Maandag 6 September 1915 39e Jaargang Nn, 386 De Groote Oorlog. Ce Belgische Archieven. x Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes. LAM *E VORSTSTRAAT 210. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ L. BUR6, Drukkers: Oosterbaan Le Cointre Goes. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers f 1ÜS ,0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels /"0.50, iedere regel meer 10 ct, S maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. li. De .zoogenaamde onthullingen uit de Belgische archieven loopen over de ja fen i907 enz. Koning Edward, in weer wil van Keizer Wilhelms pogingen ora zijn oom in het gevlei te komen, legdio 't steeds toe op isoleering van Duitsch- tand. Dat wil zeggen hij trachtte Europa te bewegen Duitsohland zooveel mogelijk tegen te werken. Daartoe bracht hij een bezoek aan President Loubet in Frank- rijk; en iaan Koning Alphons in Spanje. Zijn bezoek aan Spanje had het sluiten van verdragen ten gevolge die ten doel hadden de Middellandsche Zee voor Duitschliand en voor Duitschlands toen malige bondgenooten in te perken. Dit laatste bezoek werd door do Bel gische gezanten te Berlijn en - te Londen, ongeveer gelijktijdig, scherp gekenschetst als een nieuwe schrede op den wieg naai! de "isoleering van Duitschland. De Bel gische gezant te Berlijn, baron Greindl, merkt op: „De ijver om de mogendheden, die door niemand bedreigd worden z.g. tot vexdedigingsdoeleinden bijeen te- brem gen, kan terecht verdacht schijnen". Do Belgjsche gezant te Parijs wijst waaïscihu- wend op de ernstige gevaren, waaraan Frankrijk zich blootstelt door zich door de Engelsche regeering op sleeptouw te laten nemen. Baton Greindl wijst er in zijn rapport van 30 Mei op, hoe weinig kans er be staat, dat het bezoek van Engelsche jour nalisten aan Duitschland tot meetr dan tot schijnbare en tijdelijke verbetering in de Duitsch-Engelsche betrekkingen kan leiden. Want, schrijft hij, Engeland is ge woon geen mededingers te hebben; het houdt elke concurrentie voor een betreden van tot Engeland behoorend terrein. En geland, dat sedert eeuwen allo Vreemde vloten vernietigde, neemt den schij'n aan alsof het de Duitse he oorlogs marine moet vreezen, terwijl toch in werkelijkheid Duitschland alles te vreezen heeft, dat in plaats van zijn betrekkingen tot Enge land te verscherpen, steeds vooretellen deed om ib'e pogen toenadering tot En geland te verkrijgen. Zeer uitvoerig gaat de gezant in op het verloop van het j-ournali-stenbezoek. Hij herinnert aan de uitstekende redevoering van den onderstaatssecretaris Von Mühl- berg, en wijst er op, dat Sir Edward Las- celles gedurende twaalf jaar ijverde voor betere betrekkingen tusschen béide volko ren. Maar alle bemoeiingen mislukten door de persoonlijke politiek van koning Ed ward en het drijven van de Engelsche pers, die, zooals reeds vroeger graaf La- laing, de Belgische gezant te Londen, had uiteengezet, de openbare meening vergif tigde en daarbij door den koning werd gesteund, die zijn persoonlijken invloed in dienst stelde van de anti-Duitsche isoi- leeringspolitiek. Over het Fransch-Japansche verdrag en het spoedig daarop (30 Aug. 1907) gesloten Russisch-Engelsche verdrag zegt Greindl Zij schijnen, als zij geen geheime bepalin gen bevatten, slechts gesloten te zijn om Duitschland bij een regeling van de alge- meene belangen, weder voorbijl te gaan. Deze voorzichtigheidsmaatregelen tegen gevaren, welke slechts in de verbeelding bestaan, zijn blijkbaar genomen om bij de volkeren de meening te wakken en te voeden, dat Duitschland de macht is, die aanvalspogingen koestert, teigjen welke macht de andere mogendheden zich moe ten verbinden. Naar aanleiding Van de beschieting, van Gasablanca en de daarmee samenhan gende plannen, welke in een redevoering Van Delcassé (den Franschen minister van buitenl. zaken, die 't op een oorlog meft Duitschland toelegde) tot uitdrukking kwa men, 'rapporteert de Belgische zaakgelas tigde iDÓoartier te Londen zijn indruk ken.