j\o. 60 Donderdag 9 December 1915 30e Jaargang WjW '^ga Per 3 maanden fr. p. post. ƒ1.25 Öe Groote Oorlog* Uit de Pars, Statesi-Generaa! ii 1 i Uitgave van VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO J§1 gevestigd te Goes. J^ST^lik tfAM Abonnementsprijs: Hoofdbureau te Ooes-. W^ W^^ÊkjS Wt ABjÊÊk A »«""-»«• - LAN 5E VORSTSTRAAT <è!I; BB mBBLêBt JB JÉM Mf Prijs der Adverteniiën Bureau te Middelburgs .ftlcy J&Ê& /sÊr^*^ JA jJr JÊF 1—S regels ƒ0.50, iedere regel meer 1® e& IRMA F. P. DHUM L. BURG, JÊL*^ËW BL aKt^. vM Bi M JM M JK& J& 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend, NRmw MMBjj-aboniiement voordeelige voorwaarden, Drukkers: gp^ |pr fB Familieberichten van 110 regels Dosierbann La Coïntre Coesa iedere regel meer 10 ct. De arrestatie van den heer Schroder. B"e buitenlandsche pers toont groote belangstelling voor de zaak van den ge arresteerden hoofdredacteur van „De Te legraaf." Die Engelsche „Pali Mall Gazette" schreef het volgende: De arrestatie van van den heer Schroder is. veelbeteetoe- tieindeen brief van den JLondensoben correspondent -van dat blad wijst er op, dat het overgroote deel van de Neder- iandschei pers, welke sympathiseert met de Duitschers, er maar op los zegt wat zij wil over de-'Geallieerden, zonder eenig gevaar te loopen, dat de regeering er zich mee zal bemoeien, maar dal, zoodra, een blad, dat den Geallieerden goedgezind is, uiting geeft aan zijn gevoelens, alle mo- gelijkie invloeden aan het werk worden gezet om deze uitingen te onderdrukken. In het „Hbld." treffen we enkele oor deelvellingen van Fransche bladen over het geval aan, door den Parijschen cor respondent van het blad overgeseind. Öe „Petit Parisien" noemt de gevan genneming smartelijk voor de vele vrien den van Nederland in Frankrijk en ver volgt dan: „Wij vergeten niet, dat Neder land, evenals Zwitserland en België, zijn onadnankelijkheid steeds hoog hield en zich biet ontzag luide en krachtig hen, die het recht verkrachtten en de vrije naties aanvielen, onder handen te nemen. Getrouw aan deze traditie koos Schroder edelmoedig partij tegen de 'Centrale Mo gendheden; anderen verdedigden de zaak van de tegenpartij en dezen werden niet lastig gevallen. Daar Nederland niet in den oorlog gemengd is, had men mogen veronderstellen, dat de pers in het va derland der vrijheid 'het recht zou heb ben om te zeggen aan welles zijde haar sympathieën zijn. De „Petit Journal"„Wijl hopen met de geheele Fransche pers, dat de arresta tie niet gehandhaafd zal worden, opdat Schröder vrijelijk zal kannen voortgaan met de verdediging van de zaak, die voor gestaan wordt door alle naties, die aan het Duitsehe juk wénscheu te Ontkomen. Dia „Echo de Paris" Verklaart: „Wij moeten zeggen, dat wij ons een ander denkbeeld hadden gevormd van de edele tradities van onafhankelijkheid, die do roem der Nederlanden zijn." De „Action Francaise" zegt: De bla den der Geallieerden spreken leenstemmang hun symphathie uit voor Schroder en constateeren met leedwezen, dat de Ne- deriandsche regeering uitsluitend met ge- strengheid optreedt tegen schrijvers, die die niet als vazallen van Duitschland op treden." Gods wijze ordinantiën. We liezen in het F r i e s c h Dagblad: Zqs dagen arbeiden, zegt God. En den zevenden dag rust. Neon, heeft vele malen de Wijze mensen gezegdZeven dagen arbeiden, dan ver dient men immers 7/6 maal zooveel dan wanneer men zich houdt aan 't onprac- tis'che goddelijke gebod. Menigmaal' reeds heeft de uitkomst deze wereldwijzen in. hun eigen garen gevan gen. Np ook wederom. i i „Aan Lloyd George" zoo meldden de bladen „is