1*0. SI
Maandag' S5 October 1915
30e Jaargang
De dropte Oorlog,
PATROON EN GEZEL.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERCH8
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes-.
LAN sE VORSTSTRAAT 216.
Bureau te Middelburgs
FIRMA F. P. DHUIJ - L. SUR®,
Drukkers:
Qosterbaan Le Cointro 6oe*.
Te weinig en te zeldzaam wordt de
toon gehoord die wij in onderstaand stuk!
uit de Bakkerscourant, orgaan der Chr.
Bakkersgezellen beluisteren.
lil t ,i I "r i'
„Ik heb eens zoo schrijft hij een
boekje gelezen, een korte levensbeschrij
ving gevende van den groeten uitvinder
Edison. Daarin las ik hoe hij', van niets-
bezittende (proletariër noemit men dat
tegenwoordig) was opgeklommen tot groot-
labrikant (oftewel kapitalist) door energie,
wilskracht, en geluk. Dit nu ziet men
meer. Maar wat mij het meest trof, was,
dat hij niet was opgeklommen langs de
„ruggen der arbeiders". Hoewel hij werk
gever was, zag hij niet neer op zijn on
dergeschikten als op een troep minder
waardigen, maar ging met hen op en
neer, met hen medelevende, met hen me
dewerkende, en met hen mededeelend®.
Hij maakte hen deelnemers1 aan zijn zaak,
noemde ze „zijn helpers", en deed altijd
uitkamen, dat zij gemeenschappelijk hun
zaak moesten vooruitbrengen. Me dunkt,
welk' een ideale toestand! Wie zou niet
graag bij zulk een patroon werken. Zijn
best te doen, en te weten, dat dit „zijn
best doen" door den patroon wordt op
gemerkt en beloond hoe moet dit èn
patroon èn zaak èn gezel teax goede ko
men. Hier is geen plaats voor klassen
strijd.
Een tweede trek uit dat boekje was
diezeEr waren een aantal machines be
steld, om: op bepaalden tijd te worden af
geleverd. Er werd geen machine verzon
den, die niet eerst door Edison zelf be
proefd was of ze goed was. Er werd er
een ter proef genomen, en toen haperde
er iets. Weer een andere, hetzelfde gë-
brek. Alle machines nagekekenalle de
zelfde fouten. Waar het aan lag? Men
wist het niet. Eensklaps neemt .Edison een
kras besluit. Hij sluit de deur, steekt den
sleutel in zijn zak en zegt: „Niemandi
verlaat de werkplaats, voor de fout gevon
den ©n hersteld is." Twee dagen en twee
nachten waren toen de werklieden opge
sloten. De fouten waren gevonden, de
machines nagezien en in orde gebracht;
de naam van Edisota was ongerept ge
bleven als 'een betrouwbare firma. Wat
mij hierin trof was, dat Edison, ondanks
den kameraadschappolijken omgang, bet
gezag wist te handhaven.
Waarom1 ik dit nu naar Voren breng?
Op onze laatste ledenvergadering kwam
ook ter sprake, of wij een duurte-toeslag
zouden kunnen verkrijgen. Dat deze hard
noodig is, werd door niemand tegenge
sproken; dit kan men ook niet tegenspre
ken maar of de patroons het geven zou
den, daarover liepen de opinies nogal
uiteen. De een beweerde, dat de patroon
het niet kon geven; een ander meende:
„als hij het kon, zou hij het nu niet wil
len." Zoo werd „de patroon" op> allerlei
wijzen belicht. Wie zal evenwel het rechte
licht werpen op het patroonschap? Er
wordt zoo vaak 'gevraagd, of' de patroon
al- .of niet kapitaal-krachtig is; of
hij' onder de tegenwoordige omstandighe
den lijdt, zooals zijn gezellen er onder
lijden, en mien wijst dan liefst op de.
Vette keuken van den patroon en den dro
gen boterham van den arbeider. Toch
mteen ik, dat zóó de zaak niet goed voor
gesteld wordt. Wanneer ik bij een patroon
werk, dan heb ik met hem niet anders
te maken dan als werkgever. Wat hij als
particulier is, rijk of niet rijk, daar heb
ik' niets mee te maken. Hij is de patroon,
die de zaak leidt. In die zaak ben ik
werkzaam als arbeider, en dus moet de
zaak en niet het kapitaalkrachtige van den
patroon de basis zijn, waarop mijne aan
spraken zijn gericht. Zij'n patroonschap
ontleent hij aan zijn zaakzonder de zaak
zou hij geen patroon zijn; iniijin arbeider-
zijn ontleen ik aan de zaak, anders zou
ik geen arbeider zijn. Het is: dus niet het
kapitaal van den patroon, maar de zlaak,
die patroon en arbeider samenbrengt.
