Donderdag Juli 1919
30e Jaargang
IÉ
No. 253
„Sil És mond der Kioderkens...."
FEUILLETON.
De Qmoie Oorlog.
jftankondiging van de 38ste Jaarcollecte
voo* de Scholen, met den Bijbel,
op 3 Aug. e.k.
De straten en de grachten
zullen wederom opgebouwd
worden, doch in benauwdheid
der tjjöen. Daniël 9:25b.
Hot waren donkere tijden, die de pro
feet Daniël beleefde.
Jeruzalem, do stad naar Gods Naam
genoemd, lag in puin; Jehova's heerlijke
tempel was verbrand; het land, aan de
Vaderen beloofd, lag verlaten en het uit
verkoren Volk was in ballingschap.
En daar tegenover: de macht der hei
denen was verhoogd, 'de Chaldeeër en
Assyriër heersc.hten over Israël, Ba bel
was geworden de stad der steden.
Zoo lag dan Jeruzalem vertreden en
Babel prijkte in vollen luister; Jehova's
tempel lag in puin en d'e tempelen der
afgoden verhieven hun tinnen ten he;
mol; der Vaderen erve lag verlaten en'
de landen der heidenen bloeiden in wel
vaart en voorspoed!
Israel had gezondigd en de Heere had
het geslagen, het was afgeweken en God
had Zijne profeten gezonden, maar hot
had die profeten verworpen en gedood,
en trots alle nordealen was het weder
spa mug gebleven.
En toen was het vonnis voltrokken:
het hm! zijn volksbestaan en zijn Tem
pel verloren en was in de gevangenis)
gegaan.
En toch was het immers het uitver
koren Volk, bestemd om eens den Messdas
te ontvangen. Al de beloften aan de Va:
deren hadden daarvan gesproken, alle of
feranden en instellingen hadden daarop
gewezen, de verwachting van al Gods
kinderen was er op gevestigd geweest,
in 't vertrouwen daarop waven zij ont
slapen.
En nu scheen dat alles een ijdel droom
beeld te zijn geweest!
Nooit scheen de mogelijkheid, dat Gods
beloiften in vervulling zouden treden, ge
ringer dan in deze tijden.
En zelfs in ballingschap geen algemeen
wederkeeren tot den God der Vaderen.
En toch was er nog hope bij Gods
volk, dat er 'betere tijden zouden aap-
breken: was daar niet de belofte, dat
Israël na_ zeventig jaren zijn land weer
zou bewonen?
Daniël, de profeet des Heeren, die open,
vensters had naar Jeruzalem, die driemaal
daags zijn hart voor zijn God uitstortte,
bracht pleitend op de belofte, de zaak
van «Jeruzalem voor zijnen God.
En ziet, van den Hemel komt het woord,
dat zijn gebed verhoord is.
Maar, niet in de eerste, plaats hoort
hij, dat Israël zijn volksbestaan zal te
rugkrijgen en Stad en Tempel uit hun
puin en zullen herrijzen.
Immers, het ging met Israël om iets
hoogers
Het ging niet allereerst om de redding
van Israël, maar om de redding dei- we
reld.
Wat zich in Judea afspeelde was nie't
slechts geschiedenis van Israël, het was
de Wereldgeschiedenis
En zoo hoort Daniël allereerst hier niet
van Juda en Jeruzalem, maar van Mes-
*DeZeeuw
sias den Vorst. En verder heet het dan
„De straten en de grachten zullen we
derom gebouwd worden, doch in be»
nauwdheid der tijden".
Jeruzalem zou herbouwd worden; ja,
in benauwdheid der tijden, maar toch
liet zou geschieden zelfs trots de be
nauwdheid der tijden want het was noof
dig bij de vervulling der groote beloften.
Ook de tijden, die wij thans doorleven,
zijn donker.
Wiel hebben wij de vervulling van de
Messi.as-belofte mogen aanschouwen en
mogen wij getuigen van zijn zooveel heer
lijker en klaarder Godsopenbaring dan
onder 'het Verbond der Schaduwen zelfs
die grootste Godsmannen gekend hebben.
Maar ook voor ons is er nog zoo veel,
dat wel belofte voor de toekomst, maar
pog geen bezit voor het heden is.
