Woensdag 89 December 1915 30e Jaargang No. 76 De Groete Oorlog» Binnenland. TERNEUZEN. Staten-Generaa! Uit de Provincie. 1- - mui 1 Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMEEGÖ gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes-. LAN3E VORSTSTRAAT 21®. Bureau te Middelburg: FIRNIA, F. P. DHUIJ L. BUR0, Drukkers: Oosterbaan Le Cointre - Goes. Wij zoeken voor Terneuzen een actief Berichtgever. Redactie. Tweede Kamer. Een belangrijke motie. Weg met het jakkersysteem. Curasao in nood. Een minne insinuatie. Bij de behandeling van de Koloniale Begrooting antwoordde minister Rambon- net op een desbetreffende vraag van dhr, Lohman, dat ook do op deze begrooting uitgetrokken post voor abonnementen op de „Gazette de Hollande" geschrapt is. Hierover kunnen wij dus tevreden zijn Eveneens over het verloop der behaarde» ling van de Surinaamsche Begrooting. Al thans wat betreft het lot van de motie» Fock. De heer Fock (u.-l.) kwam krach tig op togen de z.i. onsystematische ma nier, waarop allerlei posten van de be- grooting geschrapt werden. Hij achtte dit geen goede behartiging van de belangen der koloniën, begreep niet, dat onder deze omstandigheden do gouverneur nog het bewind wil voeren eu stelde tenslotte een motie voor, waarin de minister van Koloniën wordt lutgenoodigd tot overleg met den gouverneur-generaal over de aan gebrachte bezuiningen en om daarna een suppletoire begrooting in te dienen voor de noodzakelijk gebleken verhoogingen. De voorzitter wilde deze onverwachte motie weer aanstonds behandelen, doch dank zij 'sheeren Lohman's oppositie ifj het aframmelsysteem thans eens niet toe gepast. De o.h. afgevaardigde voor Goes betoogde terecht, dat men een dergelijke lange motie, welke politieke gevolgen kan hebben, moet kunnen beoordeelen. Ook de heer Nolens waarschuwde tegen een overhaaste behandel ing. Er is de laatste dagen reeds genoeg afgejakkerd. 't Slot van het debat was, dat de mi nister beloofde de motie te laten druk ken en de behandeling der Surinaamsche 'begrooting voorloopig geschorst werd. Hierop kwam Curasao aan de orde. Met den economischen toestand is het hier nog immer het oude liedje: weinig welvaart en karig bestaan. Van het meeste belang was de discus sie tusschen Kleerekoper en Van Vuuren Eerstgenoemde was met insinuaties geko men over Mgr. Vuylsteke, don apostoli- schen vicaris van Curasao. Volgens een Amerikaansche krant, wel ke een interview bevatte met Mgr. Vuyl steke, zou deze gezegd hebben, dat op Curasao de menschen van "honger om kwamen en dergelijke ontzettingen meer. Dat interview is in de Curayaosche pers deugdelijk weersproken, zooals de heer Van Vuuren aanvoerde. Maar dat baat natuurlijk niet. De heer Kleerekooper had reeds heel Curasao een kliek genoemd. Mgr. Vuylsteke zou die bittere ellende op Curasao verzonnen hebben om meer geld bijeen te zamelen. Maar hij besteedde na tuurlijk dat geld niet voor de wegsterven de, hongerige bevolking, die hij den Ame rikanen bad voorgetooverd, maar voor 'kerkenbouw. Het spreekt vanzelf, dat de heer Van Vuuren verontwaardigd te velde trok te gen deze beschuldigingen. Minister Rambonnet deelde mede, dat Dr. Den Houten naar Curasao zal gaan om te onderzoeken naar den hygiënischen toestand der kolonie. Op het tot stand, brengen eener com municatie tusschen Curasao en de om liggende eilanden is de aandacht geves tigd. Over het onderwijs en de besteding der voor Curasao