rapport van de ge zondheidscommissie voor de werklie den in de munitiefabrieken voorge legd, waarin aanbevolen wordt, bet Zon- dagswerk af te schaffen, aangezien ge biteken is, dat dit naöeelïg is voor de werklieden en de productie er op den duur onder lijdt." Yoor ons nigts nieuws. Maar alweer 'n bewijs dat de ordi nantiën God® op den duiur niet straf feloos wérden overtreden. Hij gaf ze eerst tot Zijn eer. Maar dan ook tot heil d s m e lu is c hen. Tweede Kamer. Het is en bljjft een raadsel. De nationale eendracht op het spel. Niet malsche kri tiek van rechts. De re geering in de engte gedreven. Gulden 'woorden. De houding der regeering is toch wel zeer zonderling. Hoe langer men er over nadenkt, hoe vaster de overtuiging wordt, dat die houding tweeslachtig is. Niet alleen omdat de rechterzijde met bijzondere wetten wordt geprovoceerd en geirritjeerd, gelijk onze a. r. afgevaardigde Rrflafrs zoo tteirecht opmerkte, steken we het hoofd op, doch in 't algemeen is er zooveel raadselachtigs in de houding van het kabiniet, dat men zich angstig af vraagt: Kan dit zoo nog lang voortgaan? De lieer dr. de Visser heeft er weer bij stilgestaan en zijn hoofd geschud. Ziehier, waarop de zaak neerkomt. Wa hebben 't hier al vaker gezegd, doch we kunnen op dit punt niet te duidelijk zijn, waar het lót van het ministerie, dat we thans niet gaarne zouden zien vertrekken, zoo nauw verband met een en ander houdt. De regeering dan trachtte den in druk te vestigen, dat ons vader land nog leeft in onmiddellijk oor logsgevaar. Van eenige ontspanning voor ons land, zelfs van eenig uitzicht daarop kan, meent de Regeering, geen sprake zijn. In het licht dezer beschou wing bezie men de mobilisatie. In het huidige kabinet bestaat voldoende tegen wicht tegenover een eenzijdige militaire beschouwing. De vooruitstrevende man nen ontwringen zich aan elke poging om den druk onzer 'toeermacht ie verlichten Alle Vragen in dien geest worden ont> weken. Het is d ui d e 1 ij k dat de Re g e r i n g evenmin mededeelin- gen wil doen, als zelfs eenige veranderingen in het beleid brengen. De Regeering blijft onwrik baar staan, hoe ook de aandrang in en buiten die Kamer toeneemt. De onzeker heid die verleden jaar bestond, gaat voort ons thans te pijnigen. En juist daarom staat men voor het raadsel dat de Regeering in politieke za ken van opvatting verandert. Terwijl ver leden jaar niets mocht geschieden dat de eendracht kon breken, kan thans de politieke strijd herleven. Dit brengt ons in een zonderlingen toestand. Eenerzijds moet de eendracht onaangeroerd blijven; •anderzijds zet de regeering de deur wijd open voor den heftigen strijd in het bin nenland. Ook voor onze legermacht kan dit laatste bedenkelijk worden, wanneeir zij in den pol'itieken strijd wordt be trokken en de politieke hartstochten wor den ontketend. En dan heeft links tot rechts de verma ning durven richten, om toch niet op po- litieken oorlogswinst uit te gaan, terwijl de regeering zelf de nationale eendracht in 't gedrang brengt,. Daarin nu schuilt het groote raadsel, waarvoor wij staan. Wie l'ost liet op? Neen, dan kunnen wij 't beter vinden met het bujtenlandsch beleid der regee ring. Daarvoor bracht de heer Rutgers dan ook terecht hulde. Zij deed alles tot handhaving van onze strikte neutraliteit. Maar, zeide hij', er is voor ons lapd ;nog een andere taak weggelegd, een taak n.l. buiten ons land geltegen. Hetrtcan zijn, dat de tijd nadert, waarop pogingen zullen moeten worden Uahgewend om tot vrede te komen. Zijn wij dan gereed om het ónze te doen; zal' dan b.v. een door Nederland bijeenl- geroepen