Vrijdag 10 September 11)15 S!®e Jaargang No. 390 De Qro&tB Oorlog* Uit d8 Pers. *De Zeeuw Uitgave van de Naaral. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes-. LAN1E VORSTSTRAAT 210. Bureau te Middelburg; FIRMA F. P. DHUIJ - L. BUR6U Drukkers: Oosterbaan Le Coinire - Goes. De brochure van mr. Heemskerk. Tenslotte nemen wij over het gedeelte waarin mr. Heemskerk het meer persoon lijke in het geschil stipuleert. Het geschil dagteokent van na 1907. Ten onrechte aan dr. Kuypers zjj, want mr. Heemskerk heeft nooit op een constellatie als die van 1907 aangestuurd. Ten bewijze twee feiten „Het eerste feit betreft de Kabinets formatie van 1901, waaromtrent Dr. Kuy- per in een der driestarren heeft opge merkt ,da.t ik, hoewel de „eerstgteroepene", toen geweigerd heb in het kabinet zit ting te nemen. Daardoor is bij sommigen de indruk gewekt, alsof ik toen niet „naast" hem in het Kabinet wilde zit ten. Zoo is het niet. Ik heb bedankt, louter om persoonlijke omstandigheden!. Persoonlijke bezwaren had ik in 1908 ook, maar toen waren de eischen, die üe loop van de crisis stelde, zoo dringend, dat ik genoodzaakt was over mijn per soonlijke bezwaren heen te stappen. Die noodzaak' was er in 1901 niet, en ik Was niet de „eerstgeroe.pene". Wel had Dr. Kuyper mij, toen de uitslag der verkiezingen bekend was, en Vóórdat hem de Kabinetsformatie was op gedragen, tieir loops gezegd, 'dat ik nu maar Minister van Financiën moest worden, en had ik hem daarop geantwoord, dat dit, naar het mij voorkwam, minder in mijne lijn Lag, en dat ik in hooge mate betwijfelde' of ik Minister moest worden, maar nadat hein opdracht tot Kabinets formatie wias gegeven, heeft hij, mij tot op het laatste oogenbiik toe, er buiten gelaten.. Hij heeft alles overlegd, onge twijfeld met de heeren De Savornin Lobman en -Schaepman en gereed ge maakt zonder mij, en eerst op het aller laatst mij een tot zeer geringen omvang gereduceerd Departement aangeboden- En toch was mijne stemming zóo wel willend, dat ik neiging gevoelde het te aanvaarden. Ik deed het ten slotte niet, omdat persoonlijke omstandigheden, naar miji overduidelijk bleek, het mij -toen onmogelijk maakten. Ik was verwonderd, daarop van Dr. Kuyper te vernemen, dat hij mij onmisbaar had geacht. Dit was met den loop van de behandeling der zaak, waarbij ik buiten alles was gehou den, niet overeen te brengen, en daarop heb ik toen bescheidenlijk gewezen. Maar ik heb hot noch mij noch Dr. Kuyper daarover ooit moeilijk gemaakt, en het Kabinet-Kuyper in de Kamer en hij de verkiezingen van 1905 loyaal gesteund." Het tweede feit is dat Dr. Kuyper in 1905 in de Kamer had kunnen terugkee- ren. Van Alphen en anderen, boden hem .hun ztetel aan. Mr. Heemskerk deelt om standig mee dat hij na 't overlijden van mir. Okina, het Kamerlid voor Sneek, in 1905 er bij den heer Kuyper op aandrong om weer lid van de Kjamer te worden en zich candidtaat te laten stellen in Sneek. Deze wilde dit niet, omdat hij niet ge steld werd door de drie coalitie-partijen. Had Dr. Kuyper een candidatuur aanvaard, dan zou hij zelf de verantwoordelijkheid hebben gedragen inzake het blijvend ge deelte. De schrijver keert dan tot de crisis van f)ec. 1907 terug. Hij zegt dat. hij, voor hij de opdracht aanvaardde, over leg pleegde ook met Dr. Kuyper. „De bejegening, die ik van Dr. Kuyper in dien tijd ondervond, was onaangenaam, en heeft mij veel moeilijkheid bezorgd. Ik wenschte het daarheen te mogen lei den, dat in plaats van mij, Dr. Kuyper met de Kabinetsformatie werd belast en dat hij die op zich zou nemen; en weinig heeft het gescheeld, of ik had verklaard, de opdracht niet te kunnen aanvaarden. Ik heb de opdracht eerst aanvaard, toen