span
den,
irnvee,
kens,
No. 127
Maandag 28 Februari 1916
30e Jaargang
ining
art 1916,
PEN:
alen
lanen en
Iden.
irt 1916,
>pen
Uit üe Pers.
Feuilleton.
OVERWINNING.
öe Groote Oorlog
gebodeaeeti
een goed be-
motto .Ver-
Middelburg.
DISSEL, te
te Kloetioge.
heer W. van
de door hem
m Achterweg
n
e (veulendra-
vos Merrie
5 jaar, bruine
13 jaar, vos
Ruin, 3 jaar,
iruine Merrie,
aar en bruine
vende Melk-
larzen, 6 Wei-
Weiossen, 6
18 groote en
speenvarkens.
ch Wagentje,
|-en Assen en
Zaaimachine,
len, Hooihark,
1, 3 Sacks-, 2
pappelploegen,
Kettingegge,
pbord, Sleep
epers, Stroo-,
vingen, Boom
ladders, Mest-,
j Hekkens, He-
ddorschzeil, 2
leeften, Aard-
>rken, Rijven,
freed schappen,
en, droge- en
|»ulp, ±25000
iepen, Pleien,
Victoriakarn,
chel, Kookka-
^rs, Tafel, Stoe-
oederen, enz.
ter inzage bjj
het Beestiaal
|en.
i bergplaats
ien stalling.
|UVERS te Ka-
przoeke en ten
Noussen te
B 43, tegen
eien, 1 jaarling
irken
assen en tuig,
»g, Zeeuwsche
Vind molen, Snij-
tijzer, Zwengen,
en Zolderge-
/aterbak, Zaad-
Harn assement,
nestput, en wat
orden gebracht
Uitgave van
de üaamL Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Colntre - Goes.
Schiermonnikoog en Kerstboekje».
Wjj releveerden dezer dagen nit een
circulaire Van de Chr. Sohoolvereeniging
op bovengenoemd eiland enkele profane
verhaaltje.-* op de (moderne) Zondags
school aldaar bij een Kerstfeestviering
den kinderen meegegeven. Ken vrijzin
nig blad te B.olsward vroeg: Is dat. waar?
Ds. Hasper, de geref. predikant, op
Schtermonnikoog, voorzitter der Chr.
Schoolvereenigiag beantwoordt de vraag
in een in.gezon.len schiijven aan genoemd
blad bevestigend; de uitreiking dezer
Kerstboekjes toch vond plaats in de pe
riode van dr. Louis Bahler.
Ajan het ingezonden schrijden van 3s.
Hasper, hetwelk echter door "het Bols-
waidach© blad geweigerd word, on tie.s-
nen wij het Volgende:
Op '11 winteravond, tvvee jaar geleden,
werd ik geroepen door iemand, die mij
meermalen gezegd had, geen vrede te
kunnen ervaren bij hetgeen in vroeger
en later tijd week aan week in Zondags
school en Kerk geleerd werd. Ik kon mij
daarover niet zoo verwonderen., wijl ik
iets wist van de .prediking in do Her
vormde Kerk en het mij ook bekend was,
hoe op de Hervormde Zondagsschool do
Bijbelsöh© geschiedenis reeds lang had
moeten wijken voor het vertellen van
sprookjes en dierfabels. Ook aan bet
gebedsleven werd mindere waarde ge
oordeeld althans naar hot feit, dat noch
Zondagsschool, noch Kerstfeest ooit met
gebed, geopend of bes-loten werd. In
diezelfde dagen verklaarde mij een kind
van 14 jaar, dat trouw de Zondagsschool
bezocht, nimmer het woord „Heiland"
te hebben gelezen of gehoord, en een
treffende plaat van den Zaligmaker bleef
dan ook volmaakt onverstaanbaar. Ik
vroeg aan een meisje dat erbij stond,
of zij dan nooit uit don Bijbel hadden
hooien vertellen; waarop ik van het eer
ste kind het naïeve antwoont vernam
is nog te Klein Voor den Bijbel 1"
Dit meisje was ruim, twaalf. Ik zo-u hier
omtrent en ook naar „aanleiding vgn
kerk- en sdhoolquesties in heden en ver
leden nog zéér merkwaardige dingen kun
nen memo roeren. Evenwel laat ik dit
achterwege; deels uit persoonlijke reve
rentie voor mijn -modernen collega met
wien ik Vriendschappelijke relaties onder
houd, doch bovenal omdat alle strijd en
twist mij vreemd en onaangenaam is.
