Koolrapen, Mo. 9 Maandag IS October 30e Jaargang KER IJ. IEREN, Irzen3 Vaars ;nechf Knecht :n@cht Biecht ;necht tfd stbode -Jl Oe Groote Oorlog. te koop 9 9 mecht lelegen" te Goes. aakers, staande Richtingen geeft CKE te Kloetinge, len met 27 Octo- rtrek me. j, WEGELING'S ruwepolder. I. MALJAARS. baE eer, Zoutelande. Iwepolder, Klein I geen loopwerk. ROTTIER, 4, Middelburg. lUIJS, Gapinge. [ikkerij, Balans, bns ziekte een deegbereiding agd, bij P. CE- leni. It gevraagd, bij terke. EtSE, Domburg. kan, bij J. ;egenwoordige, LEMSE, Oust ed N, St. Laurens. EMSE, Aagte- benoodigd, bij "toppendamme. mber een IR, Biggekerke. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LABILE VORST STRAAT 21». Bureau te Middelburgs FIR Kift F. P. DHUIJ L. BÜR6. Drukkers: Oosterbaan Le Cointr© Goes. B ul ga t ij e. In no. 121 en 422 van den vorigen jaargang deelden wij een en ander mede omtrent Servië, het eeuwenlang geknechte en beroofde Slavenvolk dat op een roem ruchtig verleden bogen kan. Ofschoon Bulgarije nog niet officieel tot den oorlog met Servië overging, staat het toch wel te vreezen dat hef spoedig in den grooten oorlog zal gewikkeld zijn, dewijl immers de gezanten van alle oor logvoerende staten die tot de Entente in betrekking staan het land reeds hebben Verlaten. Daarom schikken wij ons om een en ander omtrent dit dappere bergvolk de Bulgaren mee te deelm. Nevens de Serviërs kunnen ook zij' van een roemrijk verleden gewagen, zij het ook ral een verleden van vele eeuwen terug. En ook hierin komen deze beiden overeen dat hun verlangen naar een „Groet-BuLgarije" en „Groot-Servië" in de oudste historie van het Balkan-Schier eiland zijn grond vindt. Oorspronkelijk, reeds duizend jaren voor onze Christelijke jaartelling woonden deze volken, die we onder den naam Slaven naamvatten, in den Kaukasus tusschen den Donau en den Don. Tegen het eind© der tweede eeuw begon het - opschuiven dier volken naar Zuid- en Midden-Euro pa; vooral naar het Zuiden, naar het Balkan-Schiereiland. Echter niet met roof zuchtige bedoelingen. Zij wilden kolonis ten zijn, dienaren bij Grieksche familiën in het Byzantijnsche Rijk, en hulptroepen bij het leger. Eerst in de vijfde eeuw gingen zij op veroveringstochten uit, en wisten zij zich zoodanig te vermenigvuldi gen, dat de Grieken niet meer de meer derheid vormden, maar de Wenden of Serven, die eerst in de negende eeuw als Slaven werden aangeduid. Het Noorden en Westen van het By zantijnsche Rijk tot aan de Adriatische Zee werd in den loop der tijden een machtig Groot-Servisch Rijk, terwijl in de zevende eeuw de toenmalige Slavische volksstammen die zich aan den Beneden- Donau gevestigd hadden, onderworpen werden door een stam die van het Oeral- Altaï-gebied was komen afzakken. Die stam waren de Bulgaren, deze Vermengden zich al heel spoedig met de oorspronke lijke bewoners, namen hun taal en ze- deh over, doch wisten daarbij hun naam ■aan dezen op te dringen.1) Wij vinden derhalve naar den kant der Adriatische Zee de Serven, en aan den Reneden-Donau de Bulgaren. Met deze Bul- garen nu ging het Grieksch-Biylzantijnsche Keizerrijk een strijd op leven en dood aan. In dien strijtd sneuvelde menige Griek sche vorst en behaalden de Bulgaren- vorsten meer dan ééne overwinning. Een hunner, Symeon, -gaf zich zelfs in 892 den titel van Tsaar. Hij maakte een goed gebruik van zijn macht; hij bevorderde het Christendom en daarmede de ware Beschaving. Hij vestigde in zijn hoofdstad Preslaw den zetel van een patriarch, en bracht zijn land tot bloei. Zijn gebied grensde ten noorden aan den Donau, ten zuiden aan de Adriatische en de Aegeïsohe