Wo. 86
Dinsdag' II Januari 1916
30e Jaargang-
GRONDBELASTING.
De droofce Oorlog»
Binnenland.
Uitgave van
de Kaaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
UKGE VORSTSTRAAT 219.
Hureau te Middelburg:
FIRMA F. R. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosteibaan Le Cointre Goes.
'De Zeeuw
VERSCHiJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post. ƒ1 30
Losse nummers0.9»
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 1# at.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Onder de belasting wetsontwerpen van
minister Treub is zeker wel een dor voor
naamste dat tot wijziging der Grondbelas
ting. Het ontwerp bestaat uit drie ont
werpen welke bedoelen een verandering
in de wijze van heffing, een vereenvou
diging en een vermeerdering van op
brengst. Worden deze ontwerpen wet dan
zullen voortaan de gebouwde eigendom
men 9,6 procent, en de ongebouwde 111,6
procent meer opbrengen; waarbij valt op
te merken dat de groote steden in 't alge
meen minder zullen hebben bij te dra
gen en het platteland meer.
Naar de tegenwoordige wet (wet van
,26 Mei 1870) wordt de belasting geheven
naar- de geschatte waarde. Volgens den
minister draagt, genoemde wet te zeer
de sporen van haar herkomst. Zij werd
namelijk destijds samengesteld uit tal van
oude voorschriften op het stuk der ver
ponding, zoodat zij reeds bij 'hare in
werking-treding vele oude bepalingen be
vatte, die toen ai uit den tijd waren.
Hoeveel te meer zijn zij dit dan nu!
Spoedige vervanging dier wet zal der
halve wel ernstig overwogen moeten wor
den.
Noodig is o.a. ook dat er een einde
home aan do rechtspraak bij geschil. Bij
andere belastingen zijn er raden van be
roep waarop' de bezwaarden zich mo
gen beroepen. Doch bij do grondbelasting
berust deze rechtspraak bij Gedeputeerde
Staten, dat wil zeggen bij mensohen, die
niet al te zeer op de hoogte zijn, en
meer met gevoel dan met kennis zullen
te rade gaan bij het nemen van beslis
singen. Dit heeftook ten gevolge dat
de uitspraken in de Verschillende pro
vinciën verschillen, zoodat er rechtsonge
lijkheid ontstaat en blijft bestaan, om
dat de belastingambtenaren zich ten
eeuwigen dage althans tot aan de
eerstvolgende periodieke herziening
aan de onherroepelijke uitspraken dezer
hoogste rechtscolleges hebben te houden.
Dit geldt natuurlijk ook de quaestie
der belastbaarheid en van den vrijdom.
.Dit laatste wordt bijvoorbeeld met name
aan gemeenten toegestaan voor instellin
gen van algemeen nut. En nu is het
lang niet zeker dat iu de taxeering van
dergelijke instellingen alle Gedeputeerden
eenstemmig zijn. Althans inzake de abat
toirs (gemeentelijke slachthuizen) is dit
niet het geval gebleken.
In het nieuwe ontwerp worden daarom
terecht de Gedeputeerden als rechtspre
kende colleges uitgeschakeld, en vervan
gen door controleurs, derhalve 'door man
nen van het vak en kenners van de
gronden. Van hunne beslissing is tevens
hooger beroep toegestaan bij de raden
vian beroep voor de directe belastingen.
Voorts kunnen onjuiste aanslagen door
de directie der belastingen worden ver
minderd, zoodat wie onverhoeds den ter
mijn van reclame liet voorbijgaan, toch
nog bezwaren kan indienen en verminde
ring kan krijgen.
Het nieuwe ontwerp brengt ook pog
verandering in den grondslag ider heffing;
de aanduiding der onbelastbare eigendom
men; en de regeling der tijdelijke, vrijt
dommen (wegens grondverbetering).
iWiat den grondslag der heffing aan
gaat die werd berekend in de oude wet
uit de opbrengst, dat wil zeggen uit de
winst die geacht werd in bedoeld pand te
worden gemaakt; doch volgens het ont
werp zal hij worden gelegld naar doffaar-
de van zoodanig gebouw; en die belast
bare waarde wordt weer bepaald naar
de som waartegen ze voor brandschade
'verzekerd zijn.
