r. Z.
Ao. 34
Donderdag 9 November 1916
31e Jaargang
TIER,
>tbode
Uit de Pers.
chrijving
i
:sch Wagentje
:e koop,
raad
errieveulen,
IIGPAARD,
urwerker,
ouwersknecht
Rijknecht,
èrmeisje,
noodigd,
Staten-Generaal.
Zeeuwsche Stemmen.
xc.
De Qroote Oorlog-
eer 3 weken
vermist, kan
ig der onkos-
St. Laurens.
etaling:
rd van Mej. de
zelinge, in 3 per
door dhr. A.
worden inge-
vember 1916, ten
teekende, waar
kooping te ver-
HUVERS,
aris te Kapelle.
A. WOUTERS,
9 uur best vet
cent per Kilo
lest vet Scha
de Kilo, bij A.
Middelburg.
lerenwagen,
ilfvaarzen, rek.
jZ., Westkapelle.
!DONK, 'sGra-
E
een eikenh.
ist, benevens
el.
LANDMETER,
igen.
OPPEJAN,
Zoutelande.
ipelle.
v.' D. LINDE,
aagd
A. M. KOPPE-
en.
werkend gezin,
j A. MOL, Oud-
Januari een
ank. G. G. Zon"-
r letter B, Boek-
lurg.
jaren, om met
ter de huiselijke
chten en tevens
leen wonende juf.
3 A B Hulppost
December, goed
juw PETERS
t.
istorie te 's-Hee
icember
m.
OEK te Gapinge.
Uitgave van
le Naaml Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219,
Bureau te Middelburg:
fP-RMA F. P. DHIMJ - L- BURG,
Drukkers:
^sterbaan Lo Cointro - Goes.
'De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERIOAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
firn
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct,
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1,v
iedere regel meer 10 ct.
Tweede Kamer.
Troelstra geplaagd.
■Wie de eer?— Beschim
melde kost. Het lot. der
motie-Troelstra. Min.
Cort aan liet woord.
De .vóijzinnig-democratische afgevaar
digde Marchant heeft nog eenige rake en,
niet-rake opmerkingen ten beste gegeven
over de kiesrechtkwestie.
Vooral de socialisten heeft hij wat ge
plaagd. ofschoon ook andere afgevaardig
den hef ontgelden moesten.
Wie brengt deze grondwetsherziening,?
vroeg hij, met de bedoeling voor zich
en zijn partij de eer op te eischen, wel
ke ook door Troelstra zoozeer begeerd
wordt.
..Toch de vrijzinnige regeering, die bet
concentratie-program heeft overgenomen
En heeft niet Troelstra zelf erkend, dat
de roode partij gedwongen was geweest
met' het concentratie-program genoegen te
nemen?"
Bij dit vertoog voelde de heer Mar
chant zich zoo secuur, dat hij den rooden
heeren zijn bevreemding te kennen gaf,
dat zij zoo stil waren.
Ofschoon die stilte niet van langen duur
was.
Aan die motie-Troelstra kent Marchant
natuurlijk niet de beteekenis toe, dat zij:
houvast zou geven aan den strijd voor
vto uwenkiesrechl
Die strijd heeft z. i. trouwens houvast
genoeg.
Van de door Troelstra gemengde com
missie verwacht hij evenmin veel heil.
Niets kan zijn overtuiging aan het wan
kelen brengen, dat binnen enkele jaren
de vrouwen het kiesrecht zullen krijgen
op: denzelfden voet als de man. Hij kwam
vervolgens tot art. 192. Hij wil niet, dat
de mensehen in den lande dein indruk
hebben, dat. alles van die Grondwettelijke
bepalingen is te verwachten. Hij wil de
Vrijheid hebben in 1917 tot de kiezers te
kunnen zeggen, dat hun vrees ongegrond
is en dat. de gewenschte wijzigingen niets
te beteekenen hebben.
Veranderingen in de Grondwet, die het
compromis ondersteboven zullen gooien,
worden z. i. niet gemaakt. Hij voelt wel
iets voor onze bezwaren. In het Zui
den des lands zullen b.v. Protestantsche
kinderen naar- R.-K. scholen moeten ge
zonden worden. Een oplossing ziet hij
echter in het geven van huisonderwijs
op' staatskosten. Hij wcnscht vrij te blij
ven bij de beantwoording van de vraag
wanneer zal de nieuwe regeling er komen.
