j\o. 60 Donderdag 9 December 1915 30e Jaargang
WjW '^ga Per 3 maanden fr. p. post. ƒ1.25
Öe Groote Oorlog*
Uit de Pars,
Statesi-Generaa!
ii 1 i
Uitgave van VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO J§1
gevestigd te Goes. J^ST^lik tfAM Abonnementsprijs:
Hoofdbureau te Ooes-. W^ W^^ÊkjS Wt ABjÊÊk A »«""-»«• -
LAN 5E VORSTSTRAAT <è!I; BB mBBLêBt JB JÉM Mf Prijs der Adverteniiën
Bureau te Middelburgs .ftlcy J&Ê& /sÊr^*^ JA jJr JÊF 1—S regels ƒ0.50, iedere regel meer 1® e&
IRMA F. P. DHUM L. BURG, JÊL*^ËW BL aKt^. vM Bi M JM M JK& J& 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend,
NRmw MMBjj-aboniiement voordeelige voorwaarden,
Drukkers: gp^ |pr fB Familieberichten van 110 regels
Dosierbann La Coïntre Coesa iedere regel meer 10 ct.
De arrestatie van den heer Schroder.
B"e buitenlandsche pers toont groote
belangstelling voor de zaak van den ge
arresteerden hoofdredacteur van „De Te
legraaf."
Die Engelsche „Pali Mall Gazette"
schreef het volgende: De arrestatie van
van den heer Schroder is. veelbeteetoe-
tieindeen brief van den JLondensoben
correspondent -van dat blad wijst er op,
dat het overgroote deel van de Neder-
iandschei pers, welke sympathiseert met
de Duitschers, er maar op los zegt wat
zij wil over de-'Geallieerden, zonder eenig
gevaar te loopen, dat de regeering er zich
mee zal bemoeien, maar dal, zoodra, een
blad, dat den Geallieerden goedgezind is,
uiting geeft aan zijn gevoelens, alle mo-
gelijkie invloeden aan het werk worden
gezet om deze uitingen te onderdrukken.
In het „Hbld." treffen we enkele oor
deelvellingen van Fransche bladen over
het geval aan, door den Parijschen cor
respondent van het blad overgeseind.
Öe „Petit Parisien" noemt de gevan
genneming smartelijk voor de vele vrien
den van Nederland in Frankrijk en ver
volgt dan: „Wij vergeten niet, dat Neder
land, evenals Zwitserland en België, zijn
onadnankelijkheid steeds hoog hield en
zich biet ontzag luide en krachtig hen,
die het recht verkrachtten en de vrije
naties aanvielen, onder handen te nemen.
Getrouw aan deze traditie koos Schroder
edelmoedig partij tegen de 'Centrale Mo
gendheden; anderen verdedigden de zaak
van de tegenpartij en dezen werden niet
lastig gevallen. Daar Nederland niet in
den oorlog gemengd is, had men mogen
veronderstellen, dat de pers in het va
derland der vrijheid 'het recht zou heb
ben om te zeggen aan welles zijde haar
sympathieën zijn.
De „Petit Journal"„Wijl hopen met
de geheele Fransche pers, dat de arresta
tie niet gehandhaafd zal worden, opdat
Schröder vrijelijk zal kannen voortgaan
met de verdediging van de zaak, die voor
gestaan wordt door alle naties, die aan
het Duitsehe juk wénscheu te Ontkomen.
Dia „Echo de Paris" Verklaart: „Wij
moeten zeggen, dat wij ons een ander
denkbeeld hadden gevormd van de edele
tradities van onafhankelijkheid, die do
roem der Nederlanden zijn."
De „Action Francaise" zegt: De bla
den der Geallieerden spreken leenstemmang
hun symphathie uit voor Schroder en
constateeren met leedwezen, dat de Ne-
deriandsche regeering uitsluitend met ge-
strengheid optreedt tegen schrijvers, die
die niet als vazallen van Duitschland op
treden."
Gods wijze ordinantiën.
We liezen in het F r i e s c h Dagblad:
Zqs dagen arbeiden, zegt God.
En den zevenden dag rust.
Neon, heeft vele malen de Wijze mensen
gezegdZeven dagen arbeiden, dan ver
dient men immers 7/6 maal zooveel dan
wanneer men zich houdt aan 't onprac-
tis'che goddelijke gebod.
