Donderdag 17 Augustus HISS *$Oe «laargang Ao. Bureau te Middelburg: MIMA F. P. DHUIJ - L BUR3. Toch komen m in een blaadje „Vak kundige Burgemeesters" van bo-venge- noemden Bond, welk blaadje wij heden ontvingen, nog wel enkele opmerkin gen voor, die de verspreiding waard zijn. Uit de Pers. De Groote Oeriogg. i Uitgave vaa 2 SaamL Vena. LUCTOR ET EMÜKGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: \4iGE VOSSTSTRAAT 219. Drukkers: wtMbaan Lè Cointro Goes, Mnbilisfitis en'bevoikinp. Behalve dc vele offers iu den vorm van g«M en anderszins, welke de mobili satie *u reeds over de twee jaren van ons Jand heeft geëischt, blijkt deze ook #p den loop der bevolking van een niet onbrti&Hgrijken en storenden invloed te zijn geweest. De cijfers der statistiek zijn daarom trent ran een afdoende welsprekendheid. In het begin van April 1915 openbaarde zich de invloed der mobilisatie met een plotseling intredende scherpe daling der göboorle-cijüers. De teruggang is sindsdien getemperd, maar do cijfers blijven toch nog aanzien lijk beneden die, welke de Statistiek van vóór den oorlogstoestand aangeeft. De oorzaak is tweeërlei: le. dat zoo veel gehuwden aan hun gezin werden onttrokken en onder de wapenen go- bracht; 2e. dat het aantal huwelijken, in de» eersten tijd vooral, aanmerkelijk afnam. Terwijl in de jaren 190913 het aantal huwelijken per 1000 zielen steeg van 7.11 tot 7.83, bedroeg het in 1914 slechts 0.78 en 6.00 in 1915. Sommige maanden bedraagt het ver schil tusschen dit jaar en het vorige bijna twee procent. deze vermindering der geboorte cijfers, voegde zich een. zij 'tdan vrij geringe, toename der sterfte-cijfers. Ken toename, die waarschijnlijk wel zal zijn toe te schrijven aan de voor velen moeilijke tijdsomstandigheden en een min der goede verzorging der kleine kinde ren. Zoo betaalt (aldus 11 el: Centrum, aan welk blad wij dit artikel ontleenen) de Nederkindsche natie dus mede haar cijns aan den gruwzamen oorlog, die in de strijd voerende la nden zulke vreose- lijke verwoestingen aanricht. ff Vakkundige Burgemeesters. Wj aoodigon onze lezers uit het Pers overzicht eens nauwkeurig te lezen. Het bevat een a.rtikel van Uitkijk inFriesch Dagblad, een artikel (lat al heel oud is, en toch nog splinternieuw. Want. het geen waartegen hij met zijn leuke ge zicht ol pen opkomt is een kwaad dat al onder alle ministers, van 1848 af, is voorgekomen, te weten de benoeming van voor hun taak niet berekende burgemees ters. Ook Zeeland heeft er van dit soort gehad, en misschien nog wel. En niet al leen hebben wij onvakkundige burgemees ters gekend, maar ook minderwaardige drinkebroers, schuldcnmakers, oogendie- naars, verwaarloozers van de gemeente belangen. Zoo ver onze herinnering strekt, zijn die er geweest, dank zij de kuiperijen van Kamerleden en andere geïnteresseer den bij de v rie nd j es bevoordeeling die in den regel de oorzaak is van dergelijke ongepermitteerde benoemingen. Wij her inneren ons toen ruim veertig jaren ge leden het Tweede-Kamerlid Van Kerkwijk zijn burgomeestersvoorstel (beneeming voortaan van burgemeesters uit de inge zetenen) verdedigde een wetsvoorstel dat ongeveer al de stemmen van Rechts verkreeg, en slechts twee van links, en dienvolgens met groote meerderheid ver worpen werd de voorsteller verschei dene curieus© staaltjes van (liberale-) partijbenoemingen releveerde; o.a. ge waagde van een burgemeester in een ons bekende gemeente in Zeel-and, die wegens herhaalde gevallen vaii dronken schap ontslagen was, toch kort daarop weer in een andere plaats tot burgemees ter benoemd werd. Nu wordt, dit kwaad: de