Van Idsinga hekelde de „neutraliteit"
der openbare school, en verklaarde, dat
hef denkbeeld van een uitgewerkt additio
neel artikel moet worden losgelaten.
Na de pauze betoogde hij breedvoerig,
dat de door hem gewenschte vrouwen
raad zou kunnen, dienen als opvoedings
middel tot het algemeen vrouwen ki es recht,
dat z.i. zal komen,
Het algemeen kiesrecht is, vindt hij,
een nieuwe koers in de politiek en niet
zooalsi de heer Lobman meent, een voort
gang in de tot dusver gevolgde politiek.
Hij acht bet in strijd met 's, lands belang
en een triomf voor de sociaal-democra
ten, wier arbeid het is. Hat deze regee
ring er is, is- hun werk.
Vervolgens trad van Idsinga in een
theoretische bespiegeling van het vraag1-
stuk.
Die, verdediging van biet huismanskies-
recht wil hij aan de anti-revolutionairen
ovérlaten; dat het individualistisch is, zoo
als de Minister beweert, noemt hij on
juist.
Dooi- hiet stelsel Van de evenredige ver
tegenwoordiging heeft de Minister het in
dividualistisch element van het kiesrecht
op die' spits gedreven.
Wat -ons thans geboden wordt is niets
dan oude, beschimmelde kost. Spreker
bestreed dit dus allerminst omdat het
een nieuwigheid is, maar omdat hij de
grondgedachte van het stelsel verkeerd
acht. Hij adht het onbegrijpelijk, hoe de
heer Lohm.au de evenredige vertegen
woordiging rijmen kan met zijn opvatting
van- de verhouding tusschen kiezers en
gekozenen. Het druischt z. i. vierkant
in tegen de onafhankelijkheid van de
volksvertegenwoordigers. Hij verklaarde
zich dan ook. tegen het. stelsel van E. V.
Nolens plaagde den heer Troelstra nog
wat met zijn ingetrokken amendement en
zeide zelfs van z'n motie niks te moeten
hebben.
Troelstra viel nu van de eene rarig
heid in de andere.
Op Voorstel van den heer Van Raalte
<-ii met instemming van den voorsteller
""Hoot de kamer over de motie-Troel-
ïU'a. inzake het Vrouwenkiesrecht, eerst
oeelnssen na de Grondwetsherziening.
Minister Cort van der Linden beloofde
zich te zullen beraden over de instelling
eener Staatscommissie voor het vrouwen
kiesrecht. Bij verwerping der Grondwets
voorstellen zal de Regeering" in deze tijds
omstandigheden niet heengaan.
De Minister acht het verder niet on
mogelijk voor de alinea's betreffende de
waarborgen een andere redactie te vin
den. Doch daarbij mag niet worden ge
laakt aan -cte vrijheid en de zelfstandig
heid der bijzondere school.
De algemeene beschouwingen, werden
daarna gesloten.
Na 31/2 week in beslag genomen te
hebben.
't Werd dus tijd.
Heden zou het algemeen debat over
het. kiesrechtartikel aanvangen
Daai- word ik weer eens op de vin
gers getikt, en wel naar aanleiding van
mijn vorigen brief, in welken ik betoogde,
dat niet elke gebruikmaking van z'.g. hu
welijksadvertenties kondig is.
De redactie van „De Zeeuw" ontving
een groot ingezonden stuk en was zOo
vriendelijk mij in de gelegenheid te stel
len er een paar kantteekeningen bij te-
voegen, hetgeen ik gaarne wil doen. Want
't geldt een warm stukje met mooie ge
dachten, al heeft het mij nog niet van
ongelijk kunnen overtuigen.
Ziehier wat, de brief van den Goeschen
vriend inhoudt," Let wel, hij is aan de
redactie .gericht:
I H=> 1 'I I L I
Geachte Redactie,
Hoewel ik immer wat huiverig ben om
met persmannen in conflict te komen,
meen ik ditmaal mij daarover heen te
moeten zetten.
Eenerzijds, omdat hetgeen waarover ik
eenige korte opmerkingen wensch te ma
den, voor ons, als Anti-revolutionairen,
of liever nog: als Christenen, niet zonder
beteekenis is, en voorts, omdat princi
pieel© bespreking ervan niet alleen door
mij, maar ook door velen met mij', -in,
onzen tijd verre van overbodig wordt
geacht. i
Ik bedoel „den meer en meer gebraike-
lijken weg", welke tegenwoordig door ve
len en ook door Christenen wordt be
wandeld, om tot een huwelijk te komen,
waarover Kees van der Meer in uw blad
van 25 Oct. j.l. schreef en die toch ook
volgens hem de weg niet is.
