MAN No. Bessen, ooi. Woensdag 5 Juli 1916 30e Jaargang si McMa nen. E i >rselein9 lleerd, Tieveulen, FEUILLETON. De Groote OorSog. te koop te koop: >pgaaf van rrieveulen, ir gevraagd idiende. Staters-OeneraaS Ie met tranen zaaien,.. k, if naar Pauwen- re ren vóór of op UTSE Janz. Jr., ngaard aan den sbiljetten in te SEN Az., Kapella.. Zeeuw, Goes, P 't Zand bij Mid- E RUM, Vlissingen pd. J. WOUTERS iALLEGANGE, P of Kalfvaars KEULEN, eg, Koudekerke. ;'s Bank, Goes k- Uitgave van de Jatami. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Moo.fdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219. Eareau te Middelburg: FtRMA F. P. OHUIJ L. BURG. Drukkers: Öosterbaan Le Colntre Goos. Tweede Kamer. Links voor bet- tarief!? Zwakke argumentatie. Successierecht. Weer 8 millioen meer opgediept. Het ontwerp betreffende bet statistiek- recht liep zeer glad van stapel. Aftfe beriiuiere zich, dat de bedoeling van dit wetje is een goede statistiek van in- en uitvoer te verkrijgen, waarvan de ko&Oen worden gedekt door een laag tarief. In 't geheel zal liet 3 millioen op brengen. Niet ten onrechte heelt de heer Kooien fer pp gewezen, dat het linkschei kabinet er toch niet afkeerig van is „een paai- dubbeltjes" uit het tarief ta halen, af geschiedt dit dan ook onder een anderen naam. Hij herinnerde aan de agitatie in 1913 tegen verhooging van invoerrechten, toen beweerd werd dat zelfs een matige ver hooging fnuikend zou werken op den handel. Nu wordt dooi' de regeering ontkend, dat het statistiékrecht zou ge lijk staan met verhoóging van inkomende rechtön. De Minister van Financiën betoogde, dat liet hier voorgestelde tarief van 1 per mille niet kan worden vergeleken met inkomende rechten. Indien de .Ne- derlandsche S-taat geen geld noodig had, dit erkende spr. zou ook liet nu aan de orde zijnde recht niet zijn voorgesteld. ■VCeri voelt aanstonds, dat het ministe rieels betoog uitermate zwak is'. zaak isl nog al duidelijk Er komt geld uit eeu tarief in de schatkist. Of dit veel of weinig is, dat doet er niet toe. Links- aanvaardt het tarief. Het wetsontwerp wercl na nog eenig praten - goedgekeurd. Het volgende ontwerp, betreffende een wijziging der Successiewet, was niet zoo gauw afgehandeld De 8 millioen, die dit wetje moet opbrengen, deden nog al bezwaren naar voren Jcomen, Twee nieuwighedenheeft bet ontwerp, n.l. de gelijkstelling van 'de schenkingen en van de levensverzekeringen. De neer v. Nispen tot Sevenaer (r.-k.,) zeide dat zijn. bezwaren tegen verdere progressie, vooral ten aanzien van de heffing in de rechte lijn, onverkort zijn gebleven. Ook had spr. enkele bezwaren tegen de bepalingen betreffende levens- verzekeringen en schenkingen. De hef fingen voor verzekeringen bij: buitenland- sche maatschappijen zou hij uitgesteld willen zien tot ha herziening van de desbetreffende wetgeving. Voorts! zou hij een bepaling wenschen om herstel van de vergissingen in de memories van aangifte mogelijk te ma ken. "De belasting in de rechte lijn ten ook de kwestie van den ëed zullen hent tegen het wetsontwerp doen stemmen. Do 'heer Tydeman (v.l.) is bereid den minister te geven wat in het ontwerp wordt, gevraagd, drong evenwel aan op een meer vrijgevige regeling van de vrij stellingen van schenkingen. De heer Drion (v. 1.) bepleitte een af- zorideriijfce regeling voor de heffing van I evensrerzekeri nguitkeeringen De 'heer Ter Laan (s. d.) bepleitte Naar het Engelseh van C. S. Idoor v. d. M. 15) boen Clara