No. 101 Vrijdag 28 Januari 1016 30e Jaargang Feuilleton. Staten-Oeneraal De droote Oorlog. Watersnood. OVERWINNING. iU Mt I II—TMB8—a—a— W111 Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LANGE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre - Goes. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post. 1.50 Losse nummers0.05 Prijs der Advertenfiën 15 regels 0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. Met dankbaarheid maken we melding van de volgende giften, ten behoeve van de noodlijdenden in Noord-Holland: J. G. te Schore f10; opbr. coll. door de Geref. Jongedochters Vereeniging „Uw Koninkrijk kome" te Nieuwdorp f 10.07; L. W'. v. H. en gezin te Kortgene f4.25; Jacs. KI. te Biezelinge (Eversdijk) f 1 Jan KI. aldaar f 1M. KJ. aldaar f 1 N. N. te Nieuwdorp f 1spaarpot kinde ren P. de S. te Nieuwdorp f2.50; M. J. C. te Colijosplaat f10; mej. T. C. C. te Colijnsplaat f2.50; J. v, Wi. te Wol- faartsdijk fl;_D. M. te Oudelande f10; B. v. W. te Wolfaartsdijk f0.50; farn. M. te Kortgene f5; .1. v. d. V. te Vrouwe polder fl.70; L. T. Az. te Serooskerke (W.) f 1; N. N. te Biggekerke f 1.25; wed. 1. D. te Souburg f2.50; D. B, te K. £5; aanvullingsgift van N. N. te Goes f0.50; IJ. Z. te Goes f5; fam. P. S. te Goes f2; door tusschenkomst Van Boekh. J. J. Fanoy van P. S. te M. f 1.25id. van W. te G. 12; id. van J. M. fe R. f2.50; id. van A. D. te Arno- muiden f 2door tusschenkomst van fir ma F. P. Dhuij van C. te V. f5; id. Van N. N. te Gapinge f 10idem van Naaivereeniging té Oostkapelle f6; van de dames van de Handwerkschool, Wijn gaardstraat, Goes, f 1.40fam. de J. te Goes f 1.50; F. C. v. D. te Goes fl; tweede inzameling onder de leerlingen van de Herv. School te Goes f 4.735 (te zamen met de eerste f26.03); N. N. te Ileinkenszand fl; C. de S. te Heinkens- zand fl. Totaal met inbegrip van de reeds vroe ger verantwoorde bedragen f 711.335. Mej. L. te 0. Bedoeld bedrag is Woens dag reeds verantwoord. Schiermonnikoog. Wij werden gisteren en heden weer aangenaam verrast met de ontvangst van f 1 van Adr. v. A. de K. te Nieuwdorp fl, D. M. «ie Oudelande f2, Dl. Bi. te K. f2.50; familie de J. te Boes f 0.50 Jan., Jan en M. KI. te Eversdijk f3. Door tusschenkomst van Boekh. Fanoy van A. de P. te Veere ïl. Totaal met het reeds verantwoorde f 62.591/2- Vrouwenkiesrecht. Ook in onze kringen zijn sommigen, niet velen evenwel, en wel meest vrou wen, voor vrouwenkiesrecht. Laten zij. die voor vrouwenkiesrecht ijveren er wél aan denken, dat hun ijver wel in de eerste plaats strekt om. ook den vrouwen een gang naar de politieke stembus te bezorgen; maar dat hieraan heel wiat vast zit. Men wil toch van de vrouw niet ma ken een stemmachine di© maar een naam invult, gelijk haar man of vader of vriend haar dien ingeeft. Zoo neen, dan moet een man er op rekenen dat de vrouw politiek ontwikkeld moet worden; dan moeten de vróuwen ook naar onze politieke vergaderingen toe, na,ar meetings en openluchtsamenkomsten tot opwekking van politiek leven. In aan gesloten kiesvereenigingen vereenigd, me de worden afgevaardigd naar de Deputa- tenvergadermg, en dat terwijl reeds nu de grootst mogelijke zaal in ons land te klein is om al de deputaten te ont vangen. Dan moeten de vrouwen ook de politieke stukken in couranten, en do verschillende brochures gaan lezen. Daar voor zal meermalen ernstiger bezigheid Een verhaal uit het kerkelijk leven van Noord-Amerika, door v. d. M. Nadruk verboden. 