Wanneer er dus sprake is Van loonsver-
hooging of duurtetoeslag, dan moet eerst
nagegaan worden, of de zaak dit lijden
kan. En nu kom ik weer tot mijn uit
gangspunt terug. W'aren alle zaken zooals
bij Edison, ik geloof niet, dat ér om duurte
toeslag zou gevraagd behoeven te worden.
Imtmers, waar patroon en gezel samen
werken in den goeden zin, daar zal men
elkanders belangen niet onderschatten.
Hoe vaak ziet men hier, dat patroon en
gezel in plaats van naast elkaar, tegenover
elkander staan, dat men elkaar zoekt af
te breken, in stee van elkaar te bevestigen
en te Versterken. En dan scheldt de gezel
op den patroon als uitzuiger, en de pa
troons schelden de gezellen als dagdie-
ren" en zoo werkt men elkander tegen.
Zou' het nu zoo ongerijmd zijn, dat wij
'n Edison's toestand' trachten te krijgen
Zou de eerste stap' op dien weg niet zijn,
1le Zeeuw
dat wij doen wat wij' kunnen om! de zaak,
waarin wij werken, tot den grootst miog-e-
lijken bloei te brengen? Zou de patroon,
dit streven opmerkende, ons dan willen
loozen, of willen houden? Zou er zoo
niet meer contact komen tusschen pa
troon en gezel, en zou zoo ons belang
niet gediend worden? De vragen zijn te
vermenigvuldigen, doch waartoe? Me
dunkt de lijn, die hier getrokken is,, is
duidelijk genoeg. Wij moesten in ons werk
zóó arbeiden, dat wij respect hebben voor
ons werk; dit zeli'-respect moet leiden
leiden tot respect van den patroon voor
ons werk en onzen persoon. Zoo moeten
wij achting krijgen voor den patroon, zoo
moet men komen tot een gezonde samen
werking tusschen patroon en arbeider."
Met de overneming van het bovenstaan
de waarmede wij van harte akkoord gaan,
wenschen wij ook de keerzijde der me
daille niet uit het oog te verliezen. Er
zijn nu eenmaal patroons, die gaarne met
het leger dier anderen, voor welke wij
't opnemen, mede zouden optrekken, doch
die dit in geen geval waardig zijn. Hen
zonderen wij dan ook onverbiddelijk uit.
Dat doet ook dr. de Visser, de bekende
socioloog in De Voorzorg als hij
schrijft
Geen p a t r o on, maar een
despoot.
Er dreigt (te Amsterdam) staking van
sorteerders bij de firma Thijs Rijkmans
en Zonen. Over de zaak zelf willen wij op
dit oogenblik bij gemis! aan voldoende ge
gevens geen oordeel vellen. Maar niet
streng genoeg kan de toon worden afge
keurd, waarop de patroons het inderdaad
beleefd schrijven van den Christelijkoxi
Bond van Sigaren- en Tabakbewerkersi
beantwoordden.
Dat antwoord luidt: „Onherroepelijk
voor het laatst berichten wij u door de
zen, dat wij u absoluut niet ontvangen;
kunnen en willen.Spaar dus uw tmioeite,
wij zijn beu Van al dat gemier."
Was zoo iets in drift gezegd, mien zou
het wellicht nog ©enigszins kunnen excu-
seeren. Maar wie zóó schrijft en op die
wijze een dergelijke organisatie behandelt,
toont daarmede een despoot en geen pa
troon te zijn.
En als zulke personen over ontevre
denheid bij de arbeiders klagen, mogen zijl
bedenken, zelf de hoofdoorzaken dier on
tevredenheid te zijn. Met groot© woorden,
hoe forsch en ruw ook geuit, maakt men
zich niet meer van sociale moeilijkheden-
af. Evenals de werklieden moeten de
werkgevers hierbij streven naar recht en
naar gerechtigheid.
Als de staking doorgaat, dan ligt daar
van, zonder dat wij de zaak zelf nog be-
oordeelen, zeker reeds ten deele de schuld
aan de patroons, Voor zoover zij op onge
paste wijze de onderhandelingen afbra
ken."
Bskwipt ever-ïlcht van dsn toestand.
