Zaterdag 1 Juli 1916 30e Jaargang No. 331 Zeeuwsche Stemmen. FEUILLETON. Die met tranen zaaien De iroofe Oeriog, Binnenland. list de Provincie. Lessen. Meerdere lessen zijn uit de jongste herstemmingen te trekken. 'Voor de hand ligt wel deze dat wij steeds moeten zorgen bij eerste stemming #1 onze mannen bij de stembus te heb ben. Waren te Middelburg onze geestverwan ten opgekomen voor Melis bij de eerste stemming gelijk bij de herstemming ge schied is, dan ware Melis in eenen ge kozen geweest, aan de Kiesvereenigingen, waren de kosten eener herstemming be spaard gebleven, en de leiders hadden niet andermaal de moeite en den last van het drukke verkiezingswerk zich opge legd gezien. Bovendien hoe klein was niet de meer derheid op onzen candidaat. Aangenomen dat de vijf kiezers te Ar- nemuiden die te laat kwamen om te stem men, links zouden "gestemd hebben wat overigens van auto-kiezers nog lang zoo zeker niet is dan zou de vrij zinnige candidaat gekozen zijn geweest. Hier hing het derhalve weer aan een enkele stem. iGfaat men de herstemmingen in ai\- dere provinciën na, dan treft het ons dat in meerdere kiesdistricten de opkomst op den stemdag beter had kunnen zijn. Hadden onze vrienden in Ommen bij de stemming even hard gewerkt als bij de herstemming, Overijsel ware nog rechtsch gebleven. Nu is het voor min stens drie jaren 1 i nk s c h. .Waren onze vrienden in Franeker even ijverig geweest bij de stemming als 'bij de herstemming, hunne drie af tredende rechtsche candidaten waren ter stond jierkozen geweest. Was fde inspanning in Rotterdam II ivoor -Gérretson bij de eerste stemming- even groot geweest als bij de herstemming, dit .uitnemende Statenlid ware herkozfejn, en de meerderheid iu Zuid-Hollands Staten twee stemmen grooter geweest. Ditzelfde geldt ook o..a. van Amster dam II waar Donwes niet bad behoe ven te vallen. L XX VIII. Waar "blijft no. 78 toch? hééft menig een zich misschien reeds afgevraagd. Anderen hebben wellicht verondersteld, dat ik mijn pen er voor goed bij had neergelegd, en hebban vergenoegd de handen, gewreven. Doch ziet, no. 78 is dan toch ein delijk nog gekomen. Ja, mil pen is nog niet versleten, hoor. Maar allerlei omstandigheden noop ten mrj. het gekout met m'n lezers een poosje te staken. Eerstens de papierschaarschte, ol be ter de duurte van hol. papier, die de redactie en administratie tot zuinigheid maande en eerstgenoemde met hinder lijk gebrek aan ruimte deed plagen. Het spreekt vanzelf, dat de briefsehrij- veré, die altijd met hun co pie plegen te komen, als er gepn plaats is, nu al zeer kort gehouden werden en den raad kregen pen en papier voorloopig maar op te bergen. In de fweode plaats werd ik de dupe van de verkiezingscampagne, tlie bijna alle 'kolommen van „De Zeeuw" opeischte. De kiezers moesten voorgelicht wor- vs Zeeuw den; valsche praatjes moesten de we reld uitgeholpen worden; kromme dingen moesten recht 'gezet worden; vinnige polemiekjes moesten in goede banen gé- leid worden, euz. Ge zult zeggen, dat ik daaraan wel had kunnen meewerken! Een paar maal was fk in de .gelegenheid een hartig woordje mee te spreken, doch ge be grijpt, dat het zakelijke woord van de redactie beter inslaat, dan die van den-hak-op-den-tak springende briefjes van mij. Dat de verkiezingen in onze provin cie zoo prachtig zijn afgeloopen, is voor een goed deel ook aan haar degen arbeid te danken. Bij de stemmingen konden wij reeds op - mooie cijfers' en schoone resultaten wijzen. Do wind was ons gunstig ge weest. Het gros van ons rechtsche kiezers volk begreep, waarom 'tging en .han delde naar plicht en geweien. In één district, het rechtsche district Middelburg, hadden sommigen zich he laas lauwheid te verwijten. Die thuisblijvers hebben ons een lee- 1 ij fee poets gebakken. Wat al Vergeefsche kosten zijn er gemaakt. Gelukkig, dat ze bij de herstemming wakker geworden waren