MUM Jen, liejassen. ie Smidsknecht 0-, Mmhë Mo. 58 Dinsdag 7 December 1915 30e Jaargang talveren V WIJN ilfvaarzen, alfvaars, rvaarzen, tte Koe ndknecht necht Meid Meid Uit de "Pers. De Qmote Oorlog» BURG. van EFFECTEN. CUE COUPONS. THEEKBANKEN. pet. pet. pet. ARNHEM. N AARTSEN, Zijn en Gedistilleerd. necht, goed bekend irk en hoefbeslag, tkersknecht S.D. A.P. en de Oorlog. flM maf Woensdag. 3, Volderijlaagte. ide Wijn voor zieken ■stellenden. f0,55 per halve flesch. ;r scheikundig toezicht). 2, Middelburg. 1 KOOP jij A. P. VAN NIEU- Oostkapelle. KOOP bij L. CIJSOUW Hz. KOOP: één op rekening en de bij F. BESUIJEN, bij KOOP December, 30IJMAN, Kruiningen. CORNELISSE, Seroos- 1 Januari 1916, wegens oning beschikbaar, P.G., fENHUIJSE, smederij, it Mei lie met paarden kan CEYAAL, Boschzicht tri of vroeger 's-Heer Arendskerke. satie met Mei a. s. of hoog loon, bij C. DE i e w e g e nbjj Goes. an :t Maart met Mei BOCXNE, Hoedekens- ^'ed. C. LOUWERSE, erke. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERG# gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Gees: Ê.AN SE VORSTSTRAAT 2*S. Bureau te Middelburg! ^IRMA F. P. DHUIJ - L. BUR©. Drukkers: Oosterbaan {.e Cointro - Goes. Een der beste redevoeringen door den voorzitter onzer antirevolutionaire Ka- inercilub uitgesproken, js wel die ge weest welke men in de Tweede-Kamer zitting van 2 December j.l. Ie hooren kreeg. De heer De Savornin Lohman had den vorigen dag reeds tot hot kabinet een ernstig woord gesproken, onder meer en vooral naar aanleiding van de verbre king van het Bestand door dit kabinet De heer v. d. Voort van Zijp sloot zich hierbij aan, en herinnerde nog eens er aan dat dit kabinet geen reflex bood op den stembusuitslag van 1913; dit toch zorr wel het geval geweest zijn met het kabinet-Bos, wanneer de heer Bos, ge lijk het behoorde met de sociaal-demo craten saam een concentratie-kabinet had saamges teld. Het ministerie-Gort v. d. Linden daarentegen is zulk een kabinet niet. Het is een extraparlementair ka binet; waarom verbreekt het dan nu het Bestand, door wetsontwerpen voor te stel len; die uit het programma der verbonden linksohe partijen genomen zijn. Dit kabinet heeft, zoo doende, aan Rechts den handschoen toegeworpen. Rechts zal dienovereenkomstig de uitda ging weten te beantwoorden. Na dit te hebben uiteengezet, nam de afgevaardigde van Tietjerksteradeel de rede van den heer Schaper, onder han den. De heer Schaper had de sociaal-demo cratie verheerlijkt als de echte vrede stichtster, en haar aangeprezen als de groote redster van landen en volken. Reeds had de heer Lieftinck, op niet zeer broederlijken toon, dezen zijn jon geren broeder bij in-de red©-valling -op- zijn plaats gezet; doch de heer v. d. Voort van Zijp kwam met argumenten voor den dag, waarmede hij de fantasieën van den vico-voorzitter der Kamer tot haar juiste (verhouding terugbracht. De spreker begon .met te herinneren aan het woord van mr. Troelstra in diens „Wereldoorlog en Sociaal-democra tie" namelijk „om over de golven van het beleedigd nienschelijk gevoel te doen schijnen het licht van de sociaal-democra tische rede als 'baken in den klassen strijd", een eisch waaraan de heer Scha per in diens rede niet had voldaan. En toen vervolgde hij1: l.