het bleek dat zij moest aanvaard worden door mij, zou de rechterzijde niet haar rechtmatigbn invloed op den gang van 's lands zaken prijs geven." Mr. Heemskerk ondervond toen eigen aardige moeilijkheden van de zijde va.n Dr. Kuyper, maar hij dacht dat. dit wel veranderen zou, als deze, beter ingelicht, zijn Verdenking had laten varen. „Niettemin kreeg het Kabinet Voortdu rend in De Standaard allerlei spelde- prikklen, zioools over het „wagenschot", en zelfs schreef Dr. Kuyper in 19Ö8 een brief aan de kiesvereeniging te Ommen, waarin het werd voorgeisteld alsof het Ka binet, eerst minder beslist rechts, earn wending naar rechts had gemaakt, waar door het heim nu eerst mogelijk Averd het te steunen. Natuurlijk werd ook deze onjuiste voorstelling door mij namens het geheele Kabinet beslist terug geWezien, maar hiji had daarmede aan de linkerzijde een wapen in de hand gegeven, dat zij, aanvankelijk'vruchteloos, maar later met veel snccces, tegen ons heeft gehanteerd. Tot „bezieling" van de vrienden heeft k Dr. Kuyper door deze houding zeker niet bijgedragen. Den eenvoudigen steun, de saambindende medewerking, zooals wij die aan het Kabinet-Kuyper geschonken 1 hebben, en die ook de verschillende ele menten, waaruit de coalitie bestaat, bij eenhoudt, hebben wij van Dr. Kuyper niet gehad. Er was altijd een half verborgen Wantrouwen. Ik zal er slechts van zeggen, dat daar door de verhouding niet gemakkelijk was. Het is in het najaar van 1913 aan rnlij, en het is thans in het openbaar geble ken, dat bij dit alles de onware voor stelling, die Dr. Kuyper aangaande mijne bedoelingen koestert, (en wel zóoals nu blijkt al deze 7 jaar) een© groote rol, vermoedelijk de hoofdrol heeft, gespoeld. En als nu Dr. Kuyper bespeurt, dat er tusschen hem en mij ©ene verwijdering is ontstaan, dan heeft hij geen recht om te klagen, en te spreken van iets, dat den schijn nadert van een complot; hij heeft de verwijdering gemaakt, door iemand, die, welke ook zijn© fouten mogen zijn, juist niet complotteert, en juist van intrigues o.m listig een doel te bereiken of zich zelf op te dringen eon afkeer heeft, op zulk ©ene ongerijmde wijze te l»oordee- len, en hem te beschouwen en voor te stellen als een intrigant. Natuurlijk wordt de betrokken persoon daardoor afge- stooten. En hebben nu de driestarren de strek king om de breuk open te leggen, te heelen en tot verzoening en overleg te komen? Tot verzoening en overleg ook met mijIk moet er duide 1 ijfcr b 1 ijken van zi e n, dan d e genunï< nol er d e d r i e s t a r r e n V r s c ha ff® n. Zij maken het immers niet beter maar erger. Laat ons ten slotte bij dit punt stilstaan, want dit is het, waaromtrent klaarheid noodzakelijk is. Ik heb mij indertijd, reeds vóór de ge nummerde driestarren waren begonnen, naar aanleiding vair ©ene buitengewoon onjuiste opmerking van De Standaard aan het adres van mijn Kabinet de vraag veroorloofdWat beteekent, in heit „bestand",. dat vuren op eigen mannen? De Stand a a r d heeft daarin een soort verzoek om uitstel van executie gezien. Ten onrechte; door te wijzen op het bestand, wilde ik slechts de scherpte -der actie tegen de eigen mannen, die nu het ©enige mikpunt waren, doen uit komen. Ik vroeg: wiat be teek ent dit vuren op eigen mannen En op die vraag is nog 'geen duidelijk antwoord gegeven. De driestarren zeggen te bedoelen het openleggen en heelen van eenre breuk dus z'ij: moeten naar waarheid 'toonen wat er hapert, en den weg, banen tot ver zoening en overleg. Zij zijn, hoofdza- k el ij k, blijkens het postscriptum, gericht tegen mij- Zij zouden dus naar waarheid moe ten toonen rvat er hapert tusschen Dr. Kuyper en mij en den Aveg moeten banein tot