Zee; en Serven en Byzantijnen betaalden hem schatting. Dan, gelijk het meer gaat met zulke buitengewoon groote Vorsten denkt aan Karei den Groote, aan Alexander den Groote, laan Nebucadnezar en Napoleon deze Symeon liet geen groote opvol gers na. Onder hen verviel het Rijk en allengs werden de Byzantijnen er de b'aas. hen der krachtigste Byzantijnsche Kei- zers, Bazilius, verwierf zich den naam van Bulgarendooder. Hij bracht de Bul garen ten onder, en wel op gruwelijk© vojze. Hij toch liet aan vijftienduizend ulgaarsche krijgsgevangenen de oogen uj s e -en, waarop hij hen, onder het ge- ei e van enkele eenoogjgen, door win ter oude en sneeuw naar hun land terug zond. Een gruweldaad, die door een der 4. 9 Al meer is men geneigd den oorsprong der Bulgaren terug te leiden tot op de Hunnen en Mongolen, en zoodoende ver band te zoeken tusschen Bulgaren en Hon garen. In ieder geval hebben zij nu al zooi veel van de Slavische elementen in zich opgenomen, dat ze thans voor niet veel anders dan een Slavisch volk te houden Zijn; zegt „De Standaard". VERSCHIJNT ELKEN WERKOA& Abonnementsprijs Per 8 maanden fr. p. post Losse nummers f 1JSB „0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels jfO.öO, iedere regel meer 10 ct, 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend, Bij abonnement voordeelige voorwaarden, Familieberichten van 110 regels ƒ1,—» iedere regel meer 10 ct. grootste schilders is vereeuwigd gewor den; en nog in de ziel des volks na- schrijnt, al zijn reeds duizend jaren er over heengegaan. Kort na het jaar 1000 was Bulgarije, met Servië, weer aan de macht der By zantijnen onderworpen en vereerden zij, schoon gedwongen, den Vorst van Con- stantinopel. Dit duurde drie eeuwen, toen redding, of liever gevaar dreigde van de zijde der Turken. Deze kwamen uit Azië de Aegeïsche Zee over, veroverden Galli- poli en nestelden zich in het oude Oost- Romeinsche Rijk. In 1360 veroverden zij Adrianopel, heel Thiucië zelfs werd door hen aan Byzantium ontrukt, op de Oost punt namen ze Konstantinopel. Na de By zantijnen werden de Serven aangegrepen en in 1389 in de velden van Kossowa verslagen en als onafhankelijk volk ver nietigd. Vervolgens kregen de Bulgaren een beurt; pok zij werden bloedig onder worpen. En ten slotte, in 1453, moest ook Konstantinopel zich overgeven, waar door de Turk 'Onbeperkt heerscher in het oude Byzantium en in het gansche Bal- kangebied was. Vier eeuwen lang heeft deze Mohamme daan over genoemde Christenvolken ge- heerscht. Met name Bulgarije werd door hebzuchtige en despotische pasja's ver drukt en uitgemergeld. Eerst de negentiende eeuw bracht uit komst. Het begon met den Griekschen vrijheidsoorlog. Later verleende Rusland zijn krachtigen steun voor de verlossing der andere volken. Want allen: Bulgaren en Serven, Roemeien en Wallachen, Bos- niërs en Montenegrijnen, Albaneezen en Macedoniërs, gelijk nu nog in Azië de Ar meniërs, gingen gebogen onder het Turk- sche dwangjuk. Waren Walachije en Roemelië reeds in 1859 op vredelievende wijze daarvan onder geraakt, niet zoo gemakkelijk' ging dit met Bulgarije. Aan de vrijmaking' der Bulgaren ging een bloedige opstand voor af, gelijk ^met geen pen is te beschrijven: Gruwelijk hield de Turk onder de Bulga ren huis. In 1876 ontwierpen de gezanten dezer laatsten te Konstantinopel een or ganisatie van twee zelffstandige Bulgaar- sche provincies, met als hoofdsteden Tir- nova en Sofia, doch de Turksche regee ring wees alle voorstellen af; waarop Rus land Bulgarije te hulp kwam door aan Turkije den oorlog te velkla^en. Ten gevolge van de Russische over winningen op de Turken