Donderdag 17 Augustus HISS *$Oe «laargang
Ao.
Bureau te Middelburg:
MIMA F. P. DHUIJ - L BUR3.
Toch komen m in een blaadje „Vak
kundige Burgemeesters" van bo-venge-
noemden Bond, welk blaadje wij heden
ontvingen, nog wel enkele opmerkin
gen voor, die de verspreiding waard zijn.
Uit de Pers.
De Groote Oeriogg.
i
Uitgave vaa
2 SaamL Vena. LUCTOR ET EMÜKGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
\4iGE VOSSTSTRAAT 219.
Drukkers:
wtMbaan Lè Cointro Goes,
Mnbilisfitis en'bevoikinp.
Behalve dc vele offers iu den vorm
van g«M en anderszins, welke de mobili
satie *u reeds over de twee jaren van
ons Jand heeft geëischt, blijkt deze ook
#p den loop der bevolking van een niet
onbrti&Hgrijken en storenden invloed te
zijn geweest.
De cijfers der statistiek zijn daarom
trent ran een afdoende welsprekendheid.
In het begin van April 1915 openbaarde
zich de invloed der mobilisatie met een
plotseling intredende scherpe daling der
göboorle-cijüers.
De teruggang is sindsdien getemperd,
maar do cijfers blijven toch nog aanzien
lijk beneden die, welke de Statistiek van
vóór den oorlogstoestand aangeeft.
De oorzaak is tweeërlei: le. dat zoo
veel gehuwden aan hun gezin werden
onttrokken en onder de wapenen go-
bracht; 2e. dat het aantal huwelijken,
in de» eersten tijd vooral, aanmerkelijk
afnam.
Terwijl in de jaren 190913 het aantal
huwelijken per 1000 zielen steeg van 7.11
tot 7.83, bedroeg het in 1914 slechts 0.78
en 6.00 in 1915.
Sommige maanden bedraagt het ver
schil tusschen dit jaar en het vorige
bijna twee procent.
deze vermindering der geboorte
cijfers, voegde zich een. zij 'tdan vrij
geringe, toename der sterfte-cijfers.
Ken toename, die waarschijnlijk wel zal
zijn toe te schrijven aan de voor velen
moeilijke tijdsomstandigheden en een min
der goede verzorging der kleine kinde
ren.
Zoo betaalt (aldus 11 el: Centrum,
aan welk blad wij dit artikel ontleenen)
de Nederkindsche natie dus mede haar
cijns aan den gruwzamen oorlog, die in
de strijd voerende la nden zulke vreose-
lijke verwoestingen aanricht.
ff
Vakkundige Burgemeesters.
Wj aoodigon onze lezers uit het Pers
overzicht eens nauwkeurig te lezen. Het
bevat een a.rtikel van Uitkijk inFriesch
Dagblad, een artikel (lat al heel oud
is, en toch nog splinternieuw. Want. het
geen waartegen hij met zijn leuke ge
zicht ol pen opkomt is een kwaad dat al
onder alle ministers, van 1848 af, is
voorgekomen, te weten de benoeming van
voor hun taak niet berekende burgemees
ters. Ook Zeeland heeft er van dit soort
gehad, en misschien nog wel. En niet al
leen hebben wij onvakkundige burgemees
ters gekend, maar ook minderwaardige
drinkebroers, schuldcnmakers, oogendie-
naars, verwaarloozers van de gemeente
belangen. Zoo ver onze herinnering strekt,
zijn die er geweest, dank zij de kuiperijen
van Kamerleden en andere geïnteresseer
den bij de v rie nd j es bevoordeeling die in
den regel de oorzaak is van dergelijke
ongepermitteerde benoemingen. Wij her
inneren ons toen ruim veertig jaren ge
leden het Tweede-Kamerlid Van Kerkwijk
zijn burgomeestersvoorstel (beneeming
voortaan van burgemeesters uit de inge
zetenen) verdedigde een wetsvoorstel
dat ongeveer al de stemmen van Rechts
verkreeg, en slechts twee van links, en
dienvolgens met groote meerderheid ver
worpen werd de voorsteller verschei
dene curieus© staaltjes van (liberale-)
partijbenoemingen releveerde; o.a. ge
waagde van een burgemeester in een
ons bekende gemeente in Zeel-and, die
wegens herhaalde gevallen vaii dronken
schap ontslagen was, toch kort daarop
weer in een andere plaats tot burgemees
ter benoemd werd.
