r. Z. Ao. 34 Donderdag 9 November 1916 31e Jaargang TIER, >tbode Uit de Pers. chrijving i :sch Wagentje :e koop, raad errieveulen, IIGPAARD, urwerker, ouwersknecht Rijknecht, èrmeisje, noodigd, Staten-Generaal. Zeeuwsche Stemmen. xc. De Qroote Oorlog- eer 3 weken vermist, kan ig der onkos- St. Laurens. etaling: rd van Mej. de zelinge, in 3 per door dhr. A. worden inge- vember 1916, ten teekende, waar kooping te ver- HUVERS, aris te Kapelle. A. WOUTERS, 9 uur best vet cent per Kilo lest vet Scha de Kilo, bij A. Middelburg. lerenwagen, ilfvaarzen, rek. jZ., Westkapelle. !DONK, 'sGra- E een eikenh. ist, benevens el. LANDMETER, igen. OPPEJAN, Zoutelande. ipelle. v.' D. LINDE, aagd A. M. KOPPE- en. werkend gezin, j A. MOL, Oud- Januari een ank. G. G. Zon"- r letter B, Boek- lurg. jaren, om met ter de huiselijke chten en tevens leen wonende juf. 3 A B Hulppost December, goed juw PETERS t. istorie te 's-Hee icember m. OEK te Gapinge. Uitgave van le Naaml Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219, Bureau te Middelburg: fP-RMA F. P. DHIMJ - L- BURG, Drukkers: ^sterbaan Lo Cointro - Goes. 'De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERIOAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers firn Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct, 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1,v iedere regel meer 10 ct. Tweede Kamer. Troelstra geplaagd. ■Wie de eer?— Beschim melde kost. Het lot. der motie-Troelstra. Min. Cort aan liet woord. De .vóijzinnig-democratische afgevaar digde Marchant heeft nog eenige rake en, niet-rake opmerkingen ten beste gegeven over de kiesrechtkwestie. Vooral de socialisten heeft hij wat ge plaagd. ofschoon ook andere afgevaardig den hef ontgelden moesten. Wie brengt deze grondwetsherziening,? vroeg hij, met de bedoeling voor zich en zijn partij de eer op te eischen, wel ke ook door Troelstra zoozeer begeerd wordt. ..Toch de vrijzinnige regeering, die bet concentratie-program heeft overgenomen En heeft niet Troelstra zelf erkend, dat de roode partij gedwongen was geweest met' het concentratie-program genoegen te nemen?" Bij dit vertoog voelde de heer Mar chant zich zoo secuur, dat hij den rooden heeren zijn bevreemding te kennen gaf, dat zij zoo stil waren. Ofschoon die stilte niet van langen duur was. Aan die motie-Troelstra kent Marchant natuurlijk niet de beteekenis toe, dat zij: houvast zou geven aan den strijd voor vto uwenkiesrechl Die strijd heeft z. i. trouwens houvast genoeg. Van de door Troelstra gemengde com missie verwacht hij evenmin veel heil. Niets kan zijn overtuiging aan het wan kelen brengen, dat binnen enkele jaren de vrouwen het kiesrecht zullen krijgen op: denzelfden voet als de man. Hij kwam vervolgens tot art. 192. Hij wil niet, dat de mensehen in den lande dein indruk hebben, dat. alles van die Grondwettelijke bepalingen is te verwachten. Hij wil de Vrijheid hebben in 1917 tot de kiezers te kunnen zeggen, dat hun vrees ongegrond is en dat. de gewenschte wijzigingen niets te beteekenen hebben. Veranderingen in de Grondwet, die het compromis ondersteboven zullen gooien, worden z. i. niet gemaakt. Hij voelt wel iets voor onze bezwaren. In het Zui den des lands zullen b.v. Protestantsche kinderen naar- R.