s Bri, No. 47 Woensdag 34 November 1915 30e Jaargang rOEBES. (oe, te koop: farzen, i/Vijnpeen, Bouwiand, knecht knecht scher, leid Staten-Generaal Uit de Pers. De Groote Oorlog» Binnenland. jnpeeën en vaars, rzen en een oe, Stieren en Koe. te huur lecht of Knecht OP: EJAN, Meliskerke. OP: J. REIJNIERSE, e. )r den heer ANT. ;en in den Nieuwe leer Arendskerke). Ie Deurwaarders IOEK te Goes. OE maanden, lN te Meliskerke. OP Aagtekerke. OP: kerke, Groeneweg. OP Arnemuide». ïabijheid van de ;er geschikt voor Ier goede grond, beplant, en boom- n schuur. |ma F. P DHUIJ. rstond of met Mei Grijpskerke, Seis- f Mei 1EMANSE, West- gd ppeneiland, Biggekerke. iet Maart of Mei RNELISSE Az., g- d aan ihoudster, t bij eenig Heer geen vereischte. füY, Middelburg. ei ILDE, Sint- ing te hel pon. Hij djawa geroepen, ril, nadat de zen- n nacht wakende orgebracht, de af- ►r. Schell'horst is er zijn werk, blij- d.d. 1 Juli met og eenmaal naar n buitengewonen eider is van een ist den hoofdpost, >n filialen met 33 inlandsche Chris- t br. H. van der hoe gaarne zou- en nog eens een hoe zal de laat- oolang de eerste vroegere teleur- steeds tevergeefs roeder uit. Onze H. van de Wete- igsschool van de met ij/er en suo et, is nauwelijks Mocht de Hear© m wij'zen en in regel blijven ster- Uitgave van de Nsuunt. Venn. LUCTOR ET EMHRGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN3E VORSTSTRAAT 219 Bureau te Middelburgt FIRMA F. P. DHUIJ L. BUR©. Drukkers: Oosterbaan Le Cointre Goes. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. postf 1Ü8 Losse nummers,0.06 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ei, 8-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bjj abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels f 1. iedere regel meer 10 ct. Tweede Kamer. Een tragische zitting. Minister Pleyte vraagt het oordeel der Kamer omtrent zijn beleid. Niet parle mentair. Voorloopig de toegestoken stroohalm aan gegrepen. De drie-ea-twintigste November 1915 zal in do Parlementaire Geschiedenis van ons land met dikke letters worden aangetee kend. Immers de zitting van ons Lagerhuis kenmerkte zich door een politieke atmos- pheer, als sommigen der leden nog nim mer geconstateerd hadden. 'tWas1 een dag van hoog-politieklspel, met een tragisch slot. Om op de zaak zelve te komen, Minister Pleyte meende eindelijk eens krachtig te raceten reageeren op de tallooze beschul digingen, die hem in den loop Van het debat naar het hoofd zijn geslingerd. Het was hem eindelijk duidelijk geworden, dat hij zonder een scène, een incidentje er niet zou komen. Zijn Indisch© onderwijs- regeling Vond (TerechtRed.) weinig in stemming. Zijn toelichting was duister en dubbelzinnig. Rechts noch links waren be vredigd. We hebben reeds vroeger gemeld welke"' bezwaren de rechterzijde meende te moeten ontwikkelen tegen Pleyte's regeling. Maar ook links kon niet gerustgesteld zijn. Men .stelde de mogelijkheid, dat ergens een zendingsschool bestaan zou en daar naast geen gouvernementsschool, en dat daar dan ouders bij gebrek aan keuze ge drongen zouden kunnen worden naar de zendingsschool hun kinderen te sturen, of schoon zij deze liever niet-Christelijk on derwas zouden doen ontvangen. Zou overal op het eerste verlangen der ouders -hoe klein in getal ook wel worden overgegaan tot de oprichting van openbare scholen in Indië Des (minis ters toezegging inzake deze kwestie was zoo Vaag geweest, zoo onzeker! Hij heeft rechts tot vriend willen maken door een betrekkelijk mooie concessie, doch ondertusschen wild© hij zoomin mo gelijk: de liberale lijn verlaten. 