No. 30© Woensdag 22 September 1915 29e Jaargang De Qrooie Oorlog» BERICHT. Uit de Pers. Uitgave van de NaainL Venn. LTJCTOR ET EMEEGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes. LAN aE V03STSTRAAT 21S. Bureau te Middelburg; 'iRMA F. P. DHUIJ - L. 1U8S, Drukkers: üost&rhaan La Cointrs - Soes. Zij, die zich met 1 October a.s. op „De Zeeuw" abonneeren, ontvan gen de tot dien datum verschijnende nummers kosteloos. m.' h—bm i www——wi i a—BBwaa—BI Een veelzeggend getuigenis. De invloed der drankbestrijding door geheelonthouding moge blijken uit wat ons dezer dagen uit Rusland ter ooro kwam. De boerenafgevaardigden der Doema hebben n.l. een voorstel ingediend, om de verbodswet op het gebruik van bran dewijn gedurende den oorlog, altijddurend te maken. Op grond van de ervaringen natuurlijk. Geen schuchtere vraag is het, maar een dringende bede uit het hart: Verlos ons van den 'drankduivel, en Rusland zal een gelukkige toekomst tegemoet gaan. En welke zijn de ervaringen van die boerenafgevaardigden der Doema? In de toelichting op het voorstel wordt er ons niededeeling van gedaan. Na de afkondiging der wet voltrok zich een wonder in het Russische land. Do droom werd werkelijkheidhet eeuwige kwaad van Rusland was de kop ingedrukt. Schande aan hen, die zeiden dat onthou ding bij ons onmogelijk is en dat Zonder bet „dranken budget" de staathuishouding in elkaar zou storten. Alleen de belang hebbenden dachten er z,oo over en onder hen Waren regecringsleden, officieel© man nen en geleerden. Schande over hen. Het jaar, dat achter ons ligt, heeft aangetoond, dat de ont houding ons volk geheel heeft doen her boren worden. De misdadigheid verminder de, de diefstal nam) af, het bedelen ver dween bijna, de gevangenissen ontvolkten zich, de ziekenhuizen zijn niet meer boor devol, de vrede keerde in de gezinnen terug, de productie van den arbeid ver meerderde, men heeft over gespaard. Na deze verschijnselen moet het voor alle eerlijke menschen duidelijk zijn, dal het geluk en de grootheid van Rusland in onthouding gelegen zijn en dat het ieders plicht is, deze onthouding voor altijd te verzekeren." Alen mag het een arm volk heeten, dat in verbanning van de'n drankduivel z'n hoogste idealen verwezenlijkt ziet, toch blijkt hieruit, dat de zaak der drankbe strijding geen ijdel streven is, maar clat in geheelonthouding tooli het geheim ligt van toenemende wtelvaart va.n 'tland en van het verhoogde moreel van het volk'. De agrariërs uit de Doema hebben hier een schoon Voorbeeld gegeven, dat mionig^ Christennatie tot beschaming moge strek ken. De Troonrede, j Onze gewoonte getrouw antieenen wij aan de voornaamste bladen, van elke partij eein, enkele opmerkingen naar aan leiding1 van de Troonrede: l"h,! Jl'i De Standaard (a.-r.): De belastingbetalers zullen het eerlang hard te verantwoorden krijlgen. We krij gen herziening van bestaande en in diening van nieuwe belastingen. En ook die herziening' beteekent natuur lijk verho og'ing. Zoo zijh de' gevolgen van het Europeesch dé bade reeds ko mende. Dit kan pijnlijk worden. Nog' niet zoo zeer indien het m'ogtelijik bleek alleen de gtefortuneerden te treffan. Van! oudsher echter weet men reeds' dat dit niet kan, omdat het juist de vel1© kleintjes zijn die het hoog'er bedrag opl'everelii. Vooral' voor vastgesalariëerden en kleine inkometns een Ijhjna verontrustende uit zetting' van ons. belastingwezen. Te meer moet het daarom op prijls' gesteld, dat het Kabinet althans te groote onzekerheid voor de toekomst voorkomen wil, door het samenstel' vain alle Rijksbelasting] eerst bij afzonderlijke wet vast te stellen. Toch zal men moeten bloeden. Doch zelfs hierbij