No. 45
Maandag 33 November 1915
30e Jaargang
Voor het practische leven.
Feuilleton.
De Qroofe Oorlog.
HET JAVA-COWIITE.
ii.
Uitgave van
de HasaöL Venn. LUCTOR ET EMEEGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN &E VORSTSTRAAT Ztö.
Bureau te Middelburgt
HRMA F. P. DHUU - L. BUR®.
Druk k.er s
Costerbaan Le Cointre
Goes.
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERN&A©
Abonnemenfsprfjs
Per 3 maanden fr. p. postf i.85
Losse nummers•.9S
Prij« der Advertentiëti
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer ii et.
3-saaai plaatsing wordt 2-maal berekeaC
Bij abonnement voordeelige voorwaarëan.
Familieberichten van 110 regels ft.—,
iedere regel meer 10 ct.
Wie een jongen op dé H. B. S. of een
talöiSsje op de Kweekschool' heeft, die
schudt wel eeüs meewarig' het hoofd/
nzeMöcr hij den berg wijsheid ziet die
die» kinderen onzes tijds wordt ingestampt-
fan ai'tea en nog wat moeten zij verstand
tüabhen. De, jeugdige herbenen krijgen heel-
«rat te venverken. Hoeveel vakken krijgt
«en knaap op de H. B. S. niet te l'eeren.
foor hoeveel' vakken staat een toekom
st^ onderwijzeres op 17-jarigen leeftijd
Naast te veel om op te noemen.
Jto wat hebben zij er aan, wanneer zij
straks in het Jpractische leven komen.il
Traag liet onzen jongelhi over eeniga
jaVe», wanneer zij op het kantoor of in
•<ïe werkplaats, voor de klas of in het
geain, in het leger of op de vloot de
pHaalft hunner bestemming gevonden heb
ben.
Walt stehiiet er een heel' klein beetje
oretr va» de boekenwijsheidwaarop zij
zich moe hebben gespitst in een tijd toen
fle/ferlei lichaamsbeweging voor hen geen
ovfctrtollige weelde zon zijn geweest. Eni
van dia lagere school hier en daar geldt
dit ook. Het is de oude ervaring; en de
antfte klacht: de school voedt niet op voor
tot leven; het onderwijs past niet aan
hij hot practische leven.
Toorsharafis schijnt hier niets aan te
d<3»eiio te zijn.
Jiiaschien wanneer de Ineenscliakelings-
comraissie nog eens met haar taak klaar
komi; en minister Kuyper nog eens zijn
hteeïe stelsel van onderwas van het
ttewaa re c h ooi ondérwij s tot het Iiooger
rindorwijs onverkort, in practijk kan
bivjcjgrsiizal men een onderwijs krijgen
dat waushut aam hiet leven.
'Bert nog toe evenwel' blijft het klagen, en
rrtUt reden.
Vte hot rijn niet alleen menschen van
nachts die klagen. Och, van dat soort men-
öldbeia kan men niet anders verwaohten,
is irtüt niet? Maar ook onverdacht vrij zin-
aigfe» hebben zich tegen de richting van
bgl hedendaagseh onderwijs meermalen
vteraet
•RjeetLs eenige jaren geleden gaf nu wijlen
rlr. Ritten', oud^predikant bij de Remon-
stra»tedbe gemeente te 's-Gravenhage, het
vofgewle te lezen in zijn Paedagogisdhej
Fragmenten
iJSs
Dte jeugd moet meer worden onder-
wjöaen in de diepte en minder in
'ite breedte. Niet op het hoeveel van
'hot weten komt het in de eerste plaats
**asa, maar op het hoe. Ofschoon het
Sjpg niet veel' heeft gebaat, dat het
ateeds zoo dikwijls is gezegd: zullen
■w!e .het toch maar weer eens laten,
drukkendat het groot aantal' leervak-
Meta, dat tegenwoordig onderwezen
wordt, niet in het belang is van de
föujgd. Wat men besteedt bij' den brou-
wwr, kan men niet besteden bij den
hakker. Wat onderwezen wordt in de
breedte, komt ten nadeele van de diepte.