Menigmaal' reeds heeft de uitkomst deze
wereldwijzen in. hun eigen garen gevan
gen.
Np ook wederom.
i i
„Aan Lloyd George" zoo meldden
de bladen „is rapport van de ge
zondheidscommissie voor de werklie
den in de munitiefabrieken voorge
legd, waarin aanbevolen wordt, bet Zon-
dagswerk af te schaffen, aangezien ge
biteken is, dat dit naöeelïg is voor de
werklieden en de productie er op den
duur onder lijdt."
Yoor ons nigts nieuws.
Maar alweer 'n bewijs dat de ordi
nantiën God® op den duiur niet straf
feloos wérden overtreden.
Hij gaf ze eerst tot Zijn eer.
Maar dan ook tot heil d s m e lu
is c hen.
Tweede Kamer.
Het is en bljjft een raadsel.
De nationale eendracht op
het spel. Niet malsche kri
tiek van rechts. De re
geering in de engte gedreven.
Gulden 'woorden.
De houding der regeering is toch wel
zeer zonderling. Hoe langer men er over
nadenkt, hoe vaster de overtuiging wordt,
dat die houding tweeslachtig is.
Niet alleen omdat de rechterzijde met
bijzondere wetten wordt geprovoceerd en
geirritjeerd, gelijk onze a. r. afgevaardigde
Rrflafrs zoo tteirecht opmerkte, steken we
het hoofd op, doch in 't algemeen is er
zooveel raadselachtigs in de houding van
het kabiniet, dat men zich angstig af
vraagt: Kan dit zoo nog lang voortgaan?
De lieer dr. de Visser heeft er weer
bij stilgestaan en zijn hoofd geschud.
Ziehier, waarop de zaak neerkomt. Wa
hebben 't hier al vaker gezegd, doch
we kunnen op dit punt niet te duidelijk
zijn, waar het lót van het ministerie,
dat we thans niet gaarne zouden zien
vertrekken, zoo nauw verband met een
en ander houdt.
De regeering dan trachtte den in
druk te vestigen, dat ons vader
land nog leeft in onmiddellijk oor
logsgevaar. Van eenige ontspanning
voor ons land, zelfs van eenig uitzicht
daarop kan, meent de Regeering, geen
sprake zijn. In het licht dezer beschou
wing bezie men de mobilisatie. In het
huidige kabinet bestaat voldoende tegen
wicht tegenover een eenzijdige militaire
beschouwing. De vooruitstrevende man
nen ontwringen zich aan elke poging om
den druk onzer 'toeermacht ie verlichten
Alle Vragen in dien geest worden ont>
weken. Het is d ui d e 1 ij k dat de Re
g e r i n g evenmin mededeelin-
gen wil doen, als zelfs eenige
veranderingen in het beleid
brengen. De Regeering blijft onwrik
baar staan, hoe ook de aandrang in en
buiten die Kamer toeneemt. De onzeker
heid die verleden jaar bestond, gaat voort
ons thans te pijnigen.
En juist daarom staat men voor het
raadsel dat de Regeering in politieke za
ken van opvatting verandert. Terwijl ver
leden jaar niets mocht geschieden dat
de eendracht kon breken, kan thans de
politieke strijd herleven. Dit brengt ons in
een zonderlingen toestand. Eenerzijds
moet de eendracht onaangeroerd blijven;
•anderzijds zet de regeering de deur wijd
open voor den heftigen strijd in het bin
nenland. Ook voor onze legermacht kan
dit laatste bedenkelijk worden, wanneeir
zij in den pol'itieken strijd wordt be
trokken en de politieke hartstochten wor
den ontketend.
En dan heeft links tot rechts de verma
ning durven richten, om toch niet op po-
litieken oorlogswinst uit te gaan, terwijl
de regeering zelf de nationale eendracht
in 't gedrang brengt,.
Daarin nu schuilt het groote raadsel,
waarvoor wij staan.
Wie l'ost liet op?
Neen, dan kunnen wij 't beter vinden
met het bujtenlandsch beleid der regee
ring. Daarvoor bracht de heer Rutgers
dan ook terecht hulde.
