No. 45 Maandag 33 November 1915 30e Jaargang Voor het practische leven. Feuilleton. De Qroofe Oorlog. HET JAVA-COWIITE. ii. Uitgave van de HasaöL Venn. LUCTOR ET EMEEGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAN &E VORSTSTRAAT Ztö. Bureau te Middelburgt HRMA F. P. DHUU - L. BUR®. Druk k.er s Costerbaan Le Cointre Goes. De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERN&A© Abonnemenfsprfjs Per 3 maanden fr. p. postf i.85 Losse nummers•.9S Prij« der Advertentiëti 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer ii et. 3-saaai plaatsing wordt 2-maal berekeaC Bij abonnement voordeelige voorwaarëan. Familieberichten van 110 regels ft.—, iedere regel meer 10 ct. Wie een jongen op dé H. B. S. of een talöiSsje op de Kweekschool' heeft, die schudt wel eeüs meewarig' het hoofd/ nzeMöcr hij den berg wijsheid ziet die die» kinderen onzes tijds wordt ingestampt- fan ai'tea en nog wat moeten zij verstand tüabhen. De, jeugdige herbenen krijgen heel- «rat te venverken. Hoeveel vakken krijgt «en knaap op de H. B. S. niet te l'eeren. foor hoeveel' vakken staat een toekom st^ onderwijzeres op 17-jarigen leeftijd Naast te veel om op te noemen. Jto wat hebben zij er aan, wanneer zij straks in het Jpractische leven komen.il Traag liet onzen jongelhi over eeniga jaVe», wanneer zij op het kantoor of in •<ïe werkplaats, voor de klas of in het geain, in het leger of op de vloot de pHaalft hunner bestemming gevonden heb ben. Walt stehiiet er een heel' klein beetje oretr va» de boekenwijsheidwaarop zij zich moe hebben gespitst in een tijd toen fle/ferlei lichaamsbeweging voor hen geen ovfctrtollige weelde zon zijn geweest. Eni van dia lagere school hier en daar geldt dit ook. Het is de oude ervaring; en de antfte klacht: de school voedt niet op voor tot leven; het onderwijs past niet aan hij hot practische leven. Toorsharafis schijnt hier niets aan te d<3»eiio te zijn. Jiiaschien wanneer de Ineenscliakelings- comraissie nog eens met haar taak klaar komi; en minister Kuyper nog eens zijn hteeïe stelsel van onderwas van het ttewaa re c h ooi ondérwij s tot het Iiooger rindorwijs onverkort, in practijk kan bivjcjgrsiizal men een onderwijs krijgen dat waushut aam hiet leven. 'Bert nog toe evenwel' blijft het klagen, en rrtUt reden. Vte hot rijn niet alleen menschen van nachts die klagen. Och, van dat soort men- öldbeia kan men niet anders verwaohten, is irtüt niet? Maar ook onverdacht vrij zin- aigfe» hebben zich tegen de richting van bgl hedendaagseh onderwijs meermalen vteraet •RjeetLs eenige jaren geleden gaf nu wijlen rlr. Ritten', oud^predikant bij de Remon- stra»tedbe gemeente te 's-Gravenhage, het vofgewle te lezen in zijn Paedagogisdhej Fragmenten iJSs Dte jeugd moet meer worden onder- wjöaen in de diepte en minder in 'ite breedte. Niet op het hoeveel van 'hot weten komt het in de eerste plaats **asa, maar op het hoe. Ofschoon het Sjpg niet veel' heeft gebaat, dat het ateeds zoo dikwijls is gezegd: zullen ■w!e .het toch maar weer eens laten, drukkendat het groot aantal' leervak- Meta, dat tegenwoordig onderwezen wordt, niet in het belang is van de föujgd. Wat men besteedt bij' den brou- wwr, kan men niet besteden bij den hakker. Wat onderwezen wordt in de breedte, komt ten nadeele van de diepte. Ruim 3 jaar. later Hl Oct. 1900) werd Br. H. J. Eggink afgevaardigd, die op 10 Sept. 1901 zijnen post Pargaroetan Betrok. Kwam de eerste In 1909 met verlof en de ander in 1913, de oude Br. Dammerboer bleef van 1877 af in Angkola, werkte