No. 66
Donderdag 16 December 1915
30e Jaargang
BERICHT.
Staters-Generaal
Uit de Pers.
De Groote Oorlog,
Uitgave van
ïe Naaial. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes»
A N JE VORSTSTRAAT 21»,
Bureau te Middelburgs
IRMA F. P. DHUIJ L. BUS®,
Drukkers:
Jester ba an Le Cointre - Goes.
Zfe Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. postii5
Losse nummers„t.36
Prijs der Advertentiën i
15 regels 0.50, iedere regel meer 18 ci,
S maal plaatsing wordt 2-maal berekend,
Bjj abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.t
iedere regel meer 10 ct.
Z>ti die zich met ingang van 1
Januari 1916 op „De Zeeuw" abon>
neeren, ontvangen de tot dien datum
verschijnende nummers kosteloos,
Blanco af.
Ir. 1905 heeft de Liberale Unie hij de
verkiezingen nogal geziwaaid niet een
blanco-kiesrechtariikel in de Grondwet.
Dat wil zeggenzóó ver waren de Libe
ralen nog niet dat zij1 het alge-meen stem
recht in de Grondwet wilden vastgelegd
zien Daarom moesten zij gepaaid worden
wiek een blanco-artikel; -een artikel in
<le Grondwet, dat de regeling van dat
algemeen stemrecht aan den gewonen wet-
gever overliet, op gevaar, natuurlijk, dat
deze bet, algemeen stemrecht niet in
voerde, of, zoo 't ingevoerd was, weer
veranderde.
Wijj schrijven thans 1915. Thans zijn de
vrijzinnigen over de bezwaren heen. Do
sprong wordt algemeen toegejuicht. Het
blanco-artikel, in 1907 nog de reddings-,
plank, is thans voor goed prijsgegeven'.
Zoo is 't ook eerlijker. De bedoeling was
toch zooals thans wordt voorgesteldal
gemeen stemrecht voor mannen in dtf
Grondwet vastgelegd.
Dat had .anders kunnen zijn, indien'
Rechts in .een vorige wettenmakende pe-
.riode beter op zijn tellen gep'ast had.
Patrimonium.
Op de jongstgehonden Jaarvergadering
van Patrimonium is nog eens de nadruk
er op gelegd dat het b-lad dat denzelfden
naam draagt als genoemd Christelijk
Werkliedenverbond, meer behoort te wor
den gesteund. De heer Smeenk .is een
uitnemende kracht, en wijdt er al zijn
krachten aan. Doch, gelijk liet meer jour
nalisten gaat of van d'r leven gegaan
is: hij wordt niet voldoende gesalarieerd.
Waarom is de contributie per lid en per
jaar ietwat verhoogd. Af deelingen in plaat
sen beneden de tweeduizend zielen beta
len, nu voortaan fl.40 per lid en per
jaar. Afdeelingen in plaatsen van boven
de tweeduizend zielen betalen f 1.45 tot
.11.60 per lid en per jaar.
Patrimonium" is een zeer degelijk ge
redigeerd blad, men mag er gerust iets
meer voor over hebben; en de heer
Smeenk verdient dat hij zijn werk niet
al zuchtende behoeft te verrichten.
x
Ontwerpen genoeg.
Die heer Lohman heeft in duidelijko
bewoordingen, zooals men dat van hem
gewoon is, het kabinet kwalijk genomen
het Bestand te hebben verbroken, door
in dienen een drietal ontwerpen, die
niet liggen in de neutrale lijn, maar in
tegendeel' het linksche program in het
gevlei komen, en de rechtsche partijen
beleedigen. Onder anderen een pensioen-
ontwerp met terzijdestelling van de reeds
in heit Staatsblad staande invaliditeitswet
Na verschillend© wetsontwerpen uit de
neutrale lijn te hebben opgesomd, welke
'al tien jaar, of korter, op afdoening wach
ten, en die toch door het Kabinet niet
ter hand genomen worden, merkt de heer
Lohman op-:
„Mijnheer de Voorzitter! Men, beschul
digt zoo vaak de Kamer, dat 'zij niets
tot stand brengt; men stelt het soms
voor alsof zij ni-ets uitvoert. Maar men
vergeet hoeveel monnikenwerk de opvol
gende Regeeringen haar laten verrichten.
