EEL,
No 171
Dinsdag 24 April 1917
31e Jaargang
irs,
)ode,
Boe JobaDD Schilt zin vriend vond.
EN:
erker,
cht
udster
De Groote Oorlog.
lizen,
igers,
fen,
:IM voor
|G kunnen
leveren,
idities.
zijn met
frzien te
rtuigen,
IRRAAD
Maai-
lais twee-
Mschud-
larken,
iar, Goes.
I KISSER,
isknecht,
FEUILLETON.
BERGE,
Hooi te
kwaliteit
|chikt voor
f te Borsele,
li deze week
pe Goes ge-
blefuon ill.
sn jaarling
t, Domburg.
|rullen, 20
K I21a,
Woon- en
poor Groente
Ir Z, bureau
Ie meest bie
ls firma F. P.
drachtige
iGrijpskerke.
tel en zes
Adres Lange
|even, bij K.
l'-rke, Klein
I „Vrederust"
vraagd tegen
Bekendheid
verwarming
rekt tot aan-
errein dispo-
ingen bij den
liggekerke.
3E, Souburg.
;t Mei
DER LINDE,
BERGEN te
171 a, vraagt
1 Mei
Mei
0
,9erooskèrke-
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMRRGO,
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P- DHUIJ L. BURG.
Drukkers
Oosterbaan Le Cointre, Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden fr. p. post fl.50
Losse nummers -0.06
Prijs der Advertentiön.
14 regels f 0.60, iedere regel meer 16 d
8-maal wordt 2-maal berekend.
Bjj abonnement voordeelige voorwaarden.
Bewijsnummers 6 cent
Brazilië..
Ook 'liet uitgestrekte, weinig volkrijke
Brazilië, de grootste republiek' van Zuid-
Amerika, heeft zleli bjj de Geallieerden
gevoegd.
Dit maakt noodig dat wij ook over
de geschiedenis en de gesteldheid van
dit land een en ander mededeelein.
Brazilië is 152 duizend vierkante geo
grafische .mijlen, of ruim negen miljoen
vierkante kilometer groot en telt 21 mil
joen inwoners, dat is niet meer dan drie
inwoners op de vierkante mijl.
Van de 22 steden, waaruit ld.it '-reus
achtige rijk bestaat, tellen deze drie:
Amiazonas, Matto Groszo en Para, die
te zamen meer dan de halve opper
vlakte der republiek heslaan, met elkan
der slechts een half miljoen inwoners.
Dit. geeft ons geen hoogen dunk vani
de beteekenis van dit land voor den
oorlog.
Ons land bijvoorbeeld met zijn ruim
zes en een half miljoen zielen en 36186
vierkante kilometer of ruim drie en een
half miljoen bunders (hectaren) opper
vlakte, telt 181 inwoners op de vier
kante mijl; België zelfs nog heel wat
meer.
De kleine bevolking in verhouding tot
do uitgestrektheid van dit groote land is
oorzaak, dat nog slechts een tweehon
derdste deel der oppervlakte bebouwd ïs
en zelfs in de nabijheid der grootste
steden nog onafzienbare velden woest
liggen, of met ondoordringbare bosschen
van weelderig groeiende planten als 'over
dekt zijn.
En toch is het zulk een rijk land,
dat slechts wacht op de werkkrachten
om er uit te halen wat er in zit, en
het. tot grooten bloei te brengen. Dit
kan de eigen bevolking niet; die 'is' to
arm; te 'gering in aantal, en tengevolge
hiervan te weinig energiek.
De groote Amazonen-rivier met zijne
vele bijstroomen bevochtigt het noor-
derdeel, ."dat zeer vruchtbaar is. Men
verbouwt er veel boomwol, tabak, kof
fie, striker, maïs en rijst.
Onze Europeesche huisdieren: het An-
dalusisch trekpaard, het zwijn, het rund,
het muildier, het schaap, de geit, telen
er zeer voort, en worden er voor land
bouw, vervoer en levensonderhoud vrij
algemeen benut; althans in de landbouw
streken. Daar waar niet de landbouw
bloeit, vindt men, zij het ook slechts
hier en daar, zeer kostbare, delfstoffen,
mineralen.
