No. 184
Donderdag 84 Februari 1916
30e Jaargang
«telt
mmerlieiiGn.
aktatattK
ml Tuin
rrein
houden
keihuis,
gebouwd
luis
Secretaire
rd.
ars,
1 Biggen,
chf
ie Knechts
evraagd,
ankomende
t
arbeider
leid
Watersnood.
Feuilleton.
OVERWINNING.
De Groote Oorlog.
mm mn mm -mé mê mm m
oor alle doel-
tren, bewoond
te leveren
e van ISAAC
irin dubbele
or andere be-
ran de Oude
lOOKDHOEK,
ÏGEBODEN
DHUIJ.
p. francke;
S,Westkapelle.
ruil
WAGEN,
geschikt voor
?sA. HOLLE-
Gravenstraat,
C j
R Jz. te Melis-
metselen ver-
kKKER, Veere,.
Mei
te Kapelle.
boerderij kan
n flB per per
Flinke woning
Brieven motto
•an dit blad te
raagd
VAN RIET,
nemers, Goes.
i, Zoekweg, Se-
3rke.
ïlit met Mei
Buttinge.
loon, woning be-
N1ERSE, Grijps-
BUIJZE, Electr.
»r tegenwoordige
2JBSE te Nieuw-
Uitgave van
de ïfeamL Venn, LUCTOR EI EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VOSSTSTSJAAT 210.
Burea te Middelburg-:
FIR $9 A F- P' DHUU - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre - Goes.
Wij ontvinger' nog voor de vele slacht
offers van den atersnood
Door tusschenkomst van M. Bt. de M.
1o Goes van C. K. Jr. f2.50; van .1.
en M. te Heinkenszand f -1van een vriend
Ie Serooskerke f2.50; door tussehenkomst
van firma F. P. Dhuij van eon Landbou
wer f5.
Totaal met inbegrip van de reeds vroe
ger verantwoorde bedragen f 1 (188.35.
W/etaig ongsloovigen.
"Die Kumeroverzichtschrijvcr van II e t
Handelsblad, een eerlijk liberaal,
schrift
Er zijn tamelijk wat menschen die
ernstige bezwaren hebben togen het uit
spreken van de eedsformule, doch niet
velen die met overtuiging
kunnen zeggen geen gods
dienstig' geloof te bezitten".
Het Centrum (r.-k.) deze uitlating
overnemende merkt op:
- I i
Deze woorden wijzen op een reeds
meer geconstateerde waarheid, die het
vrerklaarbaar maakt, dat ook menschen,
die met hun ongeloof plegen te „pra
len"', toch altijd weer behoefte gevoe
len, ./ij 't dar dikwerf in den vorm
van (bestrijding, zichzelf en anderen met
God en godsdienst bezig té houden. Het
Eeuwige laat hun geen rust, en zelfs
in bun spot Hinkt niet zielden een ac-
oeent idoor van den angst, die hen ver
vult, en het gevoel van afhankelijikheid,
dal, iin 't diepst van zijn wezen elk
schepsel tegenover zijn Schepper eigen
is. J>e xnensch is christen van nature.
Hiermede stemmen wij in.
Wij schreven in ons Kameroverzicht
van jj. Vrijdag;
i i
iWat Calvijc. noemde het semen r c-
1 rgionis (het godsdienstig zaad) ligt
in Seder mensehenhart verscholen, en
•er js nog altijd de consciëntie, de
mede weter, de nredeklinkende stemme
Gods in bet mensahelijk weten, aan
welke ook de meest vrijmoedige „God
loochenaar", hij zij 'tdan of hij zij
bet niet, niet ontkomt. Immers wij
zijn nu eenmiaal, (hoe ook afgedoold, oor
spronkelijk naar Gods beeld geschapen".
f
Trowwens nieuws is dit niet. De dwaas
uit .Psalm .14 was reeds in Vader Helle-
broe&s tijd schaars vertegenwoordigd.
Vader Hellenbroek noemde dan ook het
zeggen: er is geen God, „meer een wen-
schen dan een. dadelijk gelooven, dat er
geen God is"
Gwtogseller.de
We hebben dezer dagen verteld, hoe
in Engeland het aantal misdrijven, door
kinderen gepleegd, onrustbarend is toege
nomen.
