s Bri,
No. 47
Woensdag 34 November 1915
30e Jaargang
rOEBES.
(oe,
te koop:
farzen,
i/Vijnpeen,
Bouwiand,
knecht
knecht
scher,
leid
Staten-Generaal
Uit de Pers.
De Groote Oorlog»
Binnenland.
jnpeeën en
vaars,
rzen en een
oe,
Stieren en
Koe.
te huur
lecht of
Knecht
OP:
EJAN, Meliskerke.
OP:
J. REIJNIERSE,
e.
)r den heer ANT.
;en in den Nieuwe
leer Arendskerke).
Ie Deurwaarders
IOEK te Goes.
OE
maanden,
lN te Meliskerke.
OP
Aagtekerke.
OP:
kerke, Groeneweg.
OP
Arnemuide».
ïabijheid van de
;er geschikt voor
Ier goede grond,
beplant, en boom-
n schuur.
|ma F. P DHUIJ.
rstond of met Mei
Grijpskerke, Seis-
f Mei
1EMANSE, West-
gd
ppeneiland,
Biggekerke.
iet Maart of Mei
RNELISSE Az.,
g-
d aan
ihoudster,
t bij eenig Heer
geen vereischte.
füY, Middelburg.
ei
ILDE, Sint-
ing te hel pon. Hij
djawa geroepen,
ril, nadat de zen-
n nacht wakende
orgebracht, de af-
►r. Schell'horst is
er zijn werk, blij-
d.d. 1 Juli met
og eenmaal naar
n buitengewonen
eider is van een
ist den hoofdpost,
>n filialen met 33
inlandsche Chris-
t br. H. van der
hoe gaarne zou-
en nog eens een
hoe zal de laat-
oolang de eerste
vroegere teleur-
steeds tevergeefs
roeder uit. Onze
H. van de Wete-
igsschool van de
met ij/er en suo
et, is nauwelijks
Mocht de Hear©
m wij'zen en in
regel blijven ster-
Uitgave van
de Nsuunt. Venn. LUCTOR ET EMHRGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN3E VORSTSTRAAT 219
Bureau te Middelburgt
FIRMA F. P. DHUIJ L. BUR©.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. postf 1Ü8
Losse nummers,0.06
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ei,
8-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bjj abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels f 1.
iedere regel meer 10 ct.
Tweede Kamer.
Een tragische zitting.
Minister Pleyte vraagt het
oordeel der Kamer omtrent
zijn beleid. Niet parle
mentair. Voorloopig de
toegestoken stroohalm aan
gegrepen.
De drie-ea-twintigste November 1915 zal
in do Parlementaire Geschiedenis van ons
land met dikke letters worden aangetee
kend.
Immers de zitting van ons Lagerhuis
kenmerkte zich door een politieke atmos-
pheer, als sommigen der leden nog nim
mer geconstateerd hadden.
'tWas1 een dag van hoog-politieklspel,
met een tragisch slot.
Om op de zaak zelve te komen, Minister
Pleyte meende eindelijk eens krachtig te
raceten reageeren op de tallooze beschul
digingen, die hem in den loop Van het
debat naar het hoofd zijn geslingerd. Het
was hem eindelijk duidelijk geworden, dat
hij zonder een scène, een incidentje er
niet zou komen. Zijn Indisch© onderwijs-
regeling Vond (TerechtRed.) weinig in
stemming. Zijn toelichting was duister en
dubbelzinnig. Rechts noch links waren be
vredigd. We hebben reeds vroeger gemeld
welke"' bezwaren de rechterzijde meende
te moeten ontwikkelen tegen Pleyte's
regeling.
Maar ook links kon niet gerustgesteld
zijn.
Men .stelde de mogelijkheid, dat ergens
een zendingsschool bestaan zou en daar
naast geen gouvernementsschool, en dat
daar dan ouders bij gebrek aan keuze ge
drongen zouden kunnen worden naar de
zendingsschool hun kinderen te sturen, of
schoon zij deze liever niet-Christelijk on
derwas zouden doen ontvangen.