Zoo onder anderen vindt men 'hier en
daar vele rijke goud- en diamantmijnen,
en een keur van edelgesteenten, onder
meer: den topaas', den smaragd, den ro
bijn, den saffier en den amethist.
In 1725 werd in het kiezel van een
kleine rivier goud ontdekt, door zekeren
Leme de Prado. Toen waren evenwel al
daar de Portugeezen heer en meester, en
legden op alle ontgonnen edelgesteenten
on goud beslag voor de Kroon.
Dit was oorzaak, dat de eigenaars van
dergelijke gronden het goud lieten zitten
en -zich eenvoudig op den landbouw toe
legden.
door M. v. d. Staal.
2)
Arm en ziek, maar fier en rein.
Enkele uren tevoren had zich met lang
zame, sloffende schreden een vrouw door
hetzelfde donkere straatje heengeschoven.
En voor dezelfde deur hield ze stil, om
naar binnen te gaan.
Ze wachtte even, want ze vernam aan
't geluid van .afdalende, slossende schre
den, dat er zich reeds iemand op de trap
bevond. Voor twee personen, scheen ze
te weten, bood de Rap geen plaats.
„Wel, juffrouw Schill," sprak de
uit 't huis komende haar aan, „ben
je weze miarkte?"
„Nee," antwoordde ze op zachten
toon en met den vreemden tongval, waar
aan de Duitsehers, hoe lang ze ook dn
Nederland mogen vertoeven, bijina al
tijd te onderkennen zijn „nee, 'daar
heb 'kgeen tijd voor en geen geld. Maar
'kben een beetje werk weze wegbreng©
en 'kheb 'npaar andere karweitjes' op
gehaald."
Sedert Brazilië een republiek werd, is
dit echter zeer verbeterd, zoodat er nu
al voor meer dan duizend miljoen gul
den aan edel metaal en edelgesteenten zijn
opgedolven, zoowel in 'tzand, als in het
gesteente.
De goudgroeven van Congo Soca zijn
beroemd, en niet minder de mijnen, waar
uit platina, zink, kwik, zwavel, steen
kool en zout wordt opgediept.
Toch is met dit al de industrie er nog
slechts weinig ontwikkeld; de inboorling
wil er niet aan, zoodat het ongeveer alles
geschiedt door immigranten, die er een
goed zaakje van maken.
Brazilië heeft geen lange geschiedenis
al schijnt het vroeger een hoogst be
schaafd land 'te zijn geweest, nog voor
Mexico en Peru, die in de vijftiende en
zestiende eeuw door Spanjaarden werden
ontdekt en ingerekend.
In 1500 werd het land het eerst be
zocht door een Portugees: Cabral, die
het den naam schonk, welken het tegen
woordig nog 'draagt, en .wel naar een
soort verfhout dat er veel voorkwam, en
nog veel voorkomt, en „Pao de brazilia"
(hout van de gloeiende kool) genoemd
werd. Hij nam het land in bezit voor de
Portugeesche regeering, die het aanvan
kelijk bestemde tot het in ontvangst ne
men van veroordeelde misdadigers, die er
het suikerriet, van de Kanarische-eilan-
den ingevoerd, mioesten verbouwen.
Koning Johan III, uit het Huis van
Nieuw-Bourgondië (1521 tot 1557), leg
de er een volkplanting aan en bouwde
Bahia, de oude hoofdstad (Thans is Rio
Janeiro de hoofdstad.)
Toen in 1580 Portugal aan Spanje
kwam, met welk land wij in oorlog wa
ren, een inlijving, welke tot 1640 van
kracht bleef, was ook Portugal vanzelf
met ons in oorlog geraakt, en leed het
ten gevolge daarvan groote schade. Het
verspeelde er vele zijner koloniën bij1, zoo
wel' in Oost als in West; en zoo ver
loor het in 1624 ook genoemde stad Ba
hia, welke door onze West-Indische Com
pagnie veroverd werd.
Sedert dien tijd breidde zich deze ko
lonie aanmerkelijk uit, vooral onder het
bestuur van Joan Maurits van Nassau,
welke als gouverneur daar heen gezon
den was.
