MUM
Jen,
liejassen.
ie Smidsknecht
0-,
Mmhë
Mo. 58
Dinsdag 7 December 1915
30e Jaargang
talveren
V WIJN
ilfvaarzen,
alfvaars,
rvaarzen,
tte Koe
ndknecht
necht
Meid
Meid
Uit de "Pers.
De Qmote Oorlog»
BURG.
van EFFECTEN.
CUE COUPONS.
THEEKBANKEN.
pet.
pet.
pet.
ARNHEM.
N AARTSEN,
Zijn en Gedistilleerd.
necht, goed bekend
irk en hoefbeslag,
tkersknecht
S.D. A.P. en de Oorlog.
flM
maf Woensdag.
3, Volderijlaagte.
ide Wijn voor zieken
■stellenden.
f0,55 per halve flesch.
;r scheikundig toezicht).
2, Middelburg.
1 KOOP
jij A. P. VAN NIEU-
Oostkapelle.
KOOP
bij L. CIJSOUW Hz.
KOOP:
één op rekening en de
bij F. BESUIJEN, bij
KOOP
December,
30IJMAN, Kruiningen.
CORNELISSE, Seroos-
1 Januari 1916, wegens
oning beschikbaar, P.G.,
fENHUIJSE, smederij,
it Mei
lie met paarden kan
CEYAAL, Boschzicht
tri of vroeger
's-Heer Arendskerke.
satie met Mei a. s. of
hoog loon, bij C. DE
i e w e g e nbjj Goes.
an
:t Maart
met Mei
BOCXNE, Hoedekens-
^'ed. C. LOUWERSE,
erke.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERG#
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Gees:
Ê.AN SE VORSTSTRAAT 2*S.
Bureau te Middelburg!
^IRMA F. P. DHUIJ - L. BUR©.
Drukkers:
Oosterbaan {.e Cointro - Goes.
Een der beste redevoeringen door den
voorzitter onzer antirevolutionaire Ka-
inercilub uitgesproken, js wel die ge
weest welke men in de Tweede-Kamer
zitting van 2 December j.l. Ie hooren
kreeg.
De heer De Savornin Lohman had den
vorigen dag reeds tot hot kabinet een
ernstig woord gesproken, onder meer en
vooral naar aanleiding van de verbre
king van het Bestand door dit kabinet
De heer v. d. Voort van Zijp sloot
zich hierbij aan, en herinnerde nog eens
er aan dat dit kabinet geen reflex bood
op den stembusuitslag van 1913; dit toch
zorr wel het geval geweest zijn met het
kabinet-Bos, wanneer de heer Bos, ge
lijk het behoorde met de sociaal-demo
craten saam een concentratie-kabinet had
saamges teld. Het ministerie-Gort v. d.
Linden daarentegen is zulk een kabinet
niet. Het is een extraparlementair ka
binet; waarom verbreekt het dan nu het
Bestand, door wetsontwerpen voor te stel
len; die uit het programma der verbonden
linksohe partijen genomen zijn.
Dit kabinet heeft, zoo doende, aan
Rechts den handschoen toegeworpen.
Rechts zal dienovereenkomstig de uitda
ging weten te beantwoorden.
Na dit te hebben uiteengezet, nam de
afgevaardigde van Tietjerksteradeel de
rede van den heer Schaper, onder han
den.
De heer Schaper had de sociaal-demo
cratie verheerlijkt als de echte vrede
stichtster, en haar aangeprezen als de
groote redster van landen en volken.
Reeds had de heer Lieftinck, op niet
zeer broederlijken toon, dezen zijn jon
geren broeder bij in-de red©-valling -op- zijn
plaats gezet; doch de heer v. d. Voort
van Zijp kwam met argumenten voor den
dag, waarmede hij de fantasieën van den
vico-voorzitter der Kamer tot haar juiste
(verhouding terugbracht.
De spreker begon .met te herinneren
aan het woord van mr. Troelstra in
diens „Wereldoorlog en Sociaal-democra
tie" namelijk „om over de golven van
het beleedigd nienschelijk gevoel te doen
schijnen het licht van de sociaal-democra
tische rede als 'baken in den klassen
strijd", een eisch waaraan de heer Scha
per in diens rede niet had voldaan. En
toen vervolgde hij1:
l.-i
„Het komt mij voor dat een van zijn
partijgenooten meer voorzichtigheid aan
den' dag heeft gelegd toen hij verklaarde
dat hjj, na hetgeen hij gezien had van
het kleine Belgische leger, en van de
actie der onderzeebooten, veel dingen an
ders begreep dan hij ze vroeger verstond.