Zij deed alles tot handhaving van onze
strikte neutraliteit. Maar, zeide hij', er
is voor ons lapd ;nog een andere taak
weggelegd, een taak n.l. buiten ons land
geltegen. Hetrtcan zijn, dat de tijd nadert,
waarop pogingen zullen moeten worden
Uahgewend om tot vrede te komen. Zijn
wij dan gereed om het ónze te doen;
zal' dan b.v. een door Nederland bijeenl-
geroepen conferentie succes hebben?
De heer Rutgers gaf het ernstig in
overweging zich klaar te houden,. We
twijfelten er niet aan, of de minister is
ernstig genoeg, om een en ander te over
denken en naar zijn beste weten te han
delen.
Minder mild was de laatstgenoemdeaf
gevaardigde, toen het kolenbureau ter
sprake kwam, dat volgens hem geheel
en al' onder invloed staat van belangstel
lenden bij den invoer uit Duitschland
en viele ongerechtigheden op zij-n gewe
ten heeft.
De kritiek was hier niet zeer malsch.
Men krieeg grief op grief te hooren en
aan het slot den eisch, dat de kolen-
import uit Engelalnd niet beperkt zou
worden.
Zeer boos was de heer Rutgers over
het feit, dat men den uitvoer Uit En
geland voor smokkelarij of iets der
gelijks durfde houden.
Maar de kritiek zou nog scherper wór
den.
Het ontwerp-ouderdomvoorziening, al
dus de Hilversumsche afgevaardigde, is
zoo uitdagend mogelijk voor de rechter
zijde. Het is provoceerend, vooral, om
dat het terugkomt op een maatregel ge
troffen onder de vorige regeering.
Irriteerend is de houding van den
minister nog* bovendien ten aan
zien van de invaliditeitswet. Hij wil
'namelijk geen regeling ontwerpen nopens
artikel 411, terwijl heel de wet alleen
mogelijk was, wanneer men voor het over
gangstijdperk enkele voorzieningen trof.
Wat de minister doet, komt daarop neer,
dat hij weigertde wet uit te voeren.
't Gevolg is natuurlijk, dat de invalidi
teitswet, die reeds had moeten werken,
eerst over jaren den invaliden welda
den zal bewijzen.
Behalve dr. De Visser en Rutgers heeft
ook de chr.-hist. afgevaardigde De Geer
de regeering op het stuk van het be
stand in de engte gedreven. Hij haalde
o.m. aan, wat minister Treub in No
vember 1914 antwoordde op een inter
ruptie van Rutgers, n.l. dat het politiek
bestand belette over de Invaliditeitswet
te spreken.
De heer De Visser laat ons nog
'n enkel woord aan z'n raak betoog ont-
leenen acht ook ee grondwetsherzie
ning gansch geen onderwerp voor den
tijd van een bestand, omdat daarin een
vraagstuk wordt aangeroerd, dat „de
diepste beginselen van ons staatkundig
leven" raakt, namelijk het vrouwenkies
recht. Men herinnert zich, dat de heer
Lohrnan in denzelfden geest heeft gespro
ken. Nog even liet de heer De Visser
uitkomen, dat hij tegenover dit kiesrecht
staat. Meer zijn traditie getrouw om mee
gaander te wezen voor de liberale over
zijde dan de leider der christelijk-histo-
rische partij', was de heer De Geer van
oordeel, dat de grondwetsherziening juist
een chapiter vormde voor een bestand;
maar hij voegde er een „mits" bij; mits
namelijk de ware hestandsgeest, zich uit
drukkend in compromissen, aanwezig zij.
Doch zelfs met een „mits" zouden we
dit niet gaarne onderschrijven.
Verder zijn er nog. gulden woorden ge
sproken door de rechtsche leden Van Yuu-
ren, die de economische politiek besprak,
Beumer, die de ambtenaren-tractementen
onder -handen nam, Duvmaer van Twist,
die de regeering over militaire aange
legenheden critiseerde en Van AVijhber-
gen, die Beumer's woord aanvulde en
voor duurtetoeslagen ijverde.
Sannes (s.-d.) verdedigde tegenover Bos
de maximum-prijzen, bedoeld als een bui
tengewone maatregel in buitengewone tij
den, toen de wet van vraag en aanbod
niet gold, en Koster (v.-d.) wees op eenige
bezuinigingen, die konden worden inge
voerd, en die een betere bezoldiging van
ambtenaren en werklieden mogelijk zou
den maken.
Vooral Treub heeft er leelijk van langs
gehad. Tegen hem is de storm het hardst
opgestoken.
