1*0. SI Maandag' S5 October 1915 30e Jaargang De dropte Oorlog, PATROON EN GEZEL. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERCH8 gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes-. LAN sE VORSTSTRAAT 216. Bureau te Middelburgs FIRMA F. P. DHUIJ - L. SUR®, Drukkers: Qosterbaan Le Cointro 6oe*. Te weinig en te zeldzaam wordt de toon gehoord die wij in onderstaand stuk! uit de Bakkerscourant, orgaan der Chr. Bakkersgezellen beluisteren. lil t ,i I "r i' „Ik heb eens zoo schrijft hij een boekje gelezen, een korte levensbeschrij ving gevende van den groeten uitvinder Edison. Daarin las ik hoe hij', van niets- bezittende (proletariër noemit men dat tegenwoordig) was opgeklommen tot groot- labrikant (oftewel kapitalist) door energie, wilskracht, en geluk. Dit nu ziet men meer. Maar wat mij het meest trof, was, dat hij niet was opgeklommen langs de „ruggen der arbeiders". Hoewel hij werk gever was, zag hij niet neer op zijn on dergeschikten als op een troep minder waardigen, maar ging met hen op en neer, met hen medelevende, met hen me dewerkende, en met hen mededeelend®. Hij maakte hen deelnemers1 aan zijn zaak, noemde ze „zijn helpers", en deed altijd uitkamen, dat zij gemeenschappelijk hun zaak moesten vooruitbrengen. Me dunkt, welk' een ideale toestand! Wie zou niet graag bij zulk een patroon werken. Zijn best te doen, en te weten, dat dit „zijn best doen" door den patroon wordt op gemerkt en beloond hoe moet dit èn patroon èn zaak èn gezel teax goede ko men. Hier is geen plaats voor klassen strijd. Een tweede trek uit dat boekje was diezeEr waren een aantal machines be steld, om: op bepaalden tijd te worden af geleverd. Er werd geen machine verzon den, die niet eerst door Edison zelf be proefd was of ze goed was. Er werd er een ter proef genomen, en toen haperde er iets. Weer een andere, hetzelfde gë- brek. Alle machines nagekekenalle de zelfde fouten. Waar het aan lag? Men wist het niet. Eensklaps neemt .Edison een kras besluit. Hij sluit de deur, steekt den sleutel in zijn zak en zegt: „Niemandi verlaat de werkplaats, voor de fout gevon den ©n hersteld is." Twee dagen en twee nachten waren toen de werklieden opge sloten. De fouten waren gevonden, de machines nagezien en in orde gebracht; de naam van Edisota was ongerept ge bleven als 'een betrouwbare firma. Wat mij hierin trof was, dat Edison, ondanks den kameraadschappolijken omgang, bet gezag wist te handhaven. Waarom1 ik dit nu naar Voren breng? Op onze laatste ledenvergadering kwam ook ter sprake, of wij een duurte-toeslag zouden kunnen verkrijgen. Dat deze hard noodig is, werd door niemand tegenge sproken; dit kan men ook niet tegenspre ken maar of de patroons het geven zou den, daarover liepen de opinies nogal uiteen. De een beweerde, dat de patroon het niet kon geven; een ander meende: „als hij het kon, zou hij het nu niet wil len." Zoo werd „de patroon" op> allerlei wijzen belicht. Wie zal evenwel het rechte licht werpen op het patroonschap? Er wordt zoo vaak 'gevraagd, of' de patroon al- .of niet kapitaal-krachtig is; of hij' onder de tegenwoordige omstandighe den lijdt, zooals zijn gezellen er onder lijden, en mien wijst dan liefst op de. Vette keuken van den patroon en den dro gen boterham van den arbeider. Toch mteen ik, dat zóó de zaak niet goed voor gesteld wordt. Wanneer ik bij een patroon werk, dan heb ik met hem niet anders te maken dan als werkgever. Wat hij als particulier is, rijk of niet rijk, daar heb ik' niets mee te maken. Hij is de patroon, die de zaak leidt. In die zaak ben ik werkzaam als arbeider, en dus moet de zaak en niet het kapitaalkrachtige van den patroon de basis zijn, waarop mijne aan spraken zijn gericht. Zij'n