Woensdag 1 September 1915
29e Jaargang
ilheid.
te koop.
Peren
ten,
iV>. ZH2
DERS."
tak tapete.
De Greote Oorlog.
gen con-
ij andere
lbouwers.
Biezeiinge.
TE KOOP
|tandigheden
leikkoeien,
ipaarden,
jknecht,
[ersknecht,
;nechf
lersknecht
I Leerling.
mstbode.
leid
-*PS§
Boonen, Lijnkoek,
ioyakoek, Boonen-
enmeel, Maismeel,
rint, enz., enz.
A L
loon, bekend met
>k bereid als ver
treden of een be-
m. Adres Firma
latige Gerst,
imstadter Rogge,
lhelmina,
hr andere soorten.
Bring voorhanden.
pnd,
Ie hofstede „Oost-
„Noord-Kraaijert"
GEUZE, bij wien
lomen.
mg vee, bij
te Westkapelle.
koop
ïdbouwwerk. Te
tD, Hotel Fukken,
|E, Wolfaartsdijk.
ld aan
ten en Manden*
/en onder letter
|dit blad te Goes.
it gevraagd
SR, Korte Kerk
ser
te Grijpskerke
jraagd
Ellewoutsdijk.
aankomende
bekend met
LE COINTRE,
ikkerij, Stations-
tegenwoordige,
JMAN, Goes.
tegenwoordige
SUWENHUIZE,
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes;
LAN 5E VORSTSTRAAT 2t»0
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUÏJ - L. BURG,
Drukkers:
Oosierbaan L© Cointre - Goes.
'De Zeeuw
Talma
Oud-mi nis (er Talma heeft zijn omvang
rijke taak .bij de vcldprediking moeten
neerleggen. „Overwerkt" is de slotsom
van zijn gewichtige n arbeid.
Voor dezen veel-werkenden, energie-
ken man een zeel' harde en zwarte be
proeving.
In de Kamerzitting van 26 October
1910, toen hij als minister een scherpen
aanval van het Kamerlid Van Idsinga
legen zijn beleid af te weren had, sprak
hij deze merkwaardige woorden
„Ik geloof, dat de taak, die ieder
mensch, ook een Minister, in zijn leven
te vervullen heeft, zoo gewichtig is,
dat, wie ernstig leeft, telkens gevoelt,
dat hij tekort schiet in vermogen, om
alle vragen, die hem gesteld worden,
in de practijk van het leven naar' eisch
te beantwoorden. Maar ik geloof ook,
dat, wanneer een mensch zich trouw
stelt voor d!e vervulling van zijn toe
ping, God hem de noodige wijsheid
geeft, en dat een mensch wijs doet,
■om zijn werk niet in zelfvertrouwen,
maar in dat. vertrouwen te doen. Ik
weet, dat dat vertrouwen nooit
beschaamd wordt".
Moge deze Wetenschap, dit bergten-
verzettend geloof, hetwelk den minister
bekwaamde, ook de troost van den ïeetoar
en veldprediker zijn.
Ons volk bidde veel om de oprichting
van zijn eminenten vriend, den Staats
man en Evangeliebelijder, den onbaatzuch-
tigen patroon van Patrimonium, den trou
wen oud-Raadsman der Kroon.
Een zedelijk fiasco.
.Men heeft van vrijzinnige zijde bewie'crd
da.t de kerk onmachtig was gebleken den
oorlog tegen te houden.
Indien de kerk het aangewezen instituut
op aarde was, om tegen het oordeel der
Schrift in, dat er oorlogen zullen zijn
tot aan het einde 'der eeuwen, vrede te
brengen, dan hebben deze oppervlakkig®
exitikeerders gelijk. Maar 'de kerk ia
zoodanig instituut, niet. Veel meer mag
men, op het standpunt van het ongeloof,
de Beschaving hiervoor houden.
De Beschaving, zoo leeraarde men aan
dien kant, de beschaving zou de men-
scluen braaf maken, de idyllische samen
leving, met algemeenen menscttanmin
tot grondslag, vestigen, den vrede, op aar
de verduurzamen
Zoo Zongen Liberaal en Sociaal De
mocraat en Vrij Socialist u uit allo
toonaarden Voor.
Doch helaas, de Beschaving is reedis
lang mei; schaamrood aangezicht Van de
slagvelden teruggekeerd, en heeft zich in
haar tent teruggetrokken.
Ook zij bleek onmachtig.
Zoo volgt het eene fiasco het andere.
