No. 66 Donderdag 16 December 1915 30e Jaargang BERICHT. Staters-Generaal Uit de Pers. De Groote Oorlog, Uitgave van ïe Naaial. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes» A N JE VORSTSTRAAT 21», Bureau te Middelburgs IRMA F. P. DHUIJ L. BUS®, Drukkers: Jester ba an Le Cointre - Goes. Zfe Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. postii5 Losse nummers„t.36 Prijs der Advertentiën i 15 regels 0.50, iedere regel meer 18 ci, S maal plaatsing wordt 2-maal berekend, Bjj abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1.t iedere regel meer 10 ct. Z>ti die zich met ingang van 1 Januari 1916 op „De Zeeuw" abon> neeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers kosteloos, Blanco af. Ir. 1905 heeft de Liberale Unie hij de verkiezingen nogal geziwaaid niet een blanco-kiesrechtariikel in de Grondwet. Dat wil zeggenzóó ver waren de Libe ralen nog niet dat zij1 het alge-meen stem recht in de Grondwet wilden vastgelegd zien Daarom moesten zij gepaaid worden wiek een blanco-artikel; -een artikel in <le Grondwet, dat de regeling van dat algemeen stemrecht aan den gewonen wet- gever overliet, op gevaar, natuurlijk, dat deze bet, algemeen stemrecht niet in voerde, of, zoo 't ingevoerd was, weer veranderde. Wijj schrijven thans 1915. Thans zijn de vrijzinnigen over de bezwaren heen. Do sprong wordt algemeen toegejuicht. Het blanco-artikel, in 1907 nog de reddings-, plank, is thans voor goed prijsgegeven'. Zoo is 't ook eerlijker. De bedoeling was toch zooals thans wordt voorgesteldal gemeen stemrecht voor mannen in dtf Grondwet vastgelegd. Dat had .anders kunnen zijn, indien' Rechts in .een vorige wettenmakende pe- .riode beter op zijn tellen gep'ast had. Patrimonium. Op de jongstgehonden Jaarvergadering van Patrimonium is nog eens de nadruk er op gelegd dat het b-lad dat denzelfden naam draagt als genoemd Christelijk Werkliedenverbond, meer behoort te wor den gesteund. De heer Smeenk .is een uitnemende kracht, en wijdt er al zijn krachten aan. Doch, gelijk liet meer jour nalisten gaat of van d'r leven gegaan is: hij wordt niet voldoende gesalarieerd. Waarom is de contributie per lid en per jaar ietwat verhoogd. Af deelingen in plaat sen beneden de tweeduizend zielen beta len, nu voortaan fl.40 per lid en per jaar. Afdeelingen in plaatsen van boven de tweeduizend zielen betalen f 1.45 tot .11.60 per lid en per jaar. Patrimonium" is een zeer degelijk ge redigeerd blad, men mag er gerust iets meer voor over hebben; en de heer Smeenk verdient dat hij zijn werk niet al zuchtende behoeft te verrichten. x Ontwerpen genoeg. Die heer Lohman heeft in duidelijko bewoordingen, zooals men dat van hem gewoon is, het kabinet kwalijk genomen het Bestand te hebben verbroken, door in dienen een drietal ontwerpen, die niet liggen in de neutrale lijn, maar in tegendeel' het linksche program in het gevlei komen, en de rechtsche partijen beleedigen. Onder anderen een pensioen- ontwerp met terzijdestelling van de reeds in heit Staatsblad staande invaliditeitswet Na verschillend© wetsontwerpen uit de neutrale lijn te hebben opgesomd, welke 'al tien jaar, of korter, op afdoening wach ten, en die toch door het Kabinet niet ter hand genomen worden, merkt de heer Lohman op-: „Mijnheer de Voorzitter! Men, beschul digt zoo vaak de Kamer, dat 'zij niets tot stand brengt; men stelt het soms voor alsof zij ni-ets uitvoert. Maar men vergeet hoeveel monnikenwerk de opvol gende Regeeringen haar laten verrichten. Met het bewerken van moeilijke en in- g'efwikkel'de onderwerpen