Zeeuwsch Jongelingsverbond.
Watenschap m Kunst.
Uit de Provincie.
He afdeeiing „Goes" wenschte wel een
rubriek in de „Jong. Bode" van méér
praetische waarde voor de werkzaamhe
den der leden. Waai' er o.a. onderwerpen
"worden opgegeven als „De Pluriformi
teit dier gemeente" of de „Droogmaking
der Zuiderzee" waar vindt dan dé een
voudige de noodige bronnen
De voorzitter wijst er op, dat er is
een (Reisbibliotheek van het Bondsbe-
stuur, en dat ei' in de „Bode"-redaetie
zitting hebben nrannen van het vak, die
met de wenschen van ieder moeten re
kening houden, doch hij wil ook deze zaak
bij de „Bode"-redactie aanhangig maken.
Hierna werd de morgenvergadering door
De- Jonker gesloten.
Na de pauze heropende de voorzitter
de vergadering en zag weer erfkele nieuwe
gezichten. Allereerst richtte hij het wel
kom aan Ds. Koolhaas van Zuidland, die
overgekomen was tot het houden van
een referaat over het werk der Knapen-
vereeniging, vervolgens weid ook vvelipm
geheeten onze jongste afdeeiing Oudelan-
de. Ds. Kloek was met de helft der le
den ter vergadering tegenwoordig en had
zulk een langen fietstocht niet ontziem)
Daarna kreeg Ds. Koolhaas het woord,
die als man van de praktijk een referaat,
hield over de knapenvereeniging. (Spr.
bracht inzonderheid hierin deze gedachte
naai' voren. Wij moeten de Knaperrvereeuii-
ging niet enkel beschouwen als een re-
crutenschool voor de Jongelings vereent,-
ging, doch de jongens om de jongens
zelve lief hebben. Vervolgens gaf opr.
vele nuttige wenken voor de leiders, waar
na op dit referaat een aangename ge-
dachtenwisseling volgde. Voor re en du
pliek was er echter geen tijd meer. Kort
werden door den voorzitter nog een paar
vragen vair verschillenden aard beant
woord, waarna ook deze welgeslaagde
middagvergadering door Ds. Koolhaas met.
dankgebed werd gesloten. Ook deze
Bondsdag mag welgeslaagd heb,ten, daar
toe heeft zeker medegewerkt het werk.
der 'Regelingscommissie te .Middelburg;
daartoe hoeft ook veel bijgedragen de
onderafd. gymnastiek van Goes, die zoo
keurig voor afwisseling zorgde door het
uitvoeren van verschillende oefeningen
aan brug en ringen, en schoone groepen
vormde. Het woord van dhr. De Beste
mag dan ook wel overwogen worden,
dat in elke groote afdeeiing de vraag
eens dient besprokenKunnen wij geen
gymnastiekclub vormen? Behalve het
voedsel voor den geest, dat boven alles
gaat, dienen wij ook voor de verzorging
des lichaarns te zorgen en de gymnastiek
werkt daar ten zeerste aan mee.
De avond vergadering in de Koorkerk
'werd, nadat gezongen was Ps. 103: 1 en 3,
door ids. van Empel met gebed ge-
lopend.
In zijn rede sprak hij over de vopr-
deeien err de gevaren van organisatie.
Organisatie is «oodig, immers gemeen
schappelijke strijd heeft het grootste
succes. Daarom .vereenigen zich allen,
die hetzelfde ideaal najagen. Men loopt
daarbij echter het gevaar veel van zijn
ragen persoonlijkheid te verliezen. Het
karakter is het merkteoken van onze
persoonlijkheiddit merkteekeir nu mag
men niet verliezen. Al naarmate de strijd
is, die wij te voeren hebben, is de
richting van orrs leven. We mogen niet
loslaten datgene, waardoor wij onze bij
zondere positie innemen, wat aan ons
leven bestand geeft.
We moeten onszelf zijn, onszelf d u r-
v e n zijn. Zieker, onze jongelingen dur
ven veel, maar durven zij wel altijd
zichzelf zijn? 'tis niet gemakkelijk.- We
moeten dan onze krankheden kennen.
Tot onze jongelingen komt de eisch,
dat zij de kostbare, vair God geschonken
gaven, hun persoonlijkheid weten te be
waren. Zij moeten het bewustzijn uit
dragen, dat de mensch niet is een
nummer van hel geheel, maar een schep
sel Gods, om uit te leven de gedachte
van den Almachtige, om werkelijkheid
te maken, wat Hij zich heeft voorge
steld.
