jevraagd Dinsdag 16 Mei 1916 30e Jaargang OUWERS! Mo. 193 rwerken VERS, tnd Sfierlje |sp gevraagd, leo rot ile m K. tkkersknecht |rling, hecht! ImnsknecMs, lienstbode Meid Imende Meid FEUILLETON. De Groote Oorlog. i-Gravenpolder. IhFr. Keuiemans Vaars en Stieren, KAST met |n kommen, uishoudster gevraagd ƒ1.» „0.03 De zeven dagen van Robert Hardy. Uitgave van de Naaml. Yenn. LUCTOR ET EMERGO boonen. dubbel loonen. |o r h a n d e n. felend, liddelburg. lag 1 uur Kerspel. lOP Ihellach) nabij den lOP egen) Serooskerke. [OP ^se. Te bezichtigen iisse. door A. LEIJNSE, lOP ^MAN, Gapingsche sta Melkleveran- i 40 tot 60 Liter Imdekerke. In Metselwerk, ISerooskerke (W.) een te Waarde, ptober }en de 19 jaar, bg ïrijpskerke, (Hooge- Igevraagd ABR. DU BURCK, lv Wilhelminapolder PPOOLSE Jz. te Oost- tE, Gapinge. (SCHIPPERS, Lange (burg. )RIER, Koudekerke weg. s. len kan, bij [HOUT, Serooskerke. M E i D led melken kan, bq jlandscheweg, Middel- lldamme. gevestigd te Goes. Hoofdbureau tc Goes: LAF4GE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. F. DKU5J - L. BURG. Drukkers: 'doslerbaan Le Cosntre - Goes. Rechtsehe Reddingsploeg. Het kabinet dat Sedert 1913 aan het roer is heeft van rechts den mees ten en besten steun ondervonden. Aan felle oppositie heeft rechts zich niet bezon digd. Links weldit moet wel in 't oog gehouden worden Rechts heeft in de Tweede Kamer meermalen het kabinet een nederlaag be spaard. De miotie-Fock tegen Koloniën gericht viel door den steun dien Rechts bood aan dein minister Plevte. De motie-Ter Laan tegen Oorlog werd afgestemd om dat Rechts zich als één man aan do zijde van minister Bosboom schaarde. De motie-Hugenholtz tegen Marine kel- derde met 32 tegen 29 stemmen, dank zij den .steun van alle aanwezige Recht- schen aan minister Rambonnet geboden. De motie-Schaper tegen Treub ward helaas aangenomen met een geringe meer derheid. Doch op 4 na stemden alle Rechtsehe leden er tegen, partij kiezende voor den minister. Al wa tbetrekking heeft op de lands verdediging is er ook onder dat kabinet gekomen door den steun van Rechts, en onder heftigen tegenstand juist van Links'. De vrijzinnigen hebben den minister van Oorlog en dien van Koloniën maar al te vaak- bemoeilijkt. Eerstgenoemde werd door nu. Merchant zeer heftig aangevallen omdat zijn mondelinge ver dediging niet klopte op de1 Schriftelijke En laatstgenoemde kreeg er van links zoo onhebbelijk van langs dat hij in een flauwte viel en maanden aaneen onder geneeskundige behandeling moest blijven. Behalve één keer in de Eedsquaestie heeft ook in de Eerste Kamer de rech terzijde zich steeds vereenigd met de voorstellen der Regeering. Wel verwierp zij het wetje tot wijzi ging der vermogensbelasting, doch dit had geen staatkundige beteekenis. Eer» politiek bestand beteekent niet dat men de voorstellen der regeering altijd moet aannemen, ook al is men 'het er niet eens mee. Trouwens toen (Je oppo-' sitie bij monde van baron De Vos ver klaarde tegen te stemmen om uitsluitend practisc'lie en technische redenen (het was op ft Mei 19i5) verklaarde minister Treub: „Ik ben dit - met den geachte^ afgevaardigde volkomen, eens. Deze zaak zelf heeft met de politiek inderdaad niets te maken; zij geldt zuiver en uitsluitend een ünantieel-technische quaestie; alle po litiek .staat er buiten en hahoort er bui ten te blijven". En verder zeide de Minister: „Ik zeg hog eens, (jpt. dit ontwerp geheel ligt bui te» de politiek, buiten het bestand". Dit voorbeeld kan derhalve niet die nen om er bovenstaande feiten van links die aan verbreking van 't Bestand grenzen, mee