Nu wordt, dit kwaad: de benoeming
van niet-vakkundige of minderwaardige
burgemeesters door een benoeming uit de
ingezetenen, niet geheel ondervangen. Men
weert er wel de minderwaardige mee;
maar niet de on(vak)kundigen. Toch zou
men het stelsel kunnen invoeren, waar
aan o.a. minister Heemskerk zich nogal
hield: liefst een ingezetene, alleen in
uiterste gevallen een vreemdeling.
Dat een man met zoo scherpen blik
als de Uitkijk-schrijver in Friesch
Dagblad de zaak ter sprake bracht,
is ie begrijpen. Allicht luistert men nog
meer naar hem, dan naar den Ned. Bond
van Gemeente-ambtenaren, omdat men al
licht denken zou dat deze Bond de be
noeming van burgemeesters bij voorkeur
uit de gemeente-ambtenaren voorstaat.
Hiermee zouden wij het ook niet heele-
maal eens zijn. Rijksambtenaren die mi
nister werden, hebben van ouds als mi
nister teleurgesteld, in gelijke mate als
zij als administrateur in hunne betrekking
van ambtenaar meevielen.
Men kan ook als gemeente-ambtenaar
uitmunten door administratief beleid, en
loch voor de taak van burgemeester da
geschiktheid missen. Een knap administra
teur is niet altijd een krachtig gouver
neur. Adininistreeren behoort een burge
meester een weinig te kunnen, maar gou-
verneeren is nog beter, en 't allerbest
iis .natuurlijk 'dat hij van beide flink ver
stand heeft.
Het blaadje wijst er op; dat gebleken
is in vele gemeenten, Idat die burgemeesters
niet meewerkten aan de uitvoering van
de door de Regoering genomen maat
regelen in het belang der volksvoeding.
De conclusie, dat de „regeeringen"
schuldig staan, d'ie dergelijke burgemees
ters benoemen, beamen wijf niet. Maai
wel -onderschrijven wij de volgende op
merkingen
„In de eerste plaats, did men nu wel
eens kon ophouden met het burgemeester
schap der kleinere gemeente te beschou
wen. als een eerebaantje, waarvoor vak
kennis,. nocl^ vooropleiding, noch studio
noodig zijn. In die 'tweede plaats, dat be
paalde maatregelen noodig zijn waardoor
men ook Voor (die kleinere gemeenten als
regel over bekwame voor hun taak be
rekende burgemeesters de beschikking
krijgt".
Maar nu de maatregelen welke het
blaadje aanbeveelt. De voornaamste zijn:
le. het vereenigen der betrekkingen
van burgemeester ca secretaris in do
kleinere gemeenten, omdat alleen daar
door behoorlijke bezoldiging mogelijk
wordt;
2e. het stellen Van wettelijke eiseh©n
van bekwaamheid voor deze betrekkin
gen, juist voor die kleinere gemeenten:
3e. het opruimen van een groot aantal
miniatuur-gemeenten
Met Iptualt 1 'zijn wij het vo o r w a a r d e-
1 'ij k, met punt 2 h e e 1 e m a a 1, en mei
punt 3 in 't geheel niet eens.
Hieromtrent later.
'i Kan raar gaan in de wereld.
Toen ik jaren geleden, op de „Nor"
me trachtte te bekwamen voor het eer
zame ambt van „onderwijzer der jeugd"
en er gelijk al m'n lotgenooten do
twee-en-vijftig zinnensoorten van T e r-
wey, het ingewikkelde bergstelsel van
midden-Europa, de interessant© eigen
schappen der evenredigheden, den „at
las", den „draaier", 't „aambeeld", be
nevens vele andere botjes van 't menschel-
lijk lichaam „glad van buiten kende"
toen hadden we daar ook als collega
Janus T o p s t.
Welke voorvader 'm aan dien won
derlijken naam geholpen had, heb ik nooit
kunnen uitvisschen, maar 'twas op zich
zelf al 'n komisch gehoor als de leeraai
'n vraag stelde en dan vroeg: „Wat denk
je daarvan, Topst?" waarbij hef
laatste „st" als een onbedoelde verma
ning werkte tot de gansche „kluit", om
toch vooral het antwoord van Janus
op de gestelde vraag niet te verliezen.
Arme Topst! Hij had 'n zuur leven,
Want studeeren kon-ie eenvoudig niet.