't Gevolg is, dat hij nu van alle kanten, en wel het felst door zijn eigen kornuiten is aangevallen. Vooral de hemen De Meester, Gerhard en Ketelaar hebben woorden gebezigd, welke Z.Ex. deden twijfelen of hrj bij hen nog die mate van vertrouwen geniet, wei fee noodig is' om in deze moeilijfee dagen zijn ambt te kunnen vervullen. Die tegen stand Verdroot hem zeer en hij maakte zich steeds zenuwachtiger. Zóó kotn het niet langer. En toen heeft de lieer Pleyte, blijkbaar in een toestand Van nerveusiteit, een han deling verricht, die geheel in strijd is met de parlementaire gebruiken. Hij deed n.I. de Vergadering schorsen, opdat de Kamer ziclh zou kunnen beraden en eventueel een miotic Van'wantrouwen of vertrouwen aanhangig maken. Dat was een novum. Een merkwaardige uitdaging, zooals nog slimmer aanschouwd was, en zooals mis schien nooit meer beleefd zal worden, want men heeft niet nagelalen den minis ter duidelijk onder liet oog te brengen, dat dergelijke onparlementaire manieren hier niet te pas kwamen. i Een dergelijke onwijze ministerieelo sommatie kon niet anders dan in (het brein van een zenuwachtig minister opgekomen zijn. Dat hjj inderdaad overspannen was, is eVen later gebleken, toen de minister door -een flauwte bevangen werd. Vandaar dat tragische slot. Toch mag minister Pleyte blijde zijn, dat hij er zoo goed is afgekomen. De Kamerzitting i s geschorst, men heeft in T geliei m beraadslaagd, en de drie ge noemde „boosdoeners" hebben aan hun gevoelens uiting gegeven op een wijze, die de minister wel op prijs piag stellen. Zoowel De Meester, als Ketelaar en Ger hard hebben betuigd, dat zij het persoon lijk karakter van den minister niet wan trouwen, en verklaard dat het niet de be doeling was een motie van wantrouwen uit te lokken. Dit was oip 'toogenblik hoofdzaak. Wel duizelde het dhr. Pleyte van de aanmer kingen op zijn parlementaire buitenissig heid en wel 'volhardde de heer de Meester bij zijn mèening, dat de verklaring van den minister, scholen te zullen stichten, wanneer het aantal kinderen, wier ouders, bezwaar hebben, groot genoeg is, totaal onvoldoende is, maar toch was op dat oogenblik zijn portefeuille in Veiligheid. Heeft hij misschien gevoeld, dat de stroohalm, dien men hem toestak, (wat toch heeft persoonlijk karakter met de poKitiek te maken I) Vandaag of morgen zirjn val toch piet verhinderen (kan? De minister zal nu van de stemming over de begrooting laten afhangen, wat hrj verder zal doen. Voorloopig nam hij dus- genoegen met een stroo halmpje. Indische Subsidie-ordonnantie van 1906. Aan deze ordonnantie van het liberale ministerie De Meesier-Fock herinnerd© de vorige week in de Tweede Kamer het lid mr. Rutgers, naar aanleiding van de dub belzinnige houding van minister Pleyte, aangenomen in de Memorie van Toelich ting op zijn begroo ting voor Ned .-Indië, in zake de Zendingsscholen. De herinne ring van mr. Rutgers bleek den liberalen en den rooden heeren volstrekt niet naar den zin. Het Kamerlid Rutgers licht een en jander in De Rotterdammer toe Onaer de vrijzinnige en sociaal-democra tische leden der Kamer heerscht groote opwinding. Met veel ophef was er op aan gedrongen dat ter wille van de gewetens vrijheid zou worden bepaald, dat onder de voorwaarden van subsidieering van scholen voor inlanders zou worden opge nomen dat de gesubsidieerde school aan leerlingen wier ouders dit verlangen vrij stelling zou verleenen van het bijwonen van godsdienstonderwijs en godsdienstige verrichtingen. Wel had geen inlander om die bepaling gevraagd; wel mag worden betwijfeld of 'die Vrijstelling zelf straks wel door een noemenswaard aantal ouders zal worden verlangd (tenzij natuurlijk' in landers daartoe van vrijzinnige zijde wor den aangestookt). Maar deze „facultatief - stelling" van het godsdienstonderwijs zou dan. toch een schijn van resultaat geven aan de verkiezingsactie van 1913. Minister Pleyte had toegezegd de Ver plichte facultatiefstelling te zullen invoe