Zou overal op het eerste verlangen
der ouders -hoe klein in getal ook
wel worden overgegaan tot de oprichting
van openbare scholen in Indië Des (minis
ters toezegging inzake deze kwestie was
zoo Vaag geweest, zoo onzeker!
Hij heeft rechts tot vriend willen maken
door een betrekkelijk mooie concessie,
doch ondertusschen wild© hij zoomin mo
gelijk: de liberale lijn verlaten.
't Gevolg is, dat hij nu van alle kanten,
en wel het felst door zijn eigen kornuiten
is aangevallen.
Vooral de hemen De Meester, Gerhard
en Ketelaar hebben woorden gebezigd,
welke Z.Ex. deden twijfelen of hrj bij hen
nog die mate van vertrouwen geniet, wei
fee noodig is' om in deze moeilijfee dagen
zijn ambt te kunnen vervullen. Die tegen
stand Verdroot hem zeer en hij maakte
zich steeds zenuwachtiger. Zóó kotn het
niet langer.
En toen heeft de lieer Pleyte, blijkbaar
in een toestand Van nerveusiteit, een han
deling verricht, die geheel in strijd is met
de parlementaire gebruiken. Hij deed n.I.
de Vergadering schorsen, opdat de Kamer
ziclh zou kunnen beraden en eventueel
een miotic Van'wantrouwen of vertrouwen
aanhangig maken.
Dat was een novum.
Een merkwaardige uitdaging, zooals nog
slimmer aanschouwd was, en zooals mis
schien nooit meer beleefd zal worden,
want men heeft niet nagelalen den minis
ter duidelijk onder liet oog te brengen,
dat dergelijke onparlementaire manieren
hier niet te pas kwamen. i
Een dergelijke onwijze ministerieelo
sommatie kon niet anders dan in (het brein
van een zenuwachtig minister opgekomen
zijn.
Dat hjj inderdaad overspannen was, is
eVen later gebleken, toen de minister door
-een flauwte bevangen werd.
Vandaar dat tragische slot.
Toch mag minister Pleyte blijde zijn,
dat hij er zoo goed is afgekomen.
De Kamerzitting i s geschorst, men heeft
in T geliei m beraadslaagd, en de drie ge
noemde „boosdoeners" hebben aan hun
gevoelens uiting gegeven op een wijze, die
de minister wel op prijs piag stellen.
Zoowel De Meester, als Ketelaar en Ger
hard hebben betuigd, dat zij het persoon
lijk karakter van den minister niet wan
trouwen, en verklaard dat het niet de be
doeling was een motie van wantrouwen
uit te lokken.
Dit was oip 'toogenblik hoofdzaak. Wel
duizelde het dhr. Pleyte van de aanmer
kingen op zijn parlementaire buitenissig
heid en wel 'volhardde de heer de Meester
bij zijn mèening, dat de verklaring van
den minister, scholen te zullen stichten,
wanneer het aantal kinderen, wier ouders,
bezwaar hebben, groot genoeg is, totaal
onvoldoende is, maar toch was op dat
oogenblik zijn portefeuille in Veiligheid.
Heeft hij misschien gevoeld, dat de
stroohalm, dien men hem toestak, (wat
toch heeft persoonlijk karakter met
de poKitiek te maken I) Vandaag of morgen
zirjn val toch piet verhinderen (kan?
De minister zal nu van de stemming
over de begrooting laten afhangen, wat hrj
verder zal doen.
Voorloopig nam hij dus- genoegen met
een stroo halmpje.
Indische Subsidie-ordonnantie van 1906.