Toen ik dan op den avond, waarvan
ik sprak, in het gezin waarin ik geroepen
was binnentrad, werd mij gevraagd hardop
iets te willen voorlezen uit een Kerst
feestboekje der Hervormde Zondagsschool.
Gewillig en eerbiedig Ids ik, mij opleggen
de iedere oprechte meening van anders
denkenden tot, haar recht te doen komen,
gelijk dooi' schrijver of schrijfster be
doeld zou zijn. Meermalen haperde ik.
Toch las ik bladzij na bladzij, mij inhou
dende, opdat de desillusie o'ver hetgeen
de Kerk aan kinderen mede gaf op den
levensweg Zoo gering mogeljjlc zou zijn.
Zoo las ik voort., totdat ik tenslotte niet
verder kon. Het was bij de passage waai
den kinderen verhaald werd, hoe onze
Verlosser en Heer in Zijn bangste lijden
slechts steun Kon vinden bij zijn „haze
windhond." Gelukkig ontmoette Hij in
(iethseman© dat sChoone langharige dier
met zachte oogen. In die oogen ligt een
trouw, zooals de mensehen niet kennen;
en zij zeggen tot den Heiland: „Al zou
den ze U -ook allen verlaten, ik zal U
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKZN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
1.5»
„0.05
Prijs der Advertentêën
1—5 regels /"0.50, iedere regel meer 10 cfc.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels f 1.
iedere regi i meer 10 ct.
Ren verhaal uit het kerkeljjk leven van
Noord-Amerika.
door v. d. M.
Nadruk verboden.
39)
Men begreep elkaar en Allan ging ge-
heel op in het leven op de boerderij.
En het duurde niet lang, of het frissche
krachtige leven van den gezonden joö-
geman won het van zijn overspanntetn
zenuwen; hij at en sliep voortreffelijk
en den ganschen dag buitenlucht, genie
tende, kleurde weldra weer gezond rood
zijn wangen.
Maar nog een onverwacht® ontmoe
ting maakte zijn vacantie een gelukd
droom. Op den tweeden dag van zijn
verblijf op de boerderij ging hrj langs
de rivier een wandeling maken. Bij een
plek genaderd, waar hij een prachtig
uitzicht op de rivier en die omgeving
wist, bleek hem, dat hij niet de eenige
was, die daar de schoonheid van Des
Moines beschouwde. Niet ver van hem
af zag h|. de gestalte van pen jonge*.
niet verlaten; zoolang ik leef zijl Gij
niet alleen." Dan richt Jezus zich op.
De schaduwen van Golgotha vallen over
Zijn gebogen hoofd. Maar de smart is
van Zijn gezicht verdwenen! „Het licht
van dén held blonk Weer in Zijn oogen.
Hij was niet meer alleen. Er was liefde,
ook voor Hem. Er was begrepen ook
voor Hem, al werd Hij maar door een
dier begrepen." Voorin, op het tweede
titelblad las ik den naam van die het mij
gaf met vermelding van Kerstfeestviering
en 'jaartal. Ik stond op en wierp zonder
een woord te spreken het goddelooze ge
schrift jin het vuur. Nauwelijks had het
vlam gevat, of het speet mij, -dat ik
zulk een Kerstgeschenk aan het vernieti
gen was. Er waren daarvan wel meer
exemplaren uitgereikt, maar ik begreep,
dat, men mij' die ongaarne ver schaffen
zon. Daarom bestelde ik het aanstonds
in den boekhandel: „Kleine Lichlen" door
A. W. Sanders van Loo, te 'sGravenhage
uitgegeven, zonder jaartal. Het andere
boekje van gelijke inscriptie, doch van
ben jaar later, is nog in mijn bezit.
