MAN
No.
Bessen,
ooi.
Woensdag 5 Juli 1916
30e Jaargang
si McMa
nen.
E
i
>rselein9
lleerd,
Tieveulen,
FEUILLETON.
De Groote OorSog.
te koop
te koop:
>pgaaf van
rrieveulen,
ir gevraagd
idiende.
Staters-OeneraaS
Ie met tranen zaaien,..
k,
if naar Pauwen-
re ren vóór of op
UTSE Janz. Jr.,
ngaard aan den
sbiljetten in te
SEN Az., Kapella..
Zeeuw, Goes,
P
't Zand bij Mid-
E
RUM, Vlissingen
pd. J. WOUTERS
iALLEGANGE,
P
of Kalfvaars
KEULEN,
eg, Koudekerke.
;'s Bank, Goes
k-
Uitgave van
de Jatami. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Moo.fdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219.
Eareau te Middelburg:
FtRMA F. P. OHUIJ L. BURG.
Drukkers:
Öosterbaan Le Colntre Goos.
Tweede Kamer.
Links voor bet- tarief!?
Zwakke argumentatie.
Successierecht. Weer
8 millioen meer opgediept.
Het ontwerp betreffende bet statistiek-
recht liep zeer glad van stapel.
Aftfe beriiuiere zich, dat de bedoeling
van dit wetje is een goede statistiek
van in- en uitvoer te verkrijgen, waarvan
de ko&Oen worden gedekt door een laag
tarief.
In 't geheel zal liet 3 millioen op
brengen.
Niet ten onrechte heelt de heer
Kooien fer pp gewezen, dat het linkschei
kabinet er toch niet afkeerig van is
„een paai- dubbeltjes" uit het tarief ta
halen, af geschiedt dit dan ook onder
een anderen naam.
Hij herinnerde aan de agitatie in 1913
tegen verhooging van invoerrechten, toen
beweerd werd dat zelfs een matige ver
hooging fnuikend zou werken op den
handel. Nu wordt dooi' de regeering
ontkend, dat het statistiékrecht zou ge
lijk staan met verhoóging van inkomende
rechtön.
De Minister van Financiën betoogde,
dat liet hier voorgestelde tarief van
1 per mille niet kan worden vergeleken
met inkomende rechten. Indien de .Ne-
derlandsche S-taat geen geld noodig had,
dit erkende spr. zou ook liet nu aan de
orde zijnde recht niet zijn voorgesteld.
■VCeri voelt aanstonds, dat het ministe
rieels betoog uitermate zwak is'.
zaak isl nog al duidelijk
Er komt geld uit eeu tarief in de
schatkist. Of dit veel of weinig is,
dat doet er niet toe.
Links- aanvaardt het tarief.
Het wetsontwerp wercl na nog eenig
praten - goedgekeurd.
Het volgende ontwerp, betreffende een
wijziging der Successiewet, was niet zoo
gauw afgehandeld
De 8 millioen, die dit wetje moet
opbrengen, deden nog al bezwaren naar
voren Jcomen,
Twee nieuwighedenheeft bet ontwerp,
n.l. de gelijkstelling van 'de schenkingen
en van de levensverzekeringen.
De neer v. Nispen tot Sevenaer (r.-k.,)
zeide dat zijn. bezwaren tegen verdere
progressie, vooral ten aanzien van de
heffing in de rechte lijn, onverkort zijn
gebleven. Ook had spr. enkele bezwaren
tegen de bepalingen betreffende levens-
verzekeringen en schenkingen. De hef
fingen voor verzekeringen bij: buitenland-
sche maatschappijen zou hij uitgesteld
willen zien tot ha herziening van de
desbetreffende wetgeving.
Voorts! zou hij een bepaling wenschen
om herstel van de vergissingen in de
memories van aangifte mogelijk te ma
ken. "De belasting in de rechte lijn ten
ook de kwestie van den ëed zullen hent
tegen het wetsontwerp doen stemmen.
Do 'heer Tydeman (v.l.) is bereid den
minister te geven wat in het ontwerp
wordt, gevraagd, drong evenwel aan op
een meer vrijgevige regeling van de vrij
stellingen van schenkingen.
