rika
ROOMERS
So. 143
Vrijdag 17 Maart 1916
30e Jaargang
aiSG,
1916
irsknecht
tbode,
mstbode.
De Groote Oorlog.
r winstaandeel),
CHAPPIJ.
rdam).
IIS Co.
NG,
bert Veen).
■h;
n uitgegeven
RONKERS.
O D E Li
e prijzen,
verkocht.
!OUWi
TORNI.
KNECHT,
RTEUR
bericht.
Feuilleton.
OVERWINNING.
E
■ijving wordt open
ven tot den koers
aart 1916.
3kantoren verkrijg-
NG.
rM
zegging 2'/* °/o-
r Ned. Bank.
t,
VOORZIENING.
TROMMEL. -
»KIN DEREN
ht terstond of later
ime 'fi
i, die de zaak wen-
;n is dit een goede
n ruim bestaan te
;n onder no. 76
te Goes.
tond
IER, Armeniaansche
rg. m
lagd:
iw- en St. Joosland.
Iburg.
bureau van dit blad
een i
A.YAN NIEUWEN-
wer, Rilland.
EK te Goes, Kleine
is ziekte der tegen-
Mei
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre - Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post.
Losse nummers
ƒ1.00
0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Zij, die zich met ingang van 1
April a. s. op „De Zeeuw" abon
neeren, ontvangen de tot dien datum
verschijnende nummers gratis.
Schiermonnikoog.
Met bartel ijken dank ontvingen wij van
Tip Top te Axel fö.—
Ons totaal is nu f 446.123. Wij zijn
dus niet ver van de f500. Waren wij
eerst tevreden met f 100, nu maakt de
milddadigheid van vele onzer lezers ons
vrijmoedig om op een cijfer van f 500
te hopen. Wie "helpt alsnog mee voor
eind dezer- maand dit cijfer te bereiken?
Tor vergadering.
Wij herinneren alle belanghebbenden
aan den datum van 22 Maart.
Alsdan wordt te 11 uur 's morgens een
buitengewone vergadering gehouden van
bet Provinciaal Comité van A.-R. Kies-
vereenigiftgen in onze provincie.
Plaats van samenkomst Middelburg', Mi
litairen-Tehuis.
Een drukke discussie wordt verwacht
naar aanleiding van Punt V: Bespreking-
werkzaamheden der Kiesvereeni gingfen
Kifisvereenighrgen die alsnog in het ver
vullen van hun dure roeping zijn tekort
geschoten, kunnen alsnog die sejhade in
halen.
Andere, die reeds alles deden wat hun
hand vond om te iloen, zullen wel Zoo
vriendelijk willen zijn alle mogelijk» in
lichtingen aan de afgevaardigden der zus-
tervereenigingen te verschaffen.
Het is een hoogst gewichtige periode
.die wij tegemoet gaan. Laten wij allen
trouw op onzen post zijn, wakende en
biddende, vol jeugdigen moed en met
energie de taak vervullen welke op onze
(hand gezet wordt.
if
Vlreer een verlies.
Nu ons mooie nieuwe schip de ,,Tu-
bantia" naar den kelder ging het vier
de al tijdens dezen oorlog; de „Katwijk",
de „Artemis" en de „Bandoeng" waren
voorgegaan'! begint eindelijk ook de
meest verwoede pro Duitscher otuder ons
izidh af te vragen of er nog wel een
woord ter vergoelijking van de D'uitsche
strijdwijze ter ziee kan worden uitge
dacht.
Het torpedeeren van een boot die voor
anker lag is een stout, beter nog een
grof stuk, dat niet zonder ernstig pro
test onzerzijds kan geboekt worden.
Natuurlijk nemen wij1 aan dat de D'uit
sche regeering deze schanddaad van den
ombekenden gazagvoerder harer duikboot
ernstig afkeuren en volledige schadever
goeding aanbieden zal.
Doch zjal het niet noodig zijn ook van
(haar te vorderen dat de vrijheid blrjk-
blaar aan de commandanten verleend om
ook neutrale schepen in den grond te
boren, worde ingetrokken
iWat toch moet er van onzen handel
komen, wanneer onze mooie schepen
voortaan, zoo maar zonder voorafgaand
onderzoek, door don eersten den besten
onbesuisden duikboot-commandant ver
nield, en onze beste zeevaarders en on
schuldige passagiers vermoord kunnen
worden
En wat, in verhand hiermee, moet er
dan worden van de ten laatste uitge
hongerde bevolking van ons, nog wel neu
trale, land
Een verhaal uit het kerkelijk leven van
Noord-Amerika.
door v. d. M.