worden dan Commissies belast, die daaraan waar lijk zeer veel arbeid ten koste leggen. Maar wanneer alles klaar is, is de Regeering, die er dan zit, 'niet klaar Is deze wijze van de Kamer te doen arbeiden misschien een stille wraak neming tegenover de onbescheidenheid yan de Kamerleden, die onophoudelijk V Regeering op nieuwe ontwerpen aandringen, om op- die wijze de Kamer soiet te houden? Hoe dit zij, het is, Wanneer men de parlementaire instel lingen niet naar beneden wil halen, geen goede wij-ze van doen. Veel werk werk gaat op die wijze verloren, terwijl de Kamer, zonder schuld van de leden, minder tot stand brengt dat waartoe zjj in staat is. Er wordt sinds 1848 zooveel werk ver- gaefsdh verricht door kabinetten en ka mers. Er worden ook zooVeel wetsont werpen ingediend, welke den indruk ma ken van te zijn ingediend op aandrang van Jan of Piet. 'Dergelijke ontwerpen liggen er nog vele. Doch de regeering is ©tri^Maardig. Wat baat het dan te klagen? Tweede Kamer. Zoo'n goede maatschappij. Geen kinderspel. Kri tiek op de vlootpolitiek. Een incident. De minister onbeleefd, Lohman belee- digd en v. d. Voort van Zijp geprikkeld. Geen vloot- commissie.—Polders, dijken' enz. 'tWas zoo'n goede maatschappij; de Kon. Paket Maatschap-pij wel te weten. Minister Rambonnet meende zijn zaak niet beter te kunnen verdedigen, dan door op- het gevoel der leden te werken en zijn gunstigen indruk over genoemde maat schappij te vertolken. Fook vooral, die de zaak niet erg ver trouwde, had hard gesputterd en gepro testeerd tegen het uit den weg g'aan voor het onaannemelijke van de Maatschappij. Doch na het gemoedelijk woord des- mi nisters en na het pleidooi van Boissevain, die 'tvoov de Maatschappij opnam, staakte hij zijn oppositie. En to-en 't op stemmen aankwam, vroeg niemand hoofdelijke stemming. De over eenkomst betreffende het onderhouden van stoombootdiensten in Indië van 19161925 was alzoo z.h.s. goedgekeurd. Bij gt© behandeling van de Marine-be- grooting had minister Ilambonnet het har der te verantwoorden. Bet vorige ontwerp1- je was er maar kinderspel bij. D-e sociaal-democraat Hugenholtz had heel wat noten op zijn zang. over vlootwet, vlootplan en vlootfonds, en kreeg al kip- penvel bij de .gedachte, dat de minister eens- voorbarige dingen mocht uithalen. Hij hoopt dan ook van harte, dat Z.Ex. voorloopig geen geld heeft, om de vloot- plannen ten uitvoer te leggen. Hartelijk, niet waar? Doch er is inderdaad reden, om bezorgd te zijn over de vlootpolitiek' van den heer Rambonnet. Onze a. r. afgevaardigde Duymaer van Twist heeft er ook bij- stil mogen staan en hij heeft, niet geschroomd to wijzen op het gemis aan krachtig beleid. Niet alleen laat d-e minister in de gewisselde stukken d-e Kamer in het onzekere omtrent zijn plannen, doch hij verzuimt zelfs de gïoote lijnen aan te geven, en verontschuldigt zich met het praatje van „de moeilijk heden, die daaraan verbónden zijn." De heer van der Voort van Zijp- kwam met dezelfde gfegroq.de klachten en drong evenals zSjn partijgenoot op "het instellen van een vlootcomm-issie aan, op-dat men kan nagaan, of 's rijks gelden wel goed word-ein besteed. Dan zal de geheimzinnigheid van de vlootzaken afgaan. En zegt d-e Minister in zijn Memorie yan Antwoord, dat het werk der vloot voor controle door een commissie zich ni-et leent, om-clat dit werk uiteenvalt in dienst in Indië, in dienst aan onze kust en voorts in vlagvertoon in verschillend© zeeën, dan maakt dit op- de heeren Hu-gen- lioltz en Van der Voort van Zijp- weinig