Aan deze ordonnantie van het liberale
ministerie De Meesier-Fock herinnerd© de
vorige week in de Tweede Kamer het lid
mr. Rutgers, naar aanleiding van de dub
belzinnige houding van minister Pleyte,
aangenomen in de Memorie van Toelich
ting op zijn begroo ting voor Ned .-Indië,
in zake de Zendingsscholen. De herinne
ring van mr. Rutgers bleek den liberalen
en den rooden heeren volstrekt niet naar
den zin.
Het Kamerlid Rutgers licht een en jander
in De Rotterdammer toe
Onaer de vrijzinnige en sociaal-democra
tische leden der Kamer heerscht groote
opwinding. Met veel ophef was er op aan
gedrongen dat ter wille van de gewetens
vrijheid zou worden bepaald, dat onder
de voorwaarden van subsidieering van
scholen voor inlanders zou worden opge
nomen dat de gesubsidieerde school aan
leerlingen wier ouders dit verlangen vrij
stelling zou verleenen van het bijwonen
van godsdienstonderwijs en godsdienstige
verrichtingen. Wel had geen inlander om
die bepaling gevraagd; wel mag worden
betwijfeld of 'die Vrijstelling zelf straks wel
door een noemenswaard aantal ouders
zal worden verlangd (tenzij natuurlijk' in
landers daartoe van vrijzinnige zijde wor
den aangestookt). Maar deze „facultatief -
stelling" van het godsdienstonderwijs zou
dan. toch een schijn van resultaat geven
aan de verkiezingsactie van 1913.
Minister Pleyte had toegezegd de Ver
plichte facultatiefstelling te zullen invoe
ren.
De rechterzijde aanvaardde zoo goed als
algemeen de facultatiefstelling. Trouwens
zij was voor verschillende soorten van
scholen reeds onder Minister de Waal
Malefijt als voorwaarde van subsidieering
ingevoerd.
Het blijkt nu dat de facultatiefstelling
aldus zal worden ingevoerd, dat zij niet
wordt geëischt van scholen welke reeds
Voor Augustus 1915 subsidie genoten.
Daarover 'maakt men nu aan de linker
zijde misbaar. Zoo blijft, zegt men, bij
al de bestaande zendingsscholen, al
thans 'voor zoover niet een neutrale school
in dezelfde plaats aanwezig is, de
gewetensdwang bestaande keusgeen
onderwijs of onderwijs óók in den Chris-
telijiben godsdienst. Bij deze principieele
grief komt dan nog het Verwijt aan den
Minister, dat hij nu niet heeft gehouden
wat men meende recht te hebben Van
hem te verwachten. Dit verwijt, dat in
zeer scherpe woorden geuit werd, laat ik
thans terzijde.
Ik wenseh slechts een opmerking te ma
ken naar aanleiding van een verweer van
de heeren De Meester en F oek.
Door mij was ingebracht, dat de Ver
ontwaardiging over den veronderstelden
gewetensdwang, waarvan vooral de heer
De Meester blijlk gaf, wat laat kwaml, daar
de subsidieregeling die Voor de bestaande
scholen geldt, de regeling van 1906, juist
tot stand kwam toen het Ministerie-De
Meester aan het bewind was!
Die opmerking riep de heeren De Mee
ster en F oCk in 'het geweer. De zaak kwam
pas na het ministerschap van den beer
Focfc ter sprake, aldus Mr. De Meester,
waaruit men, schijnt het, moet begrij
pen dat het bevorderen van gewetens
dwang door den heer Fock plaats had zon
der dat hij het zelf bemerkte. Van meer
beteekenis scheen een ander verweer van
de beide oud-ministers. De heer De Mee
ster zeide het volgende:
.de Minister Van Koloniën, die nu
aan de groene tafel zit, heeft ons uitdruk
kelijk herinnerd aan het Voorkomen in een
der artikelen van de bepaling, dat terwijl
de Gouverneur aan den eenen kant van
sommige voorwaarden vrijstelling kan ver
leenen, hij aan den anderen kant, juist
in die regeling van 1906, zich ten volte de
bevoegdheid voorbehield, nieuwe voor
waarden op te leggen.