er samen met zijne echt- geooote, die hem in 1914 op 84-jarigien leeftijd ontviel, en is nog steeds, de Brieven in ons Zendingsblad getuigen er van, met opgewektheid in het zen dingswerk bezig. Ter gelegenheid van zijn gouden jubileum (27 Oct. 1908 werd hij door H. M. de Koningin Bevorderd tot officier in de O. N. orde. Hij heeft den moeilijken arbeid onder de Mohammeda nen zien groeien, en mag het beleven, dSat de drie zendelingen worden gesteund door 17 inlandsche helpers, en dat het aantal Christenen 638, en dat der scho lieren 419 bedraagt. Ook onze zending in Angkola spreekt met den Psalmist (Ps. 106:45) van een veelheid van Gods goederentierenheden. Sliet minder die op Oost-Java. Meer dan eens was de aandacht der Christenen op "het volk der Madoereezen gevestigd. Eens scheen het, dat de zende- abg Van der Linden er het zendings- vrejjk zou Beginnen. Ook zendeling Hart- Bit Verschijnsel neemt men tegen woordig algemeen waar: dat de jeugd veel geleerde din/gen weet en onkundig is aan h'et eenvoudigste, dikwijls aan het allereenvoudigste. Schrijver was eens tegenwoordig bij het onderwijs coner klasse van meisjes v'an zestien en zeventien jaren. Aam «ene der leerlingen iwerd gevraagd te bewijzen: dat do zijde van den inge schreven regelmatigen tienhoek gelijk is aan hot grootste stuk van de in de uiterste en middelste reden verdeelde straal'. De: leerlinge leverde met eenige hulp vair de onderwijzeres het gevraagde, bewijs. Een oogemblik later kwam het gesprek op de taaten voor droge en natte waren. „En Wat wordt er zoo al metj die maten gemeten?" verstoutte ik mij te vragen. En dezelfde leerlinge, die zooeven had gesproken over het verdoelen in de uiterste en middelste reden, wist hiet dat aardappels en steen kolen worden gemeten met een hecto liter. We hebben meer diepte noodig. Br. Ritter Voegt hierbij nog een noot, waarin hij den staf breekt over de namen der maten en gewichten, welke namen „iets volapuck-achtigs" hebben. Waarom ook geen ons voor hectogram, mud voor hectoliter? Ons, mud, vat, el leven bij ons volk. Toch worden de kinderen wekelijks een paar uren gekweld met het aanleeren van die vreemde woorden, in pl'aats van de Hollandsche benamingen, welke reeds in huis bij moeder geleerd zijln. Zoo iel' ooit een wet een mislukking is geweest, dan is het die op de Maten feu Gewichten geweest. De kinderen hebben nu reeds in het tweede geslacht, zich moe geleerd eb, gereld op die i|ieu|we namen als Myria- meter en Hectare en Deciliter en Deca gram. Doch niet zoodra, waren zij van school' of zij volgden het voorbeeld van huin ouders en spraken van ponden en pontleiimaat, van roeden en gemeten, van ©1' en palm en duim, van ponden en onsen. Het onderwijs, in al zijn geledingen!,, zal meer met de praktijk van het leven moeten gaan rekenen, en daartoe heel wat alS ballast bekooren over boord te werpen, waar nu onze kinderen, om het te weten en te verstaan zich tot moede loos wardens op zitten af te matten. Terug tot de natuur. Gepareerd. De voorzitter der Kamer heeft in een dier vaderlijke vermaningen waarvan hij den slag heeft den leden der Kamer ver weten dat zij niet op tijd komen en zonder kennisgeving afwezig blijVien. De Nederlander, een guit die het met een lachje om den mond zoo voel baar- zeggen kan, heeft naar aanleiding van deze presidiale strafpredikatie her innerd dat tijdens de zitting van 1912 1913 twaalf maal de straflijst (de na men der afwezigen is v ooigelezen, en dat elf maal vaar de twaalf de hejer hoorn had 