Donderdag 31 October 1915 30e Jaargang
No. 18
De Groot© Oorlog.
Kroonjaarfeest Vrije Universiteit.
Zeeuwsche Stemmen.
Uitgave van
Ie Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGÖ
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes.
iftN '.E VORSTSTRAAT Ht9
Bureau te Middelburgs
v IRFWA F. P. DHUÏJ - L. BURS,
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointro - Goes.
Nog in dank onlvangen postw. van
1)- Bruiner namens J. K. te Heinkens-
;;u id f 1.—
Verlof landweer.
Dat is een prachtig denkbeeld!
)f het voor uitvoering vatbaar is, zullen
ook wij aan de militaire autoriteiten over
laten, doch het is o. i. te mooi om er
over te zwijgen.
Binnen niet te lanigen tijd, als de eerste
lichting van den jongen landstorm vol
doende geoefend is om' bij het veldleger
haar verdere opleiding te kunnen ontvan
gen, zullen er een of mteer lichtingen van
de landweer met, verlof naar huis worden
gezonden. Nu vestigt, men in de N. Rott.
('rt. er'de aandacht, op, dat niet allen, die
Amor verlof in aanmerking komen, als1 zij
voor dé vraag: gesteld zouden worden, of
zij van onbepaald verlof wensehen ge
bruik te maken, deze vraag bevestigend
zullen beantwoorden.
Immers bij een vroegere gelegenheid,
toen er één landweerlichting in het genot
van verlof is gesteld, voor zoover dit
gewenschl werd, hebben ongeveer 9 pCt.
er de voorkeur aan gegeven onder do
waperten te blijven. Zou het nu niet mo
gelijk zijn, vraagt men, om tijdig voor er
weer een lichting landweer met verlof
wordt gezonden, gelegenheid tot r u i 1 i n g
te geven? Onder de jongere lichtingen
die nog niet voor verlof „in aanmerking
komen zijn een aantal mannen, bedrijfs
leiders en mannen van nering of mot
zaken, -die gaarne met verlof zouden gaan.
Daarentegen zijn er onder de ouderen
mannen, die, om welke reden dan ook,
liever voorloopig bij den troep zouden
blijven. Is nu niet ee-n systeem van railing
tusscben deze twee groepen uitvoerbaar?
Het netelige, onsympathieke verlofsvraag-
sluk zou er een heel eind mee opgelost
kunnen worden. Het zou een praetische
maatregel zijn, want behalve de belang
hebbenden, die direct zouden worden ge
holpen, zou ook het Rijk gebaat zijn, door
dat vele ondersteuningen zouden komen
te vervallen. En voor den goeden geest
in den troep zou, eene. ruiling wellicht
ook voordeelen hebben.
Tot zoover het plan met de toelichting,
Zooals we een en ander in de N. R. Ct.
aantroffen.
Zooals gezegd, wij kunnen niet aan-
stonds beoordeelen of de bezwaren aan
de uitvoering verbonden al of niet te
overkomen zijn.
Doch zoo op het oog lijkt het denkbeeld
wei voor verwezenlijking vatbaar.
Waarom wij dan ook gaarne adhaesie
ermee betuigen.
1 LVII.
Hoe is 't mogelijk, dat over de keuze
van één enkel woord zooveel stof kan
opdwarrelen in het taalkundig kamp!
En toch we hebben dé laatste da
gen weer kunnen zien hoe- er geharre
ward wordt over den naam van.... ja,
van wien? Van den persoon, die zich
de weelde veroorlooft in een zoogenaamd
„vliegtuig" idoor de lucht te zweven.
Zoogenaamd vliegtuigZiedaar, daar
maak ik bij mijn aanduiding reeds ge
bruik van een woord, waarover de ge
leerden het juist nog oneens zijin.
De vlieger bestijgt zijn vliegtuig
Dat is duidelijk.
Maar: hoog boven de huizen verheft
zich de vlieger;\Va.t is dat nu? De
man in het vliegtuig of een stuk kinder
speelgoed
Vliegenier moet het dus zijp, ztegt een
ander. Neen, zegt nummer drie, laat ons
spreken va.n een „fluks" eu een „zwe-
velaar".
Bespottelijk, klinkt het uit den mond
van no. 4, houdt u aan „zweefmachine".
