span den, irnvee, kens, No. 127 Maandag 28 Februari 1916 30e Jaargang ining art 1916, PEN: alen lanen en Iden. irt 1916, >pen Uit üe Pers. Feuilleton. OVERWINNING. öe Groote Oorlog gebodeaeeti een goed be- motto .Ver- Middelburg. DISSEL, te te Kloetioge. heer W. van de door hem m Achterweg n e (veulendra- vos Merrie 5 jaar, bruine 13 jaar, vos Ruin, 3 jaar, iruine Merrie, aar en bruine vende Melk- larzen, 6 Wei- Weiossen, 6 18 groote en speenvarkens. ch Wagentje, |-en Assen en Zaaimachine, len, Hooihark, 1, 3 Sacks-, 2 pappelploegen, Kettingegge, pbord, Sleep epers, Stroo-, vingen, Boom ladders, Mest-, j Hekkens, He- ddorschzeil, 2 leeften, Aard- >rken, Rijven, freed schappen, en, droge- en |»ulp, ±25000 iepen, Pleien, Victoriakarn, chel, Kookka- ^rs, Tafel, Stoe- oederen, enz. ter inzage bjj het Beestiaal |en. i bergplaats ien stalling. |UVERS te Ka- przoeke en ten Noussen te B 43, tegen eien, 1 jaarling irken assen en tuig, »g, Zeeuwsche Vind molen, Snij- tijzer, Zwengen, en Zolderge- /aterbak, Zaad- Harn assement, nestput, en wat orden gebracht Uitgave van de üaamL Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Colntre - Goes. Schiermonnikoog en Kerstboekje». Wjj releveerden dezer dagen nit een circulaire Van de Chr. Sohoolvereeniging op bovengenoemd eiland enkele profane verhaaltje.-* op de (moderne) Zondags school aldaar bij een Kerstfeestviering den kinderen meegegeven. Ken vrijzin nig blad te B.olsward vroeg: Is dat. waar? Ds. Hasper, de geref. predikant, op Schtermonnikoog, voorzitter der Chr. Schoolvereenigiag beantwoordt de vraag in een in.gezon.len schiijven aan genoemd blad bevestigend; de uitreiking dezer Kerstboekjes toch vond plaats in de pe riode van dr. Louis Bahler. Ajan het ingezonden schrijden van 3s. Hasper, hetwelk echter door "het Bols- waidach© blad geweigerd word, on tie.s- nen wij het Volgende: Op '11 winteravond, tvvee jaar geleden, werd ik geroepen door iemand, die mij meermalen gezegd had, geen vrede te kunnen ervaren bij hetgeen in vroeger en later tijd week aan week in Zondags school en Kerk geleerd werd. Ik kon mij daarover niet zoo verwonderen., wijl ik iets wist van de .prediking in do Her vormde Kerk en het mij ook bekend was, hoe op de Hervormde Zondagsschool do Bijbelsöh© geschiedenis reeds lang had moeten wijken voor het vertellen van sprookjes en dierfabels. Ook aan bet gebedsleven werd mindere waarde ge oordeeld althans naar hot feit, dat noch Zondagsschool, noch Kerstfeest ooit met gebed, geopend of bes-loten werd. In diezelfde dagen verklaarde mij een kind van 14 jaar, dat trouw de Zondagsschool bezocht, nimmer het woord „Heiland" te hebben gelezen of gehoord, en een treffende plaat van den Zaligmaker bleef dan ook volmaakt onverstaanbaar. Ik vroeg aan een meisje dat erbij stond, of zij dan nooit uit don Bijbel hadden hooien vertellen; waarop ik van het eer ste kind het naïeve antwoont vernam is nog te Klein Voor den Bijbel 1" Dit meisje was ruim, twaalf. Ik zo-u hier omtrent en ook naar „aanleiding vgn kerk- en sdhoolquesties in heden en ver leden nog zéér merkwaardige dingen kun nen memo roeren. Evenwel laat ik dit achterwege; deels uit persoonlijke reve rentie voor mijn -modernen collega met wien ik Vriendschappelijke relaties onder houd, doch bovenal omdat alle strijd en twist mij vreemd en onaangenaam is. Toen ik dan op den avond, waarvan ik sprak, in het gezin waarin ik geroepen was binnentrad, werd mij gevraagd hardop iets te willen voorlezen uit een Kerst feestboekje der Hervormde Zondagsschool. Gewillig en eerbiedig Ids ik, mij opleggen de iedere oprechte meening van anders denkenden tot, haar recht te doen komen, gelijk dooi' schrijver of schrijfster