Dit heeft schijnbaar niets, doch feite
lijk toch wel iets voor.
Bij heffing naar de waarde pntstaat
een zuiver zakelijke waarde. Dat wil zeg
gen dan wordt het perceel belast, zon
der dat gevraagd wordt naar het bedrijf
dat er op staat, of naar de resultaten
van den arbeid van hem die het bedrijf
uitoefent. Onder de oude wet werd dan
ook feitelijk de eigenaar die met ijver en
energie de opbrengst van zijn land of be
drijf had vergroot, hiervoor gestraft met
een hoogere „belastbare opbrengst'' van
zijn pand. Dit wordt nu onmogelijk ge
maakt. Alles wordt nu voortaan belast on
verschillig tot welke doeleinden bet ge
bruikt. wordt, naar de belastbare waarde.
Dit geeft verder ofijt dit voor, dat v)ele
eigendommen die tot hiertoe als onbelast
baar golden, omdat zij bestemd waren
voor den publieken dienst, nu zullen be
last worden, met uitzondering van ge
bouwen bestemd tot openbaren eeredienst,
dus kerken en lokalen van het Leger
des Heils, en begraafplaatsen. Zulks met
dien verstande dat aan bestaande vrij
stellingen niet mag getornd worden, zoo
lang de omstandigheden die aanleiding
gaven tot de onbelastbaarheid, dezelfde
blijven.
Hierboven gewaagden wij reeds van een
regeling der tijdelijke vrijdommen wegens
grondverbetering. Hierop dient de nadruk
te vallen. Alleen wegens grondverbetering.
Want de minister is van plan alle tij
delijke vrijdommen, behoudens deze, af
te schaffen.
De bestaande wet kent tijdelijk vrij
dom wegens ontginning toe. In een verre
toekomst zal echter ook deZe vervallen.
De minister zegt in zijn Memorie dat
de reden voor de vrijdommen niet is
gelegen in aanspraak der ontginners, maar
in het algemeen belang dat bij ontginning
wordt gediend, wanneer heidegrond en
plassen of moerassen in vruchtdragenden
grond worden herschapen. In dit laatste
geval kan vrijdom voor den tijd van 28
jaar, bij drooglegging van plassen zelfs
van 46 jaar worden verleend, doch als
middel kan 'took worden losgelaten.
Voor ontginners die hun nuttigen ar
beid begonnen zijn, daartoe aangemoe
digd onder anderen door den wettelijken
vrijdom, zal, wanneer die vrijdom op
losse schroeven komt te staan, dit een
tegenslag niet alleen maar ook een on
recht zijn. Wij verwachten dan ook dat
de minister op dit punt wel zal worden
tegengesproken. Hopen wij op een goe
den uitslag, althans voor hen bij wie
'tmeer om het algemeen belang dan om
het spekken van eigen zak te doen was.
Ten slotte nog ééne opmerking.
Wij zeiden z!oo even dat nu het platte
land meer zal hebben op te brengen.
Dit wil niet zeggen dat de minister:
nu de boereir eens wil „aanpakken". Maar
alleen dit: dat onze boeren volgens het
oude systeem, altijd veel te Weinig be
taald hebben in vergelijking met de fa
brikanten.
Een boerenschuur die f4000 gekost
heeft zoo meldde dezer dagen een der-
bladen vertegenwoordigt op 't oogenblik
maar een belastbare opbrengst van f60,
namelijk lA/a procent van f4000, zoodat
daarvoor een belasting in hoofdsom slechts
een bedrag van f 2,92, namelijk 4,86' pro
cent van f 60 wordt bijgedragen. Wanneer
nu deze schuur tegen haar volle stichtingjS-
waarde verzekerd is voor brandschade,
dan, zal aan hoofdsom een bedrag van
f 16, zijnde vier gulden van iedere 1000
verzekeringssom verschuldigd zijn.
Het moet erkend, dit wil nogal wat
verschillen. Maar is 'tonbillijk?
Beknopt overzioht van den toestand.
