No. 65
Woensdag 15 December 1915
30e Jaargang
Staien-Generaal
De Groote Oorlog.
Algemeen Stemrecht
Uitgave van
tie NaamL Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes*
(LAN3E VOItSTSTRAAT 2f9,
Bureau te Middelburgs
FIRIÏ5A F. P. DHUIJ - L. BUSS.,
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre - Qoet.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post. flM
Losse nummers0.08
Prijs der Advertentrên
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend
Bjj abonnement voordeelige voorwaarde».
Familieberichten van 110 regels ft,v
iedere regel meer 10 ct.
BERICHT.
BitJ de vergrooting van ons blad
„Se Zeeuw" in 1913, waardoor de
exploitatiekosten belangrijk hooger
werden, was reeds te voorzien, dat
de abonnementsprijs niet zou kun
nen blijven op f 1.2S, maar zou moe
ten worden gebracht op fl.50 per
kwartaal.
Die verhooging is sedert dien tijd
meer en meer gebleken noodzake
lijk te zijn. Er zal daartoe dan ook
ingevolge machtiging van de alge-
meene vergadering van aandeel
houders worden overgegaan met 1
Januari 1916.
HET BESTUUR.
Wat i n het regeeringsvoorstel tot Grond
wetsherziening beoogd, wordt heet alge
meen, stemrecht.
Volstrekt genomen is de benaming on
juist. Immers algemeen stemrecht zou dan
beteefcenen stemrecht voor alle Nederlan
ders, klein en groot, van de oudsten tot
de jongs ten.
Principieel bestaat er bij. ons tegen het
algemeen stemrecht groot bezwaar.
Onder anderen omdat het de leer hulr
digt dat ons volk bestaat uit los van
elkander staande individuen, vandaar in
dividualistisch kiesrecht.
Reeds eenige jaren geleden werd dit
individualistisch kiesrecht door mr. Treub,
thans minister in het algemeen-kiesreoht-
ministerie, in D e Stemmen des Tijd s
veroordeeld. Terecht merkte hij op:
.flet individualistisch kiesrecht rekent
toet dat bontgeschakeerde vereenigings-
leven in de maatschappij niet. Het brengt
een vertegenwoordiging van het Volk te
weeg, als bestond dat uit een aantal los
can elkander staande individuen, als ware
er tusschen den staat en de individueele
kiezers geen levend bindweefsel aatiwe-
vig". (Jan. 1908 blz. 15).
Een uitspraak waarmede iedereen wel
zal instemmen, zonder dat echter er uit
Volgt, dat hierom allen er tegen zijn.
Reeds vroeger hebben wij, door prof.
Fabius er op attent gemaakt, erkend, dat,
geheel abstract, in het afgctrokkene ge
nomen, algemeen kiesrecht principieel vol
strekt niet ongeoorloofd is.
Als schipbreukelingen landden op een
onbewoond eiland en besloten zich daar
te vestigen, ware het alleszins begrijpe
lijk dat zij met algemeen stemrecht be
gonnen.
Natuurlijk, wat zouden deze los naast
elkander staande» individuen, die voor
hunne aanmonstering elkander misschien
nog nooit gezien hadden, elkaar zelfs niet
eens allemaal hij name kenden, met huis-
maiiskiesrecht doen.
„Maar nu wordt telkens door abstracte
behandeling van het kiesrecht zoo oor
deelt prof. Fabius terecht de fout
begaan dat men hetgeen voegen zou op
zulk een eiland bij het begin van een ge
schiedenis, hij (het ontstaan eener maat
schappij, wanneer er eigenlijk nog geen
volk is als van zelf ook van toepassing
acht na verloop van eeuwen, waar zich
een ingewikkeld maatschappelijk leven ge
vormd heeft op een door de historie ge
worden volk.
„Daar wqrdt het revolutionair.
„Immers stelt men die massa voor als
het volk. Men ontbindt het volk weer
in zijn eerste elementen van samenstel
ling. Men doet als-het-ware de geschiede
nis te niet; men grijpt terug naar de
gedaante die het volk had toen het nog
geen volk was.