Hij heeft het er dan ook naar gemaakt.
Minister Cort zou vanmorgen gaan ant
woorden. Hij heeft de belangrijkste de
batten in 5 punten samengevat en zal
ze ook achtereenvolgens zoo beantwoor
den, n.l. lo. de verhouding tusschen re
geering en Staten-Generaal, 2o. de bui-
tenlandschb politiek en wat daarmee sa
menhangt, 3o. de economische maatre
gelen, 4o. de mogelijkheid van bestaande
nooden nog te lenigen en 5oi. de bin-
nenlandsche politiek.
[Met belangstelling: zullen we- de Re-
geeringsverklaringen tegemoet zien, want
we staan voor gewichtige dingen in de
parlementaire wereld.
Êeküopt overzicht van den toestand.
De actie der geallieerden aan de Dar-
denellen Is geheel mislukt.
Er zijn nog Entente-troepen pp Gal-
lipoli, doch naar alle waarschijnlijklheid
zullen ze allen spoedig het hazenpad ge
kozen hebben.
Uit Sofia wordt tenminste bericht, dat
tengevolge van de verhoogde activiteit
der Turks'che .troepen op- het schiereiland
Gallipoli de toestand van het expeditie-
leger van dag tot dag gevaarlijker wordt.
Het intreden van den winter belet thans
den aftocht D© schepen kunnen dagen, lang
het strand niet naderen; de landingsplaat-
sen, maanden lang; met moeite aangelegd,
staan onder water en zijn ten gronde ge
gaan. In goed ingelichte kringen rekent
men er niet alleen op; dat de expeditie
troepen 'binnenkort van het schiereiland
verjaagd worden, maar ook! dat een deel
in gevangenschap zal raken.
Wie zeggen dus niet te veel, wanneer
we de geheele Dardanellen-actie een groot
echec voor de Franstehen en Engelschen
noemen.
Wat de Entente-expeditie naar Servië
betreft, deze dreigt een comedie te wor
den. t
We hebben gisteren doen zien, dat de
vraag wat er gebeuren zal, zoo de Entente
den strijd op- Griefcschen bodem zou over
brengen, die tot dusver slechts theore
tisch besproken werd, wel eens spoedig
voor de practisehe oplossing kan staan.
Die oplossing kan wel pens gauwer
komen, dan we vermoeden.
Volgens 'een Duitseh 'blad 'zijn reeds
hier en daar Duitsehe cavalerie-patrouil-
les aan de Grieksche grens opgedoken,
en verneemt men van de Fransch-Engel-
sche troepen, dat zij hun terugtoohtslinie
verzekeren, en reeds hun schanswerken
op Grieklsch gebied ondernamen.
De beslissing van Griekenland moet dus
nu wel genomen Worden.
En als het de nieuwe nota, die als
een verzameling van eischen den vorm
Van een ultimatum heeft, niet in den
geheelen omvang aanneemt, hebben we
de poppen aan het dansen.
Dan krijgt men 'een tragedie, die ieder
offer aan menschenbloed verre over
treft.
Wie hebben gezien, dat de verklaringten
van den Griefcschen koning, hoe vrien
delijk Zij lijken te klinken feitelijk een
ernstige bedreiging voor de Entente uit
maken en min of 'meer het karakter heb-
]j©n Van een ultimatum
De Entente wordt immers voor de keus
gesteld om de Balkan-campagne op te
geven, of zich 'aan zeer gevaarlijke mo
gelijkheden van den kant van Griekenland
bloot te stellen. Hoe ook de keuze wezen
zal, aan bedde zijden brengt zij''een ge
voelig échec.
Persoonlijke dapperheid.
Van Duitsehe zijde schrijft men de vol
gende verhalen over dapperen op het
Westerfront
Het eerste verhaal betreft de 5e bat
terij van het zooveelste regiment. Den
25en September van dit jaar lag deze
onder lievig vuur. De telefoonleiding met
de infanterie was afgebroken! Dichte kruit
damp en een ondoordringbare stofwolk
lagen over het gevechtsveld. Iedere waar
neming van den vijand was onmogelijk.
Tegen tien uur 's morgens bereikte het
vijandelijk vuur zijn toppunt. Do telefoon
te herstellen scheen onmogelijk. Daar
meldt zich de rijder Alwin Beyer uit
Gossmannsdorf vrijwillig om de leiding te
herstellen. Met het hoofdtoestel en de
kabelrol op'den rug gaat hij op leidings-
patrouille. Op handen en voeten kruipt
hij voorwaarts en bereikt veilig; de breuk.