Ruim 3 jaar. later Hl Oct. 1900) werd
Br. H. J. Eggink afgevaardigd, die op
10 Sept. 1901 zijnen post Pargaroetan
Betrok. Kwam de eerste In 1909 met
verlof en de ander in 1913, de oude
Br. Dammerboer bleef van 1877 af in
Angkola, werkte er samen met zijne echt-
geooote, die hem in 1914 op 84-jarigien
leeftijd ontviel, en is nog steeds, de
Brieven in ons Zendingsblad getuigen er
van, met opgewektheid in het zen
dingswerk bezig. Ter gelegenheid van zijn
gouden jubileum (27 Oct. 1908 werd hij
door H. M. de Koningin Bevorderd tot
officier in de O. N. orde. Hij heeft den
moeilijken arbeid onder de Mohammeda
nen zien groeien, en mag het beleven,
dSat de drie zendelingen worden gesteund
door 17 inlandsche helpers, en dat het
aantal Christenen 638, en dat der scho
lieren 419 bedraagt.
Ook onze zending in Angkola spreekt
met den Psalmist (Ps. 106:45) van een
veelheid van Gods goederentierenheden.
Sliet minder die op Oost-Java.
Meer dan eens was de aandacht der
Christenen op "het volk der Madoereezen
gevestigd. Eens scheen het, dat de zende-
abg Van der Linden er het zendings-
vrejjk zou Beginnen. Ook zendeling Hart-
Bit Verschijnsel neemt men tegen
woordig algemeen waar: dat de jeugd
veel geleerde din/gen weet en onkundig
is aan h'et eenvoudigste, dikwijls aan
het allereenvoudigste.
Schrijver was eens tegenwoordig bij
het onderwijs coner klasse van meisjes
v'an zestien en zeventien jaren. Aam
«ene der leerlingen iwerd gevraagd te
bewijzen: dat do zijde van den inge
schreven regelmatigen tienhoek gelijk
is aan hot grootste stuk van de in de
uiterste en middelste reden verdeelde
straal'. De: leerlinge leverde met eenige
hulp vair de onderwijzeres het gevraagde,
bewijs. Een oogemblik later kwam het
gesprek op de taaten voor droge en
natte waren. „En Wat wordt er zoo
al metj die maten gemeten?" verstoutte
ik mij te vragen. En dezelfde leerlinge,
die zooeven had gesproken over het
verdoelen in de uiterste en middelste
reden, wist hiet dat aardappels en steen
kolen worden gemeten met een hecto
liter.
We hebben meer diepte noodig.
Br. Ritter Voegt hierbij nog een noot,
waarin hij den staf breekt over de namen
der maten en gewichten, welke namen
„iets volapuck-achtigs" hebben.
Waarom ook geen ons voor hectogram,
mud voor hectoliter? Ons, mud, vat,
el leven bij ons volk.
Toch worden de kinderen wekelijks een
paar uren gekweld met het aanleeren van
die vreemde woorden, in pl'aats van de
Hollandsche benamingen, welke reeds in
huis bij moeder geleerd zijln.
Zoo iel' ooit een wet een mislukking
is geweest, dan is het die op de Maten
feu Gewichten geweest.
De kinderen hebben nu reeds in het
tweede geslacht, zich moe geleerd eb,
gereld op die i|ieu|we namen als Myria-
meter en Hectare en Deciliter en Deca
gram. Doch niet zoodra, waren zij van
school' of zij volgden het voorbeeld van
huin ouders en spraken van ponden en
pontleiimaat, van roeden en gemeten, van
©1' en palm en duim, van ponden en onsen.
Het onderwijs, in al zijn geledingen!,,
zal meer met de praktijk van het leven
moeten gaan rekenen, en daartoe heel
wat alS ballast bekooren over boord te
werpen, waar nu onze kinderen, om het
te weten en te verstaan zich tot moede
loos wardens op zitten af te matten.
Terug tot de natuur.
Gepareerd.
De voorzitter der Kamer heeft in een
dier vaderlijke vermaningen waarvan hij
den slag heeft den leden der Kamer ver
weten dat zij niet op tijd komen en
zonder kennisgeving afwezig blijVien.
