No. 30©
Woensdag 22 September 1915
29e Jaargang
De Qrooie Oorlog»
BERICHT.
Uit de Pers.
Uitgave van
de NaainL Venn. LTJCTOR ET EMEEGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes.
LAN aE V03STSTRAAT 21S.
Bureau te Middelburg;
'iRMA F. P. DHUIJ - L. 1U8S,
Drukkers:
üost&rhaan La Cointrs - Soes.
Zij, die zich met 1 October a.s.
op „De Zeeuw" abonneeren, ontvan
gen de tot dien datum verschijnende
nummers kosteloos.
m.' h—bm i www——wi i a—BBwaa—BI
Een veelzeggend getuigenis.
De invloed der drankbestrijding door
geheelonthouding moge blijken uit wat ons
dezer dagen uit Rusland ter ooro kwam.
De boerenafgevaardigden der Doema
hebben n.l. een voorstel ingediend, om
de verbodswet op het gebruik van bran
dewijn gedurende den oorlog, altijddurend
te maken.
Op grond van de ervaringen natuurlijk.
Geen schuchtere vraag is het, maar
een dringende bede uit het hart: Verlos
ons van den 'drankduivel, en Rusland zal
een gelukkige toekomst tegemoet gaan.
En welke zijn de ervaringen van die
boerenafgevaardigden der Doema?
In de toelichting op het voorstel wordt
er ons niededeeling van gedaan.
Na de afkondiging der wet voltrok zich
een wonder in het Russische land.
Do droom werd werkelijkheidhet
eeuwige kwaad van Rusland was de kop
ingedrukt.
Schande aan hen, die zeiden dat onthou
ding bij ons onmogelijk is en dat Zonder
bet „dranken budget" de staathuishouding
in elkaar zou storten. Alleen de belang
hebbenden dachten er z,oo over en onder
hen Waren regecringsleden, officieel© man
nen en geleerden.
Schande over hen. Het jaar, dat achter
ons ligt, heeft aangetoond, dat de ont
houding ons volk geheel heeft doen her
boren worden. De misdadigheid verminder
de, de diefstal nam) af, het bedelen ver
dween bijna, de gevangenissen ontvolkten
zich, de ziekenhuizen zijn niet meer boor
devol, de vrede keerde in de gezinnen
terug, de productie van den arbeid ver
meerderde, men heeft over gespaard.
Na deze verschijnselen moet het voor
alle eerlijke menschen duidelijk zijn, dal
het geluk en de grootheid van Rusland
in onthouding gelegen zijn en dat het
ieders plicht is, deze onthouding voor
altijd te verzekeren."
Alen mag het een arm volk heeten, dat
in verbanning van de'n drankduivel z'n
hoogste idealen verwezenlijkt ziet, toch
blijkt hieruit, dat de zaak der drankbe
strijding geen ijdel streven is, maar clat in
geheelonthouding tooli het geheim ligt
van toenemende wtelvaart va.n 'tland en
van het verhoogde moreel van het volk'.
De agrariërs uit de Doema hebben hier
een schoon Voorbeeld gegeven, dat mionig^
Christennatie tot beschaming moge strek
ken.
De Troonrede, j
Onze gewoonte getrouw antieenen wij
aan de voornaamste bladen, van elke
partij eein, enkele opmerkingen naar aan
leiding1 van de Troonrede:
l"h,! Jl'i
De Standaard (a.-r.):
De belastingbetalers zullen het eerlang
hard te verantwoorden krijlgen. We krij
gen herziening van bestaande en in
diening van nieuwe belastingen. En
ook die herziening' beteekent natuur
lijk verho og'ing. Zoo zijh de' gevolgen
van het Europeesch dé bade reeds ko
mende. Dit kan pijnlijk worden. Nog' niet
zoo zeer indien het m'ogtelijik bleek alleen
de gtefortuneerden te treffan. Van! oudsher
echter weet men reeds' dat dit niet kan,
omdat het juist de vel1© kleintjes
zijn die het hoog'er bedrag opl'everelii.
Vooral' voor vastgesalariëerden en kleine
inkometns een Ijhjna verontrustende uit
zetting' van ons. belastingwezen. Te meer
moet het daarom op prijls' gesteld, dat het
Kabinet althans te groote onzekerheid
voor de toekomst voorkomen wil, door het
samenstel' vain alle Rijksbelasting] eerst
bij afzonderlijke wet vast te stellen. Toch
zal men moeten bloeden.
