Zeeuwsch Jongelingsverbond. Watenschap m Kunst. Uit de Provincie. He afdeeiing „Goes" wenschte wel een rubriek in de „Jong. Bode" van méér praetische waarde voor de werkzaamhe den der leden. Waai' er o.a. onderwerpen "worden opgegeven als „De Pluriformi teit dier gemeente" of de „Droogmaking der Zuiderzee" waar vindt dan dé een voudige de noodige bronnen De voorzitter wijst er op, dat er is een (Reisbibliotheek van het Bondsbe- stuur, en dat ei' in de „Bode"-redaetie zitting hebben nrannen van het vak, die met de wenschen van ieder moeten re kening houden, doch hij wil ook deze zaak bij de „Bode"-redactie aanhangig maken. Hierna werd de morgenvergadering door De- Jonker gesloten. Na de pauze heropende de voorzitter de vergadering en zag weer erfkele nieuwe gezichten. Allereerst richtte hij het wel kom aan Ds. Koolhaas van Zuidland, die overgekomen was tot het houden van een referaat over het werk der Knapen- vereeniging, vervolgens weid ook vvelipm geheeten onze jongste afdeeiing Oudelan- de. Ds. Kloek was met de helft der le den ter vergadering tegenwoordig en had zulk een langen fietstocht niet ontziem) Daarna kreeg Ds. Koolhaas het woord, die als man van de praktijk een referaat, hield over de knapenvereeniging. (Spr. bracht inzonderheid hierin deze gedachte naai' voren. Wij moeten de Knaperrvereeuii- ging niet enkel beschouwen als een re- crutenschool voor de Jongelings vereent,- ging, doch de jongens om de jongens zelve lief hebben. Vervolgens gaf opr. vele nuttige wenken voor de leiders, waar na op dit referaat een aangename ge- dachtenwisseling volgde. Voor re en du pliek was er echter geen tijd meer. Kort werden door den voorzitter nog een paar vragen vair verschillenden aard beant woord, waarna ook deze welgeslaagde middagvergadering door Ds. Koolhaas met. dankgebed werd gesloten. Ook deze Bondsdag mag welgeslaagd heb,ten, daar toe heeft zeker medegewerkt het werk. der 'Regelingscommissie te .Middelburg; daartoe hoeft ook veel bijgedragen de onderafd. gymnastiek van Goes, die zoo keurig voor afwisseling zorgde door het uitvoeren van verschillende oefeningen aan brug en ringen, en schoone groepen vormde. Het woord van dhr. De Beste mag dan ook wel overwogen worden, dat in elke groote afdeeiing de vraag eens dient besprokenKunnen wij geen gymnastiekclub vormen? Behalve het voedsel voor den geest, dat boven alles gaat, dienen wij ook voor de verzorging des lichaarns te zorgen en de gymnastiek werkt daar ten zeerste aan mee. De avond vergadering in de Koorkerk 'werd, nadat gezongen was Ps. 103: 1 en 3, door ids. van Empel met gebed ge- lopend. In zijn rede sprak hij over de vopr- deeien err de gevaren van organisatie. Organisatie is «oodig, immers gemeen schappelijke strijd heeft het grootste succes. Daarom .vereenigen zich allen, die hetzelfde ideaal najagen. Men loopt daarbij echter het gevaar veel van zijn ragen persoonlijkheid te verliezen. Het karakter is het merkteoken van onze persoonlijkheiddit merkteekeir nu mag men niet verliezen. Al naarmate de strijd is, die wij te voeren hebben, is de richting van orrs leven. We mogen niet loslaten datgene, waardoor wij onze bij zondere positie innemen, wat aan ons leven bestand geeft. We moeten onszelf zijn, onszelf d u r- v e n zijn. Zieker, onze jongelingen dur ven veel, maar durven zij wel altijd zichzelf zijn? 'tis niet gemakkelijk.