Na de voorstelling1, die wij Zaterdag
hebben gegeven van het sensationeel©
geval Cavell, willen wij niet nalaten ook
mede te deelen, wat de Duitsche autori
teiten te Brussel ter verontschuldiging
van hun onridderlijke, daad aanvoeren.
Men weet, dat nog meer vrouwen schul
dig bevonden zijn, doch de meesten zullen
het leven er nog af brengen.
Uit Brussel dan wordt gemeld, dat de
veroordeelden in het groote proces maan
denlang dienstplichtige Belgen aanwier
ven, en Fransche en Engelsche deserteurs
weghielpen.
De gouverneur-generaal waarschuwde
herhaaldelijk voor dergelijke handelingen,
en wees op de onvermijdelijk strenge be
straffingen van zulke ondernemingen. De
Veroordeeling van den schuldige in open
bare zitting was volgens recht en wet
giegrond volgens de bepalingen van het
rijkSstraf'Wetboek en het strafwetboek voor
den krijgsraad, betreffende oorlogs verraad
en spionnage-
„Geen speciale wet voor België, geen
zoogenaamd oorlogsgebruik is in aanmer
king' genomen bij het vellen van het von
nis. Die veroordeelden bekenden hunne
misdrijven en verklaarden, dat zij de
gestrenge strafbepalingen kenden.
Die Engelsche miss Cavell vormde het
Centrum van het ontdekte aanwervings-
systeem voor de Verbondenen.
Tegenover de bewering, dat zij zich tot
taak gesteld had 'het leven van andere
menschen te verlichten, wijzen wij er op,
dat haar bezigheid was het houden van
een ziekeninrichting, welke wegens de
hoog!© prijzen sléchts voor gegoeden be
reikbaar was.
Het voltrekken van het doodvonnis aan
vrouwen kwam ook in Frankrijk voor,
bijvoorbeeld in Maart 1915 te Nancy aan
Marg'aneta Schmidt, een Duitsche; in Mei
1915 te Beurges aan Ottilie Noss, een
Duitsche.
Do Engelsche regeering mag wel eens
aan die wreedheden denken, welke Kit
chener gedurende den Boeren oorlog op
vrouwen en kinderen beging.
Onze tegenwoordige tegenstanders be
hoeven echter den rug' van hun eigen
léger niet tegen de bevolking van het
bezette vijandelijke land te dekken en
zulke vonnissen niet te vellen en te vol
trekken, daar zij zoo weinig' vijandelijk
land bezetten".
Zeker, als Engeland ach en wee roept
over de gruweldaden der Duitschers, dan
denken we aanstonds aa:n het spreek
woord van den pot en den ketel', die
elkaar verwijten doen.
Doch dit neemt niet weg, dat voor ons
gevoel de terdoodveroordeieling der vrou
wen nog' niet is goedgepraat. Ook al is
nu gelijk we verwachtten gebleken,
dat de vergrijpen ernstiger waken, dan de
Engelsche pers wil weten.
In Servië duurt de strijd met groote
heftigheid voort.
Servië kreunt onder de slagen van de
vereenigde vijanden, die het landje drei
gen te verpletteren onder hun slaande
armen.
De Bulgaren trokken in het dal van
de Timok tusschen Knjazevae en Zajecar
naar den linkeroever. Om het bezit van
de stad Knjazevae duren de gevechten
voort.
In Macedonië veroverden kun troepen,
na een hevig gevecht de stad Usküb,
De gevechten duren hier voort.
Op de overige fronten zetten de Bul
garen hun offensief onveranderd voort.
Hun opmarsch blijkt dus voorspoedig
te zijn.
De helft van Macedonië is reeds in
hun bezit.
Na een hevig gevecht werd Koema-
nowo veroverd en moesten de Serviërs
in Westelijke richting wijken. "Ook Kro-
pulu (Veles) kwam in Duitsche handen,
zoodat de laatste verbinding tusschen Ser
vië en .Saloniki afgesneden is. Kropulu
is laan den spoorweg van Usklib naar
Saloniki gelegen, die reeds op twee pun
ten, bij Wranja en Koeinanowo verbro
ken was. Thans is ook' Uskub geheel
veroverd en is nog lalleen van Servië
het uiterste Z.-O. puntje en een strook
in het Noorden en Westen in Servisch
bezit. Hetgeen den toevoer van de troe
pen der Geallieerden naar het Servische
leger thans ten zeerste bezwaarlijk maakt.