werd Bulgarije (lees Boelgarije) benoorden den Balkan hij het verdrag van Berlijn van 13 Juli 1878 tot een zelfstandig Rijk verklaard, onder suzereiniteit van den Sultan, waar op in 1879 prins Alexander van Batten- berg, met goedkeuring der Russische en Turksche regeeringen tot vorst werd ge- kozten. Bulgarije bleef echter schatplich tig. Servië en Rumenië daarentegen wer den onafhankelijk verklaard van hun Turk- schen Suzerein. Rusland had echter het Bulgaarsche gebied grooter verlangd. Het had zich behooren uit te strekken tot Saloniki en derhalve een groot deel van Macedonië moeten omvatten. Maar de overige mo gendheden, voor Ruslands invloed in den Balkan beducht, stelden eeri ander© grens vast, door het Balkangebergte in het Zui den bepaald. Het streven van den Battenbërger bleef echter gericht op uitbreiding, op ontko ming aan den Russischen invloed, en zich te vereenigen met. de stamgenooten aan gene zijde van den Balkan. Den 18en September 1885 brak een opstand te Phi- lippop'el uit, welke met verdrijving der Turken eindigde. Vorst Alexander haastte zich de regeering over Oost-Roemielië te aanvaarden. Hij drong' tegelijk in Servië door en wist den Serviërs, onder aan voering van hun nietswaardig'en Vorst Mi lan Verschillende nederlagen toe te bren gen, welke den toorn van Oostenrijk op wekten. Door Oostenrijk gedwongen trok de zege vierende Rattenbenger naar zijn hoofdstad terug en vergenoegde zich voorts met zijn nieuwen titel van vorst van Noord- en Zuid-Bulgarije. (Slot volgt.) Lakoniek. De brief waarin de heer Vliegen ont slag neemt als lid der Tweede Kamer is lakonisch gesteld het kan haast niet korter. Wij lazen in de „Handelingen": „Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Ondergeteekende heeft de eer Mj dezen zijn ontslag te nemen ials lid van de Tweede ICarner der Staten-Generaal. W, H. Vliegen". In zijn kortheid is het schiijven wel wat dubbelzinnig ook. Hij noemt het een eer (voor zich) dat hij ontslag neemt. Wat is het dan voor de Kamer? Beknopt overzicht van den toestand. Vandaag zou de Grieksche regeering officieel haar houding kenbaar maken. Het wordt tijd, dat een einde komt aan dit zweven tusschen neutraliteit en oorlog. De Duitsche Pers slaakt niet ten on rechte een sombere verzuchting, omdat ze niet weet of Griekenland vriend dan wel vijand is. Intusschen pakken de oorlogs wolken zich dreigend boVfen Servië samen. Het wordt wel zwaar beproefd. De taentralen hebben nu den dreigend opgestoken arm laten vallen, alsof zij het nietige Servië met een slag wilden verpletteren. Zelfs een groot deel van Belgrado is weer in hun bezit. Berlijn zegt het volgende van den ge- forceerden inval: Twee legers van een onder Von Mac- k'ensen nieuw-gevormde legergroep trok ken voor het grootste, gedeelte over de Save en den Donau. Nadat de Duitsche troepen van het leger van den keizerlijken en' koninklijken generaal Kövèss het Zigeuner-eiland en de hoogten ten Zuid-Westen van Belgrado hadden veroverd, slaagde "het leger er in ook' het grootste (gedeelte .der stad Belgrado in handen der bondgenooten te brengen. Oostenrijk'-Hongaarsche troepen bestorm den dien citadel en het Noordelijk' ge deelte Van Belgrado; Duitsfche troepen den nieuwen Konak. De troepen dringen verder door het (Zuidelijk gedeelte der staid. Het leger van Von Gallwitz forceerde op vele plaatsen een -overgang over den Donau in den sector stroomafwaarts van Semendria. De vijand wordt overal naar het 'Zuiden gedreven. Tot nu toe hebben de Serviërs zoo goed als geen weerstand geboden, doch wacht maar. 