Donderdag 31 October 1915 30e Jaargang No. 18 De Groot© Oorlog. Kroonjaarfeest Vrije Universiteit. Zeeuwsche Stemmen. Uitgave van Ie Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGÖ gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes. iftN '.E VORSTSTRAAT Ht9 Bureau te Middelburgs v IRFWA F. P. DHUÏJ - L. BURS, Drukkers: Oosterbaan Le Cointro - Goes. Nog in dank onlvangen postw. van 1)- Bruiner namens J. K. te Heinkens- ;;u id f 1.— Verlof landweer. Dat is een prachtig denkbeeld! )f het voor uitvoering vatbaar is, zullen ook wij aan de militaire autoriteiten over laten, doch het is o. i. te mooi om er over te zwijgen. Binnen niet te lanigen tijd, als de eerste lichting van den jongen landstorm vol doende geoefend is om' bij het veldleger haar verdere opleiding te kunnen ontvan gen, zullen er een of mteer lichtingen van de landweer met, verlof naar huis worden gezonden. Nu vestigt, men in de N. Rott. ('rt. er'de aandacht, op, dat niet allen, die Amor verlof in aanmerking komen, als1 zij voor dé vraag: gesteld zouden worden, of zij van onbepaald verlof wensehen ge bruik te maken, deze vraag bevestigend zullen beantwoorden. Immers bij een vroegere gelegenheid, toen er één landweerlichting in het genot van verlof is gesteld, voor zoover dit gewenschl werd, hebben ongeveer 9 pCt. er de voorkeur aan gegeven onder do waperten te blijven. Zou het nu niet mo gelijk zijn, vraagt men, om tijdig voor er weer een lichting landweer met verlof wordt gezonden, gelegenheid tot r u i 1 i n g te geven? Onder de jongere lichtingen die nog niet voor verlof „in aanmerking komen zijn een aantal mannen, bedrijfs leiders en mannen van nering of mot zaken, -die gaarne met verlof zouden gaan. Daarentegen zijn er onder de ouderen mannen, die, om welke reden dan ook, liever voorloopig bij den troep zouden blijven. Is nu niet ee-n systeem van railing tusscben deze twee groepen uitvoerbaar? Het netelige, onsympathieke verlofsvraag- sluk zou er een heel eind mee opgelost kunnen worden. Het zou een praetische maatregel zijn, want behalve de belang hebbenden, die direct zouden worden ge holpen, zou ook het Rijk gebaat zijn, door dat vele ondersteuningen zouden komen te vervallen. En voor den goeden geest in den troep zou, eene. ruiling wellicht ook voordeelen hebben. Tot zoover het plan met de toelichting, Zooals we een en ander in de N. R. Ct. aantroffen. Zooals gezegd, wij kunnen niet aan- stonds beoordeelen of de bezwaren aan de uitvoering verbonden al of niet te overkomen zijn. Doch zoo op het oog lijkt het denkbeeld wei voor verwezenlijking vatbaar. Waarom wij dan ook gaarne adhaesie ermee betuigen. 1 LVII. Hoe is 't mogelijk, dat over de keuze van één enkel woord zooveel stof kan opdwarrelen in het taalkundig kamp! En toch we hebben dé laatste da gen weer kunnen zien hoe- er geharre ward wordt over den naam van.... ja, van wien? Van den persoon, die zich de weelde veroorlooft in een zoogenaamd „vliegtuig" idoor de lucht te zweven. Zoogenaamd vliegtuigZiedaar, daar maak ik bij mijn aanduiding reeds ge bruik van een woord, waarover de ge leerden het juist nog oneens zijin. De vlieger bestijgt zijn vliegtuig Dat is duidelijk. Maar: hoog boven de huizen verheft zich de vlieger;\Va.t is dat nu? De man in het vliegtuig of een stuk kinder speelgoed Vliegenier moet het dus zijp, ztegt een ander. Neen, zegt nummer drie, laat ons spreken va.n een „fluks" eu een „zwe- velaar". Bespottelijk, klinkt het uit den mond van no. 4, houdt u aan „zweefmachine". Wat is de bestuurder van een