Nadruk verboden.
45)
„Dokter, ga zitten, dan kunnen we 's
ruistig praten. Is u niet bang zoo ver
van uw patiënten weg te gaan?"
„Patiënten! Waar zijn die? Het kli
maat van Iowa is zóó ideaal, dat wij
dokters 's zomers wel in een stoel kun'
uen gaan zitten en onze duimen draaien.
Wij zijn hier eigenlijk overbodig in dat
heerlijk land."
„Kom dokter," schertste Allan, „als we
U noodig hebben, dan hebben we u ge
woonlijk dadelijk noodig."
„Het doet me genoegen u zoo flink
en opgewekt te zien," hernam Dr. Lucas
op ernstiger toon; „in de lente heb ik
werkelijk een oogenblik gedacht, dat die
ellende met het College u op de zenu
wen zou slaan en u breken."
bezoek aan het ouderlijk huis
Beknopt overzicht van den toestand
In Buitschlamd is admiraal Von Tir-
pitz als minister van marine afgetreden.
Men zegt, dat deze wijziging in helt
opperbevel over de vloot geen wijziging
zal brengen in de tot dusver gevolgde tac
tiek. I Ij i i
Dteze- tijding was voorafgegaan door een
berichtje, volgens hetwelk de Admiraal
ongesteld was.
Nu is het mogelijk, dat de man in
derdaad zoo ziek is, dat zijn af treden
noodzakelijk werd. maar bevreemdend
blijft het toch, dat daarvan in het of-
ficieele bericht geen melding wordt gel-
maait.
Het spreekt vanzelf, dat uit het feit
van het aftreden allerlei gevolgtrekkingen
gemaakt worden.
(Nu was het reeds lang bekend, dat
er verschil van opinie bestond tusschen
den rijkskanselier en den minister van
marine over de Duitsohe methode van
oorlogvoeren ter zee.
Mocht Duitschland voortgaan met het
torpedeeren op1 groeten schaal van de
koopvaarders, op gevaar af. wekelijks ook
een neutraal schip in den grond te boren?
Velen begrepen, dat in de neutrale sta
ten groote verbittering moest ontstaan)
welke tenslotte op krasse wjjze naar uiting
zou kunnen zoeken.
Inderdaad, Duitschland mag wel goed
óverwegen wat bet doet.
Wanneer de „Tiihantia" door een D'uit
sche U-boot is getorpedeerd, na alle ver
zekeringen en verklaringen, die van Duit
sohe zijd© zijn afgelegd, dan zou dit weel
een bewijs zijn voor de onverantwoorde
lijke wijze, waarop door Duitsche duik-
bootcommandanten de bevelen van de
autoriteiten worden opgevolgd.
Geen wonder, dat. men het aftreden
vlan Von Tirpitz met een en ander in
verband brengt.
!Mog)e de zaak nu zoo gewend wor
den, (dat de neutrale vaart niet aan ban-
flen gelegd wordt, want dit kon voor
ons en anderen noodlottige gevolgen heb
ben.
De derde aanval op de stellingen van
Verdun was een actie van weinig be-
teekenis.
In den beginne had het den schijn,
lalsof 't weer een hardnekkige poging gold,
zooals twee. keeren te voren geconsta
teerd was.
De Duitschers behaalden gering succes,
de Franschen heroverden het grootste ge
deelte der bezette loopgraven en vervol
gens trad weer rust in.
Van Engelsohe zijde wordt met aan
drang aan den Russen do raad gegeven
niet te aarzelen, maar de plannen voor
den veldtocht in het Oosten volgens pro
gramma uit te voeren. Want juist nu,
als de slag bij Verdun de Duitsche ver
liezen ontzettend doet toenemen, wordt
jete kans voor een hervatting van het
offensief der Russen in het Oosten goed.
Men redeneert niet slecht.