Streng logisch denken was 'm een mar
teling, een kwelling des geestes en des
vleesches, waarbij hij zich wanhopig in
de strikken zijner eigen redeneeringen ver
warde, tot-ie met groote schrik oogen. rond
keek: vast, aan alle kanten I
Daarbij was zijn geheugen zéér middel
matig en stond zijn ijver'even boven nul.
Hij had bij zijn vader in de lapjeszaak
moeten gaan, zeiden wij.... aan-'teind
van de 3e klas, zat hij b.v. altijd te harre
warren met 'n prisma en 'n pyramide en
kón maar niet onthouden, of „dat ding
met 'n punt" nu 'teen of het ander
was.
Eén gave, jal bezat hij:
Hij kon praten als Brugm a 11
Hij was, buiten de les, een allergezellig-
ste babbelaar en vaak 't middelpunt van
de heele „keet" en, als er een „bak" moest
uitgehaald, gewoon onbetaalbaar.
De leeraars hadden echter gauw in
de gaten, dat er achter zijn spreekgave
geen fonds van kennis en studie school
en toonden hem met de „stomme cijfers"
op zijn rapport, dat zij niet van gistel'
waren en schijn van wezen wisten te
onderscheiden.
Wij, discipelen, echter hadden vooi
hem, dien we overigens best lijden moch
ten, nog een flauwe hoop dat-ie 't met
„kletsen op t examen er doorsleepen
zou. Als dat hem gelukte, dan ver
zekerde hij ons maakte hij van z'n
Versluys en Vian der Stadt en
Terwey en Korenen en wat beroemd
heden er meer mochten zijn een vroo-
lijke-n brandstapel en zou zich nooit hef
hoofd meer met één ©enige som kwellen.
„De hoofdacte, .1 anusplaagden we
hem dan.
Moest men z'n gezicht zien! Of ie
onverdunde kina slikte!
„Als ik m'n iacte krijg, jongens! dan
vrij ik naar de rijkste boerendochter, vijf
uien in den omtreken ik laat jul
li© ploeteren voor al de actes, die er te
halen zijn!
„Materialisme, J anus!" zei er een,
half in scherts, hall in ernst. Maar J a-
n ii s hield koppig volAls-ie bet met
z'n hoofdacte niet kon klaren, dan moest-
ie zien, 'dat hij 'tmet 'n trouwacte deed,
Hij kreeg z'n hulpacte niet.
'Toen-ie na vijf jaren lang de „Nor"
te hebben afgeloapen, met 't begin van
een zwarten knevel op de bovenlip, die
óns jaloersch maakte, zónder „.toestem
ming" waagde „op te gaan", zakte
hij „als oen baksteen".
Glorieus, summa cum laude!
Nog jaren later deden op die „Nor"
verhalen de rondte van de bokken-in-
soorten, die Topst op zijn jacht naai
de hulpacte in de provinciale hoofdstad
geschoten had. Z'n laatste vak was „na
tuurkunde". ft Stond 'toen trouwens al
vast, dat ie kelderde. Hij moest Tiaar een
beschrijving met "schetsieekening gevel»
vair cfe brandspuit en praaSe afs gewoon
lijk, honderd uit. De examinator vroeg
maar droogweg: En dan? En verder?
tot Janus, ook als gewoon
lijk, vast zat als hi muur, waarop da
ondervrager minzaam z'n potlood dooi
de teekening haalde: „En dan.... vliegt
je heele brandspuit uit elkaar, n kun!
wel gaan!"
't Gekste was, dat-ie thuis, bij ons, vol
hield, dat zijn spuit onberispelijk was
op dat eene kleine klepje na, dat-ie in
't laatst niet wist te plaatsen en waar
voor hij z'n onvoldoende kreeg.
Gelukkig w-aren de leeraren toen wijzer
dan hij en beduid'den zijn valer, dat
deze J a n u s maar niet moest terugzen
den en -alsnog probeeren moest een an
dere toekomst voor hem te zoeken.
Ja, het kan raar gaan
Mijn vriend Kees v. d. Stoppej,
een kraan, die nu al Z jaren drie taai-
akten, middelbaar boekhouden en lager
wiskunde heeft, kwam er denzelfden dag
dat Janus straalde, met de hoogste cij
fers dóór.
Kees is nu „hoofd" in een vrij aan
zienlijke provinciestad, beeft een schraal
traktement en moet met privaatlessen do
schuit .wat boven water houden.