4) „Ja", vervolgde Rutledge, „en toch maakt het mij huiverig, als ik eraan denk, m n gansche leven hier te moeten blij ven. Mijn geboorteplek, Des, Moines, trekt mij1 altijd nog meer aan." Juffrouw Grayson ging hierop niet in, en zei: „Ik ben op reis naar Wellington. De Markley's hebben mij ©enigen tijd te lo- geeren gevraagdzij1 zijn van vader's' kant nog verre familie." „Wellington?" riep Rutledge verrast uit. „Maar daar ga ik bok heenl Ik ga daar Wonen!" Nu was het aan juffrouw Grayson om verbaasd te zijn. „Wat zegt u? Gaat u daar wonen? Hoe bedoelt u, dat?" moeten nagelaten worden. De vrouw wordt heelemaal aan haar bestemming onttrokken. Dat waarin zij groot is, en in hare schoonheid uitkomt het bet stier van '4 huisgezin 1 zal zij gaan verzaken. Gelukkig van de meeste vrouwen in onze kringen geldt: zij willen het zeiven niet. .Maar zoo voeren enkele geachte suffragettes in onze kringen ons tegen wij betalen toch belasting, waarom mogen wij dan geen kiezer zijn? Hebben wij' niet evenveel recht als de man? Hierover later. ff Tweede Kamer. Geen tekort aan vrien delijkheid. Kleerekoper bevredigd? Een geval van overrompeling. Rechts zeer verontwaar digd. Links.buigt steeds dieper voor Treub. Minister Lely zag zich blijkbaar voor een moeilijke taak gesteld, nadat Kleere koper zijin rede haid afgedraaid en een rijtje Kamerleden had toegegeven, dat het spoorwegpersoneel in een ongunstigen toestand Verkeerde, eii dat hun positie op elk' gebied verbetering behoefde. Schier met wanhopig gebaar wees hij er op, dat 't hier een- moeilijk geval geldt, vooral op dit oogenblik hu de bedrijfsze kerheid der maatschappij zooveel gerin- ger is geworden door de buitengewone tijdsomstandigheden, en men krijgt den indruk, dat 't voor Z.Ex. nog een duistere zaak is, en dat. hij tevergeefs zoekt naar een oplossing, die beide partijen "toelacht. Zijln 'geheel© rede stond in het teeken van zekere vreesachtigheid, dat hij een der partijen zou grieven. En telkens Weer werd de nadruk gelegd op het moeilijke Van de taak, die hem nu opgedragen is, alsof requestranten dat niet weten. Doch als de minister geen raad kan schaffen, wie zal het dan kunnen? De rede heeft aan vriendelijkheid niets te kort geschoten. Ze was van 't begin tot het eind zeer minzaam. Doch de heor Kleerekoper kan niet met royale toezeg gingen naar zijn arme beschermelingen terugkeeren. Als „winst" Voor het personeel moge ge boekt Worden, dat de minister toegaf, dat er soms revisie voor een uitspraak Van het scheidsgerecht mogelijk moet zijn en dat het wellicht beter is daarin niet een ambtenaar der maatschappij als secre taris te doen fungeeren. Wat de bedreiging aangaat, welke Klee rekoper, die op staking gezinspeeld had, geuit had, verzekerde minister Lely zich te zullen laten leiden door zijn plicht en niet door vrees. Over 't algemeen kunnen wij dus wel tevreden zijn niet het ministerieel© ant woord. In ieder geval is toch bereikt, dat do minister weer eens herinnerd is aan vele nooden, die hem misschien niet duidelijk meer voor den geest blonden. ..Of de socialisten zoo tevreden zullen zijn, als wij, meenen we te mogen betwij felen. Kleerekoper zal Vermoedelijk nog Wel eens op de za,ak terugkomen, om tegen Z.Ex. uittevaren, tenzijhij even ordentelijk is als in eersten termijn. Doch laten we van dit onderwerp af stappen, om