'zich teruggetrokken. Toen bood Dr. J. P. Esser, die zich toen in Schot land in de medische vakken bekwaamde, zich aan. Op 28 Augustus 1878 opent het Java-Comité toet hem de correspon dentie, en reeds op 15 Dec. '79 vertrekt Esser naar Lndië, is tot in Juni '80 plaats vervangend werkzaam aan het seminarie te Depok, doorreist Java, en vestigt zich dan te Bondowoso in Besoeki. Zijn evan- geliewerk was aanvankelijk één worste ling. Het aanbod van geneeskundig© hulp schijnt hem huizen noch harten te ope nen. Het schoolonderwijs blijkt op wei nig of niets uit te loopen. "Overat stuit hij op het harde fanatisme der Moham- medaansche bevolking. Tot eindelijk één Madoerees toenadering beloont, en deze op 23 Mei 1882 als de eersteling uit zijn volk kan worden gedoopt. Esser werkt, en zoekt meerdere. Intusschen is de zen deling bezig in taalstudie en iitterairen arbeid, werkt vanaf '83 aan de vertaling der Evangeliën en de Handelingen der Apostelen in het Madoereesch, en brengt de „Bijbelsche geschiedenissen in het Ma- leisch" van zijnen „vader, over; in de Madoereesche taal. Paq Ebing gaat er mede colporteeren, bezoekt het eiland Ma- doem, waar hij bijna een prooi wordt van de vervolging der Islamieten, en we- nig of geen vrucht op zijnen arbeid oogst. Wanneer Paq Ebing in 1885 zijn tweede colportagereis maakt in Besoeki en het Modjowarnosche, bestaat de eerste Chris tengemeente uit 2 mannen, 2 vrouwen en 2 kinderen. Het getal is nog iets groo- ter9 wanneer h§ 13 Maart 1887 door Goeman Borgesius beljoorde tot hen die niet present waren, ei dat hij ook nog vele malen, en dat mrestal zonder ken nisgeving, den g,anschim zittingsdag af wezig geweest is. Een mep, die dejhalve mooi gepa reerd is. Wat natuurlijk niet vegneemt, dat onze vertegenwoordigers op hebben te zijn, en te zitter der Kamer de heid hebben in acht kennisgeving vordert 1 ij voorgenomen af wazigheid. hun tijd present enover den voor- urgerlijke beleefd- te nemen, welke Saksopt overzicht van dan toestand. De Entente zet de duimschroeven krach tig aan. Wel is de hoop uitermate gering, dat Griekenland haar zijde zal kiezen, toch wil ze nog een laatste poging wagen. Naai' verluidt beschouwen de geallieer den de toestemming van Griekenland, dat Engelscli-Franseh-Seryische troepen zich zoo noodig op Griefcsch grondgebied terug- trukkenonvoldoende indi© geen genoeg zame waarborgen gegeven worden. Üaar- oro dringen zij op een duidelijker omschrq- ving van Griefcealand's houding aan. Naar verluidt, eischen de geallieerden hetzij onmiddellijk ingrijpen, hetzij onmid dellijke demobilisatie der Grieksche troe penmachten Deze geruchten doen in Engeland do ronde. Zonder er te veel waarde aan te hechten, mag men toch aannemen, dat de geallieerden het nog niet opgeven, maar beslaten zijn een lauchLiget politiek tegen over Griekenland te volgen, dan zij tot dus verre deden. We hebben er echter reds vroeger op gewezen, dat de Duitschdiplomatie te Athene jde overwinning! betaald heeft. Deze victorie zal wpJ I een definitieve zijn, zoodat de Entente spoedig zal inzien achter het net te vissclién. Wat Servië betreft, je centralen en do Bulgaren zijn bijna klaar met dezen staat. En zijn 'vrienden fluisteren de droeve tijding onder elkander: „onze dappere vriend en medestrijder, het Servische Ko ninkrijk ligt op het uiterste". Terwijl de oprechten als zij nog onder hen gevon den worden er aan toevoegen„Wij hadden het kannen redden, als we méér spoed betracht hadden, doch we kwamen te - laat". Dank