jevraagd
Dinsdag 16 Mei 1916
30e Jaargang
OUWERS!
Mo. 193
rwerken
VERS,
tnd Sfierlje
|sp gevraagd,
leo rot ile m
K.
tkkersknecht
|rling,
hecht!
ImnsknecMs,
lienstbode
Meid
Imende Meid
FEUILLETON.
De Groote Oorlog.
i-Gravenpolder.
IhFr. Keuiemans
Vaars en
Stieren,
KAST met
|n kommen,
uishoudster
gevraagd
ƒ1.»
„0.03
De zeven dagen van
Robert Hardy.
Uitgave van
de Naaml. Yenn. LUCTOR ET EMERGO
boonen.
dubbel loonen.
|o r h a n d e n.
felend,
liddelburg.
lag 1 uur
Kerspel.
lOP
Ihellach) nabij den
lOP
egen) Serooskerke.
[OP
^se. Te bezichtigen
iisse.
door A. LEIJNSE,
lOP
^MAN, Gapingsche
sta Melkleveran-
i 40 tot 60 Liter
Imdekerke.
In Metselwerk,
ISerooskerke (W.)
een
te Waarde,
ptober
}en de 19 jaar, bg
ïrijpskerke, (Hooge-
Igevraagd
ABR. DU BURCK,
lv Wilhelminapolder
PPOOLSE Jz. te Oost-
tE, Gapinge.
(SCHIPPERS, Lange
(burg.
)RIER, Koudekerke
weg.
s.
len kan, bij
[HOUT, Serooskerke.
M E i D
led melken kan, bq
jlandscheweg, Middel-
lldamme.
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau tc Goes:
LAF4GE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. F. DKU5J - L. BURG.
Drukkers:
'doslerbaan Le Cosntre - Goes.
Rechtsehe Reddingsploeg.
Het kabinet dat Sedert 1913 aan het
roer is heeft van rechts den mees ten
en besten steun ondervonden. Aan felle
oppositie heeft rechts zich niet bezon
digd. Links weldit moet wel in 't
oog gehouden worden
Rechts heeft in de Tweede Kamer
meermalen het kabinet een nederlaag be
spaard.
De miotie-Fock tegen Koloniën gericht
viel door den steun dien Rechts bood
aan dein minister Plevte. De motie-Ter
Laan tegen Oorlog werd afgestemd om
dat Rechts zich als één man aan do
zijde van minister Bosboom schaarde.
De motie-Hugenholtz tegen Marine kel-
derde met 32 tegen 29 stemmen, dank
zij den .steun van alle aanwezige Recht-
schen aan minister Rambonnet geboden.
De motie-Schaper tegen Treub ward
helaas aangenomen met een geringe meer
derheid. Doch op 4 na stemden alle
Rechtsehe leden er tegen, partij kiezende
voor den minister.
Al wa tbetrekking heeft op de lands
verdediging is er ook onder dat kabinet
gekomen door den steun van Rechts,
en onder heftigen tegenstand juist van
Links'.
De vrijzinnigen hebben den minister
van Oorlog en dien van Koloniën maar
al te vaak- bemoeilijkt. Eerstgenoemde
werd door nu. Merchant zeer heftig
aangevallen omdat zijn mondelinge ver
dediging niet klopte op de1 Schriftelijke
En laatstgenoemde kreeg er van links
zoo onhebbelijk van langs dat hij in
een flauwte viel en maanden aaneen
onder geneeskundige behandeling moest
blijven.
Behalve één keer in de Eedsquaestie
heeft ook in de Eerste Kamer de rech
terzijde zich steeds vereenigd met de
voorstellen der Regeering.
Wel verwierp zij het wetje tot wijzi
ging der vermogensbelasting, doch dit had
geen staatkundige beteekenis.
Eer» politiek bestand beteekent niet dat
men de voorstellen der regeering altijd
moet aannemen, ook al is men 'het er
niet eens mee. Trouwens toen (Je oppo-'
sitie bij monde van baron De Vos ver
klaarde tegen te stemmen om uitsluitend
practisc'lie en technische redenen (het was
op ft Mei 19i5) verklaarde minister
Treub: „Ik ben dit - met den geachte^
afgevaardigde volkomen, eens. Deze zaak
zelf heeft met de politiek inderdaad niets
te maken; zij geldt zuiver en uitsluitend
een ünantieel-technische quaestie; alle po
litiek .staat er buiten en hahoort er bui
ten te blijven".