- We moeten dan onze krankheden kennen. Tot onze jongelingen komt de eisch, dat zij de kostbare, vair God geschonken gaven, hun persoonlijkheid weten te be waren. Zij moeten het bewustzijn uit dragen, dat de mensch niet is een nummer van hel geheel, maar een schep sel Gods, om uit te leven de gedachte van den Almachtige, om werkelijkheid te maken, wat Hij zich heeft voorge steld. Gij zijt sterk door het Woord Gods, dat irr u blijft, zeide spr. dit durf ik zeggen, omdat het blijft ook al trachten zoovelen het te verdringen. Hebben wij ciet in deze dagen het feest der over winning gevierd? Zoo zullen wij ook in Jezus' kracht overwinnen. Nadat gezongen was G ez27-1:4, nam ds. J. A. van S el nis van Grijps- kerke het woord. Spr. bepaalde hel ge hoor bij de woorden van Bom. 14:9. Paulus spreekt, zeer zelden over het. leven van Jezus, doch daarentegen spreekt hij zeer dikwijls over de opstanding van Jezus. Zoo is elke prediking zonder de opstanding van Jezus ledig. Alle wegen, in dit leven loopen dood, als we niet met God gaan. Wij moeten telkens weer bepaald wor den bij de kracht Gods, die ons des Hoeren maakt bij al onze daden. Naast de ijdele woorden van groote wetenschappelijke menschen stelt spre ker d<e woorden van Paulus, die ge tuigt, dat niets hem kan scheiden van do liefde des Heeren. Paulus weet in Wien hij gelooft. Hier op aarde nu zijn slechts twee soorten menschen. Zij, die in een we reld van dwazen den gids zijn kwijt geraakt en zij, die hel eigendom Gods zijn. Den laats ten is straks liet sterven ge win. Bloot aannemen van de waarheid der opstanding is niet genoeg; wij moe ten de kracht der opstanding aan onze ziel ervaren hebben. Mochten wij de vreeze en de blijdschap ervaren, welke de van het graf terugkearendo vrou wen kenden. Dan voelen wij eerst recht, dal niets ons scheiden kan van de iivtdt Gods. De heer J a m e s van Sluis sprak het slotwoord, releveerde wat op dezen dag te genieten gegeven was en be paalde .zijn gehoor bij de woorden van Lucas 5: „Jezus, ziende hun geloof." Toen de geraakte tot Jezus gebracht werd, nadat allerlei hinderpalen uit den weg geruimd moesten worden, zag Hij, dat het geloof van de dragers groot was. Spr. wilde slechts deze gedachte meegeven: Laat ons veel bidden en ge- looven. De jongelingen, en de geheele gemeente des Heeren moeten maar veel terugzien op dit voorbeeld van geloofs uiting. Allen hebben een moeilijken weg te gaan, doch getrouw zijnde in het gebed voor onszelven en Voor elkander- en immer den Heere smeekende- ons ge loof te vermeerderen, zullen wij niet beschaamd uitkomen. De heer James sloot de samenkomst met dankzegging. De redevoeringen werden afgewisseld door schoonen zang van een dubbel ge mengd kwartet, dat een Paaschlied en een Jubelzang uitvoerde en door een drietal bijdragen, van de bekende violiste mej. Betsy Dhont. Mej. Dhont, wier vaardig en gevoel vol spel we reeds meermalen mochten bewonderen, deed bet aandachtige pu bliek nu genieten van „Sarabande" en „Meditation" van J. S. Bach en Adagio Religioso van Müller. De orgelbewerking was goed. De bijeenkomst was goed bezocht. Afdeeiing van den Ned. Bond van Jongelings- vereenigingen op Geref. Grondslag. Naar aloud gebruik heeft ook thans weer Zeelands Gereformeerde Jongeling schap op 2en Paaschdag haren toogdag gehouden. Heeds in den morgen waren de vrienden uit alle deelen der provincie gekomen om samen feest te vieren. Hel schoone weder werkte 'niet -weinig mede om velen naar Goes te lokken, zoodat er- ondanks dc mobilisatie, nog een zeel groot aantal jongelingen ter morgenver gadering opgekomen waren, en het kerk gebouw der Geref. Kerk flink gevuld was» De vergadering, die geheel aan huis houdelijke zaken gewijd was, ving aan om kwart over 10. Nadat de voorzitter dhr. A. S. J. Dek ker deze op de gebruikelijke wijze ge opend had, sprak hij een kort openings woord, naar aanleiding van Klaagl. 