Wij vernachten de openbaring van het
Koninkrijk des Heeren in zijn volkomen
heid; als onze verheerlijkte Koning zal
'komen, geljjk Hij na Zijn opstanding naar
den Hemel is opgevaren.
Maar wij verwachten ook, dat voor
die wederkomst zeer velen TIem zullen
loeren kennen als den Christus, Wien alle
lof en aanbidding toekomt.
Daarom verheugen wij ons, als wij de
teekenen meenen te zien, dat dei heidenen
naar Zijnen Naam beginnen te vragen
en de blinddoek des .bijgelotofs van ve
ler oogen zal vallen.
En ziet, daarop hadden we nu gehoopt,
Doch hoe vreeselijk werden wij teleur
gesteld
Nu breekt er tusschen de Christenvol
ken een oorlog uit, waarvan in de we
reldgeschiedenis de gelijke tevergeefs ge
zocht wordt.
Nu wapenen volken, die 't sterkst' voor
de yerbreiding van 't Evangelie geijverd
hebben, de aanbidders der afgoden en
van den Valschen Profeet om Christen
volken te bestrijden, ja, zoo mogelijk, te
vernietigen
Voorzeker, de toekomst schijnt zeer don
ker! Daar, evenals in Daniëls tijd, be
rust die toekomst ook in 's Heeren hand.
Daarom zullen, wij niet wanhopen, ook
niet voor onze scholen!
Jeruzalems straten, waarlangs de Mes
sias gaan zou, moesten herbouwd wor
den; de Tempel, die Ziju prediking zou
liooren, moest uit zijn puin herrijzien.
Ook 'dat was noodig voor die heerlijke
vervulling van de verwachting der Vade-
rén.
En daarom werden zij herbouwd.
Ook onze scholen zijn gebouwd, maar
in benauwdheid der tijden.
In weerwil van alle benauwdheid: onze
scholen werden gebouwd en ze zullen)
gebouwd worden.
'Hoe werden wij niet beschaamd!
Toen de oorlogsgeesel voor 'teerst
dreigde, vreesde men, dat met één slag
het werk van jaren zpju worden vernie
tigd!
Maar de voorgevels van vele nieuwe
Scholen met den Bijbel dragen als da
tum van oprichting het jaartal van den
oorlog.
Wij misten schier den moed om in de
Augustusmaand onze gewone inzameling
te honden.
Maar de laatste Unie-collecte overtrof
verreweg al de vorige.
Uitgave van
de Hazml. Venn. LUCTOR ET EMMIGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN6E VORSTSTRAAT 2S0.
Bureau te Middelburg:
ff-U'S» A F. P. ©HUIJ - L. SUS®,
Drukkers:
«tissterbaan Le Coints*© Goes.
Door J. A. VAN NOPPEN,
rustend hoofd eener Chr. School.
We hebben het in 't begin van dit
feuilleton gehad over een paar dappere
mannen, die zich een naam hebben ge
maakt in onze Vaderlandsche geschiede
nis, maar Mientjes naam is ^geschreven
geworden 'in het boek. dés Levens ien des
Lams en dat zonder eenigie verdienste!
harerzijjds, alleen uit genade, en door
het schrijven dezer b laid zijden hoop ik ook
bij kinderen en bij ouders haar naampje
in gezegende gedachtenis te zullen laten
voortleven.
III.
J}e sluit.
Andere voorbeelden van kinderlijk be
lijden en. geloofsvertrouwen.
Zooais ik reeds in den aanvang beloof
de, zou ik aan vorenstaand verhaal nog
een paar andere verhalen van ongeveer]
dezelfde, strekking toevoegen. Want men
meene toch niet, kinderen, dat een geval
van vroege godsvrucht als' dat vau Mien-
tje alleen staat. 'Ook moet men niet
denken, dat alle kinderen, die vroieg naar
den Hemel gingen of later dén Heere in
oprechtheid dienden, in hun jeugd al-
hjd ee© voorbeeld van gehoorzaamheid
zijn geweest. 0, neen, 'k heb Wel jqjige
leerlingen gehad, die op school bijzon
der woelig en lastig waren, maar toch
heerlijk afgestorven zijn. En wie kent dé
geschiedenis niet van den' beroemden ad
miraal De Ruiter?