De heer Drion (v. 1.) bepleitte een af-
zorideriijfce regeling voor de heffing van
I evensrerzekeri nguitkeeringen
De 'heer Ter Laan (s. d.) bepleitte
Naar het Engelseh van C. S.
Idoor v. d. M.
15)
boen Clara haar- verteld had, wie er
al zoo zouden komen, 'zonk haar moed
opnieuw en zij maakte Clara deelgenoot
van haar vrees.
„Toe, laat mij maar naar huis gaan,
Clara, dat 's veel' beter."
Maar la ra wilde daarvan niets weten.
„Ik heb nog een mooi licht zijden
costuum voor je, pas dat maai- eens aan."
Ada schrok van liet denkbeeld.
„0 nee, Clara, dat doe ik liever niet."
Clara haalde haar schouders op, keek
wat boos en zei:
„Niet als je wilt, hoor; ,'tzou anders
niet zoo vreeselijk geweest zijn."
Clara was te goed opgevoed om te
zeggen wat zij op haar lipepn had, en
Ada voelde zich door dezen loop van
zaken allesbehalve op haar gemak. Toen
zij éindelijk naai' beneden gingen, 'had
zij smet moeite haar opgewektheid her
wonnen.
In des groote salon was nog niemand
toen zij er binnen traden; het leek een
kilte kamer en liet was er ook niet
warm. Clara verklaarde dit uit de ge-
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post1,8®
Losse nummers8.9ë
Prijs der Adverientiên:
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer lf cfc.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
een verhooging van de opbrengst van
het ontwerp ten einde een beter overzicht
te verkrijgen tusschen de verhooging dei-
indirecte heffingen (op bier) en „der di
recte belastingen.
De voorzitter riep hem hier even tot
de orde, omdat besprekingen van an
dere belastingen niet werden gehouden.
De heer Ter Laan, zijn rede vervol
gende, keurde het denkbeeld van den
heer Thion, betreffende de levensverzeke
ringen "goed, doch vreesde, dat er van
de geheele belasting van levensverzeke
ringen niets zal terecht komen, indien
innen ze nu gaat uitschakelen. Wordt zijn
amendement aangenomen, dan zal "de be-.
lasfing r 29.000.000 opbrengen. Met cij
fers trachtte hij aan'te toonen, "Hat het
volk niet zwaarder mag worden belast.
Met ©en lager- tarief voor de oomzeggers
kon hij zich wel vereanigon.
De heer De Monté Ver Loren (A.-R.)
betoogde, dat zoowel deze als de vorige
Minister zijn tekort geschoten in het aan
wijzen van groote bezuinigingen en kon
zich niet geheel vereenigen met de bepa
lingen betreffende schenkingen (die z.i.
de milddadigheid zullen tegengaan). Hjj
deelde de bezwaren tegen de ervingen
,in de rechte lijn, doch zou terwille
van den nood der schatkist willen mee
gaan, indien do grens van f 50.000, door
Minister Kolkman gesteld, werd verlaagd
tot 25.000. Spr. meende, dat beslist moet
worden partij gekozen tegen het stand
punt van den heer Ter Laan, dat een
vermogen vrij komt als de bezitter komt
te overlijden.
Heden half twaalf zou de heer De
Savornin Lohman aan het woord ko
men.
Beknopt overzicht van dan toestand.
„De Amsterdammer" noemt hjet schouw
spel, dat Europa biedt, zeer terecht even
verbijsterend als hartroerend.
De natuur heeft zich getooid met
haar schoonste gewaden en, gekomen
tot de middaghoogte van haar jaarhaan,
openbaart zij een rijkdom van schitteren
de zonrersche pracht.
Als een pruilend kind, dat zijn lachen
de .jeugd verbergt achter schaduwen ten
tranen (donkere dagen en regen), zoo
is de Junimaand heengegaan en Juli
trad in, het gelaat verlichtdoor den
glans van den luister, die haar omgeeft.
En als ware het dat de koning der
slagvelden dit moment afgewacht had,
zoo heeft op den ^eersten dag der nieu
we maand, Zaterdag, de knokige trom
petter van den Doocl op de reeds met
bloed dooidrenkte velden van Frankrijk
©en nieuw attaqué geblazen, duizenden
mannen zijn vooruitgestormd, duizenden
kanonnen zijn losgebrand en stapels
lijken ©n bloed en vuur en stof 'hebben
het leven aan de aaide ontsproten, ver
stikt, en wat natuur en mensch te zamen
hadden gewrocht, verbrijzeld en vermaald.
