij, die bij het ontwerp tot wijlziging van de inkomstenbelasting 1914 een uit- vorig debat over den toestand onzer fi nanciën en het beleid inzake belastin gen verwacht hebben, hebben wel op- hun neus gekeken, toen zich niemand aan meldde, om een dergelijk debat in te leiden. Het ontwerpje werd hier en daar wat gewijzigd, voornamelijk in verband met het uitvallen der naamlooze vennootschap pen, en was al heel gauw afgehandeld in 'eerste lezing. Bij 'n tweede zal gestemd worden. In de middagvergadering werd besloten op een nader te bepalen dag, 'den heer Marchant gelegenheid te geven zijn vra gen tot den Min. van Oorlog te richten, betreffende voorgenomen inlijving der mi- litielichting 1918, voor die der landstorm- klasse 1908. i Aan de orde was daarop de stemming j over de motie-Rutgers (A.-R.) luidende: „De Kamer van oordeel, dat de rijks bijdrage ten behoeve van het bijzonder 1 middelbaar onderwijs zoo spoedig moge lijk zonder te wachten op de uitvoering van het aanhangige gewijzigde art. 192 der Grondwet behoort té worden ver hoogd, gaat over tot de orde van den dag". Men herinnert zich, dat deze motie vóór het reces reeds een warm debat heeft uitgelokt. En ook nu ging 't weer fel Toe. Gezien liet feit, dat het openbaar mid delbaar onderwijs behartigd werd en de staatszorg daarvoor zich zelfs uitbreidde, en alle verzoek om hulp voor het bij zonder middelbaar onderwijs werd afge wezen met een verwijzing naar het nieu we artikel 192 der Grondwet, eischt de motie vóór de inwerkingtreding en uit voering van het nieuwe grondwetsartikel verhooging der subsidiën voor het bij zonder M. O. Het grootste bezwaar voor de socialis ten was' nu gelegen in de bijvoeging: zonder te wachten op de uitvoering van art. 192. Ter Laan wilde er zich volstrekt niet aan binden. Ofschoon oppositie wel verwacht werd, was deze houding toch een teleurstel ling voor de rechterzijde. Immers het ging toch om de practische yraag, of de herziening spoedig zial plaats hebben, ja dan neen. Een kranig verdediger vond de lieer Rutgers in den afgevaardigde van Goes, die er op wees, dat de motie niet uit breiding van het bijzonder middelbaar on derwijs bedoelde, maar slechts even goede bezoldiging van het openbare en het bij zondere onderwijs. Dit nu heeft niets te maken met de onderwijscommissie, maar beteekent al leen recht voor de bestaande scho len. 't Heeft niets te maken met art. 192. De motie werdna een 'fel bewogen debat aangenomen met 34 tegen 32 stemmen. Voor stemden de rechterzijde en de vrijzinnig-democraten, behalve Teenstra. Tegen: de sociaal-democraten, de vrije liberalen en de unie-liberalen, behalve IJzerman en Roodhuijzen. Moge de minister nu meer hart krij gen voor deze zaak van recht en billijk heid, dan hij tot dusverre toonde te be zitten. Bsk",opf overzicht van den toestand. De groote strijd op het Westerfront duurt met onverminderde, neen, met toe nemende hevigheid voort. De Franschen maakten hier en daar kleine vorderingen, hadden hier en daar de handen vol om zich de aanvallende Duitschers van 't lijf te houden en de Engelschen wisten ook nog voortgang te maken. De gevangenen kwamen weliswaar bij tientallen binnen, doch sinds den 23- sten hebben de Engelschen er toch reeds meer dan 3000 geteld. Voor 't geval we nog niet wisten, dal de strijd meer en meer een bloedig ka rakter aanneemt, komt een verslag uit Berlijn ons inlichten. De dato 25 April wordt b. v. gemeld: „Ook gisteren deden de Engelschen de wanhopigste pogingen, om de beslissing in den slag bij Atrecht te hunnen gun ste te keeren en de zware nederlaag van den 23sten goed te maken. Evehaïs de vorige dagen mislukten ook ditmaal de met de uiterste hardnekkigheid onder nomen Engelsche massa-aanval'.en met bloedige verliezen door de onverschrok kenheid en doodsverachting der Duitsche verdedigers zonder den Engelschen eenig resultaat op te leveren. „Volgens de rapporten -werden geheele rijen aanvallende Engelschen door het goed-gerichte machinegeweervuur eenvou dig weggemaaid. Andere troepen geraak ten in het vernietigingsvuur der Duitsche houwitsers en veldkanonnen en werden totaal in de pan gehakt. „Op verschillende punten liggen ver nielde Engelsche gepantserde auto's om geven door gesneuvelden, die achter de vernielde tanks dekking zochten. Vooral aan weerszijden van den straatweg Atrecht Kamrijk vormen de Engelsche gesneuvel den formeele versperringen". Ook uit deze regelen blijkt dat de Duit schers