-K. scholen moeten ge zonden worden. Een oplossing ziet hij echter in het geven van huisonderwijs op' staatskosten. Hij wcnscht vrij te blij ven bij de beantwoording van de vraag wanneer zal de nieuwe regeling er komen. Van Idsinga hekelde de „neutraliteit" der openbare school, en verklaarde, dat hef denkbeeld van een uitgewerkt additio neel artikel moet worden losgelaten. Na de pauze betoogde hij breedvoerig, dat de door hem gewenschte vrouwen raad zou kunnen, dienen als opvoedings middel tot het algemeen vrouwen ki es recht, dat z.i. zal komen, Het algemeen kiesrecht is, vindt hij, een nieuwe koers in de politiek en niet zooalsi de heer Lobman meent, een voort gang in de tot dusver gevolgde politiek. Hij acht bet in strijd met 's, lands belang en een triomf voor de sociaal-democra ten, wier arbeid het is. Hat deze regee ring er is, is- hun werk. Vervolgens trad van Idsinga in een theoretische bespiegeling van het vraag1- stuk. Die, verdediging van biet huismanskies- recht wil hij aan de anti-revolutionairen ovérlaten; dat het individualistisch is, zoo als de Minister beweert, noemt hij on juist. Dooi- hiet stelsel Van de evenredige ver tegenwoordiging heeft de Minister het in dividualistisch element van het kiesrecht op die' spits gedreven. Wat -ons thans geboden wordt is niets dan oude, beschimmelde kost. Spreker bestreed dit dus allerminst omdat het een nieuwigheid is, maar omdat hij de grondgedachte van het stelsel verkeerd acht. Hij adht het onbegrijpelijk, hoe de heer Lohm.au de evenredige vertegen woordiging rijmen kan met zijn opvatting van- de verhouding tusschen kiezers en gekozenen. Het druischt z. i. vierkant in tegen de onafhankelijkheid van de volksvertegenwoordigers. Hij verklaarde zich dan ook. tegen het. stelsel van E. V. Nolens plaagde den heer Troelstra nog wat met zijn ingetrokken amendement en zeide zelfs van z'n motie niks te moeten hebben. Troelstra viel nu van de eene rarig heid in de andere. Op Voorstel van den heer Van Raalte <-ii met instemming van den voorsteller ""Hoot de kamer over de motie-Troel- ïU'a. inzake het Vrouwenkiesrecht, eerst oeelnssen na de Grondwetsherziening. Minister Cort van der Linden beloofde zich te zullen beraden over de instelling eener Staatscommissie voor het vrouwen kiesrecht. Bij verwerping der Grondwets voorstellen zal de Regeering" in deze tijds omstandigheden niet heengaan. De Minister acht het verder niet on mogelijk voor de alinea's betreffende de waarborgen een andere redactie te vin den. Doch daarbij mag niet worden ge laakt aan -cte vrijheid en de zelfstandig heid der bijzondere school. De algemeene beschouwingen, werden daarna gesloten. Na 31/2 week in beslag genomen te hebben. 't Werd dus tijd. Heden zou het algemeen debat over het. kiesrechtartikel aanvangen Daai- word ik weer eens op de vin gers getikt, en wel naar aanleiding van mijn vorigen brief, in welken ik betoogde, dat niet elke gebruikmaking van z'.g. hu welijksadvertenties kondig is. De redactie van „De Zeeuw" ontving een groot ingezonden stuk en was zOo vriendelijk mij in de gelegenheid te stel len er een paar kantteekeningen bij te- voegen, hetgeen ik gaarne wil doen. Want 't geldt een warm stukje met mooie ge dachten, al heeft het mij nog niet van ongelijk kunnen overtuigen. Ziehier wat, de brief van den Goeschen vriend inhoudt," Let wel, hij is aan de redactie .gericht: I H=> 1 'I I L I Geachte Redactie, Hoewel ik immer wat huiverig ben om met persmannen in conflict te komen, meen ik ditmaal mij daarover heen te moeten zetten. Eenerzijds, omdat hetgeen waarover ik eenige korte opmerkingen wensch te ma den, voor ons, als Anti-revolutionairen, of liever nog: als Christenen, niet zonder beteekenis is, en voorts, omdat princi pieel© bespreking ervan niet alleen door mij, maar ook door velen met mij', -in, onzen tijd verre van overbodig wordt geacht. i Ik bedoel „den meer en meer gebraike- lijken weg", welke tegenwoordig door ve len en ook door Christenen wordt be wandeld, om tot een huwelijk te komen, waarover Kees van der Meer in uw blad van 25 Oct. j.l. schreef en die toch ook volgens hem de weg niet is. Evenwel, de geachte briefschrijver meent, dat er gevallen kunnen zijn, dat er niet alleen in het bewandelen van dien weg niets „immoreels" en „zondigs" is gelegen, maar dat men hem zelfs onder biddend opzien naar Boven kan betreden. 