Vergun mij nog enkele aanhalingen van
deze Kinderlectuur op Kerst
feest.
Uitdrukkiugen als, schuine uien", „fat
soenlijke geestigheden", „caië chantant",
„caroussel loopen", „het hoogste Res
sort" als benaming van den dood in
het poppenkastieven, de overdenking van
een baas wanneer zijn hondje sterft
„Verdjk heb vergeten om 't stom
me beest vandaag drinken te geven",
ga ik zonder opmerking voorbij. Maai
de overdreven teergevoeligheid voor de
dierenziel uit den tij. 1 van _l!a hl er is wel
frappant. Ik had nooit vermoed, dat het
gemoedsleven van muizen, meikevers en
ander gedierte zoo rijk' was. „Ik heb",
zegt een auteur, „honden en herten, apen
en koeien zien weenen, maar niet „pour
un rien", zooals wij doen, als ons een
kies wordt getrokken of iemand ons een
onaangenaamheid zegt: alleen in oogen-
blikken van heftige zieleangst weenen zij,
„bloedig® tranen." Bijl zulk een beschou
wing kan men er zich haast niet over
verbazen, dat de laatste vraag van een
Stervend tneisje is: „Dokter, Zonden tear
ook muisjes in den hemel zijn? Dat is
't laatste geweest, wat ze ooit heeft ge
zegd." In hetzelfde boekje sterft nog feen
jongetje, dat heengaat met de Vraag:
„Pater, zou ik in den hemel een recht
rugje hebben?" Goede verzorging van
beesten ear menschen geeft toegang tot
de eeuwige heerlijkheid. Van een boer
Wordt gezegd, dat hij „wel in den hemel
zal zijn gekomen, want de „rechtvaar
dige erbarmt zich over zijn vee" en dat
had hij zijn heele leven gedaan" (wor
telen gegeven, etc.). Op de meest enge
verhalen worden de kinderen (dus ook
de verdere kring van lezers in een dorp:
ooms, tantes, moeder, broer, buren) ver
gast; alles sterft en gaat dood op de
griezeligste wijzepoesen, tonen, kalve
ren, paarden: haalde een van
de mannen een im.es uit den gordel en
sneed de staart vlak bij den staartriem
af. En met een gil, die niet meer aardsch
was, stierf het paard voor haar oogen".
Schuw-vreeselijke en ongelooflijke ver
tellingen lees ik over dierenmishandeling.
Ook compleet idiote diagen, als van
een dom ino, die al lijd maar van de hel
praat en zijn discipeltjes leert, dat ze
gelukkiger zijn in den hemd, wanneer
zij ae andere menschen in de hel zien
Een meisje verdrinkt zich in een put
na een ongelukkige liefde met een weg-
geloopen huzaar: „Zo was onze lieve
dame, die blijkbaarmet verrukking van
de schoone vergezichten genoot. Toen zij
voetstappen hoorde naderen, keerde zij
Eich haastig om. En tegelijk ontsnapte
een blijde kreet haar lippen.
„Allan! Allan! Jig1 hier?l"
En RuÜedge, verrast, ook
„Nelly
Doch na die eerste begroeting stoin,
den ze beiden een beetje verlegen. Rut
iedge herstelde zich het eerst en begon
vormelijk
„Wat doet u hier, juffrouw Grayson?
En zijl:
„En wat doet u hier, mijnheer Rut-
ledge?"
„Ik vertoef hier dichtbij. Onze woning
is maar een paar mijlen van hier".
