Vrijdag 10 September 11)15 S!®e Jaargang
No. 390
De Qro&tB Oorlog*
Uit d8 Pers.
*De Zeeuw
Uitgave van
de Naaral. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes-.
LAN1E VORSTSTRAAT 210.
Bureau te Middelburg;
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BUR6U
Drukkers:
Oosterbaan Le Coinire - Goes.
De brochure van mr. Heemskerk.
Tenslotte nemen wij over het gedeelte
waarin mr. Heemskerk het meer persoon
lijke in het geschil stipuleert. Het geschil
dagteokent van na 1907. Ten onrechte
aan dr. Kuypers zjj, want mr. Heemskerk
heeft nooit op een constellatie als die
van 1907 aangestuurd. Ten bewijze twee
feiten
„Het eerste feit betreft de Kabinets
formatie van 1901, waaromtrent Dr. Kuy-
per in een der driestarren heeft opge
merkt ,da.t ik, hoewel de „eerstgteroepene",
toen geweigerd heb in het kabinet zit
ting te nemen. Daardoor is bij sommigen
de indruk gewekt, alsof ik toen niet
„naast" hem in het Kabinet wilde zit
ten. Zoo is het niet. Ik heb bedankt,
louter om persoonlijke omstandigheden!.
Persoonlijke bezwaren had ik in 1908
ook, maar toen waren de eischen, die
üe loop van de crisis stelde, zoo dringend,
dat ik genoodzaakt was over mijn per
soonlijke bezwaren heen te stappen. Die
noodzaak' was er in 1901 niet, en ik
Was niet de „eerstgeroe.pene".
Wel had Dr. Kuyper mij, toen de
uitslag der verkiezingen bekend was, en
Vóórdat hem de Kabinetsformatie was op
gedragen, tieir loops gezegd, 'dat ik nu maar
Minister van Financiën moest worden,
en had ik hem daarop geantwoord, dat
dit, naar het mij voorkwam, minder in
mijne lijn Lag, en dat ik in hooge mate
betwijfelde' of ik Minister moest worden,
maar nadat hein opdracht tot Kabinets
formatie wias gegeven, heeft hij, mij tot
op het laatste oogenbiik toe, er buiten
gelaten.. Hij heeft alles overlegd, onge
twijfeld met de heeren De Savornin
Lobman en -Schaepman en gereed ge
maakt zonder mij, en eerst op het aller
laatst mij een tot zeer geringen omvang
gereduceerd Departement aangeboden-
En toch was mijne stemming zóo wel
willend, dat ik neiging gevoelde het te
aanvaarden. Ik deed het ten slotte niet,
omdat persoonlijke omstandigheden, naar
miji overduidelijk bleek, het mij -toen
onmogelijk maakten. Ik was verwonderd,
daarop van Dr. Kuyper te vernemen, dat
hij mij onmisbaar had geacht. Dit was
met den loop van de behandeling der
zaak, waarbij ik buiten alles was gehou
den, niet overeen te brengen, en daarop
heb ik toen bescheidenlijk gewezen. Maar
ik heb hot noch mij noch Dr. Kuyper
daarover ooit moeilijk gemaakt, en het
Kabinet-Kuyper in de Kamer en hij de
verkiezingen van 1905 loyaal gesteund."
Het tweede feit is dat Dr. Kuyper in
1905 in de Kamer had kunnen terugkee-
ren. Van Alphen en anderen, boden hem
.hun ztetel aan. Mr. Heemskerk deelt om
standig mee dat hij na 't overlijden van
mir. Okina, het Kamerlid voor Sneek, in
1905 er bij den heer Kuyper op aandrong
om weer lid van de Kjamer te worden en
zich candidtaat te laten stellen in Sneek.
Deze wilde dit niet, omdat hij niet ge
steld werd door de drie coalitie-partijen.