benoeming van niet-vakkundige of minderwaardige burgemeesters door een benoeming uit de ingezetenen, niet geheel ondervangen. Men weert er wel de minderwaardige mee; maar niet de on(vak)kundigen. Toch zou men het stelsel kunnen invoeren, waar aan o.a. minister Heemskerk zich nogal hield: liefst een ingezetene, alleen in uiterste gevallen een vreemdeling. Dat een man met zoo scherpen blik als de Uitkijk-schrijver in Friesch Dagblad de zaak ter sprake bracht, is ie begrijpen. Allicht luistert men nog meer naar hem, dan naar den Ned. Bond van Gemeente-ambtenaren, omdat men al licht denken zou dat deze Bond de be noeming van burgemeesters bij voorkeur uit de gemeente-ambtenaren voorstaat. Hiermee zouden wij het ook niet heele- maal eens zijn. Rijksambtenaren die mi nister werden, hebben van ouds als mi nister teleurgesteld, in gelijke mate als zij als administrateur in hunne betrekking van ambtenaar meevielen. Men kan ook als gemeente-ambtenaar uitmunten door administratief beleid, en loch voor de taak van burgemeester da geschiktheid missen. Een knap administra teur is niet altijd een krachtig gouver neur. Adininistreeren behoort een burge meester een weinig te kunnen, maar gou- verneeren is nog beter, en 't allerbest iis .natuurlijk 'dat hij van beide flink ver stand heeft. Het blaadje wijst er op; dat gebleken is in vele gemeenten, Idat die burgemeesters niet meewerkten aan de uitvoering van de door de Regoering genomen maat regelen in het belang der volksvoeding. De conclusie, dat de „regeeringen" schuldig staan, d'ie dergelijke burgemees ters benoemen, beamen wijf niet. Maai wel -onderschrijven wij de volgende op merkingen „In de eerste plaats, did men nu wel eens kon ophouden met het burgemeester schap der kleinere gemeente te beschou wen. als een eerebaantje, waarvoor vak kennis,. nocl^ vooropleiding, noch studio noodig zijn. In die 'tweede plaats, dat be paalde maatregelen noodig zijn waardoor men ook Voor (die kleinere gemeenten als regel over bekwame voor hun taak be rekende burgemeesters de beschikking krijgt". Maar nu de maatregelen welke het blaadje aanbeveelt. De voornaamste zijn: le. het vereenigen der betrekkingen van burgemeester ca secretaris in do kleinere gemeenten, omdat alleen daar door behoorlijke bezoldiging mogelijk wordt; 2e. het stellen Van wettelijke eiseh©n van bekwaamheid voor deze betrekkin gen, juist voor die kleinere gemeenten: 3e. het opruimen van een groot aantal miniatuur-gemeenten Met Iptualt 1 'zijn wij het vo o r w a a r d e- 1 'ij k, met punt 2 h e e 1 e m a a 1, en mei punt 3 in 't geheel niet eens. Hieromtrent later. 'i Kan raar gaan in de wereld. Toen ik jaren geleden, op de „Nor" me trachtte te bekwamen voor het eer zame ambt van „onderwijzer der jeugd" en er gelijk al m'n lotgenooten do twee-en-vijftig zinnensoorten van T e r- wey, het ingewikkelde bergstelsel van midden-Europa, de interessant© eigen schappen der evenredigheden, den „at las", den „draaier", 't „aambeeld", be nevens vele andere botjes van 't menschel- lijk lichaam „glad van buiten kende" toen hadden we daar ook als collega Janus T o p s t. Welke voorvader 'm aan dien won derlijken naam geholpen had, heb ik nooit kunnen uitvisschen, maar 'twas op zich zelf al 'n komisch gehoor als de leeraai 'n vraag stelde en dan vroeg: „Wat denk je daarvan, Topst?" waarbij hef laatste „st" als een onbedoelde verma ning werkte tot de gansche „kluit", om toch vooral het antwoord van Janus op de gestelde vraag niet te verliezen. Arme Topst! Hij had 'n zuur leven, Want studeeren kon-ie eenvoudig niet. Streng logisch denken was 'm een mar