Een politierechter had meegedeeld, dat
het accres meer dan 50 pot. bedraagt en
dat het meestal betrof kinderen van sol
daten, die dus de leiding hunner vaders
moeten missen
Engeland staat helaas niet alleen in
dit opzicht. Natuurlijk niet. Overal waar
de oorlogsfakteef gezwaaid wordt, waar
de joage vaders in de loopgraven of in
Eer. verhaal uit het kerkeljjk leven van
Noord-Amerika,
door v. d. M.
Nadruk verboden.
26)
lu weerwil van zijn kalmte bij het on
derhoud met Zjjn ergsten vijand, was Allan
foch met prettig gestemd. Hij wist niet,
volkan: Ikaint nu ,op te moeten. Daar
kwam bij, dat dien dag hem de tijding
bereikt had, dat de faculteit van het Col-
iege besloten had, den band met de kerk
te breken, zool'aing hij er nog predikant
was. Hij voelde zich als iemand, die op
drijfzand staat, en soms kon hij zich niet
ontworstelen aan den indruk, dat zijn zaak
met den dag slechter kwam te staain.
Een ding hield hem in evenwicht: Hij
kon ongestoord zijn pastoralen arbeid ver
richten en afe een dienaar van Christus
zijn, kudde weiden.
Zoodra Marküey en Daniël» vertrokken
waren, maakte bij zich gereed voor een
bezoek in een der buitenwijken. Een arm
meisje, dochter van een Dudtsche weduwe,
fesq op haar sterfbed, wegterend aan de
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG».
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post1.50
Losse nummers- 0.05
Prijs der Adverterstiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
de kampen vorkeeren, loopt de jeugd ge
vaar, wanneer de leiding der moeders
hiet dubbel krachtig en liefderijk is.
Uit Duitschland bereikt ons nu de vol
gende droeve tijding.
„Er was al meer sprake van de toene
mende tuchteloosheid dor jeugd in Duit
sche steden in verband met den oorlogs
toestand. Het verschijnsel is de redactie
van de „Köln. Ztg." niet ontgaan. De mis
drijven bestaan hoofdzakelijk uit het. ont
rukken van taschjes uit dameshanden en
j&et weggrissen van geld, dat kinderen
meedragen. De buitengewone krijgsraad te
Keulen had nu weer over jeugdige straat-
roovers te oordeelen. Ze hadden zich daar
bij zelfs van wapenen; voorzien. Werd
©enerzijds de jeugdige leeftijd der boos
doeners als verzachtende omstandigheid
•aangevoe'rd, aan don anderen kant werd
overwogen, dat, bijzonder in oorlogstijd
do openbare veiligheid krachtig moet, wor
den gewaarborgd".
Ziedaar een der droeve gevolgen, van
den oorlog. Toch durft men het Nietzsche
nog nazeggen, als hij gewaagt van de
heilzame invloeden van den krijg op het
menscholijk geslacht.
Hoe kan 'tbestaan!
Zijn we dan gansch en al verblindl
geworden door den kruitdamp, die lood
zwaar op de aarde hangt en hebben we
dan geheel en ;d de ooren gestopt voor
hol ach- en weegeroep der naar lichaam
en ziel gewonde menschheid!
Het bloed vloeit bij beken, de schoon
ste landstreken worden herschapen in
woestenijen, economisch gaan we te gronde
eneen nieuw geslacht belooft opi
te staan, dat door grenzen!ooze ontaar
ding niets meer in zich heeft, van wat
ons .anders in spes patriae toelacht.
Neen, wij vermogen de veredelende in
vloeden van den modernen krijg niet. to
zien! 'tls ai .ellende wat hij brengt.
Laat ons, met Gods hulp, zonder op
houden getuigen tegen den oorlog en Hem
bidden om vrede.
Sskr.opt, overzioht van rte?i toestand
Een binnenlandse!» revolutie in Rus
land, beeft mlen wel eens gezegd, zal
spoedig de medewerking van dezen staat
ter bereiking van het gropte doel, dat
de Entente zich voor oogen stelt, onmo
gelijk maken.
Opstand, werkstaking en revolutionaire
propaganda zouden aan de orde van den
dag komen. Kortom, de anarchie stond
voor de deur.
Maar zóó is 't niet geloopen.
Rusland bleef trouw ten toonde, dat
het ernst was, toten het besloot om den
oorlog voort te zetten tot het bitter
einde.
Zelfs in het grootste gevaar was van
neerslachtigheid of moedeloosheid geen
sprake.