Wat is de bestuurder van een machine?
machinist. Welnu, de bestuurder van een
zweefmachine „zweeft" o£ „zlwevelt" niet
alleen, hij bestuurt ook de machine, van
daar dat hij „zweefmachinist" is.
Maar nummer drie wijst er dan op,
dat men naar een woord zoekt, dat in
het spraakgebruik levend wordt eu dat
men toch bezwaarlijk kan zeggen: „Jan
Olieslagers „zweefmachinistte" van Ca
lais naar Antwerpen", gesteld, dat hij
zich daar thuis zou gevoelen.
En per slot van rekening weet 'ik nog
niet, waaraan mij1 te houden.
De kwestie hangt of liever „zweeft"
nog, misschien wel tot het o ogenblik,
dat uit den mond van het boefje van
de straat een niet t,e verbeteren uitdruk
king weerklinkt. Evenals dit het .geval
was met duikel-om voor looping-the-
loop.
Ook in hel dialect uit de provincie
hoort men soms uitdrukkingen, die een
zaak juister typeeren dan het officicela
woord uit (Koenen" of „de Vries en te
Winkel".
Jia, als 't er op .aankomt is een taal,
hoe vaak men haar durft verwaarloozen,
toch niet geheel en al aan de verach
ting prijsgegeven. Er zijn er gelukkig altijd
nog, die met bezorgdheid over haar wa
ken en zich tot taak stellen alle 'bui
tenissigheden ,te verbannen: Alleen is het
maar .jammer, dat zij, wanneer een nieuw
woord moet bedacht worden, eerst in
één schuitje varen als in het spraak
gebruik reeds een woord levend is ge
worden, dat beter nooit over onze lip
pen. gekomen ware, uit taalkundig oog
punt beschouwd.
Wat den strijd tegen de vreemd© woor
den betreft, deze is verre vau door den
oorlog verdrongen te zijn, juist door den
wereldkrijg meer op den voorgrond ge
bracht. In de oorlogvoerende landen voor
al is een strijd uitgebroken, waarbij pen,
inkt en papier als wapenen opgeld doen.
Het internationalisme heeft schipbreuk
geleden; het nationale gevoel kwam meer
en meer boven, gelijk met den haat je
gens den vijand en het gevolg was, dat
de taalgeleerden zich als officieren op
wierpen in den kamp tot zuivering van
de taal van alle elementen, die aan den
gehaten vijand en wat hij zijn moeder
taal noemt, herinnerden.
'tls in-droevig, da.t de haat hier de
grootste drijfveer is; anders mocht men
waarlijk blijde zijn met dit praeludium
van een weldadige taalbeweging in de
oorlogvoerende landen. Bij- ons toch
spreekt alleen de liefde voor onze taal!
Een Duitsch blad bevatte dezer dagen
de volgende welluidende dichtregelen,
die ook al bedoelen afkeer te wekken
van het gebruik van vreemde talon:
li i
'Pardon, adieu, logis, retour.
Couvert, friseur, étage,
Rouleau, pTaline, billet, bravour,
Framjaise, balcon, courage.
Bonbon, plastron, neveu, gaman,
Quadrille, chef, vitrage,
Madame, oncle, clou, bouillon,
Chemisette, jnaïtresse, rage,
Portemonnaie, serviette, diner,
Collier, bracelet, bagage,
Monocle, vis-a-vis, souper,
Ballon, comité, menage.
Trottoir, bureau,
Lavoir, plumeau.
Garage,
Blamage.
Tot zoover dit lieflijks. Houdt mij ten
goede, dat ik den onzin niet vertaal.
Aan het eind staat dan deze gewetens
vraag aan het adres van het gansche
volk
Hast, deutsches Volk, du nicht die
[Kraft,
Die solches Zeug beiseite schafffc?
M-p.w.je moest je schamen derge
lijke woorden in de spreektaal te gebrui
ken. Ze zijn een schande voor de natie!
In Frankrijk en "'Engeland trekt men
natuurlijk op gelijke wijze van leer. De
een doet in deze volstrekt niet onder
voor den ander.
En fbioe staat het bij: ons met de taal
zuivering?,
'tGaat langzaam, da's waar, maar dan
ook zonder den invloed van rassenhaat.