be doeld zou zijn. Meermalen haperde ik. Toch las ik bladzij na bladzij, mij inhou dende, opdat de desillusie o'ver hetgeen de Kerk aan kinderen mede gaf op den levensweg Zoo gering mogeljjlc zou zijn. Zoo las ik voort., totdat ik tenslotte niet verder kon. Het was bij de passage waai den kinderen verhaald werd, hoe onze Verlosser en Heer in Zijn bangste lijden slechts steun Kon vinden bij zijn „haze windhond." Gelukkig ontmoette Hij in (iethseman© dat sChoone langharige dier met zachte oogen. In die oogen ligt een trouw, zooals de mensehen niet kennen; en zij zeggen tot den Heiland: „Al zou den ze U -ook allen verlaten, ik zal U De Zeeuw VERSCHIJNT ELKZN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers 1.5» „0.05 Prijs der Advertentêën 1—5 regels /"0.50, iedere regel meer 10 cfc. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels f 1. iedere regi i meer 10 ct. Ren verhaal uit het kerkeljjk leven van Noord-Amerika. door v. d. M. Nadruk verboden. 39) Men begreep elkaar en Allan ging ge- heel op in het leven op de boerderij. En het duurde niet lang, of het frissche krachtige leven van den gezonden joö- geman won het van zijn overspanntetn zenuwen; hij at en sliep voortreffelijk en den ganschen dag buitenlucht, genie tende, kleurde weldra weer gezond rood zijn wangen. Maar nog een onverwacht® ontmoe ting maakte zijn vacantie een gelukd droom. Op den tweeden dag van zijn verblijf op de boerderij ging hrj langs de rivier een wandeling maken. Bij een plek genaderd, waar hij een prachtig uitzicht op de rivier en die omgeving wist, bleek hem, dat hij niet de eenige was, die daar de schoonheid van Des Moines beschouwde. Niet ver van hem af zag h|. de gestalte van pen jonge*. niet verlaten; zoolang ik leef zijl Gij niet alleen." Dan richt Jezus zich op. De schaduwen van Golgotha vallen over Zijn gebogen hoofd. Maar de smart is van Zijn gezicht verdwenen! „Het licht van dén held blonk Weer in Zijn oogen. Hij was niet meer alleen. Er was liefde, ook voor Hem. Er was begrepen ook voor Hem, al werd Hij maar door een dier begrepen." Voorin, op het tweede titelblad las ik den naam van die het mij gaf met vermelding van Kerstfeestviering en 'jaartal. Ik stond op en wierp zonder een woord te spreken het goddelooze ge schrift jin het vuur. Nauwelijks had het vlam gevat, of het speet mij, -dat ik zulk een Kerstgeschenk aan het vernieti gen was. Er waren daarvan wel meer exemplaren uitgereikt, maar ik begreep, dat, men mij' die ongaarne ver schaffen zon. Daarom bestelde ik het aanstonds in den boekhandel: „Kleine Lichlen" door A. W. Sanders van Loo, te 'sGravenhage uitgegeven, zonder jaartal. Het andere boekje van gelijke inscriptie, doch van ben jaar later, is nog in mijn bezit. Vergun mij nog enkele aanhalingen van deze Kinderlectuur op Kerst feest. Uitdrukkiugen als, schuine uien", „fat soenlijke geestigheden", „caië chantant", „caroussel loopen", „het hoogste Res sort" als benaming van den dood in het poppenkastieven, de overdenking van een baas wanneer zijn hondje sterft „Verdjk heb vergeten om 't stom me beest vandaag drinken te geven", ga ik zonder opmerking voorbij. Maai de overdreven teergevoeligheid voor de dierenziel uit den tij. 1 van _l!a hl er is wel frappant. Ik had nooit vermoed, dat het gemoedsleven van muizen, meikevers en ander gedierte zoo rijk' was. „Ik heb", zegt een auteur, „honden en herten, apen en koeien zien weenen, maar niet „pour un rien", zooals wij doen, als ons een kies wordt getrokken of iemand ons een onaangenaamheid zegt: alleen in oogen- blikken van heftige zieleangst weenen zij, „bloedig® tranen." Bijl zulk een beschou wing kan men er zich haast niet over verbazen, dat