Het komt mg voor, dat de geachte af
gevaardigde voorzichtiger zijn moet. Ten
eerste wanneer hij spreekt over de weer
macht van het volk, en nu reeds zijn
stem gaat verheffen tegen geldaanvragen
voor leger en vloot, en in het bijzon
der tot de antirevolutionaire partij zegt
gij zijt toch de militairistische partij,
want gij staat altijd maar gereed geld
te geven vbor de weermacht. Laat mij
er dan even aan herinneren, dat de heer
Troelstra er in het zooeren genoemde
Werk op wijst, dat de sociaal-democraten
altjjld het sociale belang stelden hoven
het belang van de landsverdediging. Of
dat juist js geweest, dat zal nog te be
zien zijnook de sociaal-democraten vo
teerden de oorlogscredieten. Laat mij,
waar Hij citaten geeft om aan te too-
nen, dat deze oorlog ontstaan is louter
door economische redenen, een citaat ge
ven, van een van zijn partijgenooten. An
ton Fenrdich, die verschillende politieke
vlugschriften geschreven heeft over den
hedendaagschen oorlog en die in.een van
die brochures zegt
„De ervaring van den zomer van
1914 heeft geleerd, dat men voor tien
tallen van jaren gewapend moet zijn.
De weermacht is thans de leus. Daar
voor zijn millioenen gezonde kinderen
van het volk noodig. In' donkere wo-
ningen en hoekjes van de huurkazernes
bloeien echter geen rozen op de wan
gen. Woninghervorming op groote
tschaal is het eerste wat tot voltooiing
van Duitschland's weerbaarheid moet
worden verlangd".
Dit is een andere uitspraak dan die
van den geachten afgevaardigde uit Ap-
pingedam.
Laat ook hij voorzichtig zijn met te
spreken van veroveringspolitiek en een
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKOAe,
ruimer plaats onder de zon. Ik zal het
verwijt laten rusten, dat tot zijn vroegeicn
collega Vliegen is gericht, naar aanlei
ding van diens beruchte telegram aan
den Duitschen afgevaardigde Weill,
waaromtrent werd gezegd, dat ook de
hoer Vliegen aanstuurde op veroverings
politiek. Laat ik hem herinneren aan de
bekende redevoering,, door den sociaal-
democratischen afgevaardigde Scbeide-
niann te Neurenberg gehouden, en waar
in deze heeft gezegd
„Wij sociaaldemocraten willen een
duurzamen vrede, die ons de zekerheid
geeft, dat wij na den- oorlog met de
volkeren, waarmede wij thans oorlog
voeren, weer in vriendschap kunnen
leven. Ons doel moet de veiligheid van
ons eigen land zijn, en de mogelijkheid
van deelneming .aan de conc-urreaitio
op de wereldmarkt".
Laat de geachte afgevaardigde uit Ap-
pingedam voorzichtig zijn, wanneer hij
met zooveel woorden het kapitalisme en
alleen het kapitalisme als de oorzaak aan
wijst en tot ons komt met het verwijt,
dat wij, die Christelijke politiek wensohen
te voeren, eigenlijk de schuldigen zijn.
In een interview liet Dr. Südekum zich
tegenover den Amerikaanschen oud sena
tor Reveridge als volgt uit: na te heb
ben uiteengezet, dat de oorlog begonnen
was omdat de Engelschen niet van zins
waren de eerlijke Duitsche concurrentie
te verdragon, verklaarde hij, dat Duitsch
land op het gebied van wetten ten bate
der arbeiders vooraan stond, en trachtte
hij' te ontzenuwen de beweringen omtrent
het Duitsche milibairisme. Hij vertelde
wat de sociaal-democratie van den oor
log verwacht voor de omvorming der
Duitsche toestanden: een nauwer aaneen
gesloten Duitschland, waar de bevolking
onderling vaster verbonden is dan ooit
te voren. Een sterkeren geest van solida
riteit. En zeide. t.p.n slofte
„Een feit :ds, dat zoolang deze oorlog
duurt, en hij moet zoo lang duren tót
Duitschland een zekeren en eervollen
vrede verkregen heeft, er in Duitsch
land geen partijen, geen afscheidingen,
van welken aard ook zijn, en dat de
oorlog, als men hem dan den oorlog
«ener bepaalde klasse wil noemen, de
„oorlog der Duitsche arbeiders." is".