verzoening en OAterleg tusschen Dr. Kuyper en mij. Maar zij leggen niet naar Avaarheid open, wat er hapert; integendeel z'ij geven'daar van een© voorstelling vlak in strijd mlet de Avaarheid, en dit geschiedt terwijl Dr. Kuyper daarbij geene rekening houdt met mijne uitdrukkelijk afgelegd© Aierkla- ring en regelrecht daartegen 'zijne voor stelling vasthoudt en Openlijk rerkbndigt. En men meene niet, dat ik' verzuimd heb Dr. Kuyper persoonlijk ook in den laat- sten tij-a op zijn dwaling, te Avijzten. Ik heb, eer het tot die openlijke Arerkondi- ging kwam, mijn plicht in .deze gedaan door hem op zijn onrecht in deze te wijzen. Hij heeft blijkens zijne genum merde driestarren mijn vpoord als niets geacht. Is dat den Aveg openen tot overleg? Of is het afsnijden van overleg? En als dan Dr. Kuyper vraagt: „zeg mijl toch wat Gij' van den leidei' verlangt", en die A-raag, gelijk moet Avorden aangeno men, ook tot mij1 gericht is, dan Vraagt hij naar den bekenden Aveg. Vooreerst moet hij begrijpen dat, na al wat ik hem! gezegd heb, ik hem niets meer kan zeggen; ten twteede moet het voor hem, die onrecht doet, niet moeilijk zijn om den aangeWezien weg voor zich te zien. En dus blijft de vraag bestaan: Avat beteekent dit vuren op eigen mannen? Als hjet niet den weg opent tot overleg, beteekent het dan, dat Dr. Kuyper iedere samenAverking. tusschen hem en mij', iede re medewerking van mij aan de taak der anti-revolutionaire partij' voor het vervolg wenscht onmogelijk te maken? In dat geval had hij betel' gedaan het ronduit te zeggen. Als hij had verklaard omtrent mijhe bedoelingen in 1907 een© voorstelling te hebben als wij nu hebben Aremomen dat ik wel is waar dit altijd ondubbel zinnig had betivist; dat hij niettemin die voorstelling maar niet van zich kon zet ten, al begreep hij u-el, daartoe Aierplicht te wezen; dat dit natuurlijk tusschen hem en mij ee.ne v erwïjder ing had gegeven; dat hijt met het oog op dit alles de onmo gelijkheid van overleg tusschen hem en mij begreep, en derhalve moest a'erlangen, dat ik in de anti-revolutionaire partij nimmer meer ©enigen uwloed zou uitoefe nen en geen aandeel meer in hare Av-'erk- Zaamheden zou hebben dan Avtere dit een zuiA^er optreden geweest, gegrond wiel is waar op ©ene dwaling, maar hel der en klaar. Ik zou dan, zelfs in de onredelijkheid van den eisch en in de dwaling, de op rechtheid gewaardeerd hebben, en niet bezwaard zijn geweest, want dat Dr. Kuy per over mijne bedoelingen denkt zooais hij doet, is ©ene zaak buiten mijhet is geheel Areor Zijne rekeningen politieke plannen heb ik op het oogenbiik in het geheel niet; ik sta buiten de politiek, en hoop er niet. in terug te treden, tenziji van eene roeping daartoe zieer duidelijk en afdoende mocht blijken. En van den anderen kaait: Avenschte hij Anerzoening en overleg, hij: had daar toe geene driestarren noodig. Hij' had mij slechts loyaal tegemoet te treden. Hoe 'men het ook neme, die driestarren hadden zóó niet behooren te verschijnen; z'ij zijn ©éne proeAre, hoe ©en partijleider, journalist, geAvezen Minister-President, omtrent een vroeger parlementair leider zijner partij, niet-journalist, ook geAAtezen Minister-President, niet moet schrijven. 