ingezamelde gelden kon Z.Exc. geen inlichtingen geven. Zeeuwsche Stemmen. LXV. In het geval-Scihröder-in-de-bajes zit meer humor dan men oppervlakkig denkt. Nu de man vrij is en zijn vaardige pen weer tot zijn beschikking heeft, mag daar wel eens op gewezen worden. Het slachtoffer zelve heeft niet geaar zeld het humoristische element in het licht te stellen. Men kan niet aannemen, dat hg dit ongewild gedaan heeft. Een hoofdredacteur van een groot dagblad dient de kracht 'en de beteefcenis van ■ijn pennevruchten te kennen. Daarom doet het eenigszins komisch aan, dat hij anderzijds een tragedie van het geval wil maken door den nadruk te leggen op de vervelende St. Nieolaasverrassing, waarvan zijn vrouw en zijn bloeden van kinderen, niet minder dan hijzelf het slachtoffer waren. Immers met een gebaar van verontwaardiging roept hij het mede lijden op met die -arm© stakkerds, die op St. Nicolaasavond het hoofd des ge- zins zagen wegvoeren en zeventien vollo dagen om het verlies treurden. Nu, daar voor is hij echtgenoot on vader. Doch intusschen is het maar een hu moristische scène geweest. De humor schuilt reeds in de U m- laut, die zijn naam voort. Toen de journalist uit de preventieve hechtenis ontslagen werd, en in de ge reedstaande taxi wilde slapp'en, vroeg de vrijpostige chauffeur, of zijn passagier bijgeval „meneer Schroder" was. Ja, antwoordde de aangesprokene, maar had ik maar nooit zóó gehcetcn! Zijn stroven ten gunste der geallieerden deed hem zelfs zijn eigen naam1 veraf schuwen. Waartoe moet. deze hem ook altijd weer aan zijn Duitsche kom-af en aan die gehate Boches herinneren! Hot weekblad „De Kunst" bevatte de zer dagen een niet onaardig hekeldicht bij een karikatuur van Barbarossa (alias Schroder), waarboven de naam J. C. Schroder stond met een in vet rood ge- drukten Umlaut. Nu de persoon in kwestie op vrije ■voeten rondloopt, mag ik ook deze rege len wel eens aanhalen, als een proeve van satyre. Wijze: „Deutschland, Deutschland über Alles!": Nog niet zoo heel lang geleden Kwam er met de Eisenhahn Uit het vette land van Pruisen De familie Schroder aan. Van het Amsterdammer Bahnhof Toog ze in 'tneue Vaterland, Meldete sich bij den Amster- Damschen Burgerlijken Stand. Vater Schroder had een Söhnchen, Een feinen Lausbub met rood haar, Die het werk'lijk ungpheuer Speelde met het Hollands oh klaar. Ja, hij had reeds 'd het Holia.nd.sch In zijd Duitschen bol vergaard. Toen hij1 eenmaal merkte dat hij Kolossaal was rood gebaard. Vóór hij zelf wist hoe 't gebeurde, Vóór hij tot bezinning kwam, Zat hij in 'n redactie-kamer In een steeg in Amsterdam. Als een aap sprong hij1 de ladder Op van de journalistiek, Steeg hij1 werk'lijk duizlingweklcend Op van rubriek tot rubriek; Steeg hij onbegrijp'lijk hooger Boven al de inkt-koelies uit; Door geen HolLandsch pers-proleetje Werd zijd snelle vaart gestuit. Sinds klonk door het Hollaiidsch. pers- fbosoh 'tWeeë krassen Van een raaf: J. C. Schroder, Hoofdredactie Van „Courant" en „Telegraaf". Toen zijn roode baard gedijde, Nam hij in Germaanschen waan, Vaêrlandlievende, den bijnaam Van 'n Germaanschen keizer aan. Hij schreef met z'n kritisch Slagzwaard Al de artiesten naar de maan, En op de tooneelruïnen Zag men Barbarossa staan. Vond het echter nog veel gekker. Toen de wereldkrijig brak uit, Dat opeens Heer Schroder stiekum Wegsloop uit zijn Duitsche huid; Dat hij als Entente-Schwarmer In zijn anti-Duitschen roes Een nog droeviger figuur slaat Dan eensin zijn „O, die Poes!" Sindsdien querulant geworden, Maniak voor al wat Duitsch, Doodt en moordt hij al wat Duitsch is En hij zelve blijft heelhuids. 