machine? machinist. Welnu, de bestuurder van een zweefmachine „zweeft" o£ „zlwevelt" niet alleen, hij bestuurt ook de machine, van daar dat hij „zweefmachinist" is. Maar nummer drie wijst er dan op, dat men naar een woord zoekt, dat in het spraakgebruik levend wordt eu dat men toch bezwaarlijk kan zeggen: „Jan Olieslagers „zweefmachinistte" van Ca lais naar Antwerpen", gesteld, dat hij zich daar thuis zou gevoelen. En per slot van rekening weet 'ik nog niet, waaraan mij1 te houden. De kwestie hangt of liever „zweeft" nog, misschien wel tot het o ogenblik, dat uit den mond van het boefje van de straat een niet t,e verbeteren uitdruk king weerklinkt. Evenals dit het .geval was met duikel-om voor looping-the- loop. Ook in hel dialect uit de provincie hoort men soms uitdrukkingen, die een zaak juister typeeren dan het officicela woord uit (Koenen" of „de Vries en te Winkel". Jia, als 't er op .aankomt is een taal, hoe vaak men haar durft verwaarloozen, toch niet geheel en al aan de verach ting prijsgegeven. Er zijn er gelukkig altijd nog, die met bezorgdheid over haar wa ken en zich tot taak stellen alle 'bui tenissigheden ,te verbannen: Alleen is het maar .jammer, dat zij, wanneer een nieuw woord moet bedacht worden, eerst in één schuitje varen als in het spraak gebruik reeds een woord levend is ge worden, dat beter nooit over onze lip pen. gekomen ware, uit taalkundig oog punt beschouwd. Wat den strijd tegen de vreemd© woor den betreft, deze is verre vau door den oorlog verdrongen te zijn, juist door den wereldkrijg meer op den voorgrond ge bracht. In de oorlogvoerende landen voor al is een strijd uitgebroken, waarbij pen, inkt en papier als wapenen opgeld doen. Het internationalisme heeft schipbreuk geleden; het nationale gevoel kwam meer en meer boven, gelijk met den haat je gens den vijand en het gevolg was, dat de taalgeleerden zich als officieren op wierpen in den kamp tot zuivering van de taal van alle elementen, die aan den gehaten vijand en wat hij zijn moeder taal noemt, herinnerden. 'tls in-droevig, da.t de haat hier de grootste drijfveer is; anders mocht men waarlijk blijde zijn met dit praeludium van een weldadige taalbeweging in de oorlogvoerende landen. Bij- ons toch spreekt alleen de liefde voor onze taal! Een Duitsch blad bevatte dezer dagen de volgende welluidende dichtregelen, die ook al bedoelen afkeer te wekken van het gebruik van vreemde talon: li i 'Pardon, adieu, logis, retour. Couvert, friseur, étage, Rouleau, pTaline, billet, bravour, Framjaise, balcon, courage. Bonbon, plastron, neveu, gaman, Quadrille, chef, vitrage, Madame, oncle, clou, bouillon, Chemisette, jnaïtresse, rage, Portemonnaie, serviette, diner, Collier, bracelet, bagage, Monocle, vis-a-vis, souper, Ballon, comité, menage. Trottoir, bureau, Lavoir, plumeau. Garage, Blamage. Tot zoover dit lieflijks. Houdt mij ten goede, dat ik den onzin niet vertaal. Aan het eind staat dan deze gewetens vraag aan het adres van het gansche volk Hast, deutsches Volk, du nicht die [Kraft, Die solches Zeug beiseite schafffc? M-p.w.je moest je schamen derge lijke woorden in de spreektaal te gebrui ken. Ze zijn een schande voor de natie! In Frankrijk en "'Engeland trekt men natuurlijk op gelijke wijze van leer. De een doet in deze volstrekt niet onder voor den ander. En fbioe staat het bij: ons met de taal zuivering?, 'tGaat langzaam, da's waar, maar dan ook zonder den invloed van rassenhaat. Het volgende verhaal voor de waar heid ervan sta ik niet in, hoor! toont hoe er ook binnen onze grenzen nog heel wat te