No. 184 Donderdag 84 Februari 1916 30e Jaargang «telt mmerlieiiGn. aktatattK ml Tuin rrein houden keihuis, gebouwd luis Secretaire rd. ars, 1 Biggen, chf ie Knechts evraagd, ankomende t arbeider leid Watersnood. Feuilleton. OVERWINNING. De Groote Oorlog. mm mn mm -mé mê mm m oor alle doel- tren, bewoond te leveren e van ISAAC irin dubbele or andere be- ran de Oude lOOKDHOEK, ÏGEBODEN DHUIJ. p. francke; S,Westkapelle. ruil WAGEN, geschikt voor ?sA. HOLLE- Gravenstraat, C j R Jz. te Melis- metselen ver- kKKER, Veere,. Mei te Kapelle. boerderij kan n flB per per Flinke woning Brieven motto •an dit blad te raagd VAN RIET, nemers, Goes. i, Zoekweg, Se- 3rke. ïlit met Mei Buttinge. loon, woning be- N1ERSE, Grijps- BUIJZE, Electr. »r tegenwoordige 2JBSE te Nieuw- Uitgave van de ïfeamL Venn, LUCTOR EI EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VOSSTSTSJAAT 210. Burea te Middelburg-: FIR $9 A F- P' DHUU - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre - Goes. Wij ontvinger' nog voor de vele slacht offers van den atersnood Door tusschenkomst van M. Bt. de M. 1o Goes van C. K. Jr. f2.50; van .1. en M. te Heinkenszand f -1van een vriend Ie Serooskerke f2.50; door tussehenkomst van firma F. P. Dhuij van eon Landbou wer f5. Totaal met inbegrip van de reeds vroe ger verantwoorde bedragen f 1 (188.35. W/etaig ongsloovigen. "Die Kumeroverzichtschrijvcr van II e t Handelsblad, een eerlijk liberaal, schrift Er zijn tamelijk wat menschen die ernstige bezwaren hebben togen het uit spreken van de eedsformule, doch niet velen die met overtuiging kunnen zeggen geen gods dienstig' geloof te bezitten". Het Centrum (r.-k.) deze uitlating overnemende merkt op: - I i Deze woorden wijzen op een reeds meer geconstateerde waarheid, die het vrerklaarbaar maakt, dat ook menschen, die met hun ongeloof plegen te „pra len"', toch altijd weer behoefte gevoe len, ./ij 't dar dikwerf in den vorm van (bestrijding, zichzelf en anderen met God en godsdienst bezig té houden. Het Eeuwige laat hun geen rust, en zelfs in bun spot Hinkt niet zielden een ac- oeent idoor van den angst, die hen ver vult, en het gevoel van afhankelijikheid, dal, iin 't diepst van zijn wezen elk schepsel tegenover zijn Schepper eigen is. J>e xnensch is christen van nature. Hiermede stemmen wij in. Wij schreven in ons Kameroverzicht van jj. Vrijdag; i i iWat Calvijc. noemde het semen r c- 1 rgionis (het godsdienstig zaad) ligt in Seder mensehenhart verscholen, en •er js nog altijd de consciëntie, de mede weter, de nredeklinkende stemme Gods in bet mensahelijk weten, aan welke ook de meest vrijmoedige „God loochenaar", hij zij 'tdan of hij zij bet niet, niet ontkomt. Immers wij zijn nu eenmiaal, (hoe ook afgedoold, oor spronkelijk naar Gods beeld geschapen". f Trowwens nieuws is dit niet. De dwaas uit .Psalm .14 was reeds in Vader Helle- broe&s tijd schaars vertegenwoordigd. Vader Hellenbroek noemde dan ook het zeggen: er is geen God, „meer een wen- schen dan een. dadelijk gelooven, dat er geen God is" Gwtogseller.de We hebben dezer dagen verteld, hoe in Engeland het aantal misdrijven, door kinderen gepleegd, onrustbarend is toege nomen. Een politierechter had meegedeeld, dat het accres meer dan 50 pot. bedraagt en dat het meestal betrof kinderen van sol daten, die dus de leiding hunner vaders moeten missen Engeland staat helaas niet alleen in dit opzicht. Natuurlijk niet. Overal waar de oorlogsfakteef gezwaaid wordt, waar de joage vaders in de loopgraven of in Eer. verhaal uit het kerkeljjk leven van Noord-Amerika, door v. d. M. Nadruk verboden. 