En verder zeide de Minister: „Ik zeg
hog eens, (jpt. dit ontwerp geheel ligt
bui te» de politiek, buiten het bestand".
Dit voorbeeld kan derhalve niet die
nen om er bovenstaande feiten van links
die aan verbreking van 't Bestand grenzen,
mee te vergoelijken.
De waakzaamheid van Rechts om de
ministers tegen de aanvallen van -links
in bescherming to nemen, werd zoo her
haaldelijk waargenomen, dat Het Volk
reed» smalend begon te spreken van
„Rechtsehe Reddingsploeg".
Meer hoeft er niet van gezegd!
■Jf
Terug.
Terug of Vooruit moeten wij, zegt dr.
Sloteaeaker.
VERSCHIJNT ELK FM WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 8 maanden fr. p. post
Losse nummers
Prijs der Advertentiên:
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 1—10 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Terug op echte larbeiderspensionelering
of vooruit naar zuivere staats verzorging
van behoeftigen.
Wat kiest hij?
Hier p.u kiezen wij om sociale redenen
het terugtrekken op echte arbeidens-
pensioneering. Deze terugtred mag dar»
geen. enkelen behoeftige sclraxle do«n|!
Wie in nood verkeert, moet hulp ont
vangen via dc al beter uitvoering der
armenwet. Doch de zaak der pensio-
neering van den arbeider moet apart
worden geregeld. Waarom willen wij
niet vooruit naar zuivere staatsverzor-
iging van behoefligen Om twee rede
nen. (Omdat dan de geheele kwestie
van de verzekering en verzorging on
zer oud-geworden arbeiders vervalt. En
omdat wij dan komen tot een slecht-
jgeregelde verzorging voor behoeftigen.
Wij willen, dat voor onze oude arbei
ders goed gezorgd zij. Eu wij willen,
dlat voor onze behoeftigen goed ge
zorgd zij. Maar dit zijn twee totaal
Verschillende dingen, die afzonderlijk
moeten geregeld worden.
Zoo 'Zien wij dit geheele vraagstuk.
Er is geen sprake van, dat niet ook
de arbeiders als zij zïch in de
'zaak hebben ingeleefd het vraag
stuk zpo zullen .zien.
Een van dc vele vruchten der ar
beidersbeweging is toch ook, da,t onze
georganiseerde arbeiders zich als epn
eigen groep gaan- voelen anders, dan!
de behoeftigen en de paupers. Voor
treffelijk Maar dan zullen zij ook als
arbeider, niet als behoeftige willen be
handeld zijn.
Daarom is het ontwerp voor de ar
beiders onaannemelijk.
Wij moeten terug naar de Invalidi
teitsverzekering, die naar Duitsche benef-
kening vier maal meer menschen geluk
kig maakt dan de staatsbedeeling, welke
slechts 70-jarigen helpt.
Naar het Engelsch van
Charles M. Sheldon
door v. d. M.
24
Kort nadat de kerkklok opgehouden had
te imden, had Iiardy zich aan zijn britef
gezet; Wen deze gereed was, kwam James
lopJoopen, om te vragjom., of hiji nog in.
iets van dienst kon zijn. Toien had Hardy
hem gevraagd dien brief naar de kerk to
brengen; wte hebben Verteld, hoe hel daar
geloopen is.
Hafdy was met Alie opgebleven, oin op
zijn terugkomst te wachten, en ook, om
dat Willem nog steeds onrustig sliep en
het te kwaad had met droomen over de
spoorwegramp. Mevrouw Hardy was ook
Mg op en smetekte haai' man, nu toch
waf te gaan rusten. Hij gaf eindelijk toe
cn, sliep tot 10 uur, toen de dokter kwam.
Doze was in idle buurt op bezoek geweest,
en' b»d zich, toen hij bij; dJo Hardy's het
Jicht zag branden, bezorgd geweest, dat
het met Clara minder was geworden. Hij
onklereochti haar weer nauwkeurig, en
bleil toen een oogenblik bij het bed
ritMM. Nadat hij opnieuw in'edicfnen had
Zeeuwsche Stemmen.
LXXV.
Strijd, strijd en nog eens strijd)!
Terwijl buiten onz'e grenzen duizenden
|en nogmaals duizenden zich in dienst
van den krijgslustige»! Mars stellen en
onder 'zijn banier allerwegen dood en
verwoesting brengen, Wordt ons Chris
tenvolk uit zijn legerplaats gelolqt, oim
den biniwrnl andschen politiek,en strijd to
strijden.