ren. De rechterzijde aanvaardde zoo goed als algemeen de facultatiefstelling. Trouwens zij was voor verschillende soorten van scholen reeds onder Minister de Waal Malefijt als voorwaarde van subsidieering ingevoerd. Het blijkt nu dat de facultatiefstelling aldus zal worden ingevoerd, dat zij niet wordt geëischt van scholen welke reeds Voor Augustus 1915 subsidie genoten. Daarover 'maakt men nu aan de linker zijde misbaar. Zoo blijft, zegt men, bij al de bestaande zendingsscholen, al thans 'voor zoover niet een neutrale school in dezelfde plaats aanwezig is, de gewetensdwang bestaande keusgeen onderwijs of onderwijs óók in den Chris- telijiben godsdienst. Bij deze principieele grief komt dan nog het Verwijt aan den Minister, dat hij nu niet heeft gehouden wat men meende recht te hebben Van hem te verwachten. Dit verwijt, dat in zeer scherpe woorden geuit werd, laat ik thans terzijde. Ik wenseh slechts een opmerking te ma ken naar aanleiding van een verweer van de heeren De Meester en F oek. Door mij was ingebracht, dat de Ver ontwaardiging over den veronderstelden gewetensdwang, waarvan vooral de heer De Meester blijlk gaf, wat laat kwaml, daar de subsidieregeling die Voor de bestaande scholen geldt, de regeling van 1906, juist tot stand kwam toen het Ministerie-De Meester aan het bewind was! Die opmerking riep de heeren De Mee ster en F oCk in 'het geweer. De zaak kwam pas na het ministerschap van den beer Focfc ter sprake, aldus Mr. De Meester, waaruit men, schijnt het, moet begrij pen dat het bevorderen van gewetens dwang door den heer Fock plaats had zon der dat hij het zelf bemerkte. Van meer beteekenis scheen een ander verweer van de beide oud-ministers. De heer De Mee ster zeide het volgende: .de Minister Van Koloniën, die nu aan de groene tafel zit, heeft ons uitdruk kelijk herinnerd aan het Voorkomen in een der artikelen van de bepaling, dat terwijl de Gouverneur aan den eenen kant van sommige voorwaarden vrijstelling kan ver leenen, hij aan den anderen kant, juist in die regeling van 1906, zich ten volte de bevoegdheid voorbehield, nieuwe voor waarden op te leggen. De Gouverneur-Generaal had de be voegdheid om de voorwaarde der ver plichte facultatiefstelling alsnog op te leg gen en aan dia bevoegdheid kon niet wor den getornd. De heer Fock zeide: „De geachte afgevaardigde van Den Helder heeft de opmerking reeds afdoen de beantwoord. 'Hij heeft de aandacht gevestigd op de bepaling jn de ordonnantie van 1906, waarin de bevoegdheid wordt Voorbehouden om zoodanige voorwaarden op te leggen als noodig worden geacht..." In de zitting, had ik niet de gelegenheid vóórdat ik aan het woord kwam de juist heid van het argument te toetsen door de verordening van 1906 op te slaan. Het bleek mij echter sedert, dat de bedoelde bepaling luidt (ik heb de ordonnantie niet hij de hand, nraar de bepaling is 17 Fe bruari in de Eerste Kamer woordelijk geciteerd door den Minister): „De Gouverneur-Generaal is bevoegd vrijstelling te verleenen van een of meer dezer voorwaarden en daaraan zoodanige nieuwe Voorwaarden te verbinden als hij noodig achten zal". Wanneer ik de bepaling goed lees, dan kan de G.-G. nieuwe voorwaarden verbin den aan de vr ij stelling van een of meer der bestaande voorwaarden. De G.