De Nederlander, een guit die het
met een lachje om den mond zoo voel
baar- zeggen kan, heeft naar aanleiding
van deze presidiale strafpredikatie her
innerd dat tijdens de zitting van 1912
1913 twaalf maal de straflijst (de na
men der afwezigen is v ooigelezen, en
dat elf maal vaar de twaalf de hejer
hoorn had 'zich teruggetrokken. Toen bood
Dr. J. P. Esser, die zich toen in Schot
land in de medische vakken bekwaamde,
zich aan. Op 28 Augustus 1878 opent
het Java-Comité toet hem de correspon
dentie, en reeds op 15 Dec. '79 vertrekt
Esser naar Lndië, is tot in Juni '80 plaats
vervangend werkzaam aan het seminarie
te Depok, doorreist Java, en vestigt zich
dan te Bondowoso in Besoeki. Zijn evan-
geliewerk was aanvankelijk één worste
ling. Het aanbod van geneeskundig© hulp
schijnt hem huizen noch harten te ope
nen. Het schoolonderwijs blijkt op wei
nig of niets uit te loopen. "Overat stuit
hij op het harde fanatisme der Moham-
medaansche bevolking. Tot eindelijk één
Madoerees toenadering beloont, en deze
op 23 Mei 1882 als de eersteling uit zijn
volk kan worden gedoopt. Esser werkt,
en zoekt meerdere. Intusschen is de zen
deling bezig in taalstudie en iitterairen
arbeid, werkt vanaf '83 aan de vertaling
der Evangeliën en de Handelingen der
Apostelen in het Madoereesch, en brengt
de „Bijbelsche geschiedenissen in het Ma-
leisch" van zijnen „vader, over; in de
Madoereesche taal. Paq Ebing gaat er
mede colporteeren, bezoekt het eiland Ma-
doem, waar hij bijna een prooi wordt
van de vervolging der Islamieten, en we-
nig of geen vrucht op zijnen arbeid oogst.
Wanneer Paq Ebing in 1885 zijn tweede
colportagereis maakt in Besoeki en het
Modjowarnosche, bestaat de eerste Chris
tengemeente uit 2 mannen, 2 vrouwen en
2 kinderen. Het getal is nog iets groo-
ter9 wanneer h§ 13 Maart 1887 door
Goeman Borgesius beljoorde tot hen die
niet present waren, ei dat hij ook nog
vele malen, en dat mrestal zonder ken
nisgeving, den g,anschim zittingsdag af
wezig geweest is.
Een mep, die dejhalve mooi gepa
reerd is.
Wat natuurlijk niet vegneemt, dat onze
vertegenwoordigers op
hebben te zijn, en te
zitter der Kamer de
heid hebben in acht
kennisgeving vordert 1 ij voorgenomen af
wazigheid.
hun tijd present
enover den voor-
urgerlijke beleefd-
te nemen, welke
Saksopt overzicht van dan toestand.
De Entente zet de duimschroeven krach
tig aan.
Wel is de hoop uitermate gering, dat
Griekenland haar zijde zal kiezen, toch
wil ze nog een laatste poging wagen.
Naai' verluidt beschouwen de geallieer
den de toestemming van Griekenland, dat
Engelscli-Franseh-Seryische troepen zich
zoo noodig op Griefcsch grondgebied terug-
trukkenonvoldoende indi© geen genoeg
zame waarborgen gegeven worden. Üaar-
oro dringen zij op een duidelijker omschrq-
ving van Griefcealand's houding aan.
Naar verluidt, eischen de geallieerden
hetzij onmiddellijk ingrijpen, hetzij onmid
dellijke demobilisatie der Grieksche troe
penmachten
Deze geruchten doen in Engeland do
ronde. Zonder er te veel waarde aan te
hechten, mag men toch aannemen, dat de
geallieerden het nog niet opgeven, maar
beslaten zijn een lauchLiget politiek tegen
over Griekenland te volgen, dan zij tot dus
verre deden.
We hebben er echter reds vroeger op
gewezen, dat de Duitschdiplomatie te
Athene jde overwinning! betaald heeft.
Deze victorie zal wpJ I een definitieve
zijn, zoodat de Entente spoedig zal inzien
achter het net te vissclién.
Wat Servië betreft, je centralen en do
Bulgaren zijn bijna klaar met dezen staat.
En zijn 'vrienden fluisteren de droeve
tijding onder elkander: „onze dappere
vriend en medestrijder, het Servische Ko
ninkrijk ligt op het uiterste". Terwijl de
oprechten als zij nog onder hen gevon
den worden er aan toevoegen„Wij
hadden het kannen redden, als we méér
spoed betracht hadden, doch we kwamen
te - laat".