Kees nu kreeg onlangs schoolbezoek
van zijn 'burgemeester: deftig heer met
gouden lorgnet, prachtig vest, een éch
ten diamant in de dasspeld en aanko
mend buikjeZijn edelachtbare J a-
trus Tops tl
Die woont er in een: dubbel heerenhuis
aan de Markt, behoort tot de notabelheid
iler stad en der provincie, stalt een auto,
zit in de Provinciale Staten en het zeg
gen is, dat er in sommige kringen steno
ming voor hem gemaakt wordt, als do
Kamerzetel in zijn district vacant komt.
Verscheidene jaren lang had ik, zooals
dat gaat. T o p s; t vergeten.
Het ©enige wat ik van beun- wist was
dat hij 't vertikte om, na zooveel jaren
de melk der wetenschap gedronken te
hebben, met de droge stalen van zijn
vader den boer op te gaan, hoewel
daar een goed stuk brood mee te ver
dienen viel.
Zoo kwam hij op secretarie.
Zou zich voor de gemieenle-administi a
tie bekwamen en dan zien, wat het
werd.
Toch zijn er ook in deze carrière
weinigen, die het beloofde Hand van een
vetten burgemeesterspost weten te be
reiken en de groote vraag voor mij was,
hoe het Topst nu juist gelukt moe lit
zijn, een dier weinigen te worden.
Het raadsel js me opgelost.
Diat heeft de politiek gedaan
'kMoet tot 'smans rechtvaardiging
zeggen, dat hij al vroieg in dat vak
geliefhebberd heeft, zoodat hij eenvoudig
zijn neiging volgde, toen hij Zich, na
zijn zwanenzang op de „Nor", steeds
mieer met de politiek van den dag ging
bezighouden, maar dezelfde „schrander
heid die hem vroeger het droombeeld
van een gouden boerendochter had voor
gespiegeld, deed hemi .nu begrijpen, dal
hij en ida politiek elkander mooi konden
helpen.
Als beginneling op secretarie hield bij
zich stiekum, maai' schreef onder een
geheimzinnigen schuilnaam in een paar
politieke kraaitjes!, woonde alle politieke
vergaderingen bij; correspondeerde met
politieke beroemdheden, zei hun com
plimentjes, vroeg hun eerbiedig raad,
kreeg zoo ©en bescheiden plaatsje in de
politieke renbaan en moedigde er 'met
luid handgeklap id© mannen 'zijher keuze
aal».
Dat hielp hem aan z'n eerste succes.
Want door bemiddeling van één hun
ner kreeg hij 'n plaats als tweede klerk
ter secretarie in 'n uitgebreide platte
landsgemeente, ad. £500 'sjaars.
Toen trad hij ook publiek op.
Werd al gauw secretaris van do auti-
revol. kiesverceniginghield er ftilezing;
weid eerst collectant, laler diaken in
de Hervormde Kerk; ging rond voor de
Unie-collecte; studeerde ook ijverig in
de politiek van den dag en werd na
'n jaar of drie „eerste" op f900.
Topst was 'n voorzichtig man.
Hij was antirevolutionair in de po
litiek, hervormd op kerkelijk gebied en
zwaar-ethisch wat zijn opvatting van do
waarheid betrof; was nooit scherp, kon
in 't burgerlijk leven ook met de „tegen
partij" goed opschieten en schreef' 'n
brochure tegen de socialisten. En dat
alles, 'zoowel 't een als 't ander, uit volle
overtuiging. Met het voor hem gunstige
gevolg, dat hij overal „vrienden" kreeg,
behalve onder de „rooden."
Toen kwam- een spannende verkiezing,
waarbij T o p s t hard werkte en zoo
den zetel wist te redden van den aca
demievriend van een der ministers.
Janus had nu z'n „kruiwagen."
En weldra werd hij op een kleine
plaats tot burgemeester benoemd
Onbekwaam? Allerminst: daar worden
er honderden benoemd, die er heel wal
minder van welen dan hij! Alleenlijk,
de politiek had nu eenmaal He aan
dacht op hem gevestigd.
Hij heeft nu z'n derde plaats.