zuiveren valt, en dat er wel een Augias met een Alpheus en een Peneus aan te pas mag komen, willen we bin nen afzienbaren tijd alom Hollandsch van beter gehalte te hooren krijgen. Toen een vaderlander in een hötel wat wilde eten, ergerde hij zich aan de spijs kaart, die geheel in 'tFransch gedrukt was.. Nadat hij de kaart even had inge keken, riep hij "den kellner en ziei: „van al dien onzin past mij niets, hebt u niet wat anders te eten? Hebt u geen sine qua non?" „Neen, mijnheer", stamelde de kellner, „ik vrees, dat die allemaal op zijln", „Tempus fugit, die dan? Neen? Nu breng me dan maar semper idem". „Het spijt me, mijnheer, maar dat is er ook niet meer", hernam de kellner. „Nu breng me dan maar wat e pluri- b'us unum!" sprak de gast en ging be haaglijk in zijn stoel achterover liggen. „Het komt mij voor, dat ik daarvan wel eens meer gehoord heb", mompelde de kellner en snelde paar de keuken, maar om met nog bedrukte'r gezicht te rug te komen. ,j()ok dat hebben we niet!" zei hij spijtig. „Goed, ga dan maar eens kijken of er ook rundvleesch met aardappelen en ap pelbollen zijn", zeide de gast. „Jawel meneerI Een minuut, meneer!" klonk het vroolijk uit den mond van den kellner, en hij vloog. Nil moet men weten, dat „sine qua non" zooveel zeggen wil als „niet zon der dat", „tempus fugit" zooveel als „de tijd vergaat" en dat „e pluribus unum" beteekent „uit velen één"; dan beseft men eerst hoe de kellner een gevoelig taailesje kreeg. Om een geliefkoosde volksuitdrukking te gebruikenHij sloeg een modderfiguur. Laat ons hopen, dat hij het geval ge trouw aan zijn haas, den hotelhouder, heeft overgebriefd, want voor dezen was de les eigenlijk bestemd. Er zijn nog andere woorden, die men wil verbannen. Z.g. bastaardwoorden, ger manismen, „enz. Ook daartegen dient de strijd aange bonden, want, om met de woorden van een groot man op letterkundig gebied te spreken, ons nationaal bestaan heeft groot belang bij een algemeen streven om onze taal en ons taalgevoel zoo zuiver moge lijk Nederlandsch te doen blijven. Jammer maar, dat hij deze wijze woor den onder toepassing van de „vereen voudigde spelling" neerschreef. Dit maak te een ietwat zonderlingen .indruk, bij m'n behoudzuchtigen aard. Doch let wel dit is maar een kwestie van sinaak of gewoonte. Dus ook Germanismen moeten verme den. Later hoop ik er wel eens op terug te komen, zelfs op gevaar af voor een hekrompen vitter uitgemaakt te worden. Want als men het terrein der Germa nismen betreedt, valt er meer te wié- den dan men oppervlakkig vermoedt. Wie b.v. vertaalt daar „Soheinwerfer" door „schijnwerper" Wie gebruikt „voorradig" voor „voor handen" (vertaling van het Duitsche „vor- ratig")? Wie „overzetten" voor vertalen? Wieja, wiens taal bleef van Ger manistische smetten vrij? KEES VAN DER MEER. Beknopt overzicht van don toestand. Servië zit danig in den knel. Doch 'het verdedigt zich miet ware doodsverachting, zoodat de Centralen reeds erkenden met een kwaden vijand te doen' te hebben. Daar in het Noordon houden de Ser viërs op wonderlijke wijze stand. De Duitschers en Oostenrijkers brengen hun zelfs lof mi hun dapperheid en de vor deringen door deze vijanden gemaakt zijn nog van kleinen pmvang. Reeds veer tien dagen is oen der beste generaals van het Duitsche leger v. Macfcensen in het Noorden in den aanval en hij is: nog niet verder gekomen dan Ripanje op 21 kilometer van Belgrado. Als men nu weet dat Nisj 244 K.M. ten Zuiden van Belgrado ligt, en daarbij in aanmerking neemt ,dat het terrein steeds moeilijker, bergachtiger, vol