Een modern predikant, cLr. Hooykaas,
die in H e t 'H a n d e 1 s b Ta d religieuise
artikelen schrijft, erkent openlijk ook door
de openbare school te zijn teleurgesteld.
Had reeds een halve eeuw geleden een
modern professor, Opzoomer, verklaard
dat hetgeen men zo-u uitgeven aan open
baar onderwijs op de uitgaven voor de
gevangenissen zou worden uitgespaard,
een uitspraak die later op grond der er
varing is ingetrokken, thans legt ook
evengenoemde doctor een tcekenjendid be
kentenis of.
„Zoovelen", schrijft hij, „gingen het er
voor houden dat het Koninkrijk Gods
door de straatpolitie en de openbare
school zich ging verwerkelijken. Doch
de waarheid is dat wij in een z.g. orde
lijke en vredige samenleving, er even vei"
van af (zijn) als in den huidigen jam
mer, waarover iedereen zijn afschuw
laat hoeren".
Ook dit instituut bracht teleurstelling.
Hetgeen niet te verwonderen is, bij de
zonderlinge opvattingen omtrent neutra
liteit, welke het ex op na houdt.
Ons Persoverzicht in dit no. van ons
blad is in dit opzicht weer leerrijk. 8
Alleen ran het Christelijk onderwijs,
gegeven door mannen, welke leven uit
het wiaarachtig, levend, Christelijk geloof,
is heil te verwachten. Altijd voor zoover
mogelijkwant de Profetie heeft ook haar
rechten en de heerschappij der zonde
wordt in deze bedeeling niet geheel teniejt
gedaan.
s
Arm Rusland.
De overwinningen der Centralen op de
Russen afgedacht van sympathieën
Voor een der oorlogvoerenden' - wekken
mededoogen met Arm Rusland.
Schier geen land ter wereld waar men
koo de schrille tegenstelling vindt tus
schen aan één kant opgestapelde rijk
dommen, en de ellende van de armoede,
als in Rusland
Dit geldt vooii' Polen zoowel als vooSc
Petersburg, voor Finland zoowel als voor
de Krim, voor Siberië als voor Kau-
kasië.
Hier komt dan nog bij de hebbelijk
heid der Russen om den oorlog nog schrik-
keiijker te maken dan hij reeds is.
Overal waar de Rus zijn standaard
plant, brengt hij verarming; en overal
waar hij zijn matten oprolt, sticht hij
verwoesting.
Afpersing gaan hem voor waar hij
kamt, brandstichting vergezelt hem, wan
neer hij henengaat, en wat hij achterlaat
zijn ruïnes.
Gezwegen nog Van de duizenden onge-
lukkigen die hij voor zich uitdrijft, of
als schilden gebruikt, tegen de vijandelijke
kogels.
Rusland is op ieder terrein achterlijk.
Het presteert niet naardat het groot is.
Ook zijn hedendaagsche staatkunde doet
Vel eens de vrees bekruipen, als zouden,
zijn grootmachten met blindheid geslagen
zijn.
Immers Rusland kon als stootblok tus-
schen het Christelijk Europa en het Hei-
densche Azië "zoo goede diensten bewij
zen aan Europa en aan het Christendom.
Doch zie nu vereenigt het zich met
andere Christennatiën en het heideinischlo
Japan om twee Christenvolken uit te
roeien, en jn die poging, zichzelf voor
wie weet hoeveel jaren machteloos- en
krachteloos te maken.
En dat tegenover Japan, den geduch-
ten Boeddhist, die slechts wacht op het
uur dat hij zijne cohorten over Europa
kan loslaten, om de volken van Euro-pa
te verpletteren.
Op den somberen heirweg die van Azië
naar Europa voert, ligt Siberië. Gelijk Bel
gië voor West- en Polen voor Oost-Ëuropa,
zoo zal Siberië eenmaal voor Azië het
schouwtooneel bieden van een bloedigen
volkerenkrijg.
Althans in Japan denkt men er zoor
over.
Immers nog niet lang geleden heeft de
Japansche staatsman, .graaf Okuma, ge
zégd „In het midden der 20e eeuw zul
len wij in de steppen van Siberië tegen
Europa strijden om de heerschappij1 over
de wereld".
Arm Rusland, mogen wij wol zeggen,
dat het dit niet schijnt te willen geloo
ven, en in plaats van tegen het Duit-
sche zich niet tegen het Japansohe ge
vaar wapent.
D-e Japanner kan wachten.