Dat is het schouwspel, verbijsterend
door zijn schreeuwend, weergaloos con
trast van leven en dood, als een open
baring yan den oppersten waanzin, en
hart ontroerend door de' felschrijnende
tragiek van zulk een werelddrama.
Aldus teekent de vaardige pen van
den overzichtschrijver vain bovengênoemjd
blad den toestand.
woont©, om er bij een avondpartij geen
haardvuur aan te leggen, omdat het anders
te warm werd. Toen zij voorstelde, om
alvast wat te gaan musioeeren, trad juist
mevrouw May binnen en begroette Ada
vriendelijk, evenals, mijnheer May, die haar
gevolgd was'. Dan verscheen Clara's zus
ter Marron, die Ada van top tot teen
scheen op te nemen en daarna met Clara
fluisterend over Ada -sprak.
Toen .de gasten begonnen te 'komen
zag Ada zich bijna geheel vergeten, maai'
Clara onderhield zich druk met iedereen.
Slechts, aan één persoon stelde Clara
haar voor, doch toen niet als een vrien
din, maar. zeer koel afe „een van onze
gasten."
Nadat wat gezongen en gespeeld was,
werd voorgesteld tot een wals over te
gaan. Clara kwam .tot Ada toe en vroeg
haar, of zij dansen kon. Toen de niet
vriendelijk gedane vraag ontkennend werd
beantwoord, liep zij terstond naar de
anderen en lipt Ada opnieuw aan zich-
zeli óver.
Toen bemoeide de dame, aan wie
zij was voorgesteld, zicli met haar en
vroeg9
„Je kent deze menschen zeker niet
goed, lieve?"
Met tranen van spijt in de oogen
antwoordde Ada:
„■Neen, mevrouw; ik heb niet gewe
ten dat het zoo'n partij zou wezen."
En we hebben het eerste het beste
communiqué maar door te lezen, om
te zien, dat in deze schildering volstrekt
geen overdrijving ligt.
Het jongste Deutsche stafbericht b.v.
spreekt yan het in den strijd werpen
van „groote troepenmachten", van een
„gi.'óoten inzet van menschenmateriaal"
wolk 'n vreeselijk woordvan
„verbitterd strijden", „krachtige aanval
len totaal afgeslagen", enz. enz.
Uit een en ander blijkt ook, dat van
de krachten der Duitschers veel gevergd
wordt, en dat de geallieerden nog niet
op bun lauweren rusten.
Anderzijds kan geconstateerd worden,
dat de tegenstand 'der Duitschers van
boteekenisl is, zoodat de gedachte, dat
ze verzwakt zouden zijn op dit front,
'indien ze poit uitgesproken is, prijsge
geven moet worden.
Vooral de Engelschen zijn weer aan
het einde van hun Latijn, en spreken
reeds van de aanvallen van den vijand,
hetgeen er 'op wijst, dat hun offensief
reeds tot staan was gebracht.
Het Britsche hoofdkwartier meldt: „De
vijand, versterkt door talrijke "bataljons,
die ,aan andere deelen der linie waren
onttrokken, ging voort op alle punten
een zeer hardnekkigen tegenstand te bid
den ,aan onze troepen.
Gedurende den nacht had een hevig
gevecht plaats in de buurt van Laboisselle.
Onze troepen streden met groote clappei'-
heid tegen de hevige aanvallen van den
yijand, die een klein deel van de ver
dedigingswerken ten Zuiden van liet ge
noemde dorp heroverde.
Overigens blijft de toestand in deze
omgeving onveranderd".
Een later bericht meldt, dat hevige
onweders en stortregens de offensieve
operaties belemmerden.
De Engelschen zijn van een koude reis
thuisgekomen. En 't zal ons niet verwonde
ren, dat straks op alle punten van het
front de oude loopgravenoorlog weer is
ingetreden, gelijk op vele punten reeds
het geval is.
De oorlogscorrespondent van de „Voss.