Nog enkele weken en allen, did het
voorrecht genieten medezeggenschap ta
!hebl>en in de zaken, welk 'stands be
stuur naken, zullen zich ter stembus spoe
den, om te bevorderen, dat do man hum
ner keuze naai' het college van de Pro
vinciale 'Staten afgevaardigd wordt.
We betreuren liet ongetwijfeld, dat ons
die verkiezingscampagne niet bespaard is
'gebleven, dat de regeei'ing niet de hand
heeft gehouden aan het politieke bestand,
en dat ze zich doof hield voor de go-
gronde klachten, die haar oor bereikten.
Wiaar zoo hooge belangen op het spel
staan; 'en waar ons volk 'temidden van|
de oorlogsellende een schoonere taak kon
en behoorde te kiezen dan de politieke
geschillen op de spits te drijven, daar
betreuren wij het zeker, dat inwendige
voorgeschreven, gaf hij te kennen, ;dat
Lij jets noodig had, wat hij thuis evten
zou, moeten halten.
D'at zal ik wel eVen halen, dokter,
zei Iiardy. Het xs' niet ver, en de frissehe
lucht zal me goed dolen, om voor van
nacht flink te blijven.
Hij ging naar beneden, terwijl de dokter
hem volgde. Toten Hardy zijn jas had aan
getrokken, kleefde hiji zich, alvorens de
deur te optenen, om en zei:
Diokter, zeg mijl dje waarheid omtrent
mijn kind. ,Wat is haai' toestand?
Het is ernstig, maar mteer kan ik
n.iet zeggen. Er is een mogelijkheid, dat
door een 'eenvoudige operatie de vreeslijke
gevolgen, voor wat haar oogten betreft,
kunnen gestuit wordien. En het is ook
mogelijk, dat de andere gevolgen, waarvan
ik sprak, zullen uitblijven. Het is hoven
onze macht, om Idjit met zekerheid te kun
nen voorzien.
Met deze schemering van hoop in zijd
ziel, ging Hardy den donkeren avond in
naar dokter's huis. Het snjeeuwde weeir
en er woei een sterke wind; hij1 pakte zich
warm in en tornde mlet kracht tegen
den ijskoud en wind op. Er was bij na
geen mlensch meer op straat en eenzaam
stonden de bleeke lantaarnpitjes in dein;
sneeuwdwarfel. Toen hiji bij een nauwe
straat (den hoek wilde omslaan, om zoo
des Je teerder des doktefs huis te berei
ken, werd hf plotseling aangehouden door
wrijving onzen invloed als neutrale na
tie op bet wereldgeding zal gaan on
dermijnen.
Doch niet te zeer getreurd.
Het is in de bladen reeds herhaal
delijk aangetoond, dat ons Christenvolk
in dit opzicht "vrij uit gaat. Het heeft
zich van den beginne af afkeerig van
den strijd getoond. Het heeft de regeering
trouw geschraagd bij baar edele pogingen,
om. ons land buiten den oorlogsbrand
te houden en even trouw heeft het den
vrede op politiek erf bevorderd. Helaas,
bij dit laatste pogen vond liet de re
geering niet aan zijn zijde.
Maar om nog andere redenen moeten
wij niet al te zeer den loop der za
ken betreuren, en kunnen we den strijd
met. opgeheven hoofd tegengaan.
Men is •ons steeds voorgegaan in het
strijden met eerlijke middelen. Onzerzijds
wil men het steeds toeleggen op een
waarlijk hoogstaanden strijd. Dat de ver
kiezingen in een kwaden reuk staan is
geen réden, om zich aan do, actie te1
onttrekken. Integendeel, dit moet ons im
mer prikkelen om alles in 'twerk te stel
len, opdat ze een goeden naam krijgen).
Bij alles moet uitkomen, dat we eein
hooger en edeler doel beoogien, dan stof
felijke zaken, dat-we in laatste instantie'
niet strijden voor een koninkrijk, waarin
menschenbegeeren het hoogste is, maar
dat we steeds denken om de eer en de
uitbreiding van het Koninkrijk Gods.
Waarom zouden we dan schromen de
wapenen op te nemen, als men in, het
vijandelijke kamp aanlegt op de aloude
tradities van onzen Ohristelijken staat?
De handschoen is ons toegeworpen en
als wakkere strijders „voor vrijheid en
recht" 'nemen we dien jnoedig op en
voimen wij onzien hechten phalanx ter
bescherming van zk>oveel, dat ons dier
baar is.
