kbank
alver©*
Dinsdag 8 Februari 1916
30e Jaargang
l\o. 110
n EFFECTEM
OUPOHS
lEEKBAMKEft
o
loie POfWIY,
irb eider
mdknecht
Verplegers
Dienstbode,
Meid
Feuilleton.
OVERWINNING.
De Groote Oorlog.
RG.
DEE MINN®.
:oqh
;öoh
(machines en
jstmoeder.
:oof
slit of aankomende
Watersnood.
t
:t
w
2 |0
>ïe der Eftak ea
Kar op vooron
Bureau „De Zeeuw"
173.
16 Maart ran liaar
larzen, 14 maeuudéu
'OOLSE Pz., Seroos
>rg-
en Woensdag
flL, Kerspel.
Spriagstier,
P. VERMEULEN,
lölder.
art of Mei
ndknechf
iegen is met paarden
POUWER, Araemm
toning, bij K. DINGE-
R. 74.
Maart
j. DE VOOGD, Oost
iet Mei
legen is met paarden
CE VAAL, Boschzicht,
Mei
K. STOUTJESDUK,
lag „Bloemendaal" te
worden geplaatst
ligen leeftijd en instem-
en grondslag der Ver
.tiën worden ingewacht
V-Directeur
)ER, Houtkade 16, te
tegenwoordige met Mei
Wed. P. BROUWER,
let Mei
Iken kan, bij A. KODDE,
Uitgave van
de. Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 210.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Ctoeterbaan Le Cointra - Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden fr. p. post. ƒ150
Losse nummers0.05
Prijs der Advertenttën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer liet.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berebeed.
Bij abonnement voordeelige voorwaaiden.
Familieberichten van 110 regels f 1.
iedere regel meer 10 ct.
Mét dankbaarheid maken we melding
van de volgendo ingekomen giften ten
behoeve van de door den watervloed be
rooide men.sc.hen-.
M. N. te Goes f 1„Niemand" te Goes
f'1.50; opbrengst eener collecte gehouden
op de Geref. Jonge!. Ver. „H. F." te
Middelburg f6.35i/o; A. v. H. te Geers-
d'ijk f 1.50; M. M. te Nisse f5; D. E. D.
te Slkasi f25; wed. J. d. H.d. R. te
blusjg. f2.50; door tiisschenkomst van do
fiïrrïa, F. P. Dhuij van mej. K. f0.50.
'fataal met inbegrip van de reeds vroe
ger verantwoorde bedragen f 1125.74.
SeWermonnlkoog.
ta dank ontvangen door bezorging van
den beer Le Cointre, van mej. "de B. f 1;
S. f2.50; Een werkman f0.25; Ida B.
te Goes Verzameld met een prikkaart fö;
A. R. te Middelburg f 1M. te Goes1 f 0.50
..Ntetmand" te Goes fl; \V. de J. JZ. te
0. .fl; Een landbouwer te Goes f2.50;
ran JK.. te Middelburg f 1
Itateal met het vorige f 102.541/2. Wij
rijn dankbaar- dat wij namens „Zeeuw",
lozere reeds meer dan f 100 kunnen afdra
gen. Wijtl echter de. behoefte nog zeer
groot is, en mede van uw steun het al
of niet blijven, bestaan der school afhangt,
o tezler, gaan wij voort met te vragen voor
Schiermonnikoog.
Dé moreele kant.
De moeizame arbeid onzer Kiesveree-
nigingdn, met name van de bestuursle
den der Kiesvereenigingen heeft ook nog
een zedelijken ethischiep. of moreelen
kant.
De besturen hebben niet. alleen voor
de richtige bijhoud ing der Kiezerslijsten,
en voor de uitbreiding vair het ledental
der Kiesvereenigingen te zorgen, maar
ook een zeker staatkundig-sociaal toe
zicht te houden op' de leden, en op de
geestverwanten buiten de Kiesvereeni-
ging; meer nog zij hebben ook te zorgen
voor persoonlijke voorlichting der vain-
verre-staonden.
Vooral1 in de dorpen mogen onze vrien
den we! hun best doen.