Ztg." telegrafeert het volgende betreffen
de de door de Franse hen gemelde her
overing van het Thiaumont-werk. Hoe de
Franschen er toe komen van een zoo
danige herovering te spreken, is onbe
grijpelijk. Op de meest besliste wijze wordt
verzekerd, dat de Franschen tijdens het
heele verloop hunner tegenaanvallen in
bet geheel niet, ook niet tijdelijk, ooi
het Thiaumontwerk vasten voet gekregen
hebben.
Op het Oostelijk oorlogsterrein zijn de
Russen nu ook óp het Noordelijk front,
ten NAY. van het bekende spoorweg-
knooppunt Baranowitschi het offensief be
gonnen. Blijkens het Duitsche communi
qué zijn do Russen er daarbij in geslaagd
in een deel van de Duitsche loopgraven
door te dringen. In dat communiqué
wordt ten minste gesproken van voorbe-
ireidingen tot een tegenaanval om de bin
nengedrongen Russische afdeeling terug
te werpen.
De legergroep Von Bottoner lieeft,
blijkens het jongste bericht uit Berlijn,
een belangrijk succes op de Russen we
ten te behalen.
Ten Z.O. v,an Tiumacz, drongen de
Duitschers de vijanden door een snellen
opmarsch over een front van 20' K.M.
over een diepte van 10 K.M. terug.
„O, dat is mets erg," zei de 'dame
hartelijk, „laat ons liever trachten te
bedenken de dingen die boven zijn."
„Boven?" vroeg Ada, .verwonderd en
keek in het rustig-open gelaat der
dame.
„Ja lieve; deze dingen zijn de moeiten
en zorgen niet waard, die we ér voor
over hebben."
„Dat is ook wat mama zegt,,
maar
„Ja, ik begrijp je, m'n kind. Er zijn
heel veel „maars", doch hoe minider wij
eraan denken, hoe gelukkiger wijl zijn.
Ohs je mama zqgt ook, dat je denken;
moet aan de dingen die boven zijn?"
„Niet met deze woorden", zeide Ada
glimlachend, „maar zijl zegt altijd, dat wei
de dingen moeten zien in het licht der
eeuwigheid."
,,0 juist. Ja, dat moeten we ook, lieVe.
Het is 'niet erg belangrijk of we opt een
party in Eston Square een costuum aan
hebben, waarvoor we ons .schamen. Ik
logeer hier bijl mijn nicht mevrouw May,
en toen ik vanavond beneden) kwam, allerf
minst verlangende naar een soiree, had
ik niet gedacht een jong meisje tel zullen
ontmoeten, dat toet mijn oud gezelschap!
verblijd zou zfrjh."
Ada keek de vriendelijke oude dam©
dankbaar' aan en opgewekt hadden ze
samen een gesprek, dat hen geboeid!
hield, totdat Clara Ada op den schouder
Voorwaar een meesterlijke prestatie, die
weer getuigenis aflegt van het groote;
weerstandsvermogen en de goede organi
satie van het Duitsche leger.
Men is blijkbaar in een geheel nieu
we phase van den strijd gekomen, waarin
niet onmiddellijk beslissende resultaten
kunnen worden verwacht, doch waarin
zich op alle fronten een felle strijd ont
wikkelen zal, naar welks verloop de vre
desvoorwaarden zich zullen richten.
„Sherlock Hoimes" onder het vuur der
Oostenrijkers.
Eigenlijk is het niet „Sherlock Holmes",
de meest bekende fantastische figuur in de
moderne literatuur, zelf, maar zijn geeste
lijke vader, Sir Arthur Conan Doyle, die
bij een bezoek aan het Italiaansche front
het doelwit is geweest van het Oosten-
rijksche artillerievuur. Hij zegt omtrent
deze gebeurtenis in de „Daily Chronicle"
„Toen wij Ronchi naderden zagen wij
op den weg, dien wij afrijden moesten,
de granaten uiteenspatten, maai' wij had
den nog niet begrepen, dat liet juist onze
auto's waren, waarop de Oostenrijkers
gewacht hadden en dat zij den schootsaf
stand tot op een meier nauwkeurig bere
kend hadden. Wij reden dien weg met
een vaartje van een 80 K.M. per uur af.