'tWi.l mij voorkomen, dat K. v. d. M. hier niet consecpient is. Waarom is het de weg niet? M.i. omdat hij ingaat tegen de Christelijke belijdenis, dat „God als met Zijn eigen hand man en vrouw samenbrengt". Zeker, in den weg der middelen. Maar niet door' een middel als een huwelijksadvertentie, dat gelijk staat met loterijspel. Als inzet waagt men er de advertentie- kosten aan om een goeden kans te hebben. Natuurlijk komt er een flink aantal brieven, met portretten en men gaat aan 't keuren ook maakt men met reflectanten wellicht nog nader kennis. Is er „iets bij", dat wel wat lijkt, dan zet men de kennisma king nog wat voort; is er „niets bij", dan zal men 't. nog maar eens op een andere manier of in een ander blad pro- beeren. Is zulk een manier niet „immoreel" naar christelijke levensopvatting? 'Staan man en vrouw, staat „de mensch" niet te hoog, om op die wijze tot een echtverbintenis te komen? En is het huwelijk niet te teer ear te heilig en ook te veelbeteekenend, om daar bij maar uitsluitend overwegingen van stoffelijken aard (want die geven den doorslag) te laten beslissen? Kan er bij zulk een verbintenis wel sprake zijn van liefde, m. i. de grondslag voor een huwelijk waarin de noodige zelf verloochening en opoffering, maar ook warmte en waarachtig geluk wordt ge vonden? Zou zlulk' een middel goed zijn in Gods óogen, die toch het huwelijksleven en de liefde in het huwelijk wil nemen als symbool van de intieme verhouding tus schen Christus en Zijne Gemeente? En zou inderdaad een waar Christen in geloovig vertrouwen over zoo'n huwe lijksadvertentie zijn God een zegen kun nen vragen? Met den geachten briefschrijver zeg ik: de weg is het niet. Maar dan ook voor niemand en in geen enkel geval. De weg wordt in deze niet bepaald door de omstandigheden, maar door de christelijke beschouwing van het huwe lijk, zooals die voortvloeit uit wat God ons in Zijn Woord over hei huwelijk zegt: En m.i. moeten deswege onze christe lijke bladen, evenals „De Standaard", alle huwelijksadvertenties weigeren. Met dank voor de opname. Hoogachtend, .T. v. Z.(ettert). Goes, 2610'16. Zooals m'n lezers en lezeressen zien, is dit een waardig stukje. De schrijver heeft, niet meer uit m'n brief gelezen, dan ik heb willen zeggen. Immers, er bestond gevaar, dat men zou gaan ver onderstellen, dat ik eén ruim gebruik van de „huwelijks-annonces" in de hand wil werken. Dit is natuurlijk allerminst het geval. 'k Heb betoogd, dat in sommige ge vallen, als door mij geschetst, een derge lijk hulpmiddel niet te veroordeelen is als iets immoreels. In één opzicht echter schijnt m'n bedoe ling niet duidelijk weergegeven te zijn. Wanneer er staat, dat het DE weg niet is, wordt daarmede niet bedoeld, dat er in ieder geval 'n luchtje aan is, om 't zoo eens alledaags uittedrukken, maar dat. hij) die weg n.l. ais middel om manl en vrouw samen te brengen slechts bijl hooge uitzondering bewandeld mag wor den. We zijn 't roerend eens met elkander, als er staat, dat God middelen gebruikt om man en vrouw tot elkander te bren gen. Het gaat dus bij ons ten slotte om de waarde van het. bovenbedoelde middel. En dan meen 'ik 'in genie-ede, dat men niet mag spreken van een loterijspel" met „als inzet" de adveriontiekosten. Ook kan ik niet aannemen, dat „uit sluitend overwegingen van stoffelijken aard" den doorslag zullen geven. In het in m'n vorigen brief gestelde geval kan heel goed sprake zijn van een huwelijk uit liefde en ook - 't Langt er maar van af of 't Christenen geldt van een huwelijksleven naar Gods ordinantiën. 