26) lu weerwil van zijn kalmte bij het on derhoud met Zjjn ergsten vijand, was Allan foch met prettig gestemd. Hij wist niet, volkan: Ikaint nu ,op te moeten. Daar kwam bij, dat dien dag hem de tijding bereikt had, dat de faculteit van het Col- iege besloten had, den band met de kerk te breken, zool'aing hij er nog predikant was. Hij voelde zich als iemand, die op drijfzand staat, en soms kon hij zich niet ontworstelen aan den indruk, dat zijn zaak met den dag slechter kwam te staain. Een ding hield hem in evenwicht: Hij kon ongestoord zijn pastoralen arbeid ver richten en afe een dienaar van Christus zijn, kudde weiden. Zoodra Marküey en Daniël» vertrokken waren, maakte bij zich gereed voor een bezoek in een der buitenwijken. Een arm meisje, dochter van een Dudtsche weduwe, fesq op haar sterfbed, wegterend aan de De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG». Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post1.50 Losse nummers- 0.05 Prijs der Adverterstiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. de kampen vorkeeren, loopt de jeugd ge vaar, wanneer de leiding der moeders hiet dubbel krachtig en liefderijk is. Uit Duitschland bereikt ons nu de vol gende droeve tijding. „Er was al meer sprake van de toene mende tuchteloosheid dor jeugd in Duit sche steden in verband met den oorlogs toestand. Het verschijnsel is de redactie van de „Köln. Ztg." niet ontgaan. De mis drijven bestaan hoofdzakelijk uit het. ont rukken van taschjes uit dameshanden en j&et weggrissen van geld, dat kinderen meedragen. De buitengewone krijgsraad te Keulen had nu weer over jeugdige straat- roovers te oordeelen. Ze hadden zich daar bij zelfs van wapenen; voorzien. Werd ©enerzijds de jeugdige leeftijd der boos doeners als verzachtende omstandigheid •aangevoe'rd, aan don anderen kant werd overwogen, dat, bijzonder in oorlogstijd do openbare veiligheid krachtig moet, wor den gewaarborgd". Ziedaar een der droeve gevolgen, van den oorlog. Toch durft men het Nietzsche nog nazeggen, als hij gewaagt van de heilzame invloeden van den krijg op het menscholijk geslacht. Hoe kan 'tbestaan! Zijn we dan gansch en al verblindl geworden door den kruitdamp, die lood zwaar op de aarde hangt en hebben we dan geheel en ;d de ooren gestopt voor hol ach- en weegeroep der naar lichaam en ziel gewonde menschheid! Het bloed vloeit bij beken, de schoon ste landstreken worden herschapen in woestenijen, economisch gaan we te gronde eneen nieuw geslacht belooft opi te staan, dat door grenzen!ooze ontaar ding niets meer in zich heeft, van wat ons .anders in spes patriae toelacht. Neen, wij vermogen de veredelende in vloeden van den modernen krijg niet. to zien! 'tls ai .ellende wat hij brengt. Laat ons, met Gods hulp, zonder op houden getuigen tegen den oorlog en Hem bidden om vrede. Sskr.opt, overzioht van rte?i toestand Een binnenlandse!» revolutie in Rus land, beeft mlen wel eens gezegd, zal spoedig de medewerking van dezen staat ter bereiking van het gropte doel, dat de Entente zich voor oogen stelt, onmo gelijk maken. Opstand, werkstaking en revolutionaire propaganda zouden aan de orde van den dag komen. Kortom, de anarchie stond voor de deur. Maar zóó is 't niet geloopen. Rusland bleef trouw ten toonde, dat het ernst was, toten het besloot om den oorlog voort te zetten tot het bitter einde. Zelfs in het grootste gevaar was van neerslachtigheid of moedeloosheid geen sprake. Thans zijn de omstandigheden voor Rusland heel wat Verbeterd. Do strate gische toestand is