Daar vooral' zijn nog vele kiezers' dio
bij ons behooren, doch nimmer bewerkt
zijn; meerderen, die Idealer zouden)
kunnen worden, doch nog nooit hiertoe
zip aangespoord geworden, of op weg
geholpen. Daar heerschen, vooral in het
noorden en zuiden onzer provincie, teni
aanzien van onze beginselen en de uitwer
king er van nog tal van wanbegrippen,
tengevolge van eenzijdige voorlichting door
de vrijzinnige pers; daar wandelt de
leugen of de halve-waarheid hetgeen
nog erger is! nog maar al te veel
tloor de straten; daar wordt van de anti
these (tegenstelling) op staatkundig ge-
bied nog o, zoo weinig bespeurd. Daar
loert het socialisme om den ontevreden
arbeider te vangen met schijnschoon® re
denen, en hem a£ te voeren van de pa
den van Gods Woord. Doch ook daar
heenscht onverschilligheid ten aanzien
van de rechtspositie van den. arbeider-
gevoelloosheid in betrekking tot zijn toe
komst; of gemis aan waardeering voor
hetgeen hij als mensch en werkman
presteert.
Daar is zoo velerlei, waarvoor het be
stuur eener Kiesvereeniging beeft te wa
ken, Waartegen het moet opkomen, waar
mede het moet rekening houden, Wan
neer het de stille propaganda voor de
Een verhaal uit het kerkelijk leven van
Noord-Amerika.
door v. d. M.
Nadruk verbaden.
anti-revolutionaire beginselen en de anti
revolutionaire partij naar eiscli wil voeren
Zij moeten als Noach predikers der
gerechtigheid zijn.
Zaaiers, die het goede zaad uitstrooien
dat later ontkiemen en wortel schieten,
opwassen en vrucht dragen zal, wanneer
de Heere het mocht gelieven te zegenen.
Zoekers en jagers, niet naar ijdele eer,
of eer van eikanderen, maar naar de
zwakken en onwetenden tot op de uiterste
grenzen, en in de donkerste schuilhoeken,
om. hen bekend te maken met hunna
roeping en hen te doen gevoelen en ge-
looven, en ervaren aan 'teind, dat ook
zelfs de geringste een noodzakelijke plaats
inneemt in het groote raderwerk der maat
schappij, en nuttig bezig is of wezen
kan in 't landsbelang, wanneer hij zich,
bij ons aansluit.
Een twijfelachtige bekeering.
Wij hebben wel eens tegen de vieze'
liedjes van Speenhoff geprotesteerd, zon
der te vermoeden dat. de man nog eens
veranderen zou.
Speenhoff is, naar sommige Roomsch»
bladen met, 'zekeren ophef verziekenen, „be
keerd".
Hij betreurt dat hij wel eens schun
nige liedjes heeft gezongen, wel eens te
gen die Roomsche Kerk heeft geageerd,
nota, bene nog wel z ij n kerken nu
heeft hij beloofd nimmermeer iets te zul
len dichten wat met zedelijkheid strijdt
of zijn kerk smaadheid aandoet. Hij gaat
nu geregeld ter misse en zijn dochtertje
doet met Baschen haar communie.
Dat alles heeft hij, blijkens een ver
haal in de NieuWe Haarlemsohe,
in een vraaggesprek aan een Roomschen
journalist verteld.
Nu weten wij natuurlijk niet of deze
bekeering echt is.
Mij weten alleen dat de bekeering van
een mensch zich onder meer kenmerkt
door schuldbesef en schuldgevoel, en
een zich verklaren tot den grootste der
zondaren, die niet probeert zijn zonden
I te verbloemen of te vergoelijken, en al
lerminst de schuld op een ander te schui
ven.
En zie van het, eerste ontdekken, wij
in dezen bekeerling weinig, en van het
laatste juist heel veel.
Hij werpt de schuld op zijn kameraad
in de hoosheid Nap de la, Mar, en op
de Variété's, de schunnige comedies die
hem, voor weinig geld nog wel, in hun
dienst genomen hadden, en hij vraagt
verschooning voor zijn Verkochte zoute
loosheden op de Roomsche Kerk, want
hij deed het voor zijn boterhammen! Bo
vendien het schunnigste van allehet
tooneelstuk „Zijn Edel Achtbard" waar
van o.a. door den burgemeester van Delft,
het Eerste-Kamerlid prof. v. d. Berg de
opvoering was belet was niet van hem,
Speenhoff, maar van De La Mar!
Is 't wonder als men aan de echtheid
van dien man zijn geestelijke beterschap
aanvankelijk nog twijfelt.