I
u
Dat is iets anders dan af te geven op
ihet kapitalisme.
En tenslotte zou ik hem in overweging
jvïllen geven, om pok voorzichtig te zijn,
wanneer hij spreekt over het internatio
nale en het nationale. Ik zou hem in
overweging willen geren, nog eens na te
lezen wat daarover geschreven is in de
toelichting van Kautsky op het Erfurter
program. Een enkel citaat zij mij veroor
loofd, waarin Kautsky hemelhoog verheft
de internationale gedachte. Hij zegt:
„Het proletariaat wordt niet in de te-
genstrijdige houding, die de kapitalisti-
- sche productie voor de overige klassen
der maatschappij schept, betrokken. Hoe
meer het zich ontwikkelt en een zelf
standige partij wordt, des te duidelijker
treedt op de meest verschillende gebie
den het verschijnsel aan "t liciht, dat het
van elke twee tegenstrijdige neigingen
der kapitalistische productiewijze
slechte voor ééne vatbaar is, terwijl
de andere al minder en minder in
vloed op liet proletariaat uitoefent.
Een natuurlijk gevolg vau deze „een
zijdigheid" is, dat de neiging tot een
innig internationaal verband onder de
proletariërs der verschillende beschaaf
de landen meer en meer toeneemt, en
dat de neiging tot nationale afzondering
en nationale» strijd in hun rijen allen
invloed verliest.
De kapitalistische productiewijze
heeft den arbeider, door hem bezitloos
te maken, van zijn geboortegrond los
gemaakt. Hij heeft geen vast tehuis
én dus ook geen vast vaderland.
Evenals de koopman heeft ook hij
tot grondstellingubd bene, ibi patria,
Waar de beste arbeidsvoorwaarden, zijn,
daar is mijn vaderland".
Hetzelfde wat de geachte afgevaardigde
en zijn geestverwanten steeds aan ons
volk hebben geleerd.
En dan heet het:
„Elk Meifeest toont het op duidelijke
wijze, dat het de massa's der nijvere be
volking zijn, die in de middelpunten
van het^economiscih en politiek leven
in alle landen met moderne cultuur,
zich hun internationale solidariteit be
wust zijn, dat zij het zijn, die tegen
den oorlog protesteeren en verklaren,
dat de zoogenaamde nationale tegen
stellingen in werkelijkheid geen tegen
stellingen tusschen de volkeren meer
zijn, maar niets anders dan tegenstel
lingen tusschen hunne uitbuiters".
Wanneer men deze citaten leest, is clan
een wenk aan den geachten afgevaardigde
uit Appingedam tot voorzichtigheid op
zijn plaats, ja dan neen?
Ten slotte zou ik willen vragen met
welk recht die geachte afgevaardigde nu
wat door hem genoemd wordt het offi-
cieele Christendom aanvalt? Welk Chris
tendom is dat? Aan de eene zijde heeft
hij de macht van dat Christendom ge
constateerdhij heeft dat Christendom
verwetengij zijt de oorzaak, dat deze
wereldoorlog niet voorkomen werd, gij
zijt immers oppermachtig. Aan de an
dere zijde verklaarde hij, dat de macht
van den Paus, de macht van het hoofd
van die Kerk, die een zeer groot aantal
Christenen tot haar leden rekent, niet
in staat geweest is om op Kerstdag een
wapenstilstand tot stand te brengen. Ik
zou deu geachten afgevaardigd© willen
vragen, waar in zijn program steeds ge
sproken wordt over den wereldvrede die
aanstaande is, of hij mij zou willen aan-
toonen Afvaar in ons program van dien
wereldvrede gesproken wordt. Zijn cate
chismus en de catechismus van het Er
furter program, is een mislukking geweest.
Ik meen, dat- er nog een andere cate
chismus is, die geen fiasco maakt, ook
in dezen tijd niet, omdat hij spreekt van
haat, van afgunst, van zelfzucht, van
zonde, 'die in het maatschappelijk hart
wonen en die ten slotte de diepste oor
zaken ook van oorlogen- blijven zullen".