aanzienlijk gunstiger dan verleden zomer, toen alles een ver nietiging der Russische legers vreezen deed. Kortom alles wijst er op, dat die fac toren, welk© de ontwikkeling! en den duur van den oorlog zouden kunnietn beïnvloe den, geheel buiten werking gesteld zijn. Rusland staat er thans niet slechter vreesefijke ziekte, die alomThaar Verwoes tingen aanricht, oud noch jong sparend. Hij voncl de Tijderes nog erger, dan hij vermoed had. Toen hij! het bed naderde, herkende het meisje hem terstond; met moeite leunde zij naar hem over ©n fluisterde „Leest u den 23en Psalm, dominé, en wilt u dan bidden?" Rutledge nam zijn zakbijbeltje en las met heldere stem het lied van den goéden Herder, telkens onderbroken door Oen kort woord van instemming, door het meisje •met een blijden glimlach gefluisterd. Dte (moeder, die ook bij het bed z, at, weende zacht; een paai- buren stonden eerbie dig rondom. Nadat Rutledge nog een jied gezongen had, wild© hij in gebed voorgaan, maar nog vóór dit geschiedde, was het leven der jonge lijderes al gevloden. Met een L> ,lk zie ze, moeder; d© engelen ko men; vaarwel, moeder!" ging zij zacht heen uit het oord des tijdens naar de zalen der 'eeuwige vreugfl. Rutledge^ bad nu met de omstanders en toen hij onder de stèrrenpracht van den diepblauwen hemel huiswaarts keer de, voelde hij zich van God gesterkt: Werk, en wSnhoop niet. XII. Op zekeren morgen ontving Nolly Gray son een langen brief van Marie Marfcley; meer voor dan z'n bondgenootenEer nog beter, doch dat zouden we niet mot zekerheid durven zeggen, want de sluier, die in deze droeve tijden over den bin- nenlandsehen toestand van de oorlogvoe rende landen hangt is zeer dicht en maakt een juist oordeel vrijwel onmogelijk. In de lange iraede. die minister Saso- noli' eergisteren in de Doema heeft ge houden, klinkt een opgewekte toon. Niet alleen, omdat Erzeroem in Rus sisch bezit is gekomen, maar blijkbaar wijl de geheele toestand verbeterd is. Met groote kracht len- onomwonden wordt wederom verzekerd, dat Rusland onwrikbaar blijft in het besluit om den strijd voort te zetten tol overwinning van den vijand, ook at is hot minder dan ooit mogelijk het einde van den strijd to voorzien. De geallieerden zouden, volgens Saso- noff, echter niet de geheele vernietiging van liet Duitsche volk wienschen, m. a. w. als Duitschland den vrede wil, dan zal liet bij de geallieerden nie.i tevergeefs aankloppen, doch steeds geneigdheid vin den om de vredesonderhandelingen te openen. 't Is maar de vraag, of ook Engeland en Frankrijk zóó er over denken. Verder brengt de lange" uiteenzetting van genoemden minister geen enkel nieuw lichtjiunt.. Opmerkelijk is het slechts, dat Sasonoft met nadruk herinnerde aan het vaste besluit van Rusland, om d© gedane beloften aan Poten te vervullen. Deze verklaring moet natuurlijk dienen als tegenwicht tegen den invloed van de vriendelijk© verzorging, die Polen vap Duitschland geniet. Do Tsaar heeft vóór- de opening van de Doema o. m. hlet volgende gespro ken: Ik heb hiet genoegen, tezamen met u mijn gebeden te richten tot God voor een ro©mrijke overwinning, die hij aan ons dierbaar Rusland moge schenken. Ik verheug nrij, mijl te bevinden onder u en te midden van mijn trouw volk, waar gij de vertegenwoordigers vair ~zijt. Ik roep den zegfein Gods over uw werk in, in een zoo moeilijken tijd. Ik geloof vast, dat gij allen uw werk zult doordringen met de liefde voor het vaderland en mij; en dat gij al uw kennis en ondervinding' ten nutte van het land zult aanwenden, u bij uwe werkzaamheden