-G. mag van voorwaarden vrijstellen, of ook die voorwaarden door andere vervangen. Een volledig voorbehoud tot het opleggen van nieuwe voorwaarden ligt in de bepa ling geenszins. Voor de invoering der verplichte facul tatiefstelling is de bepaling dan ook van geen beteekenis. Immers die verplichte facultatiefstelling' wordt niet ingevoerd in verband met een vrijstelling van andere voorwaarden, maar geheel op zichzelf. Het is onjuist dat de ordonnantie van 1906 tot zulk een inv oering de bevoegdheid voorbe hield. Het verweer is dus ook onjuist dat minister Fock in 1906 den weg, opende om gewetensdwang te voorkomen. Vast blijft staan, dat wat nu zoo fel bestreden wordt, niets anders is als de zuivere wer king der subsidie-ordonnantie van Mr. FoCk. Een verontschuldiging voor de onjuiste opvatting 'der ordonnantie van de heeren De Meester en Fock is, dat 17 Februari 1915 Minister Pleyte in de Eerste Kamer dezelfde onjuiste opvatting aan den dag legde. (Handelingen blz. 245). Beknopt overzicht van den toestand. Ondanks alle tegenstrijdigheid, waar aap de berichten van den Balkan laboreeren, is het toch wel' duidelijk, dat de toestand der Serviërs' in geen enkel1 opzicht roos kleuriger is geworden. De troepen der centralen ©n der Bul garen dringen nat het Noord-Westen, Noor den, Noord-Oosten en Oosten meer en meer naair 'het Lijsterveld op1 en hebben o. m. door liet foroeeren van een toegang tot het Lab-dal' reeds een der toegangs wegen naar de historische vlakte geopend. Spoedig zal blijken, of daar nog een laatste wanhopige poging tot verweer door de Serviërs zal1 worden gewaagd, dan wel of ze zich verder terugtrekken naai" Mon tenegro en Albanië. Dit laatste is wel het meest waarschijn lijk- Hoe hef ook verder gaat, de centralen hebben tocih reeds hun doel bereikt. Voor hen was de verovering van Servië niet blleen een groot militair succes, maar ook een zaak van evenveel moreele, poli tieke en economistahe beteekenis. Het groote doel' toch van den veldtocht tegen Servië gold niet zoozeer de verplet tering van dat rijk, doch den ring te verbreken, die de Duitsch-Oostenrrjkseh© landen naar het Oosten afsloot en den doortocht naar de Turksche bondgenooten te verkrijgen. Het ging om niets meer of minder dan om de uitvoering van het Duitsche pro gram, reeds onder Bismarck' opgemaakt: „Van Berlijn naar Bagdad, van de Noord zee naar de Perzische Golf'. Vooral toen in Duitsichland de nood steeg, poogde men dit groote doel' te bereiken. Nu is het zoo goed al's bereikt, en ontvangt Dojtschland reeds zijn voor raden uit het Zuid-Oosten. Langs den vrijgemaakten Donauj vervoert men dage lijks tallooze scheepsladingen koren en mais. De spoorlijn NisjSofia is ook spoe dig gereed,- zoodat spoedig de treinen BerlijnBagdad zullen loopen. Dat dit alles voor Dudtschland van zeer groot belang is, behoeft nauwelijks nader betoog. -Evenmin behoeft er op gewezen te wor den, dat nu ook Turkije uit den brand is, zoodat aan de 'forceering der Dardanelles niet meer te denken is. Op het Zuiderfront wordt tusschen de Oostenrijkers en de Italianen een verbit terde en onverzoenlijke strijd gestreden. Met een verbeten verwoedheid bestrij den de tegenstanders vooral in de streken van Görz' elkander elk stukje grond. Ook de berichten van dit front zijn zeer tegenstrijdig, zoodat er veelal „geen touw aan vast te knoopen" is. Het meest markante geval van tegen spraak was de laatste dagen de kwestie van het bezit van den Dolomieten-top, Col di Lana. De Italianen houden vol, dat zij den berg in hun bezit hebben en meld den Zondag nog, dat zij Oostenrijksohe aanvallen op den berg hebben afgeslagen. De Oostenrijkers beweren, dat zijf heer en meester van den top zijn en hebben den Zweedischen overste Ackermann zich van dit feit laten overtuigen. De Hartmanns- vveilerkopf-geschiedenis herhaalt! zich dus. Maar een oplossing, dat beide partijen zich op den top hadden genesteld, lijkt hier uitgesloten. Een van beide partijen moet niet alleen overdrijven in de waardeering der feiten, maar zich aan een verkeerde voorstelling der feiten zelf schuldig maken. Eenzelfde tegenspraak kenmerkt ook de berichten over den strijd om Görz, op den Oostelijken oever van de Isonzo ge legen. Hot Weensche Fremdenblatt schrijft in een hoofdartikel, dat het thans een