-i „Het komt mij voor dat een van zijn partijgenooten meer voorzichtigheid aan den' dag heeft gelegd toen hij verklaarde dat hjj, na hetgeen hij gezien had van het kleine Belgische leger, en van de actie der onderzeebooten, veel dingen an ders begreep dan hij ze vroeger verstond. Het komt mg voor, dat de geachte af gevaardigde voorzichtiger zijn moet. Ten eerste wanneer hij spreekt over de weer macht van het volk, en nu reeds zijn stem gaat verheffen tegen geldaanvragen voor leger en vloot, en in het bijzon der tot de antirevolutionaire partij zegt gij zijt toch de militairistische partij, want gij staat altijd maar gereed geld te geven vbor de weermacht. Laat mij er dan even aan herinneren, dat de heer Troelstra er in het zooeren genoemde Werk op wijst, dat de sociaal-democraten altjjld het sociale belang stelden hoven het belang van de landsverdediging. Of dat juist js geweest, dat zal nog te be zien zijnook de sociaal-democraten vo teerden de oorlogscredieten. Laat mij, waar Hij citaten geeft om aan te too- nen, dat deze oorlog ontstaan is louter door economische redenen, een citaat ge ven, van een van zijn partijgenooten. An ton Fenrdich, die verschillende politieke vlugschriften geschreven heeft over den hedendaagschen oorlog en die in.een van die brochures zegt „De ervaring van den zomer van 1914 heeft geleerd, dat men voor tien tallen van jaren gewapend moet zijn. De weermacht is thans de leus. Daar voor zijn millioenen gezonde kinderen van het volk noodig. In' donkere wo- ningen en hoekjes van de huurkazernes bloeien echter geen rozen op de wan gen. Woninghervorming op groote tschaal is het eerste wat tot voltooiing van Duitschland's weerbaarheid moet worden verlangd". Dit is een andere uitspraak dan die van den geachten afgevaardigde uit Ap- pingedam. Laat ook hij voorzichtig zijn met te spreken van veroveringspolitiek en een De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKOAe, ruimer plaats onder de zon. Ik zal het verwijt laten rusten, dat tot zijn vroegeicn collega Vliegen is gericht, naar aanlei ding van diens beruchte telegram aan den Duitschen afgevaardigde Weill, waaromtrent werd gezegd, dat ook de hoer Vliegen aanstuurde op veroverings politiek. Laat ik hem herinneren aan de bekende redevoering,, door den sociaal- democratischen afgevaardigde Scbeide- niann te Neurenberg gehouden, en waar in deze heeft gezegd „Wij sociaaldemocraten willen een duurzamen vrede, die ons de zekerheid geeft, dat wij na den- oorlog met de volkeren, waarmede wij thans oorlog voeren, weer in vriendschap kunnen leven. Ons doel moet de veiligheid van ons eigen land zijn, en de mogelijkheid van deelneming .aan de conc-urreaitio op de wereldmarkt". Laat de geachte afgevaardigde uit Ap- pingedam voorzichtig zijn, wanneer hij met zooveel woorden het kapitalisme en alleen het kapitalisme als de oorzaak aan wijst en tot ons komt met het verwijt, dat wij, die Christelijke politiek wensohen te voeren, eigenlijk de schuldigen zijn. In een interview liet Dr. Südekum zich tegenover den Amerikaanschen oud sena tor Reveridge als volgt uit: na te heb ben uiteengezet, dat de oorlog begonnen was omdat de Engelschen niet van zins waren de eerlijke Duitsche concurrentie te verdragon, verklaarde hij, dat Duitsch land op het gebied van wetten ten bate der arbeiders vooraan stond, en trachtte hij' te ontzenuwen de beweringen omtrent het Duitsche milibairisme. Hij vertelde wat de sociaal-democratie van den oor log verwacht voor de omvorming der Duitsche toestanden: een nauwer aaneen gesloten Duitschland, waar de bevolking onderling vaster verbonden is dan ooit te voren. Een sterkeren geest van solida riteit. En zeide. t.p.n slofte „Een feit :ds, dat zoolang deze oorlog duurt, en hij moet zoo lang duren tót Duitschland een zekeren en eervollen vrede verkregen heeft, er in Duitsch land geen partijen, geen afscheidingen, van welken aard ook zijn, en dat de oorlog, als men hem dan den oorlog «ener bepaalde klasse wil noemen, de „oorlog der Duitsche arbeiders." is". I u Dat is iets anders dan af te geven op ihet kapitalisme. En tenslotte zou ik hem in overweging jvïllen geven, om pok voorzichtig te zijn, wanneer hij spreekt over het internatio nale en het nationale. Ik zou hem in overweging willen geren, nog eens na te lezen wat daarover geschreven is in de toelichting van Kautsky op het Erfurter program. Een enkel citaat zij mij veroor loofd, waarin Kautsky hemelhoog verheft de internationale gedachte. Hij zegt: „Het proletariaat wordt niet in de te- genstrijdige houding, die de kapitalisti- - sche productie voor de overige klassen der maatschappij schept, betrokken. Hoe meer het zich ontwikkelt en een zelf standige partij wordt, des te duidelijker treedt op de meest verschillende gebie den het verschijnsel aan "t liciht, dat het van elke twee tegenstrijdige neigingen der kapitalistische productiewijze slechte voor ééne vatbaar is, terwijl de andere al minder en minder in vloed op liet proletariaat uitoefent. Een natuurlijk gevolg vau deze „een zijdigheid" is, dat de neiging tot een innig internationaal verband onder de proletariërs der verschillende beschaaf de landen meer en meer toeneemt, en dat de neiging tot nationale afzondering en nationale» strijd in hun rijen allen invloed verliest. De kapitalistische productiewijze heeft den arbeider, door hem bezitloos te maken, van zijn geboortegrond los gemaakt. Hij heeft geen vast tehuis én dus ook geen vast vaderland. Evenals de koopman heeft ook hij tot grondstellingubd bene, ibi patria, Waar de beste arbeidsvoorwaarden, zijn, daar is mijn vaderland". Hetzelfde wat de geachte afgevaardigde en zijn geestverwanten steeds aan ons volk hebben geleerd. En dan heet het: „Elk Meifeest toont het op duidelijke wijze, dat het de massa's der nijvere be volking zijn, die in de middelpunten van het^economiscih en politiek leven in alle landen met moderne cultuur, zich hun internationale solidariteit be wust zijn, dat zij het zijn, die tegen den oorlog protesteeren en verklaren, dat de zoogenaamde nationale tegen stellingen in werkelijkheid geen tegen stellingen tusschen de volkeren meer zijn, maar niets anders dan tegenstel lingen tusschen hunne uitbuiters". Wanneer men deze citaten leest, is clan een wenk aan den geachten afgevaardigde uit Appingedam tot voorzichtigheid op zijn plaats, ja dan neen? Ten slotte zou ik willen vragen met welk recht die geachte afgevaardigde nu wat door hem genoemd wordt het offi- cieele Christendom aanvalt? Welk Chris tendom is dat? Aan de eene zijde heeft hij de macht van dat Christendom ge constateerdhij heeft dat Christendom verwetengij zijt de oorzaak, dat deze wereldoorlog niet voorkomen werd, gij zijt immers oppermachtig. Aan de an dere zijde verklaarde hij, dat de macht van den Paus, de macht van het hoofd van die Kerk, die een zeer groot aantal Christenen tot haar leden rekent, niet in staat geweest is om op Kerstdag een wapenstilstand tot stand te brengen. Ik zou deu geachten afgevaardigd© willen vragen, waar in zijn program steeds ge sproken wordt over den wereldvrede die aanstaande is, of hij mij zou willen aan- toonen Afvaar in ons program van dien wereldvrede gesproken wordt. Zijn cate chismus en de catechismus van het Er furter program, is een mislukking geweest. Ik meen, dat- er nog een andere cate chismus is, die geen fiasco maakt, ook in dezen tijd niet, omdat hij spreekt van haat, van afgunst, van zelfzucht, van zonde, 'die in het maatschappelijk hart wonen en die ten slotte de diepste oor zaken ook van oorlogen- blijven zullen". Deze tegenstelling tusschen den Hei- delbergschen