Koolrapen,
Mo. 9
Maandag IS October
30e Jaargang
KER IJ.
IEREN,
Irzen3
Vaars
;nechf
Knecht
:n@cht
Biecht
;necht
tfd
stbode
-Jl
Oe Groote Oorlog.
te koop
9
9
mecht
lelegen" te Goes.
aakers, staande
Richtingen geeft
CKE te Kloetinge,
len met 27 Octo-
rtrek
me.
j, WEGELING'S
ruwepolder.
I. MALJAARS.
baE
eer, Zoutelande.
Iwepolder, Klein
I geen loopwerk.
ROTTIER,
4, Middelburg.
lUIJS, Gapinge.
[ikkerij, Balans,
bns ziekte een
deegbereiding
agd, bij P. CE-
leni.
It gevraagd, bij
terke.
EtSE, Domburg.
kan, bij J.
;egenwoordige,
LEMSE, Oust
ed
N, St. Laurens.
EMSE, Aagte-
benoodigd, bij
"toppendamme.
mber een
IR, Biggekerke.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LABILE VORST STRAAT 21».
Bureau te Middelburgs
FIR Kift F. P. DHUIJ L. BÜR6.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointr© Goes.
B ul ga t ij e.
In no. 121 en 422 van den vorigen
jaargang deelden wij een en ander mede
omtrent Servië, het eeuwenlang geknechte
en beroofde Slavenvolk dat op een roem
ruchtig verleden bogen kan.
Ofschoon Bulgarije nog niet officieel
tot den oorlog met Servië overging, staat
het toch wel te vreezen dat hef spoedig
in den grooten oorlog zal gewikkeld zijn,
dewijl immers de gezanten van alle oor
logvoerende staten die tot de Entente in
betrekking staan het land reeds hebben
Verlaten.
Daarom schikken wij ons om een en
ander omtrent dit dappere bergvolk de
Bulgaren mee te deelm.
Nevens de Serviërs kunnen ook zij' van
een roemrijk verleden gewagen, zij het
ook ral een verleden van vele eeuwen
terug. En ook hierin komen deze beiden
overeen dat hun verlangen naar een
„Groet-BuLgarije" en „Groot-Servië" in de
oudste historie van het Balkan-Schier
eiland zijn grond vindt.
Oorspronkelijk, reeds duizend jaren voor
onze Christelijke jaartelling woonden deze
volken, die we onder den naam Slaven
naamvatten, in den Kaukasus tusschen
den Donau en den Don. Tegen het eind©
der tweede eeuw begon het - opschuiven
dier volken naar Zuid- en Midden-Euro
pa; vooral naar het Zuiden, naar het
Balkan-Schiereiland. Echter niet met roof
zuchtige bedoelingen. Zij wilden kolonis
ten zijn, dienaren bij Grieksche familiën
in het Byzantijnsche Rijk, en hulptroepen
bij het leger. Eerst in de vijfde eeuw
gingen zij op veroveringstochten uit, en
wisten zij zich zoodanig te vermenigvuldi
gen, dat de Grieken niet meer de meer
derheid vormden, maar de Wenden of
Serven, die eerst in de negende eeuw
als Slaven werden aangeduid.
Het Noorden en Westen van het By
zantijnsche Rijk tot aan de Adriatische
Zee werd in den loop der tijden een
machtig Groot-Servisch Rijk, terwijl in de
zevende eeuw de toenmalige Slavische
volksstammen die zich aan den Beneden-
Donau gevestigd hadden, onderworpen
werden door een stam die van het Oeral-
Altaï-gebied was komen afzakken. Die
stam waren de Bulgaren, deze Vermengden
zich al heel spoedig met de oorspronke
lijke bewoners, namen hun taal en ze-
deh over, doch wisten daarbij hun naam
■aan dezen op te dringen.1)
Wij vinden derhalve naar den kant der
Adriatische Zee de Serven, en aan den
Reneden-Donau de Bulgaren. Met deze Bul-
garen nu ging het Grieksch-Biylzantijnsche
Keizerrijk een strijd op leven en dood
aan. In dien strijtd sneuvelde menige Griek
sche vorst en behaalden de Bulgaren-
vorsten meer dan ééne overwinning. Een
hunner, Symeon, -gaf zich zelfs in 892
den titel van Tsaar. Hij maakte een goed
gebruik van zijn macht; hij bevorderde
het Christendom en daarmede de ware
Beschaving. Hij vestigde in zijn hoofdstad
Preslaw den zetel van een patriarch, en
bracht zijn land tot bloei. Zijn gebied
grensde ten noorden aan den Donau, ten
zuiden aan de Adriatische en de Aegeïsohe
Zee; en Serven en Byzantijnen betaalden
hem schatting.