De Gouverneur-Generaal had de be
voegdheid om de voorwaarde der ver
plichte facultatiefstelling alsnog op te leg
gen en aan dia bevoegdheid kon niet wor
den getornd.
De heer Fock zeide:
„De geachte afgevaardigde van Den
Helder heeft de opmerking reeds afdoen
de beantwoord. 'Hij heeft de aandacht
gevestigd op de bepaling jn de ordonnantie
van 1906, waarin de bevoegdheid wordt
Voorbehouden om zoodanige voorwaarden
op te leggen als noodig worden geacht..."
In de zitting, had ik niet de gelegenheid
vóórdat ik aan het woord kwam de juist
heid van het argument te toetsen door de
verordening van 1906 op te slaan. Het
bleek mij echter sedert, dat de bedoelde
bepaling luidt (ik heb de ordonnantie niet
hij de hand, nraar de bepaling is 17 Fe
bruari in de Eerste Kamer woordelijk
geciteerd door den Minister):
„De Gouverneur-Generaal is bevoegd
vrijstelling te verleenen van een of meer
dezer voorwaarden en daaraan zoodanige
nieuwe Voorwaarden te verbinden als hij
noodig achten zal".
Wanneer ik de bepaling goed lees, dan
kan de G.-G. nieuwe voorwaarden verbin
den aan de vr ij stelling van een of
meer der bestaande voorwaarden. De G.-G.
mag van voorwaarden vrijstellen, of ook
die voorwaarden door andere vervangen.
Een volledig voorbehoud tot het opleggen
van nieuwe voorwaarden ligt in de bepa
ling geenszins.
Voor de invoering der verplichte facul
tatiefstelling is de bepaling dan ook van
geen beteekenis. Immers die verplichte
facultatiefstelling' wordt niet ingevoerd in
verband met een vrijstelling van andere
voorwaarden, maar geheel op zichzelf. Het
is onjuist dat de ordonnantie van 1906 tot
zulk een inv oering de bevoegdheid voorbe
hield. Het verweer is dus ook onjuist
dat minister Fock in 1906 den weg, opende
om gewetensdwang te voorkomen. Vast
blijft staan, dat wat nu zoo fel bestreden
wordt, niets anders is als de zuivere wer
king der subsidie-ordonnantie van Mr.
FoCk.
Een verontschuldiging voor de onjuiste
opvatting 'der ordonnantie van de heeren
De Meester en Fock is, dat 17 Februari
1915 Minister Pleyte in de Eerste Kamer
dezelfde onjuiste opvatting aan den dag
legde. (Handelingen blz. 245).
Beknopt overzicht van den toestand.
Ondanks alle tegenstrijdigheid, waar aap
de berichten van den Balkan laboreeren,
is het toch wel' duidelijk, dat de toestand
der Serviërs' in geen enkel1 opzicht roos
kleuriger is geworden.
De troepen der centralen ©n der Bul
garen dringen nat het Noord-Westen, Noor
den, Noord-Oosten en Oosten meer en
meer naair 'het Lijsterveld op1 en hebben
o. m. door liet foroeeren van een toegang
tot het Lab-dal' reeds een der toegangs
wegen naar de historische vlakte geopend.
Spoedig zal blijken, of daar nog een
laatste wanhopige poging tot verweer door
de Serviërs zal1 worden gewaagd, dan wel
of ze zich verder terugtrekken naai" Mon
tenegro en Albanië.
Dit laatste is wel het meest waarschijn
lijk-
Hoe hef ook verder gaat, de centralen
hebben tocih reeds hun doel bereikt. Voor
hen was de verovering van Servië niet
blleen een groot militair succes, maar
ook een zaak van evenveel moreele, poli
tieke en economistahe beteekenis.