„Maar hernam Nelly verbaasd
ik dacht dat u mijlen en mijlen ver van
hier woonde. Maar het ishier ptrach,
tig, das waar. Een clubje uit Des Moines
kampeert hier dichtbij aan de rivier- ik
hierheen gewandeld om de mooie
vergezichten. Komt u mee om ons kamp
te zien?"
Allan antwoordde hier niet dadelijk op
en zei:
„Ik ben hier voor een week of drie
om juit te rusten. Ik hoopte een heer-
Hcertien ga-on zuuken." (Overij.selsch di
alect).
Over geluk, waarheid, rechtsherstel
worden opmerkelijke gedachten ten beste
gegeven. Gevangenisstraf is wreed; daar
om moeten de kinderen medeleden heb
ben met de gevangenen, die „ook vaak
zingen, veel' schooner dan gewone men
schen, de braven, de gezonden, de ge
wonen, de vrijen". „Bijna alle leugenaars
liegen uit nervositeit, evenals een kat
uit zenuwachtigheid krabt." De men
schen worden niet teer genoeg behan
deld; daarom liegen zij. En wat het. ge
luk aangaat: „Geluk bestaat alleen voor
wie zichzelf bemint".
In een hondentheater wordt kindje
doopen" gegeven. „Een poedel' en een
fox terrier gingen voorop. De poedel, in
een keurig grijs pak, den hoogen hoed
scheef tusseben de ooren was de vader,
en een heel' kleine foxterrier met glelo
oortjes en een scheef geteekend snoetje
was de moeder; zij had een keurig toi
letje aan van donkergroen fluweel en
droeg een popje in haar voorpootjes.
Dat. was het kindje.De plechtig
heid van het doopen werd verricht dool
een grooten grijzen does, die een wit
koorhemd met ©en roode kap. om zijn
hals had gestrikt en -een Ëngelscih ge
bedenboekje in den linkerpoot hield
Na afloop van de plechtigheid gaat het
gezelschap1 naar huis; do moeder,, van
aandoening overmeesterd" met haar kopje
tegen den schouder van haar man enz."
De enkele menschen, die Jezus kon
helpen, genas Hij „do-or de kracht van
Zijn wil', die een genezeftd fluiidum van
hem deed uitgaan als hij al zijin gedach
ten op één punt samentrok, maar Hij
genas niet allen; zelfs Hij ko-n niet al
len genezen, en al genas Hrj1 de zieken,
Hij stond toch machteloos tegenover het
lijden van de ziel".
De God si asterijk e wijze, waarop het ge
heim van het „alleen dragen" van on
zen Middelaar wordt verklaard, is U reeds
hekend.
In een meditatie over „Paschen" is
het eenig belangrijke op den Goeden Vrij
dag „de Ommegang van den. Paaschos".
Aan het einde van den dag „begint de
wake van zijn laatsten nacht, 't Dood»
lijk vermoeide dier vindt nu geen stroo
meer jom uit te rustenNiemand
stoort zich aan zijn angstig loeien, dat
voortduurtvan V rijdagsUi i dd ag s tot
Zaterdags vroegMaar hij is alleen
en de knechts zijin veléBrullend van
pijn is hij in de knieën gezonken
Ze naderen hem allen en binden zijn pao
ten vast. Nog een sl'ag', en nog is hij niel
dood. Eindelijkkomt de baasen
geeft hem den genadestoot.
En 't was de stille Zaterdag".
Ten slotte vraag ik, waar in d© vol
gende KersÜitteratuur over „Evolutie",
die vanwege de Kerk is uitgereikt, het
laatste sprankje van Christen
dom te vinden isi?
„Een teeder effluvium wond zich los
van de stof en zweefde langzaam omhoog
in den etherDat effluvium waren
de zielen der menschen, die omhoog
zweefden naar het licht en naar God".