indruk e-n weten zij zooveel onderdeden op- to noemen, -die onder controle kunnen vallen (d-e aanbouw, het pers-on-eel, de ma gazijnen, de opleiding enz.), dat ze het nut ©ener /vlootoommissie blijven volhou den. Wat Indië betreft dat zou dan maar een aparte vlootoommissie moeten hebben, ze-gt de heer Van der Voort van Zijip! Laatstgenoemde afgevaardigde heeft den minister van katoen gegeven. Ergerlijk, op z'n minst althans onbe leefd, was het, dat minister Rambonnet zoo slecht luisterde naar 't betoog van dezen afgevaardigde. Toen de minister met een der leden zat te praten, had de heer Duymaer al eens gezegdHij' hoort toch niet I Toen Z.Ex. volhardde in de onbeleefd heid, riep Duymaer herhaaldelijk, dat de minister niet luisterde en zoo het uuf van den spreker voorbij- gaat, wanneer hij telkens moest wachten. Z.Ex. ging echt-er maar door met zijn gesprek met den heer Lohman, in een vensterbank. Tot de voorzitter den leden verzocht den minister niet meer lastig te vallen, hetgeen de verontwaardiging van den heer Lohman opwekte, die ver moedelijk door dén heer 'Rambonnet was aangesp-roken. Hoe bet zij, de heer V. d. Voort van Zijp moest o.i. wel geprikkeld worden door 's ministers achteloosheid, en ihet ware s voorzitters taak- geweest het con flict zoo te leiden, dat niemand gekwetst kon worden. Deze heeft den minister nog wat al te veel willen sparen. Zooals men al begrepen heeft, wil de minister van een vlootoommissie niets weten. Wel is men steeds welkom, de marine is ©en „glazen huis" voor de leden der Kamer. De ervaring zal 't leeren. Het vloot-prograni bewaart de minister voor later. En een vlootwet acht hij on uitvoerbaar. Enwil je me weg heb ben, vooruit dan maar!! Over de Waterstaatsbegrootingsdiscus- - si© schrijft de Handelsblad-overzichtsdhrij ver slechts deze woorden: Zie verslag (desnoods van verleden jaar). Alsof hij wil zeggen: 'tging weer over oude afgezaagde onderwerpjes. 't Debat liep dan ook over polders, kaaalen, stoom gemalen en tal van andere zaken. Laten we het gesprokene over specifiek Zeeuwsche belangen eruit pikken. De heer De M^iralt besprak n.l. het noodzakelijke van een verbinding tusschen de Verschillende deelen (Oo-st, en West) van ZeeuvvsCh-Vlaandcren. Spr. klaagde, dat hij ten vorigen jare geen antwoord zelfs heeft gekregen, toen hij dezelfde zaak besprak. Het is evenwel van het -grootste" belang, dat de weg tot stand kom©; vroeger toch was er een go-ede verbinding te water, maar sedert het water daar verzandde en de Staat mil- lio-enen won door het ontstaan van polders daar, is dat opgehouden. Terwijl het rijk won, verloor Zeeuws'ch-Y laanderen. Daar ter plaatse zegt iedereen, dat de wegen er al lang zouden zijn, wanneer ze maar ni-ol staatkundig tot Nederland hoorde en als een soort van wingewest werden be handeld. Maar die menschel") daar zijn Nederlan ders en het mag in deze dagen wel eens worden gezegd willen het blijven. Waarom antwoordde de minister niet? Waren er strategische redenen? Het moet wel zoo zijn, anders zou de minister hem- in het parlement toch het antwoord niet Schuldig zijn gebleven. Het is al geschied, dat, toen de Konin gin Van het eene deel naar het andere Van haar eigen provincie wilde komen, via België moest gaan, waarmee natuur lijk zeer veel formaliteiten waren gemoeid. Er wa,s sprake van den. aanleg van een tram, er vormden zich commissies, doch toen -kwam do oorlog en zeid-e pren dat liet onmogelijk was om den oorlog, doch dè zaak is urgent, de regeering make nu wat voort. De bevolking waardeert 