- Ook baron Greindl schrijft over deze rede van Delcassé en komt daarbij tot deze conclusie„De door Koning Ed ward onder het voorwendsel Europa te gen het denkbeeldige Duitsche glevaar to beschermen gevoerde politiek heeft een maar al te tastbaar Fransch gevaar doen ontstaan, hetwelk in de eerste plaats onjs, cl. i. België, bedreigt." Men ziet wel hoe in al deze brief wisselingen jsoig; voor Duitschlands en België'» belangen izich uitspreekt. Zelfs in het vorige jaar nog waren de Belgische gezanten aan de boven der gïoote mogendheden zoo stellig mogelijk in hunne opvattingen omtrent de Entente en het streven van Rusland. Zij critiseeren de staatkunde van Grey, den Engelschen minister van buitenland- sohe zaken en nog op 2 Juli spraken zij de verwachting Uit. dat Rusland zich niet scharen zou aan de zijde der Ko ningsmoordenaars van Sërajewo. Het in de laatst© jaren meer en meer open baar geworden streven der Entente-mo- gendheden om Duitschland en zijn Oos- teimjk-Hoixgaarscben bondgenoot in te sluiten en het vergrooten der militaire macht te land en ter zee, die de Entente in een overwegende positie bracht ten opzichte der geïsoleerde centrale mogend heden, werden door de Belgische gezan ten met bezorgdheid gade geslagen. Graaf de Lalaing, de gezant te Londen, consta teerde Grey's politiek een gevaar voor zwakke Staten en in de aanleiding der invoering van den drie-jarigen diensttijd de agitatie van bepaalde groepen. Ba ron Guillaume, de gezant te Parijs, schreef den 16en Januari 1914: Het schijnt mij zeker toe, dat wij er meer belang bij zouden hebben de politiek van Caillaux, van de radicalen en de radicaal-socialisten m'et succes bekroond te zien. Het waren Poincaré, Delcassé, Millerand en hun Vrienden die dé" nationalistische, mili- tairistische en Panslavistische politiek uit gevonden en gevoerd hebben. Zij- is een gevaar voor Europa en voor België. Daar in zie ik het groot© gevaar, dat heden den vrede in Europa bedreigt. En ba ron Bteyens, de gezant te Berlijn, opvol ger van Greindl, toonde in een telegram van 24 April 1914 aan dat 'de invloed van den oorlogszuchtigen Russischen g©- zant te Parijs, Is-wolki, op do Fransche staatkunde .zelfs den Franschen gezant te Landen, Camban, te lastig werd, en hij spreekt de hoop uit, dat deze intrigante diplomaat den Tsaar spoedig te Londen zal vertegenwoordigen. Guillaume schreef 10 Maart 1914: Het feit, dat Poincaré gedwongen Was de macht aan Caillaux over te dragen, ter wijl hij haar- aan Doumergue toever trouwde, heeft hem ten zeerste ontstemd. Hij zag daarin een mislukking der' mili taristische en nationalistische politiek, die hij systematisch heeft gevoerd sinds hij als Minister-President aan de spits der regeering werd gesteld. Tezamen met Del cassé, Millerand en enkele andeilen ver kondigde Poincaré onophoudelijk een po litieke en militaire herleving van Frank rijk, samengaande met het scheppen Van nauwere betrekkingen met Rusland. Hij ging als minister-president naar Peters- burg. Binnen enkele maanden zou