Evenwel, de geachte briefschrijver
meent, dat er gevallen kunnen zijn, dat
er niet alleen in het bewandelen van
dien weg niets „immoreels" en „zondigs"
is gelegen, maar dat men hem zelfs onder
biddend opzien naar Boven kan betreden.
'tWi.l mij voorkomen, dat K. v. d. M.
hier niet consecpient is.
Waarom is het de weg niet? M.i.
omdat hij ingaat tegen de Christelijke
belijdenis, dat „God als met Zijn eigen
hand man en vrouw samenbrengt". Zeker,
in den weg der middelen. Maar niet door'
een middel als een huwelijksadvertentie,
dat gelijk staat met loterijspel.
Als inzet waagt men er de advertentie-
kosten aan om een goeden kans te hebben.
Natuurlijk komt er een flink aantal brieven,
met portretten en men gaat aan 't keuren
ook maakt men met reflectanten wellicht
nog nader kennis. Is er „iets bij", dat
wel wat lijkt, dan zet men de kennisma
king nog wat voort; is er „niets bij",
dan zal men 't. nog maar eens op een
andere manier of in een ander blad pro-
beeren.
Is zulk een manier niet „immoreel"
naar christelijke levensopvatting?
'Staan man en vrouw, staat „de mensch"
niet te hoog, om op die wijze tot een
echtverbintenis te komen?
En is het huwelijk niet te teer ear te
heilig en ook te veelbeteekenend, om daar
bij maar uitsluitend overwegingen van
stoffelijken aard (want die geven den
doorslag) te laten beslissen?
Kan er bij zulk een verbintenis wel
sprake zijn van liefde, m. i. de grondslag
voor een huwelijk waarin de noodige zelf
verloochening en opoffering, maar ook
warmte en waarachtig geluk wordt ge
vonden?
Zou zlulk' een middel goed zijn in Gods
óogen, die toch het huwelijksleven en de
liefde in het huwelijk wil nemen als
symbool van de intieme verhouding tus
schen Christus en Zijne Gemeente?
En zou inderdaad een waar Christen
in geloovig vertrouwen over zoo'n huwe
lijksadvertentie zijn God een zegen kun
nen vragen?
Met den geachten briefschrijver zeg ik:
de weg is het niet. Maar dan ook voor
niemand en in geen enkel geval.
De weg wordt in deze niet bepaald
door de omstandigheden, maar door de
christelijke beschouwing van het huwe
lijk, zooals die voortvloeit uit wat God
ons in Zijn Woord over hei huwelijk zegt:
En m.i. moeten deswege onze christe
lijke bladen, evenals „De Standaard",
alle huwelijksadvertenties weigeren.
Met dank voor de opname.
Hoogachtend,
.T. v. Z.(ettert).
Goes, 2610'16.
Zooals m'n lezers en lezeressen zien,
is dit een waardig stukje. De schrijver
heeft, niet meer uit m'n brief gelezen,
dan ik heb willen zeggen. Immers, er
bestond gevaar, dat men zou gaan ver
onderstellen, dat ik eén ruim gebruik
van de „huwelijks-annonces" in de hand
wil werken. Dit is natuurlijk allerminst
het geval.
'k Heb betoogd, dat in sommige ge
vallen, als door mij geschetst, een derge
lijk hulpmiddel niet te veroordeelen is
als iets immoreels.
In één opzicht echter schijnt m'n bedoe
ling niet duidelijk weergegeven te zijn.
Wanneer er staat, dat het DE weg niet
is, wordt daarmede niet bedoeld, dat er
in ieder geval 'n luchtje aan is, om 't zoo
eens alledaags uittedrukken, maar dat. hij)
die weg n.l. ais middel om manl
en vrouw samen te brengen slechts bijl
hooge uitzondering bewandeld mag wor
den.
We zijn 't roerend eens met elkander,
als er staat, dat God middelen gebruikt
om man en vrouw tot elkander te bren
gen.
Het gaat dus bij ons ten slotte om de
waarde van het. bovenbedoelde middel.
