No. 133 Maandag 6 Maart 1916 30e Jaargang Feuilleton. OVÜwïïïÏÏiÜG. De drool® Ö@rl@gB Watersnood. De crifiek van den heer Galijn. Uitgave ra* de Naaml. Venn. LUCTOR ET E5JSK©© gevestigd te Sees. Hoofdbureau te Sees: LANCE VORST5TS AAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUSJ - L. BURS. Drukkers: Oosterbaan Ls Coinir® - ©oes. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnsmentsprl}* i Per 3 maande» fr. p. post. 1.63 Losse nummers8.05 Prijs der Advsrtantiên 15 regels f 0.50, iedere regel meer 18 ct 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 et. "Wij ontvingen nog in dank: Door tusschenkomst van M. Bi. de M. te Goes van J. de S. te 'sHeer Hen drikskinderen f 5. Totaal met inbegrip van de reeds vroe ger verantwoorde bedragen f 1830.08. II. (Slot.) De heer Colijn was getroffen door de volgende schriftelijke mededeeÜng va,n de Reigeering „Zij do Regeering is tot de overtuiging gekomen da,t verdere ingrij- pende wijzigingen van de door den mi nister Talma tot stand gebraclite verze keringswetten in de bestaande omstandig heden behooren achterwege te blijven". W|at mag dat beteekenen? vraagt te recht de lieer Colijn. „Moet men daarin zien een tegemoet komen aan hen dio bezwaar hebben te gen het afbrekende werk dat men op touw gezet heeft ten aanzien van de wetten van den heer Talma? Of een voudig uitstel van behandeling van, de Invaliditeitswet-Talma. Maar dat zal wel niet, immers de Regeering heeft zelf gezegd in de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer bij gelegenheid van de -algemeen© beschouwingen over de be- grooting voor dit jaar: „de behandeling der voorstellen tot herziening van do InValiditoits- en Ziektewet zal wel moe ten wachten tot na de Grondwetsher ziening". Dat wil dus zeggen: tot na do verkiezingen van 1917. Maar dan is zulk een besluit ook niet op te vatten als een tegemoetkoming ter zake van de be zwaren dio gerezen zijn tegen het op heffen van het Bes tand, want dan zul len wij hebben ©en andere Kamer en waarschijnlijk ook een ander Kabinet. Het zou ook kunnen beteekenen dai de behandeling van de Ouderdomswet ge woon wordt voortgezet met vervallenver klaring van. art. 411 in de wet-Talma, en dan verder de Ziekte- en Invalidi teitswet te laten rusten. Doch ook dit kan, dunkt mij, niet omdat wanneer men die Invaliditeitswet en Ziektewet, waar van toch ieder toegeeft dat zij zlooveel Belangrijker zijn dan de Ouder- domsvoor ziening, zou laten rusten dit toch een er gerlijko noncha lance zou zijn ten opzichte van dio beide gewichtige onderwerpen. Trouwens de .Regeering heeft zelf gezegd dat de behandeling van do Ouderdomswet on mogelijk is zonder dat men weet wat met de Invaliditeitsverzekering zal geschie den". „In elk geval geloof ik dat ook deze wijziging in de gedragslijn van de Re geering Tiaar öf naar de eene óf naar de andere zijde in meerdere moeilijkhe den zal brengen. Verzwakking van de regeerkracht, van de positie van het Ka binet zal er een gevolg van zijn. Boven dien er is genoeg te doen (op financieel gebied). Wij hebben twee voorstellen tot heffing in eens, een regeeringsvoorstel d,af vraagt 80 miljoen, een heffing op de oorlogswinst van 50 miljoen. Wanneer over deze ontwerpen van uit een breed 35) Ha druk! verboden. Ken verhaal uit het kerkelijk leven van Noord-Amerika, door v. d. M. Zoodra Markley binnen was, had White