En dat te meer wanneer mien; de ver
wijten leest welke, zijn vroegere vriend,
De la Mar, thans in De Tijd tegen hem
richt.
Deze Wrijft hem onder meer onder den
neus:
„Waarom beschuldig je mij, dat ik
„in het 'bijzonder" je „opdrong" „de
meest schunnige liedjes te fabriceeren" 1
Koos, het valt je misschim moei
lijk, - maar wees ems eerlijk,
heb jij, vóór ik je compagnon was,
en nadat wij elkaar verlieten, altijd
131
Neen," zei de arme moeder, „wij allen
dachten dat zij ongeneeslijk blind was
„Neen, dat geloof ik nog niet. Het is
waarschijnlijk maar een cataract. Ik,zal
vanavond nog naar Des Moines en om
den oogspecialiteit Br. Reuff telegrafee-
ren. Er is maar een eenvoudige operatie
noodig. Morgenmiddag kan de dokter hier'
zrfn."
Alvorens te vertrekken, knielde Rut
ledge neer en bad. 'tWas geen gewoon
gebed dacht Marie; het was haar als sprak
hij 'met God als met een vriend. Hij vroeg
's Heercn zegen voor allen die in deze
hut leefden, en met ontróerenden een
voud besloot hij: „O God, open de oogen
van dit kind!"
Den volgenden middag kwam Dr. Reuff.
Ds. Rrtledge ging met hem naar' het
huisje der Steens, en ook Marie ging
mee. Met nieuwe hoop vervuld, had de
arme moeder haar woning van onder tot
boven met uiterste zorg schoongemaakt,
ja, zelfs waren de groezelige gordijnen
voor de kleine vensters door nieuwe ver
vangen.
Na zorgvuldig onderzoek bevestigde Dr.
Reuff Rutled ge's diagnose, en na een kor
te, door allen met spanning bijgewoonde
operatie, was Marie in staat, haar moeder
en God's schoone natuiur te zien. Heel
even maar' mocht dat eerst, en terstond
daarna kreeg ze een doek voor de oogen
Eenige dagen daarna, op een Zaterdag,
bezocht Rutledge de Sterns weer eens.
Marjorie vloog hem bij de deur juichend
tegemoet.
„O vader riep ze, en leidde den do-
miné tot vóór haar dikken, ruiwen vader,
„dit is nu de meneer, die aan Jezus ge
vraagd heeft mij: te genezen."
ftWas de eerste keer, dat Allan Steen
ontmoette.
>>Hot ma^kt u het?" vroeg hij harte
lijk. „De kleine Marjorie kan nu zien
wat. een mooien dikken vader ze heeft
hè?"
„Il'r is aan mij niet veel moois te
kijk", bromde de arme man, op wiens
„fatsoenlijke" liedjes gezongen? Ben jij,
zonder mij, .altijd braaf geweest, heb
jij nooit op dr. Kuyper een mop ge
tapt, of andere stoute dingen gedaan?
Heb je nooit gezongen van jongetjes,
meisjes, de liefde? Koos, Koos. stel
me niet aan het publiek voor als een
Méfisto, die jou tot booze daden heeft
verleid! Ik vind het zoo naai-, Koos
Speenhoff, dat jij je eigen mooie kunst
de modder intrapt, door te verklaren,
dat je jezelf ten je cunst voor „luttel
bedrag gelds" verkocht aan „Variétés".
Je was een man, van wien teen dacht,
dat hIj liedjes zong volgens zfn overtui
ging. Je was een figuurWat blijft
er nu van je over? En was dat „be
drag gelds" zoo erg „luttel"?
Na jaren kom je nu verklaren, dat,
Wat je schreef, niet je overtuiging was,
toaar alleen ter wille van het geld
werd neergepend. Vergeet niet, dat eeni
ge van je beste liedjes ook van ze
kere zijde zijn aangevallen
.Wat „Zijn Edel Achtbare" betreft,
dat je mij dat op mijn hals wil schui
ven, begrijp ik niet; je weet,, evengoed
als ik, dat noch jij, noch ik ,,ZEd.
Achtbare" schreven. Alleen gaven wij
samen in Nijmegen het idee, na het
gebeurde te Helmond. Jij bent dus even
„schuldig" als ik!