te vergoelijken. De waakzaamheid van Rechts om de ministers tegen de aanvallen van -links in bescherming to nemen, werd zoo her haaldelijk waargenomen, dat Het Volk reed» smalend begon te spreken van „Rechtsehe Reddingsploeg". Meer hoeft er niet van gezegd! ■Jf Terug. Terug of Vooruit moeten wij, zegt dr. Sloteaeaker. VERSCHIJNT ELK FM WERKDAG. Abonnementsprijs Per 8 maanden fr. p. post Losse nummers Prijs der Advertentiên: 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 1—10 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. Terug op echte larbeiderspensionelering of vooruit naar zuivere staats verzorging van behoeftigen. Wat kiest hij? Hier p.u kiezen wij om sociale redenen het terugtrekken op echte arbeidens- pensioneering. Deze terugtred mag dar» geen. enkelen behoeftige sclraxle do«n|! Wie in nood verkeert, moet hulp ont vangen via dc al beter uitvoering der armenwet. Doch de zaak der pensio- neering van den arbeider moet apart worden geregeld. Waarom willen wij niet vooruit naar zuivere staatsverzor- iging van behoefligen Om twee rede nen. (Omdat dan de geheele kwestie van de verzekering en verzorging on zer oud-geworden arbeiders vervalt. En omdat wij dan komen tot een slecht- jgeregelde verzorging voor behoeftigen. Wij willen, dat voor onze oude arbei ders goed gezorgd zij. Eu wij willen, dlat voor onze behoeftigen goed ge zorgd zij. Maar dit zijn twee totaal Verschillende dingen, die afzonderlijk moeten geregeld worden. Zoo 'Zien wij dit geheele vraagstuk. Er is geen sprake van, dat niet ook de arbeiders als zij zïch in de 'zaak hebben ingeleefd het vraag stuk zpo zullen .zien. Een van dc vele vruchten der ar beidersbeweging is toch ook, da,t onze georganiseerde arbeiders zich als epn eigen groep gaan- voelen anders, dan! de behoeftigen en de paupers. Voor treffelijk Maar dan zullen zij ook als arbeider, niet als behoeftige willen be handeld zijn. Daarom is het ontwerp voor de ar beiders onaannemelijk. Wij moeten terug naar de Invalidi teitsverzekering, die naar Duitsche benef- kening vier maal meer menschen geluk kig maakt dan de staatsbedeeling, welke slechts 70-jarigen helpt. Naar het Engelsch van Charles M. Sheldon door v. d. M. 24 Kort nadat de kerkklok opgehouden had te imden, had Iiardy zich aan zijn britef gezet; Wen deze gereed was, kwam James lopJoopen, om te vragjom., of hiji nog in. iets van dienst kon zijn. Toien had Hardy hem gevraagd dien brief naar de kerk to brengen; wte hebben Verteld, hoe hel daar geloopen is. Hafdy was met Alie opgebleven, oin op zijn terugkomst te wachten, en ook, om dat Willem nog steeds onrustig sliep en het te kwaad had met droomen over de spoorwegramp. Mevrouw Hardy was ook Mg op en smetekte haai' man, nu toch waf te gaan rusten. Hij gaf eindelijk toe cn, sliep tot 10 uur, toen de dokter kwam. Doze was in idle buurt op bezoek geweest, en' b»d zich, toen hij bij; dJo Hardy's het Jicht zag branden, bezorgd geweest, dat het met Clara minder was geworden. Hij onklereochti haar weer nauwkeurig, en bleil toen een oogenblik bij het bed ritMM. Nadat hij opnieuw in'edicfnen had Zeeuwsche Stemmen. LXXV. Strijd, strijd en nog eens strijd)! Terwijl buiten onz'e grenzen duizenden |en nogmaals duizenden zich in dienst van den krijgslustige»! Mars stellen en onder 'zijn banier allerwegen dood en verwoesting brengen, Wordt ons Chris tenvolk uit zijn legerplaats gelolqt, oim den biniwrnl andschen politiek,en strijd to strijden. Nog enkele weken en allen, did het voorrecht genieten medezeggenschap ta !hebl>en in de zaken, welk 'stands be stuur naken, zullen zich ter