Gij zijt sterk door het Woord Gods,
dat irr u blijft, zeide spr. dit durf ik
zeggen, omdat het blijft ook al trachten
zoovelen het te verdringen. Hebben wij
ciet in deze dagen het feest der over
winning gevierd? Zoo zullen wij ook
in Jezus' kracht overwinnen.
Nadat gezongen was G ez27-1:4, nam
ds. J. A. van S el nis van Grijps-
kerke het woord. Spr. bepaalde hel ge
hoor bij de woorden van Bom. 14:9.
Paulus spreekt, zeer zelden over het. leven
van Jezus, doch daarentegen spreekt hij
zeer dikwijls over de opstanding van
Jezus. Zoo is elke prediking zonder de
opstanding van Jezus ledig. Alle wegen,
in dit leven loopen dood, als we niet
met God gaan.
Wij moeten telkens weer bepaald wor
den bij de kracht Gods, die ons des
Hoeren maakt bij al onze daden.
Naast de ijdele woorden van groote
wetenschappelijke menschen stelt spre
ker d<e woorden van Paulus, die ge
tuigt, dat niets hem kan scheiden van
do liefde des Heeren. Paulus weet in
Wien hij gelooft.
Hier op aarde nu zijn slechts twee
soorten menschen. Zij, die in een we
reld van dwazen den gids zijn kwijt
geraakt en zij, die hel eigendom Gods
zijn.
Den laats ten is straks liet sterven ge
win. Bloot aannemen van de waarheid
der opstanding is niet genoeg; wij moe
ten de kracht der opstanding aan onze
ziel ervaren hebben. Mochten wij de
vreeze en de blijdschap ervaren, welke
de van het graf terugkearendo vrou
wen kenden. Dan voelen wij eerst recht,
dal niets ons scheiden kan van de
iivtdt Gods.
De heer J a m e s van Sluis sprak
het slotwoord, releveerde wat op dezen
dag te genieten gegeven was en be
paalde .zijn gehoor bij de woorden van
Lucas 5: „Jezus, ziende hun geloof."
Toen de geraakte tot Jezus gebracht
werd, nadat allerlei hinderpalen uit den
weg geruimd moesten worden, zag Hij,
dat het geloof van de dragers groot
was. Spr. wilde slechts deze gedachte
meegeven: Laat ons veel bidden en ge-
looven. De jongelingen, en de geheele
gemeente des Heeren moeten maar veel
terugzien op dit voorbeeld van geloofs
uiting. Allen hebben een moeilijken weg
te gaan, doch getrouw zijnde in het
gebed voor onszelven en Voor elkander-
en immer den Heere smeekende- ons ge
loof te vermeerderen, zullen wij niet
beschaamd uitkomen.
De heer James sloot de samenkomst
met dankzegging.
De redevoeringen werden afgewisseld
door schoonen zang van een dubbel ge
mengd kwartet, dat een Paaschlied en
een Jubelzang uitvoerde en door een
drietal bijdragen, van de bekende violiste
mej. Betsy Dhont.
Mej. Dhont, wier vaardig en gevoel
vol spel we reeds meermalen mochten
bewonderen, deed bet aandachtige pu
bliek nu genieten van „Sarabande" en
„Meditation" van J. S. Bach en Adagio
Religioso van Müller. De orgelbewerking
was goed.
De bijeenkomst was goed bezocht.
Afdeeiing van den Ned. Bond van Jongelings-
vereenigingen op Geref. Grondslag.
Naar aloud gebruik heeft ook thans
weer Zeelands Gereformeerde Jongeling
schap op 2en Paaschdag haren toogdag
gehouden. Heeds in den morgen waren
de vrienden uit alle deelen der provincie
gekomen om samen feest te vieren. Hel
schoone weder werkte 'niet -weinig mede
om velen naar Goes te lokken, zoodat er-
ondanks dc mobilisatie, nog een zeel
groot aantal jongelingen ter morgenver
gadering opgekomen waren, en het kerk
gebouw der Geref. Kerk flink gevuld was»
De vergadering, die geheel aan huis
houdelijke zaken gewijd was, ving aan
om kwart over 10.
