No. 101
Vrijdag 28 Januari 1016
30e Jaargang
Feuilleton.
Staten-Oeneraal
De droote Oorlog.
Watersnood.
OVERWINNING.
iU Mt I II—TMB8—a—a— W111
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LANGE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre - Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post. 1.50
Losse nummers0.05
Prijs der Advertenfiën
15 regels 0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Met dankbaarheid maken we melding
van de volgende giften, ten behoeve van
de noodlijdenden in Noord-Holland:
J. G. te Schore f10; opbr. coll. door
de Geref. Jongedochters Vereeniging „Uw
Koninkrijk kome" te Nieuwdorp f 10.07;
L. W'. v. H. en gezin te Kortgene f4.25;
Jacs. KI. te Biezelinge (Eversdijk) f 1
Jan KI. aldaar f 1M. KJ. aldaar f 1
N. N. te Nieuwdorp f 1spaarpot kinde
ren P. de S. te Nieuwdorp f2.50; M. J.
C. te Colijosplaat f10; mej. T. C. C.
te Colijnsplaat f2.50; J. v, Wi. te Wol-
faartsdijk fl;_D. M. te Oudelande f10;
B. v. W. te Wolfaartsdijk f0.50; farn.
M. te Kortgene f5; .1. v. d. V. te Vrouwe
polder fl.70; L. T. Az. te Serooskerke
(W.) f 1; N. N. te Biggekerke f 1.25; wed.
1. D. te Souburg f2.50; D. B, te K.
£5; aanvullingsgift van N. N. te Goes
f0.50; IJ. Z. te Goes f5; fam. P. S.
te Goes f2; door tusschenkomst Van
Boekh. J. J. Fanoy van P. S. te M.
f 1.25id. van W. te G. 12; id. van J.
M. fe R. f2.50; id. van A. D. te Arno-
muiden f 2door tusschenkomst van fir
ma F. P. Dhuij van C. te V. f5; id.
Van N. N. te Gapinge f 10idem van
Naaivereeniging té Oostkapelle f6; van
de dames van de Handwerkschool, Wijn
gaardstraat, Goes, f 1.40fam. de J. te
Goes f 1.50; F. C. v. D. te Goes fl;
tweede inzameling onder de leerlingen
van de Herv. School te Goes f 4.735 (te
zamen met de eerste f26.03); N. N. te
Ileinkenszand fl; C. de S. te Heinkens-
zand fl.
Totaal met inbegrip van de reeds vroe
ger verantwoorde bedragen f 711.335.
Mej. L. te 0. Bedoeld bedrag is Woens
dag reeds verantwoord.
Schiermonnikoog.
Wij werden gisteren en heden weer
aangenaam verrast met de ontvangst van
f 1 van Adr. v. A. de K. te Nieuwdorp
fl, D. M. «ie Oudelande f2, Dl. Bi. te
K. f2.50; familie de J. te Boes f 0.50
Jan., Jan en M. KI. te Eversdijk f3. Door
tusschenkomst van Boekh. Fanoy van A.
de P. te Veere ïl.
Totaal met het reeds verantwoorde
f 62.591/2-
Vrouwenkiesrecht.
Ook in onze kringen zijn sommigen,
niet velen evenwel, en wel meest vrou
wen, voor vrouwenkiesrecht.
Laten zij. die voor vrouwenkiesrecht
ijveren er wél aan denken, dat hun ijver
wel in de eerste plaats strekt om. ook
den vrouwen een gang naar de politieke
stembus te bezorgen; maar dat hieraan
heel wiat vast zit.
Men wil toch van de vrouw niet ma
ken een stemmachine di© maar een
naam invult, gelijk haar man of vader
of vriend haar dien ingeeft.
Zoo neen, dan moet een man er op
rekenen dat de vrouw politiek ontwikkeld
moet worden; dan moeten de vróuwen
ook naar onze politieke vergaderingen toe,
na,ar meetings en openluchtsamenkomsten
tot opwekking van politiek leven. In aan
gesloten kiesvereenigingen vereenigd, me
de worden afgevaardigd naar de Deputa-
tenvergadermg, en dat terwijl reeds nu
de grootst mogelijke zaal in ons land
te klein is om al de deputaten te ont
vangen. Dan moeten de vrouwen ook de
politieke stukken in couranten, en do
verschillende brochures gaan lezen. Daar
voor zal meermalen ernstiger bezigheid
Een verhaal uit het kerkelijk leven van
Noord-Amerika,
door v. d. M.