zij den krachtigen steun van zijn bondgenooten van 1912, de Bulgaren, is Servië zoo goed als geheel onderworpen aan de macht des vijands. De laatste berichten komen bevestigen dat het land den algeheelen ondergang na bij is. Men zie do „korte oorlogsberichten" en de telegrammen. De ellende in Servië. De berichtgever der „Voss. Ztg." geeft een schildering van de ellende der Servi sche bevolking, waaraan wij het volgende ontleenen Tot in het dal dei' Westelijke Morawa was de uit Noord-Servië gevluchte bevol Dr. Esser tot het werk der bediening wordt ingezegend. Eenige maanden later, als Esser nqar het. vaderland gaat in verband met de bijbelvertaling, draagt hij het werk over aan genoemden inlandsohen broeder. Dan ontstaat 'het plan eenige jongelieden door br, Esser tot zendelin gen onder de Madoereezen te doen op leiden. Een tijdelijk zendingshuis werd te Amsterdam gehuurd, 5 kweekelingen waren gevonden. En toennam de Heere- br. Esser op 37-jarigen leeftijd tot zich, 28 April 1889. Geschokt, maar niet verlamd, zet het Java-Comité het werk voort. Reeds 22 Juni van hetzelfde jaar vertrekt br. H. van der Spiegel naar lndië en begroet in October '86 br. Paq Ebing en de kleine gemeente van 17 Christenen, welke in Dec. '90 waren aangegroeid tot 23 zielen. Gering waren alzoo vooreerst de vruch ten van het zendingswerk. Dit verhin derde echter het Comité niet om in 1891 br. H. Bakker te zenden, die aanvankelijk te Soemberpakem komt inwonen bij br. H. v. d. Spiegel, welke laatste zich in 1892 vestigt te Bondowoso, tot op heden zijn standplaats. Met ijver gaan de broeders voort door ziekenpractijk, schoolonderwijs, enz. de in landers met het Evangelie te bereiken. Soemberpakem krijgt zijn kerkje, later ook Bondowoso. Br. Dekker bouwt een nieuw zendingshuis, maar verlaat, als zijne echt- genoote, om gezondheidsredenen in Maart 1896 repatrieert, en niet meer naar lndië mag terugkeeren, voorgoed Java (1897), na het werk in de gemeente (welke toen 44 king' gekomen. 'Zij hadden hunne woon plaatsen verlaten, waren gevlucht, nauwe lijks voorzien van het 'meest noodige, om hier toch den vijand in handen te vallen. Hieir eerst bereikte hun ellende het top punt. De vijand deed hun geen leed, maar onophoudelijk trokken er troepen de plaat sen binnen. Na een paar schoone dagen was ft weder weer geweldig slecht geworden. De troepen moesten onder- dak gebracht, worden. Den vijand te ontzien zou beteekenen de eigen lieden te benadeelen. De inwoners moes ten er rrtt, hunne huizen ontruimen. Zij vinden toch nog' hier en daar- een onder komen in een hut. Een maisloods, een zwijnenstal. Daar trokken in een beperkte ruimte twintig tot dertig personen naast elkaar, een oude man, zieke vt ouwen, kleine kinderen. Een ondraaglijke atmos feer, een overmaat van ellende. En toch, het is tenminste een onderdak. Buiten re gent het met stroomen. Famdliën uit Belgrado, Semendria en Kragujevac zijn daaronder, hooge regee- ringsambtonaren, artsen, advocaten. Zij hebben het niet beter dan de armste dag- loonors. Officiersvrouwen zijn er onder. De vrouw van een stafofficier snelt naar den plaatselijken commandant. Zij smeekt, zij heeft twee kleine kinderen. „Het doet mij leed; ik kan u niet hel pen. Ik kan geen uitzonderingen maken. Daar ligt het generaal-commando, daar de divisiestaf. De troepen zijn vier dagen en vier nachten in den regen, geweest. Zij moeten onder dak komen. U begrijpt, zij- moeten.Ik kan niet helpen. Ik kan het werkelijk niet." Buiten op den weg liggen