de deur zorgvuldig op, slot gedaan. Dair- na opende hij' het gesprek: „Ik ben vanavond wat slaperig, zeg. Gisternacht ben ik naar den brand wezen kijken en dat heeft me heel wat slaap gekost. Rutiedge heeft zich verschrikke lijk aangesteld, wat? De heelle stad loopt nu te juichen over dien kerel van een dominé. Ik droomde vannacht, dat ik hem met een waterstraal van het dak gespoten had". „Ik wou, dat je 't maar gedaan had", voegde juffrouw Fisbie hier vriendelijk aan foe. „Ik kan dien man niet uit staan. Ik begrijp niet wat onze kerk nu eigenlijk aan zoo'n predikant heeft". „Als ze allemaal zoo waren als jij", zei Markley, „dan kon Ruifledge z'n kof fers pakken". „Ik haat hem'" siste de juffrouw, en gezichtspunt op behoorlijke wijze gehan deld moet worden, zal van de inspanning en den tijd der leden zeer veel worden" gevorderd". En in steeds meer klimmend-en toon vanwege het steeds breeder gezichtsveld dat zich voor Sprekers oog ontplooide, klonk het: „Wij hebben nog meer De doen en ook de Regeering heeft nog meer te doen. Wij hebben niet alleen ons oordeel te geven over die wetsontwerpen, welke in concreten vorm ons zijn voorgelegd, maai' wij hebben ook binnen den kring van onze beschouwingen t]e trekken datgene wat .als eindtoestand van dezia periode kan worden verwacht. Groote gebeurte nissen werpen hun schaduwen vooruit! Wanneer men in de landen dor oorlog voerende Mogendheden komt en men heeft de gelegenheid, zooals ik het voor recht had, aan beide zijden met invloed rijke personen tie spreken over wat men zich denkt van den toestand in Europa na den oorlog, dan is overal levendig en zeer sterke drang naar het sluiten van groote tolverbonden, die aan do eeue zijde zullen omvatten die landen der En tente en a,an d© andere zijde de, landen der Centralen. Men aarzelt zelfs niet in het openbaar zich daarover nat te spre ken. Nog dezer dagen heeft in Enge land niemand minder dan Bonar Law als zijn meening te kennen gegeven, dat dit zal1 moeten zijin de voortgezette En tente-politiek. Zoo hlebblen wij ook der gelijke uitingen kunnen hooien aan de andere zijde. Wanneer dan ook in Ame rika nog veld wint het gevcieten, om ook een tolverbond voor de beide Ame- rika's te sluiten, dan zullen wij! toch ook eens ons zelf moeten afvragen, hoe het bij! ons zal' gaanwelke gevolgen het voor ons zal hebben, wannöer deze dingen gebeuren; wanntejer de beginselen van ons tegenwoordig ruilverkeer ten eene male onderste boven worden gekeerd. Moet men dan, wanneer dergelijke vraag stukken voor ons oprijzen, zich zelf gaan verteren in innerlijke quiaesties? De wij ze, waarop wij die tijden zullen tege moet gaan, zal voor tientallen jaren be slissen over onze nationale positie, over de betetefcenis van Nederland; over onze economische gesteldheid. „Nui weet ik wel lein dit ben ik met (den geachten voorzitter van den Ministerraad volkomen eens dat men de diepere levensvragen, waaromtrent nu eenmaal' verschil van gevoelen onder ons volk heerscht, |niet kan onderdrukken. Dit is onmogelijk en men moet ook zelfs niet trachten dit te doen. Men moot evenmin trachten zie Weg te cijferen. Maai wat men wel kan doen het is in 'het Parlement de verscherping der te genstellingen tegengaan do-or geen actn- eele vraagstukken van practiscbe partij politiek hier als een knuppel in het hoen derhok te gooien. „Het was mijns inziens