Woensdag 1 September 1915 29e Jaargang ilheid. te koop. Peren ten, iV>. ZH2 DERS." tak tapete. De Greote Oorlog. gen con- ij andere lbouwers. Biezeiinge. TE KOOP |tandigheden leikkoeien, ipaarden, jknecht, [ersknecht, ;nechf lersknecht I Leerling. mstbode. leid -*PS§ Boonen, Lijnkoek, ioyakoek, Boonen- enmeel, Maismeel, rint, enz., enz. A L loon, bekend met >k bereid als ver treden of een be- m. Adres Firma latige Gerst, imstadter Rogge, lhelmina, hr andere soorten. Bring voorhanden. pnd, Ie hofstede „Oost- „Noord-Kraaijert" GEUZE, bij wien lomen. mg vee, bij te Westkapelle. koop ïdbouwwerk. Te tD, Hotel Fukken, |E, Wolfaartsdijk. ld aan ten en Manden* /en onder letter |dit blad te Goes. it gevraagd SR, Korte Kerk ser te Grijpskerke jraagd Ellewoutsdijk. aankomende bekend met LE COINTRE, ikkerij, Stations- tegenwoordige, JMAN, Goes. tegenwoordige SUWENHUIZE, Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes; LAN 5E VORSTSTRAAT 2t»0 Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUÏJ - L. BURG, Drukkers: Oosierbaan L© Cointre - Goes. 'De Zeeuw Talma Oud-mi nis (er Talma heeft zijn omvang rijke taak .bij de vcldprediking moeten neerleggen. „Overwerkt" is de slotsom van zijn gewichtige n arbeid. Voor dezen veel-werkenden, energie- ken man een zeel' harde en zwarte be proeving. In de Kamerzitting van 26 October 1910, toen hij als minister een scherpen aanval van het Kamerlid Van Idsinga legen zijn beleid af te weren had, sprak hij deze merkwaardige woorden „Ik geloof, dat de taak, die ieder mensch, ook een Minister, in zijn leven te vervullen heeft, zoo gewichtig is, dat, wie ernstig leeft, telkens gevoelt, dat hij tekort schiet in vermogen, om alle vragen, die hem gesteld worden, in de practijk van het leven naar' eisch te beantwoorden. Maar ik geloof ook, dat, wanneer een mensch zich trouw stelt voor d!e vervulling van zijn toe ping, God hem de noodige wijsheid geeft, en dat een mensch wijs doet, ■om zijn werk niet in zelfvertrouwen, maar in dat. vertrouwen te doen. Ik weet, dat dat vertrouwen nooit beschaamd wordt". Moge deze Wetenschap, dit bergten- verzettend geloof, hetwelk den minister bekwaamde, ook de troost van den ïeetoar en veldprediker zijn. Ons volk bidde veel om de oprichting van zijn eminenten vriend, den Staats man en Evangeliebelijder, den onbaatzuch- tigen patroon van Patrimonium, den trou wen oud-Raadsman der Kroon. Een zedelijk fiasco. .Men heeft van vrijzinnige zijde bewie'crd da.t de kerk onmachtig was gebleken den oorlog tegen te houden. Indien de kerk het aangewezen instituut op aarde was, om tegen het oordeel der Schrift in, dat er oorlogen zullen zijn tot aan het einde 'der eeuwen, vrede te brengen, dan hebben deze oppervlakkig® exitikeerders gelijk. Maar 'de kerk ia zoodanig instituut, niet. Veel meer mag men, op het standpunt van het ongeloof, de Beschaving hiervoor houden. De Beschaving, zoo leeraarde men aan dien kant, de beschaving zou de men- scluen braaf maken, de idyllische samen leving, met algemeenen menscttanmin tot grondslag, vestigen, den vrede, op aar de verduurzamen Zoo Zongen Liberaal en Sociaal De mocraat en Vrij Socialist u uit allo toonaarden Voor. Doch helaas, de Beschaving is reedis lang mei; schaamrood aangezicht Van de slagvelden teruggekeerd, en heeft zich in haar tent teruggetrokken. Ook zij bleek onmachtig. Zoo volgt het eene fiasco het andere. Een modern predikant, cLr. Hooykaas, die in H e t 'H a n d e 1 s b Ta d religieuise artikelen schrijft, erkent openlijk ook door de openbare school te zijn teleurgesteld. Had reeds een halve eeuw geleden een modern professor, Opzoomer, verklaard dat hetgeen men zo-u uitgeven aan open baar onderwijs op de uitgaven voor de gevangenissen zou worden uitgespaard, een uitspraak die later op grond der er varing is ingetrokken, thans legt ook evengenoemde doctor een tcekenjendid be kentenis of. „Zoovelen", schrijft hij, „gingen het er voor houden dat het Koninkrijk Gods door de straatpolitie en de openbare school zich ging verwerkelijken. Doch de waarheid is dat wij in een z.g. orde lijke en vredige samenleving, er even vei" van af (zijn) als in den huidigen jam mer, waarover iedereen zijn afschuw laat hoeren". Ook dit instituut bracht teleurstelling. Hetgeen niet te verwonderen is, bij de zonderlinge opvattingen omtrent neutra liteit, welke het ex op na houdt. Ons Persoverzicht in dit no. van ons blad is in dit opzicht weer leerrijk. 