En dan meen 'ik 'in genie-ede, dat men
niet mag spreken van een loterijspel"
met „als inzet" de adveriontiekosten.
Ook kan ik niet aannemen, dat „uit
sluitend overwegingen van stoffelijken
aard" den doorslag zullen geven. In het
in m'n vorigen brief gestelde geval kan
heel goed sprake zijn van een huwelijk
uit liefde en ook - 't Langt er maar
van af of 't Christenen geldt van een
huwelijksleven naar Gods ordinantiën.
'tZij natuurlijk verre van mij, dat ik
gepleit zou hebben vo>or een uitsluitend
schriftelijke kennismaking met als direct!
gevolg een huwelijk1. Dat zou inderdaad
iets van een gewone overeenkomst 'heb
ben.
Al geef ik dus toe, dat in onze- krin
gen bij voorkeur niet van de advertentie-
rubriek moet worden gebruik gemaakt,
Zoolang niet overtuigender bewezen, is,
dat er iets immoreels in ligt, persisteer
ik bij de conclusie in m'n vorigen brief.
Doch laat ik aan m'n lijstje met onder
werpen denken.
Er staan nog op: Onderwijs, Kiesrecht,
Maatregelen tegen Huuropdrijving, tram
mende raadsleden, slechte wegen, pre
sidentsverkiezing in de Ver. Staten, dienst-
bodenvraagstuk, en nog vele andere.
Het laatste raakt ook 'ten nauwste het
gezinsleven.
Daarom mag ik hier wel een en ander
meded-eelen omtrent de enquête door „De
Groene Amsterdammer" ingesteld, met be
trekking tot bedoelde kwestie.
De dienstboden schijnen heel wat no
ten op haar zang te hebben en als ik
zoo haar eischen nalees, dan geloof ik,
dat het vraagstuk nog lang niet opge
lost is.
Hoort maar.
„Behandel het meisje in eten en drin
ken als gelijke.
Wat uzelf eet, is niet te goed voor
haar en breek met de vernederende ge
woonte een bord eten van binnen te
geven.
Schaf den naam dienstbode of meid
af en vervang deze door een beter klin
kende bijv.huisjuffrouw.
Géén uniform meer.
Niet alle vuile werk, wat ieder per
soonlijk behoort te doen bijv. het schoon
maken van eigen waschtafel, voor- het
meisje laten staan.
Betere regeling van den werktijd. Mid
den op den dag, evenals ieder die werkt,
iy2 uur vrij om zichzelf te zijn, te gaan;
'wandelen of eigen werk te doen. Vooral
's zomers werkt het voortdurend dag in
dag uit thuiszitten zeer drukkend.
's Avonds na 7 uur vrij om te gaan of te
blijven, maar dan niet in de etenslucht van
de keuken. Ze moet kunnen zitten in een
behoorlijk kamertje geen zolderkamer
tje, dat 's zoimers te warm en 's win
ters te koud is waar gelegenheid is
ota een zuster of vriendin te ontvangen.
's Zondags vrij.
Meer geld, geen fooien".
Is het wonder, dat menige huisvrouw
het zonder dienstbode wil probteeren?
Toch zijn er wel billijke verlangens
onder,
KEES VAN DER MEER.
1-/1
Or. Beunser.
Politicus geeft in „De Oprechte Haar
lemmer Courant" deze schets van Dr.
Beumier, den wakkeren afgevaardigde
voor Kampen
Voor het district Kampen is in 1913
tot volksvertegenwoordiger gekozen een,
nuan, die onmiddellijk zeer sterk de
aandacht tot zich trok. Niet in het
allereerste begin van zijn loopbaan, als
Tweede Kamer-lid door het schitte
rende van zijn gaven, door zijn bijzon
dere eloquentie. Ilij was „uitmiddelpun
tig", de doctor in de staatswetenschap
en lid der anti-revolutionaire partij, do
heer Beumer. t
Hij begon met de aandacht te ves
tigen van het Lagerhuis op het feit,
dat in den aanhef van onze wetten, in
de formule; waarmee liet Hoofd van den
Staat den volké kond doet, dat - den
Raad van State gehoord en met ge
meen overleg van de Staten-Generaal
zekere maatregel is getroffen, zekere
wet is tot stand gekomen wordt ge
zegd „Aan allen, die deze zulten zien
of hooren lezen, salut" wordt gewenscht.