patroonschap ontleent hij aan zijn zaakzonder de zaak zou hij geen patroon zijn; iniijin arbeider- zijn ontleen ik aan de zaak, anders zou ik geen arbeider zijn. Het is: dus niet het kapitaal van den patroon, maar de zlaak, die patroon en arbeider samenbrengt. Wanneer er dus sprake is Van loonsver- hooging of duurtetoeslag, dan moet eerst nagegaan worden, of de zaak dit lijden kan. En nu kom ik weer tot mijn uit gangspunt terug. W'aren alle zaken zooals bij Edison, ik geloof niet, dat ér om duurte toeslag zou gevraagd behoeven te worden. Imtmers, waar patroon en gezel samen werken in den goeden zin, daar zal men elkanders belangen niet onderschatten. Hoe vaak ziet men hier, dat patroon en gezel in plaats van naast elkaar, tegenover elkander staan, dat men elkaar zoekt af te breken, in stee van elkaar te bevestigen en te Versterken. En dan scheldt de gezel op den patroon als uitzuiger, en de pa troons schelden de gezellen als dagdie- ren" en zoo werkt men elkander tegen. Zou' het nu zoo ongerijmd zijn, dat wij 'n Edison's toestand' trachten te krijgen Zou de eerste stap' op dien weg niet zijn, 1le Zeeuw dat wij doen wat wij' kunnen om! de zaak, waarin wij werken, tot den grootst miog-e- lijken bloei te brengen? Zou de patroon, dit streven opmerkende, ons dan willen loozen, of willen houden? Zou er zoo niet meer contact komen tusschen pa troon en gezel, en zou zoo ons belang niet gediend worden? De vragen zijn te vermenigvuldigen, doch waartoe? Me dunkt de lijn, die hier getrokken is,, is duidelijk genoeg. Wij moesten in ons werk zóó arbeiden, dat wij respect hebben voor ons werk; dit zeli'-respect moet leiden leiden tot respect van den patroon voor ons werk en onzen persoon. Zoo moeten wij achting krijgen voor den patroon, zoo moet men komen tot een gezonde samen werking tusschen patroon en arbeider." Met de overneming van het bovenstaan de waarmede wij van harte akkoord gaan, wenschen wij ook de keerzijde der me daille niet uit het oog te verliezen. Er zijn nu eenmaal patroons, die gaarne met het leger dier anderen, voor welke wij 't opnemen, mede zouden optrekken, doch die dit in geen geval waardig zijn. Hen zonderen wij dan ook onverbiddelijk uit. Dat doet ook dr. de Visser, de bekende socioloog in De Voorzorg als hij schrijft Geen p a t r o on, maar een despoot. Er dreigt (te Amsterdam) staking van sorteerders bij de firma Thijs Rijkmans en Zonen. Over de zaak zelf willen wij op dit oogenblik bij gemis! aan voldoende ge gevens geen oordeel vellen. Maar niet streng genoeg kan de toon worden afge keurd, waarop de patroons het inderdaad beleefd schrijven van den Christelijkoxi Bond van Sigaren- en Tabakbewerkersi beantwoordden. Dat antwoord luidt: „Onherroepelijk voor het laatst berichten wij u door de zen, dat wij u absoluut niet ontvangen; kunnen en willen.Spaar dus uw tmioeite, wij zijn beu Van al dat gemier." Was zoo iets in drift gezegd, mien zou het wellicht nog ©enigszins kunnen excu- seeren. Maar wie zóó schrijft en op die wijze een dergelijke organisatie behandelt, toont daarmede een despoot en geen pa troon te zijn. En als zulke personen over ontevre denheid bij de arbeiders klagen, mogen zijl bedenken, zelf de hoofdoorzaken dier on tevredenheid te zijn. Met groot© woorden, hoe forsch en ruw ook geuit, maakt men zich niet meer van sociale moeilijkheden- af. Evenals de werklieden moeten de werkgevers hierbij streven naar recht en naar gerechtigheid. Als de staking doorgaat, dan ligt daar van, zonder dat wij de zaak zelf nog be- oordeelen, zeker reeds ten deele de schuld aan de patroons, Voor zoover zij op onge paste wijze de onderhandelingen afbra ken." Bskwipt ever-ïlcht van dsn toestand. Na de