half jaar geleden is, dat Italië trouwbreuk pleegde, zonder dat het ©en enkel succes heeft behaald, een enkel van zijn militaire doeleinden bereikt heeft. De jongste redo van den Italiaanschen minister van justi tie Orlando is een bekentenis van het gebrek aan resultaten van den Italiaaln- schen aanval. Korte Oorlogsberichten. In Engeland doen nu ook al school jongens mee aan de vervaardiging van jmu- nitie. I De commissie uit den Franschen Se naat voor leger-aangelegenheden heeft een stemmig een motie aangenomen, waarin wordt aangedrongen op het gebruik, zon der eenig voorbehoud, van verstikkende gassen door het Fransche leger en op het toepassen van meer volledige voorbehoed middelen tegen aanvallen van den vijand met die gassen. De Tinnes Vertelt hoe de luit. ter zee Layton, de bevelhebber van de in Deensch'O wateren gestrande en door de Duitsehers beschoten duikboot, uit de in- terneoring ontsnapt is. Hij lag miet influ enza te bed. Twee schildwachten hielden voor de deur de wacht. Op een oogenblik dat zij elders bezig waren (hier kan de lezer aanvullen) slipte hij zijn kamer uit en een andere in, waar hij een pak kleeren vond. Hij trok die aan en liet zich met een touw, dat hij ook al vond, op do plaats van de kazerne neer._ Hij zwom een kanaal over, wrong aan den overkant zijn kleeren uit, trok ze weer aan, droeg een tasch voor ©en reiziger naar het station en nam plaats in een trein naar Kristiania. Hoe hij zonder pas Denemarken uit en Zweden binnenkwam meldt de historie niet. Van Kristiania ging hij naar Bergen en daar op een boot naar Engeland. Maldeghem. Bij besluit van den Etappen-Kommandant is de gemeente Mal deghem, 10.000 zielen, grenzende aan Ne derland tot Operatiegebied verklaard. Voor vreemdelingen is het verboden de ge meente te betreden. Bomaanslagen? Zestien man worden gebruikt om de tunnels, die de loodsen der Union 'Railway ten Zuiden van Washington verbinden, te bewaken, wegens de dreigementen om aanslagen met bommen te plegen. Ook de spoor- wegloodsen zelve worden krachtig be waakt. Gemeld wordt, dat voorzichtige amb tenaren van den Pennsylvania spoorweg in 't bijzonder hun aandacht wijden aan alle bruggen, viaducten en overwelvin gen langs de lijn om het gevaar voor bommen zoodoende tot een minimum te rug te brengen. Uit Parry (South-Ontario) wordt ge meld Een ontploffing vernielde vijf gebou wen van de „Canadian Explosives Com pany". Het feit, dat de ontploffingen te gelijkertijd plaats hadden, doet vermoeden, dat zij niet aan een ongeluk te wijten zijn. Griekenland. Het Engelsche mi nisterie van buitenlandsche zaken meldt, dat geen Grieksche schepen 'in beslag! genomen of opgehouden zijn in havens van het Vereenigd Koninkrijk en dat geen blokkade van Grieksche havens afgekon digd of van kracht is. De regeering in Athene zal in haar eigen belang de tot nu toe gevolgde vaste en doelbewuste houding handhaven. Ook Roemenië zal zich door de troepen concentraties in Bessarabië geen vrees laten aanjagen, daar deze troepen t© zwak zijn om een noemenswaardige actie te beginnen en uitsluitend dienen om druk uit te oefenen. De Servische regeering heeft nog geen vredespogingen gericht tot de Midden- Europeesche mogendheden, zoadat met recht kan worden beweerd, dat in het tegenwoordige stadium en zoolang de Entente-troepen in Griekenland zijn, aan wapenrust en vredesonderhandelingen niet te denken valt. - Naar aanleiding van diplomatieke adviezen, is de Servische regeering van Mitrowiza naar Prisren overgebracht. Servische afgevaardigden kwamen te Saloniki aan en verklaarden, dat de re geering spoedig Monastir via Dibra be reiken zal. Volgens berichten in de Russische bladen te Boekarest zijn de tsaar en de Russische troonopvolger met groot gevolg te Reni aangekomen om inspectie