Het dorp was dichtbij, en het leek of wij
de gevaarzöne reeds voorbij waren. Maar-
wij hadden die integendeel pas bereikt.
Juist op dat oogenblik hoorde ik een
geluid alsof onze vier banden tegelijk ge
sprongen waren, een vreeselijke knal, ge
volgd door 'n bronrmenden toon, alsof
een enorme gong na een hevigen slag na
trilde. Ik keek op en zag drie wolkjes vlak
boven mijn hoofd. Twee daarvan waren
wit, de derde roestbruin. De lucht was vol
stukken rondvliegend metaal en de weg
was volkomen omgewoeld, zooals de
chauffeur mij later vertelde. Het metalen
onderstuk van een der granaten lag mid
den op den weg, precies op de plaats
waar onze auto's gepasseerd waren. Men
behoeft mij nu niet meer te vertellen, dat
de Oostenrijkers niet kunnen schieten. Ik
weet nu beter.
Onze groote snelheid heeft ons gered.
Wij zaten in een open auto en de drie
granaten sprongen, naar een van mijn
Italiaansche geleiders, die zelf artillerie
officier is, ongeveer tien meter boven ons
hoofd. De stukken vlogen echter verder,
terwijl wij, met zoo groote snelheid rij
dend, er juist onderuit schoten. Vóór zij
opnieuw konden vuren, waren wij een
hoek omgereden en onder de „luwte" van
een huis gekomen.
De goede kolonel B. drukte mij zwijgend
de hand. Mijn beide geleiders, die beste
soldaten, waren zeer onder den indruk,
omdat zij mij1 aan een zoo groot gevaar-
hadden blootgesteld. In werkelijkheid
moest ik hun eigenlijk mijn verontschul-
diging aanbieden, want zij hebben genoeg
gevaren te doorstaan, zoodat ik er niet
die aan had behoeven toe te voegen van
als begeleider op te treden van iemand,
die een pleizierritje maken wil1."
Hoe dorpen verdwijnen.
Een correspondent van de „Daily
News" schijft uit het Engelsche hoofd
kwartier
„Langs het geheele front zijn de vijande
lijke stellingen, aan een hevig artillerie
vuur onderworpen.
Van mijn waarnemingsplaats kon ik
teen dorp zien, dat gisteren, in zijn om-
likte én influisterde
„Je rijtuig is er, maar je behoeft nog
niet te vertrekken, hoor."
„O jawel, ik moet weg."
Ada rees vlug op, maar Clara drong
aan opi blijven, en om nog mee je sout
peeren. Het haatte liaar echter niet en
na een 'hartelijk afscheid van juffrouw
Dean snelde Ada naar het dokterscou!-
p'eetje. Tot haar' verrassing vond zij! haar
vader erin zitten.
„O beste papa, wat is dat aardig ,van
u!" riep; ze verheugd uit.
„Ik was toch uit, kind, en wilde je
meteen aanhalen. Heir' je een prettigen
avond gehad?"
Ada barstte in tranen uit; toen ze wat
bedaard was, steunde ze haar hoofd aan
zijn schouder en zei:
„0| papa, ik ben zoo dom en zoo
dwaas geweest."
„Wat is er dan gebeurd, m'n kind?"
Ada vertelde dan van haar teleurstelling
in Clara, en dr. Arundel wees haai' op
het groote belang van goede vriendinnen,
En toen zij voor hun huis stil' hielden,
zei dr. Arundel
„Nog één woord, Ada. Het slpijlt mij
niet, dat je dit overkomen is, voordat
je nog ,meer zoudt teleurgesteld worden.
Zulk een vriendin zou je in nog groofcea)
moeilijkheden gebracht hebben. Ik dank
God, dat we dit zoo spoedig hebben
ontdekt" i i
lijsting van boonren, nog bewoonbaar
was. Het was dan ook inderdaad be
woond; weliswaar was het ons bekend,
dat de burgerbevolking reeds lang ver
dwenen was, maar de Duitschers ba-
trokkeu 't als kwartier, ook voor den
generalen staf.
Heden bestaat het niet meer als dorp.