Nadat de voorzitter dhr. A. S. J. Dek
ker deze op de gebruikelijke wijze ge
opend had, sprak hij een kort openings
woord, naar aanleiding van Klaagl. 3:23:
„Het zijn de goedertierenheden des Hee
r-en dat .wij niet vernield zijn". Ofschoon
het spr.'s voornemen niet is in zijn wel
komstwoord een bijbelbespreking te hou
den, omdat hij in dat geval vreesde on-
gerefomieerd te worden, toch zeide hij
vooral in deze dagen getroffen te zijn
door bovengenoemd Schriftwoord.
Hartelijk wekte hij op tot veel gebed
ook voor die makkers, die onder de wa
penen zijn geroepen
Dan worden achtereenvolgens in re
gelmatig tempo verschillende huishoude
lijke aangelegenheden afgedaan. Notulen,
jaarverslagen van secretaris en penning
meester worden met belangstelling aan
gehoord.
Tot bestuurslid van den Bond en een
secunduslid werden, zooals vanzelf sprak,
herkozen resp. de heeren A. S. J. Dek
ker en J. P. Kügeler en als bestuurslid,
der afdeeiing onze nestor dhr. N. J. Bast-
meijer.
Het voorstel der vereeniging Openb.
3:11b te Goes, dat. thans geamendeerd
ter tafel kwam en zoodoende geen ge-
legenlieid meer bood voor ellenlange dis-
cussiën, werd mei algenieene stemmen,
aangenomenDe stemming voor een 4e
lid van het Moderam-cn als gevolg van
die aanneming gehouden, had tot uitslag,
dat in die functie gekozen werd 'dhr.
A. Janse van Schoondijke.
Last not least kwam toen aan de orde
eenreferaat van den heer A. Janse oven
„Het belang der' Chr. Militaire Tehuizen,
voor onze CJhr. militairen". Hij deed dit
aan de hand der volgende stellingen:
De militaire stand vormt een uiterst
scherp gemarkeerde - begrensde) so
ciale groep,
die bovendien nog onder.-vclieiden is
'van alle burgerlijke sociale groepen door
haar eigenaardig sterk spiekend karakter.
Zij wordt samengesteld uit jonge man
nen uil alle kringen van ons volk,
die door militaire gezagsoefening tot
een massa, tot een krachtig geheel wor
den verbonden.
De losmaking uil liet burgerlijke le
ven,
het geestdoodeiide van het kas te stel
sel,
het iniponeerende van het militaire
gezag, en het suggereerende van de
commando's brengen verslapping van
liet persoonsbesef verhooging van liet
groepsbewustzijn
zij doen hel iudividueele vervloeien
in de massa.
De breuke niet vorigen levenskring,
het opzijzetten van de burgerlijke opi
nie,
en de ledigheid van hel kastestelsel,
bereiden een vruchtbaren bodem voor de
inwerking van booze invloeden.
terwijl de eenzijdige physieke licha
melijke) arbeid en het volslagen gemis
van het vrouwelijk element een zekere
ruwheid in de hand werkt.
Door vertoon, of schijnvertoon, van
militaire flinkheid en kracht in de min-
Tter goede elementen maken de Gode-
vijandige machten zich licht meester
van de massa.
1. De Christen Militair vindt in dit
militaire leven zijn door Gods voorzie
ning bestel toegewezen levenspositie
(zie over die positie St. 1).
2. Dij moet krach lans zijn roeping nree
inleven het massale ven, dal hij daar
vindt, (zie St. II).
3. llij moet krachtens zijn levensbe
ginsel vierkant ingaan tegen den zon
digen massageest, (zie St. III).
liet Christelijk leven verheft de per
soonlijkheid en bierrgt toch ook weer tot
de innigste gemeenschap.
Vandaar dat de Chr. Militair in een
Chr. Mil. Tehuis vindt:
1Eenige vergoeding voor het gemis
van het huiselijk leven. (St. I).
Daarna werd de vergadering geschorst,
lot half twee, op welk uur ie getransfor
meerd werd in een openbare vergade
ring, gehouden onder vergunning der mi
litaire overheid. Als eerste spreker trad|
daarin op Ds. J. C. Bullmann van Utrecht
inet het lactueele en aantrekkelijke on
derwerp: „Het Zionisme".