Sommige zijn zwart. Dat zijn „de ge
vallenen, die God tot loutering riep naar
een andere ster". Andere zijn prachtig!,
b.v. een dame, die „haar lief" zoekt:
„Eén ziel' van eon teedere lilakleur met
zachte, gloeiend gouden randen en met
een schoon roodgefokt hoofd" „Zijn
adem in onze kussen van dood" voel
de zij niet meer; doch toen zij ,hern
weergevonden had op een bankje, wacht-
lijken tijd te hebben op de boerderij,
maai' dat ik U hier zou zien, had ik
niet durven droomen.
Intusschen waren do tvvee langzaam
opgewandeld naar bet kamp, en zetten het
gesprek over allerlei dingen voort. Waar-
J1®"' ging, liet Allan betrekkelijk
koud; hij was tevreden, nu zoo ongestoord
in Nelly's gezelschap te zijn. En zij, be-
elke herinnering aan de
W ellingtonsche misère hem nut onaangee
naam moest zijn, vermeed zorgvuldig elk
woord in die richting.
Nadat zij eenigen tijd geloopen had|-
den, stelde Allan voor om aan de rt-
vier te gaan zitten en vroeg hij, Nelly
wat te vertellen van Bryan's bezoek aan
Des Moines. Hetgeen zij. deed.
„Bryan is een groot man en een goed
mensch", besloot ze; „vader en hij stem
men in de politiek wel niet overeen,
maai- vader vindt hem toch een modef-
Amerikaan en een ernstig Christen. Hebt
u hem wel eens hooien spreken?"
„Jawel1. Ik heb hem een politieke le
zing hooren houden. Maar liever zou ik
hem eens hooren over zulk een onder
werp alü „De Vredevorst"."
„Nooit zal1 ik die heerlijke woorden
veigeten, die hg over de onsterfelijkheid
ten zij samen den laatsten slag: „zóó,
in de oneindigheid van hun liefde, meen
den ze te kunnen trotseeren het Niet
en den Dood. En in het even oneindige
egoïsme van die liefde loste zich voor
hen op hun Zijn en het Al". Later ver
vulde een verheven blijdschap haar ziel.
„Zij genooteen ihemelsche liefde
voor al wat leefde, verwarmde haar hart
en ze zag haar God.
God was in de bloemen, God was in
den wind, God was in het gouden licht
van die zonnen, die de aard© baadden in
golven van gloed.
Zij zelf was God.
In heilige ontroering breidde z© de ar
men uit, als omvatte ze 'tAl. En toen
zag ze hem.
Ze zag hem liggen slapend, naast
een beekje, dat huppelend over de rotsen
sprong.
Zo zag hem in reine, verheven klaarte,
schooner dan hij in hun vroeger leven
geweest was en toch in vorm geheel aan
het vorige gelijk. Eien teere glans omgaf
hem; door het schoone lichaam, dat
hij had behouden, zag ze onsterfelijk lich
ten zijn schooner© ziel.
Ze gaf een zachten kreet en knielde
naast hem nader.
Toe<n loste beider ziel zich op in de
ziel van hun God".
Ik geef u deze dingen als historie,
zonder verdere beschouwingen. U kunt
zelf oordeelen en hiervan is u mij geen
rekenschap schuldig. De geest waarin deze
litteratuur past heeft op het eiland menig
gezin vervreemd van de Heilige Schrift.
In breede kringen is daar door de Kerk
de behoefte aan verlossing weggenomen
en het oog gesloten voor het zien van
Jezus Christus, Die geopenbaard is tot
behoud van een verloren wereld. Dat
mijn geachte collega in den zomer van
het vorige jaar den arbeid van Dr. Biah-
ler op Schiermonnikoog „zielbehoudend"
heeft kunnen noemen (Nieuwsblad van
!het JV oorden, 18 Juni 1915), moet ik
toeschrijven aan een voorbijgaande ver
blinding. Poor "hem is immers wegge
nomen ,de grondslag van alle hoop en
alle kracht en alle overwinning voor het
leven der menschheid, die alleen gelegen
is in den boetenden Verlosser, Die onze
schuld aangrijpt en de zonde der wereld
draagt.