Zelfs het bosch, waarin het wegschoof,
bestaat niet meer. Inplaats daarvan ziet
men nog slechts een regiment boom
stronken, met hier en daar een gescheurde
tak, zoo bladerloos 'als óf het midden
in den winter ware. Tusschen de kale
boomstammen staan de ruïnes van het
dorp zelf, een nauwelijks herkenbare
massa metselwerk.
Nu èn dan viel hedenmiddag een pti-
zer projectielen temidden van deze puia-
hoopen, als om de Duitschers te herin
neren, dat wij hen niet vergaten en
om fe zorgen dat zelfs geen spoor van
een schuilplaats voor de troepen van
den vijand bestaan bleef.
Yan den rand van het dorp af ware*
de zich naar noord en zuid uitstrek
kende loopgraven, zoowel die van den
vijand als de onze, duidelijk zichtbaar.
Op sommige plaatsen zijn zfe niet meer
dan zestig meter van elkander. Op an
dere, waar de aard van den bodem, dit
noodzakelijk maakt, löopen zij verder
uit elkaar, zoodat er daar een strook'
„niemandsland" van ©enige honderden
meters breedte ontstaan is.
Wij zagen, hoe onze artillerie met
schitterende nauwkeurigheid de vijande
lijke ltoopgraven en de daarvoor liggende
draadversperringen vernielde.
Verder weg naar links wees een zwarte
rookmassa de plaats aan, waar een an
der bos'ch gelegen was; waarin zich
dingen bevonden, die vernietigd moesten
worden.
Maar rondom leek' de geheele gezichts
einder min of meer voortdurend in een
toestand van uitbarsting te verkennen en.
het geluid van de kanonnen om: ons
heen en achter ons, gemengd met dat
der ontploffingen in de loopgraven en
op den grond daaromheen en met het
geloei der over .ons heen vliegende
projectielen, was soms oorverdoovand,"
Korte Oorlogsberichten.
Met het oog op den drukken land
arbeid zijn in Oostfriesland de schooüt-
vacanties reeds begonnen, die niet vóór
1 Aug. zullen geëindigd zijn.
Op Sofia zijn 8 bommen geworpen,
zonder dat schade aangericht wercL
In vele plaatsen van Rijn-Pruisen
zijn op de gemeentehuizen wegens ge)-
brek aan personeel de diensturen voor
het publiek des middags afgeschaft
De gouverneur van Keulen, heeft
de uitgave van de „Rheinische Zeitung"
tot nader order verboden.
Kristiania krijgt een nieuw stadhuis
het zal in 1924, wanneer de stad haar
300-jarig bestaan viert, klaar moeten zijn.
Wederom zijn in Duitschland alle 1F-
jarigen opgeroepen.
Ook aan de Yser is een hevige
kanonnade begonnen.
Het verkeer tusschen Engeland en
het vasteland zal alm een strengere cort-
tröle worden onderworpen. In het be9
lang Van de algemeene veiligheid, beweer!)
Engeland.
Toen Ada opi haar slaapkamer kwam,
waren alle Verdrietige gedachten ver
dwenen, en zij had er alleen ngg maar
spijt Van, dat zij haai' moeder's waaij-
schuwingljto den wind had geslagen. Kin
derlijk eenvoudig was haai' avondgebed:
„Niet mij, niét mij de keus
Dn dingen groot of klein,
Wilt Gij mijn gids, mijn kracht
En al mijn wijsheid zijn!"
HOOFDSTUK X.
Den volgenden morgen, bij het ontbijt,
vroeg Arthur plagend aan Ada, hoe hei)
den vorigen avond met de handschoenen
gegaan was. Hij kreeg een zóó ernstig)
antwoord, dat hij terstond voelde, dat
het niet naar wensch gegaan was. Onder
weg naar school vertelde Ada hem alles
en besloot met eern treurig:
„En nu heb ik geen vriendin meer."
„Je zult wel een ander vinden."
„Nee, ik zal1 nooit meer vertrouwen op
mijn eigen keus."
„Maar Ada, kennen wij dan niet het
woord'„Ik zal) u leiden door Mijii raad?"
Ada knikte; haar oogen stonden vol
tranen en dan nam ze haastig afscheid)
van Arthur, om naar school te gaan,
waai- Clara,, niet erg op haafl* .gemak,
reeds was en tegen de ontmoeting .met
Ada zeer opzag.
'(Wordt vervolgd.).