Het tijdsgewricht, aldus Spr., waarin
wij leven is een wereldcrisis, brengt de
wereldhistorie vooruit. Wij staan aan den
drempel van een nieuwen tijd. Het is
een worsteling van geestelijk nieuwe ele
menten. Of deze crisis de Laatste'zal zijn,
wij weten het niet. De toekomst des Hee
ren schijnt soms in enkele jaren meer
vooruit te komen dan in sommige 'eeuwen,
want dan schijnen er schokken te ko
men. Ook deze crisis is een zeer zware.
De Europeesche oorlog is een wereldoor
log geworden; alles wijst op een toe
bereiding van de landen voor de lol,
die ze nog te spelen hebben. Immers
naai- de Selrrift zal het middelpunt der-
geschiedenis weer verplaatst worden van
het Westen naar het Oosten. Wat. ons
ongeloofelijk scheen, is werkelijkheid ge
worden. Er is een merkWaardig samen
treffen te constateeren Jusschen de he-
dendaagsche geschiedenis met de profe
tieën des Bijbels. Inzonderheid het Jo
denvraagstuk komt thans in verrassend
licht te staan.
Nooit te voren is het lijden der Joden
grooter geweest dan tegenwoordig. Nooit'
stonden er zooveel onder de wapenen
en het lijden van de Joodsehekooplieden,
in verschillende landen is niet te'beschrij
ven. Nog niet lang geleden kon men le
zen, dat de toestand der Galicische Jo
den allertreurigst is. Ook in Rusland
wordt de toestand met den dag ellendiger,
inzonderheid door het sterke anti-Semi-
tisnie. J.s het niet ontzettend thans nog.
te lezen van Jodenvervolgingen
Dal .alles is waarlijk wel in staat om
den Joden te doen wanhopen aan de
Profetie, dat ze nog eens wederom een
vrij volk zullen worden. Er is voor hen
schijnbaar geen rust, maar, zoo zeide on
langs de voorzitter van den Zionisten
bond, voor al de Joden zal rust komen na
hun terugkeer in Palestina. En alles wordt
er voor voorbereid. De Joden hebben geld,
geen land. De Turken land, geen geld.
En nu is een groot deel van het eigendom
van den Sultan in Palestina wegens geld
gebrek te koop aangeboden. Men ver
war hl, dat de Joden dit zullen koopen.
Doch wat van dit alles het gevolg zal
zijn ligt nog in het. duister. Dit. is ze
ker: We staan aan den vooravond van
groote gebeurtenissen. Daarom wil Spr.
bandelen over het Zionisme als een der
merkwaardigste teekenen des tijds:
le. in betrekking tot het. J o o d-
srlie volk;
2e. in betrekking tot. het Jood-
s c Ji e land.
Het Joodsehe volk is een wonderlijk
volk. Alles is bij hen wonderlijk. Wonder
lijk "is zijn oorsprong en ondergang, zijn
langdurige ballingschap en zijn onuitroei
bare individualiteit. Wonderlijk zijn eer
bied voor de Schrift en tegelijk zijn te
genstand daartegen.
De Joden zijn een volk, dat ligt, te
midden van de grootste volken der aarde
en die alle zijn vergaan, maar zelf nog
'handhaaft het zichDit voortbestaan zou
niet zoo wonderlijk zijn als ze waren
geweest ia(s 'b.v. de Chineezen, buiten
invloed van vreemde elementen. Zij zijn
echter versnipperd en verstrooid over de
geheele aarde, toch met een instinctieve!
(neiging orn samen te vloeien wanneer ze
elkaar ontmoeten. Beis den aardbol rond,
overal vindt ge eten Jood. Men heeft hen
getuchtigd door wetten, straffen, belas
tingen, enz., en niettegenstaande dat al
les leeft de Jood nog. Ze hebben onnoe
melijk veel geleden, maar alles hebben zij;
doorstaan
De oude geschiedenis van Israël her
haalt zich. Hoe meer ze werden ver
drukt, hoe meer ze vermeerderden. Dit
blijkt ook uit de statistiekAan het eind
der 16e eeuw waren er 1 inillioen Joden.
Bij den aanvang der 19e eeuw'5 millioen.
Een halve eeuw later 6 a 7 millioen. 'in
1896 11. millioen. Thans naar schatting
ruim 13 millioen.
Met name het Zionisme heeft daarvoor
wonderen verricht. Het Joodsehe besef
leeft weer op. De organisatie begint vor
men aan te Hemen. De Hebreeuwsche 'taal
wordt weer onigangs taal. Men wil weer
gelijk worden als de vaderen ten
tijde der Maccabeeërs. Hel is niet alleen
meer het Joodsehe gezichtstype, maar
over de geheele aarde zijn de Joden één
nat ion aal volk. Dit volk vergaat niet,
in tegenstelling met andere volken, die
opgaan, blinken en verzinken.