Eén ding hoop ik vooral, n.l. dat de
strijd niet ontkomc aan den invloed van
het vreeselijk wereldgebeuren rondom ons,
maar in het toeken blijve staan van de
groote dingen, die over een groot deel
der aarde rouw en droefheid brengen.
Dus dat 'teen ernstige strijd' blijve;
een met grooto middelen, waarbij al
ons doen en laten medewerkt, om het
hooge karakter te bewaren.
We zullen ons vooral niet moeten
laten verleiden tot onverstandige zetten
op het politieke schaakbord, we zullen
kalm, nuchter en waakzaam moeten zijn
en blijven en op het booze prikkelen,
van tegenstanders, die hun politiek .fat
soen niet kennen, niet moeten reageeren
pp een vvijlze, 'dié onzen naam als; Chris
telijke partij in discrediet zou kunnen,
brengen.
Hoe hooger opvatting men huldigt,
hoe geringer de tegenstrijdigheid zal zijn
tusschen 'den internationalen toestand en
het oogensehijnlijk onbelangrijke „ge-
\vurm" bij de Staten-verkiezingen.
L;aat ,men dat onzerzijds steeds be
denken.
En aan de overzijde pok.
Liezers, het is u toch -jeeds voldoende
duidelijk gemaakt, dat bij de a.s. ver
kiezingen, al zijn 'tmaar Staten-ver
kiezingen, hooge belangen op 't spel
staan; u weet toch, dat 'toin de samen
stelling van onzen Senaat gaat en dat
we nu de afschaduwing krijgen van
wat 1917 met z'n Kamerverkiezingen
zal bieden?
een viertal jongelui. Een van hen zei',
met idronkemans-onzekei'heid in zijn stem
Handen op, en geef je over! Jijl
hebt (gelid dn jóvtervloed en wij! niets!
Geen aarzteling, of we schieten je neer!
Hardy scheen teerst lamgeslagen dooi'
den schrik. jMaar ftuijl was krachtig en
welgespierd, en als bij intuïtie was zijn
eerste gedachte, zich los te rukken; zoo-
diia hem dit gelukt was, sloeg hij twee
zijner belagers peer en wilde hij heen
snellen. Maar toen zag hiji, ook welk soort
straatroovers h'ijl voor zich had. Het wa
ren geten beroeps-rooVersmaar jongelui
van goéden huiztet uit de stad, 'die te
veel gedronken hadden en nu ruzie zoch
ten met 'die eerste de beste, dien ze tegen
kwamen. Wat zou hiji doen?
1 an het viertal kende hij er tweejon
gens van Bragley, leien welgezeten inwoner
van Barton. Eerst wilde Hardy zich aan
hen bekend maken ten hun aanzeggen,
dit dwaas bedrijf te staken. De andkiten
kon hiji niet onderkennen. Doch voor hij
t,ij!d had iets uit te voteren, kwam eeri
inspecteur van politie aangesneld; de hel
iden lieten Hardy los en zochten zoo vlug
ze konden, 'een goed heenkomen. Maar de
inspecteur achtervolgde hen, en na een
korte jacht halcl hiji er teen te pakken.
Deze Verzette zich wel hevig, maar de in
specteur duwde hem met ijzeren kalmte in
'de,richting waar Hardy stond, en riep. uit;
Hier heb ik al één van de rekels,
Begrepen? Goed!
Nu aan 't propageerenspreken, pen
nen en vergaderen, 't Zal niet meevallen
bij de warmte, waarop ik nu zoozeer
hoop, doch denkt aan den toegeworpen
handschoen.
Menige huismoeder zal bedenkelijk kij
ken, als manlief weer zoo uithuizig
wordt, doch als ze weet wat liem
■drijft, brengt ze zeker willig haar be
scheiden offer.
Ze denkt dan maar aan die vrouw
uit het volk, van wie men mij dezer
dagen 'een treffend verhaal vertelde.
"Zij roemde haai' braven echtgenoot om
zijn .echte huislijkheid en .prees hem
als een' oppassend huisvader. De ge
lukkige vrouw genoot het voorrecht van
het samenzijn met hem gedurende meer
dan 300 avonden per jaar. Alleen in
den verkiezingstijd kwam men 'haar een
offer vragen. Dan was haar man „ge
mobiliseerd."