Met het bewerken van moeilijke en in-
g'efwikkel'de onderwerpen worden dan
Commissies belast, die daaraan waar
lijk zeer veel arbeid ten koste leggen.
Maar wanneer alles klaar is, is de
Regeering, die er dan zit, 'niet klaar
Is deze wijze van de Kamer te doen
arbeiden misschien een stille wraak
neming tegenover de onbescheidenheid
yan de Kamerleden, die onophoudelijk
V Regeering op nieuwe ontwerpen
aandringen, om op- die wijze de Kamer
soiet te houden? Hoe dit zij, het is,
Wanneer men de parlementaire instel
lingen niet naar beneden wil halen,
geen goede wij-ze van doen. Veel werk
werk gaat op die wijze verloren, terwijl
de Kamer, zonder schuld van de leden,
minder tot stand brengt dat waartoe
zjj in staat is.
Er wordt sinds 1848 zooveel werk ver-
gaefsdh verricht door kabinetten en ka
mers. Er worden ook zooVeel wetsont
werpen ingediend, welke den indruk ma
ken van te zijn ingediend op aandrang van
Jan of Piet. 'Dergelijke ontwerpen liggen
er nog vele. Doch de regeering is
©tri^Maardig. Wat baat het dan te klagen?
Tweede Kamer.
Zoo'n goede maatschappij.
Geen kinderspel. Kri
tiek op de vlootpolitiek.
Een incident. De minister
onbeleefd, Lohman belee-
digd en v. d. Voort van Zijp
geprikkeld. Geen vloot-
commissie.—Polders, dijken'
enz.
'tWas zoo'n goede maatschappij; de
Kon. Paket Maatschap-pij wel te weten.
Minister Rambonnet meende zijn zaak
niet beter te kunnen verdedigen, dan door
op- het gevoel der leden te werken en zijn
gunstigen indruk over genoemde maat
schappij te vertolken.
Fook vooral, die de zaak niet erg ver
trouwde, had hard gesputterd en gepro
testeerd tegen het uit den weg g'aan voor
het onaannemelijke van de Maatschappij.
Doch na het gemoedelijk woord des- mi
nisters en na het pleidooi van Boissevain,
die 'tvoov de Maatschappij opnam, staakte
hij zijn oppositie.
En to-en 't op stemmen aankwam, vroeg
niemand hoofdelijke stemming. De over
eenkomst betreffende het onderhouden
van stoombootdiensten in Indië van
19161925 was alzoo z.h.s. goedgekeurd.
Bij gt© behandeling van de Marine-be-
grooting had minister Ilambonnet het har
der te verantwoorden. Bet vorige ontwerp1-
je was er maar kinderspel bij.
D-e sociaal-democraat Hugenholtz had
heel wat noten op zijn zang. over vlootwet,
vlootplan en vlootfonds, en kreeg al kip-
penvel bij de .gedachte, dat de minister
eens- voorbarige dingen mocht uithalen.
Hij hoopt dan ook van harte, dat Z.Ex.
voorloopig geen geld heeft, om de vloot-
plannen ten uitvoer te leggen.
Hartelijk, niet waar?
Doch er is inderdaad reden, om bezorgd
te zijn over de vlootpolitiek' van den heer
Rambonnet.
Onze a. r. afgevaardigde Duymaer van
Twist heeft er ook bij- stil mogen staan en
hij heeft, niet geschroomd to wijzen op
het gemis aan krachtig beleid. Niet alleen
laat d-e minister in de gewisselde stukken
d-e Kamer in het onzekere omtrent zijn
plannen, doch hij verzuimt zelfs de gïoote
lijnen aan te geven, en verontschuldigt
zich met het praatje van „de moeilijk
heden, die daaraan verbónden zijn."
De heer van der Voort van Zijp- kwam
met dezelfde gfegroq.de klachten en drong
evenals zSjn partijgenoot op "het instellen
van een vlootcomm-issie aan, op-dat men
kan nagaan, of 's rijks gelden wel goed
word-ein besteed.
Dan zal de geheimzinnigheid van de
vlootzaken afgaan.