voorstelling1, die wij Zaterdag hebben gegeven van het sensationeel© geval Cavell, willen wij niet nalaten ook mede te deelen, wat de Duitsche autori teiten te Brussel ter verontschuldiging van hun onridderlijke, daad aanvoeren. Men weet, dat nog meer vrouwen schul dig bevonden zijn, doch de meesten zullen het leven er nog af brengen. Uit Brussel dan wordt gemeld, dat de veroordeelden in het groote proces maan denlang dienstplichtige Belgen aanwier ven, en Fransche en Engelsche deserteurs weghielpen. De gouverneur-generaal waarschuwde herhaaldelijk voor dergelijke handelingen, en wees op de onvermijdelijk strenge be straffingen van zulke ondernemingen. De Veroordeeling van den schuldige in open bare zitting was volgens recht en wet giegrond volgens de bepalingen van het rijkSstraf'Wetboek en het strafwetboek voor den krijgsraad, betreffende oorlogs verraad en spionnage- „Geen speciale wet voor België, geen zoogenaamd oorlogsgebruik is in aanmer king' genomen bij het vellen van het von nis. Die veroordeelden bekenden hunne misdrijven en verklaarden, dat zij de gestrenge strafbepalingen kenden. Die Engelsche miss Cavell vormde het Centrum van het ontdekte aanwervings- systeem voor de Verbondenen. Tegenover de bewering, dat zij zich tot taak gesteld had 'het leven van andere menschen te verlichten, wijzen wij er op, dat haar bezigheid was het houden van een ziekeninrichting, welke wegens de hoog!© prijzen sléchts voor gegoeden be reikbaar was. Het voltrekken van het doodvonnis aan vrouwen kwam ook in Frankrijk voor, bijvoorbeeld in Maart 1915 te Nancy aan Marg'aneta Schmidt, een Duitsche; in Mei 1915 te Beurges aan Ottilie Noss, een Duitsche. Do Engelsche regeering mag wel eens aan die wreedheden denken, welke Kit chener gedurende den Boeren oorlog op vrouwen en kinderen beging. Onze tegenwoordige tegenstanders be hoeven echter den rug' van hun eigen léger niet tegen de bevolking van het bezette vijandelijke land te dekken en zulke vonnissen niet te vellen en te vol trekken, daar zij zoo weinig' vijandelijk land bezetten". Zeker, als Engeland ach en wee roept over de gruweldaden der Duitschers, dan denken we aanstonds aa:n het spreek woord van den pot en den ketel', die elkaar verwijten doen. Doch dit neemt niet weg, dat voor ons gevoel de terdoodveroordeieling der vrou wen nog' niet is goedgepraat. Ook al is nu gelijk we verwachtten gebleken, dat de vergrijpen ernstiger waken, dan de Engelsche pers wil weten. In Servië duurt de strijd met groote heftigheid voort. Servië kreunt onder de slagen van de vereenigde vijanden, die het landje drei gen te verpletteren onder hun slaande armen. De Bulgaren trokken in het dal van de Timok tusschen Knjazevae en Zajecar naar den linkeroever. Om het bezit van de stad Knjazevae duren de gevechten voort. In Macedonië veroverden kun troepen, na een hevig gevecht de stad Usküb, De gevechten duren hier voort. Op de overige fronten zetten de Bul garen hun offensief onveranderd voort. Hun opmarsch blijkt dus voorspoedig te zijn. De helft van Macedonië is reeds in hun bezit. Na een hevig gevecht werd Koema- nowo veroverd en moesten de Serviërs in Westelijke richting wijken. "Ook Kro- pulu (Veles) kwam in Duitsche handen, zoodat de laatste verbinding tusschen Ser vië en .Saloniki afgesneden is. Kropulu is laan den spoorweg van Usklib naar Saloniki gelegen, die reeds op twee pun ten, bij Wranja en Koeinanowo verbro ken was. Thans is ook' Uskub geheel veroverd en is nog lalleen van Servië het uiterste Z.