Had Dr. Kuyper een candidatuur aanvaard,
dan zou hij zelf de verantwoordelijkheid
hebben gedragen inzake het blijvend ge
deelte.
De schrijver keert dan tot de crisis
van f)ec. 1907 terug. Hij zegt dat. hij,
voor hij de opdracht aanvaardde, over
leg pleegde ook met Dr. Kuyper.
„De bejegening, die ik van Dr. Kuyper
in dien tijd ondervond, was onaangenaam,
en heeft mij veel moeilijkheid bezorgd.
Ik wenschte het daarheen te mogen lei
den, dat in plaats van mij, Dr. Kuyper
met de Kabinetsformatie werd belast en
dat hij die op zich zou nemen; en weinig
heeft het gescheeld, of ik had verklaard,
de opdracht niet te kunnen aanvaarden.
Ik heb de opdracht eerst aanvaard, toen
het bleek dat zij moest aanvaard worden
door mij, zou de rechterzijde niet haar
rechtmatigbn invloed op den gang van
's lands zaken prijs geven."
Mr. Heemskerk ondervond toen eigen
aardige moeilijkheden van de zijde va.n
Dr. Kuyper, maar hij dacht dat. dit wel
veranderen zou, als deze, beter ingelicht,
zijn Verdenking had laten varen.
„Niettemin kreeg het Kabinet Voortdu
rend in De Standaard allerlei spelde-
prikklen, zioools over het „wagenschot",
en zelfs schreef Dr. Kuyper in 19Ö8 een
brief aan de kiesvereeniging te Ommen,
waarin het werd voorgeisteld alsof het Ka
binet, eerst minder beslist rechts, earn
wending naar rechts had gemaakt, waar
door het heim nu eerst mogelijk Averd het
te steunen. Natuurlijk werd ook deze
onjuiste voorstelling door mij namens het
geheele Kabinet beslist terug geWezien,
maar hiji had daarmede aan de linkerzijde
een wapen in de hand gegeven, dat zij,
aanvankelijk'vruchteloos, maar later met
veel snccces, tegen ons heeft gehanteerd.
Tot „bezieling" van de vrienden heeft
k
Dr. Kuyper door deze houding zeker niet
bijgedragen. Den eenvoudigen steun, de
saambindende medewerking, zooals wij
die aan het Kabinet-Kuyper geschonken
1 hebben, en die ook de verschillende ele
menten, waaruit de coalitie bestaat, bij
eenhoudt, hebben wij van Dr. Kuyper niet
gehad. Er was altijd een half verborgen
Wantrouwen.
Ik zal er slechts van zeggen, dat daar
door de verhouding niet gemakkelijk was.
Het is in het najaar van 1913 aan rnlij,
en het is thans in het openbaar geble
ken, dat bij dit alles de onware voor
stelling, die Dr. Kuyper aangaande mijne
bedoelingen koestert, (en wel zóoals nu
blijkt al deze 7 jaar) een© groote rol,
vermoedelijk de hoofdrol heeft, gespoeld.
En als nu Dr. Kuyper bespeurt, dat er
tusschen hem en mij ©ene verwijdering
is ontstaan, dan heeft hij geen recht om
te klagen, en te spreken van iets, dat den
schijn nadert van een complot; hij heeft
de verwijdering gemaakt, door iemand, die,
welke ook zijn© fouten mogen zijn, juist
niet complotteert, en juist van intrigues
o.m listig een doel te bereiken of zich
zelf op te dringen eon afkeer heeft, op
zulk ©ene ongerijmde wijze te l»oordee-
len, en hem te beschouwen en voor te
stellen als een intrigant. Natuurlijk wordt
de betrokken persoon daardoor afge-
stooten.
En hebben nu de driestarren de strek
king om de breuk open te leggen, te
heelen en tot verzoening en overleg te
komen? Tot verzoening en overleg ook
met mijIk moet er duide 1 ijfcr
b 1 ijken van zi e n, dan d e genunï<
nol er d e d r i e s t a r r e n V r s c ha ff® n.