En zegt d-e Minister in zijn Memorie
yan Antwoord, dat het werk der vloot
voor controle door een commissie zich
ni-et leent, om-clat dit werk uiteenvalt in
dienst in Indië, in dienst aan onze kust
en voorts in vlagvertoon in verschillend©
zeeën, dan maakt dit op- de heeren Hu-gen-
lioltz en Van der Voort van Zijp- weinig
indruk e-n weten zij zooveel onderdeden
op- to noemen, -die onder controle kunnen
vallen (d-e aanbouw, het pers-on-eel, de ma
gazijnen, de opleiding enz.), dat ze het
nut ©ener /vlootoommissie blijven volhou
den. Wat Indië betreft dat zou dan maar
een aparte vlootoommissie moeten hebben,
ze-gt de heer Van der Voort van Zijip!
Laatstgenoemde afgevaardigde heeft den
minister van katoen gegeven.
Ergerlijk, op z'n minst althans onbe
leefd, was het, dat minister Rambonnet
zoo slecht luisterde naar 't betoog van
dezen afgevaardigde.
Toen de minister met een der leden
zat te praten, had de heer Duymaer al
eens gezegdHij' hoort toch niet I
Toen Z.Ex. volhardde in de onbeleefd
heid, riep Duymaer herhaaldelijk, dat de
minister niet luisterde en zoo het uuf
van den spreker voorbij- gaat, wanneer hij
telkens moest wachten.
Z.Ex. ging echt-er maar door met zijn
gesprek met den heer Lohman, in een
vensterbank. Tot de voorzitter den leden
verzocht den minister niet meer lastig
te vallen, hetgeen de verontwaardiging
van den heer Lohman opwekte, die ver
moedelijk door dén heer 'Rambonnet was
aangesp-roken.
Hoe bet zij, de heer V. d. Voort van
Zijp moest o.i. wel geprikkeld worden
door 's ministers achteloosheid, en ihet
ware s voorzitters taak- geweest het con
flict zoo te leiden, dat niemand gekwetst
kon worden. Deze heeft den minister nog
wat al te veel willen sparen.
Zooals men al begrepen heeft, wil de
minister van een vlootoommissie niets
weten.
Wel is men steeds welkom, de marine
is ©en „glazen huis" voor de leden der
Kamer.
De ervaring zal 't leeren.
Het vloot-prograni bewaart de minister
voor later. En een vlootwet acht hij on
uitvoerbaar. Enwil je me weg heb
ben, vooruit dan maar!!
Over de Waterstaatsbegrootingsdiscus- -
si© schrijft de Handelsblad-overzichtsdhrij
ver slechts deze woorden:
Zie verslag (desnoods van verleden
jaar).
Alsof hij wil zeggen: 'tging weer over
oude afgezaagde onderwerpjes. 't Debat
liep dan ook over polders, kaaalen, stoom
gemalen en tal van andere zaken.
Laten we het gesprokene over specifiek
Zeeuwsche belangen eruit pikken.
De heer De M^iralt besprak n.l. het
noodzakelijke van een verbinding tusschen
de Verschillende deelen (Oo-st, en West)
van ZeeuvvsCh-Vlaandcren.
Spr. klaagde, dat hij ten vorigen jare
geen antwoord zelfs heeft gekregen, toen
hij dezelfde zaak besprak. Het is evenwel
van het -grootste" belang, dat de weg tot
stand kom©; vroeger toch was er een
go-ede verbinding te water, maar sedert
het water daar verzandde en de Staat mil-
lio-enen won door het ontstaan van polders
daar, is dat opgehouden. Terwijl het rijk
won, verloor Zeeuws'ch-Y laanderen. Daar
ter plaatse zegt iedereen, dat de wegen
er al lang zouden zijn, wanneer ze maar
ni-ol staatkundig tot Nederland hoorde en
als een soort van wingewest werden be
handeld.
Maar die menschel") daar zijn Nederlan
ders en het mag in deze dagen wel
eens worden gezegd willen het blijven.
Waarom antwoordde de minister niet?
Waren er strategische redenen? Het moet
wel zoo zijn, anders zou de minister hem-
in het parlement toch het antwoord niet
Schuldig zijn gebleven.
Het is al geschied, dat, toen de Konin
gin Van het eene deel naar het andere
Van haar eigen provincie wilde komen,
via België moest gaan, waarmee natuur
lijk zeer veel formaliteiten waren gemoeid.