Thans zijn de omstandigheden voor
Rusland heel wat Verbeterd. Do strate
gische toestand is aanzienlijk gunstiger
dan verleden zomer, toen alles een ver
nietiging der Russische legers vreezen
deed.
Kortom alles wijst er op, dat die fac
toren, welk© de ontwikkeling! en den duur
van den oorlog zouden kunnietn beïnvloe
den, geheel buiten werking gesteld zijn.
Rusland staat er thans niet slechter
vreesefijke ziekte, die alomThaar Verwoes
tingen aanricht, oud noch jong sparend.
Hij voncl de Tijderes nog erger, dan hij
vermoed had. Toen hij! het bed naderde,
herkende het meisje hem terstond; met
moeite leunde zij naar hem over ©n
fluisterde
„Leest u den 23en Psalm, dominé, en
wilt u dan bidden?"
Rutledge nam zijn zakbijbeltje en las
met heldere stem het lied van den goéden
Herder, telkens onderbroken door Oen kort
woord van instemming, door het meisje
•met een blijden glimlach gefluisterd. Dte
(moeder, die ook bij het bed z, at, weende
zacht; een paai- buren stonden eerbie
dig rondom. Nadat Rutledge nog een jied
gezongen had, wild© hij in gebed voorgaan,
maar nog vóór dit geschiedde, was het
leven der jonge lijderes al gevloden. Met
een L> ,lk zie ze, moeder; d© engelen ko
men; vaarwel, moeder!" ging zij zacht
heen uit het oord des tijdens naar de
zalen der 'eeuwige vreugfl.
Rutledge^ bad nu met de omstanders
en toen hij onder de stèrrenpracht van
den diepblauwen hemel huiswaarts keer
de, voelde hij zich van God gesterkt:
Werk, en wSnhoop niet.
XII.
Op zekeren morgen ontving Nolly Gray
son een langen brief van Marie Marfcley;
meer voor dan z'n bondgenootenEer
nog beter, doch dat zouden we niet mot
zekerheid durven zeggen, want de sluier,
die in deze droeve tijden over den bin-
nenlandsehen toestand van de oorlogvoe
rende landen hangt is zeer dicht en maakt
een juist oordeel vrijwel onmogelijk.
In de lange iraede. die minister Saso-
noli' eergisteren in de Doema heeft ge
houden, klinkt een opgewekte toon.
Niet alleen, omdat Erzeroem in Rus
sisch bezit is gekomen, maar blijkbaar
wijl de geheele toestand verbeterd is.
Met groote kracht len- onomwonden
wordt wederom verzekerd, dat Rusland
onwrikbaar blijft in het besluit om den
strijd voort te zetten tol overwinning van
den vijand, ook at is hot minder dan
ooit mogelijk het einde van den strijd to
voorzien.
De geallieerden zouden, volgens Saso-
noff, echter niet de geheele vernietiging
van liet Duitsche volk wienschen, m. a. w.
als Duitschland den vrede wil, dan zal
liet bij de geallieerden nie.i tevergeefs
aankloppen, doch steeds geneigdheid vin
den om de vredesonderhandelingen te
openen.
't Is maar de vraag, of ook Engeland
en Frankrijk zóó er over denken.
Verder brengt de lange" uiteenzetting
van genoemden minister geen enkel nieuw
lichtjiunt.. Opmerkelijk is het slechts, dat
Sasonoft met nadruk herinnerde aan het
vaste besluit van Rusland, om d© gedane
beloften aan Poten te vervullen.
Deze verklaring moet natuurlijk dienen
als tegenwicht tegen den invloed van de
vriendelijk© verzorging, die Polen vap
Duitschland geniet.
Do Tsaar heeft vóór- de opening van
de Doema o. m. hlet volgende gespro
ken: Ik heb hiet genoegen, tezamen met
u mijn gebeden te richten tot God voor
een ro©mrijke overwinning, die hij aan
ons dierbaar Rusland moge schenken. Ik
verheug nrij, mijl te bevinden onder u en
te midden van mijn trouw volk, waar gij
de vertegenwoordigers vair ~zijt. Ik roep
den zegfein Gods over uw werk in, in
een zoo moeilijken tijd. Ik geloof vast,
dat gij allen uw werk zult doordringen
met de liefde voor het vaderland en mij;
en dat gij al uw kennis en ondervinding'
ten nutte van het land zult aanwenden,
u bij uwe werkzaamheden latende leiden
uitsluitend door de liefde, welke u zal
helpen en tot leid-s'ter zal zijh bij de
vervulling van uw plicht jegens het va
derland en mij.