'tZij natuurlijk verre van mij, dat ik gepleit zou hebben vo>or een uitsluitend schriftelijke kennismaking met als direct! gevolg een huwelijk1. Dat zou inderdaad iets van een gewone overeenkomst 'heb ben. Al geef ik dus toe, dat in onze- krin gen bij voorkeur niet van de advertentie- rubriek moet worden gebruik gemaakt, Zoolang niet overtuigender bewezen, is, dat er iets immoreels in ligt, persisteer ik bij de conclusie in m'n vorigen brief. Doch laat ik aan m'n lijstje met onder werpen denken. Er staan nog op: Onderwijs, Kiesrecht, Maatregelen tegen Huuropdrijving, tram mende raadsleden, slechte wegen, pre sidentsverkiezing in de Ver. Staten, dienst- bodenvraagstuk, en nog vele andere. Het laatste raakt ook 'ten nauwste het gezinsleven. Daarom mag ik hier wel een en ander meded-eelen omtrent de enquête door „De Groene Amsterdammer" ingesteld, met be trekking tot bedoelde kwestie. De dienstboden schijnen heel wat no ten op haar zang te hebben en als ik zoo haar eischen nalees, dan geloof ik, dat het vraagstuk nog lang niet opge lost is. Hoort maar. „Behandel het meisje in eten en drin ken als gelijke. Wat uzelf eet, is niet te goed voor haar en breek met de vernederende ge woonte een bord eten van binnen te geven. Schaf den naam dienstbode of meid af en vervang deze door een beter klin kende bijv.huisjuffrouw. Géén uniform meer. Niet alle vuile werk, wat ieder per soonlijk behoort te doen bijv. het schoon maken van eigen waschtafel, voor- het meisje laten staan. Betere regeling van den werktijd. Mid den op den dag, evenals ieder die werkt, iy2 uur vrij om zichzelf te zijn, te gaan; 'wandelen of eigen werk te doen. Vooral 's zomers werkt het voortdurend dag in dag uit thuiszitten zeer drukkend. 's Avonds na 7 uur vrij om te gaan of te blijven, maar dan niet in de etenslucht van de keuken. Ze moet kunnen zitten in een behoorlijk kamertje geen zolderkamer tje, dat 's zoimers te warm en 's win ters te koud is waar gelegenheid is ota een zuster of vriendin te ontvangen. 's Zondags vrij. Meer geld, geen fooien". Is het wonder, dat menige huisvrouw het zonder dienstbode wil probteeren? Toch zijn er wel billijke verlangens onder, KEES VAN DER MEER. 1-/1 Or. Beunser. Politicus geeft in „De Oprechte Haar lemmer Courant" deze schets van Dr. Beumier, den wakkeren afgevaardigde voor Kampen Voor het district Kampen is in 1913 tot volksvertegenwoordiger gekozen een, nuan, die onmiddellijk zeer sterk de aandacht tot zich trok. Niet in het allereerste begin van zijn loopbaan, als Tweede Kamer-lid door het schitte rende van zijn gaven, door zijn bijzon dere eloquentie. Ilij was „uitmiddelpun tig", de doctor in de staatswetenschap en lid der anti-revolutionaire partij, do heer Beumer. t Hij begon met de aandacht te ves tigen van het Lagerhuis op het feit, dat in den aanhef van onze wetten, in de formule; waarmee liet Hoofd van den Staat den volké kond doet, dat - den Raad van State gehoord en met ge meen overleg van de Staten-Generaal zekere maatregel is getroffen, zekere wet is tot stand gekomen wordt ge zegd „Aan allen, die deze zulten zien of hooren lezen, salut" wordt gewenscht. Over dit „salut" hield Dr. Beniner in de Tweede Ranter der Staten-Generaal zijn maiden-speech. Moest