-O. puntje en een strook in het Noorden en Westen in Servisch bezit. Hetgeen den toevoer van de troe pen der Geallieerden naar het Servische leger thans ten zeerste bezwaarlijk maakt. De beschieting van de Bulgaarsche ha venstad Dedeagatsj door een eskader van de Geallieerden, is een gebeurtenis, die reeds werd verwacht. De Bulgaarsche kust is hier bijkans onbeschermd en de stad werd reeds ten deele in 'staat van verde diging gesteld. Toch kan deze nieuwe ac tie van invloed zijn op den Bulgnarschcn veldtocht in Macedonië, die bijkans te voorspoedig gaat. Verder teekenen wij nog aan, dat de oen- tralen bij Visegrad een overgang over de Drina geforceerd hebben, en om op het N.-O. front over te springen dat Russische schepen Petragge, Domesnas en Gibken in Koerland beschoten hebben en er zwakkere troepenmachten geland heb ben. Die te Domesnas moeten zich weer in gescheept hebben. En de overige Die kunnen het den Duitschers nog wat lastig maken bij hun pogingen om Riga te verschalken. Als heldin gestorven. Een Engelsche kapelaan te Brussel geeft een beschrijving van zijn laatste bezoek aan de heldhaftige Edith Cavell, de En gelsche verpleegster, die wegens verraad door de Duitschers is doodgeschoten. Toen hij bij haar kwam, was zij vol komen kalm en berustend. „Ik heb geen vrees en huiver niet; ik heb den 'dood ztoo dikwijls. gezien, dat hij niet vreemd of verschrikkelijk voor mij is. Ik dank God voor deze tien weken voor het einde. Hetleven is altijd zoo haastig en vol moeilijkheden geweest. Deze tijd van rust is een groote ge nade geweest. Iedereen is hier hael vriendelijk voor mij geweest. Maar ik wilde, nu ik in het gezicht van God en de Eeuwigheid sta, nog dit zeggen: namelijk, dat ik begrijp, dat vaderlandsliefde niet genoeg is. Ik moet jegens niemand haal of bitterheid koesteren". Samen namen zij de Heilige Commu nie, en de ter dood veroordeelde hoorde daarna de voorlezing van een stuk uit het evangelie aan. Aan het slot van den kleinen dienst herhaalde de geestelijke de woorden: „Blijf mij nabij" en zij sprak die zacht na. Zoo bleven zij samen zitten, tot hel voor den geestelijke tijd was om te gaan. Zij gaf hem afscheidsgroeten voor hare familie en. vrienden mee. Toen zeide hij „Vaarwel" en zij glimlachte en zeide: „Wij zullen elkaar weerzien". De Duitsche milirbire geestelijke was bij haar, toen het einde kwam en zorgde daarna voor een christelijke begrafenis. Hij zeide later, dat zij dapper en opge wekt was geweest tot het laatste $oe. Zij getuigde van haar geloof in Chris tus en zeide, Jdat zij, blijde was, voor haar land te sterven. De Duitscher ver klaarde: „Zij stierf als een heldin". s De nacht van een ammunitie-voerman. De Duitsche oorlogscorrespondent Scheuermann vertelt de lotgevallen van een munitie-voerman, die in vredestijd een bekend schilder is, in den nacht van den grooten aanval der Engelschen, zooals hij ze uit zijn mond heeft gehoord. Ik was vertelt de man den gehee- len dag' in touw'geweest, daar wiji wegens den aanval der Engelschen, die verwacht werd, zeer veel Schietvoorraad moesten vervoeren. Doodmoe kwam ik in mijn kwartier en zou juist gaan slapen, toen het bevel kwam: onmiddellijk 2200 hand granaten bij een bepaald, regiment bren gen. Ik kleedde mij' weer aan,'hielp zelf nog hij het laden en reed in den donkte ren dag' zonder licht er op uit. Ik kende den weg nauwkeurig. Intusschen was de aanval van de Engelschen begonnen. Den gewonen weg kon ik niet volg'en, omdat het daar granaten en shrapnells regende. Ik moest dus een omweg maken en van achteren in het dorp komen, wat niet aangenaam was. Elk oogenblik wierpen ontploffende granaten een licht op den wagen en do Engelschen lagen nog slechts vierhonderd meter van den weg af, dien zij met machinegeweren afkamden. Ik dacht niet dat ik er levend doorheen zou komen. Jk 'bereikte het dorp, waar ik elk huis kende en vond het