De zoogenaamde neutral© school op
Schiermonnikoog het a-religieuze zéér in
'de hand gewerkt, en waar ook het maat
schappelijk onderwijs op het eiland voor
belangrijke verbetering vatbaar was, ge
voelde ik mij geroepen, de ouders finan
cieel in staat, te stellen, zelf een school
op te richten.
Terwijl ik dit neerschrijf lees ik als
motto boven uw blad: „Waar de geest
des Heeren is, daar is vrijheid". Indien
do modernen op het eiland hiervan eens
iets verstaan hadden, hoeveel leed zou mij
bespaard zijn gebleven! Men gunde mij
zelfs de plek niet waar de „School met
den Bijbel" staan zou. In het geheim
trachtte men den Duitschen eigenaar van
het eiland over te halen zijn toezegging
van grond weer in te trekken. Ook fi
nancieel heeft men mij zeer bemoeilijkt.
Wie zich hierin verlustigen wil, verlustig©
zich. Doch Goddank, de school staat er
en blijkt veelzijdig te voorzien in een
zeer wezenlijke behoefte. Moge zij door
Gods genade velen ten zegen worden.
„Hods vinger."
In een meditatie schrijft dr. Kuyper
in De H eraut:
Doch zoo nu ook is het opmerkelijk
sprak. Jk heb ze uit de dagbl'adversla'r
gen overgeschreven. Hier zijn ze."
Zij las ze voor en Allan luisterde ver
rukt. Hij had wel uren willen luisteren
naar de klankvolle stem, die met zoo
groote bezieling de schoongebouwde vol
zinnen van den rijkbegaafden spreker
voorl'as. Hij vergat de ganscbe omgeving
en schrok dan ook niet weinig, toen
Nelly plotseling afbrak, opsprong en zei:
Maar wij moeten gaan! Anders zul
len zij naar mij gaan zoeken als een
verloren schaap."
Aanstonds rees ook Allan op en te
zamen wandelden zij nu naar het kamp.
XV.
Op de alleraangenaamste wijze vlogen
nu de drie weken voor RuÜedge om;
eeu eu andermaal was Nelly de gast
op de groote boerderij, terwijl Allan van
zijn kant bijna dagelijks het kamp be
zocht. Zoo naderde de nog veel' te snel
aangebroken dag van terugkeer naar Wel
lington en toen RuÜedge in zijn gemeeln-
te terugkeerde, was hij bijna onkenbaar
veranderd; de bleeke en moede man van
drie weken geleden scheen 5 jaar jon
ger, en opnieuw imponeerde hij door zijn
forsche, zijn atMetische gestalte.
De terugkomst ran Ds. Rutledge had
hoe 'tGod believen kan, om in ons te-
vensgebeuren als met den vinger op do
dingen en feiten te wijzen die zoo won
derbaar heel onze toekomst beheerschen
kunnen en geheel de richting van ons
verder leven bepalen. Zelf maakte schrij
ver dezes er geen geheim van, hoe hem
zulks meer dan-- eens overkwam.
Eerst bij de prijsvraag over a Lasco.
Op heel die wereld toch was niet meer
dan één enkel exemplaar van k Las-
co's geschriften te vinden. D© eeoiige be
zitter er van wist zelf niet dat hg e©
had. En toch beschikte God het zoo dat
dit uitkwam, dat hij (dr. K.) ze in han
den kreeg en dat hij de prijsvraag beaat,
woorden kon, en dat zijn ingaan in de
Gereformeerd© beginselen er door be
schikt werd.
Een tweede maal vie] zulks voor Mf
het mzien van een verslag van de Con
ferentie te Zeist voor de broedergemeente.