Zij maken het immers niet beter maar
erger.
Laat ons ten slotte bij dit punt stilstaan,
want dit is het, waaromtrent klaarheid
noodzakelijk is.
Ik heb mij indertijd, reeds vóór de ge
nummerde driestarren waren begonnen,
naar aanleiding vair ©ene buitengewoon
onjuiste opmerking van De Standaard
aan het adres van mijn Kabinet de vraag
veroorloofdWat beteekent, in heit
„bestand",. dat vuren op eigen mannen?
De Stand a a r d heeft daarin een
soort verzoek om uitstel van executie
gezien. Ten onrechte; door te wijzen op
het bestand, wilde ik slechts de scherpte
-der actie tegen de eigen mannen, die nu
het ©enige mikpunt waren, doen uit
komen. Ik vroeg: wiat be teek ent dit
vuren op eigen mannen En op die vraag
is nog 'geen duidelijk antwoord gegeven.
De driestarren zeggen te bedoelen het
openleggen en heelen van eenre breuk
dus z'ij: moeten naar waarheid 'toonen wat
er hapert, en den weg, banen tot ver
zoening en overleg. Zij zijn, hoofdza-
k el ij k, blijkens het postscriptum, gericht
tegen mij-
Zij zouden dus naar waarheid moe
ten toonen rvat er hapert tusschen Dr.
Kuyper en mij en den Aveg moeten banein
tot verzoening en OAterleg tusschen Dr.
Kuyper en mij.
Maar zij leggen niet naar Avaarheid open,
wat er hapert; integendeel z'ij geven'daar
van een© voorstelling vlak in strijd mlet
de Avaarheid, en dit geschiedt terwijl
Dr. Kuyper daarbij geene rekening houdt
met mijne uitdrukkelijk afgelegd© Aierkla-
ring en regelrecht daartegen 'zijne voor
stelling vasthoudt en Openlijk rerkbndigt.
En men meene niet, dat ik' verzuimd heb
Dr. Kuyper persoonlijk ook in den laat-
sten tij-a op zijn dwaling, te Avijzten. Ik
heb, eer het tot die openlijke Arerkondi-
ging kwam, mijn plicht in .deze gedaan
door hem op zijn onrecht in deze te
wijzen. Hij heeft blijkens zijne genum
merde driestarren mijn vpoord als niets
geacht.
Is dat den Aveg openen tot overleg?
Of is het afsnijden van overleg?
En als dan Dr. Kuyper vraagt: „zeg
mijl toch wat Gij' van den leidei' verlangt",
en die A-raag, gelijk moet Avorden aangeno
men, ook tot mij1 gericht is, dan Vraagt hij
naar den bekenden Aveg. Vooreerst moet hij
begrijpen dat, na al wat ik hem! gezegd
heb, ik hem niets meer kan zeggen; ten
twteede moet het voor hem, die onrecht
doet, niet moeilijk zijn om den aangeWezien
weg voor zich te zien.
En dus blijft de vraag bestaan: Avat
beteekent dit vuren op eigen mannen?
Als hjet niet den weg opent tot overleg,
beteekent het dan, dat Dr. Kuyper iedere
samenAverking. tusschen hem en mij', iede
re medewerking van mij aan de taak der
anti-revolutionaire partij' voor het vervolg
wenscht onmogelijk te maken?
In dat geval had hij betel' gedaan het
ronduit te zeggen.