3:23: „Het zijn de goedertierenheden des Hee r-en dat .wij niet vernield zijn". Ofschoon het spr.'s voornemen niet is in zijn wel komstwoord een bijbelbespreking te hou den, omdat hij in dat geval vreesde on- gerefomieerd te worden, toch zeide hij vooral in deze dagen getroffen te zijn door bovengenoemd Schriftwoord. Hartelijk wekte hij op tot veel gebed ook voor die makkers, die onder de wa penen zijn geroepen Dan worden achtereenvolgens in re gelmatig tempo verschillende huishoude lijke aangelegenheden afgedaan. Notulen, jaarverslagen van secretaris en penning meester worden met belangstelling aan gehoord. Tot bestuurslid van den Bond en een secunduslid werden, zooals vanzelf sprak, herkozen resp. de heeren A. S. J. Dek ker en J. P. Kügeler en als bestuurslid, der afdeeiing onze nestor dhr. N. J. Bast- meijer. Het voorstel der vereeniging Openb. 3:11b te Goes, dat. thans geamendeerd ter tafel kwam en zoodoende geen ge- legenlieid meer bood voor ellenlange dis- cussiën, werd mei algenieene stemmen, aangenomenDe stemming voor een 4e lid van het Moderam-cn als gevolg van die aanneming gehouden, had tot uitslag, dat in die functie gekozen werd 'dhr. A. Janse van Schoondijke. Last not least kwam toen aan de orde eenreferaat van den heer A. Janse oven „Het belang der' Chr. Militaire Tehuizen, voor onze CJhr. militairen". Hij deed dit aan de hand der volgende stellingen: De militaire stand vormt een uiterst scherp gemarkeerde - begrensde) so ciale groep, die bovendien nog onder.-vclieiden is 'van alle burgerlijke sociale groepen door haar eigenaardig sterk spiekend karakter. Zij wordt samengesteld uit jonge man nen uil alle kringen van ons volk, die door militaire gezagsoefening tot een massa, tot een krachtig geheel wor den verbonden. De losmaking uil liet burgerlijke le ven, het geestdoodeiide van het kas te stel sel, het iniponeerende van het militaire gezag, en het suggereerende van de commando's brengen verslapping van liet persoonsbesef verhooging van liet groepsbewustzijn zij doen hel iudividueele vervloeien in de massa. De breuke niet vorigen levenskring, het opzijzetten van de burgerlijke opi nie, en de ledigheid van hel kastestelsel, bereiden een vruchtbaren bodem voor de inwerking van booze invloeden. terwijl de eenzijdige physieke licha melijke) arbeid en het volslagen gemis van het vrouwelijk element een zekere ruwheid in de hand werkt. Door vertoon, of schijnvertoon, van militaire flinkheid en kracht in de min- Tter goede elementen maken de Gode- vijandige machten zich licht meester van de massa. 1. De Christen Militair vindt in dit militaire leven zijn door Gods voorzie ning bestel toegewezen levenspositie (zie over die positie St. 1). 2. Dij moet krach lans zijn roeping nree inleven het massale ven, dal hij daar vindt, (zie St. II). 3. llij moet krachtens zijn levensbe ginsel vierkant ingaan tegen den zon digen massageest, (zie St. III). liet Christelijk leven verheft de per soonlijkheid en bierrgt toch ook weer tot de innigste gemeenschap. Vandaar dat de Chr. Militair in een Chr. Mil. Tehuis vindt: 1Eenige vergoeding voor het gemis van het huiselijk leven. (St. I). Daarna werd de vergadering geschorst, lot half twee, op welk uur ie getransfor meerd werd in een openbare vergade ring, gehouden onder vergunning der mi litaire overheid. Als eerste spreker trad| daarin op Ds. J. C. Bullmann van Utrecht inet het lactueele en aantrekkelijke on derwerp: „Het Zionisme". Het tijdsgewricht, aldus Spr., waarin wij leven is een wereldcrisis, brengt de wereldhistorie vooruit. Wij staan aan den drempel van een nieuwen tijd. Het is