Hoewel het gevaar fan een Turksche
aanval op Egypte niet geheel opgeheven
is, wordt een ernstige poging tot een
inval door den specialen correspondent
van de Londensche Pers toch zeer on
waarschijnlijk geacht. Het warme jaarge
tijdie nadert en daarmede verdwijnt de
mogelijkheid om groote troepenmassa's
door de onherbergzame woestijn te laten
trekken, tenzij uitgebreide voorbereidingen
hadden plaats gevonden. Hiervan zijn ech
ter geen teekenen te bemerken, zeker ni:qt
heeft mij er weer heefemaal bovenop ge
bracht."
„Weet ui, wat ik denk van die heel'e
Collegegeschiedenis?" vroeg Dr. Lucas.
„Neen. Wat dan wel?"
„Ik geloof dat Older en al die an
dere lui, die u dwars zitten, voor zich
zelve allesbehalve aangenaam gestemd
zijn- Zij1 zijn jaloersch op uw succes en
hun eenig verlangen is, u te vernede
ren V an het werkelijk belang onzer kerk
begrijpen zij niets. Zelfs de boekhouding
van. Older in vroeger dagen was treurig,
t Zijn net honden aan een voederbak.
Nu zij' zelf niets kunnen hereiken, zal
een ander het ook niet."
„Vindt u die diagnose niet wat al te
scherp?"
„Weineen, dominé. Die lui zijn van po
vere qualiteit, maar ze schreeuwen hard.
'tls de groote ellende van dezen tijd met
meer kerken in Amerika. Als dit soort
lui invloedrijke plaatsen in de kerk heeft
bemachtigd, houden ze zich met alle
macht staande. Jaren geleden heb ik dat
al opgemerkt. En voor iemand, die weet
wat waai' Christen-zijn beteekent, als
men te leiden heeft, is het dubbel bitter.
Instede van gaarne zich zelf te verloo
chenen om de zaak van Gods .Koninkrijk,
voor een leger, sterk genoeg om zich,
imet de verdedigers te meten.
De oorrespondent, die de verdedigings
werken bezichtigd beeft, is van oordeel,
dat daarvoor een strijdmacht van een
'kwart millioen noodig zou wezen en er
geen sprake van is, dat zulk een leger
kan worden afgezonden.
De Tubantia.
Aan de ,3- R- Crt."1- heeft de heer
Wijtsma, gezagvoerder van de „Tuban
tia" eenige mededeelingen geclaan omtrent
den ondergang van zijn schip.
Te 2 u. 20 min. in den nacht van
Woensdag op Donderdag, even voor men
ten anker zou gaan, werd men op het
s.chip door een ontzetten den schok opge
schrikt, tengevolge waarvan alle glaswerk
aan boord in splinters werd geslagen,
de kaartenkamer, de rookkamer en de
bibliotheek een ruïne werden. Het schip
was aan stuurboordzijde midscheeps ge
troffen; de sloep, die boven de getroffen
plaats hing, was verdwenen en de brok
ken hout daarvan hingen in de marconi-
draden. Het brughuis was aan splinters
geslagen.
Te 6 u. 55 min. verdween de „Tuban
tia" in de diepte, een kwartier ongeveer
nadat de heer Wijtsma het met de laatste
mensdien van de bemanning in twee boo
ten had verlaten, hetgeen toen door het
scheef vallen van bet schip reeds moeir
lijk ging.
Over de vraag, of de „Tubantia" op
een mijn is geloopen of getorpedeerd is,
schijnt, geen twijfel te behoeven bestaan.
De eerste stuurman, de vierde stuurman
en de uitkijk zeggen met groote stelligheid)
dat zij de bellenhaan van de torpedo,
die het schip heeft getroffen, duidelijk
hebben gezien. Bovendien is dit twee me
ter onder de waterlijn geraakt. Niet alleen
is dit gerapporteerd door twee stokers,
die zich ,in de bunkers bevonden, de
kapitein heeft dit bij bet overhellen van
het schip ook gezien.