en op hun qui vivo. Melis kwaimt er nu, zij 't ook op 't nippertje. De vrijzinnigheid 'klaagt nu steen en been en vindt het een vreemd geval, dat in zoo'n rechtsch district een man van christelijken huize gekozen werd. Nu deugt de wijze der Verkiezing natuurlijk niet! Z.e zou zeker willen hebben, dat het vrijzinnige comité vap actie het recht had te bepalen aan wièn de zetel toe bedeeld behoorde te worden. En dan zouden wij ons er bij moeten neerleg gen, en moeten zwijgen. Ja, ja, dat geloof ik gaarne! In de liberale pers heeft ©en aan doenlijk .verhaal gestaan, dat tot bewijs zou moeten strekken voor de linksche meerderheid van het district. Een auto "met vier linksche kiezers zou van Vlissingen via Arnemuiden ter stembusse snellen, doch men moest on derweg voor een geopend© brug wachten. 'tWas al Iaat, zoodat het oponthoud oorzaak werd, dat de kiezers op de koffie kwamen, m.a.w. de bus' gesloten werd alvorens zij hun briefje met den naam van den man hunner keuze', in casü advocaat Adriaans©, er in gedaan hadden. Door een „toeval", heet het nu, is de uitslag voor links ongunstig geweest. Veel hecht ik niet aan dergelijke ver haaltjes. Alleen zou ik willen opmerken, dat wij niet aan „toeval" gel'ooven. Overigens heb ik nog wel andere lezingen gehoord. Een van dez-e is, dal de auto met de 5 linksche kiezers werd voorafgegaan door een met 4 van onzen huize. En deze vier zouden juist nog kans gezien hebben de brug te passeeren, vóór ze .geopend werd, en hun stem uit te brengen. Hoe het zij, de beslissing is gevallen, en we zijn er dankbaar voor. Laat ons nu pok stil zijn. Hoe stiller hoe liever. Anders vestigt men allicht den indruk, dat I ons in den grond der zaak 'toch om de personen en niet om de begin selen te doen zou zijn. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 2t9. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre - Goes. Naar het Engelsch van C. S. door v. d. M. 12) Hoe meer zij nu (de vooruitstekende; .rots naderden, hoe sneller het aanstroomencle 'water scheen te wassen. „Wat zullen we doen!" riep Marie in angst uit, terwijl ze de laatst© uitstel- kende klippuni en onder het water zagen verdwijnenWillem en zij waren zóó overstuur', 'dat ze Alie moesten pverge ven aan George en Maud. Maud schreide luid en riep Marie toe, toch Vooral te zien wat nog .gedaan kon worden. Helaas, toen ze de rots berteikten, na dat ze met uiterste insp'anning Alio had den meegevoerd, spoelde het water feeds om hun voeten en vei- om hun helen rolden de golven aan; Ier was geen spra-_ ke meer van ontkomen. Toen zfei elkaar in de doodelijk Verschrikte oogen kieken, was de volle ernst van het gevaar hun duidelijk. Achter hen rezen de rotshol ten somber op; vóór hen rolde de zee aan, langzaam maar zeker naderend. Spannend tuurden zij naar de hori zont: er was geen schip', geen zteil (e bekennenalleen do ondergaande zon deed het watervlak in duizend gouÜrim'- P'cls schitteren. Als een sphvnx, duizlend vreeselijke geheimen verbergend, lag de onmettelijfce oceaan voor het doocltelijk beangste troepje. Marie meende uitkomst te Vinden in het 'doorwaden Van de baaizijl aam haar rokken bijeen en begon Ier mee. De an deren wilden Volgen maar Willem ried hen aan te wachten: het Water kwam hem en Marie reeds tot het middel. Ma rie ging nog even verder, maar loien vóelde zij haar voet glippen. Willem1 grteep haar en zei wanhopig „Het is nutteloos, kom maar terug". Hij' hield haar Vast en toen ze in wat lager water kwamen beken z:e naar de anderen; die waren weer eenige voeten teruggedrongen en stonden hopeloos te wachten. Toen opperde Willem' teten ander plan „Ik moet gaan zwemmen en zien 'een boot te vinden; we zijn niet zoo heel vei1 van pet dorp en ik ben gauiw terug": „En als je nu nietMaai- zij had geen antwoord noodig. „Bid", zei hij. „Ga naar de anderen terug en zeg hen, dat Christus kan red den