een worsteling van geestelijk nieuwe ele menten. Of deze crisis de Laatste'zal zijn, wij weten het niet. De toekomst des Hee ren schijnt soms in enkele jaren meer vooruit te komen dan in sommige 'eeuwen, want dan schijnen er schokken te ko men. Ook deze crisis is een zeer zware. De Europeesche oorlog is een wereldoor log geworden; alles wijst op een toe bereiding van de landen voor de lol, die ze nog te spelen hebben. Immers naai- de Selrrift zal het middelpunt der- geschiedenis weer verplaatst worden van het Westen naar het Oosten. Wat. ons ongeloofelijk scheen, is werkelijkheid ge worden. Er is een merkWaardig samen treffen te constateeren Jusschen de he- dendaagsche geschiedenis met de profe tieën des Bijbels. Inzonderheid het Jo denvraagstuk komt thans in verrassend licht te staan. Nooit te voren is het lijden der Joden grooter geweest dan tegenwoordig. Nooit' stonden er zooveel onder de wapenen en het lijden van de Joodsehekooplieden, in verschillende landen is niet te'beschrij ven. Nog niet lang geleden kon men le zen, dat de toestand der Galicische Jo den allertreurigst is. Ook in Rusland wordt de toestand met den dag ellendiger, inzonderheid door het sterke anti-Semi- tisnie. J.s het niet ontzettend thans nog. te lezen van Jodenvervolgingen Dal .alles is waarlijk wel in staat om den Joden te doen wanhopen aan de Profetie, dat ze nog eens wederom een vrij volk zullen worden. Er is voor hen schijnbaar geen rust, maar, zoo zeide on langs de voorzitter van den Zionisten bond, voor al de Joden zal rust komen na hun terugkeer in Palestina. En alles wordt er voor voorbereid. De Joden hebben geld, geen land. De Turken land, geen geld. En nu is een groot deel van het eigendom van den Sultan in Palestina wegens geld gebrek te koop aangeboden. Men ver war hl, dat de Joden dit zullen koopen. Doch wat van dit alles het gevolg zal zijn ligt nog in het. duister. Dit. is ze ker: We staan aan den vooravond van groote gebeurtenissen. Daarom wil Spr. bandelen over het Zionisme als een der merkwaardigste teekenen des tijds: le. in betrekking tot het. J o o d- srlie volk; 2e. in betrekking tot. het Jood- s c Ji e land. Het Joodsehe volk is een wonderlijk volk. Alles is bij hen wonderlijk. Wonder lijk "is zijn oorsprong en ondergang, zijn langdurige ballingschap en zijn onuitroei bare individualiteit. Wonderlijk zijn eer bied voor de Schrift en tegelijk zijn te genstand daartegen. De Joden zijn een volk, dat ligt, te midden van de grootste volken der aarde en die alle zijn vergaan, maar zelf nog 'handhaaft het zichDit voortbestaan zou niet zoo wonderlijk zijn als ze waren geweest ia(s 'b.v. de Chineezen, buiten invloed van vreemde elementen. Zij zijn echter versnipperd en verstrooid over de geheele aarde, toch met een instinctieve! (neiging orn samen te vloeien wanneer ze elkaar ontmoeten. Beis den aardbol rond, overal vindt ge eten Jood. Men heeft hen getuchtigd door wetten, straffen, belas tingen, enz., en niettegenstaande dat al les leeft de Jood nog. Ze hebben onnoe melijk veel geleden, maar alles hebben zij; doorstaan De oude geschiedenis van Israël her haalt zich. Hoe meer ze werden ver drukt, hoe meer ze vermeerderden. Dit blijkt ook uit de statistiekAan het eind der 16e eeuw waren er 1 inillioen Joden. Bij den aanvang der 19e eeuw'5 millioen. Een halve eeuw later 6 a 7 millioen. 