8 Alleen ran het Christelijk onderwijs, gegeven door mannen, welke leven uit het wiaarachtig, levend, Christelijk geloof, is heil te verwachten. Altijd voor zoover mogelijkwant de Profetie heeft ook haar rechten en de heerschappij der zonde wordt in deze bedeeling niet geheel teniejt gedaan. s Arm Rusland. De overwinningen der Centralen op de Russen afgedacht van sympathieën Voor een der oorlogvoerenden' - wekken mededoogen met Arm Rusland. Schier geen land ter wereld waar men koo de schrille tegenstelling vindt tus schen aan één kant opgestapelde rijk dommen, en de ellende van de armoede, als in Rusland Dit geldt vooii' Polen zoowel als vooSc Petersburg, voor Finland zoowel als voor de Krim, voor Siberië als voor Kau- kasië. Hier komt dan nog bij de hebbelijk heid der Russen om den oorlog nog schrik- keiijker te maken dan hij reeds is. Overal waar de Rus zijn standaard plant, brengt hij verarming; en overal waar hij zijn matten oprolt, sticht hij verwoesting. Afpersing gaan hem voor waar hij kamt, brandstichting vergezelt hem, wan neer hij henengaat, en wat hij achterlaat zijn ruïnes. Gezwegen nog Van de duizenden onge- lukkigen die hij voor zich uitdrijft, of als schilden gebruikt, tegen de vijandelijke kogels. Rusland is op ieder terrein achterlijk. Het presteert niet naardat het groot is. Ook zijn hedendaagsche staatkunde doet Vel eens de vrees bekruipen, als zouden, zijn grootmachten met blindheid geslagen zijn. Immers Rusland kon als stootblok tus- schen het Christelijk Europa en het Hei- densche Azië "zoo goede diensten bewij zen aan Europa en aan het Christendom. Doch zie nu vereenigt het zich met andere Christennatiën en het heideinischlo Japan om twee Christenvolken uit te roeien, en jn die poging, zichzelf voor wie weet hoeveel jaren machteloos- en krachteloos te maken. En dat tegenover Japan, den geduch- ten Boeddhist, die slechts wacht op het uur dat hij zijne cohorten over Europa kan loslaten, om de volken van Euro-pa te verpletteren. Op den somberen heirweg die van Azië naar Europa voert, ligt Siberië. Gelijk Bel gië voor West- en Polen voor Oost-Ëuropa, zoo zal Siberië eenmaal voor Azië het schouwtooneel bieden van een bloedigen volkerenkrijg. Althans in Japan denkt men er zoor over. Immers nog niet lang geleden heeft de Japansche staatsman, .graaf Okuma, ge zégd „In het midden der 20e eeuw zul len wij in de steppen van Siberië tegen Europa strijden om de heerschappij1 over de wereld". Arm Rusland, mogen wij wol zeggen, dat het dit niet schijnt te willen geloo ven, en in plaats van tegen het Duit- sche zich niet tegen het Japansohe ge vaar wapent. D-e Japanner kan wachten. Maar te avond of morgen kamt hij op Europa los. En het schijnt niet onmoge lijk, dat liet alsdan niet alleen Rusland, maar ook het overige Europa aan de noodige verweerkracht zaJ ontbreken. Ook met het oog hietrop ware een spoe dige vrede zoo zeer gewenscht. Klanken van Vrede Klinkt krachtig op, gij klokken van vrede Uw klank overstemme het klett'ren van ['t zwaard. Vertoedert de strijdende„volk'ren der aard', Vermurwt ze en brengt ze tot rede! Uw too verklank brenge het wreede En 't bloedigle wapen, dat niemand spaart En zooveel1 ellende en droefheid baart., Weer terug1 in de rustige scheed®. Laat dan uw blijde klanken hooien Door alle landen. Breng ten val Al', wie dien too verzang wil storen. En zet de helsche machten pal, Opdat de blïjlde dag komt gloren Die rust en vrede geren zal. Leo de Buck. Beknopt overzicht van risn toestand. Voor de Russen schijnt de zaak toch n.og hachelijk te staan. We bedoelen voor heit Russische mil- lioenenleger, dat alle mogelijke moeite doet aan den greep- Van den vijand te ont komen. In het centrum behoeven ze niet mieer te vreezen. De aftocht kon daar met den no-odigen spoed geschieden. Doch blijkens de jongste