Als hij had verklaard omtrent mijhe
bedoelingen in 1907 een© voorstelling te
hebben als wij nu hebben Aremomen
dat ik wel is waar dit altijd ondubbel
zinnig had betivist; dat hij niettemin die
voorstelling maar niet van zich kon zet
ten, al begreep hij u-el, daartoe Aierplicht te
wezen; dat dit natuurlijk tusschen hem
en mij ee.ne v erwïjder ing had gegeven;
dat hijt met het oog op dit alles de onmo
gelijkheid van overleg tusschen hem en
mij begreep, en derhalve moest a'erlangen,
dat ik in de anti-revolutionaire partij
nimmer meer ©enigen uwloed zou uitoefe
nen en geen aandeel meer in hare Av-'erk-
Zaamheden zou hebben dan Avtere dit
een zuiA^er optreden geweest, gegrond
wiel is waar op ©ene dwaling, maar hel
der en klaar.
Ik zou dan, zelfs in de onredelijkheid
van den eisch en in de dwaling, de op
rechtheid gewaardeerd hebben, en niet
bezwaard zijn geweest, want dat Dr. Kuy
per over mijne bedoelingen denkt zooais
hij doet, is ©ene zaak buiten mijhet is
geheel Areor Zijne rekeningen politieke
plannen heb ik op het oogenbiik in het
geheel niet; ik sta buiten de politiek,
en hoop er niet. in terug te treden, tenziji
van eene roeping daartoe zieer duidelijk
en afdoende mocht blijken.
En van den anderen kaait: Avenschte
hij Anerzoening en overleg, hij: had daar
toe geene driestarren noodig. Hij' had mij
slechts loyaal tegemoet te treden.
Hoe 'men het ook neme, die driestarren
hadden zóó niet behooren te verschijnen;
z'ij zijn ©éne proeAre, hoe ©en partijleider,
journalist, geAvezen Minister-President,
omtrent een vroeger parlementair leider
zijner partij, niet-journalist, ook geAAtezen
Minister-President, niet moet schrijven.
'Het is eigenlijk te dAVaas, dat een man
die zoo groote Averken heeft verricht als
Dr. Kuyper, een strijdvraag van interne
partij-politiek opAverpt op zóó onjuiste
gegevens.
Ik sta Dr. Kuyper niet in den Aveg,
ik zit aan den Aveg. En al hebben de
driestarren ergernis bij mij gewekt, ik
koester geen wrok. AVetende, dat Voor ons
allen, ook voor mij, a-ergeving het leven
is, ben ik tot vergeving bereid. Volhardt
hij in zijn onrecht, dan. hoop ik hem
geen bitter Avoord toe te voegen.
tl:
Tot zooArer de brochure, welke av, na
de resumtie der artikelen die beschuldi
ging bedoelden, even kwistig meenden te
moeten resumeeren.
Morgen hopen wij een en ander uit
de- heoordeelingen der verschillende lila-
den in de rubriek „Uit de Pers" af te
drukken.
Thans alleen het slot van de driestar
welke De Standaard en aan wijdt,
en waarvan eigenlijk alleen de laatste
volzin, welke wij: spatieeren, ons be
langrijk schijnt in verband met den
wensch dat alsnog alles sal reg kom:
Gelijk men weet, en hier herinnerd
Avordt, heeft Minister Heemskerk reeds
in 1908, terstond na zijn optreden, er
zich eAren stellig op toegelegd, om 'zoo
pertinent het 'kon, te betoogen, dat er
hoegenaamd geen politieke toeleg van
wat aard ook, in December 1907, bij
hem bestaan heeft.
Het heeft hem dan ook blijkbaar Z©ei
gedaan, dat desniettemin zijn toenmalig
optreden met een politiek Schema in
verband is gebracht. Niet enkel door
ons, maai' ook in de pers van liberale
richting.
Met leedryezen ontAvaarden we dan
ook, hoe dit politieke addertje hem! nog
altoos zoo schier eeniglijlk bezig houdt,
dat .geen enkele vingerwijzing van hem
uitgaat, om, evenals wij bedoelden, op
a'redeshei'stel tegen Juni 1917 aan te
sturen.
Natuurlijk zal er, althans in onze
Anti-Revolutionaire partij', aa'©1 niemand
zijn, die er ook maar aan denkt, te
•vermoeden, dat hetgeen Mr. Heemskerk
nu nogmaals zoo pertinent mogelijk Ver
klaart, klaar en bewust tegen 'Zijn béter
Aveten in zo ugaan.