'Het is eigenlijk te dAVaas, dat een man die zoo groote Averken heeft verricht als Dr. Kuyper, een strijdvraag van interne partij-politiek opAverpt op zóó onjuiste gegevens. Ik sta Dr. Kuyper niet in den Aveg, ik zit aan den Aveg. En al hebben de driestarren ergernis bij mij gewekt, ik koester geen wrok. AVetende, dat Voor ons allen, ook voor mij, a-ergeving het leven is, ben ik tot vergeving bereid. Volhardt hij in zijn onrecht, dan. hoop ik hem geen bitter Avoord toe te voegen. tl: Tot zooArer de brochure, welke av, na de resumtie der artikelen die beschuldi ging bedoelden, even kwistig meenden te moeten resumeeren. Morgen hopen wij een en ander uit de- heoordeelingen der verschillende lila- den in de rubriek „Uit de Pers" af te drukken. Thans alleen het slot van de driestar welke De Standaard en aan wijdt, en waarvan eigenlijk alleen de laatste volzin, welke wij: spatieeren, ons be langrijk schijnt in verband met den wensch dat alsnog alles sal reg kom: Gelijk men weet, en hier herinnerd Avordt, heeft Minister Heemskerk reeds in 1908, terstond na zijn optreden, er zich eAren stellig op toegelegd, om 'zoo pertinent het 'kon, te betoogen, dat er hoegenaamd geen politieke toeleg van wat aard ook, in December 1907, bij hem bestaan heeft. Het heeft hem dan ook blijkbaar Z©ei gedaan, dat desniettemin zijn toenmalig optreden met een politiek Schema in verband is gebracht. Niet enkel door ons, maai' ook in de pers van liberale richting. Met leedryezen ontAvaarden we dan ook, hoe dit politieke addertje hem! nog altoos zoo schier eeniglijlk bezig houdt, dat .geen enkele vingerwijzing van hem uitgaat, om, evenals wij bedoelden, op a'redeshei'stel tegen Juni 1917 aan te sturen. Natuurlijk zal er, althans in onze Anti-Revolutionaire partij', aa'©1 niemand zijn, die er ook maar aan denkt, te •vermoeden, dat hetgeen Mr. Heemskerk nu nogmaals zoo pertinent mogelijk Ver klaart, klaar en bewust tegen 'Zijn béter Aveten in zo ugaan. Daar denkt niemand aan. Als Mr. Heemskerk zich zoo pertinent, als hij 't ook thans weer doet, uitspreekt, ne men ook wij a'olgaarne aan, dat bij het neerschrijven van deac \rerklaring oprechtheid ook hier zijn pen bestuurde. Alleen maar, hiermee zlij'n Av© nog geen stap Arerder. Doen en bedoelen worden door den loop der dingen zoo vaak twtee. Wij Voor ons aanvaarden dezte uit spraak van zijn zelfbeAVUstziin vol gaarne. Toch komen Ave allicht nog op dit vlugschrift terug. Beknopt overzicht van den toestand. Het spréékt vanzelf, dat het aftreden van grootvorst Nicolai Nicolajewits en het opperbevtelhebbterscbap van den Tsaar OArer de Rufssischte legers groot opzien gebaard hebben, en dat de Pers er nog niet over kan zAV'ijigjen. Voor den grootvorst wordt de pil, die hem te slikken wordt gegeven, weliswaar verguld door een klinkende dankbetuiging Aran den Tsaar, Avaarin hem A-oorts het opporbevlel over de troepen in den Kauka- sus Avordt toe,vertrouAvdMaar zjj1 zal (er niet minder bitter om smaken. Laat ons zien, Avat de Duiitsche pers naar aanleiding van het gewichtige besluit heeft op te merken. Het Bert. Ta-geblatt zegt: „Niemand zal zich vergissen over de juist© reden, waarom de grootvorst tot A-ice-koning Aten den jKaukasus is benoemd. De grootvorst is verwijderd wijl hij de verantwoordelijkheid Aroor de Russische catastrophe in Polen en Galicië draagt en wijl met deze verschrikkelijke echecs zijn.invloed gebroken is. De „Vossische Zeitung" schrijft: Het is niet te verwachten, dat deze wisseling in het (Opperbevel in staat zal zijln iets aan den uitslag van den oorlog te veran deren. Eien gemeenschappelijke overeen stemmend©. militaire samenwerking is bjj de gealliëlerden onmogelijk, daar ieder van hen ©en ander politiek doel nastreeft. De „Lokal Anz." zegt: Naast de hooge militaire beteekenis van dé wisseling, in het commando met die ontheffing van den grootvorst uit het opper-commando ver liest de Russischle regeeringspartij] een harer sterkste steunpilaren. Wat men er ook van zégge- moge., het feit is in ieder geval Aran hooge politieke beteekenis. Er ligt het bewijs in van de toenemlende kracht der democratische strooming, die zich onder den druk van den oorlog in