uit allen nood". We doen zoo graag in alles de we reld na. Ook bij ©en beginselzaak ate we nu uit te maken hadden, wordt nog veel na-aperij gevonden. En bij een gunstigen uitslag worden we zoo gauw verleid een toon aan te sik an, die allerminst in onzen mond past. 01' vindt ge dat gezwets van de roode broeders in Rotterdam zoo lofwaardig, die na hun jongste overwinning en den was van d©n rooden vloed, ö.m. deze lieflijke woorden op d© lippen had den: ifrv H i De vieze zwarte laslerbent, Kon 't toch niet van ons winnen. „Mijnheeren, 'tis begin van 'tend' Wat zal ,je nu beginnen?" En Van dor Molen èn De Jong En hoe ze moer nog heeten, Ze maakten nu geen reuzensprong, Maar zijn op straat gesmeten; Daar liggen zij nu op de straat Bevuild dooi- d'eigen rommel. En straks voor Kamer én voor Raad, Gaan z'ook wel naar den drommel, Daar helpt geen „lieve moeder" aan, Wij zullen ze wel krijgen. De fceeren hebben afgedaan, De roode vloed blijft stijgen. Ik vraag uVindt ge zooiets verhef fend D:e leolijkste krachttermen zijn nog weggelaten. T.iaat ons stil zijn; echter niet nalaten krachtig mee te wérkten aan het. opwer pen vaar een hechten dam, opdat die roode vloed zoo gauw mogelijk .gestuit worde. 'kHoop u nu niet lang meter op een volgenden brief te laten wachten, hoor! KEES VAN DER MEER. Beknopt overzicht van den toestand- De Entente toont, dat ze nog niet af getakeld .is. Op alle fronten ontwikkelt zich een» actie, welke de centralen met ontzag moet vervullen. Daar heeft men het. Oosleriront. Wie met graaf Tisza, den Hogaarschen minister-president meende, dat d© Oostete- rij'ksclie troepen nu wel in staat zouden zijn, om het voortdringen der Russen uit de Bjoekowina Westwaarts tegen te hou den, moet zich zonder twijfel danig ont goocheld zien bij het leaen der .jongste commuhiqué's uit de verschillende hoofd kwartieren. Weenen erkent nu, dat bij Pistyn, ten N.-W. van Kuty, opnieuw verbitterde ge vechten hebben plaats gehad. „Wegens den druk der hier in het veld gebrachte sterkere vijandelijke troepen, al dus heet het, werden onze troepen .in het terrein ten W. en Z.-W. van Kolomea teruggenomen". De 'Oostenrijkers zullen wel alles in het werk stellen om dit gewichtig strategi sche punt te behouden, doch gezien de enorme Russische overmacht, kan men hun weinig hoop op. succes geven. Te meer, wijl de aanvallers ten Noor den van Kolomea, tusschen den Pruth en den Dn jester, 'n geweldige actie be gonnen zijn en met de afsnijding van den spoorweg KolomeaStanislau dreigen. Laat ons dan het oog richten naar lliet Westerfront. „O, Willem, Willem! Wat zal mama zeggen?" riep Marie in vertwijfeling uit, terwijl Willem zijn kleuren uitwierp en in zee stapte. „Groet ze allen jen ook juffrouw Arun del en zeg hen, niet te vreezen. Ik zal mijn best doen". In een oogonblik was lyj; uit het ge zicht verdwenen, allelen zijln hoofd, za gen ze nog als ©en donkere stip. HOOFDSTUK VII. Toen de jongelui haarverlaten had den, zat mevrouiw Elliot nog ©enigen tijd in gepeins verzonken 'en toen zrji zich te eenzaam ging gevoelen, ging zij' op' weg naar de hut halverwege liét strand. De vroutwi. Iwas druk bezig met tbeezletten, die 's morgens, toen ze' die(.p'oney er brach ten, al besteld was. Mevrouw Elliot ging op de bank voor het huisje wat zitten lezen. Nadat zij' zich zoo een uurtje had' .bezig gehouden, viel bet haar olp, dat de jongelui zoo lang wegblevjen. Zij' liep eens naar binnen en vond de vrouw bezig met het gereed zetten der boter hammen. „Ze zijn laat, vrouw Mjansbridge; maar ik verwacht ze toch spoedig hier. Wat een gezellige kamer hebt p iüer". „Ja mevrouw, maar sinds mijn man is heengegaan, is het toch nooit inteer Na een wanhopigen strijd moeten de Franschen gistermorgen le 10 uur het werk van Thiaumont heroverd hebben. 