Over dit „salut" hield Dr. Beniner
in de Tweede Ranter der Staten-Generaal
zijn maiden-speech.
Moest dat woord met één u worden
geschreven dan wel met twee u's?
Ik'verstout mij hier geenszins tol een
.grapje.
Over- deze vraag ging het werkelijk in
©en. dier allereerste redevoeringen van,
Dr. Beumietr in het Parlement ten ik
geloof in vollen ernst, dat het de al
lereerste pms van dezen afgevaardigde.
Men mag aannemen, dat de heer
Beumier voordat hij in den kring
der leden van ons Lagerhuis werd op
genomen wel 'eenige ervaring, notie,
van de Kamer had opgedaan. Hij zal
'scherpzinnig ontwikkeld mian als
hij is toch wel heit een ein ander
gesnapt, hebben van wat men de at
mosfeer der Kamer zou kunnen noemen;
begrepen hebben, dat iemand over zulk,
onbenullig onderwerp zijn maiden-speechi
houdend, aan het gevaar zich blootstelt
van zich belachelijk te maken zonden-
dat er kans op redding van; zijn figuur
bestaat.
Waarom deed de 'heer Beumer dan
aldus.
Het is niet gemakkelijk een antwoord
op die vraag te vinden.
Misschien dooi' zeker gevoel van on
afhankelijkheid, dat zich los weet .te
malcen van de vraag, wat „men", wat
de collega's, wat ieder ter wereld van
u zegt terwijl enkel en alleen de
vraag, wat gij te zeggen, aan te merken,
rtoodig acht, voor u den doorslag geeft?
Daarna heeft Dr. Beumer bij verschil
lende ontwerpen het woord gevoerd en
zal hij bijl de Kamer wél den indruk heb
ben gevestigd, dait de afgevaardigde voor
Kampen iemand is van scherpzinniger»
geest, van rijke kennis.
Een- aangename, aantrekkelijke figuur
is Dr. Beumer allerminst.
De tamelijke kleine man van schrale
gestalte met het smalle, bleeke gelaat,
de sombere koolzwarte oogen en den git
zwarten knevel, die daar staat te spre
ken met harde, snerpende keelstem
hij is uitdagend, prikkelend. Hij is een
militante en tot den strijd noodende fi
guur. Er is ongetwijfeld iets tergends, iets
agafants in de .wijze, waarop Dr. 6eu-
meil bijvoorbeeld de sociaal-democratische)
collega's tegemoet treedt. Er is iets.Van
het zwaaien met) de roode lap; door den
toreador, dat den stier wild maakt in
de strijdmethode van dezen hartstochte
lijken politicus. Hij staat geheel op zich
zelf Dr. Beumer. Ik herinner mij niet
zijn gelijke ooit in de anti-revolutionaire
gelederen te hebben ontmoet.
De heer Rutgeite is |p°k strijdlustig en
steeds tot de tanden gewapend, maar hij
reageert slechts na een aanval. De heer
Beumer houdt er van het offensief te
riemen. En hij bemantelt, de argumenten
welke hij kiest, geenszins onder hoffe
lijk© en half-ontWijkend© termen. Inte
gendeel
Hij gaat onmiddellijk „in medias res"
Men leze zijn rede over het vrouwen
kiesrecht, bij de aanhangige ontwerpen
tot, Grondwéfs-herziening pais: gehouden.
Bij den heer Beumer nooit ofte nimmer
sprake vani het zoeken naar een uitwegje
0111 te pogen, de verontwaardiging van
den tegenstander te temperen. Neen!
Het regelrecht den strijd ingaan, het wer
pen met hartstochtelijk-driftige vuist, van
den handschoen in de arena het is
hem lust. en leven.
Nu 'en dart antwoordt hij op eein inter-
r'upitiel ©n dan komen de woorden er dub
bel knarsend bij hem uit>; ale genietend
van de gevoelens, die hij bij den poli
tieleen tegenstander, tien vijand oplwekt.
Wanneer de interrüptiën hem; Beumer,
da moeite van het repliceeren niet waard
zijn dan vervolgt hij zijn rede met ijzeren
zelfbedwang, onaandoenlijk, uiterlijk on
bewogen.