Het was helder weer, het schip is lan
gen tijd drijvende gebleven; de booten
konden allen worden uitgezet en er kwam
al gauw hulp, van de Breda, van de
la Campinie, vair de Gorredijk, van de
Krakatau, van de twee uit Westkapelle
toegesnelde torpedojbooten, zoodat, wat de
menschenlevens betreft, deze ramp een
gunstig verloop kon hebben. Maar wie
van nabij hoort en ziet wat het beteekent
een -schip getorpedeerd, die beseft maar
al te duidelijk de rampzalige gevolgen
van dezen meedoogenlooizen zee-oorlog en
die begrijpt ©enigszins het verschrikkelijke
van deze torpedeeringen zonder eenige
voorafgaande waarschuwing, die, dikwijls
in den donkeren nacht en bij slecht weer,
een aantal onsohuldigen en non-oorobat-
tanten prijs geven aan de grootste ellende
en ontberingen, veelal aan een wissen,
ellendigen dood.
Er is één man Verdronken, en één
gekwetst. Er werd niets gered, ook de
mail niet. .Volgens anderen zijn 4 of 5
personen verdronken.
Het was gisteren in den namiddag -in
het gebouw van het Loodswezen aan
den Hoek een ongewone rumoerigheid.
Passagiers en bemanning krioelden daar
rond in de meest zonderlinge kleed ij,
Verfrischten zich, gebruikten ;een war
men dronk 'ear trachtten weer wat op
hun verhaal te komen. De vrouwen met
loshangende haren, nret dekens geslagen
om hun nachtgewaad, in morgenjapon;
mannen in o! ie ja-sen in baljisson, bijna
a'len zon Ier hoofddek-e', dikwij s zonder
broek, zonder schoenen; meisjes en
eenige jonge kinleren, alten nog met den
gelijk Paulus deed, zijn deze nrensclren
even gevoelig voor menschelijke eer als
Pilatus, en evenals Pilatus kruisigen zij
Christus liever dan hun eigen belangen
in gevaar te brengen."
Allan zweeg; hij behoefde tegen des
dokters opmerkingen niets in te brengen.
Inderdaad Older en zijne trawanten sche
nen meer gelijkenis met Pilatus dan met
Christus te hebben.
Laat in den middag wandelden de twee
vrienden langs den spoorweg naai- huis.
Toen zij genaderd waren bijl de plek,
waar Rutlèdge dien morgen den jongen
Maxkley had ontmoet, vertelde hij den
dokter ervan, en voegde el' aan toe:
„Arme jongen fik heb met hem te
doen. Hij is zinkende, en hij! begint het
in te zien."
„Hij spijit mij ook voor hem," zei de
dokter. Ik veroordeel1 den ouden Markley
meer dan ik het den jongen doe. Ik
dacht vroeger dat hij een prachtkerel'
.zou worden, maar hij heeft geen kans
gehad. Markley is als meer ouders, die
we tegenwoordig maar al' te veel kennen:
zij gaan op in het geld verdienen en
denken nauwelijks aan iets anders. En
nu moet hij ervaren, dat zijn geld zijn
kind niet ten goede is geweest. De oude
s'chrik op het gelaat, en daartusschen door
de leden va» de bemanning, matrozen
en stokers, ©enige va» de officieren, de
monteie marconist, op wiens joviaal zee
mansgezicht eigenlijk n'.ets te lezen Was
van bet doorgestane.
Wij! hebben daar nog ee» Hollander
gesproken, die op de terugreis was naar
zijn vrouw te Buenos-Ayres.
Ik stond voor de boot, die mjj tevpren
was aangewezen, vertelde de man. Eten
vrouw komt naar mij toe en geeft mij een
kind van een jaar of vijf. Zorgt u Voor
het kind, mijnheer-. Een reisdeken had
ik meegenomen; het kind had niets an
ders aan dan een hemp je. Ik wikkel het
in mijn reisdeken en heb het bij mij ge
houden, tot op de „Breda"; daar- ben
ik liet kwijt geraakt. Ik ben er gaan zit
ten in een hoekje. Het was er zoo
koud. Ik heb den kok iets te eten ge
vraagd en hij gaf mij een stuk kaas.
Ik heb het opgegeten, maar- het ïs er
niet ingebleven. Toen ben ik maai' weer
gaan zitten en ik heb niets meer gezegd;
ik kon niet spieken. En toen Wij hier
aan wal kwamen, ben ik gaan loopen
huilen als een kind; ik kón er niets aan
doen. En nu hier aan tafel vind ik
ineens weer het kind met de moeder
naast me zitten. Ik ga niet meer over
zee, zoolang de oorlog duurt.