'in 1896 11. millioen. Thans naar schatting ruim 13 millioen. Met name het Zionisme heeft daarvoor wonderen verricht. Het Joodsehe besef leeft weer op. De organisatie begint vor men aan te Hemen. De Hebreeuwsche 'taal wordt weer onigangs taal. Men wil weer gelijk worden als de vaderen ten tijde der Maccabeeërs. Hel is niet alleen meer het Joodsehe gezichtstype, maar over de geheele aarde zijn de Joden één nat ion aal volk. Dit volk vergaat niet, in tegenstelling met andere volken, die opgaan, blinken en verzinken. Hoe nu die taaiheid te verklaren?. Het blijft onverklaarbaar tenzij we het beschouwen als een letterlijke vervulling van Jeremia 31„Zoo zegt de Heere, die de zon ten licht geeft des daags, de ordeningen der maan en sterren ten licht des nachts, die de zee klieft, dat hare golven bruisen, Heere der Heir scha ren is Zijn naamIndien deze ordeningen voor Afijn aangezicht zullen wijken, spreekt de Heere, zoo zal ook het zaad Israels ophouden, dat het geen volk zij voor Afijn aangezicht alle de dagen". Daarom antwoordde ook een Godge leerde eens aan Frederik de Groote 'op diens vraag om een bewijs voor de waar heid van den Bijbel„de Joden". Het Joodsehe volk is niet voorgoed verworpen. En hoewel sommigen nog be twijfelen, dat Israël eenmaal van zijn ver harding zal worden verlost,, toch is die twij-, fel volgens Spr. zonderling, omdat. Paulus duidelijk - zegtGod heeft Zijn volk niet verstooten, dat llij te voren gekend 'heeft. Ds. Doekes heeft dit in zijn studie over „De bcteekenis van Israels al'}, waaruit Spr. citeert, helder uiteengezet. De verwachting van de herstelling van het Joodsehe volk geeft de verklaring aan het feit van het voortbestaan der Joden. En ook in het Zionisme komt dit uit. Spr. ziet daarin een vervulling van het vi sioen uit Ezechiël 37, waarin gesproken wordt van dorre beenderen, die samen komen. Dat zijn, zoo zegt hij, 'de con ferenties der Zionisten, Evenwel thans is er nog weinig contact. Aan die beenderen echter komen cellen weefsels, beeld van het toekomstig zelfbestuur der Joden, nog later vleesch, symbool van de stoffelijke welvaart, die ze eenmaal zullen genieten in eigen land en eindelijk worden ze overtrokken door een huid, symbool van de schoonheid, alles zal in hun land innerlijk en uiterlijk schoon zijn. Het begin van de vervulling van dit visioen is .reeds thans te zien. Er is een opwaking van het Joodsehe na tionalisme. (Wordt vervolgd.) Shakespeare e u Cervantes. Zondag 23 April wa- de 300ste sterf dag van deze twee groote mannen. Beide waren letterkundigen van groot en naam. Eerstgenoemde was een Brit, laatst genoemde een Spanjool. Laatstgenoemde werd geboren in 1547 te Alcala de Henares en behoorde, of schoon zijn ouders straatarm waren, tot den ouden Spaarischen adel. Zijn eigenlijke naam was .Miguel de Cer vantes Saavedra. Hij ham deel aan den oorlog tegen de Turken, en maak te den Zeeslag bij Lepanto, 1571, mee, waarbij hij zwaar- gewond werd, zoodat hij vooi-taan hel gebruik zijner linker- liand moest missen. In 1575 uit Italië naar zijn vaderland ternigkeerende. met aanbevelingsbrieven aan Philips Ji van zijn ouden meester Don Juan, werd nabij de Spaansche kusl door zeeroo- vers het schip waarop hij zich bevond buit gemaakt en 'hij zelf naar Algiers vervoerd en als slaaf verkocht. In 1580 wist hij te ontsnappen, keerde hij in Spanje terug en nam ,hij deel aan den oorlog niet Portugal; om drie jaar later voor goed met den krijgsdienst te breken en zich te werpen op de stu die der letteren. De meeste zijner ge schriften, trouwens verloren gegaan, schreef hij uit broodsgebrek. Een er van „Het leren in Algiers" is bewaard ge bleven, en is een krachtig pleidooi tegen zeeroof en slavenhandel. Door Filips 11 benoemd tot l'ourage- officier bij de Indische vloot in Se villa, kwam hij in aanraking met. Andalusië, onder welks blauwen hemel, in de scha duw van tie Sierra's