Een zware granaat is er ingeslagen. Rond
om hem vallen voortdurend nieuwe neer.
Onbevreesd verbindt hij echter de beide
einden. Met zijn hoofdmicrofoon schakelt
hij zich nu in en roept den waarnemer
van de artillerie op. Deze doet zich hoo
ren. De infanterie is echter niet t© be
reiken. Men moet dus verder. Dicht voor
de loopgraaf vindt hij een tweede breuk,
Onmiddellijk is ook deze in orde. Weer
roept hij den waarnemer der artillerie en
de infanterie op. Nu hoort hij alleen de
infanterie. De draad moet dus achter
hem weer vernield zijn. Onvermoeid en
onverschrokken gaat hij terug. Zoo, nu
heeft hij de nieuwe breuk gevonden. Snel
is ook deze gerepareerd. Het was hoog
tijd. Nauwelijks is de leiding gereed of
het bericht iromt, dat de vijand de be
storming begint.
Het tweede verhaal betreft de zesde
batterij van hetzelfde regiment. Deze was
plotseling naar een plek gebracht, waai
de Franschen vodruit gedrongen waren
en dit hardnekkig en taai voortzetten.
Een wilde aanval was begonnen, een
onbeschrijfelijk trommelvuur lag op de
zesde batterij, die zich trotsch handhaafde
dicht achter de infanterie. Met doodsver
achting deden de kanonniers hun plicht,
ondanks het razende vuur. Plotseling slaat
een granaat in een stuk, doorboort het
schild en ontploft onder de manschap
pen. Zeven splinters treffen den richt-
kanonnier, korporaal Rudolf Reschke uit
Freiburg en zitten in zijn borst en zijn
armen. Korten tijd is hij' bewusteloos,
dan komt hij bij. Het is zoo stil om hem
heen. Hij kijkt rond on ziet, dat zijn
kameraden, die zooeven nog hielpen den
vijand af te slaan, dood of gewond zijn.
Zoo zwaar gewond, dat zij niet meer
kunnen opstaan. Nu vliegt de gedachte
door zijn hoofd: je moet schieten, je.
kanon mag niet stil staan. Met moeite
zet hij zich op zijn plaats en ondanks
zijn zware wonden bedient hij alleen zijn
kanon tot zijn krachten hem begeven en
hij bewusteloos naast zijn stuk valt.
Een merkwaardige klacht.
Admiraal Charles Beresford schrijft aan
de Times
Wij (Engeland) zijn op het oogenblik
in een ingewikkelden warboel van wan
orde en wanbeheer. Onze militaire veld
tochten worden zonder eenig doel of plan
geleid. Men houdt alleen rekening met
politiek. In een oorlog moet de politiek
door vloot en leger dwingend voorgeschre
ven worden. De staven zijn niet geraad
pleegd aangaande de vraag, of zij in
manschappen en materieel de middelen
hadden om verschillende soorten van po
litiek van het kabinet door te zetten.
Op zichzelf staande personen zijn geraad
pleegd; maar de gemeenschappelijke mee
ning van de staven is niet gevraagd. Het
gevolg ervan zijn bijna overal rampen.
Wij hebben niet ten volle partij ge
trokken van onze heerschappij ter zee.
In elk departement zien wij twijfel» iaar-
zeling en uitstel. Een oorlog eischt snelle
besluiten en onmiddellijk handelen. De
kwestie van den toevoer van rekruten
voor het leger is al eens uitgesteld, en
zal blijkbaar opnieuw uitgesteld worden.
Tenzij men onverwijld tot een beslissing
komt, zal er een jaar mee gemoeid zijn,
voor de rekruten die krachtens het een of
andere nieuwe plan dienst hebben ge-
nomep, klaar zullen zijn, om te relde
te trekken.
Het publiek walgt van de politiek, die
geformuleerd is in het gezegde: Wacht
maar eens af! Het gevaar voor jhet rijk
wordt met. den dag duidelijker. Het land
wacht op een krachtige, duidelijke lei
ding. Onze tegenwoordige methoden zui
len den oorlog eindeloos verlengen. In
dien wij blijven aarzelen, zonder over
een enkel waagstuk in verband met fien
oorlog een besluit te nemen, zullen wij
hals over kop een ramp tegemoet gaan.