Zoo is dan het Gallipoli-drama geëin
digd.
„Geen Engelschman is meer op het
schiereiland achtergebleven", zoo luidt het
zege-bericht van de Turken.
Hieruit blijkt dus tevens, dat de ge
allieerden er vrijwel zonder kleerscheu
ren zijn afgekomen, al neemt dit niet
weg, dat de geheele expeditie één groote
mislukking gebleken is.
Na de ontruiming van het bezette gebied
bij Ariboeroe en Anaforta was d© ont
ruiming ook van de nog bezette Zuide
lijke punt van het schiereiland en het
opgeven van de geheele Dardanellén expe
ditie te wachten. De veronderstelling, dat
dit met vele moeilijkheden gepaard zou
gaan en de Entente zware offers zou
kosten, is dus niet opgegaan.
Dit neemt echter niet weg, dat de
TurksChe blijdschap oVer het opgeven van
een strijd om den weg naar Konstantinopel
in bezit der geallieerden te brengen, vol
komen begrijpelijk is.
Op het westelijk oorlogsterrein hebben
de DuitsChers in het zoo bitter-omstreden
gebied vair den Hartmannsweilerkopf een
■succes behaald, dat al de voordeeion weer
verloren deed gaan, die de Franschen met
zooveel offers in de tweede helft van
December bevochten hadden.
Op den HirZstein, een uitlooper der
Vogezen ten Zuiden van den Hartmanns
weilerkopf, slaagden wij, zoo luidt het
in het 001490116 communiqué, er in da
laatste loopgraven, wolkje 21 December
in handen van den vijand gevallen waren,
te heroveren.
Van Fransche zijde wordt het geleden
■echec, erkend
De Engelsehen boekten een overwinning
in Mesopotamia.
In het Lagerhuis Kondigde Chamberlain
aan, dat een Engelsohe colonne do vijan
delijke posities op den rechteroever van
de Tigris veroverd heeft; daarbij werden
2 kanonnen buitgemaakt eu 700 gevange
nen gemaakt.
De (roepen, welke oprukten om Kul-
el-Afnara Jc hulp te komen, stieten op
den tegenstand van 3 Turksche divisies.
Den 9den trokken de Turken echter terug,
door de Engelscheu achtervolgd.
Men vergete echter niet, dat partijen
het meestal niet eens zijn omtrent de fei
ten en de waarde ervan. Leest men de
verschillende comnruniqué's, dan zou men
haast moeten gelooven, dat aan beide
zijden met de waarheid gespeeld wordt.
Engeland zou in Portugal nog een zeer
begeerde reservomacht bezitten.
Als men het maar gelooven wil.
De Times herinnert in oen hoofdartikel,
dat Portugal in den aanvang van den
oorlog aanbood, een leger naar Vlaan
deren te zenden. De Engelscho regeering
nam het aanbod gunstig op. Dat er niets
van is gekomen was hiervan het gevolg,
dat het Portugeesche leger niet gereed
bleek te zijn en er in de schatkist geen
geld voor beschikbaar was. Ook was het
bedenkelijk voor P'ortugeesch Oost- en
West Afrika, dat er daar niet genoeg troe
pen waren om een aanval af te slaan.
Dus vond men het beter voor alle ge
beurlijkheden versterkingen naar die Por
tugeesche kolonies te zenden. Tntussohen
houdt dc Times zich overtuigd, dat Por
tugal, getrouw aan het bondgénootschap
van Engeland, metterdaad aan den oor
log zal deelnemen, wanneer Engeland er
een beroep op doet.
Als men het maar gelooven wil.
Hoogtepunt <'er spanning.
De geruchten dat Duitschland nu toch
inderdaad aan 't verhongeren is1, finan
cieel en militair is uitgeput, doen met
vernieuwde kracht de ronde. Zelfs Joffre
heeft thans'beweerd, dat Duitschland zijn
einde nabij is.
Men zal goed doen met zijn geloof aan
dergelijke uitspraken voorzichtig te blij
ven.