Deze Joan Mauritp, vorst van Nassau
Siegen, geboren 17 Juni 1604 te Dillenburg, was
een zoon van Jan VIII, graaf vau Nassau
Dillenburg, en trad in 1621. in dienst van de
republiek der Vereenigde Nederlanden. Hij onder
scheidde zich bij de belegering van meerdere
vestingen door Frederik Hendrik. In 1636 werd
hij tot gou erneur van Brazilië benoemd, ver
overde in 1637 de voornaamste vesting van
Guinea: Sint George del Mina; versloeg in 1640
de Portugeesch-8paansche vloot bij Itamarica, on
dernam een expeditie naar Chili in 1643, en
keerde in 1644 naar Holland terug. In 1617 trad
hjj in dienst van den Keurvorst van Branden
burg, kreeg iu 1665 het commando over de
HollaDdsche troepen tegen Munsier, en in 1672,
als veldmaarschalk; legen de troepen van Lu-
dewjjk XIV. In 1674 werd hij gouverneur van
Utrecht; in 1676 trok hy zich uit het openbare
leven terug, en wel te 's Gravenhage, iu een
paleis, later tot museum ingericht, en nog naar
hem het Mauiitshuis gebeeten.
Hjj stierf 20 Dec. 1679 te Berg en Dal bij
Kleef en werd te Siegen begraven.
(Slot volgt.)
Mensch, je zult bij je werk nog 's
neervalle, vast! Wèt heb je d'r toch aan,
orni glljjd zoo over je naaiwerk te zitte?
Je bent toch al zoo ziek."
„Ziek? Och koroi" was Tantwoord,
dat me F 'n schor lachje gegeven werd.
Ziek? Alleen 'maar 'nbeetje moe
en
„Ja, juist: moe. En je wordt hoe lan
ger zoo raoeier. Hon op, raad 'kje. En
als je geen rast neme kunt, zoek dan
ander werk, dat tenminste veel makke
lijker is."
„Wat dan?"
,,'t Zelfde, wat ik doe."
„Bankje," zei juffrouw Schill kort
af. „Dkn liever dood."
„Nou, dóód ga je zóó vast. En as
ik je was
Ete-spreekster z'weeg. Zonder één woord
meer te zeggen, schoof juffrouw Schil
haar voorbij' en liep ze de 'trap op.
„Zoo'n medaml" barstte de achter
geblevene los'. „Je zou zegge, dat 't
de koningin was; zoo'n houding as ze
me daar aannam! Zoo waar, ze duwde
ine ineens op zij en geen boe of ba
had ze i'neer voor me overAs je
niet wist, dat 't mensch met d'n dood
in d'r schoene loopt, zou je ze achterna
vliege en van de trap af hale
113 miljoen!
Er is een tijd geweest dat in Neder
land elk jaar 80 miljoen aan den Staat
geofferd werd voor drankaccijns.
Die tijd is gelukkig voorbij. Het is nu
heel wat minder, dank zij de actie der
sociaal-democraten, vrije socialisten en
anarchisten, de geheelonthouders- en
drankbestrijdersvereenigingen, Multipia-
tor, Kruisverbond, Vereeniging tot Af
schaffing, de Matigheidsgenootschappen
en de Sport.
Maar in België is het veel erger.
Dr. v. d. Perre schreef in „Vrij Bel
gië" over „De alcoholvraag in Bel
gië", en toont met de cijfers aan dat
„de alcoholplaag een grooter plaag (is)
dan de oorlog", omdat gene meer stoffe
lijke verliezen verwekt dan deze.
Wat er in België jaarlijks verdronken
wordt
Neem, zegt hij, het jaar 1913.
De Belgen gaven uit in francs aan:
1. Ingevoerde bieren
Tolrechten
2. Belg. bier gebrouwd:
16.726,943 ton aan 16 fr.
gemid. de ton
3. Ingevoerde sterke dran
ken voor inlandsch ver
bruik
Tolrechten
4. Sterke dranken in België
voortgebracht en ver
bruikt 422,401 heet. aan
50 G. L. geschat aan
175 fr. den hektoliter
5. Wijnen
Accijnsrechten
Francs.
13.179.373
1,853.096
2G7.631.288
3.331.159
3.744.296
73.920.175
40.444.646
9.341.798
413.423.831
De Belgen verdronken in 1913 voor
413 miljoen, 423 duizend 831 francs.