Trouwde op de tweede met de eenige
dochter van. -een rijkgeworden steenla-
brikant, kwam als commissaris in ver
schillende vennootschappen, stak wat
geld van z'n vrouw - in Indische
ondernemingen, die bést gaan, heeft
honderd connecties in de politieke krin
gen, werd een man van aanzien, geëerd
en geacht, die m'n vriend Kees jo
viaal met 'n „Bonjour!" groet, als-ie
'mi tegenhoudJa, 'tkan raar gaan!
M'n laatste bericht is, dat Topst óók
sollicitaeren wil als schoolopziener en
zich o.a. daarop beroept, dat-ie „van
huis uit en van d'r jeugd af" connec
ties met bet onderwijs heeft gehad
Maar dat, hoop ik, val Ie hem nu eens
uit de gisArme examinandi, die
bij hèrn de brandspuit moeten uitloggen!
(„Friesch Dagblad.")
Zeppelins als oorlogswerktuigen.
Een medewerker aan de „Daily Ex
press" bespreekt de vele moeilijkheden,
die de Zeppelins bij het verrichten hunner
oorlogswerkaaamheid te overwinnen heb
ben.
Er is geen modern oorlogswerktuig zoo
onhandelbaar, en dat aan zoovele gevaren
blootstaat als de Zeppelin. Het is bekend,
dat reeds verschillenden aan stukken ge-
stooten zijn doordien zij met de daken
en spanten hunner loodsen in aanraking
zijn gekomen, wanneer zij door de sol
daten daaruit gehaald weiden om een
vlucht te beginnen.
Ook zijn er een aantal verongelukt bij
gelegenheden waarbij de bestuurders het
vaartuig, dat reeds door storm of kanon
vuur beschadigd was, haastig in veilig
heid zochten te brengen. Een aluminium-
geraamte van honderd meter lengte, een
millioen kubieke voet gas en een stel
krachtige motoren kunnen door een stoot
tegen een eenvo-udigen eik tot een hoopje
puin worden.
In iedere Zeppelinhal in Duitschland
vindt men een aantal werktuigkundigen
kunstenaars in de behandeling van
lichte en weeke metalen, specialiteiten
in olie-motoren, deskundigen op het ge
bied der gasfabricage de beste en
kundigste lieden in hun vak, die hier
in oorlogstijd den tak van dienst in gang
houden welke zoozeer tot de verbeelding
van het publiek spreekt. 'Bovendien is
er in die hallen een enorme voorraad
onderdeden, die dikwijls duchtig moet
aangesproken worden na een nachtelijk
bezoek aan Engeland.
De luchtschepen zien er als zij van
eeu lange peis terugkeeren treurig uit.
Bij de constructie wordt alles opgeofferd
aan de lichtheid. Ofschoon het geraamte
stijf heet te zijn, is 'het inderdaad zeer
breekbaar en vindt men er geen vaste
kiel in, waarop stuur en motoren werken.
Negentig ton aluminium lijkt wel een
geweldige en soliede massa, maar daar
uit deze hoeveelheid metaal een zoo groot
geraamte gevormd moet worden, is de
weerstand op ieder onderdeel niet bijzon
der groot. De huid waarmede de ballonets
van buiten bekleed worden, kan zeker
niet erg krachtig zijn, al bestaat ze ook
uit groote platen. En toch heeft dit stre
ven naar lichtheid uog niet zoo gunstig
VERSCHIJNT ELKEM WEKKOACfc,
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post1.3$
Losse nummersi.ött
Prijs der Arivertentiën
15 regels /"0.50, iedere regel meer li at.
3-maal plaatsing wordt 2-iuaal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden,
Familieberichten van 110 regels fl.
iedere regel meer 10 ct.
resultaat opgeleverd of een sneeuwston*
drukt het beste luchtschip dat tot dusverre
is gebouwd, neder.
Het komt. in den oorlog dikwijls voor,
dat Zeppelins in hunne loodsen terugkee
ren met losgewerkte klinkbouten, en met
bollonets die schots en scheef uit he#
geraamte steken.
De vier motoren, die ieder tweehonderd
P.K. leveren zijn een voortdurende bro*
van gevaar. De wind wil het vaartuig
dikwijls in eene andere richting drjjvew
dan waarin de motoren het willen stuw*
en dan wordt het geraamte heen ear weev
gewrongen en tenslotte moet de bestuur
der het vaartuig naar eigen verkiezing
laten drijven tot de wind minder krach
tig wordt.
0e strijd in de wolken.