'nRamp vindt hij nu dat zoo'n Duitsche Imperator eens den naam Barbarossa heeft gedragen: Zijn naam en de zijne, saam! 't Is een naeht-merrie-gedachte, 'tls een ijs'lijk koude douche,.... Was er maar een Franscha koning Met den bijnaam Rarbe-Rougel Eine Tatsache ist weit schlimmer! Schroder heet nog steeds de man! Holland grijnslacht, houdt zijn neus dicht, Want er is een luchtje an. Schroder! Heel zijn haard spuwt [vlammen, In zijn oogen gloeit de haat, Wijl er midden op zijn naam nog 'n Dikke Duitsche Umlaut staat! Deze laatste woorden hebben ongetwij feld 's mans geest juist geteekend. Ik zou dit nog niet zoo zeker weten, als hij dien Amsterdamschen taxi-chauffeur niet ondubbelzinnig van dien haat had doen blijken. Inderdaad, elke gedachte aan zijn pseu doniem en aan zijn heuschen naam moet hem een. koude douche zijn. Och, de ge allieerden duiden hem dien naam niet euvel, als ze zijn heidendaden overden ken, maarHolland grijnslacht, en dat kan hij niet uitstaan. Doch, er is nog meer in liet geval- Schröder, dat de zaak belachelijk maakt. De heer Schroder, do eens zoo gevierde schrijver van „De Telegraaf" bleek niet eens verantwoordelijk voor zijn geschrijf. De politie of de justitie had den verkeerde te pakken. Men dacht 'den verantwoorde lijke bij zijn kraag te hebben, doch men greep slechts den zitredacteur aan, den man, door zijn directie belast om bij vervolgingen de preventieve hechtenis en desnoods ook de gevangenisstraffen voor zijn rekening te nemen, opdat zij, de directie, haar bedrijf ongestoord zou kun nen voortzetten. „De Zeeuw" zou zich een dergelijke weelde zeker niet kunnen veroorloven, doch vóór een dagblad als „De Telegraaf" is het slechts een klei nigheid, om er oen zitredacteur op na te houden. Is het wonder, dat de Nederlandsclio Pers, die de wettigheid van de daden van Vrouwe .Tustitia, althans de nood- zakelijkheid van do voorloopige hechte nis nog niet inzag, met dezle verhouding den gek heeft gestoken? Inderdaad komt de reclame van „Do Telegraaf" in een won-derlijken schijn te staan. Holdert, de verantwoordelijke, wist immers dat Schroder slechts figurant was. Toch ging liij maar door met zijn zit redacteur te gebruiken als reclamepop, inplaats dat hijzelf de heldenrol ging ver vullen. Zeventien dagen lang „zat" Schroder, of liever „liep" hijvijl stappen heen en vijf stappen terug. En lloldert zette al dien tijd zijn reclame-campagne voort, dra gesteund door wijze en zotte pennevruch ten van wijze en zótte lezers en niet- lezers. Zelfs de biiitentandsohe pers kwam in beroering en eisc-htc, dat het „vrije woord" aan den hoer Schroder gegeven zou worden. En nu komt tot overmaat van ramp plotseling uit, dat de man slechts als figurant zijn blad en zijn di rectie diende, dat zijn pen niet. meer beteekende, dan die van den eersten den besten broodschrijver, en dat hij gelaten wachtte op het woord van chef Holdert, dat hem -aan zijn vrouw en kinderen kon teruggeven. En dan durven die heeren nog half binnen- en buitenland te mobiliseeren voor den strijd togen de onderdrukkers van bet vrije woord! Is 'tgeen kostelijke ironie? Het geheele geval-Schröder doet zich aan het Nederlandsche volk dan ook van alle zijden zeer komisch voor. Alleen de