'Zij. zullen 'ter niet bij laten zitten. De Serviërs helïben reeds getoond een dapper volk te zijn, dat zich niet zoo spoedig zal laten Knechten. Den tijd tusschen het einde van den oorlog met Bulgarije in Augustus 1913 tot het uitbrekten van den wereldoorlog heeft Servië gebruikt voor de versterking van zijn leger. De vredessterkte bedroeg 75000 man, ongeveer twee procent van de bevolking, doch met landweer en land storm' is het leger thans een half millioen Man sterk, d. i. meer dan Twaalf procent van de bevolking. Voldoende van geld voorzien door de Entente, in het bezit van Fransch geschut en ammunitie, is Servië goed uitgerust in 1914 den oorlog begonnen. Hoe groot de verliezen ge weest zijn in den strijd 'm|et Oostenrijk', is niet bekend. Grooter dan het verlies op het slagveld is echten geweest het ver lies door ziekte. Het vestirfgsysteeM is hoofdzakelijk' be rekend op een strijd met Bulgarije. Tegen het noordelijk en westelijk' frot,' dus tegen Hongarije en Bosnië, zijn er slechts ver ouderde vestingen. De vestingtverken van Belgrado en Semtendria stammen uit den tijd der Turken. Zij waren aangevjild door nieuwe batterijen en .aardwerken, maar, zooals: nu gebleken is, toch niet in staat [weerstand te bieden aan een ernstigen aan val en de Donau-linie te houden? Een krachtig: wapen zien de Serviërs in hun bergen pn in hun slechte wegen. De Winter is er zeer ruw en rijk' aan sneeuw. Op het Westelijk front blijft 't nog roe rig. De geallieerden slaagdon ér nog niet in een offensief wan meer dan plaatse lijke beteekenis door te voeren. Hebben zij al eens ©en succesje te hoeken gehad, dan was het slechts van lokdal karakter. Op het Oosterfront heeft zich geen ver andering van algemeene beteekenis voor gedaan. Stof Voor overzichtelijke beschouwingen leveren de feiten niet. Wij zijn dus maar zoo vrij naar de losse berichten te ver wijzen. Uit een veldpostbrief. Pastoor Ortner, aalmoezenier bij een afdeeling Tiroolsehe landstorm., stehrijft, einde Augustus, aan zijn collega Dietrich het volgende over zijn wederwaardig heden i Gisteren hebben mijn jongens weer flink gevochten. Dertien uren stond ik bij hen, en onze kanonnen en machine-ge weren hielden een vreeselijke opruiming onder de vijanden. De Italianen hebben bij Mitnach met een groote- overmacht onze voorposten aangevallen, maar leden groote verliezen. Hartverscheurende jam merkreten klonken over het veld. Zoëdra ik mijn eigen gewonden me© had helpen wegdragen, ging ik naar de gewonde Italia nen. Op sommige plaatsen lagen de lijken dicht bij elkaar; gewonden kropen naar mij toe en vroegen om geestelijken troost en naar de sacramenten. Drie uren was ik alleen onder de vijan den, die zich reeds als gevangenen be schouwden, omdat hun de terugtocht door onze artillerie was afgesneden. De sol daten drongen tegen mij op en riepen: „red ons, pater, tegen de kanonnen!" Allen wilden mijn kruis kussen. Ik ge lastte hun, hun gewonde kameraden uit de loopgraven te halen en naar onze verbandplaats te brengen. Nadat op die wijze de lichtgewonden weggevoerd wa ren, had ik alleen nog maar dooden en stervenden om mij. heen, die ergen dorst leden. Gelukkig hadden alle dooden weltd- ilesschen hij zich en kon ik den gewon den dus veel water geven. Zij hadden allen verbandpakjes bij zich. Ik kon wel verhinden, Maar de wonden waren te groot. Een Franciscaner leekenbroeder met een geweer naast zich, lag met Verbrij zelden voet en met een groote wond in de borst op den grond. Ik' diende hem het sacrament toe en bij volle bewust zijn gaf hij in het Latijn de antwoorden op mijn gebeden. „N. R. Ct." De Oorlogsjongens. Uit Tsjernowitsj wordt aan het Berliner Tageblatt