veel belangrijker dingen te bespreken, welke de publieke tribunes- in „Ik ben beroepen door de gemeente Van Wellington en ik heb het beroep aangenomen." Terstond zei juffrouw Grayson: „Mag ik u daarmee hartelijk geluk- vvenschen? Er is een prachtige kerk. Ds. Anning heb ik! goed gekend. Hij 'heeft ons dikwijls te Des Moines bezocht. Arme maneensklaps is hij, ziek geworden, en hoe tragisch was zijn einde. Maar wat zal vader het heerlijk vinden te verne men dat u zijn opvolger bent. Hoe dik wijls beeft hij het niet gehad over uw prachtige promotie. Hij! zei altoos, u is een geboren menschenvriend." Rutledge antwoordde galant: „Teil minste een vriend van zijn doch ter. Ik meen, dat ik al van uw kennis sen, de Markley's, gehoord heb. En ik geloof ook, dat zijn naam onder mijn beroepsbrief stond." „Ja, dat zal wel. Oom zooals: ik hem maar noem is kerkvoogd. Vader heeft wel eens uitgelaten, dat hij hem als Chris ten niet hoog: stelt. Zijn zoon is de leider van het kerkkoor, maar verder weet ik er weinig van; ifc hen in geen jaren te Wellington geweest." Het gesprek werd onderbroken door den conducteur, die. de nadering van Wei- het Kamergebouw reeds vroegtijdig vol gelokt hadden. De regeling der werkzaamheden, de clou van de vertooning. Bij den aanvang van het debat deelde de heer Borgesius ,het besluit mee van de centrale commissie. Ze wilde zeven der belangrijkste belastingontwerpen (er zijn er in 't geheel 20) reeds a.s. Woens dag in de afdeelingen onderzoeken. Zoo- dra de behandeling in 4© afdeelingen ge reed zou zijn, zou men dan openbare vergadering 'houden voor onderscheidene ontwerpen, die in staat van wijzen ver- keeren, om terstond daarop de grond wetsherziening naar de afdeelingen te zen don. Doch toen had men Lohman, Nolens en Van der Voort van Zijp moeten hooren, Van-dik-hout-zaagt-nien-plankenl En laten we er aanstonds maar bijvoe gen zeer terecht. Want wat de voorzitter nu wilde doen, ging de perken inderdaad verre te buiten. Hoe kan de Kamer nu plotseling aan de belastingontwerpen beginnen. Binds eind October en begin November is er een ber.g van de allerbelangrijkste ontwer pen ingekomen. Tot eind 1915 was de Kamer in de openbare debatten. Een kort reces gaf eindelijk gelegenheid de studie aan te vangen. Toen koos men die ont werpen, waarvan de behandeling, waar schijnlijk wlas, h.V. ouderdomsrenten en eed. Dus hielden zij vol, dat liet onder havige voorstel al je gek was. Hetgeen links met de belastingontwer pen voor heeft is kortweg een over rompeling, zeide Nolens met veront waardiging. Deze afgevaardigde getto uit- eeft, dat men de ontwerpen, waarbij eventjes 30 millioen worden gevraagd, evengoed direct naar de openbare bei- handeling kon verwijzen en zulk een af- deelingsonderzoek als men thans voorhad evengoed achterwege kon blijven. Boven dien wees hij op de averechtsohe metho de qm de ontwerpen, die zeer sterk sa menhangen en één geheel Vormen in ver schillende commissies te behandelen. De heer Lohman betoogde in gelijken trant de onmogelijkheid. Beter middel om de rechterzijde den mond te snoeren, is er niet, zeide hij. En wanneer men niet uitsluitend door het stembusbei ang van 1917 Wordt beheerscht, maar liever denkt aan 'stands belang, dan is zulke handel wijze onverantwoordelijk. Als bewijs hoe conciliant men onzerzijds nog was kon dienen het verzoek van den heer Nolens, door -,dien heer Van der Voort