latende leiden uitsluitend door de liefde, welke u zal helpen en tot leid-s'ter zal zijh bij de vervulling van uw plicht jegens het va derland en mij. De voorzitter dankte in termen, die van trouw en aanhankelijkheid blijk ge ven. De Tsaar vraagt dus van God een roem rijke overwinning. Ook zijn bondgenooten en zijn vijanden, voor zoover ze in d©n Heer der Hecsren gelooven, hlebben om een roemrijke zege gebeden. Zij vragen dus' de vervulling van eigen wenschen. Wanneer zullen zij zóóver gekomten zijn, dat zij bidden: „Uw wil geschiede"? Reizen naar België. Een correspondent van de „N. R. Oil." sbhrijft uit Brussel Op het einde dezer week aal het reizi gersverkeer tussohen het bezette gebied vtan Jitelgië eft Nederland flrie volle weken stilliggen; immers begin Fe bruari werd, zonder dat, eigenaardig ge noeg, van Duitsche zijde hieromtrent amb telijk iets bekend werd gemaakt, 'het gaan rechter Graysön, die haai- "den brief gaf, voegde er aan toe: „Ik denk, dat de jonge Rutledge een moeilijken tijd krijgt door zijn bemoeiingen met. het Wellington College. 'Men is van pian, de zaak voor "het jaarlijksche kefk- ©ongres te brengen, dat de volgende maand in Des Moines wordt gehouden. Markley heeft er over geschrevenfirj schijnt zeer tegen Rutledge gekant." Nelly nam het op voor <je!n jongen predikant: „Ik geloof, dat hij terdege in zijn recht was door een forschen aanval op de speelzucht der studenten." En Grayson hernam „Ik denk er ©venzoo over, m'n kind; ik heb .achting voor Rutledge,. Al schijnt het nü schade, ten slotte zal Rutledge blijken het College veel goed te hebben gedaan. Toen Nelly naar- botten gegaan was, om den brief van haar nicht te lezen, bleek haar, dat de brief ontzaglijk lang was. Nooit in haar leven had te zulk een dikken brief gehad: haar- nicht moest wel heel veel te vertellen hebben. Do brief was gedateerd 6 Mi 1308 en be gon aldus Beste Nieüiy, Al te lang heb ik gewacht met je te ach rijven. In de bladietn zul je al gezien van België naar Nederland verboden. Deze maatregel, welke uitgaat van het groote hoofdkwartier, is in den meest volstrekteu zin op t,e vatten; slechts in hóógst en kele gevallen mag de gouverneur-gene raal uitzonderingen toestaan, een recht, waarvan hij tot nu toe slechts bij hooge noodzaak gebruik heeft gemaakt. ïn verband hiermede, zij er hier ter plaatse nogmaals met nadruk op gewezen, dat landgenooten, welke, niet absoluut in België moeten zijn, in hun eigen belang een reis hierheen moet worden afgeraden. Te ved schijnt men ten onzent af te gaan op beweringen, dat in België hetl leven een „normaal verloop" zou heh- bien. Korte metten. Hoe Essed Pasja, de tegenwoordige heerscher in Albanië, korte metten maait met menschen die hij niet vertrouwt, daar van geeft dokter Van Tienhoven die on der de Serviërs in Albanië gewerkt heeft in zijn dagboek dat in Het Handels blad wordt afgedrukt een paar staaltjes ten beste. Wij lezen Zondag23 Januari. Om 12 uur meldden Magoon en ik ons aan bij Zijne Rxellentie Essad Pasja. Hij ontving ons in een keurigen witten salon, style empire, afkomstig van den Prins van Wied. De Prins van Wied was zóó overhaast vertrokken, dat hij alles achterliet, waarna Essad onmiddellijk van alles bezit nam. Essad rijdt dan ook r ond in auto's en rij tuigen met de koninklijke kroon en eet, met zilver dat de initialen draagt van zijn voorganger. Essad Pasja is een man van ongeveer 50 jaar, Europeesch gekleed, met een roodo Turksche fez op. Hij heeft een donkere snor en een eenigszins kalend hoofd. Hij kijkt