Daar denkt niemand aan. Als Mr.
Heemskerk zich zoo pertinent, als hij
't ook thans weer doet, uitspreekt, ne
men ook wij a'olgaarne aan, dat bij
het neerschrijven van deac \rerklaring
oprechtheid ook hier zijn pen bestuurde.
Alleen maar, hiermee zlij'n Av© nog
geen stap Arerder.
Doen en bedoelen worden door den
loop der dingen zoo vaak twtee.
Wij Voor ons aanvaarden dezte uit
spraak van zijn zelfbeAVUstziin vol
gaarne.
Toch komen Ave allicht nog op dit
vlugschrift terug.
Beknopt overzicht van den toestand.
Het spréékt vanzelf, dat het aftreden
van grootvorst Nicolai Nicolajewits en
het opperbevtelhebbterscbap van den Tsaar
OArer de Rufssischte legers groot opzien
gebaard hebben, en dat de Pers er nog
niet over kan zAV'ijigjen.
Voor den grootvorst wordt de pil, die
hem te slikken wordt gegeven, weliswaar
verguld door een klinkende dankbetuiging
Aran den Tsaar, Avaarin hem A-oorts het
opporbevlel over de troepen in den Kauka-
sus Avordt toe,vertrouAvdMaar zjj1 zal (er
niet minder bitter om smaken.
Laat ons zien, Avat de Duiitsche pers
naar aanleiding van het gewichtige besluit
heeft op te merken.
Het Bert. Ta-geblatt zegt:
„Niemand zal zich vergissen over de
juist© reden, waarom de grootvorst tot
A-ice-koning Aten den jKaukasus is benoemd.
De grootvorst is verwijderd wijl hij de
verantwoordelijkheid Aroor de Russische
catastrophe in Polen en Galicië draagt
en wijl met deze verschrikkelijke echecs
zijn.invloed gebroken is.
De „Vossische Zeitung" schrijft: Het
is niet te verwachten, dat deze wisseling
in het (Opperbevel in staat zal zijln iets
aan den uitslag van den oorlog te veran
deren. Eien gemeenschappelijke overeen
stemmend©. militaire samenwerking is bjj
de gealliëlerden onmogelijk, daar ieder
van hen ©en ander politiek doel nastreeft.
De „Lokal Anz." zegt: Naast de hooge
militaire beteekenis van dé wisseling, in
het commando met die ontheffing van den
grootvorst uit het opper-commando ver
liest de Russischle regeeringspartij] een
harer sterkste steunpilaren.
Wat men er ook van zégge- moge., het
feit is in ieder geval Aran hooge politieke
beteekenis. Er ligt het bewijs in van de
toenemlende kracht der democratische
strooming, die zich onder den druk van
den oorlog in Rusland' aan het ontwikke
len is, en, die het Tsarenrijk door liberale
hervormingen in nieuiwe banen poogt te
leiden.
Hoe het zij' hiet Russische leger is
onder zijd nieuwen bevelhebber reeds da
delijk met sueoes werkzaam gteAveest.
Men heeft gisteren reeds kuinnen lezen
van de vooi'deelen, die de Russen behaald
hebben aan de boven-Sereth bij' Tamopol.
De bondgenooten hadden hier een
krachtig offensief in dien zin, om de Rus
sen te dwingen hun stellingen langs de
Sereth in Galicië op te gfeven en ze
tot het ontruimen van het laatste stuk
Galicië, dat ze nog in hun macht hebben,
te chvingen.
De Russen voorkwamen echter dit of
fensief en openden zelf een aanAtel, die
hun een groot aantal gevangenen en een
groote' buit in handen speelde, en waar
door hun stellingen langs die Sereth voor-
loopig Weer bevestigd en bekrachtigd wer
den.