haar- verteld had, wie er al zoo zouden komen, 'zonk haar moed opnieuw en zij maakte Clara deelgenoot van haar vrees. „Toe, laat mij maar naar huis gaan, Clara, dat 's veel' beter." Maar la ra wilde daarvan niets weten. „Ik heb nog een mooi licht zijden costuum voor je, pas dat maai- eens aan." Ada schrok van liet denkbeeld. „0 nee, Clara, dat doe ik liever niet." Clara haalde haar schouders op, keek wat boos en zei: „Niet als je wilt, hoor; ,'tzou anders niet zoo vreeselijk geweest zijn." Clara was te goed opgevoed om te zeggen wat zij op haar lipepn had, en Ada voelde zich door dezen loop van zaken allesbehalve op haar gemak. Toen zij éindelijk naai' beneden gingen, 'had zij smet moeite haar opgewektheid her wonnen. In des groote salon was nog niemand toen zij er binnen traden; het leek een kilte kamer en liet was er ook niet warm. Clara verklaarde dit uit de ge- De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post1,8® Losse nummers8.9ë Prijs der Adverientiên: 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer lf cfc. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. een verhooging van de opbrengst van het ontwerp ten einde een beter overzicht te verkrijgen tusschen de verhooging dei- indirecte heffingen (op bier) en „der di recte belastingen. De voorzitter riep hem hier even tot de orde, omdat besprekingen van an dere belastingen niet werden gehouden. De heer Ter Laan, zijn rede vervol gende, keurde het denkbeeld van den heer Thion, betreffende de levensverzeke ringen "goed, doch vreesde, dat er van de geheele belasting van levensverzeke ringen niets zal terecht komen, indien innen ze nu gaat uitschakelen. Wordt zijn amendement aangenomen, dan zal "de be-. lasfing r 29.000.000 opbrengen. Met cij fers trachtte hij aan'te toonen, "Hat het volk niet zwaarder mag worden belast. Met ©en lager- tarief voor de oomzeggers kon hij zich wel vereanigon. De heer De Monté Ver Loren (A.-R.) betoogde, dat zoowel deze als de vorige Minister zijn tekort geschoten in het aan wijzen van groote bezuinigingen en kon zich niet geheel vereenigen met de bepa lingen betreffende schenkingen (die z.i. de milddadigheid zullen tegengaan). Hjj deelde de bezwaren tegen de ervingen ,in de rechte lijn, doch zou terwille van den nood der schatkist willen mee gaan, indien do grens van f 50.000, door Minister Kolkman gesteld, werd verlaagd tot 25.000. Spr. meende, dat beslist moet worden partij gekozen tegen het stand punt van den heer Ter Laan, dat een vermogen vrij komt als de bezitter komt te overlijden. Heden half twaalf zou de heer De Savornin Lohman aan het woord ko men. Beknopt overzicht van dan toestand. „De Amsterdammer" noemt hjet schouw spel, dat Europa biedt, zeer terecht even verbijsterend als hartroerend. De natuur heeft zich getooid met haar schoonste gewaden en, gekomen tot de middaghoogte van haar jaarhaan, openbaart zij een rijkdom van schitteren de zonrersche pracht. Als een pruilend kind, dat zijn lachen de .jeugd verbergt achter schaduwen ten tranen (donkere dagen en regen), zoo is de Junimaand heengegaan en Juli trad in, het gelaat verlichtdoor den glans van den luister, die haar omgeeft. En als ware het dat de koning der slagvelden dit moment afgewacht had, zoo heeft op den ^eersten dag der nieu we maand, Zaterdag, de knokige trom petter van den Doocl op de reeds met bloed dooidrenkte velden van Frankrijk ©en nieuw attaqué geblazen, duizenden mannen zijn vooruitgestormd, duizenden kanonnen zijn