teling, een kwelling des geestes en des vleesches, waarbij hij zich wanhopig in de strikken zijner eigen redeneeringen ver warde, tot-ie met groote schrik oogen. rond keek: vast, aan alle kanten I Daarbij was zijn geheugen zéér middel matig en stond zijn ijver'even boven nul. Hij had bij zijn vader in de lapjeszaak moeten gaan, zeiden wij.... aan-'teind van de 3e klas, zat hij b.v. altijd te harre warren met 'n prisma en 'n pyramide en kón maar niet onthouden, of „dat ding met 'n punt" nu 'teen of het ander was. Eén gave, jal bezat hij: Hij kon praten als Brugm a 11 Hij was, buiten de les, een allergezellig- ste babbelaar en vaak 't middelpunt van de heele „keet" en, als er een „bak" moest uitgehaald, gewoon onbetaalbaar. De leeraars hadden echter gauw in de gaten, dat er achter zijn spreekgave geen fonds van kennis en studie school en toonden hem met de „stomme cijfers" op zijn rapport, dat zij niet van gistel' waren en schijn van wezen wisten te onderscheiden. Wij, discipelen, echter hadden vooi hem, dien we overigens best lijden moch ten, nog een flauwe hoop dat-ie 't met „kletsen op t examen er doorsleepen zou. Als dat hem gelukte, dan ver zekerde hij ons maakte hij van z'n Versluys en Vian der Stadt en Terwey en Korenen en wat beroemd heden er meer mochten zijn een vroo- lijke-n brandstapel en zou zich nooit hef hoofd meer met één ©enige som kwellen. „De hoofdacte, .1 anusplaagden we hem dan. Moest men z'n gezicht zien! Of ie onverdunde kina slikte! „Als ik m'n iacte krijg, jongens! dan vrij ik naar de rijkste boerendochter, vijf uien in den omtreken ik laat jul li© ploeteren voor al de actes, die er te halen zijn! „Materialisme, J anus!" zei er een, half in scherts, hall in ernst. Maar J a- n ii s hield koppig volAls-ie bet met z'n hoofdacte niet kon klaren, dan moest- ie zien, 'dat hij 'tmet 'n trouwacte deed, Hij kreeg z'n hulpacte niet. 'Toen-ie na vijf jaren lang de „Nor" te hebben afgeloapen, met 't begin van een zwarten knevel op de bovenlip, die óns jaloersch maakte, zónder „.toestem ming" waagde „op te gaan", zakte hij „als oen baksteen". Glorieus, summa cum laude! Nog jaren later deden op die „Nor" verhalen de rondte van de bokken-in- soorten, die Topst op zijn jacht naai de hulpacte in de provinciale hoofdstad geschoten had. Z'n laatste vak was „na tuurkunde". ft Stond 'toen trouwens al vast, dat ie kelderde. Hij moest Tiaar een beschrijving met "schetsieekening gevel» vair cfe brandspuit en praaSe afs gewoon lijk, honderd uit. De examinator vroeg maar droogweg: En dan? En verder? tot Janus, ook als gewoon lijk, vast zat als hi muur, waarop da ondervrager minzaam z'n potlood dooi de teekening haalde: „En dan.... vliegt je heele brandspuit uit elkaar, n kun! wel gaan!" 't Gekste was, dat-ie thuis, bij ons, vol hield, dat zijn spuit onberispelijk was op dat eene kleine klepje na, dat-ie in 't laatst niet wist te plaatsen en waar voor hij z'n onvoldoende kreeg. Gelukkig w-aren de leeraren toen wijzer dan hij en beduid'den zijn valer, dat deze J a n u s maar niet moest terugzen den en -alsnog probeeren moest een an dere toekomst voor hem te zoeken. Ja, het kan raar gaan Mijn vriend Kees v. d. Stoppej, een kraan, die nu al Z jaren drie taai- akten, middelbaar boekhouden en lager wiskunde heeft, kwam er denzelfden dag dat Janus straalde, met de hoogste cij fers dóór. Kees is nu „hoofd" in een vrij aan zienlijke provinciestad, beeft een schraal traktement en moet met privaatlessen do schuit .wat boven water houden. Kees nu kreeg onlangs schoolbezoek van zijn 'burgemeester: deftig heer met gouden lorgnet, prachtig