Doch zelfs hierbij Wil de Reg'eering
het niet laten; ook do Gemeentebelastin
gen e|n de opeen tenheffing ten bate van
de gemeentenkassen zullen nadere reg-
ling] erlalngen. Leidt ook 'deze'nu, gelijk wel
te duchten valt, tot nog[ hooger opbrengst,
da,n verdicht zich de finantieelë nevel
op nogj bedenkelijker wijze. En het eind
zal wel zijin, dat althans de lage ambte-
nareln niet meer tegen den! stroom kunnien
oproeien, en hoogere salarissen zullen
noodig hebben. Iets' wat dan van zelf de
belastinglein nogmaals zal doen stiijlgen
voor de 'particulier gtealariëerden. We
denken hierbij niet het minst ook aan
de predikanten en pastoors en particu
liere onderwijzers. E|n waar gkat heen,
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per B maanden fr. p. postf 1.28
Losse nummers0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels f 0.50, iedere regel meer 10 cL
B-maal plaatsing wordt 2-maal berekend,
Bij abonnement voordeelige voorwaarden
Familieberichten van 110 regels f 1.
iedere regel meer 10 ct.
als er dan nog; een leening bijkomt, om
de tekorten te dekken, ook al wordt het
geconstateerd, dat men hiermee wachten
wil tot het volgend jaar.
i
De Nederlander (c.-h.):
Met leedwezen zullen duizlenden, zoo
in als buiten ons land, hebben gézien,
dat in dit woord onzer Koningin elke, ook
maar de flauwste aanwijzing, ontbreekt
met betrekking tot ©enige vredesactie in
de naaste toekomst. Zelfs het feit, dat wij
een specialten gezant Vfror dit doel naar
het Vaticaan zonden, bleef onvermeld.
Hoe smartelijk ons dit welsprekend zwij
gen ook wezen moge, wij begrijpen, dat
de tijld voor een vredespoging nog niet
gekomen is, omdat wij overtuigd zijn',
dat zoowel onze geëerbiedigde Vorstin
als de mannen, die Haar ter zijlde staan,
met ons den dag zegenen zuilen, waarop
de vredesklokkein aanvangen te luidlen.
Had zelfs de wensch, dat die dag! spoedig
komen moge, in dit woord onzer Konin
gin behoeven te ontbreken? Op den ge
wonen passus over onze- vriendschappe
lijke betrekkingen met alle buitenlandsché
Mogendheden zou zulk een. -wensch ge
makkelijk hebben kunnen aansluiten, en
hij zou weerklank heb'btetn gevonden bij
de duizenden, om niet tc zeggen: milli-
oenen, wier harten ineen krimpen onder
het wereldleed van deziein tijld.
De Maasbode (r.-k.)
Wat het meest interesseert in de Troon
rede, is' de zeer besliste houding', welke
de regeering van nui aan ten opzichte
van het politiek bestand aanneemt.
Zijl zegt den „godsvrede" vaarwel'.
Ons is het wel, zouden we willen
zeggen.
Maar zoo staat de vraag] niet. Niet moet
onderzocht of het den politieken partijten,
maar wel of het voor 's lands belang
nuttig wezen kan, dat het] partijlleven weleir
in volleln omvang' gaat beginnen.
Waar vindt de regeering nui voortaan
de dedenen van overtuiging voor1 de man
nen. onder de wapenen, wiep geduld en
offervaardigheid tot de uiterste gr|ens ge
spannen is alleen door de vaste mfeening1,
dat ijlzeren noodzakelijkheid en plicht van
vaderlandsliefde het aldus gebiedt?
Evenmin kan nu voortaan de verwijzing
naar de gevaarlijkheid -der tijden gelden,
waar het er om gaat, of ©en minister z'ijln
zetel zal moeten ruimen.
Niet meer dus zal de godsvrede, die
in het laatste jaar reeds m' eer dan e e n
ministerieel leven rledde, aan deze regie
ring z'ijln diensten bewijzen.
Bleef zij) in de 'nationale stelling!,
die zijl tot heden heeft ingenomen, dan
was aan kabinetscrisis zelfs niet te
denkeh.
Thans „kan de gewone wetgevende ar
beid weder worden ter hand gtenomen"
zoo zegt de regeering; doch daarmee
begeeft zijl zich wat de opperste leiding
nu niet mocht in het vuur, in levens
gevaar.