Dan, gelijk het meer gaat met zulke
buitengewoon groote Vorsten denkt aan
Karei den Groote, aan Alexander den
Groote, laan Nebucadnezar en Napoleon
deze Symeon liet geen groote opvol
gers na. Onder hen verviel het Rijk en
allengs werden de Byzantijnen er de b'aas.
hen der krachtigste Byzantijnsche Kei-
zers, Bazilius, verwierf zich den naam
van Bulgarendooder. Hij bracht de Bul
garen ten onder, en wel op gruwelijk©
vojze. Hij toch liet aan vijftienduizend
ulgaarsche krijgsgevangenen de oogen
uj s e -en, waarop hij hen, onder het ge-
ei e van enkele eenoogjgen, door win
ter oude en sneeuw naar hun land terug
zond. Een gruweldaad, die door een der
4.
9 Al meer is men geneigd den oorsprong
der Bulgaren terug te leiden tot op de
Hunnen en Mongolen, en zoodoende ver
band te zoeken tusschen Bulgaren en Hon
garen. In ieder geval hebben zij nu al zooi
veel van de Slavische elementen in zich
opgenomen, dat ze thans voor niet veel
anders dan een Slavisch volk te houden
Zijn; zegt „De Standaard".
VERSCHIJNT ELKEN WERKOA&
Abonnementsprijs
Per 8 maanden fr. p. post
Losse nummers
f 1JSB
„0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels jfO.öO, iedere regel meer 10 ct,
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend,
Bij abonnement voordeelige voorwaarden,
Familieberichten van 110 regels ƒ1,—»
iedere regel meer 10 ct.
grootste schilders is vereeuwigd gewor
den; en nog in de ziel des volks na-
schrijnt, al zijn reeds duizend jaren er
over heengegaan.
Kort na het jaar 1000 was Bulgarije,
met Servië, weer aan de macht der By
zantijnen onderworpen en vereerden zij,
schoon gedwongen, den Vorst van Con-
stantinopel.
Dit duurde drie eeuwen, toen redding,
of liever gevaar dreigde van de zijde
der Turken. Deze kwamen uit Azië de
Aegeïsche Zee over, veroverden Galli-
poli en nestelden zich in het oude Oost-
Romeinsche Rijk. In 1360 veroverden zij
Adrianopel, heel Thiucië zelfs werd door
hen aan Byzantium ontrukt, op de Oost
punt namen ze Konstantinopel. Na de By
zantijnen werden de Serven aangegrepen
en in 1389 in de velden van Kossowa
verslagen en als onafhankelijk volk ver
nietigd. Vervolgens kregen de Bulgaren
een beurt; pok zij werden bloedig onder
worpen. En ten slotte, in 1453, moest
ook Konstantinopel zich overgeven, waar
door de Turk 'Onbeperkt heerscher in het
oude Byzantium en in het gansche Bal-
kangebied was.
Vier eeuwen lang heeft deze Mohamme
daan over genoemde Christenvolken ge-
heerscht. Met name Bulgarije werd door
hebzuchtige en despotische pasja's ver
drukt en uitgemergeld.
Eerst de negentiende eeuw bracht uit
komst. Het begon met den Griekschen
vrijheidsoorlog. Later verleende Rusland
zijn krachtigen steun voor de verlossing
der andere volken. Want allen: Bulgaren
en Serven, Roemeien en Wallachen, Bos-
niërs en Montenegrijnen, Albaneezen en
Macedoniërs, gelijk nu nog in Azië de Ar
meniërs, gingen gebogen onder het Turk-
sche dwangjuk.
Waren Walachije en Roemelië reeds
in 1859 op vredelievende wijze daarvan
onder geraakt, niet zoo gemakkelijk' ging
dit met Bulgarije. Aan de vrijmaking' der
Bulgaren ging een bloedige opstand voor
af, gelijk ^met geen pen is te beschrijven:
Gruwelijk hield de Turk onder de Bulga
ren huis. In 1876 ontwierpen de gezanten
dezer laatsten te Konstantinopel een or
ganisatie van twee zelffstandige Bulgaar-
sche provincies, met als hoofdsteden Tir-
nova en Sofia, doch de Turksche regee
ring wees alle voorstellen af; waarop Rus
land Bulgarije te hulp kwam door aan
Turkije den oorlog te velkla^en.