Nadruk verboden.
4)
„Ja", vervolgde Rutledge, „en toch
maakt het mij huiverig, als ik eraan denk,
m n gansche leven hier te moeten blij
ven. Mijn geboorteplek, Des, Moines, trekt
mij1 altijd nog meer aan."
Juffrouw Grayson ging hierop niet in,
en zei:
„Ik ben op reis naar Wellington. De
Markley's hebben mij ©enigen tijd te lo-
geeren gevraagdzij1 zijn van vader's'
kant nog verre familie."
„Wellington?" riep Rutledge verrast uit.
„Maar daar ga ik bok heenl Ik ga daar
Wonen!"
Nu was het aan juffrouw Grayson om
verbaasd te zijn.
„Wat zegt u? Gaat u daar wonen? Hoe
bedoelt u, dat?"
moeten nagelaten worden. De vrouw
wordt heelemaal aan haar bestemming
onttrokken. Dat waarin zij groot is, en
in hare schoonheid uitkomt het bet
stier van '4 huisgezin 1 zal zij gaan
verzaken.
Gelukkig van de meeste vrouwen in
onze kringen geldt: zij willen het zeiven
niet.
.Maar zoo voeren enkele geachte
suffragettes in onze kringen ons tegen
wij betalen toch belasting, waarom mogen
wij dan geen kiezer zijn? Hebben wij'
niet evenveel recht als de man?
Hierover later.
ff
Tweede Kamer.
Geen tekort aan vrien
delijkheid. Kleerekoper
bevredigd? Een geval
van overrompeling.
Rechts zeer verontwaar
digd. Links.buigt steeds
dieper voor Treub.
Minister Lely zag zich blijkbaar voor
een moeilijke taak gesteld, nadat Kleere
koper zijin rede haid afgedraaid en een
rijtje Kamerleden had toegegeven, dat
het spoorwegpersoneel in een ongunstigen
toestand Verkeerde, eii dat hun positie op
elk' gebied verbetering behoefde.
Schier met wanhopig gebaar wees hij
er op, dat 't hier een- moeilijk geval geldt,
vooral op dit oogenblik hu de bedrijfsze
kerheid der maatschappij zooveel gerin-
ger is geworden door de buitengewone
tijdsomstandigheden, en men krijgt den
indruk, dat 't voor Z.Ex. nog een duistere
zaak is, en dat. hij tevergeefs zoekt naar
een oplossing, die beide partijen "toelacht.
Zijln 'geheel© rede stond in het teeken
van zekere vreesachtigheid, dat hij een
der partijen zou grieven. En telkens Weer
werd de nadruk gelegd op het moeilijke
Van de taak, die hem nu opgedragen is,
alsof requestranten dat niet weten. Doch
als de minister geen raad kan schaffen,
wie zal het dan kunnen?
De rede heeft aan vriendelijkheid niets
te kort geschoten. Ze was van 't begin
tot het eind zeer minzaam. Doch de heor
Kleerekoper kan niet met royale toezeg
gingen naar zijn arme beschermelingen
terugkeeren.
Als „winst" Voor het personeel moge ge
boekt Worden, dat de minister toegaf,
dat er soms revisie voor een uitspraak
Van het scheidsgerecht mogelijk moet zijn
en dat het wellicht beter is daarin niet
een ambtenaar der maatschappij als secre
taris te doen fungeeren.
Wat de bedreiging aangaat, welke Klee
rekoper, die op staking gezinspeeld had,
geuit had, verzekerde minister Lely zich
te zullen laten leiden door zijn plicht en
niet door vrees.
Over 't algemeen kunnen wij dus wel
tevreden zijn niet het ministerieel© ant
woord. In ieder geval is toch bereikt,
dat do minister weer eens herinnerd is
aan vele nooden, die hem misschien niet
duidelijk meer voor den geest blonden.