Hieronder laten we nog het verhaal
(ontleend aan de Maasbode) volgen, dat
de kranige kapitein van het s.s. „Breda",
hetwelk met 240 opvarenden van de „Tu
bantia" gisterenmiddag om 4 uur te Hoek
van Holland aankwam, over het ongeval
gedaan heeft.
Wij waren, aldus de kapitein, Woens
dagavond omstreeks half zeven van Rot
terdam vertrokken en voeren ongeveer
half negen den Nieuwen Waterweg uit.
Voorbij de Noord-Hinder varende hoorden
wij plotseling geweldige knallen, doch door
den mist konden wij niet veel onderschei
den. Etensklaps bevonden wij ons tusschen
reddingsbooten, gevuld met menschen. Wij
namen de opvarenden van die booten op
en vernamen, dat ze afkomstig waren
van de „Tubantia".
Wij gingen toen op zoek naar dit schip
en ontmoetten intusschen nog andere boo
ten met geredden, die eveneens door de
„Breda" werden opgenomen.
Toen wij ten slotte de „Tubantia" be
reikten gaven de kapitein en de bemarv
ning van dit vaartuig ons te verstaan, dat
ze aan boord wenschten te blijven.
We gingen daarna naar nog andere
opvarenden van de „Tubantia" op zoek
en keerden weer naar dit schip terug,
waarna wij den kapitein en verdere be
manning aan boord namen.
Weer hebben we daarna nog getracht
om menschen op te pikken en hebben
ons toen nogmaals naar- de plaats, waar
de „Tubantia" lag, begeven. Het schip
was toen echter verdwenen.
Intusschen redde de „Gorredijk" onge
veer 20 en de „La Cam pine" ongeveer
40 opvarenden.
De „Breda" nam in het geheel 240
personen aan boord.
De scheepsgelden konden in veiligheid
gebracht worden. Ofschoon men 3 uur tijd
gehad heeft om zichzelf en zijn bezittingen
te redden, schijnt men toch nog dingen
van waarde te hebben achtergelaten.
Zoo redde de kapitein zulk een blikken
trommeltje van geen waarde, maar ver
gat zijn gouden horloge.
Bewonderenswaardig was het gedrag
van de bemanning van de „Breda". Deze
stond alles aan de geredden, die geen
bovenkleeding en geen schoeisel aan had
den (ze waren zoo uit het bed in de
man is thans gebroken en ik geloof dat
hij nu; werkelijk ten volle inziet, hoe tra
gisch deze opvoeding is verlóopen."
De vrienden waren nu gekomen aan
de plek waar Viola Antol was gevonden.
Dr. Lucas herinnerde eraan, dat het nu
al1 ruim een jaar geleden was, en dat de
schok van deze gebeurtenis Ds. Anning's
dood was geweest.
,Er zijn altijd nog menschen," merkte
Allan op, „die betwijfelen of het wel
zelfmoord geweest is."
„Ja, ik herinner- me dat. Maar er kan
toch geen twijfel aan zijn. Het geweer
van haar eigen vader werd naast haar
gevonden".
Het gesprek stokte nu, maar Allan ge
voelde diep in zijn ziel, dat deze tra
gedie nog niet ten volle geëindigd was.
Toen de heeren zouden scheiden, zei Dr.
Lucas nog
„Ds. Rutfodge, ik wil u nog eens de
verzekering geven, dat u in Wellington
een religieuze opwekking hebt gebracht.
Wij dokters kennen spoedig het werkelijke
teven der gemeente en ik kan verkla
ren, dat Wellington inderdaad is omge
vormd. Ook de sociale verhoudingen, idie
leeljjk dreigden te worden, zijn thans
weer voortreffelijk".
reddingsbooten gegaan) af: kleederen, bed-
degoed, proviand, enz. Het goed hart van
den zeeman verloochende zich hier niet.
Voor den kapitein persoonlijk, werd een
extra-trein te Hoek van Holland besteld,
waarmede 200 geredden aangebracht door
de „Breda", gisteravond half 9 van Hoek
van Holland naar Amsterdam zouden ver
trekken om aldaar ongeveer half 11 te
arriveeren.
Van de te Hoek van Holland aan land
gebrachte geredden is één man gekwetst,
die aldaar geneeskundig wordt behandeld.
Voor de passagiers, die ïiiet in de ge
legenheid waren zich te kleeden, werden
te Hoek van Holland de noodige klee-
dingstukken gekocht.