Het volgende verhaal voor de waar
heid ervan sta ik niet in, hoor! toont
hoe er ook binnen onze grenzen nog heel
wat te zuiveren valt, en dat er wel een
Augias met een Alpheus en een Peneus
aan te pas mag komen, willen we bin
nen afzienbaren tijd alom Hollandsch van
beter gehalte te hooren krijgen.
Toen een vaderlander in een hötel wat
wilde eten, ergerde hij zich aan de spijs
kaart, die geheel in 'tFransch gedrukt
was.. Nadat hij de kaart even had inge
keken, riep hij "den kellner en ziei: „van
al dien onzin past mij niets, hebt u niet
wat anders te eten? Hebt u geen sine
qua non?"
„Neen, mijnheer", stamelde de kellner,
„ik vrees, dat die allemaal op zijln",
„Tempus fugit, die dan? Neen? Nu
breng me dan maar semper idem".
„Het spijt me, mijnheer, maar dat is
er ook niet meer", hernam de kellner.
„Nu breng me dan maar wat e pluri-
b'us unum!" sprak de gast en ging be
haaglijk in zijn stoel achterover liggen.
„Het komt mij voor, dat ik daarvan
wel eens meer gehoord heb", mompelde
de kellner en snelde paar de keuken,
maar om met nog bedrukte'r gezicht te
rug te komen.
,j()ok dat hebben we niet!" zei hij
spijtig.
„Goed, ga dan maar eens kijken of er
ook rundvleesch met aardappelen en ap
pelbollen zijn", zeide de gast.
„Jawel meneerI Een minuut, meneer!"
klonk het vroolijk uit den mond van den
kellner, en hij vloog.
Nil moet men weten, dat „sine qua
non" zooveel zeggen wil als „niet zon
der dat", „tempus fugit" zooveel als „de
tijd vergaat" en dat „e pluribus unum"
beteekent „uit velen één"; dan beseft
men eerst hoe de kellner een gevoelig
taailesje kreeg.
Om een geliefkoosde volksuitdrukking
te gebruikenHij sloeg een modderfiguur.
Laat ons hopen, dat hij het geval ge
trouw aan zijn haas, den hotelhouder,
heeft overgebriefd, want voor dezen was
de les eigenlijk bestemd.
Er zijn nog andere woorden, die men
wil verbannen. Z.g. bastaardwoorden, ger
manismen, „enz.
Ook daartegen dient de strijd aange
bonden, want, om met de woorden van
een groot man op letterkundig gebied te
spreken, ons nationaal bestaan heeft groot
belang bij een algemeen streven om onze
taal en ons taalgevoel zoo zuiver moge
lijk Nederlandsch te doen blijven.
Jammer maar, dat hij deze wijze woor
den onder toepassing van de „vereen
voudigde spelling" neerschreef. Dit maak
te een ietwat zonderlingen .indruk, bij
m'n behoudzuchtigen aard. Doch let
wel dit is maar een kwestie van
sinaak of gewoonte.
Dus ook Germanismen moeten verme
den.
Later hoop ik er wel eens op terug
te komen, zelfs op gevaar af voor een
hekrompen vitter uitgemaakt te worden.
Want als men het terrein der Germa
nismen betreedt, valt er meer te wié-
den dan men oppervlakkig vermoedt.
Wie b.v. vertaalt daar „Soheinwerfer"
door „schijnwerper"
Wie gebruikt „voorradig" voor „voor
handen" (vertaling van het Duitsche „vor-
ratig")? Wie „overzetten" voor vertalen?
Wieja, wiens taal bleef van Ger
manistische smetten vrij?
KEES VAN DER MEER.
Beknopt overzicht van don toestand.
Servië zit danig in den knel.
Doch 'het verdedigt zich miet ware
doodsverachting, zoodat de Centralen
reeds erkenden met een kwaden vijand
te doen' te hebben.
Daar in het Noordon houden de Ser
viërs op wonderlijke wijze stand. De
Duitschers en Oostenrijkers brengen hun
zelfs lof mi hun dapperheid en de vor
deringen door deze vijanden gemaakt
zijn nog van kleinen pmvang. Reeds veer
tien dagen is oen der beste generaals
van het Duitsche leger v. Macfcensen in
het Noorden in den aanval en hij is: nog
niet verder gekomen dan Ripanje op 21
kilometer van Belgrado. Als men nu
weet dat Nisj 244 K.M. ten Zuiden van
Belgrado ligt, en daarbij in aanmerking
neemt ,dat het terrein steeds moeilijker,
bergachtiger, vol nauwe bergengten
wordt, dan kan men zoo- ongeveer een
schatting maken hoe lang het duren zou,
voor de verbondenen in Nisj, het hart
van Servië zouden doorgedrongen zijn.