Het groote doel' toch van den veldtocht
tegen Servië gold niet zoozeer de verplet
tering van dat rijk, doch den ring te
verbreken, die de Duitsch-Oostenrrjkseh©
landen naar het Oosten afsloot en den
doortocht naar de Turksche bondgenooten
te verkrijgen.
Het ging om niets meer of minder dan
om de uitvoering van het Duitsche pro
gram, reeds onder Bismarck' opgemaakt:
„Van Berlijn naar Bagdad, van de Noord
zee naar de Perzische Golf'.
Vooral toen in Duitsichland de nood
steeg, poogde men dit groote doel' te
bereiken. Nu is het zoo goed al's bereikt,
en ontvangt Dojtschland reeds zijn voor
raden uit het Zuid-Oosten. Langs den
vrijgemaakten Donauj vervoert men dage
lijks tallooze scheepsladingen koren en
mais. De spoorlijn NisjSofia is ook spoe
dig gereed,- zoodat spoedig de treinen
BerlijnBagdad zullen loopen.
Dat dit alles voor Dudtschland van zeer
groot belang is, behoeft nauwelijks nader
betoog.
-Evenmin behoeft er op gewezen te wor
den, dat nu ook Turkije uit den brand is,
zoodat aan de 'forceering der Dardanelles
niet meer te denken is.
Op het Zuiderfront wordt tusschen de
Oostenrijkers en de Italianen een verbit
terde en onverzoenlijke strijd gestreden.
Met een verbeten verwoedheid bestrij
den de tegenstanders vooral in de streken
van Görz' elkander elk stukje grond.
Ook de berichten van dit front zijn zeer
tegenstrijdig, zoodat er veelal „geen touw
aan vast te knoopen" is.
Het meest markante geval van tegen
spraak was de laatste dagen de kwestie
van het bezit van den Dolomieten-top,
Col di Lana. De Italianen houden vol, dat
zij den berg in hun bezit hebben en meld
den Zondag nog, dat zij Oostenrijksohe
aanvallen op den berg hebben afgeslagen.
De Oostenrijkers beweren, dat zijf heer en
meester van den top zijn en hebben den
Zweedischen overste Ackermann zich van
dit feit laten overtuigen. De Hartmanns-
vveilerkopf-geschiedenis herhaalt! zich dus.
Maar een oplossing, dat beide partijen zich
op den top hadden genesteld, lijkt hier
uitgesloten. Een van beide partijen moet
niet alleen overdrijven in de waardeering
der feiten, maar zich aan een verkeerde
voorstelling der feiten zelf schuldig maken.
Eenzelfde tegenspraak kenmerkt ook de
berichten over den strijd om Görz, op
den Oostelijken oever van de Isonzo ge
legen.
Hot Weensche Fremdenblatt schrijft in
een hoofdartikel, dat het thans een half
jaar geleden is, dat Italië trouwbreuk
pleegde, zonder dat het ©en enkel succes
heeft behaald, een enkel van zijn militaire
doeleinden bereikt heeft. De jongste redo
van den Italiaanschen minister van justi
tie Orlando is een bekentenis van het
gebrek aan resultaten van den Italiaaln-
schen aanval.
Korte Oorlogsberichten.
In Engeland doen nu ook al school
jongens mee aan de vervaardiging van jmu-
nitie. I
De commissie uit den Franschen Se
naat voor leger-aangelegenheden heeft een
stemmig een motie aangenomen, waarin
wordt aangedrongen op het gebruik, zon
der eenig voorbehoud, van verstikkende
gassen door het Fransche leger en op het
toepassen van meer volledige voorbehoed
middelen tegen aanvallen van den vijand
met die gassen.