kwartier van den bataljonsstaf, waar ik duizend handgranaten moest afleveren. Terwijl ze afgeladen werden, sloeg een granaat bij den wagen in en een paar mannen wer den vrij zwaar gewond. In het dorp, dat de vijand stelselmatig beschoot, was het door de ontploffingen en het instorten van daken en muren een leven, dat men elkaar in het oor schreeuwen moest om zich verstaanbaar te maken.. Het dorp raakte intusschen onder een volmaakt trommelvuur. Zelfs de kelders had men moeten ontruimen. Niemand kon mij zeg gen waar de staf van het tweede bataljon was, waar ik de overige 1200 handgrana ten moest afleveren. Ik bracht mijn wagen J, in dekking v oor een huis van twee ver diepingen, en door vragen gelukte het mij den regimentsstaf te vinden. Ik kwam in een schuilplaats, waar de kolonel en zijn staf bij een stompje vetkaars kalm brood en leverworst zaten te eten, ter wijl rondomi de grond trilde en beefde. „Ha, de handgranaten", zei de kolonel. „Dat is goed, dat gij die gebracht hebt, maar ik heb niemand om ze te lossen." Hij keek op zijn horloge. „Hel is. kwart Voor twaalf, oimi twaalf uur laat ik storm loopen om de Engelschen, die in den rand van het dorp gedrongen zijn, er weer uit te gooien." Op dat oogenblik kwam een soldaat bin nen en rapporteerde den kolonel: „Er ligt een vreemde vracht-automobiel in de dorpsstraat en verspert den doorgang". „Wat! riep ik verschrikt," ligt mijn wagen in de dorpsstraat?" „Neen, verbeterde de soldaat, de wagen staat, maar er ligt een huis boven op". De kolonel besliste, dat ik probeeren moest met mijn kist zoo snel mogelijk uit het dorp te komen en naar de-brigade terug te gaan. Ik kwam bij mijn wagen en zag dat de soldaat gelijk had gehad.. Het huis van twee "ver diepingen was Verdwenen en mijn wagen stond midden in den puinhoop; met bal ken, dakpannen en brokken steen bedekt. Ik moest mijn begeleider zoeken, die een veilige schuilplaats had ontdekt en samen mioesten wé den boel opruimen. Daarna duurde het nog tien minuten, voor we tusschen het puin in de nauwe straat konden omkeeren. De motor was gelukkig ongedeerd. Langs een omweg reed ik naai de brigade terug, over een weg, die nog veel heviger beschoten werd dan de Ln- gelschen hun vuur verplaatst hadden, om te verhinderen, dat versterkingen aanruk ten. Wjj moesten door granaatkuilen en eenmaal zelfs over de takken van een boom, die op den weg lag. Bij de brigade deelde men mij mede, dat men groote behoefte had aan de, niet-afgeleverde handgranaten. Ik moest denzelfden weg terug keeren, driehonderd meter van het dorp zoo goed mogelijk dekking zoeken en een wielrijder, dien men mij mee gaf, naar het bataljon zen- VERSCHMNT ELKEN WERKDAG Abonnementsprijs Pes1 3 maanden fr. p. postf IM Losse nummersi.Oe Prijs der Advertentiën I5 regels ƒ0.50, iedere regel meer lt cfc I-maal plaatsing wordt 2-maal bereken#. Bij abonnement voordeelige voorwaarde». Familieberichten van 110 regels ƒ1.—? iedere regel meer 10 ct. den. Nog eens dus langs den weg door den vuurregen, door granaatkuilen an over geknakte boorman. Driehonderd meter Voor het dorp stond een schildwacht, die he rig schold, omdat ik mij' met mijn duizend handgranaten juist voor heml opstelde. Mijn wielrijder was niet meegekomen. En toen ik ©enigen tijd op hem) gewacht had, besloot ik .zelf het dorp in te gaan. Den onderofficier, die mij manschappen Voor het lossen had mloeten geven, vond ik! niet meer. Ik moest dus naar de reginients- schuilplaats. Daar werd ik met vreugde begroet. Mijn kdnrst was een gelukkig toeval, zeiden ze, omdat de telefoon stuk geschoten was. Nu kreegrik een man mee oimi de handgranaten te losseiï en een rapport, dat ik zoo snel mtogelijk naar de divisie