De beschieting van de Bulgaarsche ha
venstad Dedeagatsj door een eskader van
de Geallieerden, is een gebeurtenis, die
reeds werd verwacht. De Bulgaarsche kust
is hier bijkans onbeschermd en de stad
werd reeds ten deele in 'staat van verde
diging gesteld. Toch kan deze nieuwe ac
tie van invloed zijn op den Bulgnarschcn
veldtocht in Macedonië, die bijkans te
voorspoedig gaat.
Verder teekenen wij nog aan, dat de oen-
tralen bij Visegrad een overgang over de
Drina geforceerd hebben, en om op
het N.-O. front over te springen dat
Russische schepen Petragge, Domesnas en
Gibken in Koerland beschoten hebben en
er zwakkere troepenmachten geland heb
ben.
Die te Domesnas moeten zich weer in
gescheept hebben.
En de overige Die kunnen het
den Duitschers nog wat lastig maken bij
hun pogingen om Riga te verschalken.
Als heldin gestorven.
Een Engelsche kapelaan te Brussel geeft
een beschrijving van zijn laatste bezoek
aan de heldhaftige Edith Cavell, de En
gelsche verpleegster, die wegens verraad
door de Duitschers is doodgeschoten.
Toen hij bij haar kwam, was zij vol
komen kalm en berustend.
„Ik heb geen vrees en huiver niet;
ik heb den 'dood ztoo dikwijls. gezien,
dat hij niet vreemd of verschrikkelijk
voor mij is.
Ik dank God voor deze tien weken
voor het einde.
Hetleven is altijd zoo haastig en vol
moeilijkheden geweest.
Deze tijd van rust is een groote ge
nade geweest.
Iedereen is hier hael vriendelijk voor
mij geweest. Maar ik wilde, nu ik in
het gezicht van God en de Eeuwigheid sta,
nog dit zeggen: namelijk, dat ik begrijp,
dat vaderlandsliefde niet genoeg is. Ik
moet jegens niemand haal of bitterheid
koesteren".
Samen namen zij de Heilige Commu
nie, en de ter dood veroordeelde hoorde
daarna de voorlezing van een stuk uit
het evangelie aan. Aan het slot van den
kleinen dienst herhaalde de geestelijke de
woorden: „Blijf mij nabij" en zij sprak
die zacht na.
Zoo bleven zij samen zitten, tot hel
voor den geestelijke tijd was om te gaan.
Zij gaf hem afscheidsgroeten voor hare
familie en. vrienden mee. Toen zeide hij
„Vaarwel" en zij glimlachte en zeide:
„Wij zullen elkaar weerzien".
De Duitsche milirbire geestelijke was
bij haar, toen het einde kwam en zorgde
daarna voor een christelijke begrafenis.
Hij zeide later, dat zij dapper en opge
wekt was geweest tot het laatste $oe.
Zij getuigde van haar geloof in Chris
tus en zeide, Jdat zij, blijde was, voor
haar land te sterven. De Duitscher ver
klaarde: „Zij stierf als een heldin". s
De nacht van een ammunitie-voerman.
De Duitsche oorlogscorrespondent
Scheuermann vertelt de lotgevallen van
een munitie-voerman, die in vredestijd een
bekend schilder is, in den nacht van den
grooten aanval der Engelschen, zooals hij
ze uit zijn mond heeft gehoord.
Ik was vertelt de man den gehee-
len dag' in touw'geweest, daar wiji wegens
den aanval der Engelschen, die verwacht
werd, zeer veel Schietvoorraad moesten
vervoeren. Doodmoe kwam ik in mijn
kwartier en zou juist gaan slapen, toen
het bevel kwam: onmiddellijk 2200 hand
granaten bij een bepaald, regiment bren
gen. Ik kleedde mij' weer aan,'hielp zelf
nog hij het laden en reed in den donkte
ren dag' zonder licht er op uit. Ik kende
den weg nauwkeurig. Intusschen was de
aanval van de Engelschen begonnen. Den
gewonen weg kon ik niet volg'en, omdat
het daar granaten en shrapnells regende.