plicht der Re geering gewtaest, om alles te vermijden wat daartoe kon leiden en de Regeering heeft de taak, om in deze zaken leiding te geven aan ons politiek leven, in -dien zin, dat zij ons behoedt voor het aan de orde steilten van vraagstukken, die gedeeltelijk althans tot den felsten strijd aanleiding kunnen gevj&n. Dat de Regeering dit inzicht blijkt nfet te doe len, acht ik uit een oogpunt van 's lands belang (teleurstellend". Ziehier een rede, die getuigt van een breeden staatsmansblik, van goed vertrou wen in het Nederlandsche volk, van een voorzichtigen kijk op de storende gebeur tenissen van den laatsten tijd en tïe pre caire positie der kleine mogendheden, in zonderheid van ons eigen land. Eon red,e di© niet zal nalaten, indruk te maken op ons volk, zoo in engeren als in breederen zin. keek Markley, die haar eten goedgevoel- den steek had gegevleo, nijdig aan. Eén keer had juffrouw Fisbie Ds. RuÜ'edgq ontmoet. Het was tijdens de Evangelisatie- bijeenkomsten; zij! was toen bij Rutledgje gekomen om hem te spreken over haar „twijfel" terzake van de Christelijke re ligie. „Wat maakt ui Van de geschiedenis der schepping in Genesis?" had ze hem ge vraagd. Rutiedge, die wel wist van haar uit huizigheid en haar gecoquetteter mot jon ge mannen, had haar sscherp, aangekeken en geantwoord: „Juffrouw Fisbie, ik zie in de geschie denis der schepping, dat God één man voor één vrouw schiep, en dat is ge loof ik, wel een der belangrijkste fac toren in de schepping". De valsche vrouw had niets geant woord, was giftig van boosheid heenge gaan en sindsdien werd haar haat tegen den jongen predikant slechts geëvenaard door dien van Markley en Older. In- tusschen werd dit minder verheven ge- .sprek voortgezet en zei White: „Die Rutiedge is een mooiprater. Ik vertrouw hem ook niet. Pas maar op je zuster, Markley. Rutiedge doel mij veel te lief tegen haar. Vandaag zag ik ze nog Schiermonnikoog, Met hartolijfcen dank ontvangen door bemiddeling dar firma Dhuiji £5 van A. S. te V.; van E. 0. te A. f 10. Totaal met het voorgaande f 392.62V2. Beknopt overzicht van dan toestand. De Duitecho Pers had hot doen voor komen, dat de aanvallen in de richting Verdun ui tal uiend ten doel hadden het Duitscbe front wat strakker aan te trek ken. Meer niet. Doch men had het telegram van den Duitschen Keizer, waarin bijl zijn Bran- donburgsche belden aanvuurde tot do verovering van do sterkste vesting in het vijandelijk gebied, niet vergeten. Het ging bij Verdun niet om een enkele „verplaatsing" der linie. Hiervoor zou men niet zooveel, offers hebban willen brengen. De kracht, waarmede zij! den eersten aanval hebben ingezet, het groote aantal slachtoffers, dat zijl hadden te boeken en het groote belang van het bezit van Verdun noodzaken' de Duitschers het offensief niet te staken vóc'r 'at het uiter ste is verricht. De Frans'chen hebben dit begrepen en zien de toekomst donker in. Neen, Verdun js nog niet gered. Daarbij komt pok eenig wantrouwen in bet beleid van do Fran&che gieneraals. Het Zou een groote fout van .de aan voerders zijin, de waarheid achter te houden. Velen vragen zich met. verwondering af, of de troepen om en in Verdun niet ontlast moeten worden. Er -moeten groote EngtelsOhe reserves aanwezig zijin, doch ze Worden nog niet gebruikt. Weten de geallieerden soms meer van do plannen van den Duitschen staf, of staan ze op 't punt groote domheden te begaan. 