de laatste vraag van een Stervend tneisje is: „Dokter, Zonden tear ook muisjes in den hemel zijn? Dat is 't laatste geweest, wat ze ooit heeft ge zegd." In hetzelfde boekje sterft nog feen jongetje, dat heengaat met de Vraag: „Pater, zou ik in den hemel een recht rugje hebben?" Goede verzorging van beesten ear menschen geeft toegang tot de eeuwige heerlijkheid. Van een boer Wordt gezegd, dat hij „wel in den hemel zal zijn gekomen, want de „rechtvaar dige erbarmt zich over zijn vee" en dat had hij zijn heele leven gedaan" (wor telen gegeven, etc.). Op de meest enge verhalen worden de kinderen (dus ook de verdere kring van lezers in een dorp: ooms, tantes, moeder, broer, buren) ver gast; alles sterft en gaat dood op de griezeligste wijzepoesen, tonen, kalve ren, paarden: haalde een van de mannen een im.es uit den gordel en sneed de staart vlak bij den staartriem af. En met een gil, die niet meer aardsch was, stierf het paard voor haar oogen". Schuw-vreeselijke en ongelooflijke ver tellingen lees ik over dierenmishandeling. Ook compleet idiote diagen, als van een dom ino, die al lijd maar van de hel praat en zijn discipeltjes leert, dat ze gelukkiger zijn in den hemd, wanneer zij ae andere menschen in de hel zien Een meisje verdrinkt zich in een put na een ongelukkige liefde met een weg- geloopen huzaar: „Zo was onze lieve dame, die blijkbaarmet verrukking van de schoone vergezichten genoot. Toen zij voetstappen hoorde naderen, keerde zij Eich haastig om. En tegelijk ontsnapte een blijde kreet haar lippen. „Allan! Allan! Jig1 hier?l" En RuÜedge, verrast, ook „Nelly Doch na die eerste begroeting stoin, den ze beiden een beetje verlegen. Rut iedge herstelde zich het eerst en begon vormelijk „Wat doet u hier, juffrouw Grayson? En zijl: „En wat doet u hier, mijnheer Rut- ledge?" „Ik vertoef hier dichtbij. Onze woning is maar een paar mijlen van hier". „Maar hernam Nelly verbaasd ik dacht dat u mijlen en mijlen ver van hier woonde. Maar het ishier ptrach, tig, das waar. Een clubje uit Des Moines kampeert hier dichtbij aan de rivier- ik hierheen gewandeld om de mooie vergezichten. Komt u mee om ons kamp te zien?" Allan antwoordde hier niet dadelijk op en zei: „Ik ben hier voor een week of drie om juit te rusten. Ik hoopte een heer- Hcertien ga-on zuuken." (Overij.selsch di alect). Over geluk, waarheid, rechtsherstel worden opmerkelijke gedachten ten beste gegeven. Gevangenisstraf is wreed; daar om moeten de kinderen medeleden heb ben met de gevangenen, die „ook vaak zingen, veel' schooner dan gewone men schen, de braven, de gezonden, de ge wonen, de vrijen". „Bijna alle leugenaars liegen uit nervositeit, evenals een kat uit zenuwachtigheid krabt." De men schen worden niet teer genoeg behan deld; daarom liegen zij. En wat het. ge luk aangaat: „Geluk bestaat alleen voor wie zichzelf bemint". In een hondentheater wordt kindje doopen" gegeven. „Een poedel' en een fox terrier gingen voorop. De poedel, in een keurig grijs pak, den hoogen hoed scheef tusseben de ooren was de vader, en een heel' kleine foxterrier met glelo oortjes en een scheef geteekend snoetje was de moeder; zij had een keurig toi letje aan van donkergroen fluweel en droeg een popje in haar voorpootjes. Dat. was het kindje.De plechtig heid van het doopen werd verricht dool een grooten grijzen does, die een wit koorhemd met ©en roode kap. om zijn hals had gestrikt en -een Ëngelscih ge bedenboekje in den linkerpoot hield Na afloop van de plechtigheid gaat het gezelschap1 naar huis; do moeder,, van aandoening overmeesterd" met haar kopje tegen den schouder van haar man enz." De enkele menschen, die Jezus kon helpen, genas Hij „do-or de kracht van Zijn