Ik moest dus een omweg maken en van
achteren in het dorp komen, wat niet
aangenaam was. Elk oogenblik wierpen
ontploffende granaten een licht op den
wagen en do Engelschen lagen nog slechts
vierhonderd meter van den weg af, dien
zij met machinegeweren afkamden. Ik
dacht niet dat ik er levend doorheen zou
komen. Jk 'bereikte het dorp, waar ik
elk huis kende en vond het kwartier
van den bataljonsstaf, waar ik duizend
handgranaten moest afleveren. Terwijl ze
afgeladen werden, sloeg een granaat bij
den wagen in en een paar mannen wer
den vrij zwaar gewond. In het dorp, dat
de vijand stelselmatig beschoot, was het
door de ontploffingen en het instorten
van daken en muren een leven, dat men
elkaar in het oor schreeuwen moest om
zich verstaanbaar te maken.. Het dorp
raakte intusschen onder een volmaakt
trommelvuur. Zelfs de kelders had men
moeten ontruimen. Niemand kon mij zeg
gen waar de staf van het tweede bataljon
was, waar ik de overige 1200 handgrana
ten moest afleveren. Ik bracht mijn wagen
J, in dekking v oor een huis van twee ver
diepingen, en door vragen gelukte het
mij den regimentsstaf te vinden. Ik kwam
in een schuilplaats, waar de kolonel en
zijn staf bij een stompje vetkaars kalm
brood en leverworst zaten te eten, ter
wijl rondomi de grond trilde en beefde.
„Ha, de handgranaten", zei de kolonel.
„Dat is goed, dat gij die gebracht hebt,
maar ik heb niemand om ze te lossen."
Hij keek op zijn horloge. „Hel is. kwart
Voor twaalf, oimi twaalf uur laat ik storm
loopen om de Engelschen, die in den
rand van het dorp gedrongen zijn, er
weer uit te gooien."
Op dat oogenblik kwam een soldaat bin
nen en rapporteerde den kolonel: „Er
ligt een vreemde vracht-automobiel in de
dorpsstraat en verspert den doorgang".
„Wat! riep ik verschrikt," ligt mijn wagen
in de dorpsstraat?" „Neen, verbeterde
de soldaat, de wagen staat, maar er ligt
een huis boven op". De kolonel besliste,
dat ik probeeren moest met mijn kist zoo
snel mogelijk uit het dorp te komen en
naar de-brigade terug te gaan. Ik kwam
bij mijn wagen en zag dat de soldaat
gelijk had gehad.. Het huis van twee "ver
diepingen was Verdwenen en mijn wagen
stond midden in den puinhoop; met bal
ken, dakpannen en brokken steen bedekt.
Ik moest mijn begeleider zoeken, die een
veilige schuilplaats had ontdekt en samen
mioesten wé den boel opruimen. Daarna
duurde het nog tien minuten, voor we
tusschen het puin in de nauwe straat
konden omkeeren. De motor was gelukkig
ongedeerd. Langs een omweg reed ik naai
de brigade terug, over een weg, die nog
veel heviger beschoten werd dan de Ln-
gelschen hun vuur verplaatst hadden, om
te verhinderen, dat versterkingen aanruk
ten. Wjj moesten door granaatkuilen en
eenmaal zelfs over de takken van een
boom, die op den weg lag.
Bij de brigade deelde men mij mede,
dat men groote behoefte had aan de,
niet-afgeleverde handgranaten. Ik moest
denzelfden weg terug keeren, driehonderd
meter van het dorp zoo goed mogelijk
dekking zoeken en een wielrijder, dien
men mij mee gaf, naar het bataljon zen-
VERSCHMNT ELKEN WERKDAG
Abonnementsprijs
Pes1 3 maanden fr. p. postf IM
Losse nummersi.Oe
Prijs der Advertentiën
I5 regels ƒ0.50, iedere regel meer lt cfc
I-maal plaatsing wordt 2-maal bereken#.
Bij abonnement voordeelige voorwaarde».
Familieberichten van 110 regels ƒ1.—?
iedere regel meer 10 ct.
den. Nog eens dus langs den weg door
den vuurregen, door granaatkuilen an over
geknakte boorman. Driehonderd meter Voor
het dorp stond een schildwacht, die he
rig schold, omdat ik mij' met mijn duizend
handgranaten juist voor heml opstelde.