't, dat zij- nu Zoo do aandacht trekt, maar aan ©en Platonische liefde heeft zij niets. De heer Lely Vroeg den heer De Mural t excuus, dat hij verleden jaar vergat te antwoorden. Voor 't overige is hij. voorstander van provincial-e wegen en vooral in streken als Zeeuivsch-Vlaanderen, die tamelijk ge ïsoleerd liggen. Met genoegen hoorde spr. dan o-ok van pogingen daar ter p-laatse aangewend, waarbij het rijk gaarne steun zal V-erl-eenen. Dat belooft dus iets voor Zeeuwsch- Vlaamd-eren. Te middernacht gingen de heeren huis waarts. Mr. Marchant over den Minister van Koloniën. Mr. Marchant, zegt „De Rotterdammer" is de vader van het gevleugelde woord, dat in 1913 bij de concentratie-redenareni opgeld deed: weg met "den dweper op den troon van Buitenzorg. Het is belangwekkend zijn oordeel to vernemen over Minister Pleyte's houding in zake de onderwijskwestie. Hij geeft het in het Staatkundig Over zicht van Vragen des Tijds en daar schrijft deze vrijzinnig-democraat over zijn vrijzin- nig-democratischen broeder Mr. Pleyte al dus „En in de Tweede Kamer, èn in de Eer ste heeft de Minister het stelsel verde digd, dat overal, waar ter plaatse uitslui tend Christelijke scholen bestaan, aan deze scholen de verplichting zou worden opge legd om vrijstelling te geven van het bij wonen van godsdienstonderwijs en ge bed aan die kinderen, wier ouders tegen dit Christelijk onderwijs in beginsel be zwaar hadden. Natuurlijk! Geschiedde dit niet, dan zouden andersdenkende ouders voor de keuze staan, hunne kinderen öf van -alle onderwijs verstoken te laten, öf te doen deelnemen aan godsdienstonder wijs en gebed, waartegen zij in gemoed© bezwaar hebben. Dit w'as het standpunt van den Minis ter en hij' is om de cordate handhaving hiervan tegenover de meerderheid der Eerste Kamer als wij's en vrijzinnig en moedig geprezen. Zoo dacht men, toen in de laatste Me morie van Antwoord op de Indische be grooting zonder nadere verklaring te lezen stond, dat de tregeling alleen kon gel den voor nieuw op te richten scholen, als of de bedoeling nooit anders ware ge weest. Dat tegen deze verklaring een scherp verzet rees, spreekt vanzelf. Dubibel pijn lijk was dit, omdat het 's ministers poli tieke vrienden waren, die tot deze hou ding zich zagen gedwongen. Hunne ver wijten Waren niet malsch. De Minister zag geen kans om vol te houden, dat hij dezelfde lijn was blijven volgen. jHij kwam nu uitleggen, hoe lxij voor het verzet van zendingsbesturen en Gouverneur-Generaal had moeten zwich ten. De erkentenis kwam te laat. Het ver toon van kracht, waarmede hij de Ka mer een votum van vertrouwen wilde af dwingen, maalde geen indruk, en hij is na een verklaring van de opposanten om trent zijn persoonlijk karakter en een ver maning om-van een herhaalde toepassing van het vreemde parlementaire procesmid- del af te zien, weder op den normalen weg teruggekeerd. De Minister heeft een eenigszins vage toezegging, gedaan, dat hij door het oprichten van gouvernements- scholen naast de zendingsscholen h-et be zwaar zal trachten te ondervangen. Het is geen wonder, dat het verloop van zaken den lieer Pleyte heeft aange pakt. Hij werd na het parlementaire in cident ongesteld. Gelukkig is de onge steldheid niet van ernstigen aard. Hoofdzaak zal zijn, dat de Minister zijn methode van werken en zijn houding tegenover de Kamer herziet. 