„Daarin steekt het revolutionaire.
„Zelfs is de bedoeling niet langs dezen
■wpg opnieuw te beginnen. O neen, de
gedachte over het algemeen is, om zonder
ontwikkeling bij die ongebonden massa
te blijven staan. Ook op den duur moet
die massa als volk blijven gelden. En
wat de grootste helft dier massa vraagt,
gelieft men dan met den naam van
volk s w i 1 te bestempelen, welke massa
gemakkelijker speelbal is in handen van
demagogen. Niet omdat er zooveel „dom
volk" onder is; maar wijl zij ongeorgani
seerde menigte, massa is.
„De stroom der opwinding, als deze
gewekt is, sleept over het algemeen de
hooger ontwikkelden evengoed als de la
gere klassen mee. Dat nu die massa
in een historisch gevormden Staat zich
als volk doet gelden en daaraan is
niet te ontkomen is het revolutionaire
van algemeen stemrecht in dien toestand".
Het is de verwezenlijking van hetgeen
reeds in 1848 door Thorbecke in de Grond
wet in beginsel was vastgelegd, en door
Da Costa zoo juist geteekend. Het is
de triumf van het beginsel dat de natie
niet is een orgaan, maar een hoop zielen
op een stuk grond.
Het past geheel in het kader van den
volkswil, op welken het kabinet-Cort van
der Linden steunt.
Het is dan ook geen wonder, dat de
verdediging van dit stelsel in de Me
morie van. Toelichting bij de vrijzinnigen
zeiven zoo weinig geestdrift wekt.
Het is een staatsstuk waarvan een li
beraal blad (Handelsblad van 5 Nov. '15)
klaagt, dat het vol is van academische
vaagheden, onlogische en onzuivere ge--
dachtenverbindingen, stijlslordigheden en
zwakke steeën.
Het is dan ook een uiterst wankel
moedige verdediging van een vrijzinnig
beginsel; zij kan saamgevat worden in
de volgende argumenten
Het tegenwoordige kiesrecht is ver
ouderd en onredelijk; als men het ver
laat, schiet er slechts algemeen kies
recht over; en dat is de laatste
schreden op den in 1848 ingeslagen weg.
De individualiteit der kiezers is onder
gegaan in de massa, zoodat de kiezer
zelf niet meer behoeft te beoordeelen,
de partij doet 'tvoor hem. Uitsluiting ver
deelt de natie in meehevetenden en al-
leengehoorzamenden. En eindelijkde ont
wikkeling der democratie, toch niet te
stuiten, eïscht Algemeen Kiesrecht.
Wij zouden haast zeggen: de zwakheid
der argumenten pleit voor het gezond
verstand der „Regeering", al strekt haat
de stilzwijgende erkenning slechts weinig
tot eer, dat zij liever zou willen staan
blijven op de helling der Revolutie, waar
op 1848 haar en alle liberalen gebracht
heeft.
Trouwens met toegeven aan den volks
wil op dit punt, gesteld deze volkswil
had zich uitgesproken, is zij "er toch nog
niet.
Wanneer het algemeen kiesrecht komt
en dat zal wel, wanneer artikel 80
van de Grondwet volgens,, het regeerings'
Voorstel wordt goedgekeurd, dan zal een
politieke rollende bal tot stilstand ge
bracht zijn.
Zoo schijnt het kabinet te meenen.
Maai' deze meening schijnt ons al te
naief.
Immers van sociaal-democratische zjjde
werd reeds vastgesteld dat bij algemeen
stemrecht geen leeftijdsgrens te .pas komt.
Niemand toch heeft het recht den met
het kiesrecht geboren staatsburger te be
letten voor een bepaalden leeftijd dat
recht uit te oefenen.
Wie algemeen stemrecht geeft, moet
't ook verleenen aan vrouwen en kinderen.
Niemand zal dan ook dengenen in da
Kamer, die er zoo over denken beletten
voorstellen te doen in dezen geest.
Doch bovendien de sociaal-democraten
verdedigden tot nog toe het algemeen
stemrecht niet als doel, doch als mid
del.