Welke rol deze vertegenwoordiger nog
eenmaal in ons politieke leven zal spe
len, is nqg niet uit te maken. De red©
van Dr. Beumer ter bestrijding van het
vrouwenkiesrecht maakte ongetwijfeld uit
drukMen weet, dat hier aan het woord
was een wetenschappelijk man, harts
tochtelijk aangelegd, die voor zijn opinie
uitkomt met de vurige oprechtheid, welke
ook den tegenstander, het verst van hem
staande in levensbeschouwing aangenaaml
moet treffen.
Dr. Beumer is een politieke figuur in
dien zin, dajfj hij met de passie, waardoor
gansch zijn verschijning zich kenmerldj,
opkomt voor de beginselen, lrem lief. Die
passie maakt liem soms uitmiddelpuntig,
gelijk reeds opgemerkt.. Maar het eerlijke,
bet oprechte van zijn optreden wekt eer
bied. En'wattneed in het politieke gedoe
zulk een verschijnt, dan kan men wel
zeker zijn beduidt, hij meer dan een
van de vele „étoiles, qui filent et dis-
piaraisisent", aan den politieken hemel
i—■■■ll'M—B—
Beknopt overzicht van den toestand.
Is Hughes wel gekozen tot president
van de Vereenigde Staten van Noard-
Amerika
Waarom wij deze vraag stellen?
Wel, omdat Reuter na de pertinenilej
mededeeling van gisterochtend twijfel gaaf
zaaien.
Terwijl, zooi wordt nu uit New-York
gemeld, eergisteravond de verkiezing ran
Hughes zoo' definitief scheen, dat zij zelfs
erkend werd door de bladen van Wilson,
blijkt uit de laatst ingekomen verkiezings-
cijfers uit het verre Westen en andere
staten, dat de uitslag nog eenigszins twij
felachtig is. Beide partijen eischen rooi'
zich de overwinning op.
En de voorzitter van de nationale de
mocratische partij telegrafeerde aan 'de
partij-voorzitters van de staten of distric
ten 1
„Wilson is herkozen. Gij moet persoon
lijk toezien, dat de stembussen bewaakt
worden. Onze tegenstanders zijn wanhoi-
Pig"
Het is te begrijpen, dat dezie twijfel
groote spanning veroorzaakt in de kiezera-
legers van de Ver. Staten.
In gewone omstandigheden zelfs ken
merkt de presidentsverkiezing zich door
groote hartstochtelijkheid, thans dus Zoo
veel te meer.
Maar stel, dat Hughes toch de meeste
stemmen op zich vereenigd heeft, dan
'is hij feitelijk nog niet tot president ge
kozen.
De eigenlijke verkiezing is nog meti
afgeloopen. 1 1
Men moet weten, dat eergisteren hét zlg.
„Electoral College", het kiescollege, werdi
saamgesteld, dat op den eersten Woens
dag van December de eigenlijke stem
ming verricht. Deze „kiesmannen" bren
gen dan n.l. in de hoofdstad van den;
Staat, waartoe zij behooren (de V. S.
bestaan uit een klein© vijftig Staten)
ieder één stem uit voor den president
en den vice-president. De resultaten de
zer stemming worden aan 't Congres ge
zonden en daar op den tweeden Woens
dag van Februari geverifieerd, waarop
de benoemden begiu Maart hun functie
aanvaarden.
Uit het voorgaande volgt, dat alles er
van afhangt, hoe het „Electoral College"
is saamgesteld, dat door de kiezers
rechtstreeks wordt gekozen. In «le
Vereenigde Staten bestaat het algep
meen kiesrecht, terwijl in verschil
lende Staten otok de vrouwen meestem
men. Ongeveer vijftien millioen persire
nen waren bevoegd aan de stemming
deel te nemen. Het aantal leden vair
het kiescollege bedraagt 531, zoodat de
absolute meerderheid 266 stemmen hé-
draagt. Volgens een becijfering van dr.
Ludwig Darmstadter in de „Köln.
Volksztg." kon Hughes op minstens 331
stemmen rekenen.
We zullen weldra vernemen of hij dit
aantal bereikt heeft.
Laat ons voorloopig aannemen, dat hij
het pleit gewonnen heeft en enkele pers<-
stemmen overnemen, welke in deze ver
onderstelling geuit zijn.
Het Centrum schrijft
„Ditmaal stond de stembus-actie voorat
in het teeken van den wereldoorlog, waar
door zij een Zeer bizondere beteekenis!
verkreeg. In verband daarmee oefende
ook de economische politiek en het vraag
stuk der inkomende rechten een groot-
ten invloed uit.