..Of de socialisten zoo tevreden zullen
zijn, als wij, meenen we te mogen betwij
felen. Kleerekoper zal Vermoedelijk nog
Wel eens op de za,ak terugkomen, om
tegen Z.Ex. uittevaren, tenzijhij
even ordentelijk is als in eersten termijn.
Doch laten we van dit onderwerp af
stappen, om veel belangrijker dingen te
bespreken, welke de publieke tribunes- in
„Ik ben beroepen door de gemeente
Van Wellington en ik heb het beroep
aangenomen."
Terstond zei juffrouw Grayson:
„Mag ik u daarmee hartelijk geluk-
vvenschen? Er is een prachtige kerk. Ds.
Anning heb ik! goed gekend. Hij 'heeft
ons dikwijls te Des Moines bezocht. Arme
maneensklaps is hij, ziek geworden,
en hoe tragisch was zijn einde. Maar wat
zal vader het heerlijk vinden te verne
men dat u zijn opvolger bent. Hoe dik
wijls beeft hij het niet gehad over uw
prachtige promotie. Hij! zei altoos, u is
een geboren menschenvriend."
Rutledge antwoordde galant:
„Teil minste een vriend van zijn doch
ter. Ik meen, dat ik al van uw kennis
sen, de Markley's, gehoord heb. En ik
geloof ook, dat zijn naam onder mijn
beroepsbrief stond."
„Ja, dat zal wel. Oom zooals: ik hem
maar noem is kerkvoogd. Vader heeft
wel eens uitgelaten, dat hij hem als Chris
ten niet hoog: stelt. Zijn zoon is de leider
van het kerkkoor, maar verder weet ik
er weinig van; ifc hen in geen jaren
te Wellington geweest."
Het gesprek werd onderbroken door
den conducteur, die. de nadering van Wei-
het Kamergebouw reeds vroegtijdig vol
gelokt hadden.
De regeling der werkzaamheden, de clou
van de vertooning.
Bij den aanvang van het debat deelde
de heer Borgesius ,het besluit mee van
de centrale commissie. Ze wilde zeven
der belangrijkste belastingontwerpen (er
zijn er in 't geheel 20) reeds a.s. Woens
dag in de afdeelingen onderzoeken. Zoo-
dra de behandeling in 4© afdeelingen ge
reed zou zijn, zou men dan openbare
vergadering 'houden voor onderscheidene
ontwerpen, die in staat van wijzen ver-
keeren, om terstond daarop de grond
wetsherziening naar de afdeelingen te zen
don.
Doch toen had men Lohman, Nolens
en Van der Voort van Zijp moeten hooren,
Van-dik-hout-zaagt-nien-plankenl
En laten we er aanstonds maar bijvoe
gen zeer terecht.
Want wat de voorzitter nu wilde doen,
ging de perken inderdaad verre te buiten.
Hoe kan de Kamer nu plotseling aan
de belastingontwerpen beginnen. Binds
eind October en begin November is er
een ber.g van de allerbelangrijkste ontwer
pen ingekomen. Tot eind 1915 was de
Kamer in de openbare debatten. Een kort
reces gaf eindelijk gelegenheid de studie
aan te vangen. Toen koos men die ont
werpen, waarvan de behandeling, waar
schijnlijk wlas, h.V. ouderdomsrenten en
eed. Dus hielden zij vol, dat liet onder
havige voorstel al je gek was.
Hetgeen links met de belastingontwer
pen voor heeft is kortweg een over
rompeling, zeide Nolens met veront
waardiging. Deze afgevaardigde getto uit-
eeft, dat men de ontwerpen, waarbij
eventjes 30 millioen worden gevraagd,
evengoed direct naar de openbare bei-
handeling kon verwijzen en zulk een af-
deelingsonderzoek als men thans voorhad
evengoed achterwege kon blijven. Boven
dien wees hij op de averechtsohe metho
de qm de ontwerpen, die zeer sterk sa
menhangen en één geheel Vormen in ver
schillende commissies te behandelen.