De Tinnes Vertelt hoe de luit. ter zee
Layton, de bevelhebber van de in
Deensch'O wateren gestrande en door de
Duitsehers beschoten duikboot, uit de in-
terneoring ontsnapt is. Hij lag miet influ
enza te bed. Twee schildwachten hielden
voor de deur de wacht. Op een oogenblik
dat zij elders bezig waren (hier kan de
lezer aanvullen) slipte hij zijn kamer uit
en een andere in, waar hij een pak kleeren
vond. Hij trok die aan en liet zich met
een touw, dat hij ook al vond, op do
plaats van de kazerne neer._ Hij zwom een
kanaal over, wrong aan den overkant zijn
kleeren uit, trok ze weer aan, droeg een
tasch voor ©en reiziger naar het station
en nam plaats in een trein naar Kristiania.
Hoe hij zonder pas Denemarken uit en
Zweden binnenkwam meldt de historie
niet. Van Kristiania ging hij naar Bergen
en daar op een boot naar Engeland.
Maldeghem. Bij besluit van den
Etappen-Kommandant is de gemeente Mal
deghem, 10.000 zielen, grenzende aan Ne
derland tot Operatiegebied verklaard. Voor
vreemdelingen is het verboden de ge
meente te betreden.
Bomaanslagen? Zestien man
worden gebruikt om de tunnels, die de
loodsen der Union 'Railway ten Zuiden
van Washington verbinden, te bewaken,
wegens de dreigementen om aanslagen
met bommen te plegen. Ook de spoor-
wegloodsen zelve worden krachtig be
waakt.
Gemeld wordt, dat voorzichtige amb
tenaren van den Pennsylvania spoorweg
in 't bijzonder hun aandacht wijden aan
alle bruggen, viaducten en overwelvin
gen langs de lijn om het gevaar voor
bommen zoodoende tot een minimum te
rug te brengen.
Uit Parry (South-Ontario) wordt ge
meld
Een ontploffing vernielde vijf gebou
wen van de „Canadian Explosives Com
pany". Het feit, dat de ontploffingen te
gelijkertijd plaats hadden, doet vermoeden,
dat zij niet aan een ongeluk te wijten
zijn.
Griekenland. Het Engelsche mi
nisterie van buitenlandsche zaken meldt,
dat geen Grieksche schepen 'in beslag!
genomen of opgehouden zijn in havens
van het Vereenigd Koninkrijk en dat geen
blokkade van Grieksche havens afgekon
digd of van kracht is.
De regeering in Athene zal in haar
eigen belang de tot nu toe gevolgde vaste
en doelbewuste houding handhaven.
Ook Roemenië zal zich door de troepen
concentraties in Bessarabië geen vrees
laten aanjagen, daar deze troepen t© zwak
zijn om een noemenswaardige actie te
beginnen en uitsluitend dienen om druk
uit te oefenen.
De Servische regeering heeft nog geen
vredespogingen gericht tot de Midden-
Europeesche mogendheden, zoadat met
recht kan worden beweerd, dat in het
tegenwoordige stadium en zoolang de
Entente-troepen in Griekenland zijn, aan
wapenrust en vredesonderhandelingen niet
te denken valt. -
Naar aanleiding van diplomatieke
adviezen, is de Servische regeering van
Mitrowiza naar Prisren overgebracht.
Servische afgevaardigden kwamen te
Saloniki aan en verklaarden, dat de re
geering spoedig Monastir via Dibra be
reiken zal.
Volgens berichten in de Russische
bladen te Boekarest zijn de tsaar en de
Russische troonopvolger met groot gevolg
te Reni aangekomen om inspectie te hou
den over het nieuwgevormde leger, dat
tegen de Bulgaren is uitgerust.
De tsaar zal drie dagen te'Reni blijven.
Aldaar zullen 80.000 man gereed worden
gehouden; te Smaila 70.000 man en te
Odessa 200.000 man. Dit leger moet heel
goed uitgerust zijn en gereed zijn oinl
op te rukken, zoodat in de allernaaste
toekomst nieuwe gebeurtenissen op hel
Balkanfront in de onmiddellijke nabijheid!
van de Roemeensche grenzen verwacht
kunnen worden.