geschreven: „Dadelijk na den terugtocht der Russen uit de Boekowina, toen onze troepen het bevrijde land bezetten, begon het werk van deze oorlogsjongens. In den tijd, dat de Russen nog in de onmiddellijke om geving van de stad Tsjernowitsj lagen en tusschen hen en onze troepen de Proeth de eenige scheiding vormde, speelden zich belangrijke strategische gebeurtenissen af in de stad. De Weinberg, een uitspannings- plaats voor Zondagsmenschen, was de operatiebasis voor onze artillerie. Bijna dagelijks suisden de granaten van den Weinberg naar het tegenoverliggende Zoeczfcaer woud, waar de Russen zich vastgezet hadden. Toen kon men zien hoe een groote menigte schooljongens den heuvel de Weinberg is inderdaad een bergje belegerden, eerst met kinderlijke nieuwsgierigheid en zorgeloosheid kekten naar de operaties, spoedig daarna echter een werkzaam aandeel namen. Zij brach ten den soldaten geschenken,' deden in- koopen voor hen in de stad en ten slotte hielpen zij zelfs bij het aansjouwen van ammunitie. Zoodra onze artillerie goed getroffen had, brulden zij „Hoera". Na de gevechten zochten zij het veld af naar granaten en verschoten patronen, om dit alles af te leveren. Het gebeurde herhaal delijk, dat een jongen getroffen werd door een verdwaalden kogel. Maar dat kon hen niet weerhouden. Toen de Russen vari de Proeth verdreven werden, werkten de jon gens bij den trein en bij andere troepen. Niet 'minder dan vijf en dertig jongens trokken met de soldaten mee het veld in, om een echt soldatenleven te leiden. Zij sliepen in de loopgraven en kregen éten uit de veldkeuken. Eerst weken la ter werden rij teruggehaald door hun ouders, die inmiddels hun verblijfplaats op het spoor gekomen waren. Tegen hun Mn slechts gaven de jongens dit solda tenleven op. Jongens, die in de stad gebleven waren, deden het werk van de volwassenen, "die onder de wapens jvaren. Zoo hadden wij in Tsjernowitsj langen tijd een hotelier, die nauwelijks veertien jaar oud was. Op bewonderingswaardige wijze volbracht hij zijn taak. Hij maakte de beleefdste buigin gen, gaf met de grootste beslistheid de gewenschte inlichtingen, wees zijn gasten 'de kamers aan en hield heel nauwkeurig boek. Andere jongens hielpen de solda ten bij het doen van inkoopen en 'traden t>p als bemiddelaar tusschen de 'troepen en de winkeliers. Later besloten rij zelf voor winkelier te spelen. Zij leerden de taal van de verschillende régimenten. Men hoorde hen Hongaarsch, Kroatisch, Roe- meensch spreken. Zij wisten precies wel ke kranten de soldaten wilden hebben en Zorgden dat ze er waren. Zij deden dienst als gids, tolk en kruier. Op deze wijze verdienden de jongens het geld voor hun familie. De vader was aan het front, en de moeder en zusters zouden aan den hongerdood prijs gegeven zijn, in dien de jongens niet voor haar zorgden. De eeuw van het kind, waarover zooveel gesproken en geschreven is, heeft one het jaar van de oorlogsjongens gebracht Korte Gorlogsberiohten. Ter dood veroordeeld. De Belgische soldaat Peter Jozef Claes is door den krijgsraad van het militaire gou vernement der provincie Limburg, wegens spionnagte ter dood veroordeeld. Hij was uit Engeland in burgerkleeding over de Hollandsche grens naar België gekomen, om daar ten gunste der geallieerden te spionneeren. Ridder l ij k. Volgens een officiëele mededeeling is graaf Thomas Betthyany, adjudant van aartshertog Jozef en een der grootste grondbezitters van Hongarijie, door de Russen krijgsgevangen gemaakt. Hij beeft twee wonden van granaatkar tetsen aan het hoofd en kogelwonden aan beide schouders en aan de knie. Hij! wordt verpleegd te Kieff. De