conferentie succes hebben? De heer Rutgers gaf het ernstig in overweging zich klaar te houden,. We twijfelten er niet aan, of de minister is ernstig genoeg, om een en ander te over denken en naar zijn beste weten te han delen. Minder mild was de laatstgenoemdeaf gevaardigde, toen het kolenbureau ter sprake kwam, dat volgens hem geheel en al' onder invloed staat van belangstel lenden bij den invoer uit Duitschland en viele ongerechtigheden op zij-n gewe ten heeft. De kritiek was hier niet zeer malsch. Men krieeg grief op grief te hooren en aan het slot den eisch, dat de kolen- import uit Engelalnd niet beperkt zou worden. Zeer boos was de heer Rutgers over het feit, dat men den uitvoer Uit En geland voor smokkelarij of iets der gelijks durfde houden. Maar de kritiek zou nog scherper wór den. Het ontwerp-ouderdomvoorziening, al dus de Hilversumsche afgevaardigde, is zoo uitdagend mogelijk voor de rechter zijde. Het is provoceerend, vooral, om dat het terugkomt op een maatregel ge troffen onder de vorige regeering. Irriteerend is de houding van den minister nog* bovendien ten aan zien van de invaliditeitswet. Hij wil 'namelijk geen regeling ontwerpen nopens artikel 411, terwijl heel de wet alleen mogelijk was, wanneer men voor het over gangstijdperk enkele voorzieningen trof. Wat de minister doet, komt daarop neer, dat hij weigertde wet uit te voeren. 't Gevolg is natuurlijk, dat de invalidi teitswet, die reeds had moeten werken, eerst over jaren den invaliden welda den zal bewijzen. Behalve dr. De Visser en Rutgers heeft ook de chr.-hist. afgevaardigde De Geer de regeering op het stuk van het be stand in de engte gedreven. Hij haalde o.m. aan, wat minister Treub in No vember 1914 antwoordde op een inter ruptie van Rutgers, n.l. dat het politiek bestand belette over de Invaliditeitswet te spreken. De heer De Visser laat ons nog 'n enkel woord aan z'n raak betoog ont- leenen acht ook ee grondwetsherzie ning gansch geen onderwerp voor den tijd van een bestand, omdat daarin een vraagstuk wordt aangeroerd, dat „de diepste beginselen van ons staatkundig leven" raakt, namelijk het vrouwenkies recht. Men herinnert zich, dat de heer Lohrnan in denzelfden geest heeft gespro ken. Nog even liet de heer De Visser uitkomen, dat hij tegenover dit kiesrecht staat. Meer zijn traditie getrouw om mee gaander te wezen voor de liberale over zijde dan de leider der christelijk-histo- rische partij', was de heer De Geer van oordeel, dat de grondwetsherziening juist een chapiter vormde voor een bestand; maar hij voegde er een „mits" bij; mits namelijk de ware hestandsgeest, zich uit drukkend in compromissen, aanwezig zij. Doch zelfs met een „mits" zouden we dit niet gaarne onderschrijven. Verder zijn er nog. gulden woorden ge sproken door de rechtsche leden Van Yuu- ren, die de economische politiek besprak, Beumer, die de ambtenaren-tractementen onder -handen nam, Duvmaer van Twist, die de regeering over militaire aange legenheden critiseerde en Van AVijhber- gen, die Beumer's woord aanvulde en voor duurtetoeslagen ijverde. Sannes (s.-d.) verdedigde tegenover Bos de maximum-prijzen, bedoeld als een bui tengewone maatregel in buitengewone tij den, toen de wet van vraag en aanbod niet gold, en Koster (v.