vest, een éch ten diamant in de dasspeld en aanko mend buikjeZijn edelachtbare J a- trus Tops tl Die woont er in een: dubbel heerenhuis aan de Markt, behoort tot de notabelheid iler stad en der provincie, stalt een auto, zit in de Provinciale Staten en het zeg gen is, dat er in sommige kringen steno ming voor hem gemaakt wordt, als do Kamerzetel in zijn district vacant komt. Verscheidene jaren lang had ik, zooals dat gaat. T o p s; t vergeten. Het ©enige wat ik van beun- wist was dat hij 't vertikte om, na zooveel jaren de melk der wetenschap gedronken te hebben, met de droge stalen van zijn vader den boer op te gaan, hoewel daar een goed stuk brood mee te ver dienen viel. Zoo kwam hij op secretarie. Zou zich voor de gemieenle-administi a tie bekwamen en dan zien, wat het werd. Toch zijn er ook in deze carrière weinigen, die het beloofde Hand van een vetten burgemeesterspost weten te be reiken en de groote vraag voor mij was, hoe het Topst nu juist gelukt moe lit zijn, een dier weinigen te worden. Het raadsel js me opgelost. Diat heeft de politiek gedaan 'kMoet tot 'smans rechtvaardiging zeggen, dat hij al vroieg in dat vak geliefhebberd heeft, zoodat hij eenvoudig zijn neiging volgde, toen hij Zich, na zijn zwanenzang op de „Nor", steeds mieer met de politiek van den dag ging bezighouden, maar dezelfde „schrander heid die hem vroeger het droombeeld van een gouden boerendochter had voor gespiegeld, deed hemi .nu begrijpen, dal hij en ida politiek elkander mooi konden helpen. Als beginneling op secretarie hield bij zich stiekum, maai' schreef onder een geheimzinnigen schuilnaam in een paar politieke kraaitjes!, woonde alle politieke vergaderingen bij; correspondeerde met politieke beroemdheden, zei hun com plimentjes, vroeg hun eerbiedig raad, kreeg zoo ©en bescheiden plaatsje in de politieke renbaan en moedigde er 'met luid handgeklap id© mannen 'zijher keuze aal». Dat hielp hem aan z'n eerste succes. Want door bemiddeling van één hun ner kreeg hij 'n plaats als tweede klerk ter secretarie in 'n uitgebreide platte landsgemeente, ad. £500 'sjaars. Toen trad hij ook publiek op. Werd al gauw secretaris van do auti- revol. kiesverceniginghield er ftilezing; weid eerst collectant, laler diaken in de Hervormde Kerk; ging rond voor de Unie-collecte; studeerde ook ijverig in de politiek van den dag en werd na 'n jaar of drie „eerste" op f900. Topst was 'n voorzichtig man. Hij was antirevolutionair in de po litiek, hervormd op kerkelijk gebied en zwaar-ethisch wat zijn opvatting van do waarheid betrof; was nooit scherp, kon in 't burgerlijk leven ook met de „tegen partij" goed opschieten en schreef' 'n brochure tegen de socialisten. En dat alles, 'zoowel 't een als 't ander, uit volle overtuiging. Met het voor hem gunstige gevolg, dat hij overal „vrienden" kreeg, behalve onder de „rooden." Toen kwam- een spannende verkiezing, waarbij T o p s t hard werkte en zoo den zetel wist te redden van den aca demievriend van een der ministers. Janus had nu z'n „kruiwagen." En weldra werd hij op een kleine plaats tot burgemeester benoemd Onbekwaam? Allerminst: daar worden er honderden benoemd, die er heel wal minder van welen dan hij! Alleenlijk, de politiek had nu eenmaal He aan dacht op hem gevestigd. Hij heeft nu z'n derde plaats. Trouwde op de tweede met de eenige dochter van. -een rijkgeworden steenla- brikant, kwam als commissaris in ver schillende vennootschappen, stak wat geld van z'n vrouw - in Indische ondernemingen, die bést gaan, heeft honderd connecties in de politieke krin gen, werd een man van aanzien, geëerd en geacht, die m'n vriend