Maar te avond of morgen kamt hij op
Europa los. En het schijnt niet onmoge
lijk, dat liet alsdan niet alleen Rusland,
maar ook het overige Europa aan de
noodige verweerkracht zaJ ontbreken.
Ook met het oog hietrop ware een spoe
dige vrede zoo zeer gewenscht.
Klanken van Vrede
Klinkt krachtig op, gij klokken van vrede
Uw klank overstemme het klett'ren van
['t zwaard.
Vertoedert de strijdende„volk'ren der aard',
Vermurwt ze en brengt ze tot rede!
Uw too verklank brenge het wreede
En 't bloedigle wapen, dat niemand spaart
En zooveel1 ellende en droefheid baart.,
Weer terug1 in de rustige scheed®.
Laat dan uw blijde klanken hooien
Door alle landen. Breng ten val
Al', wie dien too verzang wil storen.
En zet de helsche machten pal,
Opdat de blïjlde dag komt gloren
Die rust en vrede geren zal.
Leo de Buck.
Beknopt overzicht van risn toestand.
Voor de Russen schijnt de zaak toch
n.og hachelijk te staan.
We bedoelen voor heit Russische mil-
lioenenleger, dat alle mogelijke moeite
doet aan den greep- Van den vijand te ont
komen.
In het centrum behoeven ze niet mieer
te vreezen. De aftocht kon daar met
den no-odigen spoed geschieden.
Doch blijkens de jongste communiqué's,
welke bijzonderheden brengen over den
strijd op de vleugels, zijn de gevaren,
die de terugtrekkende Russen bedreigen,
nog verre van bezworen en zijn de Rus
sische legermassa's nog allesbehalve in
veiligheid.
Het Duitsche noordeHeget bereikte op
verschillende plaatsen den oostelijken rand
van het oerwoud van Bjelowjesk, de
legergroep van Leopold van Beieren streed
nog in het bosch om een oveigang over
den Boven-Naref, Ton AVoyrsch nadert
echter reeds den spoorweg naar Minsk.
Von Mackensen rukt op Kobrin aan
en nadert den spoorweg naar Pinsk.
Overal heftige achterboeden-gevleclhten,
waarbij de Russen gewoonlijk aan 't kort
ste eind trekken.
Het Zuiderleger bedreigt Luzk en Rofno
en daarmede een belangrijke vleugel van
de Russische legermachten.
Er is wel eens op gezinspeeld, dat
do winter -een beletsel zou zijn de Rus
sen te volgen bij hun terugtocht. Natuur
lijk met een beroep op het lot, dat Na
poleon een eeuw geleden heeft ondergaan.
Doch men vergeet, dat èn de spoorwegen
èn de automobielen een totalen omme
keer hebben gebracht in de verpleging.
En daar gaat het ten slotte om. De koude
en de sneeuw zijn in dat gedeelte van
Rusland niet erger, dan in Oost-Pruisen
en Galicië en daar heeft men het den
vorigen winter ook wel uitgehouden.
Sommigen anéenon, dat de vergelijking
met. 1812 nog opgaat, anderen zijn van
oordeel, dat de punten van overeenkomst
maaï heel (gering zijn.
Dat de Duitsch-Oostenrijksche staf bij
de laatste partij behoort, ligt voor de
hand. Het onafgebroken voorwaarts, al
gaat het zomerseizoen ten einde, getuigt
ervan.
Men meent aan die zijde en o.i. op
goede gronden, dat de moeilijkheden, wel
ke Napoleon vernietigden, thans niet meer
gelden. Napoleon, zegt men, had geen
spoorwegen en geen auto's en maar voor
de helft betrouwbare troepen.
Daartegenover merkt een Fransch blad
op, dat Napoleon slechts 500.000 man
bij zich had, terwijl de Verbondenen met
epn drie millioen manoeuvreeren. Napo
leon's twaalf honderd kanonnen voor
dien tijd een ontzaggelijke artillerie
hadden aan munitie niet (meer noodig
dan thans in ééu slag wordt verbruikt.
Bovendien zijn de spoorwegen in Oost-
Azië schaarsch. Is het zeker, vraagt het
blad, dat de Ruitschers de Russische
spoorwegen kunnen gebruiken? In ieder
geval moet eerst een Vrij' wat tijd vorde
rende railswijdte-verandering plaats heb
ben.
Het rekent dan voor, dat de moderne
legers zich niet snel bewegen ten het
vraagt, of die langzaamheid den vijand
niet verbiedt zulke onmetelijke omsinge-
lingsbewegingen als het vruchtbaar ge
nie ran V-on .Hindenburg wil, tot stand
te brengen.