-d.) wees op eenige bezuinigingen, die konden worden inge voerd, en die een betere bezoldiging van ambtenaren en werklieden mogelijk zou den maken. Vooral Treub heeft er leelijk van langs gehad. Tegen hem is de storm het hardst opgestoken. Hij heeft het er dan ook naar gemaakt. Minister Cort zou vanmorgen gaan ant woorden. Hij heeft de belangrijkste de batten in 5 punten samengevat en zal ze ook achtereenvolgens zoo beantwoor den, n.l. lo. de verhouding tusschen re geering en Staten-Generaal, 2o. de bui- tenlandschb politiek en wat daarmee sa menhangt, 3o. de economische maatre gelen, 4o. de mogelijkheid van bestaande nooden nog te lenigen en 5oi. de bin- nenlandsche politiek. [Met belangstelling: zullen we- de Re- geeringsverklaringen tegemoet zien, want we staan voor gewichtige dingen in de parlementaire wereld. Êeküopt overzicht van den toestand. De actie der geallieerden aan de Dar- denellen Is geheel mislukt. Er zijn nog Entente-troepen pp Gal- lipoli, doch naar alle waarschijnlijklheid zullen ze allen spoedig het hazenpad ge kozen hebben. Uit Sofia wordt tenminste bericht, dat tengevolge van de verhoogde activiteit der Turks'che .troepen op- het schiereiland Gallipoli de toestand van het expeditie- leger van dag tot dag gevaarlijker wordt. Het intreden van den winter belet thans den aftocht D© schepen kunnen dagen, lang het strand niet naderen; de landingsplaat- sen, maanden lang; met moeite aangelegd, staan onder water en zijn ten gronde ge gaan. In goed ingelichte kringen rekent men er niet alleen op; dat de expeditie troepen 'binnenkort van het schiereiland verjaagd worden, maar ook! dat een deel in gevangenschap zal raken. Wie zeggen dus niet te veel, wanneer we de geheele Dardanellen-actie een groot echec voor de Franstehen en Engelschen noemen. Wat de Entente-expeditie naar Servië betreft, deze dreigt een comedie te wor den. t We hebben gisteren doen zien, dat de vraag wat er gebeuren zal, zoo de Entente den strijd op- Griefcschen bodem zou over brengen, die tot dusver slechts theore tisch besproken werd, wel eens spoedig voor de practisehe oplossing kan staan. Die oplossing kan wel pens gauwer komen, dan we vermoeden. Volgens 'een Duitseh 'blad 'zijn reeds hier en daar Duitsehe cavalerie-patrouil- les aan de Grieksche grens opgedoken, en verneemt men van de Fransch-Engel- sche troepen, dat zij hun terugtoohtslinie verzekeren, en reeds hun schanswerken op Grieklsch gebied ondernamen. De beslissing van Griekenland moet dus nu wel genomen Worden. En als het de nieuwe nota, die als een verzameling van eischen den vorm Van een ultimatum heeft, niet in den geheelen omvang aanneemt, hebben we de poppen aan het dansen. Dan krijgt men 'een tragedie, die ieder offer aan menschenbloed verre over treft. Wie hebben gezien, dat de verklaringten van den Griefcschen koning, hoe vrien delijk Zij lijken te klinken feitelijk een ernstige bedreiging voor de Entente uit maken en min of 'meer het karakter heb- ]j©n Van een ultimatum De Entente wordt immers voor de keus gesteld om de Balkan-campagne op te geven, of zich 'aan zeer gevaarlijke mo gelijkheden van den kant van Griekenland bloot te stellen. Hoe ook de keuze wezen zal, aan bedde zijden brengt zij''een ge voelig échec. Persoonlijke dapperheid. Van Duitsehe zijde schrijft men de vol gende verhalen over dapperen op het Westerfront Het eerste verhaal betreft de 5e bat terij van het zooveelste regiment. Den 25en September van dit jaar lag deze onder lievig vuur. De telefoonleiding met de infanterie was afgebroken! Dichte kruit damp en een ondoordringbare stofwolk lagen over het gevechtsveld. Iedere waar neming van den vijand was onmogelijk. Tegen tien uur 's morgens bereikte het vijandelijk vuur zijn toppunt. Do telefoon te herstellen scheen onmogelijk. Daar meldt zich de rijder Alwin Beyer uit Gossmannsdorf vrijwillig om de leiding te herstellen. Met het hoofdtoestel en de kabelrol op'den rug gaat hij op