hij daar als president der Republiek terug- keeren. Hij zond voor korten tijd Delcassé daar heen, dien hij met de opdracht had belast met alle middelen en weldaden van het Fransch-Russisohe Bondgenoot schap in het licht te stellen en het groot© Tsarenrijk tot een uitbreiding van zijn militaire voorbereidingen te brengen. Diezelfde gezant beschiüdigt het Fran- sche ministerie-Barthou „een toeneming der militairistisch© neigingen in Duitsch land" te hebben veroorzaakt. Beyens verwachtte zelfs d'at bij het on verhoopt uitbreken van een Duitsch-Fran- schen oorlog Engeland aan de zijde van Frankrijk ?ou staan en in dat geval het te Vreezen was „dat Engelsche soldaten België zullen binnenrukken om ons bij de Verdediging van onze neutraliteit daar mede bij te staan, dat zij! ons al Van to voren compro-mitteeren". Ook Guillaume verwachtte zulk een vérbond, want „zij die twee jaar geleden nog bevreesd waren alleen reeds bij het aanroeren van mo gelijke moeilijkheden tusschen Frankrijk en Duitschland, .uiten zich thans iin een geheel anderen toon. Zij beweren z|eke!ï van "de overwinning te zijn". Wij zouden deze uitspraken met nog vele dergelijke kunnen Vermeerderen. Zij getuigen elk op zichzelf evenwel reieds genoegzaam; van den nuchteren kijk dezer Belgen op de feiten en hunne genegen heid voor Duitschland. Daarom te meeï moet het Duitschland hinderen dat het dit neutrale land zich tot vijand gemaakt heeft. Wij weten wel dat er zelfs in België nog mensehen zijn die 't er voor hou den dat Duitschland niet anders kon; doch 'hiertegenover staat dat ook België niet anders mocht. Alleen een spoedige vrede, volledg© ver goeding 'van alle schaden en eerbiedi ging van de eigendomsrechten van de zen .diep gegriefden kleinen Staat zou, dunkt ons, eenige verzachting kunnen veroorzaken van het vonnis door België, en niet alleen door België, over Duitsch lands daad geveld. Ut-kmipt overzicht van der> toestand De Amerikaansche Pers gaat voort met het publiceeren van meded-eelingein, welke betrekking hebben op vredesvoorstellen, die door Duitschland gedaan zouden zijn. Weliswaar veronderstelt de „World", dat de genoemde voorwaarden door Duit sche agenten bij wijze van proef worden bekend gemaakt en merkt het blad op, dat het Amerikaansche volk te veel er varing heeft van de sluwheden van de beroepspolitici om niet politieke snake rijen direct te kunnen onderscheiden, maar toch vermag dit niet de geruchten den kop in te drukken. Zonder al te veel geloof te hechten aan de bijzonderheden, die reeds Warden gelanceerd, willen wij ze toch even nader beschouwen. De .„Tribune" van Chicago publiceert 'n telegram van een oorlogscorrespondent, die in nauwe betrekking staat tot het Duitsche gezantschap te Washington, en die de concessies van de Duitschers op het gebied van den onderzoeërsoorlog toe schrijft aan den wensch van Duitschland om zich de hulp van president Wilson, het hoofd van de grootste neutral© natie den wereld, te verzekeren tot het herstel van den vrede, op een tijdstip, dat de Duitsche wapenen nog op het hoogtepunt staan van het succes. i Eenigen tijd geleden zou graaf Bern- storff den keizer het volgende telegram gezonden hebben: „Naar mijn meening, kan de vrede alleen dooi; den invloejd van den .president der Vereenigd© Staten tot stand "komen". De keizer nu zag de noodzakelijkheid in om zijn moreele positie tegenover Ame rika Ito versterken voor hijl de bemiddeling van Wilson vroeg. Daarom zal ook de Duitsche campagne om de sympathie van het Amerikaansche volk te winnen, in het licht van de lessen van den oorlog met volle kracht worden voortgezet. Indien de president er voor zou zijn te vinden om aan Duitschland zijn diensten aan te bieden als bemiddelaar, zou Duitschland dit ontwijfelbaar aan no men. Duitschland zou dan de volgende eischen stellen: 1. Die stichting van een onafhankelijk koninkrijk Polen, als een bufferstaat tus schen Rusland en Duitschland. 