Het vervolg van den veldtocht, w.ellce
in Rusland gaat beginnen, zal het ant
woord geven.
Dit zal de Fransche pets echter niet
meevallen, te .oordeelen naar de feiten
van de laatste weken.
Bjj den staf tijdens een nachtaanval
Lennhoff, de oorlogscorrespondent van
de „Vossische Z-eitung" in Polen, geeft,
blijkens de „N. R. G't." een levendige be
schrijving van een spannenden nacht,
dien hij bij den staf van een Duitsche
divisie heeft doorgebracht.
We eten ons avondeten uit de vuist.
Er is geen tijd om de kaarten bijeen
te schuiven en voor het maal te gaan
zitten. Ordonnansen''reiken ons koud eten
aan. De meesten laten echter hun bord
staan. Onvermoeid zetten zij hun werk
voort. i
Luider wordt het getoeter in de telefoon
toestellen. Een langgerekte huilende toon
schijnt het thans te zijn. Geen oogenhlik
leggen de officieren het hoortoestel neer.
Aan de overzijde begint reeds de wilde
dans. Garven van licht schieten omhoog.
En onmiddellijk daarop is de kanonnada
Ln vollen gang. Als een zware donder
ro-lt het geraas' der houwitsers door den
nacht. De tegenstander blijft het antwoord
niet schuldig. -Ook Zijn artillerie verbreekt
haar Zwijgen en haar projectielen vlie
gen huilend over de vlakte. Voorbij is
het nu met. de duisternis. Het roede schijn
sel boven de donkere denn-etn van den
berg, dat eerst slechts als een .bliksem
opvlamde om na iedere laag wieer te
verdwijnen, staat thans als een laaiende
brand, die van minuut tot minuut feller
wordt, aau den hemel. Even nadat wij
het vermoeden uitgesproken hebben, dat
de granaten daar ginds brand veroor
zaakt moeten,'hebben, komt ook reeds het
bericht: de boerderij1 brandt.
Wel een half uur lang blaffen de ka
nonnen elkaar aan. Dan komt plotse
ling een nieuwe toon in de melodie.
Eerst als een verre stortregen, dan als
hagel tegen de ruiten. Infanterievuur. De
artillerie [Wordt een korten tijd -stiller,
maar zooveel te duidelijiker spreken nu
ook de machinegeweren. De spanning
Wordt voor ons onverdragelijk. Wij Vra
gen en krijgen verlof, naar de artillerie
te gaan. Eten kleine afstand en wij, zijin
boren. Oorverdoovend is hier het geraas.
Korte bevelen trachten zich verstaanbaai
te maken. Onmiddellijk voor ons waarne-
mingspunt ligt de brandende boerderij.
Een sterke zuidenwind jaagt stuivende
vonken uit den laaienden brand. Links
van de hoeve schieten nu vlammen op,
blijkbaar is een bijgebouw in brand ge
raaid. Nauwelijks echt-er hebben wij een
blik in. de verte gedaan, als plotseling het
zware geschut van den vijand weer be
gint. Een officier verzoekt ons om te
keeren. Steaks schieten zij weer op ons,
en dan is het hier te gevaarlijk, zegt
hij troostend. Ongaarne schikken wij ons.
Tegelijk met ons komt een ruiter bij het
kwartier aan. De artillerie-generaal dei
divisie met zijn ordonnansen. We zullen
het klaar spelen, verkondigt hij. De stel
lingen van de Russen zijin leelijk in el
kaar geschoten.
Weer werpt de nacht het gerol van
het artillerievuur als een golf tegen onzo
rinkelende ramen. Hooger en hooger
stijgt de gloed aan den hemel. Rapport
na rapport bereikt den staf door de tele
foon. En bevel op- bevel wordt langs den
zelfden weg afgegeven. Dan weten wij
plotseling dat de bestorming over de ge-
hecle linie-begonnen is. Woedender wordt
het geweervuur. Blazend ratelen de ma
chinegeweren. En het is alsof wijj daar
tussclien een veelstemmig, hoera hooren.
We weten niet of het werkelijkheid of
zinsbedrog is,' maar allen staan wij onder
den druk van een zenuwachtige onrust.
iZal het werk ge-lukken of zullen de Rus
sen hier het offensief kunnen tegenhou
den? Dat is de vraag, die in ons brandt.