Generaal' Staal geeft in het „Vaderland"
een Veel aannemelijker beschouwing, waar
in hij o.a. zegt:
„Het wil mij Voorkomen dat, in weei*
wil Van alle „volhoudings''-verzekeringen,
de spanning bij alle oorlogvoerenden vol
ken haar hoogtepunt nadert, zoo niet
bereikt heeft".
Hij meent daarom, dat de oorlog 1916
wol niet overleven zal.
„Welken vrede het brengen zal en hoe
het dien brengen zal, blijft met dat al
een nog niet te beantwoorden vraag'. Ook
is het waarschijnlijk dat Engeland er zich'
het langst tegen zal verzetten. Het heeft
het meest te verliezen en het verkeert
in veel opzichten nog in de betrekkelijk
gunstige omstandigheden. Maar als daal
de dienstplicht wordt ingevoerd, zal ook
dat land het uiterste hoogtepunt van zijn
oorlogskracht spoedig naderen en onder
het gevoel daarvan zou het vermoedelijk
een afzenderlijken oorlog met Duitschland
niet kunnen voortzetten, al zal het aan
'Engelscho eer- en heerschlzucht veel, heel
veel moeite kosten om den oorlog te ein
digen, zonder Duitschland ten onder ge
bracht te hebben."
Toch gered.
Uit een soldatenbrief:
„Sinds een week ben ik in een hos
pitaal, en weer een beetje op mijn ver
haal'. Nog ben ik niet van den geweldigen
schok bekomen. Wanneer ge weet, wat
mij overkomen is, hoe ik aan een af
schuwelijken dood ontsnapt ben, zult gij
begrijpen, dat ik die verschrikkelijke oo-
genblikken nimmer vergeten zal. Ik was
dan bezig aan het hout zagen, achter de
voorste linie. Het was ru-stig. Wel huil
de er af en toe een obus over ons heen,
maar daar létten wij, niet meer op. Ik
werkte kalm door. Ons gehoor is scherp
geworden. Ik ga plat op den grond liggen.
Ik had mijl niet vergist. De „marmite"
slaat vlak bij mij in de aarde, ontploft.
Ik glijd in den kuil, en de neerstortende
aarde bedelft mij'. Ik ben levend begraven.
Ik lig voorover, mijn hoofd omlaag. Wat
er gedurende die ontzettende oogenblik-
ken in mij omging, ben ik niet in staat
te zeggen. Ik heb geleden. Het leek mij
een eeuwigheid, maar lang kan het toch
niet geduurd hebben. Plotseling hoor ik
stemmen en voetstappen. „Daar is de
redding", dacht ik. Dan hoor ik een man*
nenstem zeggen: „Weer één, die levend
begraven is". Ontzetting grijpt mij aan.
Met uiterste inspanning van mijn krach
ten tracht ik mij los te werken, maai- het
is onmogelijk. Ik kan niet. Dan hoor ik
een schreeuw boven mij, een der mannen
roept: „Maar de voet bewcegtl" Mijn rech
ter voet stak Goddank, boven de aarde
uit, en bij mijn wild pogen om mij te
bevrijden, bewoog hij lichtelijk. De kame
raden hebben me uit het graf gehaald,
maar ik was meer dood dan levend, dat
kan ik je verzekeren,. En het heeft eeni-
ge dagen geduurd, alvorens ik weer praten
kon en mijn geschokte geest tot kalmte
kwam."
Korts Oorlogsberichten.
Men weet, dat geen der overleven
den van de in de Middellandsche Zee
gezonken „Persia" een duikboot heeft ge
zien, al heeft een hunner verklaard, het
spoor van een torpedo to hebben waar
genomen en waren meer dan twintig dier
schipbreukelingen door den Amerikaan-
sohen consul te Alexandria gehoord, over
tuigd, dat het scihip is getorpedeerd. Blijk
baar kan de regeering der V. S. dus niet
ingrijpen, tenzij Oostenrijk of Duitschland
zelf verklaren, dat een hunner onder
zeeërs de „Persia" tot zinken bracht.
Uit Nancy zijn 30000 inwoners ge
vlucht wegens het voortdurende bombar
dement van die stad door de Duitsohers.
In het Maasdal wordt door de Duit-
séhers met koortsachtigen ijver gewerkt
aan de spoorwegverbinding AkenBrus
sel.