Overigens spangen de bondg-euooien nog
alle krachten in, om zich mieestea* ,te
maken \ran den grootten strategischen
spoorAveg in den rug d'er Russen, welke
loopt van Riga over Dunaburg, Wilna,
Lida,- Baxanówits'chi, Luninez, Sarny tot
Rowno en Dubno en vandaar naar Lem-
berg.
Voor deze spoonvteg bereikt, is, zullen
ze echter nog heel Avat moeilijkheden
moeten ovlerwinnen.
Temeer waar de Russen over enkele
krachtig© natuurlijke vterdedigingsmidde»
len beschikken.
Nadat het bovenstaand© reeds AVas ge
schreven, vlernamen av© den val van
Dubno.
Het Wéensche communiqué meldt d.d.
9 September:
„Gisteren werd het Russische front ten
Noorden van Olyka doorbroken.
Dubno het tweede punt van det ves-
ting'driehoek in Wolhynië is gtenomen.
Gisterenmiddag1 rukte Oostenrijksche
landAVeer-cavateri© de stad binnen. De
stroomopAvaarts gelegen sperforten zijn
in ons bezit".
De beteekenis van dit feit zal den lezer
thans wel duidelijk zijn.
De Russische OAterwinningsberichten
wérden ©enigszins voor ons gevoe]
slechts een weinig geneutraliseerd door
het volgende Berlijpsche bericht
„Het officiëelle Russische- rapport van
8 September over successen bij! Tarnopol
heeft betrekking qp gebeurtenissen, die
in het Dnitsche rapport van 8 September
gteschilderd zijn.
Het Russische rapport is, gelijk ieder
deskundige aanstonds bijl nauwkeuriger
'onderzoek erkennen moet, tot een klaar
blijkelijk doel \©rzonnen om de overne
ming Aten het opperbevel door den Tsaar
door verzonnen succiessen te verheer
lijken".
Onze algemleene hoofdindruk na de ge
beurtenissten van de laatste weken zouden
wijl niettemin als volgt vallen Aveergeven
Gezien hiet feit, dat de terugtocht der
Russen nagencneg tot. staan is gekomen;
hun ongebroken kracht len onges'chokt mo
reel; hun bekendheid met het voor de
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG,
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post, f 1.25
Losse nummers0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels f 0.50, iedere regel meer 10 ct,
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend,
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels f 1.
iedere regel meer 10 cl
centralen zeer ongunstige terrein, gezien!
het demienti van alle vredesgeruchten, en
gegeAien de naderende winter, verloopt
de strijd in het Oosten, Avelke tot roor
kort een zlegjetocht voor de centralen be
loofde te wordien en de hoop op een spoe
dige n vrede verlevendigde, in een uitput
tingsoorlog, die het gansch-e winterseizoen
zal duren en nog langer, en die van beide
partijbn meer energie dan slachtoffers zal
eischen.
In het Westen komt er leven en bewe
ging onder de ingegraven legers.
In de Argonnen vielen de Duitschers
aan en behaalden zij groot succes.
Ia Argonne, aldus het officaëele stafhe-
rioht uit Berlijln, rekten gisteren ten
Noord-Oosten van Vi-enne-fe-Chateau onze
regimenten uit Würbemberg en Lotharin
gen tot den aapval op. I M li
De door de artillerie voortreffelijk ge
steunde aanvallende infanterie stelde zich
tover een frontbreedte van meer dan twee
kilometer en een diepte van 300 tot 500
meter in bet bezit der vijandelijke stellin
gen en van verscheidene steunpunten van
het door de Franschen veelgenoemde ver
dedigingswerk Marie-Therèse.
Dertig officieren en 1999 man werden
gévangen genomen; 48 machinegeAveren,
54 naijtnwerpers ten één revolverkanon buit
gemaakt.
't Schijnt den Duitschei-s ernst te zijn
met hun pogingen hier het front der geal
lieerden te forceereB, -j >j JIjjJM
Drie dagen op den bodem der ree.