Lord Norlhcliflie seint den tóen Aog.
van het Cadoma-frent aan de „Timie*S"
Ik schrijf dit bij schitterenden zonne
schijn en verscheiden graden vorst. Over
liet geheel genomen weet men niet, dal
het Italiaansche front een lengte hoeft
van bijna 500 mijlen. In de dorre,
steenachtige wildernis van het Karet-
gel) i«l is dorst -de voornaamste vijand
van den soldaat, aan .het Cadorna-front
daarentegen is het. de koude- Sprekend
over den strijd, zeide de Koning va»
llalië; „Stel u voor dat mijn manneg
die 9000 voet boven den beganen grond,
dus in de wolken zijn, nu reeds zeven
maanden in de sneeuw zitten, en wel
zóó dicht bij de Oostenrijkers, dat onze
mannen op sommige punten door d«
observatiegaten de oogen der vijandelijk!»
soldaten kunnen zien. Stel u de bezwa
ren voor, die aan een dergelijk leven,
met zijn voortdurend schieten uit ver
borgen plaatsen en zijn voortdurend
bommen gooien, verbonden zijn
Het beeld, dat. de Koning van dit
gedeelte van het strijdtooncel ophing,
vormde zulk een sterk contrast met het
geen ik rond Götz had gezien, dat ik
Cadorna verlof vroeg het gevecht in de
wolken te mogen volgen. Hier gaat
het voedsel voor de mannen en het
voedsel voor de kanonnen eerst langs
duizelingwekkende zigzagwegen, die de
Italianen speciaal voor krijgsdoeleinden
aangelegd hebben. Als 'men langs deze
paden zoo hoog mogelijk gek lom men is,
komt er een heele serie draad wegen,
zooals de Italiaansche soldaat znoemt.
Staalkabels, die „van heuvel tot heuvel
en van hoogte tot hoogte geslingerd
worden, overspannen gapende afgrondt*
en gaan bijna vertikaal de wolken in.
Langs deze kabels gaat zoowel het voed
sel voor de kanomen als het 'hout vooe
do hutten en het materiaal voor de
Verschansingen. De gewonden gaan et
langs naar heneden. Nog verschrikkelij
ker dan 'de sneeuwstormen zijn hier de
lawines. Ras onlangs kwamen van. oauler
de gesmolten Sneeuw bevroren lijken
te voorschijn. Ongeveer een jaar gele
den werd in deze streeknamelijk ee»
ge-heel plateau onder de sneeuvr be
dolven. - jjj
Een verwaand slot.
De Fransehe schrijver Leroy Relaulie»
besluit een opschepperig overzicht va*
den toestand zooals die zich bij, do Ge
allieerden voordoet, in een Fransch blad,
aldus
De superioriteit der manschappen is
nu overgegaan na,ar onzie zijde. De En
tente, die tropische koloniën niet mee
gerekend, tellen meer dan 300 millioea».
menschen, die centrale landen niet meer
dan 150 millioen. Engeland hleeft de*
militairen dienstplicht ingevoerd, en ka*
rrekenien op! 5.000.000 soldaten, bijloa al
len bebb|en zij dén bestem leeftijd tus
schen de twintig ten. vijf en. dertig jaar.
Het grootste deel dezer troepen zal i«
den strijd igeVolerd worden, waaneer bij
de Centrallen de beste- krachten zullen
zijn verbruikt. En Rusland roept zijn soi.
'daten op uit zijn enorm© bevolking van
170 millioen zielen. De strijdmacht der
Entente is op1 dit oogeinblik half zoo
groot als die der Oemtralen, en met den
tijd zullen zij nog tot het dubblele stjj-
gen.
Wat ons materiaal betreft, we heb
ben te Veel gerekend op ons prachtig
kanon van. 75; onze overige munitie was
niet in overeenstemming met de behoef
ten van elan zoo geweldigen oorlog. On
ze Geallileeiden, ten minste de Engetli-
schen en idlei Russen, evenmin; de Italia
nen betrekkelijk beter. Maar inu wordt
er overal in Engeland', in 'Rusland, ia
Frankrijk, Canada, de Vepeenigde Staten,
in Japan, gewerkt om' de Entente Van het
noodige materiaal te voorzien. Wij staa».
nu gelijk met onzie vijanden en zullen
ze weldra ovlerffieffen.
Zoo zijh Ide Voordelelen aan onze zijde,
en zij Kullen |dit hoe langer hoe smeer zijfe.
De gang van den oorlog is geheet ek