Hoe nu die taaiheid te verklaren?.
Het blijft onverklaarbaar tenzij we het
beschouwen als een letterlijke vervulling
van Jeremia 31„Zoo zegt de Heere,
die de zon ten licht geeft des daags,
de ordeningen der maan en sterren ten
licht des nachts, die de zee klieft, dat
hare golven bruisen, Heere der Heir scha
ren is Zijn naamIndien deze ordeningen
voor Afijn aangezicht zullen wijken,
spreekt de Heere, zoo zal ook het zaad
Israels ophouden, dat het geen volk zij
voor Afijn aangezicht alle de dagen".
Daarom antwoordde ook een Godge
leerde eens aan Frederik de Groote 'op
diens vraag om een bewijs voor de waar
heid van den Bijbel„de Joden".
Het Joodsehe volk is niet voorgoed
verworpen. En hoewel sommigen nog be
twijfelen, dat Israël eenmaal van zijn ver
harding zal worden verlost,, toch is die twij-,
fel volgens Spr. zonderling, omdat. Paulus
duidelijk - zegtGod heeft Zijn volk niet
verstooten, dat llij te voren gekend 'heeft.
Ds. Doekes heeft dit in zijn studie
over „De bcteekenis van Israels al'},
waaruit Spr. citeert, helder uiteengezet. De
verwachting van de herstelling van het
Joodsehe volk geeft de verklaring aan het
feit van het voortbestaan der Joden. En
ook in het Zionisme komt dit uit. Spr.
ziet daarin een vervulling van het vi
sioen uit Ezechiël 37, waarin gesproken
wordt van dorre beenderen, die samen
komen. Dat zijn, zoo zegt hij, 'de con
ferenties der Zionisten, Evenwel thans
is er nog weinig contact. Aan die
beenderen echter komen cellen weefsels,
beeld van het toekomstig zelfbestuur der
Joden, nog later vleesch, symbool van
de stoffelijke welvaart, die ze eenmaal
zullen genieten in eigen land en eindelijk
worden ze overtrokken door een huid,
symbool van de schoonheid, alles zal
in hun land innerlijk en uiterlijk schoon
zijn. Het begin van de vervulling van
dit visioen is .reeds thans te zien. Er
is een opwaking van het Joodsehe na
tionalisme. (Wordt vervolgd.)
Shakespeare e u Cervantes.
Zondag 23 April wa- de 300ste sterf
dag van deze twee groote mannen.
Beide waren letterkundigen van groot en
naam. Eerstgenoemde was een Brit, laatst
genoemde een Spanjool.
Laatstgenoemde werd geboren in 1547
te Alcala de Henares en behoorde, of
schoon zijn ouders straatarm waren,
tot den ouden Spaarischen adel. Zijn
eigenlijke naam was .Miguel de Cer
vantes Saavedra. Hij ham deel aan
den oorlog tegen de Turken, en maak
te den Zeeslag bij Lepanto, 1571, mee,
waarbij hij zwaar- gewond werd, zoodat
hij vooi-taan hel gebruik zijner linker-
liand moest missen. In 1575 uit Italië
naar zijn vaderland ternigkeerende. met
aanbevelingsbrieven aan Philips Ji van
zijn ouden meester Don Juan, werd
nabij de Spaansche kusl door zeeroo-
vers het schip waarop hij zich bevond
buit gemaakt en 'hij zelf naar Algiers
vervoerd en als slaaf verkocht. In 1580
wist hij te ontsnappen, keerde hij in
Spanje terug en nam ,hij deel aan
den oorlog niet Portugal; om drie jaar
later voor goed met den krijgsdienst te
breken en zich te werpen op de stu
die der letteren. De meeste zijner ge
schriften, trouwens verloren gegaan,
schreef hij uit broodsgebrek. Een er van
„Het leren in Algiers" is bewaard ge
bleven, en is een krachtig pleidooi tegen
zeeroof en slavenhandel.
Door Filips 11 benoemd tot l'ourage-
officier bij de Indische vloot in Se villa,
kwam hij in aanraking met. Andalusië,
onder welks blauwen hemel, in de scha
duw van tie Sierra's Nevada, Morena,
en andere, hij de bezieling ontving voor-
zijn letterkundigen arbeid van blijvende
waarde. Blijvend omdat hij er zijn hoofd
doel, de veredeling van zijn volk, mee
bereikte.