Koos, waarom, heb je, indien je in
„Zijn Edelachtbare" zooveel slechtheid
vondt, nog ft vorig jaar Maart bij je
jubileum, mij 'niet alleen verzocht „Zijn
Edelachtbare", met 'je te spelen in den
Stadsschouwburg te Amsterdam, maar
mij zelfs gevraagd, om: nog méér voor
stellingen te geven? Je „bekeering''
komt wel plotseling, Koos; vreemd, dat
die nu pas komt, nu je van zekere
zijde wordt aangevallen.
Vriend Speenhoff, waarom waai je
met alle winden mee? Waarom laat
je je bij je jubileum door den heer
Spiekman aanspreken als„\yaarde par
tijgenoot" en zing je enkele dagen la
ter 'n lied ter verheerlijking van het
koningschap? Waarom was je in „Do
Wore Jacob" (toen je er nog aan ver
bonden was) vrij sterk pro-Duitsch, en
tapte je, toen je in het geval „Barha-
rossa" een voordeeltje zag, uit een an
der vaatje? Wil je ook dat niet eens
aan- het publiek mededeelen? Ik heli
je niet „opgedrongen" schunnige lied
jes te zingen en verzoek je beleefd,
deze beschuldiging in te trekken.
Tot slot een raad, Koos, als oud
vriend. Indien je geweten bezwaard is
door 'het geld, verdiend met de jou
door mij opgedrongten schunnige lied
jes en met het (volgens jou) door mij
geschreven „beruchte" „Zijn Edel Acht
bare", geef dan jou aandeel in de winst
aan het Watersnood-comité of andere
liefdadige instelling. De boeken zijn er
nog, we kunnen het precies uitreke
nen.
Als je dat doet, Koos Speenhoff, dan
zal ik je gelooven, dat je werkelijk an
ders bent geworden, uit volle overtui
ging. Nu geloof ik het niet!"
Hier kan de vriend het voorloopig mee
doen.
Misschien leidt het smadelijk openlijk
verwijt van zijn ouden kameraad in de
zonde den dichter tot meerder zelfiiv
keer.
De geschiedenis gewaagt van 'bekeer
lingen uit de heidenen, die al hunna
schatten met toovenarijea en anderszins
verdiend en al hunne materialen waarmee
zij den duivel gediend hadden verbrand
den.
geteekend gelaat AlLan wroeging lezen
kon.
„Ik weet niet wat hem scheelt", zei1
juffrouw Steen, die ook binnen geko
men Was. „Gisteren, toen ik Marjorie den
doek afnam, was hij zoo blij en schreide
als een kind. Na eenigen tijd werd hij
somber, en viel ten slotte in slaap. Eten
wil hij niet, en hij is den ganschen dag
de deur nog niet uit geweest"..
„Steen", zei Allan met plotselinge har
telijkheid, „kom morgenavond eens ter
kerk. Wij beginnen dan met onze Evan-
gelisatio-bijeenkomsten. Kom nu en ga
nu om Marjorie's wil' een nieuw leven
beginnen".
Steen greep ruw de uitgestrekte hand
van Rutledge en zei:
„Ik hoop het te doen!"
Rutledge keek den man flink in de
oogen en Voegde er nog aan toe:
„Steen, je kunt nog een man van je
zelf maken. Je hebt hetin je. Ik zal
opletten of je er morgenavond bent.
„Ik zal er zijn", zei Steen, en hij
hield woord.
VI.
Niet lang na dén dag der verkooping
Jan Luijken betreurde diep zijn vorige
zonden, vernietigde al zijn verzen voor
zijn bekeering in den dienst der wereld
gedicht, en wijdde gansch zijn verdere
leven aan den dienst en de eere Gods
die hem uit de duisternis getrokken had
tot Zijn Wonderbaar licht.
Moge ft zoo ook met Speenhoff zijn
of worden! Maar nu schijnt de man zóó
ver nog met.
Bofcnopt overzicht van den toestand.
't Gaat weer den slakkengang op de
slagvelden.
Weinig nieuws uit 'tOosten, weinig
nieuws uit 't. Westen.
Wel wordt van het Westelijk front mel
ding gemaakt von verhoogde activiteit
der artillerie, maar een meer dan plaat
selijke beteekenis hebben de waarschijn
lijk zeer verliesrjjke gevechten hier nog
niet.