De Duitsehers in Amerika.
De correspondent van de „Evening World"
te Washington meldtDe steden Cleveland,
Buffalo, Toledo, Detroit en andere steden
in het groote merengebied worden in me-
dedeelingen van de Engelsche ambassade
aangeduid als de punten vanwaar een aan
val der Duitsche reservisten tegen Canada
moest beproefd worden.
Te Washington is tot nui toe nog niets
ontvreemd wat een officieel' protest bij de
Vereenigde Staten kan rechtvaardigen.
Minister Pleyte ongesteld.
Toen de minister van koloniën, mi\
Pleyte, gisternamiddag, nadat de vergade
ring van de Tweed© Kamer tusschen 1 en
2 uur geschorst was, in verband met een
regeling van werkzaamheden, zich weder,
in de vergaderzaal had begeven, vóór de
vergadering echter weder geopend was>
werd hij door een flauwte overvallen.
Nadat hij naai de voor de ministers
bestemde zaal in het Kamergebouw gedra
gen was, werd den heer Pleyte geneeskun
dige hulp verleend door het Kamerlid,
dr. Schermer, die hem trachtte bij te bren
gen, hetgeen gelukte.
De minister wilde daarna weder naar
de vergaderzaal terugkeeren, maar hierte
gen verzette de heer Scheurer zich!, zoo-
dat de minister voorloopig in de'ministers-
kamer bleef, waar de minister Cort van
der Linden, de president der Kaïnier, de
heer Borgesius, en eenige Kamerleden zich
van zijn toestand op de hoogte kwamen'
stellen.
Begeleid door den heer Fock, is da
minister ten slotte per auto naar zijin
woning gebracht.
De toestand van den minister was des
middags volkomen geruststellend. De on
gesteldheid is van voorbijigaanden aanJ
gebleken.
Intusschen zal de heer Pleite eenige
dagen rust nemen.
J. C. Van Iterson. f
Hier te lande is, naar aanleiding Van het
overlijden van den luitenant ter zee le
klasse Van Iterson, commandant van het
flottielje-vaartuig „Assahan" bericht ont
vangen, dat deze zee-officier het slacht
offer is geworden van een ongeval. Den
19n dezer is hij, op een tocht in Amlbon,
van een rots gevallen en daarbij zoo on
gelukkig in een stroom terechtgekomen,
dat hij een schedelbreuk bekwam, aan
de gevolgen waarvan hij op 42-jarigen leef
tijd is overleden.
Koningin Wilhelmïna.
Het Weensche Korr. Bureau meldt, dat
het Fremdenblatt aan Koningin WiLhel-
mina naar aanleiding van Haar 25-jarig
regeeringsjubileum een sympathiek arti
kel wijdt, waarin de regeeringswerkzaam-
heid van de Vorstin, aan wie het volk
met groote liefde en vereering gehecht
is, naar waarde wordt geschat. Het blad!
wijst er op; dat Koningin Wilhelmina in
het buitenland steeds goede betrekking©:!
met de mogendheden onderhouden heeft
en dat Haar regeeririg ook thans in den
wereldoorlog zich beijvert, haar gewis niet
gemakkelijke taak, om een strikte neutrali
teit te bewaren, zoo goed mogelijk te
vervullen.
De klacht tegen „Het Volk'V
Naar aanleiding van het bericht van
een strafvervolging tegen „Het Volk" ver-
neemt men, dat deze vervolging door da
Amsterdamsche justitie zou worden inge
steld, wegens beleediging van een ambte
naar ijn de uitoefening van zijn functie,
een delict dus, dat strafrechtelijk vervolg
baar is in het algemeen, ook al is er
geen klacht bij de justitie direct door.
den beleedigden persoon ingediend, het
geen dan ook door Minister Post hums'
niet is geschied. j
De uitvoer
van levende runderen is weer verboden.