stembus spoe den, om te bevorderen, dat do man hum ner keuze naai' het college van de Pro vinciale 'Staten afgevaardigd wordt. We betreuren liet ongetwijfeld, dat ons die verkiezingscampagne niet bespaard is 'gebleven, dat de regeei'ing niet de hand heeft gehouden aan het politieke bestand, en dat ze zich doof hield voor de go- gronde klachten, die haar oor bereikten. Wiaar zoo hooge belangen op het spel staan; 'en waar ons volk 'temidden van| de oorlogsellende een schoonere taak kon en behoorde te kiezen dan de politieke geschillen op de spits te drijven, daar betreuren wij het zeker, dat inwendige voorgeschreven, gaf hij te kennen, ;dat Lij jets noodig had, wat hij thuis evten zou, moeten halten. D'at zal ik wel eVen halen, dokter, zei Iiardy. Het xs' niet ver, en de frissehe lucht zal me goed dolen, om voor van nacht flink te blijven. Hij ging naar beneden, terwijl de dokter hem volgde. Toten Hardy zijn jas had aan getrokken, kleefde hiji zich, alvorens de deur te optenen, om en zei: Diokter, zeg mijl dje waarheid omtrent mijn kind. ,Wat is haai' toestand? Het is ernstig, maar mteer kan ik n.iet zeggen. Er is een mogelijkheid, dat door een 'eenvoudige operatie de vreeslijke gevolgen, voor wat haar oogten betreft, kunnen gestuit wordien. En het is ook mogelijk, dat de andere gevolgen, waarvan ik sprak, zullen uitblijven. Het is hoven onze macht, om Idjit met zekerheid te kun nen voorzien. Met deze schemering van hoop in zijd ziel, ging Hardy den donkeren avond in naar dokter's huis. Het snjeeuwde weeir en er woei een sterke wind; hij1 pakte zich warm in en tornde mlet kracht tegen den ijskoud en wind op. Er was bij na geen mlensch meer op straat en eenzaam stonden de bleeke lantaarnpitjes in dein; sneeuwdwarfel. Toen hiji bij een nauwe straat (den hoek wilde omslaan, om zoo des Je teerder des doktefs huis te berei ken, werd hf plotseling aangehouden door wrijving onzen invloed als neutrale na tie op bet wereldgeding zal gaan on dermijnen. Doch niet te zeer getreurd. Het is in de bladen reeds herhaal delijk aangetoond, dat ons Christenvolk in dit opzicht "vrij uit gaat. Het heeft zich van den beginne af afkeerig van den strijd getoond. Het heeft de regeering trouw geschraagd bij baar edele pogingen, om. ons land buiten den oorlogsbrand te houden en even trouw heeft het den vrede op politiek erf bevorderd. Helaas, bij dit laatste pogen vond liet de re geering niet aan zijn zijde. Maar om nog andere redenen moeten wij niet al te zeer den loop der za ken betreuren, en kunnen we den strijd met. opgeheven hoofd tegengaan. Men is •ons steeds voorgegaan in het strijden met eerlijke middelen. Onzerzijds wil men het steeds toeleggen op een waarlijk hoogstaanden strijd. Dat de ver kiezingen in een kwaden reuk staan is geen réden, om zich aan do, actie te1 onttrekken. Integendeel, dit moet ons im mer prikkelen om alles in 'twerk te stel len, opdat ze een goeden naam krijgen). Bij alles moet uitkomen, dat we eein hooger en edeler doel beoogien, dan stof felijke zaken, dat-we in laatste instantie' niet strijden voor een koninkrijk, waarin menschenbegeeren het hoogste is, maar dat we steeds denken om de eer en de uitbreiding van het Koninkrijk Gods. Waarom zouden we dan schromen de wapenen op te nemen, als men in, het vijandelijke kamp aanlegt op de aloude tradities van onzen Ohristelijken staat? De handschoen is ons toegeworpen en als wakkere strijders „voor vrijheid en recht" 'nemen we dien jnoedig op en voimen wij onzien hechten phalanx ter bescherming van zk>oveel, dat ons dier baar is. Eén ding hoop ik vooral, n.l. dat