Maar dat is de prijs der dranken in
't groot. Dit moet op zijn minst verdub
beld worden voor den uitvoerverkoop.
Deze berekening is ver onder de waar
heid, wat wijn (interest, winsten van uit
verkoop enz.) en sterke dranken betreft.
Maar Iaat ons slechts verdubbelen. De
Belgen verdronken in 1913 voor ten min
ste 800 millioen fr., of, in Nederlandsch
geld, 400 miljoen gulden. Dat zal wel
minder zijn dan de kosten van den oor
log, vooral wanneer men de vernietiging
van de goederen berekent. Maar nog eens,
de oorlog kwam na 80 jaar vrede en
duurde, duurt? toch maar enkele jaren.
Aan welke zijde is dan het grootste ver
lies
Alleen de staatskas houdt het met den
alkohol. In 1913 bracht het alkoholver-
bruik (bier en sterke drank en wijn sa
men) op113 millioen.
's Rijks middelen.
De opbrengst van 's Rijks directe be
lastingen over de afgeloopen maand Maart
was weer niet ongunstig. Het totaal over
treft met ruim twee en een kwart mil
joen die van Maart des vorigen jaars.
In cijfers bedroeg de opbrengst in Staart
van 't vorig© jaar f15,509,141, 21; en
in Maart van dit jaar f 17,821,403,98.
D© opbrengst van het eerste kwartaal
van dit jaar is ruim vijf en een kwart
miljoen hooger dan die van het gelijk
namige .tijdvak in het vorige.
Een vrij mooie uitkomst.
Hiertoe hebben medegewerkt de in
komstenbelasting die circa; zes ton, de
Juffrouw Schill, die zoo de veront
waardiging had opgewekt, hoorde deze
halve dreiging gelmckig niet. Ze had ook
genoeg aan zich zeif op dit oogenblik,
want het beklimmen der donkere-, smalle
trap viel haar buitengewoon möeiiijk. D.e
eerste treden gingen nog. De opgewon
denheid, waarin de woorden harer burin
haar zoo pas klaarblijkelijk gebracht had,
scheen haar kracht te geven. Maar al
dra moest ze even rusten. Hijgend s.ond
ze stil. En ze lei de hand op haar
borst, waar ze een scherp stekende pijn.
voelde en toen tegen het hoofd, als om
het bonzen der slapen tegen te gaan.
Daarna, na een weinig hersteld te zijn,,
hervatte ze den klimtocht, dien ze, na
nog herhaaldelijk gerust te hebben, op
de derde verdieping, d© hoogst© van bet
huis eindigde. In het kleine kamertje,,
dat van armoede overvloedig getuigenis
gaf, maar tevens van een netheid sprak,
die men in deze achterste achterbuurt
niet zou verwacht hebben, viel ze uit
geput op één der twee s-toelen neer
Ze was' op.
Was juffrouw Schill ziek? Tegen haar
buurvrouw had ze 't daareven ontkend.
Maar men behoefde geen medische ge
leerdheid of veel levenservaring te be
zitten, oiw 't aanstonds te zjen, dat ge
vermogensbelasting en de drankaccijns
die elk circa een halve ton; de regi
stratierechten die ruim twee ton; de wijn-
accijns die circa een ton; de successie-^
rechten die een miljoen en ruim drie
ton meer opbrachten.
Hiertegenover staat echter dat onge
veer al de overige middelen een gerin
gere opbrengst vertoonen dan in Maart
1916.
De loodsgelden daalden weer enorm:
van 73 duizend op 24 duizend; de do
meinen van 201 duizend op 162 duizend;
de invoerrechten van 17 ton op 12 ton;
bier en azijn van 139 duizend op 104
duizend. Overige middelen liepen iets
terug of iets hooger.
Van de belastingen in verband met
de buitengewone omstandigheden bracht
de oorlogswinstbelasting circa 2 miljoen
op; de verdedigingsbelasting Ia bracht
op 3 ton; Ib circa 2 ton; en II ruim
2 ton; de 'totale opbrengst was 6 mil
joen, over de eerste drie maanden circa
14 miljoen.