Hongaarsche bla den berichten bij deze gelegenheid, dat op bevel van aartshertog Jozef, twee ernstig gekwetste Russische officieren in het aartshertogelijk paleis zijn overge bracht -en onder behandeling zijn gesteld van rijn eigen doctoren. De aartshertog wilde hiermede blijk geven van zijn dank baarheid voor de menschlievendheid en ridderlijkheid der Russen, betoond jegens Zijn krijgsgevangen adjudant. Een Koning in gevaar. Reuter seint uit Udine een verhaal omtrent een gevaar, waarin de koning van Italië zich zou hebben bevonden bij een uitlooper Van de hergen aan den linkeroever van de lsonzo. Datum: en plaats worden echter niet nauwkeurig aangeduid in het be richt, dat hierop neerkomt: „De Koning, die een gevecht wilde bij wonen, dat daar dicht in de buurt aan den gang was, verliet zijn auto, omidat er geen goede weg was, en begaf zich te paard temidden van zijn troepen, of schoon hem gezegd was, dat de projec tielen des vTjands er slachtoffers maak ten. Op een bepaald punt ontplofte een granaat zoo dicht bij den Koning, dat diens paard door een scherf onder hem gekwetst werd. De Koning kalmeerde zijn gevolg, dat zeer opgewonden was gewor den, en beval, het paard weg te leiden om het te doen Verzorgen. Men drong er bij den Koning op aan, dat hij zou heengaan, doch hij vroeg om een ander paard en zeide enkel: „Hier moeten wij overwinnen of allen sterven". De Koning reed toen opnieuw temidden van 'zijn soldaten, en dezen liepen, onder de* Kreet „Savoia" storm en namen de vij andelijke positie." De plaats heet thans: de heuvelrug van den Koning". Ten Oosten van 'Souchez verloren de Fransehen enkede loopgraven en een machinegeweer. Bij Tahure in Cham pagne wonnen de Duitscbers 'Van het verloren terrein over een front breedte van vier Kilometer bij een tegen aanval verscheidene honderden mieters terug. De Duitse hers in België. De chef van het Burgerlijk 'bestuur jn de Vlaanderens, Regieeringsraad von KeudeU, maakte het v-olgende in België bekend: Het hoogere legerbestuur heeft eene boete van 10.000 Mark opgelegd aan de gemeente Lede, op wier grondgebied op 400 meters afstand van het station, eene dubbele spie op den spoorweg derwijze is gelegd, dat, ware er een trein aange komen, hij onvermijdelijkzou ontriggeld hebben. Aan de gemeente Rostelaere in wier gebied de verordening van het opperste Legerbestuur over de aflevering van Öui- v'en niet behoorlijk in acht genomen is, terwijl op de hoeve van den landbouwer Camdel van Hoecke zich twee levende duiven bevonden, is een boete opgelegd van 5000 Mark. „Msb." Vermomde Koeien. Op het oor- logstooneel in den Elzas gebruikten Fran sch© en Duitsche troepen alle mogelijke listen om elkaar van de wijs te- brengen. De meest Vernuftige trucjes worden ook toegepast hij een stelling-verandering. Een van hun uitvindingen zijn de .vermomde koeien. Bij het vertrek der manschappen Moeten n.l. ook de kpeien getransporteerd worden, onzichtbaar natuurlijk. Men zorgt er daarom Voor, dat zij niet bij het om ringende landschap afsteken. De soldaten dekken ze 's' winters steeds toe met witte tafel- of beddelakens. Op die manier kan het overbrengen meestal ongemerkt plaats hebben. Eens echter begon de sneeuw te smelten. In allerijl bevrijdde men de die ren van bun witte dekkleeden. In een afgelegen slot ,dat men passeerde, eischte men de groen gevoerde gordijnen op. Men sneed nu de ormoodige franje, kwasten en ringen eraf en voorzag de koeien op die wijze van een graskleurig bekleedsel. Als: het niet zoo droevig was, zou men er .oïn moeten lachen 'zegt ©en Bran-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1