losgebrand en stapels lijken ©n bloed en vuur en stof 'hebben het leven aan de aaide ontsproten, ver stikt, en wat natuur en mensch te zamen hadden gewrocht, verbrijzeld en vermaald. Dat is het schouwspel, verbijsterend door zijn schreeuwend, weergaloos con trast van leven en dood, als een open baring yan den oppersten waanzin, en hart ontroerend door de' felschrijnende tragiek van zulk een werelddrama. Aldus teekent de vaardige pen van den overzichtschrijver vain bovengênoemjd blad den toestand. woont©, om er bij een avondpartij geen haardvuur aan te leggen, omdat het anders te warm werd. Toen zij voorstelde, om alvast wat te gaan musioeeren, trad juist mevrouw May binnen en begroette Ada vriendelijk, evenals, mijnheer May, die haar gevolgd was'. Dan verscheen Clara's zus ter Marron, die Ada van top tot teen scheen op te nemen en daarna met Clara fluisterend over Ada -sprak. Toen .de gasten begonnen te 'komen zag Ada zich bijna geheel vergeten, maai' Clara onderhield zich druk met iedereen. Slechts, aan één persoon stelde Clara haar voor, doch toen niet als een vrien din, maar. zeer koel afe „een van onze gasten." Nadat wat gezongen en gespeeld was, werd voorgesteld tot een wals over te gaan. Clara kwam .tot Ada toe en vroeg haar, of zij dansen kon. Toen de niet vriendelijk gedane vraag ontkennend werd beantwoord, liep zij terstond naar de anderen en lipt Ada opnieuw aan zich- zeli óver. Toen bemoeide de dame, aan wie zij was voorgesteld, zicli met haar en vroeg9 „Je kent deze menschen zeker niet goed, lieve?" Met tranen van spijt in de oogen antwoordde Ada: „■Neen, mevrouw; ik heb niet gewe ten dat het zoo'n partij zou wezen." En we hebben het eerste het beste communiqué maar door te lezen, om te zien, dat in deze schildering volstrekt geen overdrijving ligt. Het jongste Deutsche stafbericht b.v. spreekt yan het in den strijd werpen van „groote troepenmachten", van een „gi.'óoten inzet van menschenmateriaal" wolk 'n vreeselijk woordvan „verbitterd strijden", „krachtige aanval len totaal afgeslagen", enz. enz. Uit een en ander blijkt ook, dat van de krachten der Duitschers veel gevergd wordt, en dat de geallieerden nog niet op bun lauweren rusten. Anderzijds kan geconstateerd worden, dat de tegenstand 'der Duitschers van boteekenisl is, zoodat de gedachte, dat ze verzwakt zouden zijn op dit front, 'indien ze poit uitgesproken is, prijsge geven moet worden. Vooral de Engelschen zijn weer aan het einde van hun Latijn, en spreken reeds van de aanvallen van den vijand, hetgeen er 'op wijst, dat hun offensief reeds tot staan was gebracht. Het Britsche hoofdkwartier meldt: „De vijand, versterkt door talrijke "bataljons, die ,aan andere deelen der linie waren onttrokken, ging voort op alle punten een zeer hardnekkigen tegenstand te bid den ,aan onze troepen. Gedurende den nacht had een hevig gevecht plaats in de buurt van Laboisselle. Onze troepen streden met groote clappei'- heid tegen de hevige aanvallen van den yijand, die een klein deel van de ver dedigingswerken ten Zuiden van liet ge noemde dorp heroverde. Overigens blijft de toestand in deze omgeving onveranderd". Een later bericht meldt, dat hevige onweders en stortregens de offensieve operaties belemmerden. De Engelschen zijn van een koude reis thuisgekomen. En 't zal ons niet verwonde ren, dat straks op alle punten van het front de oude loopgravenoorlog weer is ingetreden, gelijk op vele punten reeds het geval is. De oorlogscorrespondent van de „Voss. Ztg." telegrafeert het volgende betreffen de de door de Franse hen gemelde her overing van het Thiaumont-werk. Hoe de Franschen er toe komen van een zoo danige herovering te spreken, is onbe grijpelijk. Op de meest besliste wijze wordt verzekerd, dat de Franschen tijdens het heele verloop hunner tegenaanvallen in bet geheel niet, ook niet tijdelijk, ooi het Thiaumontwerk vasten voet gekregen hebben. Op het Oostelijk oorlogsterrein zijn de Russen nu ook óp het Noordelijk front, ten NAY. van het bekende spoorweg- knooppunt Baranowitschi het offensief be gonnen. Blijkens het Duitsche communi qué zijn do Russen er daarbij in geslaagd in een deel van de Duitsche loopgraven door te dringen. In dat communiqué wordt ten minste gesproken van voorbe- ireidingen tot een tegenaanval om de bin nengedrongen Russische afdeeling terug te werpen. De legergroep Von Bottoner lieeft, blijkens het jongste bericht uit Berlijn, een belangrijk succes op de Russen we ten te behalen. Ten Z.O. v,an Tiumacz, drongen de Duitschers de vijanden door een snellen opmarsch over een front van 20' K.M. over een diepte van 10 K.M. terug. „O, dat is mets erg," zei de 'dame hartelijk, „laat ons liever trachten te bedenken de dingen die boven zijn." „Boven?" vroeg Ada, .verwonderd en keek in het rustig-open gelaat der dame. „Ja lieve; deze dingen zijn de moeiten en zorgen niet waard, die we ér voor over hebben." „Dat is ook wat mama zegt,, maar „Ja, ik begrijp je, m'n kind. Er zijn heel veel „maars", doch hoe minider wij eraan denken, hoe gelukkiger wijl zijn. Ohs je mama zqgt ook, dat je denken; moet aan de dingen die boven zijn?" „Niet met deze woorden", zeide Ada glimlachend, „maar zijl zegt altijd, dat wei de dingen moeten zien in het licht der eeuwigheid." ,,0 juist. Ja, dat moeten we ook, lieVe. Het is 'niet erg belangrijk of we opt een party in Eston Square een costuum aan hebben, waarvoor we ons .schamen. Ik logeer hier bijl mijn nicht mevrouw May, en toen ik vanavond beneden) kwam, allerf minst verlangende naar een soiree, had ik niet gedacht een jong meisje tel zullen ontmoeten, dat toet mijn oud gezelschap! verblijd zou zfrjh." Ada keek de vriendelijke oude dam© dankbaar' aan en opgewekt hadden ze samen een gesprek, dat hen geboeid! hield, totdat Clara Ada op den schouder Voorwaar een meesterlijke prestatie, die weer getuigenis aflegt van het groote; weerstandsvermogen en de goede organi satie van het Duitsche leger. Men is blijkbaar in een geheel nieu we phase van den strijd gekomen, waarin niet onmiddellijk beslissende resultaten kunnen worden verwacht, doch waarin zich op alle fronten een felle strijd ont wikkelen zal, naar welks verloop de vre desvoorwaarden zich zullen richten. „Sherlock Hoimes" onder het vuur der Oostenrijkers. Eigenlijk is het niet „Sherlock Holmes", de meest bekende fantastische figuur in de moderne literatuur, zelf, maar zijn geeste lijke vader, Sir Arthur Conan Doyle, die bij een bezoek aan het Italiaansche front het doelwit is geweest van het Oosten- rijksche artillerievuur. Hij zegt omtrent deze gebeurtenis in de „Daily Chronicle" „Toen wij Ronchi naderden zagen wij op den weg, dien wij afrijden moesten, de granaten uiteenspatten, maai' wij had den nog niet begrepen, dat liet juist onze auto's waren, waarop de Oostenrijkers gewacht hadden en dat zij den schootsaf stand tot op een meier nauwkeurig bere kend hadden. Wij reden dien weg met een vaartje van een 80 K.M. per uur af. Het dorp was dichtbij, en