wil', die een genezeftd fluiidum van hem deed uitgaan als hij al zijin gedach ten op één punt samentrok, maar Hij genas niet allen; zelfs Hij ko-n niet al len genezen, en al genas Hrj1 de zieken, Hij stond toch machteloos tegenover het lijden van de ziel". De God si asterijk e wijze, waarop het ge heim van het „alleen dragen" van on zen Middelaar wordt verklaard, is U reeds hekend. In een meditatie over „Paschen" is het eenig belangrijke op den Goeden Vrij dag „de Ommegang van den. Paaschos". Aan het einde van den dag „begint de wake van zijn laatsten nacht, 't Dood» lijk vermoeide dier vindt nu geen stroo meer jom uit te rustenNiemand stoort zich aan zijn angstig loeien, dat voortduurtvan V rijdagsUi i dd ag s tot Zaterdags vroegMaar hij is alleen en de knechts zijin veléBrullend van pijn is hij in de knieën gezonken Ze naderen hem allen en binden zijn pao ten vast. Nog een sl'ag', en nog is hij niel dood. Eindelijkkomt de baasen geeft hem den genadestoot. En 't was de stille Zaterdag". Ten slotte vraag ik, waar in d© vol gende KersÜitteratuur over „Evolutie", die vanwege de Kerk is uitgereikt, het laatste sprankje van Christen dom te vinden isi? „Een teeder effluvium wond zich los van de stof en zweefde langzaam omhoog in den etherDat effluvium waren de zielen der menschen, die omhoog zweefden naar het licht en naar God". Sommige zijn zwart. Dat zijn „de ge vallenen, die God tot loutering riep naar een andere ster". Andere zijn prachtig!, b.v. een dame, die „haar lief" zoekt: „Eén ziel' van eon teedere lilakleur met zachte, gloeiend gouden randen en met een schoon roodgefokt hoofd" „Zijn adem in onze kussen van dood" voel de zij niet meer; doch toen zij ,hern weergevonden had op een bankje, wacht- lijken tijd te hebben op de boerderij, maai' dat ik U hier zou zien, had ik niet durven droomen. Intusschen waren do tvvee langzaam opgewandeld naar bet kamp, en zetten het gesprek over allerlei dingen voort. Waar- J1®"' ging, liet Allan betrekkelijk koud; hij was tevreden, nu zoo ongestoord in Nelly's gezelschap te zijn. En zij, be- elke herinnering aan de W ellingtonsche misère hem nut onaangee naam moest zijn, vermeed zorgvuldig elk woord in die richting. Nadat zij eenigen tijd geloopen had|- den, stelde Allan voor om aan de rt- vier te gaan zitten en vroeg hij, Nelly wat te vertellen van Bryan's bezoek aan Des Moines. Hetgeen zij. deed. „Bryan is een groot man en een goed mensch", besloot ze; „vader en hij stem men in de politiek wel niet overeen, maai- vader vindt hem toch een modef- Amerikaan en een ernstig Christen. Hebt u hem wel eens hooien spreken?" „Jawel1. Ik heb hem een politieke le zing hooren houden. Maar liever zou ik hem eens hooren over zulk een onder werp alü „De Vredevorst"." „Nooit zal1 ik die heerlijke woorden veigeten, die hg over de onsterfelijkheid ten zij samen den laatsten slag: „zóó, in de oneindigheid van hun liefde, meen den ze te kunnen trotseeren het Niet en den Dood. En in het even oneindige egoïsme van die liefde loste zich voor hen op hun Zijn en het Al". Later ver vulde een verheven blijdschap haar ziel. „Zij genooteen ihemelsche liefde voor al wat leefde, verwarmde haar hart en ze zag haar God. God was in de bloemen, God was in den wind, God was in het gouden licht van die zonnen, die de aard© baadden in golven van gloed. Zij zelf was God. In heilige ontroering breidde z© de ar men uit, als omvatte ze 'tAl. En toen zag ze hem. Ze zag hem liggen slapend, naast een beekje, dat huppelend over de rotsen sprong. Zo zag hem in reine, verheven klaarte, schooner dan hij in hun vroeger leven geweest was en toch in vorm geheel aan het vorige gelijk. Eien teere glans omgaf hem; door