De Nieuwe Rott. tilt. (v.-l.):
De Troonrede geeft voor de naaste jaren
een in woorden kort program: grondwets
herziening, financieel© hervorming, sociale
Verzekering. Maar zij opent een perspec
tief, gelijk wellicht nooit nog een kabinet
aan de volksvertegenwoordiging heeft la
ten zien. Indien de regeering erin slagen
mocht, baar plannen te verwezenlijken,
zullen in politiek, ©economisch en so
ciaal opzicht de grondslagen gelegd wor
den, waarop het Nederlandsohe volk een
nieuw leven zal kunnen beginnen. Mo
gen de Kamers zich herinneren, dat niets
manmoodigheid (de Koningin sprak in de
Troonrede van „manmoedig" dragen van
zWar© lasten) onder het volk steïker doo.-
v.an zal, dan wanneer het ziet, dat in
de voor het land groote momenten, die
in de Troonrede als op komst warden
aangekondigd, de volksvertegenwoordiging
zich gaat verliezen in kleinzielig ge
twist. Het afgeloopen jaar Was daar niet
vrij van. Zullen wij1 nu een opwekkend
en bemoedigend voorbeeld ontvangen?
Het Vaderland (u.-l.)
De aanstaande indiening der voorstellen
tot Grondwetsherziening en van de sociale
verzekeringswetten heeft niet alleen als
zoodanig voor ons groote waarde, maar
ook ials bewijs, dat de schending van
bnzd neutraliteit minder gevaar loopt dan
Ooit.
En in Verband daarmede wagen wij de
"vraag of het nu nog noodig is, dat onze
weermacht volledig gemobiliseerd blijft?
Vat wij.dan zouden willen? Dat men
de haanschappen naar huis Zond, en ver
der Zorgeloos voortleefde? Dit natuurlijk
allerminst. Maar wij Zouden willen, dat
men niet meer manschappen onder de
wapenen hield dan strikt noodzakelijk is,
en dat men de organisatie zóó maakte,
dat men, de overigen naar huis zendend,
er verzekerd van was, dat men z'e, als
er eens iets gebeurde, direct weer op de
plaats had waar ze dan wezen moesten.
Het Volk (s.d.a.p.)
Het meest bevreemdend uit dit geheele
gedeelte der Troonrede is echter, dat or
'met geen woord gerept wordt over het
noodlottige verschijnsel, waaronder heel
het niet-koopkrachtige deel der bevolking,
en dat "is de groote massa, zwaar ge
bukt gaat; wij bedoelen de schromelijke
duurte der levensmiddelen. Of eigenlijk is
dit stilzwijgen toch ook weer niet zóo
bevreemdend. Wij zoeken de verklaring
in de omstandigheid, dat de betrokken
minister zich ervan bewust is, dat hij
dooi' zijn eigen politiek die duurte voor
een belangrijk deel veroorzaakt heeft en
dat hij liefst zwijgt over zijn eigen schuld.
Allicht zou hij met minder hooggestemde
„voldoening" hebben kunnen neerschrij
ven, „dat de land- en tuinbouw over het
algemeen in gunstigen toestand vel'kce-
ren", indien hij er, der waarheid ge
trouw, had bijgevoegd, clat die gunstige
toestand, zich afspeelt in groote boeren-
- Winsten, het gevolg is vair een uitvoer
en prijspolitiek der regeering, waardoor
sohaarschte en duurte van in het land
'zelf voortgebrachte levensmiddelen de
reeds noodlijdende industrieel© bevolking
brandschat. Wij zullen ©li "in dit verband
niet meer Van zeggenwjj' komen 'ar dezter
dagen uitvoeriger op terug.
Beknopt overzicht van den toestand.
Sedert vele weken is van het Oosten-
rijksch-Servische front zoo goed als niets
meer vernomen. De Oostenrijkers stelden
de strafexpeditie van maand tot maand uit
en de Serviërs bepaalden zich er toe hun
leger te organise©ren An zich in staat
van verdediging te brengen, zonder 'een
belangrijke offensieve beweging te onder
nemen.
Men voelt, dat er wat achter moet
zitten.
Berlijn verheugt zich weliswaar on
roept den bondgenoot toe den onmiddel-
lijken bewerker van dezen oorlog ééns
duchtig te straffen.
Doch, lag alleen een afstraffing' van
Servië in de bedoeling, dan zouden de
centralen wel voortgegaan zijn met het
toedienen van die afstraffing op den rug
van de bondgenooten van Servië. Want
zij het indirect, zoo werd Servië toch ook
gevoelig getroffen, terwijl geen belangrijke
troepenmachten behoefden te worden af
gezonderd.