van Zijp bin een voorstel omgezet, om ten minste nog 14 dagen voor de studie der belas tingen te ontvangen. Dit voorstel werd echter gekelderd. Links stond hier tegen rechts. Terecht wordt er op gewezen, dat met dit besluit om in ieen hand-omdraaien een 30 millioen aan belastingen er door te jagen, de linkerzijdevoor Treub knielde. De minister iiad niet eens gevergd zulk een snelle afjakkering; alleen maar wenscbte bij een spoedige behandeling en voorgaan van de noodige belasting ontwerpen (waaronder de pensioerfbelas- ting) vóór de „ouderdomsrenten". Nu links onder het juk doorging, deed het veel meer dan Treub had verlangd, maar ten koste van redelijkheid en 's lands belang, ten nadeele van de rechten der minderheid. Vervolgens ging het om de ouderdoms renten. Links boog nog dieper voor Treub. Tot Treub met edelmoedig gebaar zei de, dat biet genoeg was, dat hij genoegen lington aankondigde. Kort daarop werd de rem aangezet, de trein verminderde z'n vaart, en de eerst huizen van Wellington kwamen in 't zicht. Rutledge nam de ba gage van z'n reisgezellin en de zijine, liep met haar naar het baloon, en hielp haar vervolgens uitstijgen. De weinige menschen, die op het perron stonden, keken nieuwsgierig naar het tweetal fleu rig© jongemenscben: hij: groot, sterk, man nelijk, zij schoon, een beeld van lentebloei. Spoedig hoorden zij een zware stem: „Wel waarde nicht, hoe maak je het?" Een jongmensch van Rutledge's leeftijd stond groetend voor hen. Ook hij had don kere oogen, maar ze waren in scherp contrast met die van den jongen dominé; Markley's oogen stonden cynisch, ontwe ken den open blik van Rutledge. Nelly Grayson beantwoordde hartelijk den wel komstgroet van haar neef en stelde hem aan Ds. Rutledge Voor. Een koud© hand druk, een beleefdheids phrase, dat was al. Deze twee hadden elkaar terstond gepeild. Markley wist, dat Inj: hier den nieuwen predikant voor zich had, maar een predi kant was hem maar matig welkom. Hij voelde wel, dat het ambt eerbied ei acht©, maar de stille meerderheid van dezen pre dikant «tak hem. nam met de onderdanige houding van de linkerzijde en thans afzag van zijn eisch, dat men in de Tweede Kamer eerst een 30 millioen belasting zou heb ben moeten aangenomen, wilde hij, Treub, de „ouderdomsrenten" in de Eerste Ka mer gaan verdedigen. Dien eisch liet hij vallen, nu hij in het pas gevallen be sluit de geruststelling vond voor zijn mi- nisterieele fiscale bezorgdheid, m i t s de pensioenbelasting zou gereed zijn en aan genomen in het Lagerhuis. Eerder zou hij: niet de verdediging van de ouderdoms renten op zich nemen. Dus hij' eischte toch nog een offer. Morgen hop en we over een en ander nog een enkel woord te spreken. Dan heeft men den tijd om van z'n eerste verbazing te bekomen. Beknopt overzicht van üen toestana. Gisteren was de Duitsche Keizer jarig. Voor id! en tweeden keer in oorlogstijd heeft bij zijn verjaardag gevierd, thans zijn 57en. Mag men den correspondent van de „Daily Mail", die het beroemde banket te Nisj meegemaakt zou hebben, geloo- ven, dan moet de jarige niet bijster mon ter geweest zijn en moet zijn lichamelijk gestel den laatsten tijd zeer geleden heb ben. Nu zullen ongetwijfeld de vermoeienis sen van de laatste maanden haar invloed hebben doen gelden op den ouden Keizer, doch we doen o.i. toch goed, den ouden haas niet voor geheel versleten te houden. Niettemin zal de Keizer