Kees jo viaal met 'n „Bonjour!" groet, als-ie 'mi tegenhoudJa, 'tkan raar gaan! M'n laatste bericht is, dat Topst óók sollicitaeren wil als schoolopziener en zich o.a. daarop beroept, dat-ie „van huis uit en van d'r jeugd af" connec ties met bet onderwijs heeft gehad Maar dat, hoop ik, val Ie hem nu eens uit de gisArme examinandi, die bij hèrn de brandspuit moeten uitloggen! („Friesch Dagblad.") Zeppelins als oorlogswerktuigen. Een medewerker aan de „Daily Ex press" bespreekt de vele moeilijkheden, die de Zeppelins bij het verrichten hunner oorlogswerkaaamheid te overwinnen heb ben. Er is geen modern oorlogswerktuig zoo onhandelbaar, en dat aan zoovele gevaren blootstaat als de Zeppelin. Het is bekend, dat reeds verschillenden aan stukken ge- stooten zijn doordien zij met de daken en spanten hunner loodsen in aanraking zijn gekomen, wanneer zij door de sol daten daaruit gehaald weiden om een vlucht te beginnen. Ook zijn er een aantal verongelukt bij gelegenheden waarbij de bestuurders het vaartuig, dat reeds door storm of kanon vuur beschadigd was, haastig in veilig heid zochten te brengen. Een aluminium- geraamte van honderd meter lengte, een millioen kubieke voet gas en een stel krachtige motoren kunnen door een stoot tegen een eenvo-udigen eik tot een hoopje puin worden. In iedere Zeppelinhal in Duitschland vindt men een aantal werktuigkundigen kunstenaars in de behandeling van lichte en weeke metalen, specialiteiten in olie-motoren, deskundigen op het ge bied der gasfabricage de beste en kundigste lieden in hun vak, die hier in oorlogstijd den tak van dienst in gang houden welke zoozeer tot de verbeelding van het publiek spreekt. 'Bovendien is er in die hallen een enorme voorraad onderdeden, die dikwijls duchtig moet aangesproken worden na een nachtelijk bezoek aan Engeland. De luchtschepen zien er als zij van eeu lange peis terugkeeren treurig uit. Bij de constructie wordt alles opgeofferd aan de lichtheid. Ofschoon het geraamte stijf heet te zijn, is 'het inderdaad zeer breekbaar en vindt men er geen vaste kiel in, waarop stuur en motoren werken. Negentig ton aluminium lijkt wel een geweldige en soliede massa, maar daar uit deze hoeveelheid metaal een zoo groot geraamte gevormd moet worden, is de weerstand op ieder onderdeel niet bijzon der groot. De huid waarmede de ballonets van buiten bekleed worden, kan zeker niet erg krachtig zijn, al bestaat ze ook uit groote platen. En toch heeft dit stre ven naar lichtheid uog niet zoo gunstig VERSCHIJNT ELKEM WEKKOACfc, Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post1.3$ Losse nummersi.ött Prijs der Arivertentiën 15 regels /"0.50, iedere regel meer li at. 3-maal plaatsing wordt 2-iuaal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden, Familieberichten van 110 regels fl. iedere regel meer 10 ct. resultaat opgeleverd of een sneeuwston* drukt het beste luchtschip dat tot dusverre is gebouwd, neder. Het komt. in den oorlog dikwijls voor, dat Zeppelins in hunne loodsen terugkee ren met losgewerkte klinkbouten, en met bollonets die schots en scheef uit he# geraamte steken. De vier motoren, die ieder tweehonderd P.K. leveren zijn een voortdurende bro* van gevaar. De wind wil het vaartuig dikwijls in eene andere richting drjjvew dan waarin de motoren het willen stuw* en dan wordt het geraamte heen ear weev gewrongen en tenslotte moet de bestuur der het vaartuig naar eigen verkiezing laten drijven tot de wind minder krach tig wordt. 