Nevada, Morena, en andere, hij de bezieling ontving voor- zijn letterkundigen arbeid van blijvende waarde. Blijvend omdat hij er zijn hoofd doel, de veredeling van zijn volk, mee bereikte. Het Spaansche volk was in die dagen letterlijk verslaafd aan de lectuur van ridderromans, waaronder van de vuilste soort. Het Centrum verhaalt dat op zekeren dag een edelman, van de jacht thuis komende, zijn geheele familie bij een vond onder lievig snikken en wee- nen. Na een angstig vragen naar het gebeurde werd hem al weenend geant woord dat Arnadis dood was. Tot zoo ver hadden zij namelijk den roman ge lezen. Tegen deze verderfelijke lectuur nu richtte Cervantes zijn verzet. Hij schreef, in 1605, zijn wereldvermaarde boek over- Don Quichotte (Don Quijote de la Alan- cha) een boek dat nog door oud en jong verslonden wordt. „Mot vroolijkan spot" (aldus Het Centrum) verkon digt de schrijver harde waarheden en doet zijn lezers begrijpen, het dwaze hunner hartstochtelijk verslonden ridder romans. Het .was een boek. zoo echt nationaal. Aliihr dat had ook de kun stenaar voorzien, wilde dat ééne boek een -dam zijn tegen den stroomenden vloed, dan moest dal het nationale boek worden van het gansche volk. Bij voor keur drukte hij er in uit de eigenaar dige karaktertrekken der natie, waarvoor hij schreef. Hij werkte er doorheen ver halen, verdichtsels, sprookjes, zooals de Spanjaard ze het liefst hoorde, prach-, tige natuurschilderingen, zooals zij ze gaarne zagen; tal van spreekwoorden op hunne toestanden zoo toepasselijk; schoo ne lessen, vol levenswijsheid." En hel gevolg was 'dat. na dien tijd geen rid derromans meer verschenen. Cervantès' boek had ze alle weggevaagd. Cervantès' ridder (Don Quichotte) is nog tot, onzen tijd „de ridder van do droevige figuur" gebleven; en ook ge noemde spreekwijze algemeen van kracht, al kenden misscliien velen den oor sprong er niet van. En nu nog iets over William Shake speare (spreek uil SjeekspLer). Men zegt dat liij 23 April 1564 te Stratford (Engeland) geboren werd. Zijn geboortedag valt dus saam met den sterfdag van "Michel Angelo. Reeds voor zijn BV jaar moest hij van school af om mee den kost te hel pen verdienen voor het armoedige ge zin waarvan ,hij deel uitmaakte. Op zijn 18e jaar trouwde hij met een vrouw acht jaar ouder- dan hij. Onder den druk van zijn groote gezin er. ook van zijn ongunstig gedrag vluchtte hij naar Londen, waar hij de geringste baantjes waarnam, onder anderen de paarden vasthouden van ruitere die den schouwburg bezochten. In zijn vrijen tijd schreef hij drama's, welke de men schen deden rerbaasd staan ovei zijn brecde kermis, onder anderen van te Italiaanscho letterkunde. Weldra werden zijn tooneelstukken ook door Koningiiy Elizabeth gelezen, en zoo iverd zijn roem gevestigd, meer nog zijn rijkdom ver meerderd, zoódat liij in 1597 een groot heerenhuis in zijn geboortestad kocht en bewoonde. In 1609 staakte bij zijn dramatisch letterkundigen arbeid, en wierp hij zich op meer prozaische bezigheid, oinder anderen grondspeculatie. 'Hij stierf 23 April 1616, volgens den heer Alar- gadant in liet Vaderland, naar be weerd wordtna een onmatigheid op zijn verjaardag. Zijn geheele vermogen had hij i ernxaakt aan zijn dochter- Su- zanria, alleen zijn bed schonk hij aan zijn vrouw, „en verder geen cent om haar in haar weduwenstaat niemand tot last te doen zijn." In den laatsten tijd gaan steeds meer dere stemmen op om te doen gelooven dat deze losbol onmogelijk de schrijver- kan zijn van de vele beroemde tooneel stukken, die op zijn naam, zelfs nu nog, in zoo ruimen getale herdrukt en ver spreid worden. Zijn