de strijd niet ontkomc aan den invloed van het vreeselijk wereldgebeuren rondom ons, maar in het toeken blijve staan van de groote dingen, die over een groot deel der aarde rouw en droefheid brengen. Dus dat 'teen ernstige strijd' blijve; een met grooto middelen, waarbij al ons doen en laten medewerkt, om het hooge karakter te bewaren. We zullen ons vooral niet moeten laten verleiden tot onverstandige zetten op het politieke schaakbord, we zullen kalm, nuchter en waakzaam moeten zijn en blijven en op het booze prikkelen, van tegenstanders, die hun politiek .fat soen niet kennen, niet moeten reageeren pp een vvijlze, 'dié onzen naam als; Chris telijke partij in discrediet zou kunnen, brengen. Hoe hooger opvatting men huldigt, hoe geringer de tegenstrijdigheid zal zijn tusschen 'den internationalen toestand en het oogensehijnlijk onbelangrijke „ge- \vurm" bij de Staten-verkiezingen. L;aat ,men dat onzerzijds steeds be denken. En aan de overzijde pok. Liezers, het is u toch -jeeds voldoende duidelijk gemaakt, dat bij de a.s. ver kiezingen, al zijn 'tmaar Staten-ver kiezingen, hooge belangen op 't spel staan; u weet toch, dat 'toin de samen stelling van onzen Senaat gaat en dat we nu de afschaduwing krijgen van wat 1917 met z'n Kamerverkiezingen zal bieden? een viertal jongelui. Een van hen zei', met idronkemans-onzekei'heid in zijn stem Handen op, en geef je over! Jijl hebt (gelid dn jóvtervloed en wij! niets! Geen aarzteling, of we schieten je neer! Hardy scheen teerst lamgeslagen dooi' den schrik. jMaar ftuijl was krachtig en welgespierd, en als bij intuïtie was zijn eerste gedachte, zich los te rukken; zoo- diia hem dit gelukt was, sloeg hij twee zijner belagers peer en wilde hij heen snellen. Maar toen zag hiji, ook welk soort straatroovers h'ijl voor zich had. Het wa ren geten beroeps-rooVersmaar jongelui van goéden huiztet uit de stad, 'die te veel gedronken hadden en nu ruzie zoch ten met 'die eerste de beste, dien ze tegen kwamen. Wat zou hiji doen? 1 an het viertal kende hij er tweejon gens van Bragley, leien welgezeten inwoner van Barton. Eerst wilde Hardy zich aan hen bekend maken ten hun aanzeggen, dit dwaas bedrijf te staken. De andkiten kon hiji niet onderkennen. Doch voor hij t,ij!d had iets uit te voteren, kwam eeri inspecteur van politie aangesneld; de hel iden lieten Hardy los en zochten zoo vlug ze konden, 'een goed heenkomen. Maar de inspecteur achtervolgde hen, en na een korte jacht halcl hiji er teen te pakken. Deze Verzette zich wel hevig, maar de in specteur duwde hem met ijzeren kalmte in 'de,richting waar Hardy stond, en riep. uit; Hier heb ik al één van de rekels, Begrepen? Goed! Nu aan 't propageerenspreken, pen nen en vergaderen, 't Zal niet meevallen bij de warmte, waarop ik nu zoozeer hoop, doch denkt aan den toegeworpen handschoen. Menige huismoeder zal bedenkelijk kij ken, als manlief weer zoo uithuizig wordt, doch als ze weet wat liem ■drijft, brengt ze zeker willig haar be scheiden offer. Ze denkt dan maar aan die vrouw uit het volk, van wie men mij dezer dagen 'een treffend verhaal vertelde. "Zij roemde haai' braven echtgenoot om zijn .echte huislijkheid en .prees hem als een' oppassend huisvader. De ge lukkige vrouw genoot het voorrecht van het samenzijn met hem gedurende meer dan 300 avonden per jaar. Alleen in den verkiezingstijd kwam men 'haar een offer vragen. Dan was haar man „ge mobiliseerd." Ze legde haar hand op den Schouder van haar man 'twas op een feest- vergadering en riep triomfantelijk uit: „Bijna altijd heb ik hem bij mij en is hij de mijne; maar is 't verkiezing, wel, daar heb je hem!" Men mag zoo'n vrouwelijk temperament even bedenkelijk vinden, toch ligt er in dit verhaal iets, dat warm aandoet. KEES VAN. DER MEER. Baknopt overzicht van den toestand. Sir Edward Grey houdt niet. van jour nalistieke vraaggesprekken, maar toch heeft hij zich laten verleiden tot eten interview door een persman. 