Dank zij den krachtigen steun van zijn
bondgenooten van 1912, de Bulgaren, is
Servië zoo goed als geheel onderworpen
aan de macht des vijands.
De laatste berichten komen bevestigen
dat het land den algeheelen ondergang na
bij is.
Men zie do „korte oorlogsberichten"
en de telegrammen.
De ellende in Servië.
De berichtgever der „Voss. Ztg." geeft
een schildering van de ellende der Servi
sche bevolking, waaraan wij het volgende
ontleenen
Tot in het dal dei' Westelijke Morawa
was de uit Noord-Servië gevluchte bevol
Dr. Esser tot het werk der bediening
wordt ingezegend. Eenige maanden later,
als Esser nqar het. vaderland gaat in
verband met de bijbelvertaling, draagt hij
het werk over aan genoemden inlandsohen
broeder. Dan ontstaat 'het plan eenige
jongelieden door br, Esser tot zendelin
gen onder de Madoereezen te doen op
leiden. Een tijdelijk zendingshuis werd
te Amsterdam gehuurd, 5 kweekelingen
waren gevonden. En toennam de
Heere- br. Esser op 37-jarigen leeftijd tot
zich, 28 April 1889.
Geschokt, maar niet verlamd, zet het
Java-Comité het werk voort. Reeds 22
Juni van hetzelfde jaar vertrekt br. H.
van der Spiegel naar lndië en begroet in
October '86 br. Paq Ebing en de kleine
gemeente van 17 Christenen, welke in
Dec. '90 waren aangegroeid tot 23 zielen.
Gering waren alzoo vooreerst de vruch
ten van het zendingswerk. Dit verhin
derde echter het Comité niet om in 1891
br. H. Bakker te zenden, die aanvankelijk
te Soemberpakem komt inwonen bij br. H.
v. d. Spiegel, welke laatste zich in 1892
vestigt te Bondowoso, tot op heden zijn
standplaats.
Met ijver gaan de broeders voort door
ziekenpractijk, schoolonderwijs, enz. de in
landers met het Evangelie te bereiken.
Soemberpakem krijgt zijn kerkje, later ook
Bondowoso. Br. Dekker bouwt een nieuw
zendingshuis, maar verlaat, als zijne echt-
genoote, om gezondheidsredenen in Maart
1896 repatrieert, en niet meer naar lndië
mag terugkeeren, voorgoed Java (1897), na
het werk in de gemeente (welke toen 44
king' gekomen. 'Zij hadden hunne woon
plaatsen verlaten, waren gevlucht, nauwe
lijks voorzien van het 'meest noodige, om
hier toch den vijand in handen te vallen.
Hieir eerst bereikte hun ellende het top
punt. De vijand deed hun geen leed, maar
onophoudelijk trokken er troepen de plaat
sen binnen.
Na een paar schoone dagen was ft weder
weer geweldig slecht geworden. De troepen
moesten onder- dak gebracht, worden. Den
vijand te ontzien zou beteekenen de eigen
lieden te benadeelen. De inwoners moes
ten er rrtt, hunne huizen ontruimen. Zij
vinden toch nog' hier en daar- een onder
komen in een hut. Een maisloods, een
zwijnenstal. Daar trokken in een beperkte
ruimte twintig tot dertig personen naast
elkaar, een oude man, zieke vt ouwen,
kleine kinderen. Een ondraaglijke atmos
feer, een overmaat van ellende. En toch,
het is tenminste een onderdak. Buiten re
gent het met stroomen.
Famdliën uit Belgrado, Semendria en
Kragujevac zijn daaronder, hooge regee-
ringsambtonaren, artsen, advocaten. Zij
hebben het niet beter dan de armste dag-
loonors. Officiersvrouwen zijn er onder.
De vrouw van een stafofficier snelt naar
den plaatselijken commandant. Zij smeekt,
zij heeft twee kleine kinderen.
„Het doet mij leed; ik kan u niet hel
pen. Ik kan geen uitzonderingen maken.
Daar ligt het generaal-commando, daar
de divisiestaf. De troepen zijn vier dagen
en vier nachten in den regen, geweest.
Zij moeten onder dak komen. U begrijpt,
zij- moeten.Ik kan niet helpen. Ik kan
het werkelijk niet."
Buiten op den weg liggen zij in den
regen. Het natte hout wil niet branden.