De modelloods eu een bijgebouw
van de firma Krupp te Essen zijn Zater
dagavond door onbekende oorzaak afge
brand.
Aan de verdediging van het Suez-
banaal wordt hard gewerkt.
Koning Peter van Servië, die her
steld is, zal deze week de versterkingen
van het front dei- bondgenooten om Sa-
loniki bezoeken.
De Times zegt, dat de ondergang
van het Engelsche slagschip King Edward
VII de Engelsche marine van de diensten
van een kostbare eenheid berooft en de
homogeniteit van een schoon eskader slag
schepen verbreekt. Het is een troost, dat
al de leden van de dappere bemanning
der King Edward gered zijn én 'het ge
tuigt ten zeerste voor de tucht en den
geest aan boord en de algemeene or
ganisatie van de vloot, dat deze redding
geschied is, want onder de omstandighe
den, waaronder het. schip gezonken is,
moet de ivedding een zeer moeilijk en
gevaarlijk werk zijn geweest.
Koning Lodewijk van Beieren heeft
op zijn 71en verjaardag een nieuwe orde
voor „oorlogsverdienste" gesticht, be
stemd voor personen, die zich jegens het
leger of het land tijdens den oorlog bi
zonder verdienstelijk hebben gemaakt. Kö-
nig Ludwig jKreuz, is de naam dezer
nieuwe orde.
De Koning van België heeft een
besluit onderteekend, volgens hetwelk de
Belgen die tusschen 1890 en 1896 ge
boren zijn en geen gevolg geven aan den
oproep om onder de wapenen te komen,
als deseurteurs beschouwd gullen wor
den.
Bulgaarsche deserteurs.
Een 300 Bulgaarsche soldaten zijn de
grens overgetrokken en hebben zich aan
de Grieksche autoriteiten overgegeven. Zij
verklaren dat de anti-Duits'che beweging
in het Bulgaarsche leger zeer is toege
nomen.
De operaties in Kl'ein-Azi
De „Jeanne d'Are" bambardeerde het sta
tion van Mersina dat geheel vernield werd.
Alle voorraden, die er lagen opgestapeld,
zijn verbrand.
Italiaan en O o s< t e n r ij k er.
De „Köln. Volksztg." publiceert een ver
haal van een Italiaan, volgens hetwelk
onder de soldaten met verlof groote on
wil heerscht. Iedere opmarsch is onmo-
mogelijk geworden. De Oostenrijkers ver
schieten viermaal zooveel muinitie als de
Italianen. In een gevecht lagen tien com
pagnieën verschrikkelijk verminkt in hun
bloed. Vaak moeten de gewonden dagen
lang hulpeloos blijven liggen. Als de Ita
lianen een stelling verliezen, schieten de
officieren eiken lafaard neer.
Na vele nuttelooze stormaanvallen moet
men erkennen, dat alle krachtinspanning
tevergeefs was en dat de toestand totaal
hopeloos is.
De zeesoldaten beweren, dat de Itali-
aansche vloot veel meer verliezen geleden
heeft, dan békend is geworden.
De Ford-expeditie.
De Scandinavische Delegatie der expe
ditie heeft zich in een Zondagmiddag ge-
w
houden conferentie vereenigd met ho»
denkbeeld van den Staatsadvocaat Hatakoa
Löken, om op de conferentie vast te stel
len een minimum-program» van positieve
eischen als basis ten einde een 'herhaling
van dezen noodlottigen oorlog lie voor
komen.
Daar de Amerikanen in getalsterkte ver
re de meerderheid vormen, verlangen de
Skandinaviërs, dat over dit denkbeeld zal
worden beslist door een comité van 11»
man uit de Amerikanen met de 10 Skan
dinaviërs.
De Amerikaansche studenten zullen an-
avond per Noordam naar Amerika vertrek
ken.
Men meldt nog van een Amerikaansch
rechter, die met zijn echtgenoote een rij
toer door de residentie maakte, dat hein
het meest frappeerde de groote zindelijk
heid. Hij 'gelastte den koetsier hem nu eens
door de allersmerigste straten van Den
Haag te rijden, doch was ookdaar ver
baasd over de groote properheid.