Als knaap' was deze ook allés behalve
gemakkelijk te regeeren, zoo als ge weet,
maar toch werd hij l.ater een hijzonder
godvreezend man. 'k 'Zeg dit natuurlijk
niet om te bewijzen, dat een goed gedrag
in Jiuis en op' school er niet op aan
komt. Integendeel, als lteerling en als on
derwijzer heb ik gezien, dat het getal
kinderen en jongelui, dié in den verkeer
den Weg voÓ'rtgingjea eni vaak van kwaad
tot erger vervielen, ruim zoo groot was,
dan dat dergenen, die later den ^goeden
weg .gingen bewandelen.
Maar als onderwijzer heb ik geleerd,
ook met heel lastige kinderen geduld te
hebben en hen in het gebed op te dra
gen; men kan niet weten, wat God ook
met dezulken voor heeft.
Overigens is het een groot voorrecht
als kinderen van him vroegste jeugd af
den Heere vreezen.
We lezen dat van Timotheus, van Sa
muel en Jozef, en van zooveel, andere
Vromen uit den Bijbel.
Zulke menschen stelt God tot een rui-
paen zegen voor anderen en zij' worden
voor veel zonden bewaard, die later den
njensch bewaren en zelfs David, den man
naar Gods hart, deden uitroepen„Ge
denk, Heere! niet dé zonden mijher jonk
heid!" En da,t behoeven no® niet eens
Zoo heeft onze God allo vrceze be
schaamd.
En als nu de tijd der inzameling komt,
dan zullen zeker weer velen vreezen.
Want de wolken zijn nog niet wegge
dreven; ze pakken eer dichter opeen en
dreigen nog steeds met verwoesting en
dood
Daarbij, de nood is ook bij ons hoog.
In vele streken worden de naweeën van
den watervloed nog gevoeld en in stad
en in dorp ziueht menigeen onder bange
zorgen bij de schrikkelijke duurte.
Maar wij gelo-oven dan ook niet, dat
onze scholen ooit goed gebouwd zullen
Worden zonder die benauwdheid der tij
den.
Wij vragen dus weel' uw offers.
Ieder geve thans naar vermogen; maar
ieder handel© daarbij getrouwelijk.
Wie weinig heeft geve weinig I
Maar wie reden tot dank heeft,
omdat God hem zooveel liet, waar an
deren alles verloren of omdat God
hem zooveel gaf, waar anderen in de
bitterste ellende schier alles moesten onf-
beren, die geve overvloedig.
En de Heere geve, dat er zoo- velen,
zeer velen mogen zijn!
Da Consekwantie an het Vrouwenkiesrecht.
Baron Rengers, het Eerste Kamerlid
voor Friesland, dat niet herkozen werd,
had zijn niet verkiezing te danken aan,
het feit dat hij 'zich niet had willten
verklaren voor vrouwenkiesrecht. W(el!
was hij voor algemeen mannenkies-
recht.
Deze houdingwel voor algemeen
•stemrecht, maai' de vrouwen er buiten,
is', op het standpunt van da algemeen-
Htómrechters, een ongerijmdheid, een
inconsekwentie. Dat wil zeggen dat zij
tie lijn niet heefemaal willen afloopan,
halverwege blijven staan.
De Genestet noemde dergelijke men
schen „middenmannen Zoon ïiiid.km-
man, dus' sprak hij, wat heb je er
aa?
En zoo hebben de Friesche liberalen,
misschien wel ondier socialistischen
druk, er ook over gedacht, en den
iuconsekwenten liberaal uitgeworpen.
De inconsekwentie is dan ook tast
baar.
Immers 'wie voor algemeen stemrecht
is, ziet jjfn de natie ©en volk van in
dividuen, eenlingen, een hoop zielen];
een optelsom yan „personen. Aan die
individuen moet bet kiesrecht worden
„toegekend."
Het individualistisch kiesrecht! Het
kiesrecht aan alfe „menschen". Ande
ren, en daar behooren ook de meeste
antirevolutionairen toe, zien in bet-tolk
geen lots! van elkander staand© personen,
maar 'een organislne, uit de gezinnen
opgebouwd.