deingene met wien hij spreekt bijna niet aan, en heeft een uiterst onbetrouwbaar gezicht. Hij spreekt alleen Turksch en Albaneesch, en bedient zich van een secretaris, die uitstekend Fransch spreekt. Ons onderhodd duurde 15 mi nuten, en hij vroeg ons een schriftelijk verzoek in te dienen, om een huis voor een hospitaal, dat hij dan door de jh>- litie voor ons zou laten zoeken. Om één uur klommen we den heuvel op om te gaan eten. Nauwelijks waren We ibü de familie Pierson aangekomen toen er een officier en een soldaat kwa men van Essad Pasja om onzen gastheer te zeggen dat hij zijn huis niet meer mocht verlaten, en den volgenden dag naar Italië moest afreizen. Een schild wacht. bleef er voor de deur. Pierson, die met een Oosten rrjksohe vrouw getrouwd is, wilde reeds vóór eeni- gen tijd uit Albanië weggaan, maar toen liet Servische leger met zooveel Oos- tenrijksche krijgsgevangenen hier aan kwam, welke laatste in meer dan treu- rigen toestand verkeerden, meende hij mis schien iets voor die ongelukkigen te kun nen doen. De Grieksche consul, die van. de Oostenrijksche regeering geld gekregen had voor de krijsgevangenen, had Pier son gevraagd hem te helpen. Zijn vroiiw vond op straat een doodzieken Oosten rijker, die typhus hod, en nam hem mee naar huis om hem te verplegen. Ik zag den armen lijder, die ondanks de beste zorgen stierf. De wacht, die hun huis moest bewa ken, vertelde dat. iemand bij Essad Pasja was gekomen om te zeggen dat Pierson een Oostenrijksche spion was. Essad, hebben, wat ar hier is voorgevallen met Ds Rutledge. Het is een verschrikkelijke tijd geweest. Vader en Frederik zijh zóó bitter tegen den domïné, dat moe of ik zijn naam niet kusnnetn noemen, afa zij thuis zijn. Ik vind het jammer, dat Ds. Rutledge in zijn ingezonden Stuk Frede- rik's naam genoemd hoeft; nooit zal1 hij hem dat vergeven, zegt hij. Dis. Rutledge heeft mij ook verteld, dat hij' het nu betreurde, dien stofopjagenden brief te hebben geschreven, maai- in die dagen waren er zooveel praatjes in omloop, dat hij het zijn pl'icht achtte, het stuk in te zendon. Zoo is hij: als hij het zjjn plicht acht, zal hij voor niete terug deinzen. „Eenige weken geleden was de verhou ding vreeslelïjk gespannen. De leeraren kwamen niet meer in de kerk en de meeste studenten spaarden Rutledge geen scherp woord. En ik vreesde al, dat de li eerlijk© vrucht der Evangel iesamenkom- sten geheel zou teloor gaan. Nooit heb ik zoo harteljjk voor onzen dominé ©n onze gemeente kunnen bidden. Maar het is nu al heel wat verbeterd. Tal van leeraren en bijna alle studenten kerken weer geregeld bij Ds. Rutledge, en ze!fa vertélt men, dat vele jongere studenten hem als een soort "held beschouwen. „Intusschen hééft Ds. Rutledge in die eerste weken veel geleden. Nooit heeft doodsbenauwd voor intriges, opstanden enz., zette hem nu het land uit zoneter eenigon vorm van proces. Het is hier een land, waai- iedere** rechteloos is, door bandieten geregeerd. Een soortgelijk geval als van Pierson deed: zich onlangs met een Amerikaan voor. Een zekere Hawer was naar Duiaazo ge komen mot een schip met 1745 zakte» meel, die hij hier goed hoopte te ver koopen. Hij kreeg toestemming om het meel te landen, en betaalde de 11 pet. invoerrechten. Toon alles aan land was, liet Essad Pasja hem weten, dat hij binnen twee uur Albanië had te verlaten, omdat hjji verdacht werd van spionnage. Toen h# protesteerde, werd hij door twee Albanee- zen met geweld in een boot gezet; hiji kon desnoods ook worden 'opgehangen...... Het meel liet Essad ten