Naar de „Secoio" meldt, heeft die be
manning] Aten den Italiaanschen onderzeeër
„Nereïde" het volgende 'verschrikkelijk
avontuur medegemaakt.
De „N-ereïde" maakte ben verkennings
tocht door de Adriatische Zee, toen zij
door een naderenden Oostenrijkschen on
derzeeër bedreigd Werd. Dflar de. Itali-
aansche commandant biji het dreigende
gevaar geen andere uitkomst zag, gaf hij
beA-el te duiken, en Aveldra lag de onder
zeeër op den bodem. Toen teehtei' de ma
chines weder in Averking zouden gesteld
worden, bleek, dat het mecanisme niet
gehoorzaamde. Het Avas onmogelijk d©
boot Aveder te doen stijgen. Officieren en
matrozen begonnen met koortsachtigen
ijver te werken. Alle in aanmerking ko
mende machine-deielen Averden uit elkaar
geschroefd, terwijl uur aan uur in pijnlijke
onzekerheid verliep. Reeds hadden eenige
matrozen alle kracht verloren, toten het
defect ontdekt werd. ZiOventig uren waren
verloopen. De machine werd hersteld en
en de „Nereïde" verscheen weder aan
de oppervlakte. Tengevolge van de gewel
dige inspanning en opAvinding waren drie
van de veertien manschapplen overleden.
De andere AVeren totaal uitgeput.
De heer Oost veroordeeld.
Een tijd geleden is gemeld, dat onze
vroegere landgenoot, de hear H. Oost,
secretaris Aten generaal De Wet, tijdens
de rebellie, op 13 Aug. te Bloemfontein
is a'eroordeeld tot een jaar gevangenis-
sfraf. De „Volksstem" meldt, dat de heer
Oost na de uitspraak verzocht iets te
mogen zeggen, hetgeen hem Averd toege
staan.
De veroordeelde sprak' toen 't volgende
tot 't Hof: i,
„U het daarnet in uav opsomming, voor
afgaande aan die uitgespraak, gesê, dat
ik mij] „selfs sover Arergeet het", dat ik
in die geveg van Doornberg twee gewonde
gevangene gesiaan liet- Dis onwaar, en
ik wil vertel Avat gebeur het. Ik do©
dit nie om' die vonnis veranderd te krij,
maar ik aaóI nie hè, dat daar door u 'n
blaam op mij: naam geworpe word nie.
Selfs die ed.agb. Prokureurgeneraal het
gister, toen hij die beskuldigings teun mij
ingebreng het, ook niet gesê, dat ik twen
gewonde prinoniers sou geslaan het."
De Voorz. Rechter (in 't Engels tot
de Prokureur-Genl.)„Maar u heeft dit
gezegd: ik heb 't altans zo verstaan."
De Prokureur-Genl. (Aveifelend)„Yes,
'nu yes."
De Voorzittende Rechter (top veroordeel
de): „En uav Advokaat heeft dat niet
tegengesproken."
Adv. P. Fischer„Ik heb niet gehoord,
dat 't gezegd is, want dan had Ik 't
zeker tegengesproken, Mnr. Oost had mij
't voorval Arerteld, zoals 't wterkelik ge
beurd is." 'c
De veroordeeld© (voortgaande). „Wat
gebeur 't, is als Arelg. Op Doornberg het
hul konunandant generaal de Wet sij
liefste seun Danie met nege van ons beste
kerels doodgeskieto n d e r die wit Vlag
En toen ons die gevangene in hand© krij',
Was daar één, 'n zekere De Klerk, wat
lach, toe ons van die Wit vlag sij Arer-
raad gepraat 't. Ik het toe „mijself ver
geet", as u dit so- Avil noem, en ik het
die 'kerel met die kolf van die gtelwjeer
net hier op die arm geslaan. Die gevan-