'Zijn metho de v:an Werken, omdat hij, naar het schijnt, te veel materi^elen arbeid verricht. Daar door vergt hij te veel van zijn krachten en hij loopt gevaar, de groote lijnen uit het oog te verliezen. En zijn houding tegen over de Kamer, omdat deze Minister nog te veel advocaat is. De vergadering van de Volksvertegenwoordiging is geen pleit zaal de gewisselde stukken zijn geen con clusies, Idie door eenzijdige verlichting) van voordeelige argumenten een gewil- den indruk hij een rechter trachten te vestigen. Het gaat om de materieele waar- beid. Onze taalt. Wat de heer Gh. Boissevain onder de rubriek „Van Dag tot Dag" in het H a n- d e 1 s b 1 a d schrijft, kan ons in den re gel maar weinig bekoren. Aan een van zijn jongste artikelen, het welk een waardig en ernstig woord over de taak van het volk en de 'Pers in dezen gevaarvollen toestand bevat, willen we echter een en ander ontleenen, dat de overdenking ten volle waard is Nooit was het gevaar grooter dan thans voor kleine volken, die wonen aan de grenzen van de oorlogvoerende mogend heden, wier legers worden vastgehouden door eindelooze reeksen loopgraven, zoo dat ze in de verleiding kunnen komen om een uitweg te zoeken langs welken zie den vijand van achteren, door onveirsterkt gebied, kunnen aanvallen. Laat ons ons zeiven toch rekenschap geven van het gevaar in het bijzonder voor ons. Doorbreken naar het Westen, naar Calais en Parij's is den Duitschen legers zoo goed als onmogelijk gemaakt, en doorbreken naar den Rijn en Berlijn is den Franschen en Engelschen minstens even moeilijk gemaakt, Daarom is het nu meer dan ooit een plicht van zelfbehoud voor ons votk, dat niet in den strijd wil Worden medegesleept, om geen enkele aanleiding en reden te geven tot een vijandelijke stemming bij onze buren, welke de Duitsche, Fransche en Britsohe regee ringen zou kunnen nopen om, zonder zich om ons te bekommeren, den vijand dwars door ons land aan te tasten. Ik vrees niet, dat het ons zal gaan als het België verging, en dat wij overvallen zullen worden. Maar wel'go- loof ik aangezien dit zoo volkomen in het belang is van ben die naar een vrij oorlogsveld verlangen dat zij ge bruik zouden maken van een gegrond schijnende reden tot tusschenkomst in ons land, als onze regeering of onze pers roekeloos genoeg was om die aan te bie den. Dit is het gevaar van den toestand. En ik vermoed dat onze regeering hier op wees, toen zij in het comité-generaal de Kamer ervan overtuigde, dat tot ©enigs zins belangrijke demobilisatie nog niet kon worden overgegaan. De dagbladen moeten dienst doen als wachters op de grenzen en tegen naderend gevaar waarschuwen met ernstig diep ba zuingeluid. Dan kan het volk zich voor bereiden. Maar ze moeten niet misbaar maken met geratel van roekelooze taal en dus van 's lands regeering de moeilijke taak verzwaren...'., ze mogen geen woor den gebruiken, die het gevaar niet bezwa ren nraar juist uitlokken. De toestand blijft ernstig en legt op dag- en weekbladen den ernstigen plicht- hun verantwoordelijkheid te gevoelen en geen buitenlandsche politiek op eigen hand te gaan voeren. ,'t Hek open". Onder dit opschrift schrijft De Stan daard o. m. Thans komen we door de verklaring van den Kabinetsformateur voor de las tige positie te staan, dat ook bij verwer ping van een cardinaal, heel de politiek van het Kabinet beheerschend ontwerp geen dei' heide genoemde methoden (af treden van het ministerie of ontbinding!, N. R. C.) in toepassing zal komen. Pertinent is verklaard: Wat ge, als Sta- ten-Generaal, ook verwerpt, wij! gaan door. En van ontbinding kan bij deze keuze van positie uiteraard evenmin sprake zijn. Stel1 toch, dat ontbinding uitliep' op een stembusactie, dan zou het