Het Spaansche volk was in die dagen
letterlijk verslaafd aan de lectuur van
ridderromans, waaronder van de vuilste
soort. Het Centrum verhaalt dat op
zekeren dag een edelman, van de jacht
thuis komende, zijn geheele familie bij
een vond onder lievig snikken en wee-
nen. Na een angstig vragen naar het
gebeurde werd hem al weenend geant
woord dat Arnadis dood was. Tot zoo
ver hadden zij namelijk den roman ge
lezen.
Tegen deze verderfelijke lectuur nu
richtte Cervantes zijn verzet. Hij schreef,
in 1605, zijn wereldvermaarde boek over-
Don Quichotte (Don Quijote de la Alan-
cha) een boek dat nog door oud en
jong verslonden wordt. „Mot vroolijkan
spot" (aldus Het Centrum) verkon
digt de schrijver harde waarheden en
doet zijn lezers begrijpen, het dwaze
hunner hartstochtelijk verslonden ridder
romans. Het .was een boek. zoo echt
nationaal. Aliihr dat had ook de kun
stenaar voorzien, wilde dat ééne boek
een -dam zijn tegen den stroomenden
vloed, dan moest dal het nationale boek
worden van het gansche volk. Bij voor
keur drukte hij er in uit de eigenaar
dige karaktertrekken der natie, waarvoor
hij schreef. Hij werkte er doorheen ver
halen, verdichtsels, sprookjes, zooals de
Spanjaard ze het liefst hoorde, prach-,
tige natuurschilderingen, zooals zij ze
gaarne zagen; tal van spreekwoorden op
hunne toestanden zoo toepasselijk; schoo
ne lessen, vol levenswijsheid." En hel
gevolg was 'dat. na dien tijd geen rid
derromans meer verschenen. Cervantès'
boek had ze alle weggevaagd.
Cervantès' ridder (Don Quichotte) is
nog tot, onzen tijd „de ridder van do
droevige figuur" gebleven; en ook ge
noemde spreekwijze algemeen van kracht,
al kenden misscliien velen den oor
sprong er niet van.
En nu nog iets over William Shake
speare (spreek uil SjeekspLer).
Men zegt dat liij 23 April 1564 te
Stratford (Engeland) geboren werd. Zijn
geboortedag valt dus saam met den
sterfdag van "Michel Angelo.
Reeds voor zijn BV jaar moest hij
van school af om mee den kost te hel
pen verdienen voor het armoedige ge
zin waarvan ,hij deel uitmaakte. Op zijn
18e jaar trouwde hij met een vrouw
acht jaar ouder- dan hij. Onder den
druk van zijn groote gezin er. ook
van zijn ongunstig gedrag vluchtte hij
naar Londen, waar hij de geringste
baantjes waarnam, onder anderen de
paarden vasthouden van ruitere die
den schouwburg bezochten. In zijn vrijen
tijd schreef hij drama's, welke de men
schen deden rerbaasd staan ovei zijn
brecde kermis, onder anderen van te
Italiaanscho letterkunde. Weldra werden
zijn tooneelstukken ook door Koningiiy
Elizabeth gelezen, en zoo iverd zijn roem
gevestigd, meer nog zijn rijkdom ver
meerderd, zoódat liij in 1597 een groot
heerenhuis in zijn geboortestad kocht
en bewoonde. In 1609 staakte bij zijn
dramatisch letterkundigen arbeid, en wierp
hij zich op meer prozaische bezigheid,
oinder anderen grondspeculatie. 'Hij stierf
23 April 1616, volgens den heer Alar-
gadant in liet Vaderland, naar be
weerd wordtna een onmatigheid op
zijn verjaardag. Zijn geheele vermogen
had hij i ernxaakt aan zijn dochter- Su-
zanria, alleen zijn bed schonk hij aan
zijn vrouw, „en verder geen cent om
haar in haar weduwenstaat niemand tot
last te doen zijn."
In den laatsten tijd gaan steeds meer
dere stemmen op om te doen gelooven
dat deze losbol onmogelijk de schrijver-
kan zijn van de vele beroemde tooneel
stukken, die op zijn naam, zelfs nu nog,
in zoo ruimen getale herdrukt en ver
spreid worden. Zijn Macbeth, Hamlet,
King l_ear, Romeo ,en Julia, Koopman
van Venetië, An tonus en Cleopatra, en
vele andere zijn wereldberoemd geble
ven.