'tMoet hier een strijd op leven en dood geweest zijn. Om 3 uur in den middag gelukte het den Duitschers weer het werk binnen te dringen, doch bij den daarop volgenden, tegenaanval was de .zege volkomen aan de zijde der Franschen. Alth-aais volgens het Parijsche commu niqué, dat er nog al betrouwbaar uitziet. Ook op het Zuide'rfront gaat het initia tief van de vijanden der centralen uit. Tusschen de Adige en de Brenta zijn de Italiaansche troepen thans in contact met de stellingen, waarop de Oostenrij kers van plan zijn tegenstand te bieden, gesteund door sterke linies van verschan singen, een groot aantal kanonnen en machinegeweren. Het Italiaansche krachtige offensief strekt zich thans uit over geheel liet front der operaties. Met spanning wordt het verloop van den strijd gevolgd. Voorwaar, de centralen warden thans wel op de proef gesteld. Korte Oorlogsberichten. Bij gebrek aan mannen moet dte Engtelsche boer jrrouwenhulp' aannemen en niet altijd van de best)©. Punch tee kent een boer len een nieuwe melkster uit de stad, vau beroep1 buffetjuffrouw. Ze staan in den stal voor den kop van een koe. De boer: „Laat ine nu ete'ns zien of je die koe kan melken". Het meisje (naar de hoorns wijzlejnde): „Welke hefboom is voor Hie mtelk en welke voor de rqom?" De Engelsch© boeren kunnen voor het hooien ©n voor den oogst soldaten krijgen die voor de verdediging van En geland bestemd zijn, of mannen, die' af- gedriid zijn. De Amer ik anten namen Carrizal (Mexico) en kwamen over de grens. Hét spook van buitengewone duurte staat liet Zwitsersche volk voor oogen. Bijzondere maatregelen worden aan geraden om den, dreigenden hongersnood te keeren. Algemeens maatregelen, zelfs een dictatuur voor levensmiddelen, wor den voorgesteld. Wegens hun paardenkennis zijn de Zigeuners in htet Engplsche leger zeer gezien. Vteelal doen zij dienst als cava- leiie-officiter, hoefsmeden en paarden arts. Te Boston (Amerika) is leen „droom- kliniek" opgericht, die tot doel heeft, de Amerikanen van„droomten" te be vrijden. De Koning van 'Engeland ontnam aan Casement zijn titel van ridder en onthief hem uit de orde Van St. Michael en George. -Bij het onderdrukken van een op stand in Marokko werden 91 Spanjaarden en 275 inlanders gedood of gewond. Er lieeft zich wederom een Rus- sisch-Roemeemsch .grensincident Voorge daan. Er bleek een Vergissing in 't spel te zijn. 1 In de Bethlehem Steelworks wordt gewerkt a,an het maken van monsterka nonnen, Van het formaat der Dnitsche „Dikke Bertha's". De bestelling voor die kanonnen werd gegeven door het En gelsch© departement van oorlog; het zijln 'de kamer van vroeger". „Diat kan ik me zoo begrijpen. Is het al lang' geleiden, dat je lilem hebt ver loren?" „Zes maanden alweer, mtevrouw. En hij liet mij een kindje van enkele dagen oud na. Één ding troost mij: hij heeft liet schaap gekust. Vóór hij' heenging; ten terwijl hij het mij teruggaf, zei hij1: ik weet niet, kind, of* ik je ooit zal te rugzien, maar zeg den jongen, dat zijn vader hem liefhad en gezegend heeft". „En hoe is het toen gegaan?" m|et droefheid denkende aan de lange en zwa re krankheid van haar eigen man. „Hij is nooit teruggekeerd, mievrouw. Er kwam een storm op; zijh schuit ver ging en binnen ©en half uur was hij „thuis"." „Thuis?" vroeg mevrouw Elliot. „O ja-,ik weet wat je bedolelt". „En ofschoon dat nu „niet is zooals het zou zijn thuis met hem, ik kan wachten; mijn Vader heeft, mij gewillig gemaakt, mevrouw". Juist kwam ©en zeejongen, het duin op gerend; hij' riep vrouw Mansbridge wat toe en zij ging inaar buiten. Toen zij in (de hut terugkwam, zag zij bleek len trad voorzichtig op mevrouw Elliot toe. „Br is een ongeluk gebeurd, mevrouw". VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG, Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post. l.