Ze legde haar hand op den Schouder
van haar man 'twas op een feest-
vergadering en riep triomfantelijk uit:
„Bijna altijd heb ik hem bij mij en is
hij de mijne; maar is 't verkiezing, wel,
daar heb je hem!"
Men mag zoo'n vrouwelijk temperament
even bedenkelijk vinden, toch ligt er
in dit verhaal iets, dat warm aandoet.
KEES VAN. DER MEER.
Baknopt overzicht van den toestand.
Sir Edward Grey houdt niet. van jour
nalistieke vraaggesprekken, maar toch
heeft hij zich laten verleiden tot eten
interview door een persman.
'tWas één vertegenwoordiger van een
Amerikiaansch blad, die de eer genoot
den voornaamsten leidei' van de entente-
politiek te mogen ondervragen.
Men weet, dat Amerikaans che persmus
kieten tegenwoordig een wit voetje heb
ben bij de Engelsche autoriteiten.
Ofschoon de belangrijkheid van de uit
latingen van den staatsman nauwelijks
beantwoordt aan de uitvoerigheid, kan
niet worden ontkend, dat een vertoe!-
nende toon in zijn uitspraken wel te
beluisteren is.
Wanneer men de beschouwingen ont
doet van alle theoretische opmerkingen,
'dan houdt men wel iets over, dat op
een streven naar den vrede zou kimmen
wijzen.
Grey schilderde zijn interviewer een
vrede, 'die de grondslag zou zijn van
een toenadering -tusschen de volken en
een nieuwen oorlog onmogelijk zou mol
ken en hij sloot zich dus volkomen aan
bij de uitlatingen van Asquith, in wiens
rede velen ook reeds de mogelijkheid za
gen van een eindelijke verzoening.
0 zeker, de klove tusschen Von Beth:-
miaiin Heilweg en Grey is nog lang niet
overbrugd, (doch dit neemt niet weg, dat
de wedei'zijdsche beschouwingen over bet
oorlogsdoel dit voordeel hebben, dat er
een linzicht wordt verkregen in de wel
derzijdsche bedoelingen.
En .dat is het eerst noodige, wil men
ooit (tot overeenstemming komen.
We weten nu, dat bij Engeland geen
sprake is van een verminking van Duitsch
land. Albion denkt ook niet aan gebieds
uitbreiding der westelijke mogendheden
ten koste van Germania.
mijnheer! Ik hoondie dat zij u aanrandden.
Wijl hebben dit lieve troepje al eenigen
tijd .op 'toog. Wilt u zoo goed zijn, dit
jongemensch [even te identifioeeren als een
van uwe aanvallers
De inspecteur drong zijn arrestant onder
het licht van een lantaarn en rukte hem
ruw zijin hoed af. Op dat oogenblik beek
Handy den jongeman met ontzettjng aan,
en riep dan als teen wanhopige uit:
George! Jij?!
De zoon kromp ineen on stamelde:
Vader
In pijnlijke stilte keken de twee elkaar
aanvader en zoonten op de don
kere aardlei schoven de lichtende sneeuw-
donsjes neer
Zoo eindigde Hardy's dterde dag.
Donderdag, de vierde dag.
Het is ondoenlijk, de gemoedsstemming
van Hardy te beschrijden, bij de zoo diep
tragische ontmoeting van zijn kind. 0, nu
kwamen ze wleer op hem aan, die strie
mende zlelfverwijitenNooit wias hij; een
liefhebbend vader voor zijn .jongens gte-
weest. Als zie hem geld vroegen, had hij
het ze glegeven, maar nooit had hij; hen
ter verantwoording geroepen over het ge
bruik. Hiji kende (eigenlijk zijn oudsten!
zoon niet, en pas de laatste dagen had
hij de bitteite ontgoocheling gehad van
te ontdekken, dat zijn George een lichtmis
was. Hij was in het leden ran zijn kind
In het westen zal nu wel een rede
lijke vredesgrondslag te vinden zijn. D»
groote moeilijkheid ligt dus nog in hei
Oosten en vooral in den Balkan.
Maar ;de - herinnering van Grey, dat
de moeilijkheden in den Balkan tóói- de*
oorlog, indien men maar had willen on
derhandelen, tot een oplossing z!ottiderv
strijd hadden kunnen voeren, zou toch
hoop mogen geven, dat ook nu bij het
toenemend yredesverlangen bij de centra-
len, deze moeilijkheden niet onoverkome
lijk zullen zijn.
Hoe het zij, de uitingen van den En-
gelschen staatsman klinken ons zeer ver
zoenend dn de ooren.