Ons standpunt, zoo leerde mr. Troelstra
in 1912, blijkens de herinnering van prof.
Fabius in zijn „Studiën en Schetsen"
no. 9, ons standpunt gedoogt verwerping
van het algemeen stemrecht, wanneer bet
niet leidt tot het beoogde doel.
En de heer Wibaut verklaarde terzelfder
tijd in het Marxistisch Weekblad van Het
Volk, dat al is algemeen kiesrecht ver
overd, maar „niet onze macht zoo groot
is geworden en hare aanwending zoo
doelbewust, dat de geweldmiddelen waar
over de heerschende klasse thans en ook
dan nog beschikt, niet tot beknotting wor
den aangewend", de „arbeiders ook dan
nog telkens voor een 'strijd komen te
staan die hen zal doordringen van „de
waarheid", dat met het algemeen kies
recht nog niet „de staatsmacht in han
den hunner klasse zal zijn".
Terecht schreef prof. Fabius:
„Verdediging van algemeen stemrecht,
in dezen of genen vorm, om aan gansch
het volk invloed toe te kennen is val-
sche schijn. Zoo komt het volk in geenen
deele tot uiting. Maar in plaats van het
volk een massa. Vaak in handen van
demagogen (volksleiders of, erger nog,
volksmenners)." En wat die ontketenen
kunnen, terwijl zij zeiven buiten schot
blijven, daarvan heeft 1903 ons een
staaltje doen zien.
wil doen zal vandaag beslist "worden.
We zullen dus spoedig vernemen of
Fock's voorstel om „boemelbooten" te
maken, aanhangers gevonden heeft, ja dan
neen.
uitgeput dat je moeite hebt om je gen
dachten samen te houden. Slapen kun
je in 't. eerste niet, je zijt er te moe
voor, te afgemat van ziel en lijf.
Onafgebroken stormen gedachten door ja
hoofd, zonder zich vast te zetten, ge denkt
aan alles en nog wat en als je je zel-
Ven afvraagt: Waaraan dacht ik nu, weer
dan vind je geen antwoord, want
in wezenlijkheid denk je aan niets I
Die toestand duurt een paar dagen, eb
of het nui het openlucht leven id of wat,
stilaan wordt je weer normaal, hard ea
stug bijna harteloos. De vrienden die vio
len schijn je vergeten te hebben of zq
nooit bestaan hadden. Je zingt en speelt,
als kinderen, op de plaats waar ze rio
len. 't Zijn droeve tijden als! d'oor-
log woeitl...
En dan durven velen met Nietzatoh©
nog spreken van het veredelende van dein
krijg!
Afkeurenswaardige spot.
Lord Rosebery spot met de vredes
missie van den Amerikaanschen Ford o.s.
Hij zeide o.m.
„Op dit oogenblik nadert een schip1,
dat met vrede bevracht is, en dat wordt
voortgestuwd door een mijnheer die Ford
heet, die, naar ik meen, kinderwagen»
fabriceert {Ford is n.l. automoMelfablri-
kant). Hij komt over om -olie te gieten)
op de golven onder inspiratie van zekeren
dr. Aked, van wien wij hier wiel :heti
een en anider weten, en die met een
stem krachtiger dan één die ooit gehoord
is van andere dan Goddelijke lippen, do
soldaten uit de loopgraven zal roepen
en de jvatei'golven tot stilte zal gelïie-
bieden. Wat succes de expeditie zal heb
ben valt af te wachten. Ik ben er van
overtuigd da.t zijl zal mislukken, maar
ik hoop, dat de 80 passagiers, die een
vrijen overtocht naar dit werelddeel heb
ben gekregen, bet prettig zullen hebben
en. geen kwaad zullen aanrichten.
Dit is, naar ik vertrouw onze halte
lij ke wensch".
De Duit8che Rijksdag.