zij in den regen. Het natte hout wil niet branden. Zij staan er, liggen huiverend om het glimmende en weder uitgaande vuur. Het doet iemand leed dit te zien. Maar wij kunnen niet helpen. Wat het land geeft is voor het leger. Onze troepen (mogen geen honger lijden. Zij mogen niet hui verend aan den weg liggen, waneer er een mogelijkheid is, hen onder dak te brengen. De mannelijke personen onder de 50 jaar- werden weggedreven. Menig maal zijn er jongens van 15 jaar hij, In rijen, in eindelooze rijen bij honder den, hij duizenden marcheeren zij naar het Noorden, aan beide zijden geëscor teerd door Uhlanen met de lans in de hand. De vluchtelingen trekken naar het gebied der étappe, waar niet meer ge streden wordt en voor hen kan gezorgd worden. Sic zoover komen! Want ik zag velen, die aan den weg hieven liggen. In den stroomenden regen lag daar half weggezakt ito 'de modder van den land weg een oude man of een vrouw of heide dicht bq elkaar. Zij: lagen daar, als levenloos en de regen stroomde neer. Zij waren niet dood, maar slechts ver moeid. De" kraaien vliegen op met zwa- ren vleugelslag. De hemel is alom grauw en de laatste gouden bladeren fladderen, van de kalo hoornen in de modder van den weg. i Een dapper meisje. Op d-ë dagorder van het Fransche leger staat de naam vermeld van Emilienne Moreau, een 17-jarig meisje uit Loos. Zij bleef daar met haar ouden vader, moeder, zielen telde) en daarbuiten, aan Paq Ebing te hebben overgedragen. Reeds 4 Mei 1898 wordt nu br. H. Hendriks voor het werk onder do Madoereezen afgevaardigd. Tien jaar heeft hij op Oost-Java met liefde mogen arbeiden; totdat de brand van het Zendingshuis te Soemberpakem (Aug. 1908) aanleiding werd voor terugkeer naar Nederland, voorgoed. Intusschen was So- leiman, de zoon van Paq Ebing, in '99 van het Seminarie te Depok weergekeerd, werkzaam gesteld te Sempolan. een tijde lijk filiaal, en vestigde Paq Ebing zich te Slateng, waar in 1907 de zendingskerk afbrandde. Op 12 Januari 1904 vaardigde het Java- Comité br. F. Schelfhorst af, die 22 Maart te Bondowoso kwam, en er de plaatsver vanger werd van {br. H. v. d. Spiegel', daar deze met verlof naar Europa was vertrokken (31 Maart 1903). 15 April' 1905 vindt dien laatste weder te Bondowoso, waar hij1 hiet werk hervat en ruim 3 jaar latei-, na het vertrek van br. Hendriks, ook het ressort Soemberpakem overneemt. Maar dit niiet alleen. Reeds in 't laatst van 1905 kwam er een roepstem tot het Java-Comité om geestelijk te verzorgen de naar zijn terrein uitzwermende Javaan- sche Christenen. En br. H. v. d. Spiegel werd de zendeling van de bekende buiten posten, die sedert in aantal' en bevolking toenamen, en thans meer dan 5 filialen miet meer dan 2000 Christenen tellen. Met de leden der gemeenten Soemberpakem, Bondowoso, Slateng en Kajoemas, hebbén we op Oost-Java thans ruim 2300 Jaraan- eche en Madoereesche Christenen. jongere zuster en broer van 10 jaaiü nen en was onder de zeer moeilijke om standigheden aller esngel en steun. Tofc* vader stierf maakte zij met haar broeMfrt zelf de lijkkist. De Duitschers legden voor het moedige kind den grootsten eerbied aan den dag<. Toen de Septemberaanval en daarmee de bevrijding van Loos kwam, volgde zjg van uit het dakvenster van haar huisj» met hartstochtelijke spanning den aamtsl al regende het granaten, om haar heen. Toen de Engelschen in het dorp kwame% ging zij uit en verpleegde de in de sttrafeü liggende Brite'chc gewonden, veler leve» reddende. Eigenhandig zou zij, in zelfver