Daarom is men geneigd ai deze mees
terstukken niet aan hem inaar aan Fran
cis Bacon (spreek uit Frenais Boeken)
toe te schrijven. Trouwens dat werd al in
1623, dus kort na zijn dood dooi- kenners
beweerd.
Doch met dit al blijft Engeland
trotsch op zijn Shakespeare, gelijk Spanje
op zijn Cervantes.
>Wij merkten op, dat deze beide schrij
vers op denzelfden datum overleden
zijn. Dit j.s slechts ten deele juist. 'Fei
telijk stierf Cervantes 10 dagen vroeger,
omdat in 1616 in Spanje de Nieuwe
Stijl (Gregoriaansche tijdrekening) gehul
digd werd, en in Engeland niet. daar
had men nog de Juliaansche. welke
tien dagen verschilt.
Zee brug ge weder g e b o m-
har deerd. De tweede Paaschdag was
er wel een angstige voor het Oostelijk
deel der Belgische lenst, Zeebrngge, Heyst,
Duinkerken en Knokke. Driemaal was er
actie, 't Begon al zeer vroeg. Ongeveer
vier uur in den morgen verschenen vlieg
tuigen boven Zeebrugge's haven en tot
over de grens hoorde men 't scherp ge
knal van bommen. Onmiddellijk licht feit
de Duitschers een hevig vuur op de aero
planes. in Zeeuwseh-Vlaanderen en ook
over 'de Schelde op Walcheren) zag men
duidelijk de shrapnells boven Zeebrugge
uit elkaar springen. Het afweergeschut
was zeer hevig, maar duurde slechts kort.
De morgen brak zonnig aande zee
■scheen verhaten. Tegen den middag meen
de men echter vaartuigen aan den hori
zon te ontdekken. Toch bleef het rustig,
tot ongeveer om hal fvier uit. zee ka
nongebulder klonk. Het. weer was zeer
helder; aan de landzijde zagen we goed
't groot hotel van Knokke, den water
toren van Duinkerken, de pier en den
kerktoren van Zeebrugge. Voor de haven
stoomden drie Duitsche torpedojagers en
ginds achter 't Schooneveld bemerkten
we Engelsche schepen, 't Schooneveld is
een vlakte tusschen Blankenberglie en Je
Hollandsche wateren. Benoorden 't Schoo
neveld manoeuvreerden de Engelsche oor
logsschepen. Deze openden een geweldig
vuur; ze voeren vooruit, wendden en ge
durig zagen we den lichtschijn van 't
geschut. Daar er windstilte was, bleven
zware rookwolken hangen, die de sche
pen zelf omhulden, maar in die zwarte
banken flitste 't licht. De Duitsche vaar
tuigen antwoordden even geweldig en
weldra mengden ook de kustbatterijen haar
stem in 't gruwelijk oorlogsco'ncerlVan
3 uur 35 tot 4 uur zweeg 't gedonder
geen oogenblik; men voelde de schokken
in !de lucht, de ramen kletterden, de
grond trilde soms. Nooit hebben we hier
zoo nabij zulk een geweldig geschut ge
hooid. Boven een der Duitsche schepen
ontwikkelde zich rook en onmiddellijk
stoomden de torpedojagers naar de ha
ven terug. Men vermoedt dus, dat er een
getroffen was.
De beschieting der kust bleef voort,
dtu-en tot tien minuten na vier, toen werd
het weer stil en meende men, dat 't
krijgsrumoer voor heden afgeloopen was,
maar even voor vijf begon het vuren uil
zee al weer even hevig. Nogmaals za
gen wij rookwolken en daarin den licbt-
slag. 't Was nu een hevige beschieting
van de kust; dit hield een twintigtal mi
nuten aan. Kort na de eerste schoten,
zagen we boven Knokke de observatie
ballon rijzenwat later daalde hij weer,
keelde dan opnieuw in de lucht terug en
hing verder onbewegelijk boven 't land
als een stipje in de ruimte.
Ik verneem, «lat. men van Westkappel
uit op 'I meest Westelijke punt van Wal
cheren, een twintigtal Engelsche schepen
bij 't Schooneveld heeft gezien. Hier nabij
«te grens onderscheidde uren er acbl in
actie. (Tel.)