Zij staan er, liggen huiverend om het
glimmende en weder uitgaande vuur. Het
doet iemand leed dit te zien. Maar wij
kunnen niet helpen. Wat het land geeft
is voor het leger. Onze troepen (mogen
geen honger lijden. Zij mogen niet hui
verend aan den weg liggen, waneer er
een mogelijkheid is, hen onder dak te
brengen. De mannelijke personen onder
de 50 jaar- werden weggedreven. Menig
maal zijn er jongens van 15 jaar hij,
In rijen, in eindelooze rijen bij honder
den, hij duizenden marcheeren zij naar
het Noorden, aan beide zijden geëscor
teerd door Uhlanen met de lans in de
hand.
De vluchtelingen trekken naar het
gebied der étappe, waar niet meer ge
streden wordt en voor hen kan gezorgd
worden. Sic zoover komen! Want ik zag
velen, die aan den weg hieven liggen.
In den stroomenden regen lag daar half
weggezakt ito 'de modder van den land
weg een oude man of een vrouw of
heide dicht bq elkaar. Zij: lagen daar, als
levenloos en de regen stroomde neer.
Zij waren niet dood, maar slechts ver
moeid. De" kraaien vliegen op met zwa-
ren vleugelslag. De hemel is alom grauw
en de laatste gouden bladeren fladderen,
van de kalo hoornen in de modder van den
weg. i
Een dapper meisje.
Op d-ë dagorder van het Fransche leger
staat de naam vermeld van Emilienne
Moreau, een 17-jarig meisje uit Loos. Zij
bleef daar met haar ouden vader, moeder,
zielen telde) en daarbuiten, aan Paq Ebing
te hebben overgedragen. Reeds 4 Mei 1898
wordt nu br. H. Hendriks voor het werk
onder do Madoereezen afgevaardigd. Tien
jaar heeft hij op Oost-Java met liefde
mogen arbeiden; totdat de brand van het
Zendingshuis te Soemberpakem (Aug.
1908) aanleiding werd voor terugkeer naar
Nederland, voorgoed. Intusschen was So-
leiman, de zoon van Paq Ebing, in '99
van het Seminarie te Depok weergekeerd,
werkzaam gesteld te Sempolan. een tijde
lijk filiaal, en vestigde Paq Ebing zich
te Slateng, waar in 1907 de zendingskerk
afbrandde.
Op 12 Januari 1904 vaardigde het Java-
Comité br. F. Schelfhorst af, die 22 Maart
te Bondowoso kwam, en er de plaatsver
vanger werd van {br. H. v. d. Spiegel',
daar deze met verlof naar Europa was
vertrokken (31 Maart 1903). 15 April' 1905
vindt dien laatste weder te Bondowoso,
waar hij1 hiet werk hervat en ruim 3 jaar
latei-, na het vertrek van br. Hendriks,
ook het ressort Soemberpakem overneemt.
Maar dit niiet alleen. Reeds in 't laatst
van 1905 kwam er een roepstem tot het
Java-Comité om geestelijk te verzorgen
de naar zijn terrein uitzwermende Javaan-
sche Christenen. En br. H. v. d. Spiegel
werd de zendeling van de bekende buiten
posten, die sedert in aantal' en bevolking
toenamen, en thans meer dan 5 filialen
miet meer dan 2000 Christenen tellen. Met
de leden der gemeenten Soemberpakem,
Bondowoso, Slateng en Kajoemas, hebbén
we op Oost-Java thans ruim 2300 Jaraan-
eche en Madoereesche Christenen.
jongere zuster en broer van 10 jaaiü
nen en was onder de zeer moeilijke om
standigheden aller esngel en steun. Tofc*
vader stierf maakte zij met haar broeMfrt
zelf de lijkkist.
De Duitschers legden voor het moedige
kind den grootsten eerbied aan den dag<.
Toen de Septemberaanval en daarmee
de bevrijding van Loos kwam, volgde zjg
van uit het dakvenster van haar huisj»
met hartstochtelijke spanning den aamtsl
al regende het granaten, om haar heen.
Toen de Engelschen in het dorp kwame%
ging zij uit en verpleegde de in de sttrafeü
liggende Brite'chc gewonden, veler leve»
reddende. Eigenhandig zou zij, in zelfver
dediging, 5 Dudfcsche soldaten godoort
hebben.