Catechismus uü Gods Woord geput en den catechismus der sociaal democraten is een uitnemend slot op dze philippica van den Friescihen afgevaar digde. Zoo is het: niet het Christendom maar luiL -Slzvowvliia mo IWt.of-t. J -7Ut log afgelegd. Het socialisme heeft zich als de vredestichter voorgedaan. Hét vre derijk zou komen waar het socialisme zijn intree deed. Maar deze_ bewering is onjuist gebleken. Het Christendom hééft zich nimmer inet deze pretentie aangediend; integen deel het heeft geleerd en staande gehou den dat zoolang de zonde heerscht, de oorlogen niet zullen ophouden. Maar het heeft zich gesteld tegen alle onrecht vaardige oorlogen, ten niet alleen den Overheden maar ook den Volken hunne roeping voorgehouden, zich te stellen on der de tucht van het recht, en door verstandelijk te handelen, zooveel in hen is, den vrede onder elkander te bevesti gen. Een prediking waarmede liet Christen dom alle eeuwen door zal hebben door te gaan, e®. zal doorgaan. De kerk en landverschaffing. De Rotterdammer schrijft hierover: Tenia's Landarbeidersw et blijft nog altijd rusten in de ministerieele bu reaux. Het zou zulk een kostelijke gele genheid zijn geweest om deze zaak nu eens in het bestand af te doen. Terechi wees de lieer Lohman bij de al'gemeene hegrootingsdebatten in de Tweede Kamer er op, hoe dit onderwerp zich bij uitstek tot behandeling leende, zonder ook maar in het minst" do politieke hartstochten te prikkelen Minister Treub sloeg de sloopershand aan deze wet niet: dit product van Tal ma's noesten arbeid kon althans ©eniger mate genade vinden in zijn oogen en het werd niet ingetrokken. Komt die wet tot stand, dan kan ver- e-enigingsleren en gemeentebestuur zich .met kracht wijden aan de bevordering van het grondgebruik onzer landarbeiders. Van overheidsmaatregelen alleen echter is geen heil te| 'verwachten. De grondbezitters heb- ben h;un goede gezindheid te betooneni Armeninstellingen, diaconieën, kerken die land ter beschikking hebben kunnen goed werk verrichten. De „Poortwachter" in „Friesch Kerk blad" roerde pas deze kwestie aan en schreef Maar toch, als er Geref. Kerken zijn met een hoekje land, wat kunnen ze dan, zonder haar eigen huishouding te schaden, daar een nut mee stichten door het te verhuren aan den kléinen man, die toont vooruit te willen en te kunnen. Wat zullen ze een „toeken" arbeider of een vlrjtigen gardenier ermee in de kléeren «tekgn Deze menschen zuchten soms om een stukje land en aan het opbieden- bij publieke verhuringen kunnen en dur ven ze niet eindeloos meedoen. Van nabij weet ik van ©en land eigenaar die een flink stuk land ouder behoorlijke voorwaarden ter beschik king stelde van onze „Patrimonium"- mannen. En öf het bevalt! I JJÉ' 1 Het verband, waarin „Poortwachter" schrijft, brengt mee dat hij! zijne opmer kingen sléchts laat slaan op de Gerefor meerde Kerken, maar uiteraard hebben zij waarde voor alle Kerken. Niet het minst de Hervormde Kerken zijn dikwijls in het bezit van beteeke- nend© landerijen. Een onbehagelijken indruk maakt hel wanneer bij onze Kerkbesturen zoo veel vuldig wordt aangetroffen het afschuw© lijk instituut van publieke verpach tingen op korten tennijh, met al den nasleep van onheilvolle gevolgen. Juist onze kerkelijke instellingen kunt nen zulk eenvoortreffelijk voorbeeld ge ven door bij onderhandsche verpachting tegen billijke voorwaarden den kleinen man een stuk land te geven en aldus het klein grondgebruik te bevorderen. Beknopt overzicht van den toestand. De Duitsche vredesvoorstanders la ten we aannemen, dat ze inderdaad van zich lieten hooren hebben in Enge land een zeer slechte