Maar Duitschland en Oostenrijk hebben
natuurlijk verdere plannen en hopen met
hun actie togen Servië belangrijker re-
s uitaten te bereiken dan al leien de verne
dering. van Servië. Dit wordt, dan ook
reeds toegegeven door hiet „Beri. Tagebl.",
dat terecht opmerkt, dat de schotten langs
de Servische grens met Vreugde in Kon-
stantinopel gehoord zullen worden
Turkije heeft hulp noodig.
JHeeft het niet sinds langen tijd ge
brek aan munitie?
Wanneer Roemenië bereid was geweest
den doorvoer van munitie, enz. naar Tur
kije toe te staan, dan zou misschien deze
actie tegen Servië niet zijn ondernomen.
Met staal en bloed moeten de centrallen
nu trachten te bereiken, wat zij. langs
diplonmtieken weg niet. konden verkrijgen
het brengen van hulp aan den Turk en
uitoefenen van invloed op de Balkanstaten
inzake de P'ardanellenkwestie.
'Of er ook iets achter zit!
jOp hun beurt trachtten de Russen met
hun voortgezet offensief in Wolhynië in
druk te maken op een van de voornaam
ste Balkanmogendheden, Roemenië.
Tot nog toe maakten zij echter nog
Weinig indruk. Hun successen hebben nog
te veel het karakter van" plaatselijke voort
deelen.
Op het oogenblik, dat we dit schrijven,
is het gerucht omtrent den val van Duna-
burg nog niet bevestigd.
.Wel worden de aanvallen op de stelling
der stad onafgebroken VooHg'ezet.
Als de aanval op de eene plaats wordt
gestaakt, begint onmiddellijk ergens anders
een nieuwe.
Op sommige plaatsen ligt het front nog
slechts 12 mijlen van de stad, in Welke»
verlaten straten het gedreun van het
zware geschut weerklinkt.
Nu Wilna genomen is, is de Val van
Dunaburg slechts een kwestie van tijd.
Avontuur van een Maastrichtschen jongen.
Te Maastricht is na een vrij' avon
tuurlijke reis in de ouderlijke woning wo
ning teruggekeerd de nauwelijks 16-jarigó
V". K. Zelf vertelt hij over zijn lotgevalltep
het volgende, dat We in „De Tijd" vinden:
Hij Werd aangeim'onstercl als lichtmatroos
op het s.s. „Noorddijk", clat 15 Mei IX
uit Rotterdam vertrok' naar NeW-York!,
om aldaar graan in te nemen. Dit Wasl do
eerste zeereis van den jeugdigen zeeman:
Den 29sten Mei kwam men in New-York
aam, en na een week' tevergeefs voor
graan gewacht te hebben, vertrok de
„Noorddijk" naar Galveston in Texas. Hier
Werd een lading graan aan boord, genomen,
maar toen bleek, dat het graan voor
Bordeaux bestemd was, weigerde de be
manning om voor dezelfde gage te varen
en verlangde het dubbele. Toen dit door
den kapitein, op last der maatschappij,
geweigerd werd, liet de bemanning zich
afmonsteren en vertrok de „Noorddijk'-'
met een nieuwe bemanning. De 29 man
der „Noorddijk", waaronder voornoemde
V. K., vervoegden zich bij den Nederl.
consul te Galveston, met het verzoek om
overtocht naar Nederland. Dit Werd hun
geWeigerd, omdat zij zelf verlangd hadden
afgemonsterd te worden. De bemanning
is toen uit elkaar gegaan, en de leden
hebben successievelijk plaatsing gevonden
op verschillende schepen. Voor den 16-
jarigen jongen is het verblijf te Galveston,
vooral toen de ontvangen gage opgeteerd
w'as, een heele dobber geweest, en meer
dan eens heeft hij. den nacht moeten door
brengen, slapende op het strand. Van al
lerlei baantjes heeft hij; er aan de hand
gehad om aan den k'ost te komen, zooals
b.v. eenige dagen kellner spelen. Verder
heeft hij dagen den post van kajuitsjongen
waargenomen op een kustsleepboot, maar
toen de afwezige kajuitsjongen, wiens
plaats hij had ingenomen, ten tooneele Ver
scheen, behoorde ook dit baantje voor hem
tot het verleden.