meest brengen. Intussohe» had de bestorming plaats gevonden en wa ren de Engelschen teruggeworpen. De on derofficier hij wien ik nu kwam; Verklaar de mij; dat hij de handgranaten onmogelijk kon laten lossen. De vijf man, die hij tot zijn beschikking had, waren zoo uitgeput, - dat hij ze nu volstrekt moest laten sla pen. Er was niets aan te doen. Ik reed dus weer door den heksenketel Van het versperringsvuur naar de divisie, gaf het rapport af en besloot daarop naar huis te rijden en mijn handgranaten af te leVereti. Korte Oorlogsberichten. Het leven gespaard! Naar «reu uit Madrid aan de „Times" meldt, heeft de tusschenkomst van Koning Alfons van Spanje, bij Keizer Wilhelm ,ten gunste' Van de nog op den dood zittende vrouwen te Brussel, goed gevolg gehad. Wilhelm II antwoordde den Koning van Spanje persoonlijk langs telegrafischen Weg en deelde hem mede, dat hij, ter wille van den koninklijken verzoeker, be sloten had, om' de ter dood veroordeelde) Belgische vrouwen te begenadigen. Een betreurenswaardige handelwijze. Aan het Victoria Col lege te Wellington was reeds veertien jaar lang een Duitsch professor Verbonden; die zich in dien tijd niet had laten natu- raliseeren. Van verschillende zijden werd erop aangedrongen, dat hij zou ontslagen, worden, maar de raad Van beheer en ook de studenten verzetten zich hierteglen. Desondanks werd een speciaal noodwetje gemaakt om de regeering in staat te stellen, den hoogleeraar te ontslaan, wat dan ook ten slotte geschiedde. De raad Van beheer, die den gedeerde ongaarne zag heengaan, heeft hem eeu jaar honorarium uitgekeerd en bovendien zijne hooge waardeering betuigd voor de door hem in die 14 jaren verleende dien sten. De Joden i n den o o r 1 og. Het aantal joden, dat in het Engelsche leger strijdt, bedraagt 20.000. In het Duitsche leger bevinden zich 50.000 joodsche mi litairen, in het Oosteurijksohe meer dan 170.000 en in het Russische 350.000. Aan Servische zijde strijden 25.000 joden. Het Engelsche leger bezit een vrijwilligers korps, dat geheel uit joden bestaat en in het HebreeuWsch door joodsche officieren gekom'mandeerd wordt. Dat korps werd ge vormd uit Zionistische kolonisten, die va» Palestina naar Egypte vluchtten, pmidat ze niet onder de Turken wilden vechten; het heeft zich aan de Dardanellen bijzon der onderscheidden. „Volk". Een schandaal in Frankrijk. Er is in Frankrijk een groot militair schandaal ontdekt. Een aantal militaire eu burgerlijke piedici hadden zich onderling verstaan, om, tegen betaling van idem zoo veel, jongelui, die geen lust naar de loop graven hadden, ziek of ongeschikt voor den dienst te verklaren. Er zijn in deze zaak reeds 6 arrestaties gedaan en 20 inhechtenisnemingen gplast. De namen der militaire doctoren, die bij het schandaal betrokken zijn, wórden nog strikt geheim1 gehouden. Het centrum van het bedrog was een tijdelijk hospitaal te Neuilly, waar een zekere dr. Lombard de leiding had. Het was daar in het hospitaal Voor de rijke cliënten (men begrijpt, dat de gaarne van dienst vrijgestelde eenige lapjes van 1000 francs had neer te leggen) een fideel© in richting. Aan de rijke gastmalen vloeide de campagne overdadig. Het couvert was gemiddeld 50 fr. Uit Parijs. De landingen der Fransche troepen te Saloniki duren geregeld onder de beste voorwaarden voort. Fransche troepen, die de Grieksche grens overschre den, kwamen in aanraking met Servische troepen. De Russische vloot bombardeerde Varna en Burgas. Een bericht uit Saloniki meldt, dat als gevolg van een flankaanval op het KiwslakStrUmaza-front door Fransche troepen, de Bulgaarsche aanval tegen Ve les geheel tot staan is gebracht.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1