hun tactiek hebben gewijzigd. Eerst hadden we een periode, dat het front over een groote breedte elastisch was tengevolge van de terugtrekkende be weging door de Duitschers gemaakt. Nu woedt de strijd weer in verbitterde hardnekkigheid om loopgraven en stel lingen, om plat-geschoten dorpen en om heuvelruggen. Voor het verkrijgen of het behouden van enkele meters terrein wordt het bloed weer met stroomen vergoten. Om eiken duim gronds wordt met de grootste verbittering gestreden. In het Zuiden wordt een nieuwe actie tusschen Oostenrijkers en Italianen inge luid. De eersten betoonen groote activi teit met hun artillerie. Een Duitsch oorlogscorrespondent be weert „Het is zoo goed als uitgesloten, dat de tiende slag aan de Isonzo niet zal plaats hebben. Reeds het merkwaardige verloop van de frontlinie zal het eene of andere gedeelte tot een aanval dwin gen. Het ïsonzo-leger heeft negenmaal'" Triest met succes verdedigd. De tiende krachtproef schrikt liet daarvan niet te rug". De tanks op het Westelijk oorlogstooneel. De Kreuz Zeitung vestigt de aandacht op de geringe practische resultaten4 wel ke bij het jongste offensief der Entente met de beroemde „tanks" werden verkre gen. Dit valt te meer op, aangezien het Engelsche legerbestuur, gebruik makende van de bij den slag aan de Somme op gedane ervaringen, deze „dreadnoughts" van het leger te velde, aan verschillende technische verbeteringen heeft onderwor pen. Zoowel hij Anras als aan de Aisne, werd van de tanks in niet onaanzienlijke mate gebruik gemaakt, zonder dat de uitkomsten aan de gestelde verwachtingen hebben beantwoord. Van een „oprollen" of „neerwalsen" Van het Duitsche front is, geen sprake. Op 11 April j 1. naderden twaalf tanks het Duitsche front tusschen Bullecourt en Quéant, alwaar zij de Australische sol daten den arbeid verlichten zouden. Het hevige Duitsche artillerievuur verhinder de de tanks echter voorwaarts te komen, waarvan er verscheidene i:n brand ge schoten werden. Tenslotte werd een be langrijk aantal Australiërs uitstekende vechtsoidaten, die zich steeds in het heetst van het gevecht 'plegen te werpen gevangen genomen. Woedend verklaarden zij: „die tanks zijn de schuld van alles". Bij de Aisne is het den tanks al niet beter vergaan. Het ,32ste en 5de Fran- sche legerkorps maakte ditmaal van deze oorlogswerktuigen gebruik, met het ge volg, dat een Duitsch divisie-comman dant kon rapporteeren, dat alleen reeds voor het front zijner divisie 32 tanks bui ten gevecht gestéld werden. De gevangen genomen officieren, die met het bestu ren der tanks belast waren, erkennen dan ook, dat hun gebruik alleen daar mo gelijk is, waar zij niet aan vijandelijk geschutvuur zijn blootgesteld. Een waaghals. De corresondent van de Berl. LokaJ Anzeiger aan het Westelijk front vertelt van een stout stukje, dat door een Duitsch vliegenier tijdens den slag aan de Aisne volbracht werd. Op een nacht terugkee- rende van een opdracht om een vijan delijke stelling te vernietigen, werd zijn opmerkzaamheid getrokken door het he vige vuur der Duitsche afweerkanorinen. Ongetwijfeld moesten Fransche vliegeniers in de omgeving zijn. Hooger stijgende be merkte hij, dat hij zich boven een Fransch vliegeskader bevond, dat zich haastig uit de gevaarlijke zone verwijderde. Na een oogenblik van overleg met zijn waarne mer besloot de Duitsche vliegenier zich bij het vluchtende Fransche eskader aan te sluiten, wat bij nachtelijke duisternis zeer wel mogelijk was, te meer daar de vijandelijke luchtvaartuigen in wanorde af trekken. Hij 'zorgde er echter wel dege lijk voor steeds boven het eskader te blij ven vliegen. De Franschen bleken tot een, ongeveer 20 kilometer ten Z. van het Duitsche front, bij Cramoiselle gele gen vliegkamp te behooren. Toen men de hangars genaderd was, daalden de vlie geniers. De Duitscher had zich wat op den achtergrond gehouden, en was dank zij de duisternis nog niet als vijand op gemerkt. Langzaam streek ook hij tot on geveer twintig meter hoven het terrein neer. Plotselingeen enkele dlruk op een veer door den waarnemer, en een groote bom plofte neer; op- hetzelfde oogenblik had de bestuurder reeds het hoogte-stuur omgewend, en voor de Fran schen begrepen wat er eigenlijk gaande was, had de aviateur zich reeds aan een vervolging weten te onttrekken. Een en kele terugblik op het vliegkamp was vol doende om hem van het welslagen zijner onderneming te overtuigen, de loodsen, de henzinebergplaatsen, alles