het schoone lichaam, dat hij had behouden, zag ze onsterfelijk lich ten zijn schooner© ziel. Ze gaf een zachten kreet en knielde naast hem nader. Toe<n loste beider ziel zich op in de ziel van hun God". Ik geef u deze dingen als historie, zonder verdere beschouwingen. U kunt zelf oordeelen en hiervan is u mij geen rekenschap schuldig. De geest waarin deze litteratuur past heeft op het eiland menig gezin vervreemd van de Heilige Schrift. In breede kringen is daar door de Kerk de behoefte aan verlossing weggenomen en het oog gesloten voor het zien van Jezus Christus, Die geopenbaard is tot behoud van een verloren wereld. Dat mijn geachte collega in den zomer van het vorige jaar den arbeid van Dr. Biah- ler op Schiermonnikoog „zielbehoudend" heeft kunnen noemen (Nieuwsblad van !het JV oorden, 18 Juni 1915), moet ik toeschrijven aan een voorbijgaande ver blinding. Poor "hem is immers wegge nomen ,de grondslag van alle hoop en alle kracht en alle overwinning voor het leven der menschheid, die alleen gelegen is in den boetenden Verlosser, Die onze schuld aangrijpt en de zonde der wereld draagt. De zoogenaamde neutral© school op Schiermonnikoog het a-religieuze zéér in 'de hand gewerkt, en waar ook het maat schappelijk onderwijs op het eiland voor belangrijke verbetering vatbaar was, ge voelde ik mij geroepen, de ouders finan cieel in staat, te stellen, zelf een school op te richten. Terwijl ik dit neerschrijf lees ik als motto boven uw blad: „Waar de geest des Heeren is, daar is vrijheid". Indien do modernen op het eiland hiervan eens iets verstaan hadden, hoeveel leed zou mij bespaard zijn gebleven! Men gunde mij zelfs de plek niet waar de „School met den Bijbel" staan zou. In het geheim trachtte men den Duitschen eigenaar van het eiland over te halen zijn toezegging van grond weer in te trekken. Ook fi nancieel heeft men mij zeer bemoeilijkt. Wie zich hierin verlustigen wil, verlustig© zich. Doch Goddank, de school staat er en blijkt veelzijdig te voorzien in een zeer wezenlijke behoefte. Moge zij door Gods genade velen ten zegen worden. „Hods vinger." In een meditatie schrijft dr. Kuyper in De H eraut: Doch zoo nu ook is het opmerkelijk sprak. Jk heb ze uit de dagbl'adversla'r gen overgeschreven. Hier zijn ze." Zij las ze voor en Allan luisterde ver rukt. Hij had wel uren willen luisteren naar de klankvolle stem, die met zoo groote bezieling de schoongebouwde vol zinnen van den rijkbegaafden spreker voorl'as. Hij vergat de ganscbe omgeving en schrok dan ook niet weinig, toen Nelly plotseling afbrak, opsprong en zei: Maar wij moeten gaan! Anders zul len zij naar mij gaan zoeken als een verloren schaap." Aanstonds rees ook Allan op en te zamen wandelden zij nu naar het kamp. XV. Op de alleraangenaamste wijze vlogen nu de drie weken voor RuÜedge om; eeu eu andermaal was Nelly de gast op de groote boerderij, terwijl Allan van zijn kant bijna dagelijks het kamp be zocht. Zoo naderde de nog veel' te snel aangebroken dag van terugkeer naar Wel lington en toen RuÜedge in zijn gemeeln- te terugkeerde, was hij bijna onkenbaar veranderd; de bleeke en moede man van drie weken geleden scheen 5 jaar jon ger, en opnieuw imponeerde hij door zijn forsche, zijn atMetische gestalte. De terugkomst ran Ds. Rutledge had hoe 'tGod believen kan, om in ons te- vensgebeuren als met den vinger op do dingen en feiten te wijzen die zoo won derbaar heel onze toekomst beheerschen kunnen en geheel de richting van ons verder leven bepalen. Zelf maakte schrij ver dezes er geen geheim van, hoe hem zulks meer dan-- eens overkwam. Eerst bij de prijsvraag over a Lasco. Op heel die wereld toch was niet meer dan één enkel exemplaar van k Las- co's