Na nog ©enigen tijd in Galveston rond
gezworven te hebben, waar hij den miees
ten steun van aldaar wonende Nederlan
ders genoot, vond hij eindelijk' een schip,
waarop hijl zich liet aanmonsteren als
„messroo-mboy". Het was het Engelsche
s.s. „Charterswell", dat graan aan boord
bad, geconsigneerd aan de Fransche re
geering. Hoewel hij zich aan hetzelfde
gevaar blootstelde, dat hij zou geloopen
hebben, als hij' op de „Noorddijk" geble
ven Was, nann hij' toc.h graag dienst op het
Engelsche schip, daar hij een bijna 4 maal
grootei© gage kreeg en trouwens, om daaf
uit Galveston wég te komen, zou hij zelfs
met den „Vliegenden Hollander" gevaren
hebben.
De plaats' van bestemming was Le
Havre, Na in Newport News kolen inge
nomen te hebben, stoomde men verder,
toen, 28 dagen na het vertrek1 .uit Galve
ston, de „Charterswell" in den grond
geboord werd door een Duitschen onder
zeeër, in de nabijheid der Scilly eilanden.
Hiervan, vertelt V. K. het volgende:
In het geheel kregen We een flink kwar
tier tijd ami het schip te verlaten. Toen
we tegen 7 uur goed en wel een pind
ervan afgeroëid waren, doorboorden de
Duitschers het schip met negen kogels.
Spoedig was er van de heele schuit niets
meer te zien.
Onze kapitein, die zag, hoe we naar
de plaats zaten te turen, waar ons schip
in de golven was verdwenen, beurde ons
Wat op, gaf ons ieder een sigaret en vroeg,
of we niet een mopje met hem wilden
zingen. ,Üat deden we dan ook, want,
merken lieten We den Duitschers er niets
van, dat we danig het land hadden.
Toen we weg wilden roeien, werden we
nog door de duikboot gepraaid. Ze vroe
gen aan den kapitein, of ze ons soms. eea|
eind op sleeptouw zouden nemen, maar
kalm wees onze kapitein deze beleefdheid:
van de hand met een krachtig „No!", dat
dootr de matrozen herhaald werd, en
hierop begonnen we naar de 80 K.M.
verafgelegen kust te roeien. In onze boot
bevonden zich, de kapitein meegerekend,
13 man; de andere 11 bevonden zich in
een andere boot. Tegen "half één zhgen
we een Noorsch schip, we heschen de
Engelsche vlag, maar wérden niet opge
merkt. Omstreeks 3 uur ontmoetten we
een Fransch schip, dat een Fransche mij:-
nenlegger bleek' te zijn, die ons opnam
en waar we goed werden ontvangen. De
mijnenlegger Werd tegen acht uur gepraaid
door een Nederlandsch schip dat 30 over
levenden van een getorpedeerde Belgische
tankboot aan boord bracht. Tusschen 5 en
6 uur kwamen we den volgenden morgen
te Brest aan, w'aar we zeer goed werden,
ontvangen. De kapitein ging naar den|
Engelschen consul en het gevolg van dit
bezoek was o.a., dat we 's middags naar
een kleedingmagaz'ijn gingen, Waar ieder
van ons verstrekt wérd, wat hij noodig
had. i 1
In Brest vertoefden We tot den volgen
den dag 6 uur, toen -we naar St. Malo
gingen, waar we weer een dag gebleven,
zijn. Daar kwamen we op het Engelsche
s.s. „Vera" en vertrokken naar Southamp
ton. Hier gingen We uit elkander. Som
migen moesten na,ar Cardiff, anderen Weer
ik 'weet niet waar naar toe. Ik zjelf moest
naar Londen en kreeg een brief mfae vooa
het „Seamen's Home" aldaar. Den volgen
den dag moest ik naar den Nederlandsöheni
consul, waar mij. een paspoort werd ver
strekt en toen naar het „Permit Office",
waar ik alles, wat me overkomen was,
haarfijn moest navertellen. Daar kreeg ik
mijn gage uitbetaald, werd naar Tilbury
gestuurd, en hier ging ik op de „Bataviea
IV" scheep naar Rotterdam. Dinsdag
kwam ik oln] 4 uur te Rotterdam aan
en landde te middernacht in de ouiderljjko
woning aan, waar ik den heelen nacht
door heb moeten vertellen van mijn eer
ste zteereis." j lil
Op de vraag, of hij er nog aan denkt,
Om weer te gaan varen, zóólang de oorlof
duurt, antwoordde hij: „Natuurlijk, wat
dacht u dan Zeker ga ik Weer Varen
en wel zoo gauw mogelijk. Jammer, dat
al mijn spullen in de pekel liggen!"!