Ten gevolge van de Russische over
winningen op de Turken werd Bulgarije
(lees Boelgarije) benoorden den Balkan
hij het verdrag van Berlijn van 13 Juli
1878 tot een zelfstandig Rijk verklaard,
onder suzereiniteit van den Sultan, waar
op in 1879 prins Alexander van Batten-
berg, met goedkeuring der Russische en
Turksche regeeringen tot vorst werd ge-
kozten. Bulgarije bleef echter schatplich
tig. Servië en Rumenië daarentegen wer
den onafhankelijk verklaard van hun Turk-
schen Suzerein.
Rusland had echter het Bulgaarsche
gebied grooter verlangd. Het had zich
behooren uit te strekken tot Saloniki en
derhalve een groot deel van Macedonië
moeten omvatten. Maar de overige mo
gendheden, voor Ruslands invloed in den
Balkan beducht, stelden eeri ander© grens
vast, door het Balkangebergte in het Zui
den bepaald.
Het streven van den Battenbërger bleef
echter gericht op uitbreiding, op ontko
ming aan den Russischen invloed, en zich
te vereenigen met. de stamgenooten aan
gene zijde van den Balkan. Den 18en
September 1885 brak een opstand te Phi-
lippop'el uit, welke met verdrijving der
Turken eindigde. Vorst Alexander haastte
zich de regeering over Oost-Roemielië te
aanvaarden. Hij drong' tegelijk in Servië
door en wist den Serviërs, onder aan
voering van hun nietswaardig'en Vorst Mi
lan Verschillende nederlagen toe te bren
gen, welke den toorn van Oostenrijk op
wekten.
Door Oostenrijk gedwongen trok de zege
vierende Rattenbenger naar zijn hoofdstad
terug en vergenoegde zich voorts met zijn
nieuwen titel van vorst van Noord- en
Zuid-Bulgarije. (Slot volgt.)
Lakoniek.
De brief waarin de heer Vliegen ont
slag neemt als lid der Tweede Kamer
is lakonisch gesteld het kan haast niet
korter.
Wij lazen in de „Handelingen":
„Aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal,
Ondergeteekende heeft de eer Mj dezen
zijn ontslag te nemen ials lid van de
Tweede ICarner der Staten-Generaal.
W, H. Vliegen".
In zijn kortheid is het schiijven wel
wat dubbelzinnig ook. Hij noemt het een
eer (voor zich) dat hij ontslag neemt.
Wat is het dan voor de Kamer?
Beknopt overzicht van den toestand.
Vandaag zou de Grieksche regeering
officieel haar houding kenbaar maken.
Het wordt tijd, dat een einde komt aan
dit zweven tusschen neutraliteit en oorlog.
De Duitsche Pers slaakt niet ten on
rechte een sombere verzuchting, omdat
ze niet weet of Griekenland vriend dan
wel vijand is.
Intusschen pakken de oorlogs wolken
zich dreigend boVfen Servië samen. Het
wordt wel zwaar beproefd.
De taentralen hebben nu den dreigend
opgestoken arm laten vallen, alsof zij
het nietige Servië met een slag wilden
verpletteren. Zelfs een groot deel van
Belgrado is weer in hun bezit.
Berlijn zegt het volgende van den ge-
forceerden inval:
Twee legers van een onder Von Mac-
k'ensen nieuw-gevormde legergroep trok
ken voor het grootste, gedeelte over de
Save en den Donau.
Nadat de Duitsche troepen van het
leger van den keizerlijken en' koninklijken
generaal Kövèss het Zigeuner-eiland en de
hoogten ten Zuid-Westen van Belgrado
hadden veroverd, slaagde "het leger er in
ook' het grootste (gedeelte .der stad Belgrado
in handen der bondgenooten te brengen.
Oostenrijk'-Hongaarsche troepen bestorm
den dien citadel en het Noordelijk' ge
deelte Van Belgrado; Duitsfche troepen
den nieuwen Konak. De troepen dringen
verder door het (Zuidelijk gedeelte der staid.