Wil de Reg'eering het niet laten; ook do Gemeentebelastin gen e|n de opeen tenheffing ten bate van de gemeentenkassen zullen nadere reg- ling] erlalngen. Leidt ook 'deze'nu, gelijk wel te duchten valt, tot nog[ hooger opbrengst, da,n verdicht zich de finantieelë nevel op nogj bedenkelijker wijze. En het eind zal wel zijin, dat althans de lage ambte- nareln niet meer tegen den! stroom kunnien oproeien, en hoogere salarissen zullen noodig hebben. Iets' wat dan van zelf de belastinglein nogmaals zal doen stiijlgen voor de 'particulier gtealariëerden. We denken hierbij niet het minst ook aan de predikanten en pastoors en particu liere onderwijzers. E|n waar gkat heen, De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per B maanden fr. p. postf 1.28 Losse nummers0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels f 0.50, iedere regel meer 10 cL B-maal plaatsing wordt 2-maal berekend, Bij abonnement voordeelige voorwaarden Familieberichten van 110 regels f 1. iedere regel meer 10 ct. als er dan nog; een leening bijkomt, om de tekorten te dekken, ook al wordt het geconstateerd, dat men hiermee wachten wil tot het volgend jaar. i De Nederlander (c.-h.): Met leedwezen zullen duizlenden, zoo in als buiten ons land, hebben gézien, dat in dit woord onzer Koningin elke, ook maar de flauwste aanwijzing, ontbreekt met betrekking tot ©enige vredesactie in de naaste toekomst. Zelfs het feit, dat wij een specialten gezant Vfror dit doel naar het Vaticaan zonden, bleef onvermeld. Hoe smartelijk ons dit welsprekend zwij gen ook wezen moge, wij begrijpen, dat de tijld voor een vredespoging nog niet gekomen is, omdat wij overtuigd zijn', dat zoowel onze geëerbiedigde Vorstin als de mannen, die Haar ter zijlde staan, met ons den dag zegenen zuilen, waarop de vredesklokkein aanvangen te luidlen. Had zelfs de wensch, dat die dag! spoedig komen moge, in dit woord onzer Konin gin behoeven te ontbreken? Op den ge wonen passus over onze- vriendschappe lijke betrekkingen met alle buitenlandsché Mogendheden zou zulk een. -wensch ge makkelijk hebben kunnen aansluiten, en hij zou weerklank heb'btetn gevonden bij de duizenden, om niet tc zeggen: milli- oenen, wier harten ineen krimpen onder het wereldleed van deziein tijld. De Maasbode (r.-k.) Wat het meest interesseert in de Troon rede, is' de zeer besliste houding', welke de regeering van nui aan ten opzichte van het politiek bestand aanneemt. Zijl zegt den „godsvrede" vaarwel'. Ons is het wel, zouden we willen zeggen. Maar zoo staat de vraag] niet. Niet moet onderzocht of het den politieken partijten, maar wel of het voor 's lands belang nuttig wezen kan, dat het] partijlleven weleir in volleln omvang' gaat beginnen. Waar vindt de regeering nui voortaan de dedenen van overtuiging voor1 de man nen. onder de wapenen, wiep geduld en offervaardigheid tot de uiterste gr|ens ge spannen is alleen door de vaste mfeening1, dat ijlzeren noodzakelijkheid en plicht van vaderlandsliefde het aldus gebiedt? Evenmin kan nu voortaan de verwijzing naar de gevaarlijkheid -der tijden gelden, waar het er om gaat, of ©en minister z'ijln zetel zal moeten ruimen. Niet meer dus zal de godsvrede, die in het laatste jaar reeds m' eer dan e e n ministerieel leven rledde, aan deze regie ring z'ijln diensten bewijzen. Bleef zij) in de 'nationale stelling!, die zijl tot heden heeft ingenomen, dan was aan kabinetscrisis zelfs niet te denkeh. Thans „kan de gewone wetgevende ar beid weder worden ter hand gtenomen" zoo zegt de regeering; doch daarmee begeeft zijl zich wat de opperste leiding nu niet mocht in het vuur, in levens gevaar. De Nieuwe Rott. tilt. (v.