dat woord met één u worden geschreven dan wel met twee u's? Ik'verstout mij hier geenszins tol een .grapje. Over- deze vraag ging het werkelijk in ©en. dier allereerste redevoeringen van, Dr. Beumietr in het Parlement ten ik geloof in vollen ernst, dat het de al lereerste pms van dezen afgevaardigde. Men mag aannemen, dat de heer Beumier voordat hij in den kring der leden van ons Lagerhuis werd op genomen wel 'eenige ervaring, notie, van de Kamer had opgedaan. Hij zal 'scherpzinnig ontwikkeld mian als hij is toch wel heit een ein ander gesnapt, hebben van wat men de at mosfeer der Kamer zou kunnen noemen; begrepen hebben, dat iemand over zulk, onbenullig onderwerp zijn maiden-speechi houdend, aan het gevaar zich blootstelt van zich belachelijk te maken zonden- dat er kans op redding van; zijn figuur bestaat. Waarom deed de 'heer Beumer dan aldus. Het is niet gemakkelijk een antwoord op die vraag te vinden. Misschien dooi' zeker gevoel van on afhankelijkheid, dat zich los weet .te malcen van de vraag, wat „men", wat de collega's, wat ieder ter wereld van u zegt terwijl enkel en alleen de vraag, wat gij te zeggen, aan te merken, rtoodig acht, voor u den doorslag geeft? Daarna heeft Dr. Beumer bij verschil lende ontwerpen het woord gevoerd en zal hij bijl de Kamer wél den indruk heb ben gevestigd, dait de afgevaardigde voor Kampen iemand is van scherpzinniger» geest, van rijke kennis. Een- aangename, aantrekkelijke figuur is Dr. Beumer allerminst. De tamelijke kleine man van schrale gestalte met het smalle, bleeke gelaat, de sombere koolzwarte oogen en den git zwarten knevel, die daar staat te spre ken met harde, snerpende keelstem hij is uitdagend, prikkelend. Hij is een militante en tot den strijd noodende fi guur. Er is ongetwijfeld iets tergends, iets agafants in de .wijze, waarop Dr. 6eu- meil bijvoorbeeld de sociaal-democratische) collega's tegemoet treedt. Er is iets.Van het zwaaien met) de roode lap; door den toreador, dat den stier wild maakt in de strijdmethode van dezen hartstochte lijken politicus. Hij staat geheel op zich zelf Dr. Beumer. Ik herinner mij niet zijn gelijke ooit in de anti-revolutionaire gelederen te hebben ontmoet. De heer Rutgeite is |p°k strijdlustig en steeds tot de tanden gewapend, maar hij reageert slechts na een aanval. De heer Beumer houdt er van het offensief te riemen. En hij bemantelt, de argumenten welke hij kiest, geenszins onder hoffe lijk© en half-ontWijkend© termen. Inte gendeel Hij gaat onmiddellijk „in medias res" Men leze zijn rede over het vrouwen kiesrecht, bij de aanhangige ontwerpen tot, Grondwéfs-herziening pais: gehouden. Bij den heer Beumer nooit ofte nimmer sprake vani het zoeken naar een uitwegje 0111 te pogen, de verontwaardiging van den tegenstander te temperen. Neen! Het regelrecht den strijd ingaan, het wer pen met hartstochtelijk-driftige vuist, van den handschoen in de arena het is hem lust. en leven. Nu 'en dart antwoordt hij op eein inter- r'upitiel ©n dan komen de woorden er dub bel knarsend bij hem uit>; ale genietend van de gevoelens, die hij bij den poli tieleen tegenstander, tien vijand oplwekt. Wanneer de interrüptiën hem; Beumer, da moeite van het repliceeren niet waard zijn dan vervolgt hij zijn rede met ijzeren zelfbedwang, onaandoenlijk, uiterlijk on bewogen. Welke rol deze vertegenwoordiger nog eenmaal in ons politieke leven zal spe len, is nqg niet uit te maken. De red© van Dr. Beumer ter bestrijding van het vrouwenkiesrecht maakte ongetwijfeld uit drukMen weet, dat hier aan het woord was een wetenschappelijk man, harts tochtelijk aangelegd, die