De heer Lohman betoogde in gelijken
trant de onmogelijkheid. Beter middel om
de rechterzijde den mond te snoeren, is
er niet, zeide hij. En wanneer men niet
uitsluitend door het stembusbei ang van
1917 Wordt beheerscht, maar liever denkt
aan 'stands belang, dan is zulke handel
wijze onverantwoordelijk. Als bewijs hoe
conciliant men onzerzijds nog was kon
dienen het verzoek van den heer Nolens,
door -,dien heer Van der Voort van Zijp
bin een voorstel omgezet, om ten minste
nog 14 dagen voor de studie der belas
tingen te ontvangen.
Dit voorstel werd echter gekelderd.
Links stond hier tegen rechts.
Terecht wordt er op gewezen, dat met
dit besluit om in ieen hand-omdraaien
een 30 millioen aan belastingen er door
te jagen, de linkerzijdevoor Treub knielde.
De minister iiad niet eens gevergd zulk
een snelle afjakkering; alleen maar
wenscbte bij een spoedige behandeling
en voorgaan van de noodige belasting
ontwerpen (waaronder de pensioerfbelas-
ting) vóór de „ouderdomsrenten". Nu
links onder het juk doorging, deed het
veel meer dan Treub had verlangd, maar
ten koste van redelijkheid en 's lands
belang, ten nadeele van de rechten der
minderheid.
Vervolgens ging het om de ouderdoms
renten.
Links boog nog dieper voor Treub.
Tot Treub met edelmoedig gebaar zei
de, dat biet genoeg was, dat hij genoegen
lington aankondigde. Kort daarop werd de
rem aangezet, de trein verminderde z'n
vaart, en de eerst huizen van Wellington
kwamen in 't zicht. Rutledge nam de ba
gage van z'n reisgezellin en de zijine,
liep met haar naar het baloon, en hielp
haar vervolgens uitstijgen. De weinige
menschen, die op het perron stonden,
keken nieuwsgierig naar het tweetal fleu
rig© jongemenscben: hij: groot, sterk, man
nelijk, zij schoon, een beeld van lentebloei.
Spoedig hoorden zij een zware stem:
„Wel waarde nicht, hoe maak je het?"
Een jongmensch van Rutledge's leeftijd
stond groetend voor hen. Ook hij had don
kere oogen, maar ze waren in scherp
contrast met die van den jongen dominé;
Markley's oogen stonden cynisch, ontwe
ken den open blik van Rutledge. Nelly
Grayson beantwoordde hartelijk den wel
komstgroet van haar neef en stelde hem
aan Ds. Rutledge Voor. Een koud© hand
druk, een beleefdheids phrase, dat was al.
Deze twee hadden elkaar terstond gepeild.
Markley wist, dat Inj: hier den nieuwen
predikant voor zich had, maar een predi
kant was hem maar matig welkom. Hij
voelde wel, dat het ambt eerbied ei acht©,
maar de stille meerderheid van dezen pre
dikant «tak hem.
nam met de onderdanige houding van
de linkerzijde en thans afzag van zijn
eisch, dat men in de Tweede Kamer
eerst een 30 millioen belasting zou heb
ben moeten aangenomen, wilde hij, Treub,
de „ouderdomsrenten" in de Eerste Ka
mer gaan verdedigen. Dien eisch liet hij
vallen, nu hij in het pas gevallen be
sluit de geruststelling vond voor zijn mi-
nisterieele fiscale bezorgdheid, m i t s de
pensioenbelasting zou gereed zijn en aan
genomen in het Lagerhuis. Eerder zou
hij: niet de verdediging van de ouderdoms
renten op zich nemen.
Dus hij' eischte toch nog een offer.
Morgen hop en we over een en ander
nog een enkel woord te spreken. Dan
heeft men den tijd om van z'n eerste
verbazing te bekomen.
Beknopt overzicht van üen toestana.
Gisteren was de Duitsche Keizer jarig.
Voor id! en tweeden keer in oorlogstijd
heeft bij zijn verjaardag gevierd, thans
zijn 57en.
Mag men den correspondent van de
„Daily Mail", die het beroemde banket
te Nisj meegemaakt zou hebben, geloo-
ven, dan moet de jarige niet bijster mon
ter geweest zijn en moet zijn lichamelijk
gestel den laatsten tijd zeer geleden heb
ben.
Nu zullen ongetwijfeld de vermoeienis
sen van de laatste maanden haar invloed
hebben doen gelden op den ouden Keizer,
doch we doen o.i. toch goed, den ouden
haas niet voor geheel versleten te houden.