Er wa,s sprake van den. aanleg van een
tram, er vormden zich commissies, doch
toen -kwam do oorlog en zeid-e pren dat
liet onmogelijk was om den oorlog, doch
dè zaak is urgent, de regeering make nu
wat voort. De bevolking waardeert 't, dat
zij- nu Zoo do aandacht trekt, maar aan
©en Platonische liefde heeft zij niets.
De heer Lely Vroeg den heer De Mural t
excuus, dat hij verleden jaar vergat te
antwoorden.
Voor 't overige is hij. voorstander van
provincial-e wegen en vooral in streken
als Zeeuivsch-Vlaanderen, die tamelijk ge
ïsoleerd liggen. Met genoegen hoorde spr.
dan o-ok van pogingen daar ter p-laatse
aangewend, waarbij het rijk gaarne steun
zal V-erl-eenen.
Dat belooft dus iets voor Zeeuwsch-
Vlaamd-eren.
Te middernacht gingen de heeren huis
waarts.
Mr. Marchant over den Minister van
Koloniën.
Mr. Marchant, zegt „De Rotterdammer"
is de vader van het gevleugelde woord,
dat in 1913 bij de concentratie-redenareni
opgeld deed: weg met "den dweper op
den troon van Buitenzorg.
Het is belangwekkend zijn oordeel to
vernemen over Minister Pleyte's houding
in zake de onderwijskwestie.
Hij geeft het in het Staatkundig Over
zicht van Vragen des Tijds en daar schrijft
deze vrijzinnig-democraat over zijn vrijzin-
nig-democratischen broeder Mr. Pleyte al
dus
„En in de Tweede Kamer, èn in de Eer
ste heeft de Minister het stelsel verde
digd, dat overal, waar ter plaatse uitslui
tend Christelijke scholen bestaan, aan deze
scholen de verplichting zou worden opge
legd om vrijstelling te geven van het bij
wonen van godsdienstonderwijs en ge
bed aan die kinderen, wier ouders tegen
dit Christelijk onderwijs in beginsel be
zwaar hadden. Natuurlijk! Geschiedde dit
niet, dan zouden andersdenkende ouders
voor de keuze staan, hunne kinderen öf
van -alle onderwijs verstoken te laten, öf
te doen deelnemen aan godsdienstonder
wijs en gebed, waartegen zij in gemoed©
bezwaar hebben.
Dit w'as het standpunt van den Minis
ter en hij' is om de cordate handhaving
hiervan tegenover de meerderheid der
Eerste Kamer als wij's en vrijzinnig en
moedig geprezen.
Zoo dacht men, toen in de laatste Me
morie van Antwoord op de Indische be
grooting zonder nadere verklaring te lezen
stond, dat de tregeling alleen kon gel
den voor nieuw op te richten scholen, als
of de bedoeling nooit anders ware ge
weest.
Dat tegen deze verklaring een scherp
verzet rees, spreekt vanzelf. Dubibel pijn
lijk was dit, omdat het 's ministers poli
tieke vrienden waren, die tot deze hou
ding zich zagen gedwongen. Hunne ver
wijten Waren niet malsch.
De Minister zag geen kans om vol te
houden, dat hij dezelfde lijn was blijven
volgen. jHij kwam nu uitleggen, hoe lxij
voor het verzet van zendingsbesturen en
Gouverneur-Generaal had moeten zwich
ten. De erkentenis kwam te laat. Het ver
toon van kracht, waarmede hij de Ka
mer een votum van vertrouwen wilde af
dwingen, maalde geen indruk, en hij is
na een verklaring van de opposanten om
trent zijn persoonlijk karakter en een ver
maning om-van een herhaalde toepassing
van het vreemde parlementaire procesmid-
del af te zien, weder op den normalen
weg teruggekeerd. De Minister heeft een
eenigszins vage toezegging, gedaan, dat hij
door het oprichten van gouvernements-
scholen naast de zendingsscholen h-et be
zwaar zal trachten te ondervangen.
Het is geen wonder, dat het verloop
van zaken den lieer Pleyte heeft aange
pakt. Hij werd na het parlementaire in
cident ongesteld. Gelukkig is de onge
steldheid niet van ernstigen aard.