-l.): De Troonrede geeft voor de naaste jaren een in woorden kort program: grondwets herziening, financieel© hervorming, sociale Verzekering. Maar zij opent een perspec tief, gelijk wellicht nooit nog een kabinet aan de volksvertegenwoordiging heeft la ten zien. Indien de regeering erin slagen mocht, baar plannen te verwezenlijken, zullen in politiek, ©economisch en so ciaal opzicht de grondslagen gelegd wor den, waarop het Nederlandsohe volk een nieuw leven zal kunnen beginnen. Mo gen de Kamers zich herinneren, dat niets manmoodigheid (de Koningin sprak in de Troonrede van „manmoedig" dragen van zWar© lasten) onder het volk steïker doo.- v.an zal, dan wanneer het ziet, dat in de voor het land groote momenten, die in de Troonrede als op komst warden aangekondigd, de volksvertegenwoordiging zich gaat verliezen in kleinzielig ge twist. Het afgeloopen jaar Was daar niet vrij van. Zullen wij1 nu een opwekkend en bemoedigend voorbeeld ontvangen? Het Vaderland (u.-l.) De aanstaande indiening der voorstellen tot Grondwetsherziening en van de sociale verzekeringswetten heeft niet alleen als zoodanig voor ons groote waarde, maar ook ials bewijs, dat de schending van bnzd neutraliteit minder gevaar loopt dan Ooit. En in Verband daarmede wagen wij de "vraag of het nu nog noodig is, dat onze weermacht volledig gemobiliseerd blijft? Vat wij.dan zouden willen? Dat men de haanschappen naar huis Zond, en ver der Zorgeloos voortleefde? Dit natuurlijk allerminst. Maar wij Zouden willen, dat men niet meer manschappen onder de wapenen hield dan strikt noodzakelijk is, en dat men de organisatie zóó maakte, dat men, de overigen naar huis zendend, er verzekerd van was, dat men z'e, als er eens iets gebeurde, direct weer op de plaats had waar ze dan wezen moesten. Het Volk (s.d.a.p.) Het meest bevreemdend uit dit geheele gedeelte der Troonrede is echter, dat or 'met geen woord gerept wordt over het noodlottige verschijnsel, waaronder heel het niet-koopkrachtige deel der bevolking, en dat "is de groote massa, zwaar ge bukt gaat; wij bedoelen de schromelijke duurte der levensmiddelen. Of eigenlijk is dit stilzwijgen toch ook weer niet zóo bevreemdend. Wij zoeken de verklaring in de omstandigheid, dat de betrokken minister zich ervan bewust is, dat hij dooi' zijn eigen politiek die duurte voor een belangrijk deel veroorzaakt heeft en dat hij liefst zwijgt over zijn eigen schuld. Allicht zou hij met minder hooggestemde „voldoening" hebben kunnen neerschrij ven, „dat de land- en tuinbouw over het algemeen in gunstigen toestand vel'kce- ren", indien hij er, der waarheid ge trouw, had bijgevoegd, clat die gunstige toestand, zich afspeelt in groote boeren- - Winsten, het gevolg is vair een uitvoer en prijspolitiek der regeering, waardoor sohaarschte en duurte van in het land 'zelf voortgebrachte levensmiddelen de reeds noodlijdende industrieel© bevolking brandschat. Wij zullen ©li "in dit verband niet meer Van zeggenwjj' komen 'ar dezter dagen uitvoeriger op terug. Beknopt overzicht van den toestand. Sedert vele weken is van het Oosten- rijksch-Servische front zoo goed als niets meer vernomen. De Oostenrijkers stelden de strafexpeditie van maand tot maand uit en de Serviërs bepaalden zich er toe hun leger te organise©ren An zich in staat van verdediging te brengen, zonder 'een belangrijke offensieve beweging te onder nemen. Men voelt, dat er wat achter moet zitten. Berlijn verheugt zich weliswaar on roept den bondgenoot toe den onmiddel- lijken bewerker van dezen oorlog ééns duchtig te straffen. Doch, lag alleen een afstraffing' van Servië in de bedoeling, dan zouden de centralen wel voortgegaan zijn met het toedienen van die afstraffing op