Het kan haast niet anders of de
Duitsch-Oostenrijksohe troepen, die hier
in het veld staan, zijn lang zoo sterk
niet, als aanvankelijk werd gemeld.
De actie der Bulgaren trekt op 't oogen-
blikj wel de mleeste aandacht.
Hun eerste' taak was den spoorweg Nisj
Saloniki af te snijden en zoodoendo
de verbinding 'tusschen de Serviërs en
de troepen der geallieerden af te snijden.
Ten deele zijn zij daarin geslaagd door
het kleine hadstadje Vranja aan de
groote lijn Nisj—Saloniki te bezetten.
De verbinding: is; echter nog verzekerd
door een spoorlijn, welke nog niet lang
geleden is aangelegd en Van Nisj loopt
door het dal van de Toplica via Kosso-
wopolje naar Uskub, waar. zij zich weer
aansluit bij de groote lijn naar Saloniki.
Vandaar dat de Bulgaren thans hun
hoofdmacht werpen op de linie Sibeftscih.
Istip in het dal van de Bregalmiza ten
einde zoodoende Uskhb in bezit te krij-
gen.
Het lot van deze stad is reeds twijfel
achtig.
De ,,N. R. Ct."-overzichtschrijver wijét
er op, dat de Bulgaarsche troepen in
Macedonië, waar de Mae edo-Bulgaren wo
nen, die zich voor het meerendeel als
Bulgaren beschouwen, werkelijk snellen
vooruitgang hebben gemaakt. De oorlog
woedt hier in streken, waar nog kort ge
leden het bendewezen woekerde en tus-
sohen krijgsman en burger allerlei over
gangsvormen bestonden, en het is waar
schijnlijk, dat althans een deel der be
volking het geheel vanzelfsprekend zal
vinden, aan de krijgsverrichtingen mee te
doen.
a
Die omstandigheid komt in Macedonië,
waar hét snel vooruitgaat, den Bulgaren
ten goede, in Noord-Servië is zij hun
echter tot nadeel.
.Op het |W:esterfront - laat ons nog even
aan het bestaan van dit gevechtsterrein
herinneren gebeuren geen wereld
schokkende dingen. Alles wijst er op,
dat 't dezen winter een positie-oorlog
blijft. Half waken, half dvoomen 1
Op het Oosterfront wordt nog vinnig
gestreden.
In de streek van Riga en Dunaburg
winnen de Duitschers langzaam, zoodat
laatstgenoemde plaats meer en meer be
dreigd wordt.
In het Zuiden, bij de Styr, zijn het
de Russen, die succesjes mogen boeken.
Ze zijn echter meestal van lokalen aard.
In het heetst van het gevecht.
Een oorlogscorrespondent van de „Vor-
vvarts" in het Westen vertelt:
De groote 'mijntrechter ,die de Engel
sehen den 25en September in onze linie
hadden laten springen, was heroVerd.
Onmiddellijk begonnen onze mannen Van
uit dezen trechter verder te graven. Zo
konden daarbij gedeeltelijk de oudé gan
gen Van den vijand gebruiken.
Het doel Van 'dit, graven was, de hoogte
50 te laten springen. Daar lagen gewoon
lijk twee Engelsche compagnieën op oor
logssterkte, thans misschien nog ..meer.
Als een buil stak' deze hoogte in ons
front. Vandaar uit kon mén honderd me
ter Ver naar beide kanten in. onze loop
graven kijken. Woensdagavond oml halft
zes zou de ontploffing plaats vinden. Onze
troepen moesten dan eerst den krater en
vervolgens den heelen heuvel bezetten,
en den .veroverden uitsprong' naar links
en rechts in onze oude linie brengén.