0e strijd in de wolken. Lord Norlhcliflie seint den tóen Aog. van het Cadoma-frent aan de „Timie*S" Ik schrijf dit bij schitterenden zonne schijn en verscheiden graden vorst. Over liet geheel genomen weet men niet, dal het Italiaansche front een lengte hoeft van bijna 500 mijlen. In de dorre, steenachtige wildernis van het Karet- gel) i«l is dorst -de voornaamste vijand van den soldaat, aan .het Cadorna-front daarentegen is het. de koude- Sprekend over den strijd, zeide de Koning va» llalië; „Stel u voor dat mijn manneg die 9000 voet boven den beganen grond, dus in de wolken zijn, nu reeds zeven maanden in de sneeuw zitten, en wel zóó dicht bij de Oostenrijkers, dat onze mannen op sommige punten door d« observatiegaten de oogen der vijandelijk!» soldaten kunnen zien. Stel u de bezwa ren voor, die aan een dergelijk leven, met zijn voortdurend schieten uit ver borgen plaatsen en zijn voortdurend bommen gooien, verbonden zijn Het beeld, dat. de Koning van dit gedeelte van het strijdtooncel ophing, vormde zulk een sterk contrast met het geen ik rond Götz had gezien, dat ik Cadorna verlof vroeg het gevecht in de wolken te mogen volgen. Hier gaat het voedsel voor de mannen en het voedsel voor de kanonnen eerst langs duizelingwekkende zigzagwegen, die de Italianen speciaal voor krijgsdoeleinden aangelegd hebben. Als 'men langs deze paden zoo hoog mogelijk gek lom men is, komt er een heele serie draad wegen, zooals de Italiaansche soldaat znoemt. Staalkabels, die „van heuvel tot heuvel en van hoogte tot hoogte geslingerd worden, overspannen gapende afgrondt* en gaan bijna vertikaal de wolken in. Langs deze kabels gaat zoowel het voed sel voor de kanomen als het 'hout vooe do hutten en het materiaal voor de Verschansingen. De gewonden gaan et langs naar heneden. Nog verschrikkelij ker dan 'de sneeuwstormen zijn hier de lawines. Ras onlangs kwamen van. oauler de gesmolten Sneeuw bevroren lijken te voorschijn. Ongeveer een jaar gele den werd in deze streeknamelijk ee» ge-heel plateau onder de sneeuvr be dolven. - jjj Een verwaand slot. De Fransehe schrijver Leroy Relaulie» besluit een opschepperig overzicht va* den toestand zooals die zich bij, do Ge allieerden voordoet, in een Fransch blad, aldus De superioriteit der manschappen is nu overgegaan na,ar onzie zijde. De En tente, die tropische koloniën niet mee gerekend, tellen meer dan 300 millioea». menschen, die centrale landen niet meer dan 150 millioen. Engeland hleeft de* militairen dienstplicht ingevoerd, en ka* rrekenien op! 5.000.000 soldaten, bijloa al len bebb|en zij dén bestem leeftijd tus schen de twintig ten. vijf en. dertig jaar. Het grootste deel dezer troepen zal i« den strijd igeVolerd worden, waaneer bij de Centrallen de beste- krachten zullen zijn verbruikt. En Rusland roept zijn soi. 'daten op uit zijn enorm© bevolking van 170 millioen zielen. De strijdmacht der Entente is op1 dit oogeinblik half zoo groot als die der Oemtralen, en met den tijd zullen zij nog tot het dubblele stjj- gen. Wat ons materiaal betreft, we heb ben te Veel gerekend op ons prachtig kanon van. 75; onze overige munitie was niet in overeenstemming met de behoef ten van elan zoo geweldigen oorlog. On ze Geallileeiden, ten minste de Engetli- schen en idlei Russen, evenmin; de Italia nen betrekkelijk beter. Maar inu wordt er overal in Engeland', in 'Rusland, ia Frankrijk, Canada, de Vepeenigde Staten, in Japan, gewerkt om' de Entente Van het noodige materiaal te voorzien. Wij staa». nu gelijk met onzie vijanden en zullen ze weldra ovlerffieffen. Zoo zijh Ide Voordelelen aan onze zijde, en zij Kullen |dit hoe langer hoe smeer zijfe. De gang van den oorlog is geheet ek

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1916 | | pagina 1