Justitie vindt het minder grap pig. En dat laat zich begrijpen. Zou zij nog altijd overwegen den heer Holdert, bij wien tenslotte het vrije woord berust, onschadelijk te maken? KEES VAN DER MEER. Beknopt «verzicht van den toestand. Uit het feit, -dat weinige bijzonderheden gemeld worden over de vervolging dei- Serviërs in .Montenegro -en Albanië, valt op te maken, dat de centralen steeds meer moeilijkheden hebben te overwinnen. Wat er gepubliceerd wordt, is niet al tijd even geschikt om een duidelijk beeld te geven Van den toestand, doch zooveel is wel zeker, dat de tegenstand der Mon- tenegrijnen en Serviërs nog niet geheel en al gebroken is. Komen de Italianen er nog bij, dan is het niet onmogelijk, dat 'de centralen uit dezen hoek nog ©ens den wind van voren krijgen. Egypte trekt thans meer de aandacht. Van Engelsche zijde wordt het sen- sationeele Turksch© bericht omtrent het succesvol optreden der Senoessi's aan de Westgrens van Egypte tegengesproken. Van 14 tot 24 Decern lier hadden, volgens die tegenspraak, geen gevechten plaats tusschen de Engelsch-e troepen en de Arabieren; den 25en was de voornaam ste Arabische troep, acht mijlen van M-ersa 'Matruh aangevallen, en uiteengedreven. Het Turksche bericht omtrent de bezetting van Matruh en de nederlaag der Engelschen daar en bij Solum zou dus onjuist zijn. Niettemin is het den Engelschen duide- lijik geworden, dat hier groote gevaren dreigen. De verbinding Berlijin-Konstantinopel, oVer Belgrado-Nisj-Sofia is gereed. Van Konstan tinopel uit kan Duits chland, met den Bagdad-spoorweg, troepten zenden naar Bagdad, om daar de Turken te hulp te komen, en het Engelsche blad „Truth" dringt derhalve aan op spoedig voortruk ken naar Bagdad, want, zegt dit blad: „Zoo wij er niet zijn voor de Duitsehers, Zullen zij zorgen er te komen, en <1 aii zullen zij die stad als basis gebruiken, om ons uit Mesopotamie te jagen." 'Gibraltar, Malta, Perim, Aden kunnen slechts worden aangevallen van uit zee, en dat is dus onmogelijk zoolang Engeland de heerschappij ter zee hoeft. Maar Kaïco, maar Egypte moeten wor den verdedigd. Door den aanleg van den spoorweg- van Aleppo naar Bcersheba, is do mogelijkheid ontstaan, uit Konstanti- nopel in vier dagen troepen naar Boers- heba te brongen. Daar is reeds een Turk sche troepenafdeeling, onder Duitsche Of ficieren, en worden toebereidselen ge maakt voor het leggen .van een lichten spoorweg naar El Arish, en vandaar door liet hart van het schiereiland 'Sinaï tot in de nabijheid van het Suez-kanaal. Te Beersheba komen dagelijks spoor wegmaterialen uit Duitschland aan. Dit alles, zegt „Truth," is geen bluf, maar 'eenvoudige waarheid. Engeland moet, om-daarop te antwoorden, maatre gelen nemen, ten einde liet Suez-kanaal te beschermen. Dat zal dus de oorzaak, zijn, waarom de mailbooten niet meel* door het Suez- kanaal, maar om do Kaap varen, en waar om do Engelsch-lndische troepen naar Egypte zijn vertrokken. De duikboot- en mijnoorlog. Men meldt van het eiland Malta: Onder de 315 schepelingen aan boord van de Ville de Ciotat bevonden zich 135 passagiers, o. w. 3 Britten. De over levenden verklaren dat de paketboot, op weg naar Marseille, Vrijdagochtend zich bij Kreta bevond, toen eerst een Nederlandscb een minuut later een Grieksch stoomschip in zicht kwam. Bijna dadelijk daarop schudde een vreeselijke ontploffing- bet stoomschip van boeg tot achterschip en meteen begon bet water naar