Voorloopig is de toestand nog deze,
dat de wederzijdsche legers vastgeloopen
zijn en alle pogingen, om in deze toe
stand' wijziging te brengen zijn tot dusver
mislukt.
Zoo is ft ook op het Oosterfront en
op het Italiaansche front, terwijl op' het
Zuid-Oostelijk oorlogstooneel, waar men
alleen in Albanië nog van oprukkende
legerafdeelingen hoort, de toestand wel
eenigszins anders is, omdat hier na de
vernietiging van Servië en Montenegro
de vijandelijke legers nog geen voeling
met elkander hebben.
Maar practisch is toch de toestand niet
veel anders.
Noch de entente-troepen te Saloniki,
noch de Bulgaren met hun bondgenooiten
vertoonen eenige neiging om den aan
val te wagen.
De Russen beweren nog wel, dat zij
voortgaan „druk uit te oefenen" op het
Kaukasus-front, waar de Russische troe
pen voort heeten te rukken door diepe
sneeuw en in een koude van 20 gr. R.,
terwijl in Perzië in de streek van Hamedau
de vijand weer eens teruggeworpen heet.
Maar dit zijn de gewone frazen, die, wan
neer er geen nadere en juiste bijzonder
heden bij aangegeven worden, aanvaard
worden als de vermelding, dat de toe
stand onveranderd is.
Ondanks al die onbewogenheid en al die
rust blijft het toch op de fronten steeds
even bewogen en rusteloos.
De vliegers roeren zich gedudht; ver
kenners halen stoute stukjes uit, enz
Men weet, dat Engeland gedreigd heeft
verscherpte blokkade-maatregelen te ne
men tegenover Duitschland.
Een te Berlijn gevestigd correspondent
van Amerikaan-sche bladen heeft nu een
onderhoud gehad over deze aangelegen
heid met den stafchef der Duitsche mar
rine.
Deze verklaarde, dat een effectieve blok
kade door Engeland onmogelijk zou zijn.
Engeland zal den handel in de Oostzee
niet kunnen stopzetten. Sinds 4 weken
hebben de Engelschen de werkzaamheid
hunner duikbooten aldaar verminderd; de
Russische vloot ligt vastgevroren in de
havens. De verscherping der blokkade,
meent hij, is te beschouwen als een bluf
zonder eenig ernstig gevolg, want Duitsch
land bezit voor ettelijk© jaren al Wat
het tot voortzetting van den oorlog noodig
heeft.
De chef erkende, dat bijna 25 pCt.
der Duitsche duikbooten vernietigd is,
bij Stanford, zei diens broeder op zeke
ren morgen tot zijn vrouw:
„Mary, wij hebben gisteren op de ver
gadering gtespannen oogenblikken gehad".
Gretig ging zijn vrouw hierop in en
vroeg hem: j,Vertel er mij van Samuel!"
Zij was een van die eenvoudige zielen,
die door hun kalm overleg en rustig),
vertrouwen, zooveel doen om het pad
van- hun naaste te verlichten, al wordt
hun stille arbeid niet opgemerkt. Met
haar man koesterde zij hoóge achting
voor en groot vertrouwen in Dy. Rut
ledge, die er nog wel eens aanliep om
het avondeten mee te nuttigen.
„Wij hebben", zoo vervolgde Stanford,
„den l'aatsten keer Markley geducht zijn
minderheid laten voelen, maar ik vrees
dat hij den dominé het betaald zal zet
ten. Hij is zoo altoos gewend geweest, de
heele gemeente te regeeren".
De vergadering, waarop Stanford doelde,
was er een geweest van alle leidende
personen in de gemeente, en door Allan
belegd, om een „voorwaartsche beweging"
voor te bereiden. Op deze vergadering
ook had hij de Evangelie-samenkomsten
voorgesteld, iets waarvan men te Wel
lington in geen jaren gehoord had.
„De vergadering zoo vervolgde de
doch hij bestreed het afdoende van d.
Engelsche maatregelen tegen deze vaar
tuigen.
Meer dan een duikboot, zeide hij, ging
door de barricades en netten heen ea
het feit, dal de duikbooten 1.300.000 to*,
koopvaardijschepen vernielden bewjjst,
welk een kostbaar wapen deze vaartuigen
voor Duitschland vormen.
De vliegende Duitscher.