voor zijn opinie uitkomt met de vurige oprechtheid, welke ook den tegenstander, het verst van hem staande in levensbeschouwing aangenaaml moet treffen. Dr. Beumer is een politieke figuur in dien zin, dajfj hij met de passie, waardoor gansch zijn verschijning zich kenmerldj, opkomt voor de beginselen, lrem lief. Die passie maakt liem soms uitmiddelpuntig, gelijk reeds opgemerkt.. Maar het eerlijke, bet oprechte van zijn optreden wekt eer bied. En'wattneed in het politieke gedoe zulk een verschijnt, dan kan men wel zeker zijn beduidt, hij meer dan een van de vele „étoiles, qui filent et dis- piaraisisent", aan den politieken hemel i—■■■ll'M—B— Beknopt overzicht van den toestand. Is Hughes wel gekozen tot president van de Vereenigde Staten van Noard- Amerika Waarom wij deze vraag stellen? Wel, omdat Reuter na de pertinenilej mededeeling van gisterochtend twijfel gaaf zaaien. Terwijl, zooi wordt nu uit New-York gemeld, eergisteravond de verkiezing ran Hughes zoo' definitief scheen, dat zij zelfs erkend werd door de bladen van Wilson, blijkt uit de laatst ingekomen verkiezings- cijfers uit het verre Westen en andere staten, dat de uitslag nog eenigszins twij felachtig is. Beide partijen eischen rooi' zich de overwinning op. En de voorzitter van de nationale de mocratische partij telegrafeerde aan 'de partij-voorzitters van de staten of distric ten 1 „Wilson is herkozen. Gij moet persoon lijk toezien, dat de stembussen bewaakt worden. Onze tegenstanders zijn wanhoi- Pig" Het is te begrijpen, dat dezie twijfel groote spanning veroorzaakt in de kiezera- legers van de Ver. Staten. In gewone omstandigheden zelfs ken merkt de presidentsverkiezing zich door groote hartstochtelijkheid, thans dus Zoo veel te meer. Maar stel, dat Hughes toch de meeste stemmen op zich vereenigd heeft, dan 'is hij feitelijk nog niet tot president ge kozen. De eigenlijke verkiezing is nog meti afgeloopen. 1 1 Men moet weten, dat eergisteren hét zlg. „Electoral College", het kiescollege, werdi saamgesteld, dat op den eersten Woens dag van December de eigenlijke stem ming verricht. Deze „kiesmannen" bren gen dan n.l. in de hoofdstad van den; Staat, waartoe zij behooren (de V. S. bestaan uit een klein© vijftig Staten) ieder één stem uit voor den president en den vice-president. De resultaten de zer stemming worden aan 't Congres ge zonden en daar op den tweeden Woens dag van Februari geverifieerd, waarop de benoemden begiu Maart hun functie aanvaarden. Uit het voorgaande volgt, dat alles er van afhangt, hoe het „Electoral College" is saamgesteld, dat door de kiezers rechtstreeks wordt gekozen. In «le Vereenigde Staten bestaat het algep meen kiesrecht, terwijl in verschil lende Staten otok de vrouwen meestem men. Ongeveer vijftien millioen persire nen waren bevoegd aan de stemming deel te nemen. Het aantal leden vair het kiescollege bedraagt 531, zoodat de absolute meerderheid 266 stemmen hé- draagt. Volgens een becijfering van dr. Ludwig Darmstadter in de „Köln. Volksztg." kon Hughes op minstens 331 stemmen rekenen. We zullen weldra vernemen of hij dit aantal bereikt heeft. Laat ons voorloopig aannemen, dat hij het pleit gewonnen heeft en enkele pers<- stemmen overnemen, welke in deze ver onderstelling geuit zijn. Het Centrum schrijft „Ditmaal stond de stembus-actie voorat in het teeken van den wereldoorlog, waar door zij een Zeer bizondere beteekenis! verkreeg. In verband daarmee oefende ook de economische politiek en het vraag stuk der inkomende rechten een groot- ten invloed uit.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1916 | | pagina 1