Zij hadden dan ook liever, ware hel.
mogelijk gewieest, een organisch 'kies
recht ingevoerd gezien, dat isi een
kiesrecht waarvan niet de leer van
den normalen-mensch, maar die van
het organisch levensverband de grond
slag vormt.
Het organisch kiesrecht. Het kiesrecht
van .de huisvaders ©u wie als zoodanig
bij wettelijke regeling 'kunnen gerekend
worden.
Wie nu op 't eerstgenoemde stand
punt staat., mag niemand uitsluiten, ook
de vrouwen niet. Hij moet voor
vrouwenkiesrecht zijn.
Waarom zou de vrouw 'niet, en
de man wel normaal-men s.c h zijn?
Waarom aan de vrouw schoorvoetend
toebedeeld, wat aan den man onvoor-
waardel ijk w ordteaangeboden
Waarom voorloopig enkele vrouwen
waardig gekeurd, en de overigen er
buiten gehouden?
Waarom aan de vrouw als gunst
toebedeeld, wat aan den man als recht,
©en inhaerent, een bom inklevend recht,
een recht waarmee hij geboren isj
wordt toegestaan
Hier is niet inconsekwentie alleen,
hier is, van 't standpunt dezer alge
meen-stemrechters, onrecht; onrecht je
gens de uitgestotenen, jegens de uitge
sloten vrouwen vooral.
Deze uitsluiting dier vrouw mist op
vrijzinnig standpunt eiken rechtsgrond.
Dit beeft de tegenwoordige premier,
mir. Gort van der Linden, ook steeds
zoo begrepen. Althans in 1886 schreef
hij in zijn Richting en beleid
der liberale partij, blz. 65:
„Stemrecht voor 'die vrouw isistrijdig
met haar instincten. Maai' als die
vrouwen zoozeer ontrouw worden aan
baar instincten dat zij stemrecht zou
den ©ischien, zou het haar vniet kunnen'
worden onthouden."
Welk 'n rechtsgrond!
ff
De extra-belastingen.
Zij nog eens herinnerd dat wij nu krij
gen de Vermogensbelasting voor 3 jaren,
en de Inkomenstoeslag voor 3 jaren.
Bij dezen laatste behoort het volgende
in het. oog gehouden te worden.
Inkomsten met een belastbare som be
neden f 1200 blijven vrij. Verder betaalt
men voor een belastbaar inkomen van
f 1.200 extra, f 3voor iedere f 50 meer
een kwartje. Boven de f1600 is het f0.75
meer voor elke f 100 daarboven. Boven
de f 2000 is het f 1,20 voor elke f 100
meer. Boven de f 4000 is het f 1.50 meer
voor elke f 100. Boven de 10000 is het
£1.80 meer. Boven de f15000 f2.20 meer.
Boven de f20000 £2.50 meer. Boven de
f25000 f2.80 meer. Boven de f30000
f3.30 meer. Boven de f35000 f4 meer.
Boven de f40000 f4.70 meer. Boven de
f 45000 5.40 meer. Boven de f 50000
f6.10 meer. Boven de £60000 f6.80 meer.
Boven de f70000 £7.50 meer. Boven de
f85000 f8 meer.
Dat de progressie nogal groot is blijkt
uit de cijfers: f1200 inkomen f3 be
lasting; f85000 inkomen £3873 belasting.
Beknopt overzicht van den toestand.
De toestand der Oostenrijkers in Wol-
hynië en Galicië blijft nog steeds pre
cair.
Onder den hardnekkigen druk vau de
Russen blijven de Oostenrijkse!!© stel
lingen wankelen en kraken.. Het gevaar
VERSCHIJNT ELKEft WEKÏOAG
Abonnementsprijs
Per S maanden fr. p. post. f 1.09
Losse nummers0.05
Prijs der Atlvertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct,
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden,
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
voor ineenzinking dreigt dus nog steeds.
De Tsaar heeft de geheele manne
lijke bevolking vain de provincie Astra
kan, in 'Siberië, op het eiland Sacha-
lin en jn Toerkestan en de' Muzelman
nen van den Kaukasus en uit andere
streken van 19 tot 43 jaar opgeroepen.