Macbeth, Hamlet, King l_ear, Romeo ,en Julia, Koopman van Venetië, An tonus en Cleopatra, en vele andere zijn wereldberoemd geble ven. Daarom is men geneigd ai deze mees terstukken niet aan hem inaar aan Fran cis Bacon (spreek uit Frenais Boeken) toe te schrijven. Trouwens dat werd al in 1623, dus kort na zijn dood dooi- kenners beweerd. Doch met dit al blijft Engeland trotsch op zijn Shakespeare, gelijk Spanje op zijn Cervantes. >Wij merkten op, dat deze beide schrij vers op denzelfden datum overleden zijn. Dit j.s slechts ten deele juist. 'Fei telijk stierf Cervantes 10 dagen vroeger, omdat in 1616 in Spanje de Nieuwe Stijl (Gregoriaansche tijdrekening) gehul digd werd, en in Engeland niet. daar had men nog de Juliaansche. welke tien dagen verschilt. Zee brug ge weder g e b o m- har deerd. De tweede Paaschdag was er wel een angstige voor het Oostelijk deel der Belgische lenst, Zeebrngge, Heyst, Duinkerken en Knokke. Driemaal was er actie, 't Begon al zeer vroeg. Ongeveer vier uur in den morgen verschenen vlieg tuigen boven Zeebrugge's haven en tot over de grens hoorde men 't scherp ge knal van bommen. Onmiddellijk licht feit de Duitschers een hevig vuur op de aero planes. in Zeeuwseh-Vlaanderen en ook over 'de Schelde op Walcheren) zag men duidelijk de shrapnells boven Zeebrugge uit elkaar springen. Het afweergeschut was zeer hevig, maar duurde slechts kort. De morgen brak zonnig aande zee ■scheen verhaten. Tegen den middag meen de men echter vaartuigen aan den hori zon te ontdekken. Toch bleef het rustig, tot ongeveer om hal fvier uit. zee ka nongebulder klonk. Het. weer was zeer helder; aan de landzijde zagen we goed 't groot hotel van Knokke, den water toren van Duinkerken, de pier en den kerktoren van Zeebrugge. Voor de haven stoomden drie Duitsche torpedojagers en ginds achter 't Schooneveld bemerkten we Engelsche schepen, 't Schooneveld is een vlakte tusschen Blankenberglie en Je Hollandsche wateren. Benoorden 't Schoo neveld manoeuvreerden de Engelsche oor logsschepen. Deze openden een geweldig vuur; ze voeren vooruit, wendden en ge durig zagen we den lichtschijn van 't geschut. Daar er windstilte was, bleven zware rookwolken hangen, die de sche pen zelf omhulden, maar in die zwarte banken flitste 't licht. De Duitsche vaar tuigen antwoordden even geweldig en weldra mengden ook de kustbatterijen haar stem in 't gruwelijk oorlogsco'ncerlVan 3 uur 35 tot 4 uur zweeg 't gedonder geen oogenblik; men voelde de schokken in !de lucht, de ramen kletterden, de grond trilde soms. Nooit hebben we hier zoo nabij zulk een geweldig geschut ge hooid. Boven een der Duitsche schepen ontwikkelde zich rook en onmiddellijk stoomden de torpedojagers naar de ha ven terug. Men vermoedt dus, dat er een getroffen was. De beschieting der kust bleef voort, dtu-en tot tien minuten na vier, toen werd het weer stil en meende men, dat 't krijgsrumoer voor heden afgeloopen was, maar even voor vijf begon het vuren uil zee al weer even hevig. Nogmaals za gen wij rookwolken en daarin den licbt- slag. 't Was nu een hevige beschieting van de kust; dit hield een twintigtal mi nuten aan. Kort na de eerste schoten, zagen we boven Knokke de observatie ballon rijzenwat later daalde hij weer, keelde dan opnieuw in de lucht terug en hing verder onbewegelijk boven 't land als een stipje in de ruimte. Ik verneem, «lat. men van Westkappel uit op 'I meest Westelijke punt van Wal cheren, een twintigtal Engelsche schepen bij 't Schooneveld heeft gezien. Hier nabij «te grens onderscheidde uren er acbl in actie. (Tel.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1916 | | pagina 2