De nationaal-liberale afgevaardigde Bas-
sermann richtte tot den rijkskanselier de
Vraag, of deze nadere inlichtingen kon
verschaffen over de Engelsche bewerin-*
geni
1. Duitschland hepi't sinds lang een
aanval op Britsch-Zuid-Airika voorbereid,
vooral door concentratie van troepen en
ophooping Van munitie in Duitsch-Zuid-
West-Afrika. t
2. De gouverneur van Duitsch-Zmd
West-Afrifca sloot voor -den oorlog een
Verdrag met den commandant der Boeren.
Maritz voor een aanval op Z-uid-Afrika.
3. Na het uitbreken van den oorlog
in Europa heeft een 'gewapende macht
van Duitsch-Zuid-West-Afrifca bij Schuit
drift en Nakaband een aanval op Engelscb
gebied ondernomen.
En de socialistische afgevaardigde Li-eb-
knecht heeft de volgende vraag gesteld:
Is de regeering, indien de o-verige oor
logvoerenden bereid zijn, ook bereid, opj
den grondslag van eiken afstand van an
nexatie, onmiddellijk de vredesonderhan
delingen te beginnen? ,i
Staatssecretaris Van Jagow antwoordde;
Met verwijzing naar de verklaringen van
den 9den, zie lik Van elk antwoord af,
Liebfcn-echt Vraagt dan ter vervolledi-
ging, welke houding de regeering tegen
over tegemoetkomende voorstellen van
neutrale xlegeeringen zou aannemen,.
De president onderbreekt hem met de
woordenDat is geen Vervollediging, maar
een nieuwe vraag.
Liebknecht vraagt of de regeering be
reid Ijs officieel materiaal over het ont
staan van den wereldoorlog te pubiioee-
ren en een parlementaire onderzoeking^-
commissie in te stellen.
Staatssecretaris Von JagOw antwoordt;
Materiaal ter beoordeeling van het ont
staan van den wereldoorlog en van de
neutraliteitsfcwesties is gepubliceerd. (Zeer
juist! rechts). De regeering is van plan
nog verdere publicaties over de diplo
matieke onderhandelingen te doen ver
schijnen, in zooverre dit ter inlichting
van de publieke opinie wenschelijk schijnt.
De regeering i s niet voornemens een par
lementaire onderzoekingscommissie in te
stellen. De verantwoordelijkheid en de boe
te treffen slechts onze tegenstanders. (Toe
juichingen.)
Liebknecht poogt onder den grootsten
onwil van het huis, waar voordurend gé-
roepen wordt: „ongehoordl" tot vierma
len toe een vervolledigingsvraag te stel
len, doch telkens wordt hij door den Voor
zitter onderbroken met de bemerking, dat
het een nieuwe vraag is. Dan snijdt do
Voorzitter alle vervoliedigingsVragen den
weg af door tot de derde vraag over te
gaan.
Liebknecht vraagt of de regeering bereid
is een wetsontwerp in te dienen, waarbij
de geheime diplomatie door een onder
Tweede Kamer.
Een mager bescheid.
Treub bewaart zelfs een
diep stilzwijgen. Na de
politiek, de economie.
Minister Posthuma komt er
niet best af. Boemel
booten.
Hoofdstuk I Van de Staatsbegrooting
is dan toch eindelijk aangenomen.
De replieken, waarin Maandag door
rechts een zoo groot aandeel was geno
men 'twas niet overbodig de punt
jes nog eens op de i's te zetten
werden gisteren door een paar linksehe
heeren 'voortgezet.
Van veel belang waren ze niet en we
kunnen dan ook wel aanstonds stilstaan
bij wat de ministers gemeend hebben in
het midden \<i moeten brengen.
Veel hebben we van hen anders niet
gehoord.
Hoe vreemd, dat de premier, ofschoon
er in de repliek toch opmerkingen genoeg
gevallen waren, niet eens de moeite nam
om in tweeden termijn te spreken. Slechts
één opmerking, twintig regels druks, heeft
hij gewijd aan den duurtetoeslag. Een
antwoord-rede heeft hij niet gehouden.
Minister Treub was nog meer verrassend.