Rusland' aan het ontwikke len is, en, die het Tsarenrijk door liberale hervormingen in nieuiwe banen poogt te leiden. Hoe het zij' hiet Russische leger is onder zijd nieuwen bevelhebber reeds da delijk met sueoes werkzaam gteAveest. Men heeft gisteren reeds kuinnen lezen van de vooi'deelen, die de Russen behaald hebben aan de boven-Sereth bij' Tamopol. De bondgenooten hadden hier een krachtig offensief in dien zin, om de Rus sen te dwingen hun stellingen langs de Sereth in Galicië op te gfeven en ze tot het ontruimen van het laatste stuk Galicië, dat ze nog in hun macht hebben, te chvingen. De Russen voorkwamen echter dit of fensief en openden zelf een aanAtel, die hun een groot aantal gevangenen en een groote' buit in handen speelde, en waar door hun stellingen langs die Sereth voor- loopig Weer bevestigd en bekrachtigd wer den. Overigens spangen de bondg-euooien nog alle krachten in, om zich mieestea* ,te maken \ran den grootten strategischen spoorAveg in den rug d'er Russen, welke loopt van Riga over Dunaburg, Wilna, Lida,- Baxanówits'chi, Luninez, Sarny tot Rowno en Dubno en vandaar naar Lem- berg. Voor deze spoonvteg bereikt, is, zullen ze echter nog heel Avat moeilijkheden moeten ovlerwinnen. Temeer waar de Russen over enkele krachtig© natuurlijke vterdedigingsmidde» len beschikken. Nadat het bovenstaand© reeds AVas ge schreven, vlernamen av© den val van Dubno. Het Wéensche communiqué meldt d.d. 9 September: „Gisteren werd het Russische front ten Noorden van Olyka doorbroken. Dubno het tweede punt van det ves- ting'driehoek in Wolhynië is gtenomen. Gisterenmiddag1 rukte Oostenrijksche landAVeer-cavateri© de stad binnen. De stroomopAvaarts gelegen sperforten zijn in ons bezit". De beteekenis van dit feit zal den lezer thans wel duidelijk zijn. De Russische OAterwinningsberichten wérden ©enigszins voor ons gevoe] slechts een weinig geneutraliseerd door het volgende Berlijpsche bericht „Het officiëelle Russische- rapport van 8 September over successen bij! Tarnopol heeft betrekking qp gebeurtenissen, die in het Dnitsche rapport van 8 September gteschilderd zijn. Het Russische rapport is, gelijk ieder deskundige aanstonds bijl nauwkeuriger 'onderzoek erkennen moet, tot een klaar blijkelijk doel \©rzonnen om de overne ming Aten het opperbevel door den Tsaar door verzonnen succiessen te verheer lijken". Onze algemleene hoofdindruk na de ge beurtenissten van de laatste weken zouden wijl niettemin als volgt vallen Aveergeven Gezien hiet feit, dat de terugtocht der Russen nagencneg tot. staan is gekomen; hun ongebroken kracht len onges'chokt mo reel; hun bekendheid met het voor de VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG, Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post, f 1.25 Losse nummers0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels f 0.50, iedere regel meer 10 ct, 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend, Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels f 1. iedere regel meer 10 cl centralen zeer ongunstige terrein, gezien! het demienti van alle vredesgeruchten, en gegeAien de naderende winter, verloopt de strijd in het Oosten, Avelke tot roor kort een zlegjetocht voor de centralen be loofde te wordien en de hoop op een spoe dige n vrede verlevendigde, in een uitput tingsoorlog, die het gansch-e winterseizoen zal duren en nog langer, en die van beide partijbn meer energie dan slachtoffers zal eischen. In het Westen komt er leven en bewe ging onder de ingegraven legers. In de Argonnen vielen de Duitschers aan en behaalden zij groot succes. Ia Argonne, aldus het officaëele stafhe- rioht uit Berlijln, rekten gisteren ten Noord-Oosten van Vi-enne-fe-Chateau onze regimenten uit Würbemberg en Lotharin gen tot den aapval op. I M li De door de artillerie voortreffelijk ge steunde aanvallende infanterie stelde zich tover een frontbreedte van meer dan twee kilometer en een diepte van 300 tot 500 meter in bet bezit der vijandelijke stellin gen en van verscheidene steunpunten van het door de Franschen veelgenoemde ver dedigingswerk Marie-Therèse. Dertig officieren en 1999 man werden gévangen genomen; 48 machinegeAveren, 54 naijtnwerpers ten één revolverkanon buit gemaakt. 