1 Een cammirmqué van Pa ij: meldt, dat een tegenaanval der Franschen hen in staat zou hebben gesteld liet. dorp Dou- aumont te heroveren. Het 'js wel vreemd, nietwaar', dat het Fransche legerbestuur dit niet zeker weet. Nu kan het ook zijin, dat door do artilleriebeschieting van het dorp niet 'veel meer js overgebleven en de strij ders dus niet weten of ze binnen dan wel buiten de kom der gemeente zijin Immers, men heeft reeds ee:der ge meld, dat er in een straat van Douau- rnont gevochlen werd. Do opmerking mag dus gerechtvaardigd heeten, dat 't nog te bezien staat of de Brandenburgers, die jn het fort Douau mant waren omvat, thans uit hun hache lijke positie zijn. verlost. Bekijkt men de zaak van dezen kant, dan is men geneigd aan te nemen, dat de bedoeling der Duitschers met hun tweeden aanVal js, om door de varove- samen bij het huis van dien Ier, Pat Ginnis". Frederik Markley had nog niet alle eer gevoel' verloren. White zóó over zijn zus ter te hooren spreken, maalde hem krie gelig. En hij' antwoordde kortaf: „Maak je niet bezorgd over mijin zus ter. Zij' kan opperbest een werkelijke deugniet onderkennen". Hierbij keek hij White veteübeteekenead aan. White begreep zeteor wei1, wat Markley bedoelde, want indertijd had hijzelf ge poogd de aandacht te trekken van Marie Markley; deze had hem echiier zónder vorm van proces links Laten liggen. „0 ja", fleemde juffrouw Fisbie „juf frouw Markley is zóó goed!" Markl'ey werd nijdig en snauiwde haar toe: „Houd toch je mond, jij! White schoof z'n stoel bij! tafel en suste de twee door te zeggen „Komaan lui, laten we nu zaken doen Markley, vóór a. s. Zaterdag moet ik nog eens duizend dollar van je hebben". De tergend vriendelijk uitgesproken woorden deden Markley's wee,te ineens bekoelen. Hij' werd doodsbleek en zei be vende „Nog duizend, White? Maar dat kan ring van bet dorp, alsmede door het verschuiven hunner linie ten Z. 0. van Douaumont, in de richting van Vaux, de bezetting van bet fort aan beide zijden lucht te yerschaffen. Het Duitsche staf bericht erkent een succesje van de Franschen. Lees maar goed „Na ©en aanzienlijke vermeerdering van hun vuur jiebben de Franschen het dorp Douaumont en pnze daarbij aansluitende linies aangevallen. Zij werden, ten deele in cèn gevocht van man tegen man onder groote verliezen teruggedreven, en ver loren bovendien weder meer dan 1000 niet gekwetste gevangenen." Sedert 22 Februari moeten de Duit- s'chers reeds veroverd hebben 37 kanon nen en 75 machinegeweren, thans in 't geheel reap. 115 en 161. De gevechten ten Z.-O. va.n Ypcren kwamen „voorloopig" jot stilstand. De door do Duitschers vóór 14 Februari ingenomen stelling is vast in hun bezit; do .stelling van het „Bastion" in handen der geallieerden gebleven. Een belangrijk strategisch succes is de inneming van de stad Bitlis in Turksch- Armenië, door het Russische leger van Grootvorst *Nicolaas, Het bezit, van deze plaats, ten Z. W- van het .Waarneer gelegen, brengt de Russen een groote schrede nader tot hun doelhot optrekken naar de vlakte van Mesopotamia en het afsnijden van den spoorweg Aleppo-Bagdad, .waarlangs do bij Koet-el-Amaia vechtende Turken a an troepen, kruit en eten worden voorzien. In eert telegram uit Londen, deelde Reuter eenige bijzonderheden mede over een document, dat de Duitschers op eon