Harden on de Bulgaren.
In het jaar 1913 men lette wel op
het jaartal schreef Maximiliaan Harden
over de Bulgaren:
Bulgaren, gij hebt de woeste en leelijke
instincten van de horden, van welke gjj
afstamt, behouden.
Maar hebt gij ten minste den stort
vloed van uw afschuwelijk kannibalisme
doen neerkomen over die Muzelmannen,
die u eeuwenlang tyrannisteerden? Neen,
tegen de Christenen en uw eigen geloofs-
genooten zijt gij losgebarsten
Tegen wie? Tegen Serviërs en Grieken.
Niet alleen koning Konstantrjin. en ko
ning Peter hebben ons overtuigende be
wijzen van u|we bloedige daden verschaft,
neen 't zijn journalisten, inieuw© onder
danen en ambtenaren, 't is de geheel'e
stoet van vreemde geneesheeren ook. Dat
zijn allen ernstige, onpartijdige mannen,
die niets tegen u hebben.
Ziehier wat wij zagenafgesneden neut
zen en ooren, Verminking en kwelling
van gewonden, worging en ophanging van
geboeide gevangenen, afgesneden hoofden
en uitgestoken oogen van ontwapende bur
gers enz.
Harden somt vervolgens nog teen reeks
Buigaarsche daden tegen vrouwen op, wel
ke 'wij maar in de kroniek van 1913
zullen laten.
Korte Oorlogsberichten.
Te Lambeth (Londen) vervoegde
zich dezer dagen een jonge Australiër,
die naar zijn land terug wilde, bij de
autoriteiten om zijn papieren te halen,
De ambtenaar, die tot dat doel zijn hand-
teekening moest zetten, maakte bezwaar,
omdat hij den Australiër er van verdacht
zich aan de dienstneming te willen ont
trekken. De Australiër ontkende en zei-
de, dat hij van plan was', in Australia
dienst te nemen. De ambtenaar merkte
op, dat hij dan zeker te Iaat zou ko
men, want het was ,twee maanden van
Engeland naar Australië en twee maanden
terug. En ovier vier maanden zou de
oorlog zijn afgeloopen! Ten slotte kreeg
de Australiër toch die gevraagde papieren.
Japan en Rusland. De groote
leveranties yan Japan en Rusland be
treffen in het bijzonder stoffen voor mi
litaire kleeding en laarzen, daargelaten)
nog de staatslieveringen van wapens en
munitie. De bestellingen uit Rusland ne
men ©en steeds grooteren omvang aan.
In het Duitsehe leger zijn sinds
een jaar papieren ransels in gebruik. Deze
ransels zijn inplaats van het vroeger ge
bruikte leer of zeildoek, overtrokken met
een grijsgroen gekleurd papieren weef
sel'. Ook de lange draagriemen zijn van
papier gemaakt. De breede riem, die de
rugzijde van boven afsluit, en de korte
sluitriemen zijn yan leer.
Het stadsbestuur te Brussel' heeft
openbare warmpl'aatsen ingericht in vier
volkswijken van de stad. In groote halls
worden banken geplaatst en stoelen waai
de ongelukkigen komen uitrusten en zich
warmen.
De prijs van petroleum in België is
tot 2 francs (ongeveer f 1.per liter ge
stegen.
De Grieksche bladen melden, dat-
een Duitsehe onderzeeër een Grieksch
stoomschip nabij Messina aanhield en den
vroegeren Engelschen militairen attaché
Napier en kapitein Wilson, een lid van
het Engelsche lagerhuis, van boord mee
nam.
De strijd in Perzië. Volgens
een telegram uit Bagdad maakten de on
der Turksch bevel staande krijgers tus
schen Kermanschah en Sirma in Perzië
drie machinegeweren buit en namen drie
honderd kozakken, onder bevel van den
officier Samanteff, gevangen.
De Handels oorlog. Een groote
Oostenrijksche onderzeeër beschoot in het
Oostelijk gedeelte van de Middellandsche
Zee het Amerikaansche tankstoomschip
„Petrolite" met granaten. Een lid der
bemanning werd licht gekwetst. Naar het
schijnt, slaagde de „Petrolite" er in te
ontsnappen. i 1