De voorzitter dankte in termen, die
van trouw en aanhankelijkheid blijk ge
ven.
De Tsaar vraagt dus van God een roem
rijke overwinning.
Ook zijn bondgenooten en zijn vijanden,
voor zoover ze in d©n Heer der Hecsren
gelooven, hlebben om een roemrijke zege
gebeden.
Zij vragen dus' de vervulling van eigen
wenschen.
Wanneer zullen zij zóóver gekomten
zijn, dat zij bidden: „Uw wil geschiede"?
Reizen naar België.
Een correspondent van de „N. R. Oil."
sbhrijft uit Brussel
Op het einde dezer week aal het reizi
gersverkeer tussohen het bezette gebied
vtan Jitelgië eft Nederland flrie volle
weken stilliggen; immers begin Fe
bruari werd, zonder dat, eigenaardig ge
noeg, van Duitsche zijde hieromtrent amb
telijk iets bekend werd gemaakt, 'het gaan
rechter Graysön, die haai- "den brief gaf,
voegde er aan toe:
„Ik denk, dat de jonge Rutledge een
moeilijken tijd krijgt door zijn bemoeiingen
met. het Wellington College. 'Men is van
pian, de zaak voor "het jaarlijksche kefk-
©ongres te brengen, dat de volgende maand
in Des Moines wordt gehouden. Markley
heeft er over geschrevenfirj schijnt zeer
tegen Rutledge gekant."
Nelly nam het op voor <je!n jongen
predikant:
„Ik geloof, dat hij terdege in zijn recht
was door een forschen aanval op de
speelzucht der studenten." En Grayson
hernam
„Ik denk er ©venzoo over, m'n kind;
ik heb .achting voor Rutledge,. Al schijnt
het nü schade, ten slotte zal Rutledge
blijken het College veel goed te hebben
gedaan.
Toen Nelly naar- botten gegaan was,
om den brief van haar nicht te lezen,
bleek haar, dat de brief ontzaglijk lang
was. Nooit in haar leven had te zulk
een dikken brief gehad: haar- nicht moest
wel heel veel te vertellen hebben. Do
brief was gedateerd 6 Mi 1308 en be
gon aldus
Beste Nieüiy,
Al te lang heb ik gewacht met je te
ach rijven. In de bladietn zul je al gezien
van België naar Nederland verboden. Deze
maatregel, welke uitgaat van het groote
hoofdkwartier, is in den meest volstrekteu
zin op t,e vatten; slechts in hóógst en
kele gevallen mag de gouverneur-gene
raal uitzonderingen toestaan, een recht,
waarvan hij tot nu toe slechts bij hooge
noodzaak gebruik heeft gemaakt.
ïn verband hiermede, zij er hier ter
plaatse nogmaals met nadruk op gewezen,
dat landgenooten, welke, niet absoluut in
België moeten zijn, in hun eigen belang
een reis hierheen moet worden afgeraden.
Te ved schijnt men ten onzent af te
gaan op beweringen, dat in België hetl
leven een „normaal verloop" zou heh-
bien.
Korte metten.
Hoe Essed Pasja, de tegenwoordige
heerscher in Albanië, korte metten maait
met menschen die hij niet vertrouwt, daar
van geeft dokter Van Tienhoven die on
der de Serviërs in Albanië gewerkt heeft
in zijn dagboek dat in Het Handels
blad wordt afgedrukt een paar staaltjes
ten beste. Wij lezen
Zondag23 Januari.
Om 12 uur meldden Magoon en ik ons
aan bij Zijne Rxellentie Essad Pasja. Hij
ontving ons in een keurigen witten salon,
style empire, afkomstig van den Prins
van Wied.
De Prins van Wied was zóó overhaast
vertrokken, dat hij alles achterliet, waarna
Essad onmiddellijk van alles bezit nam.
Essad rijdt dan ook r ond in auto's en rij
tuigen met de koninklijke kroon en eet,
met zilver dat de initialen draagt van zijn
voorganger.