Engelsch schip hebben gevonden en waar in, volgens de Duitscbe lezing, zou zijn vermeld, dat elk Engelsch koopvaardij schip order zou hebben gekregen aan vallend op te treden tegen vijandelijke! onderzeeërs. Reuter verzekerd© echter, dat dit document onjuist door de Duit schers v(s weergegeven en dat den ge- wapenden koopvaardij c-hepen is gelast alleen ter Zelfverdediging op onderzeeërs te schieten. Deze uitlegging wordt thansi wederom door de Duitschers betwist. In Amerika js de kwestie nog aan de orde tul&chea .Wilson en de oppositie in den Senaat over de vraag, of de Ameri kanen gewaarschuwd moeten worden geen passage te nemen op bewapende koopvaarders met het oog op het duik- booten-gevaar. Over dit vraagstuk vau ondergeschikt belang maakte, men zich in de Ver. Staten geweldig druk. Tenslotte besliste de Senaat, dat de Amerikanen niet ge waarschuwd zulten yvoiden. Dat was het eind van de eere-kwestie, die zooveel stof opgejaagd had, en vele gemoederen in spanning gebracht had. iVlenschenvernietiging. „Gij zijt uitgekozen voor den mijnpost. Ga en doe uw werk. Geluk er mlee." Met deze woèrden van zijn kapitein begint een sappeur zijin vtarliaaï in bet „Petit Journal". „Ik wist wat het be vel' beduidde. Het beteekende, dat ik mjj' moest opstellen in een kleine verborgen schuilplaats, waar het drukken op een electrisehen knop 'n met buskruit gevulde mijn zou ontsteken, die ongeveer 100 M. vandaar was aangelegd. Toen ik den post bereikte, begon hét te schemeren en een dichte menigte Duitschers verscheen, wier grijze uniformen tegen die sneeuw afsta lk onmogelijk nu!" „Je moet!" schreeuwde de ander en keek hem aan met het oog van een mee- doogenloos heerscher. De aanblik van Markley was zielig; hij liet het hoofd hangen en zakte futloos in zijta stoel'. En dan begon hij' met smeekstem tot White„White luister nu naar rede. Ik heb je nu in 12 maan den tijd al' 3(300 dollar gegeven. Mijn va der krijgt argwaan. Ik kan nu niet al weer bij hem aankomen om nog meter geld. Je móét nog even wachten. Ik zal je de volle tienduizend gulden betalen zooals ik je beloofd heb, maar dan moet je nog wat geduld hebben". „Ik kan niet wachten", hield de an der voï. „Ik moet het geld diezc week hebben. De rui wachten op mrji ook niet" „En 'ik moet mijn geld morgen heb ben", voegde juffrouw Fisbie er nog -aan toe. „Ik ga deze week naar Dies Moi nes, om erwat juiweellen te halen, die ik besteld heb, en dan moiett ik geld heb ben". Markley was ten einde raad. Met in spanning van alle krachten wierp hij z'n kwelgeesten voor „Is dit dus eigenlijk de reden, waar om jelui me vanavond wilden hier heb ben?" ken. Bij drommen kwammen zij opzetten. Mijn adem inhoudende van opwinding strek ik de band uit naar den knop, on geduldig het oogenblik afwachtende, waar op zij de terreinstrook zuflen overschrij den, die door ;den druk van mijn rin ger tot ontploffing zal worden gebracht. Schorre commando's gaan van rijt tol rij, waarna de Duitschers met een luid geschreeuw en htet aanheffen van de „Wacht am Rhein" weder voortrukken als een groote lawine. „Nu is het oogenblik gekomen: ik druk op den knopq wat een schouwspel'! Hint is als een fontein te midden der me«- scheïijke zee. En dooi' den wervelwind van rook, ijzer en vuur, zie ik gruwelijk verwrongen gezichten, armien, boenen en. rompen van mannen hoog in de lucht, als opwaarts