den rug van de bondgenooten van Servië. Want zij het indirect, zoo werd Servië toch ook gevoelig getroffen, terwijl geen belangrijke troepenmachten behoefden te worden af gezonderd. Maar Duitschland en Oostenrijk hebben natuurlijk verdere plannen en hopen met hun actie togen Servië belangrijker re- s uitaten te bereiken dan al leien de verne dering. van Servië. Dit wordt, dan ook reeds toegegeven door hiet „Beri. Tagebl.", dat terecht opmerkt, dat de schotten langs de Servische grens met Vreugde in Kon- stantinopel gehoord zullen worden Turkije heeft hulp noodig. JHeeft het niet sinds langen tijd ge brek aan munitie? Wanneer Roemenië bereid was geweest den doorvoer van munitie, enz. naar Tur kije toe te staan, dan zou misschien deze actie tegen Servië niet zijn ondernomen. Met staal en bloed moeten de centrallen nu trachten te bereiken, wat zij. langs diplonmtieken weg niet. konden verkrijgen het brengen van hulp aan den Turk en uitoefenen van invloed op de Balkanstaten inzake de P'ardanellenkwestie. 'Of er ook iets achter zit! jOp hun beurt trachtten de Russen met hun voortgezet offensief in Wolhynië in druk te maken op een van de voornaam ste Balkanmogendheden, Roemenië. Tot nog toe maakten zij echter nog Weinig indruk. Hun successen hebben nog te veel het karakter van" plaatselijke voort deelen. Op het oogenblik, dat we dit schrijven, is het gerucht omtrent den val van Duna- burg nog niet bevestigd. .Wel worden de aanvallen op de stelling der stad onafgebroken VooHg'ezet. Als de aanval op de eene plaats wordt gestaakt, begint onmiddellijk ergens anders een nieuwe. Op sommige plaatsen ligt het front nog slechts 12 mijlen van de stad, in Welke» verlaten straten het gedreun van het zware geschut weerklinkt. Nu Wilna genomen is, is de Val van Dunaburg slechts een kwestie van tijd. Avontuur van een Maastrichtschen jongen. Te Maastricht is na een vrij' avon tuurlijke reis in de ouderlijke woning wo ning teruggekeerd de nauwelijks 16-jarigó V". K. Zelf vertelt hij over zijn lotgevalltep het volgende, dat We in „De Tijd" vinden: Hij Werd aangeim'onstercl als lichtmatroos op het s.s. „Noorddijk", clat 15 Mei IX uit Rotterdam vertrok' naar NeW-York!, om aldaar graan in te nemen. Dit Wasl do eerste zeereis van den jeugdigen zeeman: Den 29sten Mei kwam men in New-York aam, en na een week' tevergeefs voor graan gewacht te hebben, vertrok de „Noorddijk" naar Galveston in Texas. Hier Werd een lading graan aan boord, genomen, maar toen bleek, dat het graan voor Bordeaux bestemd was, weigerde de be manning om voor dezelfde gage te varen en verlangde het dubbele. Toen dit door den kapitein, op last der maatschappij, geweigerd werd, liet de bemanning zich afmonsteren en vertrok de „Noorddijk'-' met een nieuwe bemanning. De 29 man der „Noorddijk", waaronder voornoemde V. K., vervoegden zich bij den Nederl. consul te Galveston, met het verzoek om overtocht naar Nederland. Dit Werd hun geWeigerd, omdat zij zelf verlangd hadden afgemonsterd te worden. De bemanning is toen uit elkaar gegaan, en de leden hebben successievelijk plaatsing gevonden op verschillende schepen. Voor den 16- jarigen jongen is het verblijf te Galveston, vooral toen de ontvangen gage opgeteerd w'as, een heele dobber geweest, en meer dan eens heeft hij. den nacht moeten door brengen, slapende op het strand. Van al lerlei baantjes heeft hij; er aan de hand gehad om aan den k'ost te komen, zooals b.v. eenige dagen kellner spelen. Verder heeft hij dagen den post van kajuitsjongen waargenomen op een kustsleepboot, maar toen de afwezige kajuitsjongen, wiens plaats hij had ingenomen, ten tooneele Ver scheen, behoorde ook dit baantje voor