Deze tegenstelling tusschen den Hei-
delbergschen Catechismus uü Gods Woord
geput en den catechismus der sociaal
democraten is een uitnemend slot op dze
philippica van den Friescihen afgevaar
digde.
Zoo is het: niet het Christendom maar
luiL -Slzvowvliia mo IWt.of-t. J -7Ut
log afgelegd. Het socialisme heeft zich
als de vredestichter voorgedaan. Hét vre
derijk zou komen waar het socialisme zijn
intree deed. Maar deze_ bewering is
onjuist gebleken.
Het Christendom hééft zich nimmer
inet deze pretentie aangediend; integen
deel het heeft geleerd en staande gehou
den dat zoolang de zonde heerscht, de
oorlogen niet zullen ophouden. Maar
het heeft zich gesteld tegen alle onrecht
vaardige oorlogen, ten niet alleen den
Overheden maar ook den Volken hunne
roeping voorgehouden, zich te stellen on
der de tucht van het recht, en door
verstandelijk te handelen, zooveel in hen
is, den vrede onder elkander te bevesti
gen.
Een prediking waarmede liet Christen
dom alle eeuwen door zal hebben door
te gaan, e®. zal doorgaan.
De kerk en landverschaffing.
De Rotterdammer schrijft hierover:
Tenia's Landarbeidersw et blijft
nog altijd rusten in de ministerieele bu
reaux. Het zou zulk een kostelijke gele
genheid zijn geweest om deze zaak nu
eens in het bestand af te doen. Terechi
wees de lieer Lohman bij de al'gemeene
hegrootingsdebatten in de Tweede Kamer
er op, hoe dit onderwerp zich bij uitstek
tot behandeling leende, zonder ook maar
in het minst" do politieke hartstochten
te prikkelen
Minister Treub sloeg de sloopershand
aan deze wet niet: dit product van Tal
ma's noesten arbeid kon althans ©eniger
mate genade vinden in zijn oogen en het
werd niet ingetrokken.
Komt die wet tot stand, dan kan ver-
e-enigingsleren en gemeentebestuur zich
.met kracht wijden aan de bevordering van
het grondgebruik onzer landarbeiders. Van
overheidsmaatregelen alleen echter is geen
heil te| 'verwachten. De grondbezitters heb-
ben h;un goede gezindheid te betooneni
Armeninstellingen, diaconieën, kerken
die land ter beschikking hebben kunnen
goed werk verrichten.
De „Poortwachter" in „Friesch Kerk
blad" roerde pas deze kwestie aan en
schreef
Maar toch, als er Geref. Kerken zijn
met een hoekje land, wat kunnen ze
dan, zonder haar eigen huishouding
te schaden, daar een nut mee stichten
door het te verhuren aan den kléinen
man, die toont vooruit te willen en
te kunnen.
Wat zullen ze een „toeken" arbeider
of een vlrjtigen gardenier ermee in de
kléeren «tekgn
Deze menschen zuchten soms om een
stukje land en aan het opbieden- bij
publieke verhuringen kunnen en dur
ven ze niet eindeloos meedoen.
Van nabij weet ik van ©en land
eigenaar die een flink stuk land ouder
behoorlijke voorwaarden ter beschik
king stelde van onze „Patrimonium"-
mannen.
En öf het bevalt!
I JJÉ' 1
Het verband, waarin „Poortwachter"
schrijft, brengt mee dat hij! zijne opmer
kingen sléchts laat slaan op de Gerefor
meerde Kerken, maar uiteraard hebben zij
waarde voor alle Kerken.
Niet het minst de Hervormde Kerken
zijn dikwijls in het bezit van beteeke-
nend© landerijen.
Een onbehagelijken indruk maakt hel
wanneer bij onze Kerkbesturen zoo veel
vuldig wordt aangetroffen het afschuw©
lijk instituut van publieke verpach
tingen op korten tennijh, met al den
nasleep van onheilvolle gevolgen.
Juist onze kerkelijke instellingen kunt
nen zulk eenvoortreffelijk voorbeeld ge
ven door bij onderhandsche verpachting
tegen billijke voorwaarden den kleinen
man een stuk land te geven en aldus het
klein grondgebruik te bevorderen.
Beknopt overzicht van den toestand.