George Quelly, de dokter aan boord Va*
de „Appam", heeft volgens den correSpon
dent van de „Daily News" te New-Yorü
het volgende verteld: I
D© Duitsche kaper werd te Kiel. uitga
rust en verliet de haven onder Zwecdsche
vlag in den aanvang van dit jaar. Hjj gin#
om Schotland hoen naar den AtlantjsChe*;
Oceaan, verschillende Britsche 'kruisers
ontmoetende, die hij salueerde. Het schip
ziet er keurig uit en lijkt, op een jacht
Het meet ongeveer drie duizend ton. Het
heeft twee kanonnen voor, ik mem va*
4.7 inch of daaromtrent. Wat hutten op
het hoofddek: leken, waren verbórgan zsjj
batterijen van 3 en 4 zeer zware kanoe
nen en twee lichtere. Rails liepen lang»
het dek, zoodal de kanonnen oogénMii!-
fcelijk in iedere richting .konden worde*
gebruikt. Ook had de kaper torpedobuizie*:
voor en achter. De bemanning bastoon*
uit ongeveer 350 uitgelezen mannen. Kra
nen waren niet te zien, ofschoon, het
schip zich als koopvaarder voordeed. Voor
zijn grootte Was het een buitengewoon
krachtig schip.
De bevelvoerende officier, luitenant
Berg, was bijzonder welwillend en heeft
alles gedaan wat in zijn vermogen was
om de passagiers op hun gemak .te, ztette»
en het hen aangenaam te maken, maar'
hij gaf. hen te verstaan, dat hij niet do
geringste luidruchtigheid of ongehoorzaam
heid aan boord duld». Hij had een groote
bom laten plaatsen in de machinekamer
en een andere op de brug, die gemakke
lijk met electrictteit tot ontploffing kop'-'
den worden gebracht.
Korte Oorlogsberichten.
De redactie van een EngeJisch blad
teekent bij een ingezonden stuk aan
„Wegens den beperkten voorraad .papier
dringen wij er bij onze inzenders! op aan
om hup stukken zoo kort. mogeljjk te
maken.
In Pruiton moeten de landstorm-
pl'ichtigen, die in Januari j.l. 17 jaar zijn
geworden, zich bij de militaire overheid
aanmelden.
Te Aken isi een vereeniging ge
sticht, die gelden inzamelt voor cava-
leriepaarden die in den oorlog gekwetst
zijn geworden, te verzorgen.
Door de autoriteiten te Aken is
bekend gemaakt dat men per petroleum -
kaart slechts eenmaal in de maand 1
liter petroleum kan krijgen.
Door de Duitsche regeering worden
via Servië massa's spoorwagens naar Tur
kije overgebracht, die voor den Anato-
lisehen spoorweg bestemd zijn.
Te Elberfeld worden in het doof
stommen instituut ruim 300 soldaten ver
pleegd, die door het trommelvuur aan
het front doofstom zijn geworden.
De „Appam". Het is thans uit
gemaakt, dat luitenant Berg, die de „Ap«
pam" naar Amerika opgebracht heeft de
kapitein van de Duitsche handelsvloot
Fionz Berg uit Appënrade is, die tevens
reserve-luitenant is van de Duitsche ma.-
rine.
diaken was zeer druk bezocht; men
scheen wel' op iets bijzonders gerekend
te hebben. Ds. Rutledge vroeg mij met
gebed te openen, en lichtte vervolgens! zgn
plannen toe. .Ouderling Markley was da
eerste die daarna sprak. Op onaangena-
men toon zei ttxij: Ik gelóóf niet, dominé
dat. wij die buitengewone bijeenkomsten
noodig hebben. Wij zijn nu ver genoeg
„voorwaarts." gegaan.
Met van geestdrift tintelende oogen
hernam dominé: Behoort niet de kerk
voorwaarts te gaan om redding te bren
gen, waar Christus stierf om voor allen
redding mogelijk te maken? Als' de goti
sche kerk een leger ter redding wetrd, zorJ
dan de wereld niet spoedig gered zijn?
Maar Markley antwoordde snibbig: H
brengt te veel' nieuwigheden in da kerk".
„Ik erken hernam Rutledge dal
ik houd van, en geloof in nieuwe me
thoden, ate zij Voor onze kerk noodig
zijn. Ik heb steeds gepoogd den weg te
effenen voor alles wat ons Christen-zijjn
kan bevorderen".
(Wordt vervolgd./
-1 L ,'l'J :vgj L O