Een Engeliach officier zeide van haat):
Het is bijna de Jeanne d' Arc Van hgg
noorden en de Fransche bevelhebber
schonk haai- het oorl'ogskruis.
Haai- naam is thans op de lippen rwt
alle Franschen.
Korte Oorlogsberichten.
Te Marseille 'hebben zeekapdteuMs
op een bijleenkomst met elkaar orertcg
gepleegd, wat hun tegenover duikbootm
m de Middeftandsche Zee te doen stond.
Men kwam overeen dezelfde maatregefcrn
te nemen als in de Noordzee. Aan dp
Fransche regeering zou worden verzodbj;
de stoombooten van kanonnen te rf>ar-
zien en er bediening bij te leveren.
De Epgelsche admiraliteit gelooft, dai
Duitsche duikbooten in Tres Forcias ra»
leeftocht enz. worden voorzien. D© StasM
van Gibraltar wordt nu dag en M.rfe
scherp Bewaakt.
Een invloedrijk- Spoansch militair
vakblad, maakt gewag van het geruohL
dat er van de zijde van de entente mmirts
wordt gedaan, Spanje in den oor-
lo g mee te krijgen. Maar het blad zegt,
dat geen land nu genegen is zijn Vot
aan de entente te binden, en dat boven
dien heel Spanje neutraat zal hlijhrfe»,
De haven van Archangel,
In tegenspraak met de berichten van som
mige agentschappen meldt Havas, dat die
ingang van de haven van Archangel vol
komen ijsvrij is. Bovendien worden d»
nieuwe machtige ijsbrekers verwacht e»
men kan aannemen, dat de haven zeker
even lang vrij voor de scheepvaart zal
zijii als het vorig jaar, toen men sleejh&s
over één dezer machines beschikte.
Lord Kitchener is te Saloniki aange
komen, komende van Gallipolï.
Het Portugeesche kabinet is afgestre
den.
Uit Zuid-Afrika. De Wet VTqj?
Het parlement is geopend. De gouver
neur-generaal hield een rede, waarin hij
verklaarde, dat hij na onderzoek van ieder
geval in het bijzonder clementie jegens
de rebellen zou overwegen.
Generaal Hartzog verklaarde, dat faö
een motie zou indienen, waarin de invrjj-
heidsstelling van De Wet en zijn volgeltn-
igen en een algemeen© amnestie gevraagd
zou worden.
De Italiaansche regeering heeft aan
den Amerikaanschen gezant te Rome ver
klaard, dat er geen enkel bewijs is, dat
de onderzeeër, welke de „Ancona" ge-
Ten slotte moeten we uit onze histo
rie nog vermelden 'de vestiging op het
eiland Kangean. Ook 'hier hebben wij
niét gezocht, maar heeft de Heere ons
geleid. We kenden nauwelijks de groepen
der Sapoedi- en Kangean-eilanden, ooste
lijk Van Madoera, toen een hooggeplaatst
Indisch-ambtenaar er de aandacht vaa
br. v. d. Spiegel en toen van ons op
vestigde. Het Bestuur droeg zendeling Hen
driks op een 'inspectiereis naai- de ge
noemde eilanden te ondernemen. Zijne
rapporten leidden tjot een keuze, en het
gouden jubileum van het Java-Clomit!é
maakte het mogelijk het Kangean-tonds
te stichten, zoodat br. F. Schelfhorst voor
Kangean kon worden bestemd. Nadat deze
broeder zich eerst had teruggetrokken,
kwam hij 1 Oct. 1908 weer in onzen
dienst om allereerst het werk van br.
Hendriks op den vacanten post voort te
zetten, en daarna maatregelen te nemen
om naar Kangean te vertrekken. Van 8
Sept.10 Oct. 191.1 vertoefde hij op het
eiland voor onderzoek, zoo ook van. 23
Vlei10 Juni en van 22 Juni10 Juli
1912. Daarna nam hij' op 21 Juli af
scheid van Slateng, en op 28 Juli rtan
Soemberpakem, en kwam 14 Aug. 1912
met de zijnen op het eiland aan. Eerst
werd een noodwoning gebouwd, waarna
na allerlei moeilijkheden en tegenspoe
den het nieuwe zendingshuis werd
voltooid, en op 28 April 1913 kon wor
den betrokken.
r (Slot YOlgt.)