pers. De Engelsche bladen willen van geen vrede weten en ze •Rijzen erop, dat nu ook Italië de overeenkomst vtm Londen heeft goedgekeurd, de geallieerden vast besloten Zijn den vrede onder eigen voorwaarden te dicteeren. Wanneer verteld wordt, zegt A, dat de 1 w t «1 t- -1 -v *- li- den hun doel niet zullen bereiken, laat jnen zich dan herinneren, dat er hetere rechters zijn in Köjne. De Duitsche inegeering, - aldus betoogt B, hoopt door de huidige vredesma noeuvres tweedracht te zaaien onder de geallieerden en de sympathie te winnen van teerhartige neutralen en de toene mende ontevredenheid onder de Duitsche volksmassa's te verminderen. Geen vredesvoorwaarden van Bethmann Heilweg zullen een van deze hoopvoDle verwachtingen in vervulling doen gaan. De geallieerden zijn het thans weer eens, welke de eenige voorwaarden zullen zijn, waarop zij over den vrede willen spreken. En C komt een en ander nog eens aandikkenDuitschland kan vrede heb ben op de voorwaarden der geallieer den, wanneer het maar wil, doch nooit op zijn voorwaarden. Het juiste antwoord op het Duitsche complot is, dat de ge allieerden de voorwaarden zullen vast stellen, welke op het juiste moment aan den vijand zullen worden vorgelegd. Eén ding is bij al deze vredesbeschou- wingen zeer opmerkelijk, n.l. dat men niet leest van een slechte Franscbe pers. Engeland houdt bij kris "en kras vol, dat het geen vrede wenscht, tenzij het- zelf de voorwaarden mag voorschrijven, doch Frankrijk zwijgt. Engeland kan mooi praten. Bij de bond- genooten vergeleken heeft het maar wei nige mannen op de slagvelden. Maar Frankrijk het telt zijn dooden reeds bij tienduizenden en het zucht onder de drukkende lasten van het voor dit land noodlottige bondgenootschap. Maar het is niet meer mogelijk zich aan die knellende banden te ontworstelen Het moet mee. De meergenoemde over eenkomst van Londen rekent niet met de wenschen van een zuchtenden bond genoot, die de uitputting nabij1 naar vrede snakt. We schreven maar weer over vredes- geruchten en -beschouwingen, omdat het nieuws van de fronten uiterst schaarscb is. We verkeeren in een overgangstijd perk. Zóó gaat het niet langer, oordee- len de geallieerden. De centralen moeten op andere wijze aangepakt. De Dardanellen-actie mislukte. En even als reeds de vraag is gesteld, of het niet beter zou zijn de expeditie in do Dardanellen op te geven wordt nu in En geland de vraag overwogen, of het niet beter zou zijn, de expeditie uit Saloniki terug te roepen, die toch niet meer strek ken kan om Servië te helpen, en die wellicht elders beter kan worden gebruikt. Want de vereeniging van het naar Ser vië en Montenegro gelrokken overblijfsel van het Servische leger met de troepen, die te Saloniki of in Zuid-Servië bij Kri* volatsj en de Tsjerna zijn, is wel niet meer mogelijk. Het verhaal van de vlucht der Serviërs naar Dibra en Skoetari toont Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers Prijs der Advertentiën 16 regels /"0.50, iedere regel meer 19 ei. 3-maai plaatsing wordt 2-maal berekend, Bij abonnement voordeelige voorwaardes Familieberichten van 110 regels ft. iedere regel meer 10 ct. dat van dit leger vooreerst niet veel t» verwachten is. De artillerie en de trein moesten worden in den steek gelaten, eveneens de ammunitie-voorradenen aett leger zonder artillerie en ammunitie kan in dezen oorlog niet veel meer uitvoe ren. In afwachting van de Italiaansöhs hulp in Albanië is er van die zijde dus naar men in Engeland meent niet veel meer te verwachten. Zeer terecht opgemerkt! Nu weet men meteen, welke waarde te hechten aan berichten, volgens welke de Servische