het leek of wij de gevaarzöne reeds voorbij waren. Maar- wij hadden die integendeel pas bereikt. Juist op dat oogenblik hoorde ik een geluid alsof onze vier banden tegelijk ge sprongen waren, een vreeselijke knal, ge volgd door 'n bronrmenden toon, alsof een enorme gong na een hevigen slag na trilde. Ik keek op en zag drie wolkjes vlak boven mijn hoofd. Twee daarvan waren wit, de derde roestbruin. De lucht was vol stukken rondvliegend metaal en de weg was volkomen omgewoeld, zooals de chauffeur mij later vertelde. Het metalen onderstuk van een der granaten lag mid den op den weg, precies op de plaats waar onze auto's gepasseerd waren. Men behoeft mij nu niet meer te vertellen, dat de Oostenrijkers niet kunnen schieten. Ik weet nu beter. Onze groote snelheid heeft ons gered. Wij zaten in een open auto en de drie granaten sprongen, naar een van mijn Italiaansche geleiders, die zelf artillerie officier is, ongeveer tien meter boven ons hoofd. De stukken vlogen echter verder, terwijl wij, met zoo groote snelheid rij dend, er juist onderuit schoten. Vóór zij opnieuw konden vuren, waren wij een hoek omgereden en onder de „luwte" van een huis gekomen. De goede kolonel B. drukte mij zwijgend de hand. Mijn beide geleiders, die beste soldaten, waren zeer onder den indruk, omdat zij mij1 aan een zoo groot gevaar- hadden blootgesteld. In werkelijkheid moest ik hun eigenlijk mijn verontschul- diging aanbieden, want zij hebben genoeg gevaren te doorstaan, zoodat ik er niet die aan had behoeven toe te voegen van als begeleider op te treden van iemand, die een pleizierritje maken wil1." Hoe dorpen verdwijnen. Een correspondent van de „Daily News" schijft uit het Engelsche hoofd kwartier „Langs het geheele front zijn de vijande lijke stellingen, aan een hevig artillerie vuur onderworpen. Van mijn waarnemingsplaats kon ik teen dorp zien, dat gisteren, in zijn om- likte én influisterde „Je rijtuig is er, maar je behoeft nog niet te vertrekken, hoor." „O jawel, ik moet weg." Ada rees vlug op, maar Clara drong aan opi blijven, en om nog mee je sout peeren. Het haatte liaar echter niet en na een 'hartelijk afscheid van juffrouw Dean snelde Ada naar het dokterscou!- p'eetje. Tot haar' verrassing vond zij! haar vader erin zitten. „O beste papa, wat is dat aardig ,van u!" riep; ze verheugd uit. „Ik was toch uit, kind, en wilde je meteen aanhalen. Heir' je een prettigen avond gehad?" Ada barstte in tranen uit; toen ze wat bedaard was, steunde ze haar hoofd aan zijn schouder en zei: „0| papa, ik ben zoo dom en zoo dwaas geweest." „Wat is er dan gebeurd, m'n kind?" Ada vertelde dan van haar teleurstelling in Clara, en dr. Arundel wees haai' op het groote belang van goede vriendinnen, En toen zij voor hun huis stil' hielden, zei dr. Arundel „Nog één woord, Ada. Het slpijlt mij niet, dat je dit overkomen is, voordat je nog ,meer zoudt teleurgesteld worden. Zulk een vriendin zou je in nog groofcea) moeilijkheden gebracht hebben. Ik dank God, dat we dit zoo spoedig hebben ontdekt" i i lijsting van boonren, nog bewoonbaar was. Het was dan ook inderdaad be woond; weliswaar was het ons bekend, dat de burgerbevolking reeds lang ver dwenen was, maar de Duitschers ba- trokkeu 't als kwartier, ook voor den generalen staf. Heden bestaat het niet meer als dorp. Zelfs het bosch, waarin het wegschoof, bestaat niet meer. Inplaats daarvan ziet men nog slechts een regiment boom stronken, met hier en daar een gescheurde tak, zoo bladerloos 'als