De opcenien op do directe en indirecte
belastingen en accijnzen was ook weer
hooger dan in Maart 1916. Was in laatst
genoemde maand de opbrengst f 2,326,000;
thans liep zij op tot f2,669,000. In de
eerste maanden van dit jaar brachten
de opcenten op genoemde middelen ruim
een miljoen meer op dan in het eer
ste trimester van 1917.
Vele middelen vertoonen het stempel
van den oorlog. Toch mag gezegd: het
kon erger.
Bafcnopt overzicht van den toestand.
De Franschen vinden blijkbaar voldoen
de tijd, om hun balans op te maken.
Dit wijst er echter op, dat de voor-
waartsehe beweging op menig punt ge
stuit is.
De - jongste communniqué's uit Parijs
komen dit bevestigen, door te wijzen op
hevige en verrassende tegenaanvallen van
de Duitsehers.
Citeeren we een paar regels:
„Ten O. van Craonne een zeer hevig
bombardement, dat de voorbereidingen
voor den aanval voorafging. De Duitsche
aanval heeft zich niet kunnen ontwikke
len.
„In Champagne mislukte een sterke
Duitsche aanval', welke gisteravond om;
streeks zes uur begon tegen den vooruit
springenden hoek ten Noord-Oosten van
den Mont Hout, door Fransch artillerie-
en machinegeweervuur. De Duitsehers her
nieuwden gedurende den nacht hun poging
tegen den top welken de Franschen be
zet houden.
„Ten O. van St. Mihiel en in Woevre
sloegen de Franschen twee verras
sende aanvallen af door sterke Duit
sche detachementen ondernomen, een in
het Ailly-woud, de ander op de loop^
graven van Calonne.
„In de Vogezen mislukte een Duitsche
aanvalspoging ten Zuiden van den Col
St. Marie".
De Engeischen hebben thans hun acüe
hervat.
Over een breed front zijn ze gisteren
op de heide oevers van de Scarpe tot
den aanval overgegaan.
Ten Z. van den weg Bapaume-Kame-
rijk veroverden zijl in den nacht het ove
rige gedeelte van het dorp Tierc.ault en
het grootste deel van het Havrfncourt-
woud.
inderdaad ziek was.
Uitgeteerd-mager was ze; de huid
scheen strak gespannen over de been
deren. Wie goed scherp toezag, kon de
aderen, die met hun blauw scherp af
staken tegen het bijna doorziclitig-wit der
huid, zien kloppen bij de slapen en op
de dunne, magere, bijna geheel ont
vleesde armen en handen.
Ja, ze was ziek, zeer ziek. Het rood
op haar wangen en hel onna uur ijle sc.it
teren harer oogen waren gewi se jren-
teekenen, dat de vreeseijue ziek.©, zoo
juist tering genoemd, haar sloopte. Men
zou haar veertig, vijftig jaren gegeven
hebben en toch was ze nog s.ecnts een
paar jaar over de dertig
Spoedig na haar thu.sfcomst, veel te
spoedig om geheel uitgerust te zijn, ging
juffrouw Schill weer aan 'tvverk. De
karweitjes, die ze opgehaald had, moés
ten af, hoe moe ze zich ook voelde.
Want deze week had ze een paar da
gen te bed 'moeten liggen, omdat ze
niet meer kèn. Wilde ze toch een dra
gelijk weekgeldje verdienen; dan moest
ze dezen avond flink doorverven.
De woorden harer buurvrouw was ze
nog niet vergeten. Over het naaiwerk
gebogen ,onLsnapten haar nu en dam
eenige uitdrukkingen, waaruit bleek, dat
Berljjn meldt, dat de nieuwe aanval
zonder resultaat mislukt is, doch we ge-
loeven niet, dat de Engeischen 't bij deze
eene poging zullen laten.
Ter verklaring van het tot ver in ons
land doordringende kanongebulder van do
laatste dagen, drukken we af, wat hel
Belgische weekoverzicht van 1521 April
zegt:
„Gedurende de afgeloopen week heeft
de vijandelijke artillerie een voortduren
de bedrijvigheid getoond op het Belgische
front. Reningen, Ramscapelle, Ceaskerke,
Boitshoecke, St. Jacobus-Capelle en onze
stellingen rond Dixmuiden en Steenstraeto
zijn verscheidene malen beschoten gewor
den. In de omstreken van Dixmuiden .en
Het Sas vonden granaat- en bomgevech
ten plaats, welke op zekere oogenblikken,
een groote hevigheid bereikten.