Het is te hopen, dat zijn tweede reis
dan wat minder avontuurlijk is.
Korte Oorlogsberichten.
De handels.oorlog. De Engel
sche stoomboot „Linkmoor" (2746 netto
ton) is gezonken. De bemanning is gered.
Een telegram uit Odessa meldt, daf
Russische schepen door een Tui'ksch-Duit-
schen onderzeeër tot zinken zijn gebracht.
Deze verscheen onlangs in do Zwarte
Zee, en is, nu de operaties in die Rus
sische Wateren van die zee begonnen.
De Turken torpedeerien. löen
Engelsch schip. Het Turksche groot-
hoofdkwartier meldt
Een gedeelte van de Turksche vloot-
macht torpedeerde het geladicn Engelsche
stoomschip „Patagonia" (3653 netto ton)
en bracht het vlak voor de haven van
Odessa tot zinken.
Oostenïijksche artillerie verwoestte
de Servische verdedigingswerken aan de
beneden-Drina.
Russische torpedobooten hebben l ij
Sinope een met munitie geladen Turksche
vloot van zeilschepen in den grond ge
boord. 't Bericht komt uit Petrograd.
De kosten der spionnage.
Op _d© Engelsche begroeting is de post
voor „secret service" met 200,000 ver
hoogd, zóodat die over het komende be-
grootingsjaar. 350,000 zal bedragen.
Deze enorme sommen zijn langzamerhand
noodig geworden oim de regeering op did
hoogte te houden van de plannen en
daden van de andere. In 1886 werd slechts
60,000 voor dezen dienst uitgetrokken.
Op liet Russische front beginnen de
Duitsclie troepen op verschillende dee
len zich in te graven.
Van de Zeeuwse h-V 1 a a m-
sche grens. Als bewijs hoe streng de
Duitschers soms d© reizigers visiteeren
en optreden, kan dienen, dat zelfs kran
ten, waarin boterhammen gewikkeld zijn
van arbeiders, die in grensplaatsen wer
ken, moeten worden afgegeven.
In Rusland zijn de klassen 1916 tot
1912 (tweede reservé) en de klassen 1916
tot 1898 (le reserve) gemobiliseerd, he-
halve in. Polen, Cholm, den Kaukasus en
het Amoergebied. I
Een bezetting. Een Engelsch
blad meldt een bezetting van Oosten-
rijksch-Hongaarsch gebied door de Russen-
Frans Jozef-land, 200 mijlen ten Oosten
van Spitsbergen, dat eenige jaren geleden
bij toeval door een Oostenrijksch-Hon-
gaarsc-h onderdaan wérd ontdekt en sedert
als behooreude tot Oostenrijk-Hongarijo
werd beschouwd, blijkt kort na het uit
breken van den oorlog door een Russi
sche expeditie, die oorspronkelijk Was uit
getogen met het doel om zekere personen,
die daar gestrand Waren te redden, in
bezit te zijn genomen. Zij hebben er de
Russische vlag géplant.
Het bombardement van de
Belgische kust. Over de beschieting
van de Belgische kust vernemen wij] het
volgende: De Duitsche stellingen aan de
Belgische kust beginnen te Middelkerk-q
en loopen tot voorbij' Westende, w'aar zij
aan de Belgische stellingen te Lomb'artsi-
yde, aan deze zijde van de Yser, grenzen.
Op deze stellingen van de Duitschers
had do Belgische artillerie Van de landzijde
en het Engelsche vlootgesohut vair de
zee uit, het gemunt. Uren daverde hel
kanongebulder over Vlaanderen en vooral
dat van de schepen, trok de aandacht,
door het aanhoudend gerom'mel, dat geen
oogenblik scheen te worden onderbroken.
De posities te Westende en MiddelkerkJe,
benevens: die in de gehuchten langs dp
kust, zooals Raversyde en Slykbrugge,
kregen een regen granaten. Bij' vroegere}
beschietingen ..was reeds veel verwoest!
Sommige gebouwen, die tot militaire doel
einden worden gebruikt., hebben nu ook
veel geleden en vooral de loopgraven had
den het hard te verduren. Er is wéér heef
vrat naar toe gesleept voor de, herstelling.