Het leger van Von Gallwitz forceerde
op vele plaatsen een -overgang over den
Donau in den sector stroomafwaarts van
Semendria. De vijand wordt overal naar
het 'Zuiden gedreven.
Tot nu toe hebben de Serviërs zoo
goed als geen weerstand geboden, doch
wacht maar. 'Zij. zullen 'ter niet bij laten
zitten.
De Serviërs helïben reeds getoond een
dapper volk te zijn, dat zich niet zoo
spoedig zal laten Knechten.
Den tijd tusschen het einde van den
oorlog met Bulgarije in Augustus 1913
tot het uitbrekten van den wereldoorlog
heeft Servië gebruikt voor de versterking
van zijn leger. De vredessterkte bedroeg
75000 man, ongeveer twee procent van de
bevolking, doch met landweer en land
storm' is het leger thans een half millioen
Man sterk, d. i. meer dan Twaalf procent
van de bevolking. Voldoende van geld
voorzien door de Entente, in het bezit
van Fransch geschut en ammunitie, is
Servië goed uitgerust in 1914 den oorlog
begonnen. Hoe groot de verliezen ge
weest zijn in den strijd 'm|et Oostenrijk',
is niet bekend. Grooter dan het verlies
op het slagveld is echten geweest het ver
lies door ziekte.
Het vestirfgsysteeM is hoofdzakelijk' be
rekend op een strijd met Bulgarije. Tegen
het noordelijk en westelijk' frot,' dus tegen
Hongarije en Bosnië, zijn er slechts ver
ouderde vestingen. De vestingtverken van
Belgrado en Semtendria stammen uit den
tijd der Turken. Zij waren aangevjild door
nieuwe batterijen en .aardwerken, maar,
zooals: nu gebleken is, toch niet in staat
[weerstand te bieden aan een ernstigen aan
val en de Donau-linie te houden?
Een krachtig: wapen zien de Serviërs
in hun bergen pn in hun slechte wegen.
De Winter is er zeer ruw en rijk' aan
sneeuw.
Op het Westelijk front blijft 't nog roe
rig. De geallieerden slaagdon ér nog niet
in een offensief wan meer dan plaatse
lijke beteekenis door te voeren. Hebben
zij al eens ©en succesje te hoeken gehad,
dan was het slechts van lokdal karakter.
Op het Oosterfront heeft zich geen ver
andering van algemeene beteekenis voor
gedaan.
Stof Voor overzichtelijke beschouwingen
leveren de feiten niet. Wij zijn dus maar
zoo vrij naar de losse berichten te ver
wijzen.
Uit een veldpostbrief.
Pastoor Ortner, aalmoezenier bij een
afdeeling Tiroolsehe landstorm., stehrijft,
einde Augustus, aan zijn collega Dietrich
het volgende over zijn wederwaardig
heden i
Gisteren hebben mijn jongens weer
flink gevochten. Dertien uren stond ik bij
hen, en onze kanonnen en machine-ge
weren hielden een vreeselijke opruiming
onder de vijanden. De Italianen hebben
bij Mitnach met een groote- overmacht
onze voorposten aangevallen, maar leden
groote verliezen. Hartverscheurende jam
merkreten klonken over het veld. Zoëdra
ik mijn eigen gewonden me© had helpen
wegdragen, ging ik naar de gewonde Italia
nen. Op sommige plaatsen lagen de lijken
dicht bij elkaar; gewonden kropen naar
mij toe en vroegen om geestelijken troost
en naar de sacramenten.
Drie uren was ik alleen onder de vijan
den, die zich reeds als gevangenen be
schouwden, omdat hun de terugtocht door
onze artillerie was afgesneden. De sol
daten drongen tegen mij op en riepen:
„red ons, pater, tegen de kanonnen!"
Allen wilden mijn kruis kussen. Ik ge
lastte hun, hun gewonde kameraden uit
de loopgraven te halen en naar onze
verbandplaats te brengen. Nadat op die
wijze de lichtgewonden weggevoerd wa
ren, had ik alleen nog maar dooden en
stervenden om mij. heen, die ergen dorst
leden. Gelukkig hadden alle dooden weltd-
ilesschen hij zich en kon ik den gewon
den dus veel water geven. Zij hadden
allen verbandpakjes bij zich. Ik kon wel
verhinden, Maar de wonden waren te
groot.