Niettemin zal de Keizer op zijn jaar
dag met weemoed aan vroegere herden
kingsfeesten gedacht hebben.
De „Lokal Anzeiger" juicht: „Toen de
klokken het vorige jaar op dezen dag
den geboortedag van den Keizer inluid
den, ^.tonden de Russische legers nog
in Galicië. Tóen waren Duitschland en
0 o s t e n r ij k -H o nga rij e nog van hun eenigen
bondgenoot gescheiden. Toen was de
kwestie nog niet opgelost of de honger
de bondgenoot zou worden van onze vijan
den. In het thans afgeloopen jaar hebban
wij het gebeele vroegere koninkrijk Polen
veroverd en staan onze troepen tot ver
buiten zijn grenzen in het Russische ge
bied. Wij hebben den muur, die ons van
onzen bondgenoot in het verre Zuiden
scheidde, gebroken, en ons den weg ge
baand naar de rijkdommen van Azië. Wij
hebben de kwestie van de levensmid
delenvoorziening tot qplossing gebracht
en een nieuwen bondgenoot gevonden die
in trouwe wapenbroederschap met ons
en onzen bondgenoot een koninkrijk beeft
veroverd, waarin de oorlogsfakkel aange
stoken werd".
Dit alles is wel waar, doch de Keizer
zal wel eens ervaren hebben, dat die
overwinningsmuziek door de disharmoni
sche klanken van de onzekere toekomst
muziek soms leelijk gestoord kan wor
den.
We slaan weer het oog op Engeland.
En toeven in den geest in liet Lagerhuis,
waar zoo belangrijke zaken gewikt en
gewogen worden.
Men weet, dat heel de beschaafde we
reld de debatten over de blokkade-poli
tiek met spanning volgde. Doch dan zal
men ook weten, dat de spanning nog
grooter was bij een groep Engelschen,
die op een schitterend succes van hun
heethoofdig drijven naar een effectieve
blokkade hoopten.
En Rutledge doorzag terstond dezen
jongman. De opzichtige kleeding, de koude
blik, de onedele gelaatstrekken, alles wees
hem erop, dat dit een mensch. Was zonder
karakter of beginsel. En bet beklemde
den met jonge krachten toegerusten domi
né, dat de eerste ontmoeting in zijn ge
meente met zulk een antipathiek mensch
was.
Markley nam het eerst hét woord en
zei tot Rutled,ge
Diaken Stanford wacht buiten het sta
tion met zijn rijtuigje. U is de nieuwe
dominé, geloof ik?"
Kortaf antwoordde Rutledge:
„Mijn naam is Allan Rutledge."
Terstond keerde hij zich om en nam
hartelijk afscheid van juffrouw Grayson.
Toen Markley zag, hoe stralend Nelly
den jongen prediker aankeek, bromde hij
„Verwenschte kerel, wie je ook bent."
Do wijze waarop Markley junior den
nieuwen dominé ontving, en ook verder
bejegende, mocht ©en Dis. Anning al bewo
gen hebben om den lieven vrede maar tot
eiken prijs te bewaren, niet al zon de
jonge .en krachtige Rutledge, die een
gansch ander karakter had. Zijn streven
richtte zich niet louter op het behoud
van vrede en zoete ru,st. Hij geloofde in
Tot onze blijdschap kunnen we mede-
deelen, j^lat deze hoop voor een groot
deel beschaamd is geworden.
Sir Edward Grey was veel te, nuchter,
dan dat hij het die heethoofdige heeren
maar aanstonds naar den zin zou maken.
Hij heeft menig verstandig woord ge
sproken, met dit gevolg, dat de behan
deling der bekende motie (zie „De Zeeuw"
van gisteren) voor onbepaalden tijd is uit
gesteld en de motie dus feitelijk in den
doofpot ging.
Een afloop, die ongetwijfeld reden geeft
tot zekere tevredenheid.
Tot betrekkelijke tevredenheid, heter ge
zegd, want met leedwezen moet geconsta
teerd, dat Albion er niet over denkt de
tot dusver gevolgde politiek, welke ons
neutrale land reeds zooveel last en vrees
bezorgd heeft, te verlaten.