nauwe bergengten wordt, dan kan men zoo- ongeveer een schatting maken hoe lang het duren zou, voor de verbondenen in Nisj, het hart van Servië zouden doorgedrongen zijn. Het kan haast niet anders of de Duitsch-Oostenrijksohe troepen, die hier in het veld staan, zijn lang zoo sterk niet, als aanvankelijk werd gemeld. De actie der Bulgaren trekt op 't oogen- blikj wel de mleeste aandacht. Hun eerste' taak was den spoorweg Nisj Saloniki af te snijden en zoodoendo de verbinding 'tusschen de Serviërs en de troepen der geallieerden af te snijden. Ten deele zijn zij daarin geslaagd door het kleine hadstadje Vranja aan de groote lijn Nisj—Saloniki te bezetten. De verbinding: is; echter nog verzekerd door een spoorlijn, welke nog niet lang geleden is aangelegd en Van Nisj loopt door het dal van de Toplica via Kosso- wopolje naar Uskub, waar. zij zich weer aansluit bij de groote lijn naar Saloniki. Vandaar dat de Bulgaren thans hun hoofdmacht werpen op de linie Sibeftscih. Istip in het dal van de Bregalmiza ten einde zoodoende Uskhb in bezit te krij- gen. Het lot van deze stad is reeds twijfel achtig. De ,,N. R. Ct."-overzichtschrijver wijét er op, dat de Bulgaarsche troepen in Macedonië, waar de Mae edo-Bulgaren wo nen, die zich voor het meerendeel als Bulgaren beschouwen, werkelijk snellen vooruitgang hebben gemaakt. De oorlog woedt hier in streken, waar nog kort ge leden het bendewezen woekerde en tus- sohen krijgsman en burger allerlei over gangsvormen bestonden, en het is waar schijnlijk, dat althans een deel der be volking het geheel vanzelfsprekend zal vinden, aan de krijgsverrichtingen mee te doen. a Die omstandigheid komt in Macedonië, waar hét snel vooruitgaat, den Bulgaren ten goede, in Noord-Servië is zij hun echter tot nadeel. .Op het |W:esterfront - laat ons nog even aan het bestaan van dit gevechtsterrein herinneren gebeuren geen wereld schokkende dingen. Alles wijst er op, dat 't dezen winter een positie-oorlog blijft. Half waken, half dvoomen 1 Op het Oosterfront wordt nog vinnig gestreden. In de streek van Riga en Dunaburg winnen de Duitschers langzaam, zoodat laatstgenoemde plaats meer en meer be dreigd wordt. In het Zuiden, bij de Styr, zijn het de Russen, die succesjes mogen boeken. Ze zijn echter meestal van lokalen aard. In het heetst van het gevecht. Een oorlogscorrespondent van de „Vor- vvarts" in het Westen vertelt: De groote 'mijntrechter ,die de Engel sehen den 25en September in onze linie hadden laten springen, was heroVerd. Onmiddellijk begonnen onze mannen Van uit dezen trechter verder te graven. Zo konden daarbij gedeeltelijk de oudé gan gen Van den vijand gebruiken. Het doel Van 'dit, graven was, de hoogte 50 te laten springen. Daar lagen gewoon lijk twee Engelsche compagnieën op oor logssterkte, thans misschien nog ..meer. Als een buil stak' deze hoogte in ons front. Vandaar uit kon mén honderd me ter Ver naar beide kanten in. onze loop graven kijken. Woensdagavond oml halft zes zou de ontploffing plaats vinden. Onze troepen moesten dan eerst den krater en vervolgens den heelen heuvel bezetten, en den .veroverden uitsprong' naar links en rechts in onze oude linie brengén. Van Zondag tot Woensdag werd dag en nacht gewerkt. Niet alleen de mijn gangen moesten op het bepaalde uur klaar zijn, de nieuw© stelling moest on middellijk! na de bestorming ingericht Worden. De prikkeldraadhindernissen moesten klaar liggen, zoodat men ze slechts over de nieuwe loopgraven be hoefde te werpen. 