Kabinet toch moeten aanblijven, of het gaf eigener be weging de stelling prijs die 't thans in neemt. Erger nog. Stel', de ooi-log haalt Augustus 1917, en inmiddels geeft het stembusresultaat in Juni een Tweede Kamer met een tegen overgestelde meerderheid, dan blijft het Kabinet toch aan, want 't argument blijft één: Die veiligheid van 't land vordert ons aanblijven. Wachten we daarom de toekomende din gen af. Inmiddels heeft de oppositie vrij spel tot uitvliegen v,an de til gekregen. Mits zie maar van buitenlandsiche zaken af blijft, is ze van opsluiting nu af. Beknopt overzicht van den toestand. Omtrent de houding van Griekenland worden geen nadere bijzonderheden meer gemeld. Althans, op 't oogenblik, dat we ons overzicht aanvangen, is ons niets naders bekend. Zooals men weet zijn volgens niet- officieele berichten de Bulgaren en dia- Duits c hers reeds op Grieksch grondgebied getreden. Doch va.n andere zijde wordt het ontkend. We zullen hieromtrent ech ter spoedig zekerheid kunnen verkrijgen. Uit het feit, dat te Malta nieuwe in structies ontvangen werden, om „eenige" Grieksche schepen, die daar opgehouden werden, vrij te laten, mag men opmaken, dat de Entente scherp opgetreden is. Het duidt op krasse middelen, die zij 'heeft moeten aanwenden om Griekenland tot een geheel of gedeeltelijk inwilligen: van haar eischen te brengen en op den tegenzin, dien men in Griekenland aan den dag legt om zich naar de verlangens van de entente te schikken. Het duidt er echter tevens op, dat de entente zich met de concessies door Grie kenland, door het terugtrekken van zijn hij "Saloniki gelegerde troepdn, gedaan, tevreden gesteld heeft. Het sensationeele bericht, dat de entente een ultimatum aan Griekenland overhandigd zou hebben, wordt tegengesproken. 'i Dit klonk dan ook aanstonds al te onwaarschijnlijk. De vermaarde Duitsche schrijver Maxi» miliaan Harden heeft dezer dagen in een rede over den oorlog dingen gezegd, die in duizenden bladen de opname waardig zijn gekeurd, binnen en buiten Duitsch- land. Hij sprak van drie groote beslis singen, die in dezen oorlog gevallen zijn, eene aan de Marne in Sept. 1914, niet ten gunste van Duitschland, de twee volgende bij' de doorbraak aan het Rus sische front en de overwinning op den Balkan, wel ten gunste van Duitschland. „Maar trots de gunstige militaire posi tie heeft Duitschland, verklaarde Harden, een volledige overwinning op nog geen van zijn hooïd vijanden behaald; laat staan op de vijanden gezamenlijk. Duitsch land heeft wel, in aanmerking genomen dat een volksmenigte van 120 millioen tegenover een van 800 millioen staat, het oppergeweldige volbracht, dat de oorlog geheel buiten zijn grenzen wordt gevoerd, maar, hoeveel dat ook is, het is niet d© overwinning. En die overwinning moet onder alle omstandigheden worden ver kregen. fOndaaks al wat er reeds gewonnen is, zal die taak zeer zwaar zijn. De vijand schijnt, evenals Wellington keizer Naco- leon in Spanje, ons door uitputting klein te willen krijgen. Dat moet worden belet, en daarvoor moet vooral aan de thuis blijvers geen offer te groot zijn. Wij kennen eigenlijk nog geen ontbering. Wij hebben nog veel te weelderig ge leefd". Nog veel te weelderig, zegt Harden. En in Berlijn zijn de levensmiddelen 78 procent 'gestegen in prijs, terwijl vele Duitschers klagen, dat zij hun buik niet meer vol kunnen eten met. het allerge woonste voedsel. Het Engelsche Lagerhuis heeft een bet- sluit genomen, dat door die fanatici, dio

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1