legers nu in veiligheid zouden zijn. Een onverwachte ontmoeting. Uit het bekende Chr. weekblad „Ti- motheus" nemen we deze treffende oor logsherinnering over Een ware geschiedenis is het. Een groot aantal Duitsche soldaten staat treurende aan een groot graf. Menig dap pere gaf voor het Vaderland zijn leven. En nu staan de nog levenden bij de groeve om de laatste eer aan de doode helden te bewijzen. Aangrijpend was de korte prediking. En toen gingen langza merhand de kameraden weg. Alleen drie bleven staan. Want ach, hun broeder was heengegaan. Ook hij lag in de groeve. Wat hadden ze dikwijls als soldaten blijmoedig met hun vieren lie deren gezongen! En nu was het kwartet -verbroken. „Naar huis' 'was hij gegaan. In Sions zaalge ruste. Daar, waar geen tranen meer zijn; waar geen dood meel is De drie vrienden besloten, alleen over gebleven, een lied te zingen. En zij zongen het lied van het „He melsch Sion", zes verzen achtereen, waar van het eerste, vertaald, luidt: i Hemelsch Sion, heerlijk zalig Eden! Waar inMesechs land het hart naar haakt; Waar zij rusten, die den strijd volstreden Wior 't rminnf de voornroef reeds van jsuiaaxu t Nauwelijksywas de laatste toon van het lied weggestorven, en wendden de man nen zich van de groeve af om hun leger plaats op te zoeken, toen zij opeens den keizer zagen staan. Blijkbaar was hij on gemerkt uit het nabijzijnde bosch gekomen. Vol verbazing en schrik stelden zij zich in de houding. Maar de keizer zeide aan gedaan: „Hebt dank! En zingt nog eens dat .schoone lied voor mij". En het drietal zong opnieuw hartelijk en vol vuur het lied van het Hemelsch Huis. De oogen van den keizer vulden zich met tranen. En toen het lied was uitgezongen, zeide hij„Kameradenhoe eenig schoon is dit lied. Als het vrede is, kom ik in uw dorpje u in uw huizen opzoeken". Har telijk drukte hij hun de hand, en zoo ging een ieder zijns weegs. Maar is het wonder, dat de drie soldaten dit oogen- blik niet kunnen vergeten? Een interview met Von Hindenburg. Maarschalk von Hindenburg uitte zich in de Wiener Neue Presise" tegenover Paul Goldmann o.a. als volgt: Voorloopig willen de tegenstanders geen vrede maken; zij zijn nog niet moe de genoeg. Wij moeten hen dus verder verliezen toebrengen, daar zij geen van onze successen willen laten gelden. Het zeldzaamste is, dat al deze vol keren niet bemerken, hoe zij t zich slechts voor Engeland opofferen. De* leuze is voor ons niet volhouden alleen, maar overwinnen. De tactische toestand is uitstekend. In het Oosten vooral bereikte het Duitsche léger de meest gunstige strate gische linie. Over het Russische militaire materiaal' uitte von Hindenburg zich als volgt Met de nu; in het veld gebrachte reser ves kunnen de Russen voortaan slechts hun kader aanvullen, maar geen nieuw leger vormen. Het is een uitvlucht, wan neer de Russen hun nederlagen aan het gebrek aan munitie wijten. In Kowno vonden wij geheele bergen daarvan. Slechts de demoraliseering van het leger was de schuld van het prijsgeven van zulk een stelling. Met warme woorden herdacht von Hin denburg het Oostenrijksch-Hongaarsche le ger. Verder zeide. hijHet zou mijl zeer in het' bijzonder verheugen, wanneer deze oorlog de hoofdschuldigen: Engeland, Ser vië en Italië, hun gerechte straf zou doen lijden. Rampzalig overschot. Ziehier een stuk uit de beschrijving, die een Fransch oorlogscorrespondent geeft van {Hen terugtocht der overschotten van het Servische leger, waar hij hij is ge weest. Hij schrijft ,o.m. Onze toestand is, terwijl ik deze re gelen séhrijf, tragisch. Hongersnood met

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1