'Zandzakken en plan ken, stalen schilden èn schietgaten, alle gereedschappen voor den stellingsoorlog moesten bij de hand zijn. In de smalle, natte toegangsloopgravten, die door het slotpark van Hooge slingeren, kropen onze Saksers. en Elzassers bij stroomenden re gen heen en weer. Dinsdagavond kwam er een bericht, dat de. spanning nog' vermeerderde. IJit ver schillende teekenen meende de comman dant te moeten opmakten, dat de Engel- schen ons met de ontploffing Vóór wilden zijn. Dat is een Vaak 'bieleefde verras sing, van het kwaadaardigste soort in den mijnen oorlog: even voor men .klaar is, vliegen de eigen manschappen in. de eigen loopgraven in de lucht. De nacht was onrustig? Alles klaar tot het gevecht. In het generale commando werd bijna niet geslapen. De ochtend •kwam) en de middag'. Tegen vijf uur gin gen wij op weg dmi van een hoogte de ontploffing te zien. Ik had zooiets nog niet meegemaakt, dit drukkende gevoel, deze onbegrijpelijke voorstelling: in twee uur zouden vijfhon derd man in de lucht, vliegen, binnen twee uur zouden troepen uit het Erzgebergte tegen de 'Engelsche machinegeweren op- loopen. i Plotseling wordt de lucht geschokt door een dof, lang geluid, dat ons- allen doet beven. De aarde zelt schijnt te sidderen, de lucht ,de hemel. Nog: eens'. De heel© aarde brult, steunt, en spuwt een afschu welijke, gele wolk uit. Daarginds: achter den berg geen wolk mleer, maar een smeu lende muur, een bosch van geel vuil, dat in de hoogte en breedte groeit. Ik zie naai' het gele1 monster, kan aan niets denken, niet aan de stukken loopgraaf, niet aan de 500 Engelsehen, die daar in de lucht rond vliegen. Ik! heb' voor deze gele wolk slechts een onbestemd gevoel van afschuw, van afgrijzen. Een o ogenblik is alles verstijfd. Alles staat stil. niets beweegt zich. Dan begint het. De Engelsche batterijen beginnen als bezetenen te schieten. „Aft sperringsvuur naar achter. Vuur in de loopgraven. Vuur op den krater." Als het blaffen en keffen van een troep honden, heeseh, dof, fielder, vervult een hëlsoh gekrijsch de lucht. Kort ratelend, afge broken, hoort mén het inslaan der gra naten tusschen het gehuil door. Eindelijk de lange marine-batterij. Haar schot klinkt als een instortende stad. Het melo disch gehuil Van haar projectielen kan men seconden lang! volgen. Dit alles gilt door elkaar, onregelmatig .verward, zen nuwachtig door de plotselinge ontplof fing. Eerst hoorden we niets dan het geraas der kanonnen. Het oor went er echter aan. Nu hoorden we langzamerhand er tus- VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post. ƒ1.28 Losse nummers8.0© Prijs der Advertentiën 1S regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ci 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekendl Bij abonnement voordeelige voorwaarde® Familieberichten van 110 regels 1.— iedere regel meer 10 ct. schen door de kleine korte geluiden dér infanterie. "Vaak in knetterende sabre's. Meest echter alleen. Kort, vinnig, bijna toonloos. Alles is vervuld van sterke en zwakke geluiden. Toen kwami er regel. Hel schieten werd regelmatiger, de infanterie-aanval scheen geëindigd. Stil werd het niet. Maar men kon ons vuur van dat van den vijand on derscheiden. Het werd een gewoon ar tillerie-duel. We wandelden langs den hoofdweg te rug naar de clivisie, die zooeven het gevecht geleverd had'. Zou alles gelukt zijn? Toen wij ter plaats© aankwamen, Ver namen wij, dat de ontploffing schitteren 1 gelukt was. De heide compagnieën moes ten vernietigd zijn. Tien ongedeerde ge vangenen uil de voorste linies, die dooi den luchtdruk naar ons toegeslingerd wa ren, waren reeds onderweg. De krater had zeer weinig verliezen gekost. De versper ringen, schietgaten en schilden stonden; reeds. De hoogte 50 was vast in ons bezit. 