binnen te stroomen. Tegelijkertijd met do ontplof fing verscheen een duikboot onder Oos- tenrijksche vlag aan de oppervlakte, op korten afstand Van het stoomschip. Aan boord was men algemeen over tuigd dat een van de twee onzijdige sche pen do duikboot aan het gezicht had onttrokken. Beide schepen waren, toen de Ville de Ciotat zonk, verdwenen. On danks het reusachtige lek aan den ach tersteven ontstond er geen paniek aan boord. Vijf booten en t.wee vlotten werden uitgezet; een boot kapsijsde en de inzit tenden, allen vrouwen en kinderén, ver dronken. De meestè andere omgekomenen zijn met het stoomschip- in de golven ver dwenen. Do duikboot bleef ter plaatse tot het stoomschip was gezonken, en voer daar op weg, rondom de reddingsbooten heen. Men riep de overlevenden toe: „er ia een Engeltech stoomschip- achter ui, dat zfaili ui wel oppikken". Twee uur later daag de het Engelsche stoomschip Meroe op en redde de opvarenden in de reddings booten, ofschoon de duikboot nog zicht baar was. De geredden vertellen voorts dat dq duikboot, twee menschen die met de gol1- ven worstelden heeft opgepikt, hun een vlot heeft gegeven en hem daarop van boord heeft gezet. Korte Oorlogsberlohteii. Te Parijs is iemand tot een boete en een schadevergoeding veroordeeld, om dat hij een ander voor „Boohe" uitge scholden had. Een Duitsch abattoir-directeur kan eiwit uit runderbloed afscheiden, zóó dat smaak noch reuk aan bloed doen den ken. In de ziekenhuizen, volkskeukens enz. zal de geelachtige poeder bet kip- peneiwit vervangen. Het Engelsche s.s. „Van Stirum" (3284 ton) is gezonken. De bemanning is gered. Volgens nadere berichten is het schip getorpedeerd. Een militaire trein ont spoord. Uit Posen wordt gemeld: Gis termorgen ontspoorde op- het station Bent- schen een militaire trein met verlofgan gers, komende uit Berlijn. Van de soldaten en het treinpersoneel werden 18 perso nen gedood en 47 gewond. De materieele schade is belangrijk. De toestand in Egypte. De „Stampa" van Turijn meldt uit Caïro: De toestand op de Westgrens vau Egyp te is dreigend, daar de Senoessis zich thans waarschijnlijk tegen Egypte gaan kee- ren. Alleen bij' Solium zijn 8.000 Senoes sis geconcentreerd. De Ford-ex p e d i t i e. Btryan, die beloofd had zich aan te sluiten bij de vredes-expeditie van Ford en heden zou vertrekken, heeft van zijn reis afgezien. De strijd in Mesopotamie. Het Turksche hoofdkwartier meldt: Op VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post1.35 Losse nummers9:06 Prijs der Advertentiën 1-—5 regels ƒ0.50, iedere regel meer IScfc. 8-maal plaatsing wordt 2-maal berekead. Bij abonnement voordeelige voorwaarf«ii, Familieberichten van 110 regels f 1,— iedere regel meer 10 ct. het Irak-front werd een vijandelijk» aldee- ling met twee machinegeweren en een aanzienlijk getal ruiters, die onder be scherming van twee monitoren van ïman Ali-el-Gharbi een andere afdeeling ten Oos ten van Koet-el-Amara ter hulp wilde komen, in de richting van Iman Afi-ol- Gharbi teruggeslagen. De Handelsoorlog. De Zweed- sche stoomboot „Nereus" '(711 torn) i» den 25sten December gezonken. De be manning is gered, na twee dagen in de booten rondgezwalkt te hebben. Monument De Wet. Naar het „Hbld." meldt, heeft de beeld houwer Mendes da Cosla de opdracht gekregen voor een monument ter eer© van generaal De Wet. De 1.'Uitgeefster, de bekende kunstbeschermster mevr. Rol ler te 's Gravenhage, laat den