óf het midden in den winter ware. Tusschen de kale boomstammen staan de ruïnes van het dorp zelf, een nauwelijks herkenbare massa metselwerk. Nu èn dan viel hedenmiddag een pti- zer projectielen temidden van deze puia- hoopen, als om de Duitschers te herin neren, dat wij hen niet vergaten en om fe zorgen dat zelfs geen spoor van een schuilplaats voor de troepen van den vijand bestaan bleef. Yan den rand van het dorp af ware* de zich naar noord en zuid uitstrek kende loopgraven, zoowel die van den vijand als de onze, duidelijk zichtbaar. Op sommige plaatsen zijn zfe niet meer dan zestig meter van elkander. Op an dere, waar de aard van den bodem, dit noodzakelijk maakt, löopen zij verder uit elkaar, zoodat er daar een strook' „niemandsland" van ©enige honderden meters breedte ontstaan is. Wij zagen, hoe onze artillerie met schitterende nauwkeurigheid de vijande lijke ltoopgraven en de daarvoor liggende draadversperringen vernielde. Verder weg naar links wees een zwarte rookmassa de plaats aan, waar een an der bos'ch gelegen was; waarin zich dingen bevonden, die vernietigd moesten worden. Maar rondom leek' de geheele gezichts einder min of meer voortdurend in een toestand van uitbarsting te verkennen en. het geluid van de kanonnen om: ons heen en achter ons, gemengd met dat der ontploffingen in de loopgraven en op den grond daaromheen en met het geloei der over .ons heen vliegende projectielen, was soms oorverdoovand," Korte Oorlogsberichten. Met het oog op den drukken land arbeid zijn in Oostfriesland de schooüt- vacanties reeds begonnen, die niet vóór 1 Aug. zullen geëindigd zijn. Op Sofia zijn 8 bommen geworpen, zonder dat schade aangericht wercL In vele plaatsen van Rijn-Pruisen zijn op de gemeentehuizen wegens ge)- brek aan personeel de diensturen voor het publiek des middags afgeschaft De gouverneur van Keulen, heeft de uitgave van de „Rheinische Zeitung" tot nader order verboden. Kristiania krijgt een nieuw stadhuis het zal in 1924, wanneer de stad haar 300-jarig bestaan viert, klaar moeten zijn. Wederom zijn in Duitschland alle 1F- jarigen opgeroepen. Ook aan de Yser is een hevige kanonnade begonnen. Het verkeer tusschen Engeland en het vasteland zal alm een strengere cort- tröle worden onderworpen. In het be9 lang Van de algemeene veiligheid, beweer!) Engeland. Toen Ada opi haar slaapkamer kwam, waren alle Verdrietige gedachten ver dwenen, en zij had er alleen ngg maar spijt Van, dat zij haai' moeder's waaij- schuwingljto den wind had geslagen. Kin derlijk eenvoudig was haai' avondgebed: „Niet mij, niét mij de keus Dn dingen groot of klein, Wilt Gij mijn gids, mijn kracht En al mijn wijsheid zijn!" HOOFDSTUK X. Den volgenden morgen, bij het ontbijt, vroeg Arthur plagend aan Ada, hoe hei) den vorigen avond met de handschoenen gegaan was. Hij kreeg een zóó ernstig) antwoord, dat hij terstond voelde, dat het niet naar wensch gegaan was. Onder weg naar school vertelde Ada hem alles en besloot met eern treurig: „En nu heb ik geen vriendin meer." „Je zult wel een ander vinden." „Nee, ik zal1 nooit meer vertrouwen op mijn eigen keus." „Maar Ada, kennen wij dan niet het woord'„Ik zal) u leiden door Mijii raad?" Ada knikte; haar oogen stonden vol tranen en dan nam ze haastig afscheid) van Arthur, om naar school te gaan, waai- Clara,, niet erg op haafl* .gemak, reeds was en tegen de ontmoeting .met Ada zeer opzag. '(Wordt vervolgd.).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1916 | | pagina 1