hem tot het verleden. Na nog ©enigen tijd in Galveston rond gezworven te hebben, waar hij den miees ten steun van aldaar wonende Nederlan ders genoot, vond hij eindelijk' een schip, waarop hijl zich liet aanmonsteren als „messroo-mboy". Het was het Engelsche s.s. „Charterswell", dat graan aan boord bad, geconsigneerd aan de Fransche re geering. Hoewel hij zich aan hetzelfde gevaar blootstelde, dat hij zou geloopen hebben, als hij' op de „Noorddijk" geble ven Was, nann hij' toc.h graag dienst op het Engelsche schip, daar hij een bijna 4 maal grootei© gage kreeg en trouwens, om daaf uit Galveston wég te komen, zou hij zelfs met den „Vliegenden Hollander" gevaren hebben. De plaats' van bestemming was Le Havre, Na in Newport News kolen inge nomen te hebben, stoomde men verder, toen, 28 dagen na het vertrek1 .uit Galve ston, de „Charterswell" in den grond geboord werd door een Duitschen onder zeeër, in de nabijheid der Scilly eilanden. Hiervan, vertelt V. K. het volgende: In het geheel kregen We een flink kwar tier tijd ami het schip te verlaten. Toen we tegen 7 uur goed en wel een pind ervan afgeroëid waren, doorboorden de Duitschers het schip met negen kogels. Spoedig was er van de heele schuit niets meer te zien. Onze kapitein, die zag, hoe we naar de plaats zaten te turen, waar ons schip in de golven was verdwenen, beurde ons Wat op, gaf ons ieder een sigaret en vroeg, of we niet een mopje met hem wilden zingen. ,Üat deden we dan ook, want, merken lieten We den Duitschers er niets van, dat we danig het land hadden. Toen we weg wilden roeien, werden we nog door de duikboot gepraaid. Ze vroe gen aan den kapitein, of ze ons soms. eea| eind op sleeptouw zouden nemen, maar kalm wees onze kapitein deze beleefdheid: van de hand met een krachtig „No!", dat dootr de matrozen herhaald werd, en hierop begonnen we naar de 80 K.M. verafgelegen kust te roeien. In onze boot bevonden zich, de kapitein meegerekend, 13 man; de andere 11 bevonden zich in een andere boot. Tegen "half één zhgen we een Noorsch schip, we heschen de Engelsche vlag, maar wérden niet opge merkt. Omstreeks 3 uur ontmoetten we een Fransch schip, dat een Fransche mij:- nenlegger bleek' te zijn, die ons opnam en waar we goed werden ontvangen. De mijnenlegger Werd tegen acht uur gepraaid door een Nederlandsch schip dat 30 over levenden van een getorpedeerde Belgische tankboot aan boord bracht. Tusschen 5 en 6 uur kwamen we den volgenden morgen te Brest aan, w'aar we zeer goed werden, ontvangen. De kapitein ging naar den| Engelschen consul en het gevolg van dit bezoek was o.a., dat we 's middags naar een kleedingmagaz'ijn gingen, Waar ieder van ons verstrekt wérd, wat hij noodig had. i 1 In Brest vertoefden We tot den volgen den dag 6 uur, toen -we naar St. Malo gingen, waar we weer een dag gebleven, zijn. Daar kwamen we op het Engelsche s.s. „Vera" en vertrokken naar Southamp ton. Hier gingen We uit elkander. Som migen moesten na,ar Cardiff, anderen Weer ik 'weet niet waar naar toe. Ik zjelf moest naar Londen en kreeg een brief mfae vooa het „Seamen's Home" aldaar. Den volgen den dag moest ik naar den Nederlandsöheni consul, waar mij. een paspoort werd ver strekt en toen naar het „Permit Office", waar ik alles, wat me overkomen was, haarfijn moest navertellen. Daar kreeg ik mijn gage uitbetaald, werd naar Tilbury gestuurd, en hier ging ik op de „Bataviea IV" scheep naar Rotterdam. Dinsdag kwam ik oln] 4 uur te Rotterdam aan en landde te middernacht in de ouiderljjko woning aan, waar ik den heelen nacht door heb moeten vertellen van mijn eer ste zteereis." j lil Op de vraag, of hij er nog aan denkt, Om weer te gaan varen, zóólang de oorlof duurt, antwoordde hij: „Natuurlijk, wat dacht u dan Zeker ga ik Weer Varen en wel zoo gauw mogelijk. Jammer, dat al mijn spullen in de pekel liggen!"