'tWas één vertegenwoordiger van een Amerikiaansch blad, die de eer genoot den voornaamsten leidei' van de entente- politiek te mogen ondervragen. Men weet, dat Amerikaans che persmus kieten tegenwoordig een wit voetje heb ben bij de Engelsche autoriteiten. Ofschoon de belangrijkheid van de uit latingen van den staatsman nauwelijks beantwoordt aan de uitvoerigheid, kan niet worden ontkend, dat een vertoe!- nende toon in zijn uitspraken wel te beluisteren is. Wanneer men de beschouwingen ont doet van alle theoretische opmerkingen, 'dan houdt men wel iets over, dat op een streven naar den vrede zou kimmen wijzen. Grey schilderde zijn interviewer een vrede, 'die de grondslag zou zijn van een toenadering -tusschen de volken en een nieuwen oorlog onmogelijk zou mol ken en hij sloot zich dus volkomen aan bij de uitlatingen van Asquith, in wiens rede velen ook reeds de mogelijkheid za gen van een eindelijke verzoening. 0 zeker, de klove tusschen Von Beth:- miaiin Heilweg en Grey is nog lang niet overbrugd, (doch dit neemt niet weg, dat de wedei'zijdsche beschouwingen over bet oorlogsdoel dit voordeel hebben, dat er een linzicht wordt verkregen in de wel derzijdsche bedoelingen. En .dat is het eerst noodige, wil men ooit (tot overeenstemming komen. We weten nu, dat bij Engeland geen sprake is van een verminking van Duitsch land. Albion denkt ook niet aan gebieds uitbreiding der westelijke mogendheden ten koste van Germania. mijnheer! Ik hoondie dat zij u aanrandden. Wijl hebben dit lieve troepje al eenigen tijd .op 'toog. Wilt u zoo goed zijn, dit jongemensch [even te identifioeeren als een van uwe aanvallers De inspecteur drong zijn arrestant onder het licht van een lantaarn en rukte hem ruw zijin hoed af. Op dat oogenblik beek Handy den jongeman met ontzettjng aan, en riep dan als teen wanhopige uit: George! Jij?! De zoon kromp ineen on stamelde: Vader In pijnlijke stilte keken de twee elkaar aanvader en zoonten op de don kere aardlei schoven de lichtende sneeuw- donsjes neer Zoo eindigde Hardy's dterde dag. Donderdag, de vierde dag. Het is ondoenlijk, de gemoedsstemming van Hardy te beschrijden, bij de zoo diep tragische ontmoeting van zijn kind. 0, nu kwamen ze wleer op hem aan, die strie mende zlelfverwijitenNooit wias hij; een liefhebbend vader voor zijn .jongens gte- weest. Als zie hem geld vroegen, had hij het ze glegeven, maar nooit had hij; hen ter verantwoording geroepen over het ge bruik. Hiji kende (eigenlijk zijn oudsten! zoon niet, en pas de laatste dagen had hij de bitteite ontgoocheling gehad van te ontdekken, dat zijn George een lichtmis was. Hij was in het leden ran zijn kind In het westen zal nu wel een rede lijke vredesgrondslag te vinden zijn. D» groote moeilijkheid ligt dus nog in hei Oosten en vooral in den Balkan. Maar ;de - herinnering van Grey, dat de moeilijkheden in den Balkan tóói- de* oorlog, indien men maar had willen on derhandelen, tot een oplossing z!ottiderv strijd hadden kunnen voeren, zou toch hoop mogen geven, dat ook nu bij het toenemend yredesverlangen bij de centra- len, deze moeilijkheden niet onoverkome lijk zullen zijn. Hoe het zij, de uitingen van den En- gelschen staatsman klinken ons zeer ver zoenend dn de ooren. Het .woord is nu weer aan