geschriften te vinden. D© eeoiige be zitter er van wist zelf niet dat hg e© had. En toch beschikte God het zoo dat dit uitkwam, dat hij (dr. K.) ze in han den kreeg en dat hij de prijsvraag beaat, woorden kon, en dat zijn ingaan in de Gereformeerd© beginselen er door be schikt werd. Een tweede maal vie] zulks voor Mf het mzien van een verslag van de Con ferentie te Zeist voor de broedergemeente. Uit die inzage bleek hem hoe de Ethi- schen met de Groningers zich gingen ver eenigen. Dit deed hem toen openlijk tegen, do Groninger hoogleeraren opkamen. En dit gaf in zijn ziel de breuke met de ethische richting, waar hij dusver toe overhelde. En de derde maal was het ©venzoo het verrassend uitvallen van een boekslca van de boekenplank tijdens de Spoorweg staking. In dit boekske toch zag hij {dr. K.) op eeus hoe men elders zulk een staking bezworen had. Zoo deed hij toen ook zelf. En het bezweren van het kwaad gelukte. Van zulke gebeurtenissan nu zegt een ieder bij zichzelfDai is Gods vi n- ger! Beknopt ovarziehi van den tosstand Bij Verdun heeft zich een strijd ent wikkeld, welke zonder precedent is, wat betreft de geweldige concentratie van manschappen en materiaal. Het zjjn de Parijscbe dagbladen, die 'tons zeggen, dus we mogen 'twel ge- looven. Nu hebben zij deze voorstelling van feiten wel noodig, om hun terug trekken „om nuttelooz© verliezen te voor komen" te verontschuldigen, doch ook luit andere mededeelingen blijkt, dat er op zeer felle wipe met groot© legioenen is» gestreden. De Duitschers namen het pantserfort Douaumont, ton N. 0. van Verdun. Hier mede is Zaterdag de eigenlijke aanval op Verdun begonnen. Dit fort behoort tot de voornaamste verdedigingslinie, bestaande uit 9 forten ten O. en 8 ton W. van de- Maas. Nadat de Duitschers den bergrug Van Louvemont hadden vermeesteid, kónden zjj het fort Douaumont beschieten. Deze stelling van Louvemont maakt ook deel uit van de menigte versterkin gen. die rondom den buitensten vesting gordel zijn aangebracht en die thans alle in handen der Duitschers zijn. Het fort Douaumont ligt op 8 K.M. Van Ver dun, zoodat de stad reeds met zwaar belegeringsgeschut te bestrijden is. De aanval der Duitschers wordt hoofd zakelijk van uit het Noordoosten onder nomen.- Ze volgden blijkbaar de oude beproöÖde tactiek., welke hun vroeger reedsi goed® diensten bewees, om den vijand vóór te zijn in zijn strategische bewegingen- Wat zou er gebeuren, als Verdun Viel? We wagen ons niet aan voorspellingen. Doch het is nog al duidelijk, dat de1 Val! half Wellington in actie gebracht en men bedacht een grootsch aangelegde ont moeting tusschen den predikant en de velen die hem beminden om zijn arbeid en meer nog na de moeilijkheden met, het College. Bepaald was, dat hij spre ken zou over dien internationalen vrede in een bijeenkomst op het Chautanqua- veld. Men had hier een enorme tent op gesteld, waaromheen tal van kleinere tentjes de zomergasten borgen, die van heinde en ver waren opgekomen voor een kampement, da)t 8 i 10 dagen duur de en duizenden uit alle rangen en stan den bijeengebracht ter behartiging de(r ge meenschapsbelangen. Echter niet «lit al leen ook aan het vermaak was een ruime plaats toegekend; men zag er zangers en muzikanten, en allerlei per sonen, die in handigheid of durf bijzon dere evoluties vertoonden. Daarbij' hoog de men sprekers over allerlei onderwer pen het woord voetren en op den Zon dag werden godsdienstoefeningen gehou den, waar sprekers van groote vermaard heid optraden. Op deze eigenaardige w$ze trachtte men in verkwikkend buitenzgb het nuttige met h«t aangename te ver eenigen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1916 | | pagina 1