In Rusland ziet men niet naar een
man. Men speelt er met duizenden.
Doch niet alleen in Rusland is dit zoo,
doch overal in de oorlogvoerende landen,
zij het op niet zoo groote schaal.
Van het Westerfront worden kleine
gevechten aan de Somma gemeld.
De Duitschers erkennen, dat de vij
and thans Pözières, om welk dorp
zoo lang geworsteld is, bezet houdt.
In Armenië is de zaak voor Turken,
en Oostenrijkers verloren.
Petrograd jubelt:
Op 25 Juli bezetten de dappere troe
pen van generaal Judenitch na een
gevecht de stad Ersingjan en voltooiden
de verovering van Armenië.
De Tsaar zondhet volgende telegram,
aan den opperbevelhebber te Tiflis: Ik
verneem met vreugde de verovering van.
Ersingjan en wensch van gansöher harte
u, alsmede het heldhaflige Kaukasus-
leger met de overwinning geluk.
Het do-et mij genoegen, dat de droepen
door hun verrichtingen zoo spoedig
mijn vertrouwen rechtvaardigden."
Roemenië wikt en weegt nog, ol' hot
al of niet zich in de. armen van Mars
zal werpen.
De haat tegen Bulgaren en Magyaren
is fel. i j,
En als Diuitsehiaud niet rekent met
Roemenië's belangen, wordt het ook tot
de vijanden gerekend.
Het R.oemieenscbe blad „Universal"
publiceert een. artikel vau den afgevaar
digde Arnat, Waarin Hij schrijft: „bin
nen enkele weken is onze mobilisatie
geheel voltooid. Onze troepen zlullan de
Karpathen overtrokken."
„Het beslissende uur heefl geslagen;
nu geen uitstel meer. Wij zullen op
trekken oim„den geheiligden strijd tegen
onze erfvijanden de Bulgaren en Magy
aren te beginnen."
Ds. van Broskhuizsn c s.
Ds. van Broekhuizen is met gen. Mul
ler, den „profeet" van Rensburg én 23
andere leiders der rebellie) in vrijheid ge
steld. Zijl hebben een zelfde verklaring
moeten teekenen als gen. Chr. de Wiet,
to-en deze in wijheid werd gesteld, n.l.
dat zij- zich ïptet niet de politiek zullep
bemoeien zoolang de tijd) van hun vonnis
nog nifct. is verstreken of zoolang de
oorlog duurt; dat zij gedurende dien. tijd
geen openbare vergaderingen zullen bij-1
Wonen* enz. Ds. yan Broekhuizen hal,
toen hij gevangen wasi genomen, zijn ont
slag gevraagd en gekregen als predikant
Van (de Ned. Herv. of Ger. Kerk' in Trans
vaal. Zoodra hij was vrijgelaten, bereikte
hem een verzoek van zijin vroegeten ker
ker aad om te preek en. Diit verzoek werd
hem overgebracht doojr ds. H. Bosman,
'dén nestor dor Transvaalsche predikanten,
en een aanhanger van gen. Botha. Ds. van
Broekhuizen nam hen aan. Hij', zou üen
dienst op1 den vastgestelden Zondag lei
den. Doch tot zijn verbazing ontving hij
daags teVoren een bericht van dein com'-
oog der Moeder, terwijl ze antwoordt:
„Mijnheer, wat u mij daar meêdeelt, treft
mij jdiep en 'k dank met u God voor de
genade u gteschonken, maar mijn lief kind
kunt u hier niet meer danken, de Hei
land heeft het tot Zich genomen".
Lieve kinderen, is dit' 'nu ook géén' aan
doenlijke geschiedenis? Ja, niet waar? En
immers pok beschamend! Want hoe jong
dat kind ook was, zij heeft Jezus gezocht
en bemind en hoe weinigé jaren zij ook
heeft geleefd, hoe nuttig en wel besteed
is .haar leven geweest'.
„Maar" zegt ge misschien ,.'t
is ook altijd over sterven .van vro
me kinderen. Men zou haast bang wor
den om' vroom te zijn, want dan leeft
men zeker nilet lang".