Van Zondag tot Woensdag werd dag
en nacht gewerkt. Niet alleen de mijn
gangen moesten op het bepaalde uur
klaar zijn, de nieuw© stelling moest on
middellijk! na de bestorming ingericht
Worden. De prikkeldraadhindernissen
moesten klaar liggen, zoodat men ze
slechts over de nieuwe loopgraven be
hoefde te werpen. 'Zandzakken en plan
ken, stalen schilden èn schietgaten, alle
gereedschappen voor den stellingsoorlog
moesten bij de hand zijn. In de smalle,
natte toegangsloopgravten, die door het
slotpark van Hooge slingeren, kropen onze
Saksers. en Elzassers bij stroomenden re
gen heen en weer.
Dinsdagavond kwam er een bericht, dat
de. spanning nog' vermeerderde. IJit ver
schillende teekenen meende de comman
dant te moeten opmakten, dat de Engel-
schen ons met de ontploffing Vóór wilden
zijn. Dat is een Vaak 'bieleefde verras
sing, van het kwaadaardigste soort in
den mijnen oorlog: even voor men .klaar
is, vliegen de eigen manschappen in. de
eigen loopgraven in de lucht.
De nacht was onrustig? Alles klaar tot
het gevecht. In het generale commando
werd bijna niet geslapen. De ochtend
•kwam) en de middag'. Tegen vijf uur gin
gen wij op weg dmi van een hoogte de
ontploffing te zien.
Ik had zooiets nog niet meegemaakt,
dit drukkende gevoel, deze onbegrijpelijke
voorstelling: in twee uur zouden vijfhon
derd man in de lucht, vliegen, binnen twee
uur zouden troepen uit het Erzgebergte
tegen de 'Engelsche machinegeweren op-
loopen. i
Plotseling wordt de lucht geschokt door
een dof, lang geluid, dat ons- allen doet
beven. De aarde zelt schijnt te sidderen,
de lucht ,de hemel. Nog: eens'. De heel©
aarde brult, steunt, en spuwt een afschu
welijke, gele wolk uit. Daarginds: achter
den berg geen wolk mleer, maar een smeu
lende muur, een bosch van geel vuil, dat
in de hoogte en breedte groeit. Ik zie
naai' het gele1 monster, kan aan niets
denken, niet aan de stukken loopgraaf,
niet aan de 500 Engelsehen, die daar
in de lucht rond vliegen. Ik! heb' voor deze
gele wolk slechts een onbestemd gevoel
van afschuw, van afgrijzen.
Een o ogenblik is alles verstijfd. Alles
staat stil. niets beweegt zich.
Dan begint het. De Engelsche batterijen
beginnen als bezetenen te schieten. „Aft
sperringsvuur naar achter. Vuur in de
loopgraven. Vuur op den krater." Als het
blaffen en keffen van een troep honden,
heeseh, dof, fielder, vervult een hëlsoh
gekrijsch de lucht. Kort ratelend, afge
broken, hoort mén het inslaan der gra
naten tusschen het gehuil door. Eindelijk
de lange marine-batterij. Haar schot
klinkt als een instortende stad. Het melo
disch gehuil Van haar projectielen kan
men seconden lang! volgen. Dit alles gilt
door elkaar, onregelmatig .verward, zen
nuwachtig door de plotselinge ontplof
fing.
Eerst hoorden we niets dan het geraas
der kanonnen. Het oor went er echter aan.
Nu hoorden we langzamerhand er tus-
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post. ƒ1.28
Losse nummers8.0©
Prijs der Advertentiën
1S regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ci
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekendl
Bij abonnement voordeelige voorwaarde®
Familieberichten van 110 regels 1.—
iedere regel meer 10 ct.
schen door de kleine korte geluiden dér
infanterie. "Vaak in knetterende sabre's.
Meest echter alleen. Kort, vinnig, bijna
toonloos. Alles is vervuld van sterke en
zwakke geluiden.
Toen kwami er regel. Hel schieten werd
regelmatiger, de infanterie-aanval scheen
geëindigd. Stil werd het niet. Maar men
kon ons vuur van dat van den vijand on
derscheiden. Het werd een gewoon ar
tillerie-duel.
We wandelden langs den hoofdweg te
rug naar de clivisie, die zooeven het
gevecht geleverd had'. Zou alles gelukt
zijn?