Een Franciscaner leekenbroeder met
een geweer naast zich, lag met Verbrij
zelden voet en met een groote wond in
de borst op den grond. Ik' diende hem
het sacrament toe en bij volle bewust
zijn gaf hij in het Latijn de antwoorden
op mijn gebeden. „N. R. Ct."
De Oorlogsjongens.
Uit Tsjernowitsj wordt aan het Berliner
Tageblatt geschreven:
„Dadelijk na den terugtocht der Russen
uit de Boekowina, toen onze troepen het
bevrijde land bezetten, begon het werk
van deze oorlogsjongens. In den tijd, dat
de Russen nog in de onmiddellijke om
geving van de stad Tsjernowitsj lagen
en tusschen hen en onze troepen de Proeth
de eenige scheiding vormde, speelden zich
belangrijke strategische gebeurtenissen af
in de stad. De Weinberg, een uitspannings-
plaats voor Zondagsmenschen, was de
operatiebasis voor onze artillerie. Bijna
dagelijks suisden de granaten van den
Weinberg naar het tegenoverliggende
Zoeczfcaer woud, waar de Russen zich
vastgezet hadden. Toen kon men zien
hoe een groote menigte schooljongens den
heuvel de Weinberg is inderdaad een
bergje belegerden, eerst met kinderlijke
nieuwsgierigheid en zorgeloosheid kekten
naar de operaties, spoedig daarna echter
een werkzaam aandeel namen. Zij brach
ten den soldaten geschenken,' deden in-
koopen voor hen in de stad en ten slotte
hielpen zij zelfs bij het aansjouwen van
ammunitie. Zoodra onze artillerie goed
getroffen had, brulden zij „Hoera". Na
de gevechten zochten zij het veld af naar
granaten en verschoten patronen, om dit
alles af te leveren. Het gebeurde herhaal
delijk, dat een jongen getroffen werd door
een verdwaalden kogel. Maar dat kon hen
niet weerhouden. Toen de Russen vari de
Proeth verdreven werden, werkten de jon
gens bij den trein en bij andere troepen.
Niet 'minder dan vijf en dertig jongens
trokken met de soldaten mee het veld
in, om een echt soldatenleven te leiden.
Zij sliepen in de loopgraven en kregen
éten uit de veldkeuken. Eerst weken la
ter werden rij teruggehaald door hun
ouders, die inmiddels hun verblijfplaats
op het spoor gekomen waren. Tegen hun
Mn slechts gaven de jongens dit solda
tenleven op.
Jongens, die in de stad gebleven waren,
deden het werk van de volwassenen, "die
onder de wapens jvaren. Zoo hadden wij
in Tsjernowitsj langen tijd een hotelier,
die nauwelijks veertien jaar oud was. Op
bewonderingswaardige wijze volbracht hij
zijn taak. Hij maakte de beleefdste buigin
gen, gaf met de grootste beslistheid de
gewenschte inlichtingen, wees zijn gasten
'de kamers aan en hield heel nauwkeurig
boek. Andere jongens hielpen de solda
ten bij het doen van inkoopen en 'traden
t>p als bemiddelaar tusschen de 'troepen
en de winkeliers. Later besloten rij zelf
voor winkelier te spelen. Zij leerden de
taal van de verschillende régimenten. Men
hoorde hen Hongaarsch, Kroatisch, Roe-
meensch spreken. Zij wisten precies wel
ke kranten de soldaten wilden hebben
en Zorgden dat ze er waren. Zij deden
dienst als gids, tolk en kruier. Op deze
wijze verdienden de jongens het geld voor
hun familie. De vader was aan het front,
en de moeder en zusters zouden aan
den hongerdood prijs gegeven zijn, in
dien de jongens niet voor haar zorgden.
De eeuw van het kind, waarover zooveel
gesproken en geschreven is, heeft one
het jaar van de oorlogsjongens gebracht
Korte Gorlogsberiohten.
Ter dood veroordeeld. De
Belgische soldaat Peter Jozef Claes is
door den krijgsraad van het militaire gou
vernement der provincie Limburg, wegens
spionnagte ter dood veroordeeld. Hij was
uit Engeland in burgerkleeding over de
Hollandsche grens naar België gekomen,
om daar ten gunste der geallieerden te
spionneeren.
Ridder l ij k. Volgens een officiëele
mededeeling is graaf Thomas Betthyany,
adjudant van aartshertog Jozef en een
der grootste grondbezitters van Hongarijie,
door de Russen krijgsgevangen gemaakt.