®» Losse nummers Prijs der Advertentiën I5 regels ƒ0.50, iedere regel meer 19 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekeul Bij abonnement voordeelige voorwaarden, Familieberichten van 110 regels ƒ1- iedere regel meer 10 ct. 42 c.M, kanonnen, met. motor-bediening,. Het grootste geheim wordt bewaard ore», de plannen, het gieten en het verslie pen dezer kanonnen. Niet vriendelijk. In de „Ned." lezen we: Met ijver hebben de vrijzinnige» de socialisten geholpen. Toen He vrijzin nigen aan het socialisme, als aan. een ruwen, knorrigon neef bescherming vroegen en trouwe hulp aanboden, kte -k de stuursche nètef hem eens van 't hoofd tot d© yoeten aan ien "Zei: „Nou, voor uit dan maar." En toen de vrijzinnigen wterkéiijk gesjouwd en gedraafd hadden voor hun stuurschien neef, wat zei deze toen, wat zei het socialisme? Het sprak mede lijdend van hen als van „stumperde" en nam luen wat in de maling. Lees slechts wat liet weekblad „De Toorts" van het middengewest der S. D|. A. P. schrijft (24 Juni 1916): „De vrijzinnigen hebben in het hoekje gestaan waar de slagen vielen. De s-tule perds hebben leelijik klappen gehad en moesten 'het gelag nog betalten bovendien. „Bijna overal heeft het kiezerscorps de vrijzinnig© heeren een koude douche toegediend, die hun heugen zal. Met het oog op de ontzetting der eerste "Kamer spijt ons dit, maar anderszij hebben het verdiend. En zoo'n koud 'bad kan wel eens' heilzaam werken. We zuilen in dit geval met veel belangstelling de uitwerking nagaan." Hooi verl o f. Aan militairen, tot hoogstens 5 pet. der presente sterkte, kan door de cornp. commandanten geheel© of gedeeltelijke vrijstelling van dienst (behalve wacht en grensdienst) verleend worden, om bij den hooibouw uiterlijk tot en met 3i Jutrp in de omgeving binnen een afstand van één uur gaans van de .Kwar tieren hulp te verleenen, tegen htet ge bruikelijke loon. De reserve tweede luitenant R. Koo- le voor speciale diensten, is 'bestemd voor het bureau Ontwikkeling en Ontspan ning van het hoofdkwartier te 's-Gra- vénhage. Benoemd met ingang van heden tot lid van de Zuivelcommissie voor Zeeland Tj. B. E. K iels tra te Middelburg, en op nieuw benoemd tot lid dier commissie de heer W. Kakebeeke te Goes. Benoemd 'tot dijkgraaf van den Jacobpolder, C. M. van Nieuwenhuijzen JAVA te' 's Heer Arendskerketot dijk graaf van den Schengepolder, ,Wi. Ka kebeeke te Goes, tot dijkgraaf van den Reigersbergenschen polder J. Blok Jz. Jr., le Rilland; tot dijkgraaf yan den Dor- renbroodpo'lder, J. Gast Cz., te 'Brou wershaven; tot gezworene van den Oudepolder van St. Philipsland, A. A. van Nieuwenhuyzen te St. Philipslatid8; tot dijkgraaf in het bestuur van dén Cats polder, H, van der Maas en tot plaatsvervangend dijkgraaf L. M. de Aas, beiden te Kats; tot gezworene van het waterschap Baarland, A. M. Steke- tee te Baarland; tot gezworene van het waterschap Waarde, J; J. Mol te ^Vaarde. sprak zij zacht. „Maar er is al een boot heen met de jongte mijnheer". „Wat is er gebeurd?" riep mlevroaw Eliiot in hoogste angst uit en vloog haar de deur. „Ze zijn overvallen bij de klippen door den vloed. Maar houd moed. beste me vrouw: er is Eén daarboven, Die alle dingen regeert". „Is er nog hoop? Zeg' mij de waar heid!" hijgde de arme moteder. De vrouw nam haar hand. „Er is nog wel hoop, maar de vloed zet altoos zeer snel op; in dite kleine baai, en rijst dan iheel hoogi. Maar hij is al een héelen tijd weg met de boot en met nog twee flinke jongens". Zonder besef wat te doten wankelde mevrouw Elliot naar builen en tuurde naar het strand. Met diep medelijden keek vrouw Mansbridge haar na, en terwijl ze naar den haard ging, om het vuur wat op' .te stoken, bad ze halfluid: „0 God, het is zoo gemakkelijk op U te vertrouwen, als het alles goed is; maar als de storm opsteekt.En toch zijt Gij in den storm het meest nabij'; en Gij kunt toch de golvten ge bieden, dat .zij achterwaarts gaan". isniw ü:riü#uwi«i* ,ii '(Wordt vervolg t.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1916 | | pagina 1