De Duitsche vredesvoorstanders la
ten we aannemen, dat ze inderdaad van
zich lieten hooren hebben in Enge
land een zeer slechte pers.
De Engelsche bladen willen van geen
vrede weten en ze •Rijzen erop, dat nu
ook Italië de overeenkomst vtm Londen
heeft goedgekeurd, de geallieerden vast
besloten Zijn den vrede onder eigen
voorwaarden te dicteeren.
Wanneer verteld wordt, zegt A, dat de
1 w t «1 t- -1 -v *- li-
den hun doel niet zullen bereiken, laat
jnen zich dan herinneren, dat er hetere
rechters zijn in Köjne.
De Duitsche inegeering, - aldus betoogt
B, hoopt door de huidige vredesma
noeuvres tweedracht te zaaien onder de
geallieerden en de sympathie te winnen
van teerhartige neutralen en de toene
mende ontevredenheid onder de Duitsche
volksmassa's te verminderen.
Geen vredesvoorwaarden van Bethmann
Heilweg zullen een van deze hoopvoDle
verwachtingen in vervulling doen gaan.
De geallieerden zijn het thans weer
eens, welke de eenige voorwaarden zullen
zijn, waarop zij over den vrede willen
spreken.
En C komt een en ander nog eens
aandikkenDuitschland kan vrede heb
ben op de voorwaarden der geallieer
den, wanneer het maar wil, doch nooit
op zijn voorwaarden. Het juiste antwoord
op het Duitsche complot is, dat de ge
allieerden de voorwaarden zullen vast
stellen, welke op het juiste moment aan
den vijand zullen worden vorgelegd.
Eén ding is bij al deze vredesbeschou-
wingen zeer opmerkelijk, n.l. dat men niet
leest van een slechte Franscbe pers.
Engeland houdt bij kris "en kras vol,
dat het geen vrede wenscht, tenzij het-
zelf de voorwaarden mag voorschrijven,
doch Frankrijk zwijgt.
Engeland kan mooi praten. Bij de bond-
genooten vergeleken heeft het maar wei
nige mannen op de slagvelden. Maar
Frankrijk het telt zijn dooden reeds
bij tienduizenden en het zucht onder de
drukkende lasten van het voor dit land
noodlottige bondgenootschap.
Maar het is niet meer mogelijk zich
aan die knellende banden te ontworstelen
Het moet mee. De meergenoemde over
eenkomst van Londen rekent niet met
de wenschen van een zuchtenden bond
genoot, die de uitputting nabij1 naar vrede
snakt.
We schreven maar weer over vredes-
geruchten en -beschouwingen, omdat het
nieuws van de fronten uiterst schaarscb
is. We verkeeren in een overgangstijd
perk. Zóó gaat het niet langer, oordee-
len de geallieerden. De centralen moeten
op andere wijze aangepakt.
De Dardanellen-actie mislukte. En even
als reeds de vraag is gesteld, of het
niet beter zou zijn de expeditie in do
Dardanellen op te geven wordt nu in En
geland de vraag overwogen, of het niet
beter zou zijn, de expeditie uit Saloniki
terug te roepen, die toch niet meer strek
ken kan om Servië te helpen, en die
wellicht elders beter kan worden gebruikt.
Want de vereeniging van het naar Ser
vië en Montenegro gelrokken overblijfsel
van het Servische leger met de troepen,
die te Saloniki of in Zuid-Servië bij Kri*
volatsj en de Tsjerna zijn, is wel niet
meer mogelijk. Het verhaal van de vlucht
der Serviërs naar Dibra en Skoetari toont
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
Prijs der Advertentiën
16 regels /"0.50, iedere regel meer 19 ei.
3-maai plaatsing wordt 2-maal berekend,
Bij abonnement voordeelige voorwaardes
Familieberichten van 110 regels ft.
iedere regel meer 10 ct.
dat van dit leger vooreerst niet veel t»
verwachten is. De artillerie en de trein
moesten worden in den steek gelaten,
eveneens de ammunitie-voorradenen aett
leger zonder artillerie en ammunitie kan
in dezen oorlog niet veel meer uitvoe
ren. In afwachting van de Italiaansöhs
hulp in Albanië is er van die zijde dus
naar men in Engeland meent niet
veel meer te verwachten.
Zeer terecht opgemerkt!
Nu weet men meteen, welke waarde
te hechten aan berichten, volgens welke
de Servische legers nu in veiligheid
zouden zijn.