Daar komt het eerste bericht. De span
ning wijkt, de telefoonofficier roept iets
in zijin toestel. Dan het bericht: boerderij
genomen. Onmiddellijk daarop- echter een
nieuw: hevige tegenstand bij' de fabriek
De aanval moest bij de draadversperrin
gen voor een overmacht machinegeweer-
Vuur van den vijand gestaakt worden.
Nog eens probeeren, klinkt het bevel
terug.
Een tijd tang is het nu heel stil bo
ven den borg. Geen geluid verbreekt de
volkomen stilte. Dit duurt echter slechts
minuten. Dan begint het lawaai opnieuw.
Weer eerst de artillerie-, de houwitsers,
de veldkanonnen. Luider en doordringen
der nog dan 's avonds. Sterker wordt ook
hot gepruttel van het infanterievuur, rhyth-
tniseli in de maat.
De uren kruipen voorbij-. Een ouder-
Wétsche m-uurklok wijst drie uur. Nog
steeds duurt de strijd voort. De telefoon
toekent iedere fase aan. De tweede storm
loop had kort na middernacht de vijan
delijke loopgraven bereikt, maar verster
kingen van Siberiërs hadden weer to-t
den terugtocht gedwongen. Een kwartier
geleden zijn de onvermoeibaren ten der
den male begonnen, in de dekkingen
wordt thans man tegen man geworsteld.
Ieder o-ogenblik kan de beslissing vallen.
Weer een pijnigend wachten. Potlooden
trommelen tegen den kant van de tafel.
Een nevel van sigarettenrook hangt om
de officieren, die aan het werk zijn.
De nacht begint te wijken voor den aan-
brekenden dag.
Tier uur. De divisie-commandant en de
chef van zijn staf zijn, zo-odra het licht
werd, naar buiten gereden. Wij zouden
gaarne mede willen om misschien nog
het einde van den slag mee aan te zien.
De telefoon brengt het verzoek over. Op
hetzelfde oogenhlik''bijna komt echter ook
reeds het antwoord: de hoeren kunnen
onmiddellijk naar I. rijden. Zooeven is de
fabriek genomen, de Russen vluchten door
de stkd terug. v
Achter den Yser.
Over het gebruik vau lucht-torpedo's
schrijft in zijn brief een jong Belgisch
soldaat, pas aan het front gekomen:
„Wij bezetten de vuurlinie Xechts van
Dixinuidenwij zitten daar slechts 30
meter van den vijand, wij op den linker-,
de Duitschers op den rechteroever van
den Yser. Tan geweer- of kanonvuur heb
ben wij weinig te lijden: het eerste is
ondoelmatig (goed versterkte loopgrach
ten) en het andere ware bijna evlen ge
vaarlijk voor de Duitschers als voor ons.
Wa.t ons verblijf hier wat onveilig
maakt zijn de zoogenaamde „uilen" (lucht-
torpedo's). Onze mannen waren daar op
een morgen mee begonnen. Toen het klaar
begon te worden (tegen de gewoonte van
de uilen in) vlogen de eerste uit. Ben
luide knal meldde hunne aankomst en
een y-egen van aardklompen, stoenen en
stukken planken kwam tot over onze loop
graven heengevlogen. 'tGing uitstekend:
wij hadden er zin in.
Ongelukkiglijk duurde het niet lang, of
we moesten imet de Duitsche uilen ook
kennis maken: we stonden op loer en
zagen ze aankomenjuist uilen met
een vonkenden staart! De ontploffing is
verschrikkelijkwee als men vejrast wordt
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post1.26
Losse nummers0.06
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct,
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend,
Bij abonnement voordeelige voorwaarden,
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
en men den tijd niet heeft gehad ach
ter' de dekking te springen
Buiten dit gevaar vreezen wii slechts:
een geweerkogel als wij op schildwacht
staan en granaten bij het gaan naar, en
het weerkeeren van de loopgraven. Den
ëersten dag was het ei' al op. Gansoh
op het onverwachts kwamen vier shrap
nels bijna tegelijkertijd aangesuisd: hol
der en "bolder lieten wij ons in het slijk
vallen en trokken onzten zak over ons
hoofd. Geen enkel van ons weid. getrof
fen, wonder genoeg; niemand dacht nog
aan afgematheid en hoewel bezweet en
doodmoe deden wij de laatste paar hon
derd meters, die ons nog van de loop
grachten scheidden, op een volgehouden
drafken
In Engelsche krijgsgevangenschap.