Mijn wielrijder was niet meegekomen. En
toen ik ©enigen tijd op hem) gewacht had,
besloot ik .zelf het dorp in te gaan. Den
onderofficier, die mij manschappen Voor
het lossen had mloeten geven, vond ik!
niet meer. Ik moest dus naar de reginients-
schuilplaats. Daar werd ik met vreugde
begroet. Mijn kdnrst was een gelukkig
toeval, zeiden ze, omdat de telefoon stuk
geschoten was. Nu kreegrik een man mee
oimi de handgranaten te losseiï en een
rapport, dat ik zoo snel mtogelijk naar
de divisie meest brengen. Intussohe»
had de bestorming plaats gevonden en wa
ren de Engelschen teruggeworpen. De on
derofficier hij wien ik nu kwam; Verklaar
de mij; dat hij de handgranaten onmogelijk
kon laten lossen. De vijf man, die hij tot
zijn beschikking had, waren zoo uitgeput, -
dat hij ze nu volstrekt moest laten sla
pen. Er was niets aan te doen. Ik reed
dus weer door den heksenketel Van het
versperringsvuur naar de divisie, gaf het
rapport af en besloot daarop naar huis te
rijden en mijn handgranaten af te leVereti.
Korte Oorlogsberichten.
Het leven gespaard! Naar «reu
uit Madrid aan de „Times" meldt, heeft
de tusschenkomst van Koning Alfons van
Spanje, bij Keizer Wilhelm ,ten gunste' Van
de nog op den dood zittende vrouwen te
Brussel, goed gevolg gehad.
Wilhelm II antwoordde den Koning van
Spanje persoonlijk langs telegrafischen
Weg en deelde hem mede, dat hij, ter
wille van den koninklijken verzoeker, be
sloten had, om' de ter dood veroordeelde)
Belgische vrouwen te begenadigen.
Een betreurenswaardige
handelwijze. Aan het Victoria Col
lege te Wellington was reeds veertien jaar
lang een Duitsch professor Verbonden;
die zich in dien tijd niet had laten natu-
raliseeren. Van verschillende zijden werd
erop aangedrongen, dat hij zou ontslagen,
worden, maar de raad Van beheer en ook
de studenten verzetten zich hierteglen.
Desondanks werd een speciaal noodwetje
gemaakt om de regeering in staat te
stellen, den hoogleeraar te ontslaan, wat
dan ook ten slotte geschiedde.
De raad Van beheer, die den gedeerde
ongaarne zag heengaan, heeft hem eeu
jaar honorarium uitgekeerd en bovendien
zijne hooge waardeering betuigd voor de
door hem in die 14 jaren verleende dien
sten.
De Joden i n den o o r 1 og. Het
aantal joden, dat in het Engelsche leger
strijdt, bedraagt 20.000. In het Duitsche
leger bevinden zich 50.000 joodsche mi
litairen, in het Oosteurijksohe meer dan
170.000 en in het Russische 350.000. Aan
Servische zijde strijden 25.000 joden. Het
Engelsche leger bezit een vrijwilligers
korps, dat geheel uit joden bestaat en in
het HebreeuWsch door joodsche officieren
gekom'mandeerd wordt. Dat korps werd ge
vormd uit Zionistische kolonisten, die va»
Palestina naar Egypte vluchtten, pmidat
ze niet onder de Turken wilden vechten;
het heeft zich aan de Dardanellen bijzon
der onderscheidden. „Volk".
Een schandaal in Frankrijk.
Er is in Frankrijk een groot militair
schandaal ontdekt. Een aantal militaire eu
burgerlijke piedici hadden zich onderling
verstaan, om, tegen betaling van idem zoo
veel, jongelui, die geen lust naar de loop
graven hadden, ziek of ongeschikt voor
den dienst te verklaren.
Er zijn in deze zaak reeds 6 arrestaties
gedaan en 20 inhechtenisnemingen gplast.
De namen der militaire doctoren, die bij
het schandaal betrokken zijn, wórden nog
strikt geheim1 gehouden.
Het centrum van het bedrog was een
tijdelijk hospitaal te Neuilly, waar een
zekere dr. Lombard de leiding had. Het
was daar in het hospitaal Voor de rijke
cliënten (men begrijpt, dat de gaarne van
dienst vrijgestelde eenige lapjes van 1000
francs had neer te leggen) een fideel© in
richting. Aan de rijke gastmalen vloeide
de campagne overdadig. Het couvert was
gemiddeld 50 fr.
Uit Parijs. De landingen der Fransche
troepen te Saloniki duren geregeld onder
de beste voorwaarden voort. Fransche
troepen, die de Grieksche grens overschre
den, kwamen in aanraking met Servische
troepen.
De Russische vloot bombardeerde
Varna en Burgas.
Een bericht uit Saloniki meldt, dat
als gevolg van een flankaanval op het
KiwslakStrUmaza-front door Fransche
troepen, de Bulgaarsche aanval tegen Ve
les geheel tot staan is gebracht.