Essad Pasja is een man van ongeveer
50 jaar, Europeesch gekleed, met een
roodo Turksche fez op. Hij heeft een
donkere snor en een eenigszins kalend
hoofd. Hij kijkt deingene met wien hij
spreekt bijna niet aan, en heeft een uiterst
onbetrouwbaar gezicht. Hij spreekt alleen
Turksch en Albaneesch, en bedient zich
van een secretaris, die uitstekend Fransch
spreekt. Ons onderhodd duurde 15 mi
nuten, en hij vroeg ons een schriftelijk
verzoek in te dienen, om een huis voor
een hospitaal, dat hij dan door de jh>-
litie voor ons zou laten zoeken.
Om één uur klommen we den heuvel
op om te gaan eten. Nauwelijks waren
We ibü de familie Pierson aangekomen
toen er een officier en een soldaat kwa
men van Essad Pasja om onzen gastheer
te zeggen dat hij zijn huis niet meer
mocht verlaten, en den volgenden dag
naar Italië moest afreizen. Een schild
wacht. bleef er voor de deur.
Pierson, die met een Oosten rrjksohe
vrouw getrouwd is, wilde reeds vóór eeni-
gen tijd uit Albanië weggaan, maar toen
liet Servische leger met zooveel Oos-
tenrijksche krijgsgevangenen hier aan
kwam, welke laatste in meer dan treu-
rigen toestand verkeerden, meende hij mis
schien iets voor die ongelukkigen te kun
nen doen. De Grieksche consul, die van.
de Oostenrijksche regeering geld gekregen
had voor de krijsgevangenen, had Pier
son gevraagd hem te helpen. Zijn vroiiw
vond op straat een doodzieken Oosten
rijker, die typhus hod, en nam hem mee
naar huis om hem te verplegen. Ik zag
den armen lijder, die ondanks de beste
zorgen stierf.
De wacht, die hun huis moest bewa
ken, vertelde dat. iemand bij Essad Pasja
was gekomen om te zeggen dat Pierson
een Oostenrijksche spion was. Essad,
hebben, wat ar hier is voorgevallen met
Ds Rutledge. Het is een verschrikkelijke
tijd geweest. Vader en Frederik zijh zóó
bitter tegen den domïné, dat moe of ik
zijn naam niet kusnnetn noemen, afa zij
thuis zijn. Ik vind het jammer, dat Ds.
Rutledge in zijn ingezonden Stuk Frede-
rik's naam genoemd hoeft; nooit zal1 hij
hem dat vergeven, zegt hij. Dis. Rutledge
heeft mij ook verteld, dat hij' het nu
betreurde, dien stofopjagenden brief te
hebben geschreven, maai- in die dagen
waren er zooveel praatjes in omloop, dat
hij het zijn pl'icht achtte, het stuk in
te zendon. Zoo is hij: als hij het zjjn
plicht acht, zal hij voor niete terug
deinzen.
„Eenige weken geleden was de verhou
ding vreeslelïjk gespannen. De leeraren
kwamen niet meer in de kerk en de
meeste studenten spaarden Rutledge geen
scherp woord. En ik vreesde al, dat de
li eerlijk© vrucht der Evangel iesamenkom-
sten geheel zou teloor gaan. Nooit heb
ik zoo harteljjk voor onzen dominé ©n
onze gemeente kunnen bidden. Maar het
is nu al heel wat verbeterd. Tal van
leeraren en bijna alle studenten kerken
weer geregeld bij Ds. Rutledge, en ze!fa
vertélt men, dat vele jongere studenten
hem als een soort "held beschouwen.
„Intusschen hééft Ds. Rutledge in die
eerste weken veel geleden. Nooit heeft
doodsbenauwd voor intriges, opstanden
enz., zette hem nu het land uit zoneter
eenigon vorm van proces.
Het is hier een land, waai- iedere**
rechteloos is, door bandieten geregeerd.
Een soortgelijk geval als van Pierson deed:
zich onlangs met een Amerikaan voor.
Een zekere Hawer was naar Duiaazo ge
komen mot een schip met 1745 zakte»
meel, die hij hier goed hoopte te ver
koopen. Hij kreeg toestemming om het
meel te landen, en betaalde de 11 pet.
invoerrechten.
Toon alles aan land was, liet Essad
Pasja hem weten, dat hij binnen twee
uur Albanië had te verlaten, omdat hjji
verdacht werd van spionnage. Toen h#
protesteerde, werd hij door twee Albanee-
zen met geweld in een boot gezet; hiji
kon desnoods ook worden 'opgehangen......