De Narddeutsche Mlgemeine Zeitung
maakt, onder het opschrift: Ervaringen in
Engelsche krijgsgevangenschap, de be-
eedigde verklaring openbaar van den
lsten-luitenant van N., een Duitscih of
ficier die als invaliede is uitgewisseld
Hij vertelt:
Den 8sten September 1914 werd ik in
het gevecht'bij Orly aan de Mame door
een schot aan het hoofd gewond. Tol
bloed en verzwakt viel ik de Engelse-hem
in handen. De Engelschen behandelden mij
eerst goed. Den volgenden dag onderzocht
een Engelsch onderofficier mij of ik ook
wapenen droeg. Kort daarop ontnam een
soldaat van den Engelschen verplegings
dienst mij mijn geld, ruim Vijfhonderd
mark, mijn horloge met ketting, mijn ze
gelring en andere dingen, om ze, zea hij
grijnzend, als aandenken te bewaren. Ik
was zoo zwak, dat ik -half verdoofd lag.
Dat maakten de Engelschen zich ten nutte
om mij volkomen uit te schudden.'
Zij lieten mij aan mijn naakte lichaam
niets dan een vuil Fransch hemd, dat
zij mij omgeworpen hadden, en een Duit
sche soldatenjas. In deze uitmonsterinjg
werd ik doop Frankrijk gevoerd, moest
met mijn bloote beenen van den eanen
spoortrein naar den anderen gaan. Ik leed
zeer onder deze ongehoorde behandeling.
Tier dagen lang ben ik Zoo- vervoerd
lot ik den 13n September te St. Nazaiaie
aankwam. Daar ben ik door Australi
sche dokters geopereerd. Zij namen teen
kogel uit mijn achterhoofd, weg. Dein 17n
September werd ik op een schip' gebracht
en naai' Engeland gevoerd. Den 20n kwam
ik te Portsmouth aan, waar ik in het
ziekenhuis werd opgenomen. Daar stelde
een gevangten gehouden Duitsche officier
van gezondheid vast, dat mijn wond ten
gevolge van onzaakkundige behandeling
sterk aan het dragen was. Hij deelde
dit aan de Engelsche dokters mede, maaï
deze konden er slechts na lang aandrin
gen toe overgaan de wonde te openten.
Aan de tusschenkomst van dezen Duit-
schen geneeskundige, bij wie zich nog
twee andere Duitsche dokters aansloten,
heb ik het behoud van mijn leven te
danken. Toor zoover ik kon nagaan was
het met de hygiëne in het hospitaal fcras
gesteld.
Ik kwam den llden December daaï
vandaan op het schip Scotian, dat on
geveer 1500 krijgsgevangenen aan boord
had. Daarnaast lagen de schepen Lake
Manitoba en Ascania met andere, voor
het meerendeel burgerlijke gevangenen.
De toestand op het schip was mensch-
onwaardig. De kost was zeer beperkt en
onsmakelijk, voor gewonden was zij onge
schikt. De ééne Engelsche dokter, die voor;
ons allen zorgen moest, was geenszins
tegen die taak opgewassen. Een Duitsche
militaire geneesheer ontfermde zich over
de gewonde mannen. Om onze klachten
te onderzoeken, kwam een Engelsche com
missie aan boord, die constateerde, dat de
verblijfplaats voor gewonden niet geschikt
was. Dat kwam overeen mét de uitlatingen
van den genoemden Engelschen dokter,
die ons bij herhaling zeide, dat de sche
pen op een zeer ongezonde plaats lagen.
Inderdaad werden, na 'het onderzoek
van de commissie, de zwaargewonden van
het schip weggevoerd.
Den 22sten December werd ik naar
Holyport gebracht. Daar was de toestand
goed, en wel omdat de Engelschen zich
er toe bepaalden ons te bewaken en wij
Duitsche krijgsgevangenen voor ons zelf
konden zorgen.
In Holyport vernam ik van verscheiden
krijgsgevangen Duitsche officieren, dat zij
in Engelsche geweren en patroontasschen
dumdum-kogels hadden gevonden. Ik wil
daarbij dadelijk aanfceekenen, dat ik later
door Engelsche schildwachten, die met
elkaar in gesprek waren, hoorde zeggen,
dat zij aan hun geweer een toestelletje
zooiets als een kniptoestel voor siga-
renpuntjes hadden waarmee de hun
verstrekte kogels gemakkelijk tot dum
dums konden worden gemaakt.
In Holyport vernam ik verder, dat de
Engelschen in tal van gevallen Duitsche
-4