0. Het afstaan door Rusland van een gedeelte van, of van geheel Koerland aan Duitschland. 3. Rusland zal de autonomie van Fin land verklaren. 4. De verdeeling van Servië tusschen Oostenrijk' en Bulgarije, met, mogelijk een klein stuk van Servië voor Griekenland. 5. Afstand van. den Bjelgisohen Kongo aan Duitschland als vergoeding voor do ontruiming van België. 6. Afstand van koloniaal gebied van Afrika door Frankrijk aan Duitschland ter vergoeding voor de ontruiming van Noord-Frankrijk door de- Duitschers. 7. Herstel van de Duitsche kolonies in Afrika door Engeland. 8. Het sluiten van een internationale overeenkomst over de „Vrijheid ter zee", waarbij gegarandeerd wordt, dat de parti culiere eigendommen op zee onschend baar zullen zijn Voor de vlootkrachten. Aan deze voorwaarden werd door een ambtenaar van het Duitsche gezantschap nog toegevoegd 9. De -erkenning van de rechten der Jp- den over de geheel© wereld. De correspondent van de „Times" te Washington geeft een rij vredesvoorwaar den, welke in hoofdzaak weinig van do Voorgaande verschillen. We schrijven da volgende "over: Bessarabië, dat thans aan Rusland toe behoort, moet, vpor zoover het aan de Zwarte Zee ligt, aan Roemenië wotrden afgestaan. België wordt lals onafhankelijke staat hersteld en zijn neutraliteit weder gega randeerd. Dat gedeelte van den Elzas, dat in handen is van de Franschen, blijft een deel van het Duitsche rijk. Er wordt een schadevergoeding betaald om Duitschland de kosten van de mili taire operaties te vergoeden. Nu welft het feit, dat uit tweeërlei bron een verlanglijstje is voortgekomen niet bepaald vertrouwen. Men is dan gauw; geneigd aan politieke snakexijen te den ken. "Anderzijds leent men gaarne het oor aan verklaringen als van dien ambte naar aan het Duitsche gezantschap, die gezegd zou hebben, dat de voornaamste bedoeling met de nota inzake den onder zoeërsoorlog Was het hanen van den weg voor den vrede. Daarbij komt dit nog: Het Duitsche gezantschap te Washing ton ontVangt thans dagelijks journalisten, wien de voorwaarden worden medege deeld, waarop Duitschland Vrede wil slui ten, om die onder 'tvolk bekend te ma ken. De journalisten mogen zo dan aan hun lezers bekend maken als kamende „uit gezaghebbende bron", doch niet „of ficieel". Een en ander is wel geschikt om ont spanning 'te brengen in den gedrukten toestand. Alom begint de hoop op een spoedig herstel van den vrede te herf leven. Immers in het tegenwoordige stadium van den krijg, terwijl de positie van Ger man ia schitterend is, kan Duitschland het best de vredesonderhandelingen inleiden. Het kan, dunkt -ons, zijn naam slechts ten goede komen; en niemand zal den indruk kunnen krijgen, dat het voor on dergang vreezende naar den vrede haakt. Toch zij het noodige voorbehoud in acht genomen. Men mocht eens de dupe worden van de pyactijken van geweten- looze politici! Tot slot nog enkele aanteekeningen om trent den strijd. Een Engelsch blad meent de wonde plek bij het Russische rijk gevonden te hebben. „De Doema en. h-et Volk, zegt het, bei- grijpen, dat de tegenslagen in Galicië en Polen niet te