't Schijnt den Duitschei-s ernst te zijn met hun pogingen hier het front der geal lieerden te forceereB, -j >j JIjjJM Drie dagen op den bodem der ree. Naar de „Secoio" meldt, heeft die be manning] Aten den Italiaanschen onderzeeër „Nereïde" het volgende 'verschrikkelijk avontuur medegemaakt. De „N-ereïde" maakte ben verkennings tocht door de Adriatische Zee, toen zij door een naderenden Oostenrijkschen on derzeeër bedreigd Werd. Dflar de. Itali- aansche commandant biji het dreigende gevaar geen andere uitkomst zag, gaf hij beA-el te duiken, en Aveldra lag de onder zeeër op den bodem. Toen teehtei' de ma chines weder in Averking zouden gesteld worden, bleek, dat het mecanisme niet gehoorzaamde. Het Avas onmogelijk d© boot Aveder te doen stijgen. Officieren en matrozen begonnen met koortsachtigen ijver te werken. Alle in aanmerking ko mende machine-deielen Averden uit elkaar geschroefd, terwijl uur aan uur in pijnlijke onzekerheid verliep. Reeds hadden eenige matrozen alle kracht verloren, toten het defect ontdekt werd. ZiOventig uren waren verloopen. De machine werd hersteld en en de „Nereïde" verscheen weder aan de oppervlakte. Tengevolge van de gewel dige inspanning en opAvinding waren drie van de veertien manschapplen overleden. De andere AVeren totaal uitgeput. De heer Oost veroordeeld. Een tijd geleden is gemeld, dat onze vroegere landgenoot, de hear H. Oost, secretaris Aten generaal De Wet, tijdens de rebellie, op 13 Aug. te Bloemfontein is a'eroordeeld tot een jaar gevangenis- sfraf. De „Volksstem" meldt, dat de heer Oost na de uitspraak verzocht iets te mogen zeggen, hetgeen hem Averd toege staan. De veroordeelde sprak' toen 't volgende tot 't Hof: i, „U het daarnet in uav opsomming, voor afgaande aan die uitgespraak, gesê, dat ik mij] „selfs sover Arergeet het", dat ik in die geveg van Doornberg twee gewonde gevangene gesiaan liet- Dis onwaar, en ik wil vertel Avat gebeur het. Ik do© dit nie om' die vonnis veranderd te krij, maar ik aaóI nie hè, dat daar door u 'n blaam op mij: naam geworpe word nie. Selfs die ed.agb. Prokureurgeneraal het gister, toen hij die beskuldigings teun mij ingebreng het, ook niet gesê, dat ik twen gewonde prinoniers sou geslaan het." De Voorz. Rechter (in 't Engels tot de Prokureur-Genl.)„Maar u heeft dit gezegd: ik heb 't altans zo verstaan." De Prokureur-Genl. (Aveifelend)„Yes, 'nu yes." De Voorzittende Rechter (top veroordeel de): „En uav Advokaat heeft dat niet tegengesproken." Adv. P. Fischer„Ik heb niet gehoord, dat 't gezegd is, want dan had Ik 't zeker tegengesproken, Mnr. Oost had mij 't voorval Arerteld, zoals 't wterkelik ge beurd is." 'c De veroordeeld© (voortgaande). „Wat gebeur 't, is als Arelg. Op Doornberg het hul konunandant generaal de Wet sij liefste seun Danie met nege van ons beste kerels doodgeskieto n d e r die wit Vlag En toen ons die gevangene in hand© krij', Was daar één, 'n zekere De Klerk, wat lach, toe ons van die Wit vlag sij Arer- raad gepraat 't. Ik het toe „mijself ver geet", as u dit so- Avil noem, en ik het die 'kerel met die kolf van die gtelwjeer net hier op die arm geslaan. Die gevan-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1