stond in lichte laaieeBhouden keerde hij daarop achter het Duitsche front terug. Dern bilisatie in Ouitschiand. In den Rijksdag is de kwestie van de demobilisatie reeds in behandeling gem> men. Zou dit beschouwd mogen worden als een gunstig teeken, dat men in de hoogere kringen iets weet van het m; er nabij zijn van den vrede? In ieder geval doet het aangenaam aan en geeft «lit de hoop in vele harten. Bij een eventueelen vrede zullen er maatregelen getroffen worden dat door het naar huis zenden der troepen n et een groote werkloosheid wordt uitgeloct. Het legerbestuur gaat van het voor nemen uit geen man te ontslaan, die niet direct werk kan vinden. Zoo zullm zij, die geen arbeid hebben nog vier maanden onder de wapenen worden ge houden. De oudste jaarklassen worden het eerst ontslagen. Ook hij, die geen recht heeft op pensioen, zal niet eerder ontslagen worden voordat zijn pensioen geregeld is. Allereerst zullen ontslagen worden personen, die de leiding hebben in groote ondernemingen en zij, die een zelfstandigen werkkring hebben, vervoh gens de ambtenaren en de geestelijken, daarna de zeelieden, vaklui, arbeide? s, studeerenden en tenslotte de Duitsche? f die in het buitenland gevestigd war en daarheen willen terugkeeren. De <3 e- mobilisatie van de marine zal op den zelfden leest geschoeid zijn als die vrn het landleger. Korte Oorlogsberichten De „Daily Telegraph" schrijft: „Drastische maatregelen zullen er wor den genomen, om tot zuinigheid te dwin gen in het gebruik van belangrijke leven s- middelen. Wat de restaurants betreft, zijn de maatregelen voor hen het belan \- rijkst. Er zal een regeling worden getrcr- fen, die het brood beperkt, tot twee oi per gebruiker en het vleesch (ongebradei tot zes ons per maal. Bovendien zullei er één vleeschlooze en twee aardappel- looze dagen zijn". Naar aanleiding van het gebrek aan brandstoffen in Denemarken gewaagt mei van het ledigen van de Bornholmer kc lenopslagplaatsen, die waarschijnlijk c 500.0000 ton kolen kunnen opleveren. D i kolennood brengt verder nog sterker ver keersmaatregelen in Kopenhagen, waar op een geheele rij' tramlijnen het rijden i gestaakt. In Italië zij'n voor de bakkers en vleeschhouwers weer strenge bepalingen uitgevaardigd. De bakkerswinkels moeten 's middags gesloten wórden, terwijl d vleeschhouwers maar een dag huri win kels open mogen hebben. Ook in Italië wordt een eenheidsbrood ingevoerd. R u p r e c h t van B e ij e r e n. Dez aanvoerder van het Duitsche leger b j Atrecht is een zoon van Koning Lodc- wijk III van Beijèren, en Maria Theresi.i van Oostenrijk Este. Hij is geboren ld Mei 1869, gehuwd in 1900 met Mario Gabrielle van Beijeren geb. 1878, welko 24 October 1912 te Sorrente bij Florence stierf. Hij heeft twee zoonsLuitpold, geboren 1901, en Albrecbt, geboren 3 Mei 1905. Deze laatste is de troonop volger. Hij heet naar Koning Albert van België, die gehuwd is met een zuster van Koning Lodewijk III, en derhalve een oom is van Prins Ruprecht. Een zoon van lioo-evelt gaat zich in het vliegkamp Borden to! mil tair v ie- ger bekwamen; hij wil dan la.er in Frank rijk meevechten. De Fransche missie met Joffre is te Washington aangekomen. Giskermorgen heeft de o.ficieeie ontvangst p'aats ge had, die een ontzaglijke populaire betoo ging meebracht. Baliour^ toespraak tot het- Congres wordt met groote belang stelling verwachl Over het vorstelijk bezoek te Stock holm wordt gemeldJDe bij het diner gewisselde redevoeringen waren van ge voelens van innige vri endschap door drongen. Koning Gustaaf van Zweden, zeide in zijn toa t: De vriendschap tusschen Zwe den en Denemarken is in dezen ernstigen en zwaren tijd, welken wij allen door leven, bijzonder kostbaar en waardevol. Ik hef mijn glas op en drink op het welzijn van mijln geliefden vriend en bloedverwant, koning Christiaan yan De nemarken. De koning van Denemarken bedankte en wees' op de groote beteekenis voor Zweden en Denemarken onder de huidige ernstige omstandigheden van de persoon lijke vriendschap tusschen beide konin- gen. Uit mededeelingen in de Engelsche bladen, blijkt welk een groot aandeel Nieuw-Zeeland, met een bevolking van 1.160.000 zielen, in den oorlog heeft. Nieuw-Zeeland, dat tot 31 Maart aan oorlogsiuitgaven een bedrag van 23 580.000 p. Sit. had te boejeen, leverde 'een strijd macht van 80.593 man, dus: 'één sol daat op de 13 zielen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1917 | | pagina 1