te hou den over het nieuwgevormde leger, dat tegen de Bulgaren is uitgerust. De tsaar zal drie dagen te'Reni blijven. Aldaar zullen 80.000 man gereed worden gehouden; te Smaila 70.000 man en te Odessa 200.000 man. Dit leger moet heel goed uitgerust zijn en gereed zijn oinl op te rukken, zoodat in de allernaaste toekomst nieuwe gebeurtenissen op hel Balkanfront in de onmiddellijke nabijheid! van de Roemeensche grenzen verwacht kunnen worden. De Duitsehers in Amerika. De correspondent van de „Evening World" te Washington meldtDe steden Cleveland, Buffalo, Toledo, Detroit en andere steden in het groote merengebied worden in me- dedeelingen van de Engelsche ambassade aangeduid als de punten vanwaar een aan val der Duitsche reservisten tegen Canada moest beproefd worden. Te Washington is tot nui toe nog niets ontvreemd wat een officieel' protest bij de Vereenigde Staten kan rechtvaardigen. Minister Pleyte ongesteld. Toen de minister van koloniën, mi\ Pleyte, gisternamiddag, nadat de vergade ring van de Tweed© Kamer tusschen 1 en 2 uur geschorst was, in verband met een regeling van werkzaamheden, zich weder, in de vergaderzaal had begeven, vóór de vergadering echter weder geopend was> werd hij door een flauwte overvallen. Nadat hij naai de voor de ministers bestemde zaal in het Kamergebouw gedra gen was, werd den heer Pleyte geneeskun dige hulp verleend door het Kamerlid, dr. Schermer, die hem trachtte bij te bren gen, hetgeen gelukte. De minister wilde daarna weder naar de vergaderzaal terugkeeren, maar hierte gen verzette de heer Scheurer zich!, zoo- dat de minister voorloopig in de'ministers- kamer bleef, waar de minister Cort van der Linden, de president der Kaïnier, de heer Borgesius, en eenige Kamerleden zich van zijn toestand op de hoogte kwamen' stellen. Begeleid door den heer Fock, is da minister ten slotte per auto naar zijin woning gebracht. De toestand van den minister was des middags volkomen geruststellend. De on gesteldheid is van voorbijigaanden aanJ gebleken. Intusschen zal de heer Pleite eenige dagen rust nemen. J. C. Van Iterson. f Hier te lande is, naar aanleiding Van het overlijden van den luitenant ter zee le klasse Van Iterson, commandant van het flottielje-vaartuig „Assahan" bericht ont vangen, dat deze zee-officier het slacht offer is geworden van een ongeval. Den 19n dezer is hij, op een tocht in Amlbon, van een rots gevallen en daarbij zoo on gelukkig in een stroom terechtgekomen, dat hij een schedelbreuk bekwam, aan de gevolgen waarvan hij op 42-jarigen leef tijd is overleden. Koningin Wilhelmïna. Het Weensche Korr. Bureau meldt, dat het Fremdenblatt aan Koningin WiLhel- mina naar aanleiding van Haar 25-jarig regeeringsjubileum een sympathiek arti kel wijdt, waarin de regeeringswerkzaam- heid van de Vorstin, aan wie het volk met groote liefde en vereering gehecht is, naar waarde wordt geschat. Het blad! wijst er op; dat Koningin Wilhelmina in het buitenland steeds goede betrekking©:! met de mogendheden onderhouden heeft en dat Haar regeeririg ook thans in den wereldoorlog zich beijvert, haar gewis niet gemakkelijke taak, om een strikte neutrali teit te bewaren, zoo goed mogelijk te vervullen. De klacht tegen „Het Volk'V Naar aanleiding van het bericht van een strafvervolging tegen „Het Volk" ver- neemt men, dat deze vervolging door da Amsterdamsche justitie zou worden inge steld, wegens beleediging van een ambte naar ijn de uitoefening van zijn functie, een delict dus, dat strafrechtelijk vervolg baar is in het algemeen, ook al is er geen klacht bij de justitie direct door. den beleedigden persoon ingediend, het geen dan ook door Minister Post hums' niet is geschied. j De uitvoer van levende runderen is weer verboden.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1