leidings- patrouille. Op handen en voeten kruipt hij voorwaarts en bereikt veilig; de breuk. Een zware granaat is er ingeslagen. Rond om hem vallen voortdurend nieuwe neer. Onbevreesd verbindt hij echter de beide einden. Met zijn hoofdmicrofoon schakelt hij zich nu in en roept den waarnemer van de artillerie op. Deze doet zich hoo ren. De infanterie is echter niet t© be reiken. Men moet dus verder. Dicht voor de loopgraaf vindt hij een tweede breuk, Onmiddellijk is ook deze in orde. Weer roept hij den waarnemer der artillerie en de infanterie op. Nu hoort hij alleen de infanterie. De draad moet dus achter hem weer vernield zijn. Onvermoeid en onverschrokken gaat hij terug. Zoo, nu heeft hij de nieuwe breuk gevonden. Snel is ook deze gerepareerd. Het was hoog tijd. Nauwelijks is de leiding gereed of het bericht iromt, dat de vijand de be storming begint. Het tweede verhaal betreft de zesde batterij van hetzelfde regiment. Deze was plotseling naar een plek gebracht, waai de Franschen vodruit gedrongen waren en dit hardnekkig en taai voortzetten. Een wilde aanval was begonnen, een onbeschrijfelijk trommelvuur lag op de zesde batterij, die zich trotsch handhaafde dicht achter de infanterie. Met doodsver achting deden de kanonniers hun plicht, ondanks het razende vuur. Plotseling slaat een granaat in een stuk, doorboort het schild en ontploft onder de manschap pen. Zeven splinters treffen den richt- kanonnier, korporaal Rudolf Reschke uit Freiburg en zitten in zijn borst en zijn armen. Korten tijd is hij' bewusteloos, dan komt hij bij. Het is zoo stil om hem heen. Hij kijkt rond on ziet, dat zijn kameraden, die zooeven nog hielpen den vijand af te slaan, dood of gewond zijn. Zoo zwaar gewond, dat zij niet meer kunnen opstaan. Nu vliegt de gedachte door zijn hoofd: je moet schieten, je. kanon mag niet stil staan. Met moeite zet hij zich op zijn plaats en ondanks zijn zware wonden bedient hij alleen zijn kanon tot zijn krachten hem begeven en hij bewusteloos naast zijn stuk valt. Een merkwaardige klacht. Admiraal Charles Beresford schrijft aan de Times Wij (Engeland) zijn op het oogenblik in een ingewikkelden warboel van wan orde en wanbeheer. Onze militaire veld tochten worden zonder eenig doel of plan geleid. Men houdt alleen rekening met politiek. In een oorlog moet de politiek door vloot en leger dwingend voorgeschre ven worden. De staven zijn niet geraad pleegd aangaande de vraag, of zij in manschappen en materieel de middelen hadden om verschillende soorten van po litiek van het kabinet door te zetten. Op zichzelf staande personen zijn geraad pleegd; maar de gemeenschappelijke mee ning van de staven is niet gevraagd. Het gevolg ervan zijn bijna overal rampen. Wij hebben niet ten volle partij ge trokken van onze heerschappij ter zee. In elk departement zien wij twijfel» iaar- zeling en uitstel. Een oorlog eischt snelle besluiten en onmiddellijk handelen. De kwestie van den toevoer van rekruten voor het leger is al eens uitgesteld, en zal blijkbaar opnieuw uitgesteld worden. Tenzij men onverwijld tot een beslissing komt, zal er een jaar mee gemoeid zijn, voor de rekruten die krachtens het een of andere nieuwe plan dienst hebben ge- nomep, klaar zullen zijn, om te relde te trekken. Het publiek walgt van de politiek, die geformuleerd is in het gezegde: Wacht maar eens af! Het gevaar voor jhet rijk wordt met. den dag duidelijker. Het land wacht op een krachtige, duidelijke lei ding. Onze tegenwoordige methoden zui len den oorlog eindeloos verlengen. In dien wij blijven aarzelen, zonder over een enkel waagstuk in verband met fien oorlog