! Het is te hopen, dat zijn tweede reis dan wat minder avontuurlijk is. Korte Oorlogsberichten. De handels.oorlog. De Engel sche stoomboot „Linkmoor" (2746 netto ton) is gezonken. De bemanning is gered. Een telegram uit Odessa meldt, daf Russische schepen door een Tui'ksch-Duit- schen onderzeeër tot zinken zijn gebracht. Deze verscheen onlangs in do Zwarte Zee, en is, nu de operaties in die Rus sische Wateren van die zee begonnen. De Turken torpedeerien. löen Engelsch schip. Het Turksche groot- hoofdkwartier meldt Een gedeelte van de Turksche vloot- macht torpedeerde het geladicn Engelsche stoomschip „Patagonia" (3653 netto ton) en bracht het vlak voor de haven van Odessa tot zinken. Oostenïijksche artillerie verwoestte de Servische verdedigingswerken aan de beneden-Drina. Russische torpedobooten hebben l ij Sinope een met munitie geladen Turksche vloot van zeilschepen in den grond ge boord. 't Bericht komt uit Petrograd. De kosten der spionnage. Op _d© Engelsche begroeting is de post voor „secret service" met 200,000 ver hoogd, zóodat die over het komende be- grootingsjaar. 350,000 zal bedragen. Deze enorme sommen zijn langzamerhand noodig geworden oim de regeering op did hoogte te houden van de plannen en daden van de andere. In 1886 werd slechts 60,000 voor dezen dienst uitgetrokken. Op liet Russische front beginnen de Duitsclie troepen op verschillende dee len zich in te graven. Van de Zeeuwse h-V 1 a a m- sche grens. Als bewijs hoe streng de Duitschers soms d© reizigers visiteeren en optreden, kan dienen, dat zelfs kran ten, waarin boterhammen gewikkeld zijn van arbeiders, die in grensplaatsen wer ken, moeten worden afgegeven. In Rusland zijn de klassen 1916 tot 1912 (tweede reservé) en de klassen 1916 tot 1898 (le reserve) gemobiliseerd, he- halve in. Polen, Cholm, den Kaukasus en het Amoergebied. I Een bezetting. Een Engelsch blad meldt een bezetting van Oosten- rijksch-Hongaarsch gebied door de Russen- Frans Jozef-land, 200 mijlen ten Oosten van Spitsbergen, dat eenige jaren geleden bij toeval door een Oostenrijksch-Hon- gaarsc-h onderdaan wérd ontdekt en sedert als behooreude tot Oostenrijk-Hongarijo werd beschouwd, blijkt kort na het uit breken van den oorlog door een Russi sche expeditie, die oorspronkelijk Was uit getogen met het doel om zekere personen, die daar gestrand Waren te redden, in bezit te zijn genomen. Zij hebben er de Russische vlag géplant. Het bombardement van de Belgische kust. Over de beschieting van de Belgische kust vernemen wij] het volgende: De Duitsche stellingen aan de Belgische kust beginnen te Middelkerk-q en loopen tot voorbij' Westende, w'aar zij aan de Belgische stellingen te Lomb'artsi- yde, aan deze zijde van de Yser, grenzen. Op deze stellingen van de Duitschers had do Belgische artillerie Van de landzijde en het Engelsche vlootgesohut vair de zee uit, het gemunt. Uren daverde hel kanongebulder over Vlaanderen en vooral dat van de schepen, trok de aandacht, door het aanhoudend gerom'mel, dat geen oogenblik scheen te worden onderbroken. De posities te Westende en MiddelkerkJe, benevens: die in de gehuchten langs dp kust, zooals Raversyde en Slykbrugge, kregen een regen granaten. Bij' vroegere} beschietingen ..was reeds veel verwoest! Sommige gebouwen, die tot militaire doel einden worden gebruikt., hebben nu ook veel geleden en vooral de loopgraven had den het hard te verduren. Er is wéér heef vrat naar toe gesleept voor de, herstelling.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1