Onder dekking van ons geschut, hebben
onze afdeelingen de vooruitgeschoven stel
lingen van den vijand verkend voor Dix
muiden. Een vijandelijke afdeeling naderde
gedurende den nacht onze voorposten in
den om-trek van Stuyvenskerke, onze mi
trailleurs namen haar onder vuur. Het
grootste gedeelte der aanvallers werd ge
dood, de overigen krijgsgevangenen ge
maakt".
Op het Oosterfront wordt in de laatste
dagen in de legerberichten uit Berlijn en
Weenen van een toenemen der artillerie-
activiteit melding gemaakt.
Begint de Russische beer weer te brom
men?
De correspondent Van de „Temips" to
Petrograd wijst er op, dat ei' hoogstenn
nog vier of vijf weken moeten verloopen
voor op het Russische front nieuwe opm
ratios ondernomen kunnen worden. Do
correspondent erkent, dat er zich in do
Russische legers in de eerste dagen van
de revolutie, minder gunstige dingen voor
de slagvaardigheid hebben afgespeeld. Ool<
de munitiefabrieken hadden een tijd stop
gestaan. Nu echter was men weer volop
aan het werk en binnen een maand zou
de „moreele waarde" en de „materieel)
kracht" van de Russische legers weer
ongeveer gelijk staan met hetgeen zijl voor
de revolutie waren.
Dank zij ook Amerika'» trouwen bij
stand
Volgens een telegram uit Washington
is de president bijna klaar met de samen
stelling van een Amerikaansche commis
sie, welke naar Petrograd zal gezonden
worden om met de voorloopige re gee
ring te onderhandelen over de beste mid
delen voor de Ver. Staten _om Rusland
hulp te verleenen. Rote zou aan het hoofd
dezer zending geplaatst worden.
Alleen van de zijde der Centralen wordt
nog de vrèdesstemming gepropageerd.
De Duitsche pers zoekt in alles streven
naar vrede.
Misschien niet ten onrechte.
Naar de „Vorwaerts" "schrijft, kan er
geen twijfel over bestaan, dat de samen
komst der leidende staatslieden van En
geland, Frankrijk en Italië, die enkele da
gen geleden te St. Jean do Maurice heeft
plaats gehad, het vredesvraagstuk heeft
gegolden. Wat aan de Duitsche vredes-
propaganda niet is gelukt, heeft de Rus
sische tot stand gebracht.
De kwestie van de beëindiging van den
oorlog is door haar een dringende ac
tualiteit geworden. De stemming .in En
geland en Frankrijk is nog altijd zeer ver
hit, daarom is a priori niet aan te ne
men, dat de régeeringen der Westelijke
staten het vredesprogram van de Russi-
zo wel haar opgewondenheid doch niet
haar verontwaaruiging meester was.
„Ik zal doen als zij! Leve van be-
dele en van diefstal 1 En dan drinke
en tot diep in d'n nacht op straat slen
ter©!... 'kZou me m'n oogen uit m'n
hoofd schame voor m'n jongen, 'k Zou
'm niet durve aanzien meerl... Nee,
nóóit doe 'kiets, dat hij me later ver
wijten kan... Lèter? Wanneer?... 0,
Bobbie! Als hjj een paar jaar ouder
is, ben 'k misschien al lang dood en
begraveNee!" -riep ze lud, bijna
woest, ,,'kwil niet sterve; 'k'w.l bl.jve
léve voor m'n Bobbie! En werke zal 'k,
nog harder dan tot dusver, om pit deze
nare, akelige buurt vandaan te kome
'kMoèt hier vandaan,, voor mezelf en
voor Bob
Juffrouw Schill had gelijk: voor haai'
zelf ook was het hoogst noodzakelijk,
dat ze uit deze steeg verhuisde. Zelfs
gedurende de schoons.e en he.derste da
gen van het zomerjnarge.jf bleef het hiea
donker. Nog nooit was er ook maar één
zonnestraaltje tusschen die hooge mu
ren, zwart van ouderdom en onooglijk
tengevolge van een jarenlange verwaar-
loozing, door kunnen dringen.
(Wordt vervolgd.)