Het .woord is nu weer aan de Duit-
schers. li»
Voor de geneigdheid van Duitschland
om te antwoorden op de besproken ver
klaringen en door zekere toezeggingen
de kans op grootere toenadering te ope
nen, zal van veel belang zijn de stand
van 'het ievensmiddelenvraagstuk in
Duitschland.
Het is; wel 'eens interessant naast d*
betrekkelijk verzoenende verklaringen va*
Grey, idie van Poincaré te stellen.
We zien dan, dat Poincaré zich er
nog al gemakkelijk van afmaakt. Voor
hem kan er van beëindigen van den;
oorlog geen sprake zijn, zoolang de te
genstander niet erkent overwonnen te
zijn.
Hij hield een jjede, die hij aldus be
sloot „Oostenrijk en Duitschland, ge
troffen door ''wroeging, verschrikt door
de verontwaardiging en den haat, dioa
zij bij heel de menschheid hebben op
gewekt, beweren, dat alleen de verbon
denen verantwoordelijk zijn voor bet
verlengen van den oorlog. Dit is grove
ironie, 'drie niemand bedriegt.
Oostenrijk en Duitschland boden ons
noch indirect, noch direct den vrede
aan, maar wij willen niet, dat zij oins
den vrede aanbieden. Wij willen, dat
zij hem zullen vragen. Wij willen ons
pan hun voorwaarden niet onderwerpen,
wij w'ilien hnn onze voorwaarden op
leggen. Wij willen geen vrede, die op
Europa een eeuwige bedreiging doet
rusten; wij willen een vrede, die even
wicht en stabiliteit waarborgt. Zoolang
onze vijanden zich niet overwonnen er
kennen, zullen wij den strijd niet- op
geven."
Dit is nog wel andere taal dan Grey
liet hooren, doch we vertrouwen, dat
straks ook Poincaré wel een toontje lager
zal zingen.
Als hij eerst maar eens ontkomen i«
aan idem indruk van de geestdriftige ont
vangst der Russen te Marseille
Van de verschillende oorlogstooneelen
geen belangrijk nieuws.
Pauzel 1
Het lijden dor soldaten bij den Tigris
In de „Pall Mall Gazette" beschrijft
•een gewonde soldaat die 'zich thans in
bet hospitaal bevindt, onder 'hoe vreesio-
lijke omstandigheden de Engelsche strijd
macht in Mesopotamië moest leven en
vechten
„In het gevecht, waarbij ik gewond
werd, hadden wij ontzettende moeilijk
heden doorgemaakt. Wij hadden te voren
een afstand van meer dan 230 kilometer
gemarcheerd en onze compagnie had
dien nacht ile wacht, zoodat er geen
tijd overbleef om j,e slapen. Vroeg in
een onbekende. En zoo kon het gebeiufren,
dat hiji in deze bange ©ogenblikken all
een machtelooze stond, niet wetend wat
te zeggen of te doen. Zelfs da gedachte,
dat zijn zoon zich had schuldig gemaakt
aan een wandaad, die hem achter die
tralies kon brengen, kwam niet in hem
op. Slechts één machtig verlangen had)
hem aangegriepennaar huis te kunnen
ijlen en daar met zijn zoon een ernstig
onderhoud te hebben, in de hoop hem
tot beterle (dingen te brengen. Maar hij
moest nu toch iets tot Gieorge zeggen.
De inspecteur had ontsteld gestaan, toen
hiji getuige was Van die tragische her-i
kenning, maar h'ijl had zijn arrestant in
middels stevig vast gehouden. Hij' keek
Hardy scherp aan, aJ.s wilde hij zeggen:
Hij mag uw zoon zijn, maar hij is mijn
arrestant, en ik geloof, dat ik een goe
de Vangst heb_ ook.
George was de eerste, die weef sprak:
Vader u begrijpt wiel, dat wij niet
doen wilden, wat u toescheen. Zij wil
den maar een grap hebben. En wij: heb
ben u natmirlijk niet herkend. Wij wil1-
den werkelijk niemand eenig letsel doen;
wij hebben ons slechts dwaas aangesteld.
'Maar het was leen gevaarlijke dwaas
heid, sprak Hardy nu|. Hiji stond nog stöéds
op dezelfde plaats; hij! zag doodsbleek en,
angstig klopte zijln hart bij; het denken;
aan wat was en komen zoul.
(Wordt vflrMSd.)