Hoofdzaak zal zijn, dat de Minister
zijn methode van werken en zijn houding
tegenover de Kamer herziet. 'Zijn metho
de v:an Werken, omdat hij, naar het schijnt,
te veel materi^elen arbeid verricht. Daar
door vergt hij te veel van zijn krachten en
hij loopt gevaar, de groote lijnen uit het
oog te verliezen. En zijn houding tegen
over de Kamer, omdat deze Minister nog
te veel advocaat is. De vergadering van
de Volksvertegenwoordiging is geen pleit
zaal de gewisselde stukken zijn geen con
clusies, Idie door eenzijdige verlichting)
van voordeelige argumenten een gewil-
den indruk hij een rechter trachten te
vestigen. Het gaat om de materieele waar-
beid.
Onze taalt.
Wat de heer Gh. Boissevain onder de
rubriek „Van Dag tot Dag" in het H a n-
d e 1 s b 1 a d schrijft, kan ons in den re
gel maar weinig bekoren.
Aan een van zijn jongste artikelen, het
welk een waardig en ernstig woord over
de taak van het volk en de 'Pers in dezen
gevaarvollen toestand bevat, willen we
echter een en ander ontleenen, dat de
overdenking ten volle waard is
Nooit was het gevaar grooter dan thans
voor kleine volken, die wonen aan de
grenzen van de oorlogvoerende mogend
heden, wier legers worden vastgehouden
door eindelooze reeksen loopgraven, zoo
dat ze in de verleiding kunnen komen
om een uitweg te zoeken langs welken zie
den vijand van achteren, door onveirsterkt
gebied, kunnen aanvallen.
Laat ons ons zeiven toch rekenschap
geven van het gevaar in het bijzonder
voor ons. Doorbreken naar het Westen,
naar Calais en Parij's is den Duitschen
legers zoo goed als onmogelijk gemaakt,
en doorbreken naar den Rijn en Berlijn
is den Franschen en Engelschen minstens
even moeilijk gemaakt,
Daarom is het nu meer dan ooit een
plicht van zelfbehoud voor ons votk, dat
niet in den strijd wil Worden medegesleept,
om geen enkele aanleiding en reden te
geven tot een vijandelijke stemming bij
onze buren, welke de Duitsche, Fransche
en Britsohe regee ringen zou kunnen nopen
om, zonder zich om ons te bekommeren,
den vijand dwars door ons land aan te
tasten. Ik vrees niet, dat het ons zal
gaan als het België verging, en dat wij
overvallen zullen worden. Maar wel'go-
loof ik aangezien dit zoo volkomen
in het belang is van ben die naar een
vrij oorlogsveld verlangen dat zij ge
bruik zouden maken van een gegrond
schijnende reden tot tusschenkomst in ons
land, als onze regeering of onze pers
roekeloos genoeg was om die aan te bie
den.
Dit is het gevaar van den toestand.
En ik vermoed dat onze regeering hier
op wees, toen zij in het comité-generaal
de Kamer ervan overtuigde, dat tot ©enigs
zins belangrijke demobilisatie nog niet
kon worden overgegaan.
De dagbladen moeten dienst doen als
wachters op de grenzen en tegen naderend
gevaar waarschuwen met ernstig diep ba
zuingeluid. Dan kan het volk zich voor
bereiden. Maar ze moeten niet misbaar
maken met geratel van roekelooze taal
en dus van 's lands regeering de moeilijke
taak verzwaren...'., ze mogen geen woor
den gebruiken, die het gevaar niet bezwa
ren nraar juist uitlokken.
De toestand blijft ernstig en legt op
dag- en weekbladen den ernstigen plicht-
hun verantwoordelijkheid te gevoelen en
geen buitenlandsche politiek op eigen hand
te gaan voeren.
,'t Hek open".
Onder dit opschrift schrijft De Stan
daard o. m.
Thans komen we door de verklaring
van den Kabinetsformateur voor de las
tige positie te staan, dat ook bij verwer
ping van een cardinaal, heel de politiek
van het Kabinet beheerschend ontwerp
geen dei' heide genoemde methoden (af
treden van het ministerie of ontbinding!,
N. R. C.) in toepassing zal komen.
Pertinent is verklaard: Wat ge, als Sta-
ten-Generaal, ook verwerpt, wij! gaan door.
En van ontbinding kan bij deze keuze
van positie uiteraard evenmin sprake zijn.