Uit die inzage bleek hem hoe de Ethi-
schen met de Groningers zich gingen ver
eenigen. Dit deed hem toen openlijk tegen,
do Groninger hoogleeraren opkamen. En
dit gaf in zijn ziel de breuke met de
ethische richting, waar hij dusver toe
overhelde.
En de derde maal was het ©venzoo
het verrassend uitvallen van een boekslca
van de boekenplank tijdens de Spoorweg
staking. In dit boekske toch zag hij {dr.
K.) op eeus hoe men elders zulk een
staking bezworen had. Zoo deed hij toen
ook zelf. En het bezweren van het kwaad
gelukte.
Van zulke gebeurtenissan nu zegt een
ieder bij zichzelfDai is Gods vi n-
ger!
Beknopt ovarziehi van den tosstand
Bij Verdun heeft zich een strijd ent
wikkeld, welke zonder precedent is,
wat betreft de geweldige concentratie van
manschappen en materiaal.
Het zjjn de Parijscbe dagbladen, die
'tons zeggen, dus we mogen 'twel ge-
looven. Nu hebben zij deze voorstelling
van feiten wel noodig, om hun terug
trekken „om nuttelooz© verliezen te voor
komen" te verontschuldigen, doch ook
luit andere mededeelingen blijkt, dat er op
zeer felle wipe met groot© legioenen is»
gestreden.
De Duitschers namen het pantserfort
Douaumont, ton N. 0. van Verdun. Hier
mede is Zaterdag de eigenlijke aanval
op Verdun begonnen.
Dit fort behoort tot de voornaamste
verdedigingslinie, bestaande uit 9 forten
ten O. en 8 ton W. van de- Maas.
Nadat de Duitschers den bergrug Van
Louvemont hadden vermeesteid, kónden
zjj het fort Douaumont beschieten.
Deze stelling van Louvemont maakt
ook deel uit van de menigte versterkin
gen. die rondom den buitensten vesting
gordel zijn aangebracht en die thans
alle in handen der Duitschers zijn. Het
fort Douaumont ligt op 8 K.M. Van Ver
dun, zoodat de stad reeds met zwaar
belegeringsgeschut te bestrijden is.
De aanval der Duitschers wordt hoofd
zakelijk van uit het Noordoosten onder
nomen.-
Ze volgden blijkbaar de oude beproöÖde
tactiek., welke hun vroeger reedsi goed®
diensten bewees, om den vijand vóór
te zijn in zijn strategische bewegingen-
Wat zou er gebeuren, als Verdun Viel?
We wagen ons niet aan voorspellingen.
Doch het is nog al duidelijk, dat de1 Val!
half Wellington in actie gebracht en
men bedacht een grootsch aangelegde ont
moeting tusschen den predikant en de
velen die hem beminden om zijn arbeid
en meer nog na de moeilijkheden met,
het College. Bepaald was, dat hij spre
ken zou over dien internationalen vrede
in een bijeenkomst op het Chautanqua-
veld. Men had hier een enorme tent op
gesteld, waaromheen tal van kleinere
tentjes de zomergasten borgen, die van
heinde en ver waren opgekomen voor
een kampement, da)t 8 i 10 dagen duur
de en duizenden uit alle rangen en stan
den bijeengebracht ter behartiging de(r ge
meenschapsbelangen. Echter niet «lit al
leen ook aan het vermaak was een
ruime plaats toegekend; men zag er
zangers en muzikanten, en allerlei per
sonen, die in handigheid of durf bijzon
dere evoluties vertoonden. Daarbij' hoog
de men sprekers over allerlei onderwer
pen het woord voetren en op den Zon
dag werden godsdienstoefeningen gehou
den, waar sprekers van groote vermaard
heid optraden. Op deze eigenaardige w$ze
trachtte men in verkwikkend buitenzgb
het nuttige met h«t aangename te ver
eenigen.
(Wordt vervolgd.)