Het meel liet Essad ten eigen bate ver-
koopen...
Het drama van Sindzjirli-Kojoe.
De Konstantinopelsche correspondent
van bot „Berliner Tageblatl" vertelt (bijtion
derheden van de ziekte van den Turksohon!
troonopvolger die met oen zelfmoord ge
eindigd is.
Men wist sedert langen tijd, zoo zegt
hij, dat prins Joessoef Izedin Effendi ziek
wa«. Slechts weinigen kenden echter den.
waren aard van de Ziekte. Zijn omgeving
en andere ingewijden bewaarden trouw
het droeve geheim. Wat men van per
sonen hoorde die toevallig met den prins
in aanraking waren gekomen klonk Zeer
tegenstrijdig. Sommigen Vertelden dingem
die slechts uit eeh volkomen beneveling
van. deai (geest te verklaren waren, ande
ren warein fbetooverd door de fijinheid
van geest van den prins die hen als
beminnelijk- causeur bad weten te boeion
Daarbij is -echter zeker dat de onge
lukkige .vorstenzoon ,het bloedige plan,
dat hij de eerste Februari ten uitvoer
heeft gelegd, sedert twee wekten had voor
bereid. 14 dagen geleden had hij! reeds
een scheermes weggenomen uil hef étui
van den barbier, die hem iederen morgén,
bezocht. Met dit scheermes heeft hij zich
een snede van 3 centimeter diept© gegeven
in het linker armgewricht. De barbier
merkt© eerst den volgenden dag dat het
mes Weg was. Mien doorzocht de kamer
van den kroonprins,die reeds geruimen
tijd scherp bewaakt werd, maar vond
hiet me® niet. De prins had het verbor
gen in een Zak van dear hygiënischer],
gordel, die hij altijd droeg. Door een,
goedgespeelde kalmte «.wist hij zijn omge
ving 'gerust te stellen. Vroeger was hij!
gewoon om ztes uur 's morgens de harem
te 'verlaten. In de laatste twee wéken, btecf
hij Hot over achten in bed liggen. Daar
om trok het. niet bijzonder de aandacht
toen hij Dinsdagmorgen langer in zSju
kamer bleef. -De kamerslavin, die in zijn
slaapvertrek de .bevelen van haar ge
bieder afwachtte, had hij weggestuurd met
de opmerking, dat hij nog wat wilde-
slapen.
Prins Joessoef JztedLn had reeds jaren
geleden uitgemaakt !dat hij Zich zelf zou
dooden.
Op den Dinsdag waarop de prins
zelfmoord pleegde, zou hij met den BaJ1-
kantrein naar Oostenrijk vertrekken om.
daar een nieuwe zenuwKuur -te onder
gaan. Zooals bekend is die prins herhaal
delijk in ,West-Europa geweest. Op iedere
reis bracht (hij ziijm reisgenooten in groote
ontsteltenis door ite probeeren uit. het
raam van (de Wagon te springen.
hij de zaak in 'topenbaar besproken; al
leen den tweeden Zondag na den inval
kon hij niet zwijgen, omdat die haat tegen
hem het hoogtepunt had bereikt.
Toen heeft hij ter inlteiding van zijn
preek gieeegd, dat het absoluut onwaar
was, dat zijn optreden bedoelde het Wel
lington College te nekken, maar dat zijn
oprecht streven was, den goeden naam'
der school te handhaven. Hg wees op
Luther's aanvallen op d© Roomsche kerk,
die toen nog d© zijne wasl. .„Maarten!
Luther riep hij uit, én nooit zag ik
hem zóó groot was niet dte vijand
zijner kerk, omdat hij! haar fouten, be
streed. Lincoln was niet de vijand van
Amerika, omdat hij de slavernij brand
merkte, dte het land ter schandvlek was.
Neen, Luther, was de ware vriend van!
zijn kerk, en Lincoln d© warmste pta
triot in zijn land. En ik, ik ben efcjn
oprecht vriend van hlet Wellington Col
lege, en. ik zal dat blijven, wat er ook
geschied©, want ik geloof in de macht,
der Christelijifce opvoeding, en ik verde
dig de Christelijke school. Maar ik wil,
dat ons College ntet alleen in naalm,
doch ook metterdaad ©en Christelijk in
stituut zij"
(W<*dt varvolgd