op zijn jaar dag met weemoed aan vroegere herden kingsfeesten gedacht hebben. De „Lokal Anzeiger" juicht: „Toen de klokken het vorige jaar op dezen dag den geboortedag van den Keizer inluid den, ^.tonden de Russische legers nog in Galicië. Tóen waren Duitschland en 0 o s t e n r ij k -H o nga rij e nog van hun eenigen bondgenoot gescheiden. Toen was de kwestie nog niet opgelost of de honger de bondgenoot zou worden van onze vijan den. In het thans afgeloopen jaar hebban wij het gebeele vroegere koninkrijk Polen veroverd en staan onze troepen tot ver buiten zijn grenzen in het Russische ge bied. Wij hebben den muur, die ons van onzen bondgenoot in het verre Zuiden scheidde, gebroken, en ons den weg ge baand naar de rijkdommen van Azië. Wij hebben de kwestie van de levensmid delenvoorziening tot qplossing gebracht en een nieuwen bondgenoot gevonden die in trouwe wapenbroederschap met ons en onzen bondgenoot een koninkrijk beeft veroverd, waarin de oorlogsfakkel aange stoken werd". Dit alles is wel waar, doch de Keizer zal wel eens ervaren hebben, dat die overwinningsmuziek door de disharmoni sche klanken van de onzekere toekomst muziek soms leelijk gestoord kan wor den. We slaan weer het oog op Engeland. En toeven in den geest in liet Lagerhuis, waar zoo belangrijke zaken gewikt en gewogen worden. Men weet, dat heel de beschaafde we reld de debatten over de blokkade-poli tiek met spanning volgde. Doch dan zal men ook weten, dat de spanning nog grooter was bij een groep Engelschen, die op een schitterend succes van hun heethoofdig drijven naar een effectieve blokkade hoopten. En Rutledge doorzag terstond dezen jongman. De opzichtige kleeding, de koude blik, de onedele gelaatstrekken, alles wees hem erop, dat dit een mensch. Was zonder karakter of beginsel. En bet beklemde den met jonge krachten toegerusten domi né, dat de eerste ontmoeting in zijn ge meente met zulk een antipathiek mensch was. Markley nam het eerst hét woord en zei tot Rutled,ge Diaken Stanford wacht buiten het sta tion met zijn rijtuigje. U is de nieuwe dominé, geloof ik?" Kortaf antwoordde Rutledge: „Mijn naam is Allan Rutledge." Terstond keerde hij zich om en nam hartelijk afscheid van juffrouw Grayson. Toen Markley zag, hoe stralend Nelly den jongen prediker aankeek, bromde hij „Verwenschte kerel, wie je ook bent." Do wijze waarop Markley junior den nieuwen dominé ontving, en ook verder bejegende, mocht ©en Dis. Anning al bewo gen hebben om den lieven vrede maar tot eiken prijs te bewaren, niet al zon de jonge .en krachtige Rutledge, die een gansch ander karakter had. Zijn streven richtte zich niet louter op het behoud van vrede en zoete ru,st. Hij geloofde in Tot onze blijdschap kunnen we mede- deelen, j^lat deze hoop voor een groot deel beschaamd is geworden. Sir Edward Grey was veel te, nuchter, dan dat hij het die heethoofdige heeren maar aanstonds naar den zin zou maken. Hij heeft menig verstandig woord ge sproken, met dit gevolg, dat de behan deling der bekende motie (zie „De Zeeuw" van gisteren) voor onbepaalden tijd is uit gesteld en de motie dus feitelijk in den doofpot ging. Een afloop, die ongetwijfeld reden geeft tot zekere tevredenheid. Tot betrekkelijke tevredenheid, heter ge zegd, want met leedwezen moet geconsta teerd, dat Albion er niet over denkt de tot dusver gevolgde politiek, welke ons neutrale land reeds zooveel last en vrees bezorgd heeft, te verlaten. Grey vindt, dat Engeland recht handelt en hij eischt, dat de neutralen bet recht erkennen, dat Engeland hebben zou om den vijandelijken handel te onderbreken, op de wijze als tot heden geschiedde. 