een besluit te nemen, zullen wij hals over kop een ramp tegemoet gaan. Harden on de Bulgaren. In het jaar 1913 men lette wel op het jaartal schreef Maximiliaan Harden over de Bulgaren: Bulgaren, gij hebt de woeste en leelijke instincten van de horden, van welke gjj afstamt, behouden. Maar hebt gij ten minste den stort vloed van uw afschuwelijk kannibalisme doen neerkomen over die Muzelmannen, die u eeuwenlang tyrannisteerden? Neen, tegen de Christenen en uw eigen geloofs- genooten zijt gij losgebarsten Tegen wie? Tegen Serviërs en Grieken. Niet alleen koning Konstantrjin. en ko ning Peter hebben ons overtuigende be wijzen van u|we bloedige daden verschaft, neen 't zijn journalisten, inieuw© onder danen en ambtenaren, 't is de geheel'e stoet van vreemde geneesheeren ook. Dat zijn allen ernstige, onpartijdige mannen, die niets tegen u hebben. Ziehier wat wij zagenafgesneden neut zen en ooren, Verminking en kwelling van gewonden, worging en ophanging van geboeide gevangenen, afgesneden hoofden en uitgestoken oogen van ontwapende bur gers enz. Harden somt vervolgens nog teen reeks Buigaarsche daden tegen vrouwen op, wel ke 'wij maar in de kroniek van 1913 zullen laten. Korte Oorlogsberichten. Te Lambeth (Londen) vervoegde zich dezer dagen een jonge Australiër, die naar zijn land terug wilde, bij de autoriteiten om zijn papieren te halen, De ambtenaar, die tot dat doel zijn hand- teekening moest zetten, maakte bezwaar, omdat hij den Australiër er van verdacht zich aan de dienstneming te willen ont trekken. De Australiër ontkende en zei- de, dat hij van plan was', in Australia dienst te nemen. De ambtenaar merkte op, dat hij dan zeker te Iaat zou ko men, want het was ,twee maanden van Engeland naar Australië en twee maanden terug. En ovier vier maanden zou de oorlog zijn afgeloopen! Ten slotte kreeg de Australiër toch die gevraagde papieren. Japan en Rusland. De groote leveranties yan Japan en Rusland be treffen in het bijzonder stoffen voor mi litaire kleeding en laarzen, daargelaten) nog de staatslieveringen van wapens en munitie. De bestellingen uit Rusland ne men ©en steeds grooteren omvang aan. In het Duitsehe leger zijn sinds een jaar papieren ransels in gebruik. Deze ransels zijn inplaats van het vroeger ge bruikte leer of zeildoek, overtrokken met een grijsgroen gekleurd papieren weef sel'. Ook de lange draagriemen zijn van papier gemaakt. De breede riem, die de rugzijde van boven afsluit, en de korte sluitriemen zijn yan leer. Het stadsbestuur te Brussel' heeft openbare warmpl'aatsen ingericht in vier volkswijken van de stad. In groote halls worden banken geplaatst en stoelen waai de ongelukkigen komen uitrusten en zich warmen. De prijs van petroleum in België is tot 2 francs (ongeveer f 1.per liter ge stegen. De Grieksche bladen melden, dat- een Duitsehe onderzeeër een Grieksch stoomschip nabij Messina aanhield en den vroegeren Engelschen militairen attaché Napier en kapitein Wilson, een lid van het Engelsche lagerhuis, van boord mee nam. De strijd in Perzië. Volgens een telegram uit Bagdad maakten de on der Turksch bevel staande krijgers tus schen Kermanschah en Sirma in Perzië drie machinegeweren buit en namen drie honderd kozakken, onder bevel van den officier Samanteff, gevangen. De Handels oorlog. Een groote Oostenrijksche onderzeeër beschoot in het Oostelijk gedeelte van de Middellandsche Zee het Amerikaansche tankstoomschip „Petrolite" met granaten. Een lid der bemanning werd licht gekwetst. Naar het schijnt, slaagde de „Petrolite" er in te ontsnappen. i 1

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1