Er zouden nog personen gered zijn door
Engelsche booten en naai' Engeland zijn
gebracht. Een reddingsboot met 15 man
zou zijn stuk geslagen. Van do inzittenden
is niets bekend.
Korte Oorlogsberichten.
In de Kreis Rees houdt de school
jeugd tweemaal per maand een inzame
ling van oude couranten bij de bevol
king, welke dienen moet voor de beklee
ding der militairen.
Te Bocholt heeft de Gemeenteraad
premies uitgeloofd aan de werkliedenbe
volking, ten einde geiten en konijnen te
fokken, om op die wijze de menschen
van vet en vleesch te voorzien!
Een typisch oorlógs-„topval" wordt
uit Eppau gemeld. Zonder voorkennis der
ouders kwamen daar plotseling de vier
zonen van don boekhouder Jaitner van
het front thuis. Bijna op hetzelfde uur en
zónder dat ze iets Van elkaar afwisten.
Dit samentreffen was te merkwaardiger,
daar men den eenen zoon reeds als ge
sneuveld beweende en de andere in Rus
sische gevangenschap gewaand werd.
Thans zijn alle 4 jongens, evenals op
den eersten mobilisatiedag, bijna 20
maanden geiteden, weer gelijktijdig naar
hun posten gesneld; een naar het Dnjes-
terfront, een naar Russisch Poten, ee«
naar Servië, en de vierde naar- de Isonzo.
Engeland en Japan onderhandelen
over nieuwe voordeelen in Azië voor.
Japan.
Naar verluidt, nadert de dubbele
Duitsche draadversperring over de gehee-
le Nederlandsch-Belgische grens haar vol
tooiing. Bericht werd, dat de ruimte tus
schen de beide draden overal' 200 meter
is. In afwijking daarvan hebben de Duit
schers over de grenslijn StabroekEs-
schen dezen afstand verbreed tot 500
meter. Een boer aldaar werd de keuze
gelaten den draad vlak langs zijn huis
te doen spannen en Belgisch onderdaan
te blijven óf zijn hoeve te verlaten en
deze tusschen de grenslinie te stellen.
Hij koos het eerste.
Duitsche bladen melden, dat een
Deen, dr. A. op zijn doorreis naar Hol
land onder verdenking van spionnage in
hechtenis is genomen.
Een v 1' i eg-o n g e 1 u k. Kapitein Ni
cholson, ©en der voornaamste vliegoffi-
cieren van Engeland, is toen hij' tijdens
een verlof van het front in Engeland
teruggekeerd, een vliegtocht ondernam,
gevallen en omgekomen.
Oorlogswaanzin. In de „Roy
al1 Institution" deed .prof. Thomson de
mededeeling, dat liij een uitvinder bij
zich had gehad, die een geniaal plan
had bedacht om Krupp te gronde te rich
ten. Deze uitvinder had opgemerkt, dat
vogels kalk pikten en nu1 was zijn denk
beeld om een aantal aalscholvers om-
„Ik ben er werkelijk blij om", zei Al-
lan met warmte, „dat ik voor deze ge
meente iets heb mogen doen. Ik heb in
Wellington nog al wat moeten lijden, doch
dat is niéts in vergelijking met het waar
achtig goed, dat gewonnen is".
De volgende week toog Rutledge ter
Conventie in Des Moines.
XXI.
Op een schoonen lentemorgen vinden
wij Nelly Grayson gezeten in haar ele
gant ingericht boudoir, omringd van af
do kleinoodiën, die zulk een vertrek het
aanzien van een allergezelligst hoekje ple
gen te geven. Nelly's gelaat echter was
betrokken; zij had juist een brief gele
zen van Mario Markley. Deze brief was
niet zoo bijzonder belangrijk, doch een
tweetal' zinsneden hadden haar toch zeer
getroffen.
„O Nelly", stond er, „ik ben toch zoo
gelukkig vandaag. Dezen morgen heb ik
de allerbelangrijkste Vraag beantwoord,
die ooit een vrouw kan gesteld worden.
Ik zou je daar veel van willen vertel
len, maar ik ben nu niet kalm genoeg
om te schrijvenToe, kom me gauw eens
opzoeken".
jj Wordt vervolgd-)