Dat zou echter onjuist geoordeeld zijn,
kinderen.
Godvreezende kinderen worden vaak
heel oudj daarvan levert' Gods Woord ook
menig voorbeeld en er wotden in dat
Woord zelfs beloften dienaangaande gel-
daan.
Sla, om dat te lezen, het Spreuken-
boek van Salomo maar eens op en her
inner u ook het 5e gebod. Juist vau
de goddeloozen wordt gezegd, dat zij hun
dagen niet ter helft© brengen en dé kin
deren te Bethel, die den piroféet Eliza be
spotten, stierven zelfs ©en plotselingen én
schrikkelijken dood. onder de tanden en
klauwen der beren.
(Slot volgt.)
zonden „van vloeken, stelen en liegen te
zijn ,neen, ook hoofdigheid, luiheid, on-
gezeggelijkheid en dergelijke verkeerdhe
den,; waarmede kinderen hun ouders en
onderwijzers vaak het leven verbitteren,
zijn zonden, die vroeg of laat door God
Worden bezocht.
Maar ik wil uw geduld niet al te veel
op de proef stellen en nu .gaarne over
gaan tot een Verhaal over een geval, dat
Wel ©enige overeenkomst heeft met dat
van ons Mientje.
In Iden trein Van Roozewlaal naar Vlis-
singen zat voor eenige jaren eens een
moeder met haar dochtertje van mis
schien hoogstens vijf jaren, 't Was £en
allerliefst meisje, dat de aandacht trok!
Van een heer, die tegenover haar zat en
opi .kinderlijke wijze ©en gesprek met haai
aanknoopte.
Opeens vraagt hein het kind, dat zich
zeker tot dien vriendelijken heer aange
trokken gevoelde imet haa.r zoet stem
metje Hebt u Jezus lief?"
Die onverwachte vraag Reed den heer
ontstellen. Hiji stotterde iets), maar het
eind van zijn antwoord méést helaas! lui
den, dat hij dit van zich zelve volstrekt
niet zeggen kon. Hij kende Jezus nog niet
als zijn Heiland en Zaligmaker, leefflé
alleen voor ide wereld, hoe diep stond
hij beneden dit jong© kind, dat zoo on
schuldig 'die oogjes op hem hield gericht
en zoo diep teleurgesteld scheen, dat hij
haar vraag niet bevestigend kon beant
woorden. Hjj bleef stil en in zich zelve
gekeerd, trachtte nu en dan ©en aesp'rdk
met iemand anders aan te Vangen, doch
het gmg hem niet meer van harte.
Aan Wet doel zijner reis giekomen, ver
laat hij den trein, maar de vraag„H ebt
u Jezus lief?" uit een kindermond ge
daan, bleef hem bij.
Golds Geest werkte aan zijn hart tot' het
hem te machtig werd. Door steeds toe
nemende onrust over den verloren toe
stand zijher ziel gekweld, begéeft hij zich
haar zijn binnenkamer .en worstelde met
God om genade en licht. Zijln gebed werd
verhoord: de Heere deed het licht voor
hem in zijn ziel opgaan en een vrede,
die alle verstand te boven gaat vervulde
hu zijh hart. Voortaan was het hem een
behoefte ook jegens anderen getrouw ta
'zijn en hen met den weg der zaligheid
bekend te maken.
Ongeveer een jaar na het voor hem'
zoo belangrijke (voorval in den trein,
wandelde hij eens oVer de groote markt
te Middelburg. Zijin oog Valt daar op een
voorbijigajande in rouwgewaad gekleedé
dame.
Hij meent daariln de moeder van het
meisje, 'dat hem die vraag gedaan had,
te herkennen, naderde haai' beléefd en
zegt': „Mevrouw, mag ik u vragen, is u
niet verleden jaar met uw dochtertje mijn
reisgenoot geweest?"
Na elkander wéderkeepig te hebben her
kend, deelt de heer de dame m!ede, wel
ke heerlijke gevolgen die vraag van haaf
kind voor hem had .gehad, hopende heb
meisje nog eens. te mogen zien én .danken.
En zie, daar Welt een traan in het