eigen bate ver- koopen... Het drama van Sindzjirli-Kojoe. De Konstantinopelsche correspondent van bot „Berliner Tageblatl" vertelt (bijtion derheden van de ziekte van den Turksohon! troonopvolger die met oen zelfmoord ge eindigd is. Men wist sedert langen tijd, zoo zegt hij, dat prins Joessoef Izedin Effendi ziek wa«. Slechts weinigen kenden echter den. waren aard van de Ziekte. Zijn omgeving en andere ingewijden bewaarden trouw het droeve geheim. Wat men van per sonen hoorde die toevallig met den prins in aanraking waren gekomen klonk Zeer tegenstrijdig. Sommigen Vertelden dingem die slechts uit eeh volkomen beneveling van. deai (geest te verklaren waren, ande ren warein fbetooverd door de fijinheid van geest van den prins die hen als beminnelijk- causeur bad weten te boeion Daarbij is -echter zeker dat de onge lukkige .vorstenzoon ,het bloedige plan, dat hij de eerste Februari ten uitvoer heeft gelegd, sedert twee wekten had voor bereid. 14 dagen geleden had hij! reeds een scheermes weggenomen uil hef étui van den barbier, die hem iederen morgén, bezocht. Met dit scheermes heeft hij zich een snede van 3 centimeter diept© gegeven in het linker armgewricht. De barbier merkt© eerst den volgenden dag dat het mes Weg was. Mien doorzocht de kamer van den kroonprins,die reeds geruimen tijd scherp bewaakt werd, maar vond hiet me® niet. De prins had het verbor gen in een Zak van dear hygiënischer], gordel, die hij altijd droeg. Door een, goedgespeelde kalmte «.wist hij zijn omge ving 'gerust te stellen. Vroeger was hij! gewoon om ztes uur 's morgens de harem te 'verlaten. In de laatste twee wéken, btecf hij Hot over achten in bed liggen. Daar om trok het. niet bijzonder de aandacht toen hij Dinsdagmorgen langer in zSju kamer bleef. -De kamerslavin, die in zijn slaapvertrek de .bevelen van haar ge bieder afwachtte, had hij weggestuurd met de opmerking, dat hij nog wat wilde- slapen. Prins Joessoef JztedLn had reeds jaren geleden uitgemaakt !dat hij Zich zelf zou dooden. Op den Dinsdag waarop de prins zelfmoord pleegde, zou hij met den BaJ1- kantrein naar Oostenrijk vertrekken om. daar een nieuwe zenuwKuur -te onder gaan. Zooals bekend is die prins herhaal delijk in ,West-Europa geweest. Op iedere reis bracht (hij ziijm reisgenooten in groote ontsteltenis door ite probeeren uit. het raam van (de Wagon te springen. hij de zaak in 'topenbaar besproken; al leen den tweeden Zondag na den inval kon hij niet zwijgen, omdat die haat tegen hem het hoogtepunt had bereikt. Toen heeft hij ter inlteiding van zijn preek gieeegd, dat het absoluut onwaar was, dat zijn optreden bedoelde het Wel lington College te nekken, maar dat zijn oprecht streven was, den goeden naam' der school te handhaven. Hg wees op Luther's aanvallen op d© Roomsche kerk, die toen nog d© zijne wasl. .„Maarten! Luther riep hij uit, én nooit zag ik hem zóó groot was niet dte vijand zijner kerk, omdat hij! haar fouten, be streed. Lincoln was niet de vijand van Amerika, omdat hij de slavernij brand merkte, dte het land ter schandvlek was. Neen, Luther, was de ware vriend van! zijn kerk, en Lincoln d© warmste pta triot in zijn land. En ik, ik ben efcjn oprecht vriend van hlet Wellington Col lege, en. ik zal dat blijven, wat er ook geschied©, want ik geloof in de macht, der Christelijifce opvoeding, en ik verde dig de Christelijke school. Maar ik wil, dat ons College ntet alleen in naalm, doch ook metterdaad ©en Christelijk in stituut zij" (W<*dt varvolgd

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1916 | | pagina 1