's Avonds hoorden we van gevangenen, dat de Engelsc.hen den volgenden och tend om half-zes onze mijn hadden wil len laten springen. We waren ze twaalf uur voor geweest. De Tsaar aan het front. Do correspondent van de „Timés" te Petrograd geeft eenige bijzonderheden over bet vertrek van den tsaar naar' het front en zijn leven onder de soldaten. Hij schrijft daaroverHet vertrek van den tsaar naar bet algemeen hoofdkwartier is officieel1 gemeld. De jonge tsareiwitsj begeleidt zijn vader. De tsaar is blijde zijn dierbaarste wensohen te kunnen, ver vullen, en zijn zoon bij zich te hebben aan het front, waai' hij, na de meest drin gende binnenlandsche zaken te hebb-eirt af gedaan, zich volkomen kan wijden aan al de tijdroovende verplichtingen van hef opperbe velhebbers oha p Hij staat bijzonder vroeg op en wijdt zich den geheelten morgen aan militaire zaken, vele uren confereerende met zije chef van den staf, generaal Altexejef. In het geheelte rijk wordt generaal Alexejef als de rechte man op de recht© plaats beschouwd en voor de werkelijke'gevechts kracht van de Russische legers kan geen betere organisatie worden verlangd, dan die welke door den staf van bet hoofd kwartier is uitgewerkt. De tsaar toont een opmerkelijke kennis van den toestand. Hij spreekt iedereen persoonlijk en zoodra het noodzakelijk is handelend op te treden, doet hij dit zonder twijfel. Na zijn terugkeer in het hoofdkwartier stelt de tsaar er prijs op, persoonlijk de regimenten te inspecteeren, die naar het front vertrekken en hij onderhoudt zich dikwijls met de soldaten. Het middageten' geeft een nieuwe gelegenheid voor in tieme hartelijkheid, waarbij alle hofeti quette volkomen is verbannen. Korte Oorlogsberichten. Koning E ma n u j. De „Dcjzo de Paris" bevat de volgende episode waarin de koning van Itahe de hoofdrol speeh. Hij stond hij een artilleriebattenj, toen een vijandelijke aviateur boven die plaats verscheen. Niettegenstaande een herhaald aandringen der hem omringende officieren, wilde de koning zich niet in veiligheid brengen, doch volgde hij be langstellend den strijd, die zilch in del lucht, afspeelde. Een aantal bommen viel omlaag en één daarvan ontplofte op een kleine 200 M. afstand van den koning. Deze koninklijke onverschilligheid voor het gevaar is een van Cadorna's grootste moeilijkheden. Ontsnapte geïnterneerden. Wederom zijn drie officieren van de „Eitel Friedrich", die op de marine-werf van Norfolk geïnterneerd waren, ontsnapt, ter wijl zij op de kust wandelden. De Handelsoorlog. Het stoom schip „Scotia" met erts van Zweden be stemd voor Stettin, werd ter hoogte van Haele (Bornholin) door een Engelsche on derzeeboot vervolgd tot nabij het Adler- grund-vuurschip. Het schip zou zeker aan de vijandelijke onderzeeboot ten offer gevallen zijn, Wan neer niet plotseling een Zepptelin boven de Oostzee verschenen zou zijn, aan welke de „Scotia" signalen gaf, dat een vijan delijke onderzeeër haar op de hielen zat. Toen de onderzeeboot den Zeppelin zag, die aanstonds de vervolging begon, dook zij; onder en verdweten. Een Duitsche torpedo boot overvaren? Van het Zweedsche eiland Malmö wordt gemeld, dat de Duitsche beurtboot, die Trelleborg aan de Zuid punt van Zweden Vrijdagavond met ge doofde lichten verliet, een groote Duit sche torpedoboot overvaren heaff

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1