Toen wij ter plaats© aankwamen, Ver
namen wij, dat de ontploffing schitteren 1
gelukt was. De heide compagnieën moes
ten vernietigd zijn. Tien ongedeerde ge
vangenen uil de voorste linies, die dooi
den luchtdruk naar ons toegeslingerd wa
ren, waren reeds onderweg. De krater had
zeer weinig verliezen gekost. De versper
ringen, schietgaten en schilden stonden;
reeds. De hoogte 50 was vast in ons
bezit.
's Avonds hoorden we van gevangenen,
dat de Engelsc.hen den volgenden och
tend om half-zes onze mijn hadden wil
len laten springen. We waren ze twaalf
uur voor geweest.
De Tsaar aan het front.
Do correspondent van de „Timés" te
Petrograd geeft eenige bijzonderheden over
bet vertrek van den tsaar naar' het front
en zijn leven onder de soldaten. Hij
schrijft daaroverHet vertrek van den
tsaar naar bet algemeen hoofdkwartier
is officieel1 gemeld. De jonge tsareiwitsj
begeleidt zijn vader. De tsaar is blijde
zijn dierbaarste wensohen te kunnen, ver
vullen, en zijn zoon bij zich te hebben
aan het front, waai' hij, na de meest drin
gende binnenlandsche zaken te hebb-eirt af
gedaan, zich volkomen kan wijden aan
al de tijdroovende verplichtingen van hef
opperbe velhebbers oha p
Hij staat bijzonder vroeg op en wijdt
zich den geheelten morgen aan militaire
zaken, vele uren confereerende met zije
chef van den staf, generaal Altexejef. In
het geheelte rijk wordt generaal Alexejef
als de rechte man op de recht© plaats
beschouwd en voor de werkelijke'gevechts
kracht van de Russische legers kan geen
betere organisatie worden verlangd, dan
die welke door den staf van bet hoofd
kwartier is uitgewerkt.
De tsaar toont een opmerkelijke kennis
van den toestand. Hij spreekt iedereen
persoonlijk en zoodra het noodzakelijk is
handelend op te treden, doet hij dit zonder
twijfel.
Na zijn terugkeer in het hoofdkwartier
stelt de tsaar er prijs op, persoonlijk de
regimenten te inspecteeren, die naar het
front vertrekken en hij onderhoudt zich
dikwijls met de soldaten. Het middageten'
geeft een nieuwe gelegenheid voor in
tieme hartelijkheid, waarbij alle hofeti
quette volkomen is verbannen.
Korte Oorlogsberichten.
Koning E ma n u j. De „Dcjzo
de Paris" bevat de volgende episode
waarin de koning van Itahe de hoofdrol
speeh. Hij stond hij een artilleriebattenj,
toen een vijandelijke aviateur boven die
plaats verscheen. Niettegenstaande een
herhaald aandringen der hem omringende
officieren, wilde de koning zich niet in
veiligheid brengen, doch volgde hij be
langstellend den strijd, die zilch in del
lucht, afspeelde. Een aantal bommen viel
omlaag en één daarvan ontplofte op een
kleine 200 M. afstand van den koning.
Deze koninklijke onverschilligheid voor
het gevaar is een van Cadorna's grootste
moeilijkheden.
Ontsnapte geïnterneerden.
Wederom zijn drie officieren van de „Eitel
Friedrich", die op de marine-werf van
Norfolk geïnterneerd waren, ontsnapt, ter
wijl zij op de kust wandelden.
De Handelsoorlog. Het stoom
schip „Scotia" met erts van Zweden be
stemd voor Stettin, werd ter hoogte van
Haele (Bornholin) door een Engelsche on
derzeeboot vervolgd tot nabij het Adler-
grund-vuurschip.
Het schip zou zeker aan de vijandelijke
onderzeeboot ten offer gevallen zijn, Wan
neer niet plotseling een Zepptelin boven
de Oostzee verschenen zou zijn, aan welke
de „Scotia" signalen gaf, dat een vijan
delijke onderzeeër haar op de hielen zat.
Toen de onderzeeboot den Zeppelin zag,
die aanstonds de vervolging begon, dook
zij; onder en verdweten.
Een Duitsche torpedo boot
overvaren? Van het Zweedsche eiland
Malmö wordt gemeld, dat de Duitsche
beurtboot, die Trelleborg aan de Zuid
punt van Zweden Vrijdagavond met ge
doofde lichten verliet, een groote Duit
sche torpedoboot overvaren heaff