Vernomen wordt, dat Vrijdagmiddag te
4 uur te Rotterdam een receptie zal wor
den gehouden in de Doelezaal.
Maandagochtend bracht een deputatie
der Ford-expeditie, een bezoek' bij den
Amerikaanschen gezant te 's Gravenhagé.
Des namiddags te 4 uur werd in de
groote zaal van hotel Witte Brug een
afdeclingstvergadering gehouden, waaraan
Amerikanen en Scandinaviërs deelnamen.
Donderdagnamiddag zal in dat hotel een
diner worden gegeven, waaraan 150 ge-
noodigden en 150 leden der expeditie
zullen deelnemen.
Het schijnt dat de Ford-expeditie thans
een vast plan van actie heeft. Toen de
Amerikanen in Scandinavië aankwamen,
ontbrak ten eencnmaJereen basis van wer
ken. De Noorcn, Zweden en Denen hebben
daarin verandering gebracht; zijl eischten
een vasten grond voor verderen arbeid,
minder bombastische redevoeringen, doch
positieven- arbeid.
De voorstellers wenschen dat in elk
neutraal laad vijf beduidende persoonlijk
heden worden gekozen, die in Don Haag
of Stockholm bijeen zullen komen en blij
ven tot een permanent comité zoolang
de oorlog duurt.
Dit comité moet langzamerhand het con
centratiepunt worden, waar alle vrede»-
Wonschen der tot nu toe onmachtige volke
ren der oorlogvoerende landen zullen ver
zameld worden. Het verkregen agitatie-
materiaal moet door competente personen
aan de regeeringen der oorlogvoerenden
worden Voorgelegd ten einde den vrede
te verhaasten.
Om de handen van dit comité niet te
Voren te binden wil de Ford-expeditie
geen besluiten nemen of proclamaties uit
vaardigen. Het comité wordt geheel vrij
in zijn arbeid gjelaten en de Ford-expeditie
zal zich voorloopig óok niet uitlaten over
kwesties als scheidsgerecht, ontwapening,
enz*.
Het t ij del ij k gezantschap b ij d n
Paus.
De paus ontving den nieuw-lrenoemdon
gezant, jhr. Van Nispen tot Sevenaar, die
zijn geloofsbrieven overhandigde.
Mi nister Treub..
In het weekblad „De Haags'che Post"
van den jongisten Zaterdag, werd door
„Een Kamerlid" medegedeeld, dat er yoor
minister Treub „persoonlijke redenen"
zouden bestaan om zich, zoo ©enigszins
mogelijk, spoedig „uit het politieke leven
terug 'te trekken." Dit gerucht liep in par
lementaire kringen al eenigen tijd.
Wij hebben ons tot Minister Treub ge
wend met de vraag, wat er van aan is.
De minister antwoordde ons:
„Ik kan u meedeelen, dat, welke ook
mijne persoonlijke wenschen mogén zijn,
ik mijn post niet zal verlaten, zoolang' ik
mij daartoe niet om politieke redenen ge
noopt gevoel." Tel
Drooglegging Zuiderzee.
Het wetsontwerp-Lely in zake de droog
legging der Zuiderzee zal thans zfeer spoe
dig bij de Tweede Kamer inkomen.
Landstorm.
Staatscourant No. 8 bevat het Kon. be
sluit betreffende 3e uitbreiding van den
landstorm. i
Daarbij is het volgende goedgevonden:
le. behoudens het bepaalde onder sub.
2 behooren van 1 Februari 1916 af ook
tot den landstorm voor zoover zij als
dan niet reeds daartoe behooren de
personen, bedoeld in art. 1 der wet van
31 Juli 1915 (Staatsblad No. 345), die
zijn geboren in 1891.
2e. Degenen der onder sub. 1 bedoelde
personen, die vrijwilligen dienst bij, de
zeemacht, bij het leger hier te lande of
bij Ide koloniale troepen hebben vervuld
en op 1 Februari 1916 niet zijn gevestigd
binnen het rijk in het Duitsche rijk of
in het koninklijk België, komen eerst tot