Grey vindt, dat Engeland recht handelt
en hij eischt, dat de neutralen bet recht
erkennen, dat Engeland hebben zou om
den vijandelijken handel te onderbreken,
op de wijze als tot heden geschiedde.
'tls te hopen voor hem, .dat hij den
eisch niet nader onderstreept, doch het
laat bij dit oratorische dreigement.
Dan blijven we misschien goede vrien
den^)
Oe dichterkoning in ballingschap.
In ©en onzer bladen wordt omtrent de
dochters van dezen koning (Nikita van
Montenegro) verteld dat zij gehuwd zijn,
de eene met koning Peter van Servië,
de andere met Nikolaas, een oom Van
den Tsaar.
Dit is onjuist.
Prinses Militza, de oudste dochter van
Nikita, geboren 1866, is gehuwd met
Peter, grootvorst van Rusland, geb. 1864;
de tweede dochter, Anastasia (in de wan
deling Stane genoemd) geboren 1867, is
gehuwd met Nicolaas van Rusland, broe
der Van Peter, geboren 1856. Deze heide
Russen zijn geen ooms van den Tsaar,
maar achterneven. Zij zijn namelijk kin
deren van grootvorst Nicolaas, die een
broer was van den Tsaar zijn grootvader.
De overige dochLers van vorst Nikita
van Montenegro zijin: Helena., geb. 1872,
geh. met koning Victor Emanuel van
Italië; Anna, geb. 1874, geh. met Frans,
hertog van Batteirburg; Xenia, geb. 1881
en Vera, geb. 1887, beide laatsten zijn
nog ongehuwd. Voorts heeft hij drie
zonen: Danilo, geb. 1871, geh. met Jutta
van MecklenburgStrelitz, Mirko, geb.
1879, geh. met Nathalie, dochter van den
Servisehen generaal Constantinovitsj, en
Peter, geb. 18S9, ongehuwd.
Spionnen gevat.
Een spionage-geval te Parijs wordt van
daar aan de Daily Telegraph geseind.
Een burgervrouwtje, van Lotharingsche
afkomst, zat in de métro tegenover twee
in Engeische uniform gekleede officieren,
die haar aandacht trokken door hun knap
uiterlijk. Zij spraken op fluisterenden toon
met elkaar. Toen zij enkele woorden iets
luider zeiden, meende zij Duitsch te ver
staan. Weldra kreeg ze zekerheid. Een
medereiziger trapte per ongeluk een der
officieren op de teenen, en onwillekeurig
uitte deze een vloek in onmiskenbaar
Duitsch. Het vrouwtje moest er het har©
van hebben. Ongemerkt stapte zij achter
de heeren aan uit en volgde hen op een
afstand. Zij gingen bij de Porte Maillot
een onaanzienlijk hotel binnen. Na het
adres te hebben opgenomen, waarschuwde
het vrouwtje een politieagent, die echter
met het geval niets te maken wilde heb
ben. Ze moest maar naar het commissa-
d© waarheid dezer woorden: „Rechtvaar
dig eerst, dan vredelievend." En daarvoor
zou hij strijden, als het moest ten doode
toe.
Ds. Rutledge liep nu vlug op diaken
Stanford toe, stelde zichzelf voor, en
steeg in. Aldra reed het wagentje door de
straten van Wellington.
„Wij zijn werkelijk blij, dat u gekomen
bent, dominé,zei Stanford onder het
rijden „Wij gelooven, dat God u tot ons
gezonden heeft."
De warmte Van toon en de oprechte
blik deden Rutledge goed, temeer na de
begroeting van Markley. Rustig antwoord
de hij:
„'Ik, zal mijn plicht doen in Welling
ton, en ik hoop, dat ik voor mijn gemeente
ten zegen zal kunnen zijn."
Ernstig-overtuigend hernam Stanford:
„Dat zult u. Wij hebben herleving noo-
dig en iki ben er zeker van, u zult ze
ons brengen."
Zoo werd óle hieuw© prediker Verwel
komd, en de Wellingtonsöhe gemeente zou
ervaren, dat zijn komst voor haar van
groote beteekienis was.
(W.ordt vervolgd.)