'tls te hopen voor hem, .dat hij den eisch niet nader onderstreept, doch het laat bij dit oratorische dreigement. Dan blijven we misschien goede vrien den^) Oe dichterkoning in ballingschap. In ©en onzer bladen wordt omtrent de dochters van dezen koning (Nikita van Montenegro) verteld dat zij gehuwd zijn, de eene met koning Peter van Servië, de andere met Nikolaas, een oom Van den Tsaar. Dit is onjuist. Prinses Militza, de oudste dochter van Nikita, geboren 1866, is gehuwd met Peter, grootvorst van Rusland, geb. 1864; de tweede dochter, Anastasia (in de wan deling Stane genoemd) geboren 1867, is gehuwd met Nicolaas van Rusland, broe der Van Peter, geboren 1856. Deze heide Russen zijn geen ooms van den Tsaar, maar achterneven. Zij zijn namelijk kin deren van grootvorst Nicolaas, die een broer was van den Tsaar zijn grootvader. De overige dochLers van vorst Nikita van Montenegro zijin: Helena., geb. 1872, geh. met koning Victor Emanuel van Italië; Anna, geb. 1874, geh. met Frans, hertog van Batteirburg; Xenia, geb. 1881 en Vera, geb. 1887, beide laatsten zijn nog ongehuwd. Voorts heeft hij drie zonen: Danilo, geb. 1871, geh. met Jutta van MecklenburgStrelitz, Mirko, geb. 1879, geh. met Nathalie, dochter van den Servisehen generaal Constantinovitsj, en Peter, geb. 18S9, ongehuwd. Spionnen gevat. Een spionage-geval te Parijs wordt van daar aan de Daily Telegraph geseind. Een burgervrouwtje, van Lotharingsche afkomst, zat in de métro tegenover twee in Engeische uniform gekleede officieren, die haar aandacht trokken door hun knap uiterlijk. Zij spraken op fluisterenden toon met elkaar. Toen zij enkele woorden iets luider zeiden, meende zij Duitsch te ver staan. Weldra kreeg ze zekerheid. Een medereiziger trapte per ongeluk een der officieren op de teenen, en onwillekeurig uitte deze een vloek in onmiskenbaar Duitsch. Het vrouwtje moest er het har© van hebben. Ongemerkt stapte zij achter de heeren aan uit en volgde hen op een afstand. Zij gingen bij de Porte Maillot een onaanzienlijk hotel binnen. Na het adres te hebben opgenomen, waarschuwde het vrouwtje een politieagent, die echter met het geval niets te maken wilde heb ben. Ze moest maar naar het commissa- d© waarheid dezer woorden: „Rechtvaar dig eerst, dan vredelievend." En daarvoor zou hij strijden, als het moest ten doode toe. Ds. Rutledge liep nu vlug op diaken Stanford toe, stelde zichzelf voor, en steeg in. Aldra reed het wagentje door de straten van Wellington. „Wij zijn werkelijk blij, dat u gekomen bent, dominé,zei Stanford onder het rijden „Wij gelooven, dat God u tot ons gezonden heeft." De warmte Van toon en de oprechte blik deden Rutledge goed, temeer na de begroeting van Markley. Rustig antwoord de hij: „'Ik, zal mijn plicht doen in Welling ton, en ik hoop, dat ik voor mijn gemeente ten zegen zal kunnen zijn." Ernstig-overtuigend hernam Stanford: „Dat zult u. Wij hebben herleving noo- dig en iki ben er zeker van, u zult ze ons brengen." Zoo werd óle hieuw© prediker Verwel komd, en de Wellingtonsöhe gemeente zou ervaren, dat zijn komst voor haar van groote beteekienis was. (W.ordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1916 | | pagina 1