geslingerd door ©ear hel- schen vulkaan. „De aankomende golf is gebroken 'en een groote krater is gevuld met Duitscbe lijken". Ziedaar hoe menschen m'et menschen handelen. Korte Oorlogsberichten. Een eenvoudige 0astenr$ksChe vrouw uit Chicago had uit de krant ge lezen dat te Woenen zoo'n gebrek aan meel bestond ion dat zielfs de keizer grof oorlogsbrood moest pten. Dit vond ze zoo bedroevend, dat zij een pakket meel aan den burgemeester van Woonen ztxnd met verzoek het aan den keizer te geven Groot was dus de vreugde van vrouw Lang', toen zij een brief kreeg, waarin de opperkeukenmeester fiaar uit naam Van den keizei' vriendelijk liet bedanken, ea dat de broodjes, die Z. M. uit haar meel had laten pakken, hem zeer goed ge smaakt hadden. Door pen nationaal comité zijfn in 0 oston i ijk-II on ga rij© li/3 jnillioen krom n ingezameld voor een. nieuwe duikboot ter vervanging van die onder commando van den zeeofficier Leach, die de dread nought Gambetta torpedeerde en zOlf la ter jn. .don grond ia geboord. Bombardement Van Smyr na. Zeven Ffansche vliegtuigen hebben den 29n Febr. Smyrna gebombardeerd. D© expeditie duurde vier en twintig uren. Er werden zeshonderd K. M. afgelegd. Een beschadigd vliegtuig viel in zee, doch een begeleidende: torpedoboot kwam te hulp. j De „Voss. Zig." ontleent aan. de „Matin" het bericht dat een Duitschie hulpkruiser uit het Noorden komende er in geslaagd js de Atlantische Oceaan te bereiken. Verscheiden poriogsschepen be gonnen er jacht op te maken. Uit B e r 1 ij n. De gToote generale staf meldt hedenmorgen: Tegen den avond begon een. levendig vijandelijk vuur op verschillende punten van het front. Tusisohen Maas en Moezel was da Fransch© artillerie yboitdarend zieer actief Van tijd tot tijd beschoot zij de streek van Douaumont met bijzondere heftigheid. Ir:fanterie.ov ech ten. hadden niet plaatst Om onnoodigp verliezen to vermijtten ontruimden wij gisteren bij de hoeve Thiavilie ten Noord-Oosten van Badoti- viller, voor een geconcentreerd vijande lijk massa-vuur ei© loopgraven, Welke wij don 28sten Februari op de Franschen veroverd hadden. i De onderzeeërsoorlog. De Engelsche stoomboot „Teutonian" (2874 ton) is gezonken. De bemanning is gered. „Ja. En wij wenschen een beslist ant woord", antwoordde White steak. Eensklaps veranderde alles aan Mark ley. Hij sprong op, herkreeg z'n kteu: en sprak met van woede trillende stem: „Welnu, ik zal jelui een beslist ant woord geven. Ik kan het niet doen en ik wil' het niet doen. Jelui deunt dqeu wat je belieft, maar ik zeg: néén". „Kalm, kalm!" fluisterde White. Men kan ods hier hooren. Schreeuw niet als een dolle". Toen, overgaande in koele zakentoon, vervolgde hij1 „Hoor es, Markleyj;we hebben hier geen behoefte aan herrie. Jij kuint van je ouwe heer altijd geld krijgen, als jle dat ver kiest. Dat heb je trouwens al eenige malen getoond. Denk er goled om, vrind je: ik behoef den rechter maar een pa.te woorden in 't oor te fluisteren, (en je kunt de strop zien hangen". Weer zonk Markley terug. Hij z.ag doods bleek en bedekte zijn gelaat met beide handen. En White vervolgde met tarten de kalmte: „Toe, stel je nu niet zoo aan. Het is hier een eenvoudige zakenkwestie. Ik wil het je heetemaal niet moeilijk maken, maar ik heb het geld noodig en moet het hebben ook". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1916 | | pagina 1