Want hij zweeg, terwijl hij iets (had moe
ten zeggen tot de Kamer, welke hij een
ultimatum, ljad gesteld.
Cort van der Linden heeft tenminste
nog een motie den kop ingedrukt. Hij
betoogde, dat de Vraag of het vroegere
voorstel omtrent de salarisverhoogjng kan
worden gehandhaafd, voorloopig ontken
nend moet worden beantwoord. We staan
nu, en zullen nog in den eersten tijd na
den oorlog staan voor zóó groote uit
gaven, dat een blijvende verbetering niet
kan worden overwogen. Edoch, de minis
ter beloofde niettemin iets te zullen be
proeven in de richting van duurte
toeslag.
Ketelaar kon dus niet beter doen, dan
maar gauw zijn motie intrekken.
Hij maakte een pover figuur.
En hoe liep het met Helsdingen's motie
af?
Ze bestond uit twee gedeelten, Voor
het ééne deel, vragend een duurtetoeslag
Voelden velen, ook rechts. Doch dat deel
verviel, als „overbodig" door de verkla
ring des Ministers endoor het afstem
men van het andere deel der motie, (met
42 tegen 20 stemmen) dat om de volle
in 1914 (vlak vóór den oorlog) toegedachte
sal ai'is verhoogingen vroeg voor de lagere
ambtenaren.
Nadat de politieke zaken afgehandeld
waren, kregen we de economische, wel
ker verdediging op minister Posthuma
neerkwam. Hij had de credieten voor de
voeding van mensch en dier te verdedigen
De vrij-liberalë heer Drion begon met
den minister aan den tand te voelen
over diens graanpolitiek!, en de r. k. afge
vaardigde van Vuuren zou er kort daarop
het noodige aan toevoegen.
Beide heeren meenden dat de mono
polistische stelling van de als importeuse
aangestelde firma niet langer mocht wor
den bestendigd. Zij vonden bovendien,
dat uit de sinds kort overgelegde^ uit
voerige verantwoording moeilijk, een zui
ver beeld der graanaangelegenheden te
verkrijgen is. 'Ook de maispolitiek der
regeering was volgens hen piet zuiver.
Alleen de heer de Jong, de afgevaar
digd© Van Hoorn, nam het voor de regee
ring op.
W,at 's ministers verdediging betreft, de
ze muntte niet uit door de zoo hoog
no-odige helderheid. Dat dit het vertrou
wen in zijn beleid niet ten goede zal
komen, spreekt Van zelf.
Van onbepierkten vrijen invoer blijft hij
voorshands een tegenstander, 't Is .echter
vurig te hopen, dat hij allengs naar her
stel van den normalen toestand blijft stre
ven.
Na debatlooze afhandeling van verschei
dene kleinere ontwerpen, ging de aandacht
der Kamer naar Indië. Daar is de tijd
aangebroken om de verbintenis te ver
nieuwen met de Koninklijke Paketvaart-
maatschappij, die in Insulinde een net
van stoomvaartlijnen onderhoudt.
Fock kwam met éen amendement (na
mens de geheele commissie van rappor
teurs), dat veel bindender was voor de
maatschappij dan 's ministers regeling om
trent het aandoen van tusschenplaatsep,
doch Rambonnet zeide, dat de maatschap
pij hierop niet zou ingaan. Over een
andere concessie, die de maatschappij wel
Beknopt overzicht van den toestand.
De zegetocht der Centralen wordt voort
gezet, met het gevolg, dat Griekenland,
dat aan de geallieerden zoo groote conces*
sies toestond, meer en meer in 'tnauw
komt.
Wordt van Engelsche zijde de terugtocht
dei' troepen naar Griekenland als de uit
voering van een voorafberaamd plan aan-
gegeven, de Bulgaarsche berichten wek
ken den indruk, dat er zeer hevig gevoch
ten is, en dat de Entente-troepen met groo
te verliezen tot den terugtocht gedwongen
werden.
Welke berichten juist zijn is moeilijk
te beoordeelen. Maar het resultaat staat
wel vast, dat de Engelsch-Fransche troe
pen genoodzaakt waren hun stellingen
in Macedonië te ontruimen, en de plaat
sen, die zij'er bezet hadden, te verlaten.