Hij beeft twee wonden van granaatkar
tetsen aan het hoofd en kogelwonden aan
beide schouders en aan de knie. Hij! wordt
verpleegd te Kieff. De Hongaarsche bla
den berichten bij deze gelegenheid, dat
op bevel van aartshertog Jozef, twee
ernstig gekwetste Russische officieren in
het aartshertogelijk paleis zijn overge
bracht -en onder behandeling zijn gesteld
van rijn eigen doctoren. De aartshertog
wilde hiermede blijk geven van zijn dank
baarheid voor de menschlievendheid en
ridderlijkheid der Russen, betoond jegens
Zijn krijgsgevangen adjudant.
Een Koning in gevaar. Reuter
seint uit Udine een verhaal omtrent een
gevaar, waarin de koning van Italië zich
zou hebben bevonden bij een uitlooper
Van de hergen aan den linkeroever van
de lsonzo. Datum: en plaats worden echter
niet nauwkeurig aangeduid in het be
richt, dat hierop neerkomt:
„De Koning, die een gevecht wilde bij
wonen, dat daar dicht in de buurt aan
den gang was, verliet zijn auto, omidat
er geen goede weg was, en begaf zich
te paard temidden van zijn troepen, of
schoon hem gezegd was, dat de projec
tielen des vTjands er slachtoffers maak
ten. Op een bepaald punt ontplofte een
granaat zoo dicht bij den Koning, dat
diens paard door een scherf onder hem
gekwetst werd. De Koning kalmeerde zijn
gevolg, dat zeer opgewonden was gewor
den, en beval, het paard weg te leiden
om het te doen Verzorgen. Men drong
er bij den Koning op aan, dat hij zou
heengaan, doch hij vroeg om een ander
paard en zeide enkel: „Hier moeten wij
overwinnen of allen sterven". De Koning
reed toen opnieuw temidden van 'zijn
soldaten, en dezen liepen, onder de*
Kreet „Savoia" storm en namen de vij
andelijke positie." De plaats heet thans:
de heuvelrug van den Koning".
Ten Oosten van 'Souchez verloren
de Fransehen enkede loopgraven en een
machinegeweer. Bij Tahure in Cham
pagne wonnen de Duitscbers 'Van
het verloren terrein over een front
breedte van vier Kilometer bij een tegen
aanval verscheidene honderden mieters
terug.
De Duitse hers in België. De
chef van het Burgerlijk 'bestuur jn de
Vlaanderens, Regieeringsraad von KeudeU,
maakte het v-olgende in België bekend:
Het hoogere legerbestuur heeft eene
boete van 10.000 Mark opgelegd aan de
gemeente Lede, op wier grondgebied op
400 meters afstand van het station, eene
dubbele spie op den spoorweg derwijze
is gelegd, dat, ware er een trein aange
komen, hij onvermijdelijkzou ontriggeld
hebben.
Aan de gemeente Rostelaere in wier
gebied de verordening van het opperste
Legerbestuur over de aflevering van Öui-
v'en niet behoorlijk in acht genomen is,
terwijl op de hoeve van den landbouwer
Camdel van Hoecke zich twee levende
duiven bevonden, is een boete opgelegd
van 5000 Mark. „Msb."
Vermomde Koeien. Op het oor-
logstooneel in den Elzas gebruikten Fran
sch© en Duitsche troepen alle mogelijke
listen om elkaar van de wijs te- brengen.
De meest Vernuftige trucjes worden ook
toegepast hij een stelling-verandering. Een
van hun uitvindingen zijn de .vermomde
koeien. Bij het vertrek der manschappen
Moeten n.l. ook de kpeien getransporteerd
worden, onzichtbaar natuurlijk. Men zorgt
er daarom Voor, dat zij niet bij het om
ringende landschap afsteken. De soldaten
dekken ze 's' winters steeds toe met witte
tafel- of beddelakens. Op die manier kan
het overbrengen meestal ongemerkt plaats
hebben. Eens echter begon de sneeuw te
smelten. In allerijl bevrijdde men de die
ren van bun witte dekkleeden. In een
afgelegen slot ,dat men passeerde, eischte
men de groen gevoerde gordijnen op. Men
sneed nu de ormoodige franje, kwasten en
ringen eraf en voorzag de koeien op die
wijze van een graskleurig bekleedsel.
Als: het niet zoo droevig was, zou
men er .oïn moeten lachen 'zegt ©en Bran-