dediging, 5 Dudfcsche soldaten godoort hebben. Een Engeliach officier zeide van haat): Het is bijna de Jeanne d' Arc Van hgg noorden en de Fransche bevelhebber schonk haai- het oorl'ogskruis. Haai- naam is thans op de lippen rwt alle Franschen. Korte Oorlogsberichten. Te Marseille 'hebben zeekapdteuMs op een bijleenkomst met elkaar orertcg gepleegd, wat hun tegenover duikbootm m de Middeftandsche Zee te doen stond. Men kwam overeen dezelfde maatregefcrn te nemen als in de Noordzee. Aan dp Fransche regeering zou worden verzodbj; de stoombooten van kanonnen te rf>ar- zien en er bediening bij te leveren. De Epgelsche admiraliteit gelooft, dai Duitsche duikbooten in Tres Forcias ra» leeftocht enz. worden voorzien. D© StasM van Gibraltar wordt nu dag en M.rfe scherp Bewaakt. Een invloedrijk- Spoansch militair vakblad, maakt gewag van het geruohL dat er van de zijde van de entente mmirts wordt gedaan, Spanje in den oor- lo g mee te krijgen. Maar het blad zegt, dat geen land nu genegen is zijn Vot aan de entente te binden, en dat boven dien heel Spanje neutraat zal hlijhrfe», De haven van Archangel, In tegenspraak met de berichten van som mige agentschappen meldt Havas, dat die ingang van de haven van Archangel vol komen ijsvrij is. Bovendien worden d» nieuwe machtige ijsbrekers verwacht e» men kan aannemen, dat de haven zeker even lang vrij voor de scheepvaart zal zijii als het vorig jaar, toen men sleejh&s over één dezer machines beschikte. Lord Kitchener is te Saloniki aange komen, komende van Gallipolï. Het Portugeesche kabinet is afgestre den. Uit Zuid-Afrika. De Wet VTqj? Het parlement is geopend. De gouver neur-generaal hield een rede, waarin hij verklaarde, dat hij na onderzoek van ieder geval in het bijzonder clementie jegens de rebellen zou overwegen. Generaal Hartzog verklaarde, dat faö een motie zou indienen, waarin de invrjj- heidsstelling van De Wet en zijn volgeltn- igen en een algemeen© amnestie gevraagd zou worden. De Italiaansche regeering heeft aan den Amerikaanschen gezant te Rome ver klaard, dat er geen enkel bewijs is, dat de onderzeeër, welke de „Ancona" ge- Ten slotte moeten we uit onze histo rie nog vermelden 'de vestiging op het eiland Kangean. Ook 'hier hebben wij niét gezocht, maar heeft de Heere ons geleid. We kenden nauwelijks de groepen der Sapoedi- en Kangean-eilanden, ooste lijk Van Madoera, toen een hooggeplaatst Indisch-ambtenaar er de aandacht vaa br. v. d. Spiegel en toen van ons op vestigde. Het Bestuur droeg zendeling Hen driks op een 'inspectiereis naai- de ge noemde eilanden te ondernemen. Zijne rapporten leidden tjot een keuze, en het gouden jubileum van het Java-Clomit!é maakte het mogelijk het Kangean-tonds te stichten, zoodat br. F. Schelfhorst voor Kangean kon worden bestemd. Nadat deze broeder zich eerst had teruggetrokken, kwam hij 1 Oct. 1908 weer in onzen dienst om allereerst het werk van br. Hendriks op den vacanten post voort te zetten, en daarna maatregelen te nemen om naar Kangean te vertrekken. Van 8 Sept.10 Oct. 191.1 vertoefde hij op het eiland voor onderzoek, zoo ook van. 23 Vlei10 Juni en van 22 Juni10 Juli 1912. Daarna nam hij' op 21 Juli af scheid van Slateng, en op 28 Juli rtan Soemberpakem, en kwam 14 Aug. 1912 met de zijnen op het eiland aan. Eerst werd een noodwoning gebouwd, waarna na allerlei moeilijkheden en tegenspoe den het nieuwe zendingshuis werd voltooid, en op 28 April 1913 kon wor den betrokken. r (Slot YOlgt.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1