Stel1 toch, dat ontbinding uitliep' op een
stembusactie, dan zou het Kabinet toch
moeten aanblijven, of het gaf eigener be
weging de stelling prijs die 't thans in
neemt.
Erger nog.
Stel', de ooi-log haalt Augustus 1917,
en inmiddels geeft het stembusresultaat
in Juni een Tweede Kamer met een tegen
overgestelde meerderheid, dan blijft het
Kabinet toch aan, want 't argument blijft
één: Die veiligheid van 't land
vordert ons aanblijven.
Wachten we daarom de toekomende din
gen af.
Inmiddels heeft de oppositie vrij spel
tot uitvliegen v,an de til gekregen. Mits
zie maar van buitenlandsiche zaken af
blijft, is ze van opsluiting nu af.
Beknopt overzicht van den toestand.
Omtrent de houding van Griekenland
worden geen nadere bijzonderheden meer
gemeld. Althans, op 't oogenblik, dat we
ons overzicht aanvangen, is ons niets
naders bekend.
Zooals men weet zijn volgens niet-
officieele berichten de Bulgaren en dia-
Duits c hers reeds op Grieksch grondgebied
getreden. Doch va.n andere zijde wordt
het ontkend. We zullen hieromtrent ech
ter spoedig zekerheid kunnen verkrijgen.
Uit het feit, dat te Malta nieuwe in
structies ontvangen werden, om „eenige"
Grieksche schepen, die daar opgehouden
werden, vrij te laten, mag men opmaken,
dat de Entente scherp opgetreden is.
Het duidt op krasse middelen, die zij
'heeft moeten aanwenden om Griekenland
tot een geheel of gedeeltelijk inwilligen:
van haar eischen te brengen en op den
tegenzin, dien men in Griekenland aan
den dag legt om zich naar de verlangens
van de entente te schikken.
Het duidt er echter tevens op, dat de
entente zich met de concessies door Grie
kenland, door het terugtrekken van zijn
hij "Saloniki gelegerde troepdn, gedaan,
tevreden gesteld heeft. Het sensationeele
bericht, dat de entente een ultimatum
aan Griekenland overhandigd zou hebben,
wordt tegengesproken.
'i Dit klonk dan ook aanstonds al te
onwaarschijnlijk.
De vermaarde Duitsche schrijver Maxi»
miliaan Harden heeft dezer dagen in een
rede over den oorlog dingen gezegd, die
in duizenden bladen de opname waardig
zijn gekeurd, binnen en buiten Duitsch-
land. Hij sprak van drie groote beslis
singen, die in dezen oorlog gevallen zijn,
eene aan de Marne in Sept. 1914, niet
ten gunste van Duitschland, de twee
volgende bij' de doorbraak aan het Rus
sische front en de overwinning op den
Balkan, wel ten gunste van Duitschland.
„Maar trots de gunstige militaire posi
tie heeft Duitschland, verklaarde Harden,
een volledige overwinning op nog geen
van zijn hooïd vijanden behaald; laat
staan op de vijanden gezamenlijk. Duitsch
land heeft wel, in aanmerking genomen
dat een volksmenigte van 120 millioen
tegenover een van 800 millioen staat, het
oppergeweldige volbracht, dat de oorlog
geheel buiten zijn grenzen wordt gevoerd,
maar, hoeveel dat ook is, het is niet d©
overwinning. En die overwinning moet
onder alle omstandigheden worden ver
kregen. fOndaaks al wat er reeds gewonnen
is, zal die taak zeer zwaar zijn. De vijand
schijnt, evenals Wellington keizer Naco-
leon in Spanje, ons door uitputting klein
te willen krijgen. Dat moet worden belet,
en daarvoor moet vooral aan de thuis
blijvers geen offer te groot zijn. Wij
kennen eigenlijk nog geen ontbering.
Wij hebben nog veel te weelderig ge
leefd".
Nog veel te weelderig, zegt Harden.
En in Berlijn zijn de levensmiddelen 78
procent 'gestegen in prijs, terwijl vele
Duitschers klagen, dat zij hun buik niet
meer vol kunnen eten met. het allerge
woonste voedsel.
Het Engelsche Lagerhuis heeft een bet-
sluit genomen, dat door die fanatici, dio