De terugtocht, die reeds zoover is door
gezet, dat het Servische gebied is ontruimd
en dat de Entente-legers op- Grieksch ge
bied zijn teruggegaan, doet hu de vraag
rijzen: wat nu de gevolgen zullen zijn,
als straks de Bulgaarsche of Buitsch-Oos
tenrijksche troepen eveneens op Grieksch
grondgebied aankomen? Zal dan de strijd
op Grietkschen bodem worden voortgezet
W© gelooven niet al te voorbarig te
zijn, als we reeds pen antwoord gereed
hebben.
Het komt ons voor, dat de achtervol
ging op Grieksch gebied zoo goed als
zeker zal worden voortgezet. In de meest
gunstige omstandigheden, die nog voor
hen bestaan, zullen de Bulgaren en Duit-
schers een poging in het w-erk stellen om
hun tegenstanders in Saloniki te drijven,
waarin deze zich als in eigen huis reeds
beginnen vast te zetten. Volgens bericht
uit Saloniki immers namen tie militaire
autoriteiten der geallieerden reeds een
deel van het douanekantoor over.
Ongetwijfeld zullen de Bulgaren en Duit-
schers bij de voortzetting van hun .>ctie
op Grieksch gebied "heel wat meer moei
lijkheden ondervinden dan tot dusver in
Zuid-Macedonië. De tegenstand van de
geallieerden zal in kracht winnen en in
het kustgebied een niet te onderschatten
steun vinden in het scheepsgeschut. Van
den .anderen kant beschikken de Bulgaren
en Duitsclhers echter, op het oogenblik ze
ker, over een groote troepenmeerderheid,
wier moreel buitengewoon goed wezen
moet.
Van belang daarbij- zal ongetwijfeld de
indirect© en min of meer heimelijke hulp
wezen, die Griekenland aan de achtervol
gers van de geallieerden waarschijnlijk
bieden zal.
Het is te begrijpen dat de gansche we
reld met spanning de ontwikkeling der
gebeurtenissen op -den Balkan tegemoet
ziet. Vooral op Griekenland is aller oog
geslagen.
Te Athene wordt thans over hooge be
langen beraadslaagd. En de diplomatic
der mogendheden is daar als in strijd op
leven en dood gewikkeld. Gelukkig zon
der zwaard en zonder bloedvergieten.
Doch geloof maar, dal de diplomaten
hun machtige oratorische talenten benut
ten ten Voordeele van hun respectieve
regeeringen.
't Zijn droeve tijden
Uit een brief van een Belgisch soldaat:
Geloof me er zijn soms oogenblikken
dat ik mezelVen betast, twijfelend of ik
nog besta of niet; is het geest-verbij
stering of wat? 01 het is me soms zoo
triaar, zoo vreeselijk koud om het harte,
als al omdomme de granaten losbarsten,
als vrienden stukgeslagen neervallen, af-
grij-selijk verminkt, en als je dan die
w-eéklachten en het geroep om moeder,
van de minder gekwetsten hoort, die hier
en daar bang in de loopgracht liggen,
dan moet je een wezenlijk sterke kerel
zijn om je zenuwen in toom te houden!.
De weerbaren trappelen op hun plaats,
al hun leden beven en als dan het com
mando klinkt van met gevelde bajonet
op den vijand los te stormen, worden we
schier bezeten o-m uit de nauwe loop
grachten te springen in het opene veld,-
waar donderend lawaai de kreten der
zieltogenden en verminkten smoort, we
zijn dan dol! Sommigen brullen als bees
ten, anderen vloeken aanhoudend, 't ra
telt van hun lippen als geknetter der
mitrailleuzen. Hoeren en zien vergaat je.
Neen, nu ik hier in kalmte zit te pen
nen, kan ik je geen idee geven van die
slachterij, 't schijnt me een droom, een
'akelige bange droom. Na zoo'n strijd,
zijt ge zoo lam, zoo neerslachtig, zoo