de Duit- schers. li» Voor de geneigdheid van Duitschland om te antwoorden op de besproken ver klaringen en door zekere toezeggingen de kans op grootere toenadering te ope nen, zal van veel belang zijn de stand van 'het ievensmiddelenvraagstuk in Duitschland. Het is; wel 'eens interessant naast d* betrekkelijk verzoenende verklaringen va* Grey, idie van Poincaré te stellen. We zien dan, dat Poincaré zich er nog al gemakkelijk van afmaakt. Voor hem kan er van beëindigen van den; oorlog geen sprake zijn, zoolang de te genstander niet erkent overwonnen te zijn. Hij hield een jjede, die hij aldus be sloot „Oostenrijk en Duitschland, ge troffen door ''wroeging, verschrikt door de verontwaardiging en den haat, dioa zij bij heel de menschheid hebben op gewekt, beweren, dat alleen de verbon denen verantwoordelijk zijn voor bet verlengen van den oorlog. Dit is grove ironie, 'drie niemand bedriegt. Oostenrijk en Duitschland boden ons noch indirect, noch direct den vrede aan, maar wij willen niet, dat zij oins den vrede aanbieden. Wij willen, dat zij hem zullen vragen. Wij willen ons pan hun voorwaarden niet onderwerpen, wij w'ilien hnn onze voorwaarden op leggen. Wij willen geen vrede, die op Europa een eeuwige bedreiging doet rusten; wij willen een vrede, die even wicht en stabiliteit waarborgt. Zoolang onze vijanden zich niet overwonnen er kennen, zullen wij den strijd niet- op geven." Dit is nog wel andere taal dan Grey liet hooren, doch we vertrouwen, dat straks ook Poincaré wel een toontje lager zal zingen. Als hij eerst maar eens ontkomen i« aan idem indruk van de geestdriftige ont vangst der Russen te Marseille Van de verschillende oorlogstooneelen geen belangrijk nieuws. Pauzel 1 Het lijden dor soldaten bij den Tigris In de „Pall Mall Gazette" beschrijft •een gewonde soldaat die 'zich thans in bet hospitaal bevindt, onder 'hoe vreesio- lijke omstandigheden de Engelsche strijd macht in Mesopotamië moest leven en vechten „In het gevecht, waarbij ik gewond werd, hadden wij ontzettende moeilijk heden doorgemaakt. Wij hadden te voren een afstand van meer dan 230 kilometer gemarcheerd en onze compagnie had dien nacht ile wacht, zoodat er geen tijd overbleef om j,e slapen. Vroeg in een onbekende. En zoo kon het gebeiufren, dat hiji in deze bange ©ogenblikken all een machtelooze stond, niet wetend wat te zeggen of te doen. Zelfs da gedachte, dat zijn zoon zich had schuldig gemaakt aan een wandaad, die hem achter die tralies kon brengen, kwam niet in hem op. Slechts één machtig verlangen had) hem aangegriepennaar huis te kunnen ijlen en daar met zijn zoon een ernstig onderhoud te hebben, in de hoop hem tot beterle (dingen te brengen. Maar hij moest nu toch iets tot Gieorge zeggen. De inspecteur had ontsteld gestaan, toen hiji getuige was Van die tragische her-i kenning, maar h'ijl had zijn arrestant in middels stevig vast gehouden. Hij' keek Hardy scherp aan, aJ.s wilde hij zeggen: Hij mag uw zoon zijn, maar hij is mijn arrestant, en ik geloof, dat ik een goe de Vangst heb_ ook. George was de eerste, die weef sprak: Vader u begrijpt wiel, dat wij niet doen wilden, wat u toescheen. Zij wil den maar een grap hebben. En wij: heb ben u natmirlijk niet herkend. Wij wil1- den werkelijk niemand eenig letsel doen; wij hebben ons slechts dwaas aangesteld. 'Maar het was leen gevaarlijke dwaas heid, sprak Hardy nu|. Hiji stond nog stöéds op dezelfde plaats; hij! zag doodsbleek en, angstig klopte zijln hart bij; het denken; aan wat was en komen zoul. (Wordt vflrMSd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1916 | | pagina 1