wijten zijn aan fouten van het leger, nog minder aan een tekort in aantal, doch alleen aan de gewone tekortkomingen van het bureaucratische bestuur". v Een deel der Italiaansche pers denkt er intusschen anders -over. Wel wordt algemeen toegegeven, dat dje terugtocht der Russen meesterlijk is, doch een van de bladen k-omt verklappen, dat de Russische troepen uitgeput raken en dat een afleiding door een offensief op het westelijk front en aan de Dardanellein dringend noodigi is. Daar de Duitschers en Oostenrijkers over veel mper oorlogs materiaal beschikken dan de Russen, zijn laatstgenoemden in een hachelijke posi tie geraakt. De Russische legers, nu wordt beweerd, hebben een tijdlang rust drin gend noodig, zij; zijn door de voortdurende gevechten afgemat. Het koant er vooral op aan de Dardanellen ten spoedigste te farceeren. I l Doch zelfs" met den Franschen slag is dit nog niet gelukt. Nu zal Italië aan de actie deelnemen, op verlangen van de Entente natuurlijk. De hoop der Entente om Bulgarije Voor haar belangen te winnen zal wel vervlo gen zijn. Naai" uit Lugano, aan de- Vossische Ztg." wordt gemeld, komt de Idea Nazio- nale er rond voor uit, dat niet meer getwijfeld kan wprden aan de totstand koming van het .tSRfcig tusschen Turkije en Bulgarije. Het zföü naïef zijn, zegt het hlad, de heteekenis ervan te ontkennen. De onderhandelingen, die Bulgarije nu nog "ruet ligt viervoudig verband voert, zijn Zonder belang. In plaats van een nieuwen vijand in z'n rug, krijgt Turkije alzoo -een vijand meer voor z'n poort. 1 Da toekomst van België. Prof. dr. J. G. Sleeswïjk, die onlangs een reis, lieeft gemaakt naar Duitschland en' daarvan de „reisindrukken" publiceert in De Toekomst, brengt daarin ditmaal ook de toekomst van -België na den oorlog ter sprake. Hij deelt o. m'. het volgende mee: Door niemand heb- ik inlijving; van Belgisch grondgebied bij! Duitschland hoo ien verdedigen. Dit is geen toevalligheid, want ik heb mïj|n licht allerminst bij- één politieke groep opgestoken. Zijl, die ach. ter de schermen kunnen zien, achten annexatie van België uitgesloten. En vol mondig kwam de erkenning er bij hen uit „In het as-simileeren van vreemde volken zijn wij niet gélukkig' geweest". Mien ziet tegen nieuwe experimenten op. Dit wil natuurlijk niet zeggen, dat men België niet zon beschouwen als een kostbaar pand, dat zeker belangrijke compensaties; waard is. Hoe langer do bezetting duurt hoe hooger de losprijs zal moeten zijn! Toch is hiermede nog lang niet alles giezegd. Want en hier ligt het kritieke punt een volkomen herstel van het Koninkrijk België gelijk het was vóór den oorlog, ook dat is uitgesloten zoolang Duitsohliand nog invloed zal kunnen uit oefenen op den loop der vredesonderhan delingen. Aan dit denkbeeld zal men zich moeten gewennen. Zelfs een democraat als Naumann is van meening!, dat Duitsch land den plicht heeft te zorgjen, dat België niet meer zal kunnen zïjjn. een centrum voor Fransch-Engelsche politieke intriges. België, zooals het was vóór dén oorlog, is een blijvend gevaar voor de ruist van Duitschland, en voor den Europeeschen -vrede. Intusschen, ook al is men het eens oVar deze beide uitersten: geen volkomen her- stel' en geen annexatie, hierin ligt nog slechts een dubbele ontkenning. En bjj het antwoord op de vraag: wat dan. wel? daar komen eerst de moeilijlkhedesn. Het aanstaande vredescongres zal over België moeten beschikken, geilijk het con gres van Weenen over Polen. Da „Hesperian" getorpedeerd. Het Engelsche stoomschip „Hesperian" van de Allan-lijjn (bruto 10920, netto 6124 ton) van Liverpool naar Montreal met 700 passagiers en 250 man -equipage is nabij Faistnet zonder waarschuwing getorpe deerd. Tal van passagiers, waaronder twintig; gewonden, 'zijn ,te Qjneems'town aan gekomen. Drie reddingsbooten zijn om geslagen. De overlevenden kwamen zonder klee ding1 te QneenstoWn aan. Ook een zeilschip is tot zinken ge bracht. Lloyds meldt nader: De kapitein en twintig leden der bemanning blijven aan boord. De passagiers en een gedeelte dot bemanning zijln te Qmeenstown geland. De „Hesperian" zonk niet, doch Werd naai1 Qneenstown gesleept. De Allan-lijjn verklaart, dat alle pas sagiers en ook de bemanning gered zijln. De Amerikaansche consul te Queens- town meldt, dat geen Amerikanen aan boord van de „Hesperian" het leven ver loren. j 1 I ftj Scherpe critiek. De militaire medewerker van de Times onderwerpt het militaire beleid van Enge land aan een scherpe critiekHet begin van den oorlog tot nu geeft een doorloo- ponde reeks: van fouten te zien. De onmacht der munitieverzorging, de poging den dienstplicht in te voeren, de mislukking in Antwerpen en de expeditie naar de Dardanellen waren allemaal gfoote fouten, waarvan de uitwerking nog gevoeld wordt. Wij werden strategisch niet geleid, doch lieten ons drijlven. Wan neer de beschikbare troepen in den zomler naar Frankrijk gebracht waren, haddein wij op een meer actief, misschien beslist aan deel' aan het Fransche offensief kunnen rekenen. De exeditio naar de Dardanellen was een ernstige, maar tweederangs operatic, die echter bij slagen -enorm' voordeel be loofde. Engteland voerde haar echter van het begin af op dilettantistische en pralen de manier uit. Er Werden te weinig' troe pen aangevoerd en een sterk leger mot ammunitie aan het Fransche front ont trokken op het oogpnblik, toen 't werke lijke leger zijn groote poging deed. Wij trachtten twee jassen uit één lap te snij den, met het resultaat, dat we ons aan beide fronten niet st'erk léger mét ammu nitie aan het Fransche toestand van Mei 1915 -schiep, is geen goed woord waard. De kunst, overal te Zwak te zijln, om! iets te kunnen bereiken, wordt in geen énkele school geleerd. Niemand weet, waar onze Regeering die wïjlsheid opdeed. De Regee ring' had bij het begin van den oorlog een dubbele taak: verzekering van Engeland's veiligheid en uitvorsching, waar het be slissende punt van het hoofdoorlogstoo- neel- lag1 en daar alle beschikbare krachten heen te zenden. Het h o o f<1 o o rl o gs terrein is voor ons Frankrijk en Vlaanderen. Een elders be reikt resultaat kan de nederlaag in Frank rijk niet -goed maken. Het resultaat in Frankrijk werd door de fouten onzer Re geering belet. In welken toestand zullen wijl ons be vinden, indien Rusland verslagen is en de légers van den vijland naar het Westen stroomen? Onze -strategen kijken naar te veel' dingten tegélijk -en onze Regeering ziet niet' ongestraft alle leerregelen en ervaringen van de meesljetrs in de oorlogs kunst over het hoofd. De Rcgöering deed sinds Aug!. 1914 niets dan ze verwaar- loozen. Wij .oogsten de vruchten van deze oner varenheid. Korte Oorlogsberichten. Een overwinningsbericht in de loopgraven. In de „Berliner Morgenpost" vertelt een medewerker, die in het westen te velde staat, ho© de val van Warschau in -Zijn compagnie bekend werd. De compagnie stond met aangegespt© stormbagage gereed om in de loopgraven te trekken. M'an achter m|an, het eerat de

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1