Een onverwachte ontmoeting.
Uit het bekende Chr. weekblad „Ti-
motheus" nemen we deze treffende oor
logsherinnering over
Een ware geschiedenis is het.
Een groot aantal Duitsche soldaten staat
treurende aan een groot graf. Menig dap
pere gaf voor het Vaderland zijn leven.
En nu staan de nog levenden bij de
groeve om de laatste eer aan de doode
helden te bewijzen. Aangrijpend was de
korte prediking. En toen gingen langza
merhand de kameraden weg.
Alleen drie bleven staan. Want ach,
hun broeder was heengegaan. Ook hij lag
in de groeve. Wat hadden ze dikwijls als
soldaten blijmoedig met hun vieren lie
deren gezongen! En nu was het kwartet
-verbroken. „Naar huis' 'was hij gegaan.
In Sions zaalge ruste. Daar, waar geen
tranen meer zijn; waar geen dood meel
is
De drie vrienden besloten, alleen over
gebleven, een lied te zingen.
En zij zongen het lied van het „He
melsch Sion", zes verzen achtereen, waar
van het eerste, vertaald, luidt:
i
Hemelsch Sion, heerlijk zalig Eden!
Waar inMesechs land het hart naar haakt;
Waar zij rusten, die den strijd volstreden
Wior 't rminnf de voornroef reeds van
jsuiaaxu
t
Nauwelijksywas de laatste toon van het
lied weggestorven, en wendden de man
nen zich van de groeve af om hun leger
plaats op te zoeken, toen zij opeens den
keizer zagen staan. Blijkbaar was hij on
gemerkt uit het nabijzijnde bosch gekomen.
Vol verbazing en schrik stelden zij zich
in de houding. Maar de keizer zeide aan
gedaan: „Hebt dank! En zingt nog eens
dat .schoone lied voor mij". En het drietal
zong opnieuw hartelijk en vol vuur het
lied van het Hemelsch Huis. De oogen
van den keizer vulden zich met tranen.
En toen het lied was uitgezongen, zeide
hij„Kameradenhoe eenig schoon is dit
lied. Als het vrede is, kom ik in uw
dorpje u in uw huizen opzoeken". Har
telijk drukte hij hun de hand, en zoo
ging een ieder zijns weegs. Maar is het
wonder, dat de drie soldaten dit oogen-
blik niet kunnen vergeten?
Een interview met Von Hindenburg.
Maarschalk von Hindenburg uitte zich
in de Wiener Neue Presise" tegenover
Paul Goldmann o.a. als volgt:
Voorloopig willen de tegenstanders
geen vrede maken; zij zijn nog niet moe
de genoeg. Wij moeten hen dus verder
verliezen toebrengen, daar zij geen van
onze successen willen laten gelden.
Het zeldzaamste is, dat al deze vol
keren niet bemerken, hoe zij t zich slechts
voor Engeland opofferen. De* leuze is
voor ons niet volhouden alleen, maar
overwinnen.
De tactische toestand is uitstekend.
In het Oosten vooral bereikte het
Duitsche léger de meest gunstige strate
gische linie. Over het Russische militaire
materiaal' uitte von Hindenburg zich als
volgt
Met de nu; in het veld gebrachte reser
ves kunnen de Russen voortaan slechts
hun kader aanvullen, maar geen nieuw
leger vormen. Het is een uitvlucht, wan
neer de Russen hun nederlagen aan het
gebrek aan munitie wijten. In Kowno
vonden wij geheele bergen daarvan. Slechts
de demoraliseering van het leger was de
schuld van het prijsgeven van zulk een
stelling.
Met warme woorden herdacht von Hin
denburg het Oostenrijksch-Hongaarsche le
ger. Verder zeide. hijHet zou mijl zeer
in het' bijzonder verheugen, wanneer deze
oorlog de hoofdschuldigen: Engeland, Ser
vië en Italië, hun gerechte straf zou
doen lijden.
Rampzalig overschot.
Ziehier een stuk uit de beschrijving,
die een Fransch oorlogscorrespondent geeft
van {Hen terugtocht der overschotten van
het Servische leger, waar hij hij is ge
weest. Hij schrijft ,o.m.
Onze toestand is, terwijl ik deze re
gelen séhrijf, tragisch. Hongersnood met