beeldhou wer in het ontwerpen van dit huldeblijk geheel de vrije hand. Het zal geplaatst worden op de hei nabij Hoenderte® B e s t r ij d i n g m o n d- e n k 1 a u w 23 e e r. Ingediend is bij de Tweede Kamer, een suppletoire lan-dbouw-begrootmg 1916 (kosten van de maatregelen ter bestrij ding van mond- en klauwzeer), beoogen- de art. 45 dier begroeting aldus te lezen „Kosten, subsidiën en schadeloosstel lingen tot afwending van het gevaar, waar- mede ziekten den veestapel bedreigen, daaronder begrepen kosten verband hou dende met hot afmaken van vee, lijdende aan of verdacht van mond- en klauwzeer." Het bedrag van het artikel, thans f 1.75.000, wordt verhoogd met f 2.000,000 en mitsdien gebracht op f2.175.000. In de memorie van toelichting wordt het volgende gezegd Na de aanneming van de motie-Teen- stra-de Wajkerslooth heeft de minister van landbouw zich afgevraagd, wat. hem bij de bestrijding van het mond- en klauw zeer nu te doen staat, en daarbij nogmaals ernstig overwogen, op welke wijze, doeltref fende afsluiting van eventueel besmette boerderijten ware te verkrijgen. Een poging om in overleg met zijn ambtgenoot van oorlog de noodige militairen te verkrijgen, om die afsluiting door militairen te bewerk stelligen, stuitte af op het bezwaar, dat de bestaande omstandigheden niet toe laten een zoo groot aantal mi litairen als noodig zullen zijn voor isoleeren, aan den dienst te onttrekken, ook zelfs indien een reeds met verlof ge zonden lichting, landweer werd teruggeroe pen, waartegen ongetwijfeld hoogst ern stige bedenkingen zouden rijzen. Het nemen van proeven met, serum, (dat trouwens niet ter beschik king is), of met de toepassing van mid delen als lannine-oplossingen of amrno- niak-preparaten, heeft het groote gevaar, dat bij mislukking dezer proeven, die van deskundige zijde als zéker 'in het uit zicht wordt gesteld, de ziekte een zeer groote uitbreiding zou verkrijgen. Om al deze redenen behoort de rëgee- ring zekerheid te hebben, of "haar al dan niet door de volksvertegenwoordiging de middelen zullen worden onthouden, om met het afmaken der ziek© en verdachte dieren te kunnen voortgaan. Waar het stelsel van deug delijk isoleeren niet kan worden toegepast, en het gevaar dus in hooge mate aanwe zig is, dat d© ziekte zich in ernstige mate over het geheele land zal versprei den, meent de minister door dit voorstel van wet een ondubbelzinnige beslissing over het toestaan der gevraagde gelden van de volksvertegenwoordiging te moeten uitlokken. Mocht onverhoopt de voorgestelde Wijzi ging van den tekst van het artikel niet worden aangenomen, dan zal toch de Voorgestelde verhooging van artikel 45 der begrooting noodig zijn, daar dan de bestrijding langs anderen weg dan dien van afmaken moet worden beproefd en daarmede zeer belangrijke uitgaven ge paard zullen moeten gaan, uitgaven, welke uit den aard der zaak niet met juistheid kunnen worden geraamd. Naar wij vernemen is aan den heer E. Geulenaere, burgemeester van Phi lippine en aan zij!n zoon het Verblijf in Zeeland ontzegd. In de „Tel." lezen we: Naar men met groote stelligheid ver zekert, staat dit in verband met het smok kelen van vijf vaten benzine aan de Isa- hella-sluis te Philippine, waarbij boven genoemde burgemeester en zij'n koon moe ten betrokken zijn geweest. Verplaatst bij de post- en telegrafie de heer C. J. Beenhakker, aspirant Coin-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1