communiqué's, welke bijzonderheden brengen over den strijd op de vleugels, zijn de gevaren, die de terugtrekkende Russen bedreigen, nog verre van bezworen en zijn de Rus sische legermassa's nog allesbehalve in veiligheid. Het Duitsche noordeHeget bereikte op verschillende plaatsen den oostelijken rand van het oerwoud van Bjelowjesk, de legergroep van Leopold van Beieren streed nog in het bosch om een oveigang over den Boven-Naref, Ton AVoyrsch nadert echter reeds den spoorweg naar Minsk. Von Mackensen rukt op Kobrin aan en nadert den spoorweg naar Pinsk. Overal heftige achterboeden-gevleclhten, waarbij de Russen gewoonlijk aan 't kort ste eind trekken. Het Zuiderleger bedreigt Luzk en Rofno en daarmede een belangrijke vleugel van de Russische legermachten. Er is wel eens op gezinspeeld, dat do winter -een beletsel zou zijn de Rus sen te volgen bij hun terugtocht. Natuur lijk met een beroep op het lot, dat Na poleon een eeuw geleden heeft ondergaan. Doch men vergeet, dat èn de spoorwegen èn de automobielen een totalen omme keer hebben gebracht in de verpleging. En daar gaat het ten slotte om. De koude en de sneeuw zijn in dat gedeelte van Rusland niet erger, dan in Oost-Pruisen en Galicië en daar heeft men het den vorigen winter ook wel uitgehouden. Sommigen anéenon, dat de vergelijking met. 1812 nog opgaat, anderen zijn van oordeel, dat de punten van overeenkomst maaï heel (gering zijn. Dat de Duitsch-Oostenrijksche staf bij de laatste partij behoort, ligt voor de hand. Het onafgebroken voorwaarts, al gaat het zomerseizoen ten einde, getuigt ervan. Men meent aan die zijde en o.i. op goede gronden, dat de moeilijkheden, wel ke Napoleon vernietigden, thans niet meer gelden. Napoleon, zegt men, had geen spoorwegen en geen auto's en maar voor de helft betrouwbare troepen. Daartegenover merkt een Fransch blad op, dat Napoleon slechts 500.000 man bij zich had, terwijl de Verbondenen met epn drie millioen manoeuvreeren. Napo leon's twaalf honderd kanonnen voor dien tijd een ontzaggelijke artillerie hadden aan munitie niet (meer noodig dan thans in ééu slag wordt verbruikt. Bovendien zijn de spoorwegen in Oost- Azië schaarsch. Is het zeker, vraagt het blad, dat de Ruitschers de Russische spoorwegen kunnen gebruiken? In ieder geval moet eerst een Vrij' wat tijd vorde rende railswijdte-verandering plaats heb ben. Het rekent dan voor, dat de moderne legers zich niet snel bewegen ten het vraagt, of die langzaamheid den vijand niet verbiedt zulke onmetelijke omsinge- lingsbewegingen als het vruchtbaar ge nie ran V-on .Hindenburg wil, tot stand te brengen. Het vervolg van den veldtocht, w.ellce in Rusland gaat beginnen, zal het ant woord geven. Dit zal de Fransche pets echter niet meevallen, te .oordeelen naar de feiten van de laatste weken. Bjj den staf tijdens een nachtaanval Lennhoff, de oorlogscorrespondent van de „Vossische Z-eitung" in Polen, geeft, blijkens de „N. R. G't." een levendige be schrijving van een spannenden nacht, dien hij bij den staf van een Duitsche divisie heeft doorgebracht. We eten ons avondeten uit de vuist. Er is geen tijd om de kaarten bijeen te schuiven en voor het maal te gaan zitten. Ordonnansen''reiken ons koud eten aan. De meesten laten echter hun bord staan. Onvermoeid zetten zij hun werk voort. i Luider wordt het getoeter in de telefoon toestellen. Een langgerekte huilende toon schijnt het thans te zijn. Geen oogenhlik leggen de officieren het hoortoestel neer. Aan de overzijde begint reeds de wilde dans. Garven van licht schieten omhoog. En onmiddellijk daarop is de kanonnada Ln vollen gang. Als een zware donder ro-lt het geraas' der houwitsers door den nacht. De tegenstander blijft het antwoord niet schuldig. -Ook Zijn artillerie verbreekt haar Zwijgen en haar projectielen vlie gen huilend over de vlakte. Voorbij is het nu met. de duisternis. Het roede schijn sel boven de donkere denn-etn van den berg, dat eerst slechts als een .bliksem opvlamde om na iedere laag wieer te verdwijnen, staat thans als een laaiende brand, die van minuut tot minuut feller wordt, aau den hemel. Even nadat wij het vermoeden uitgesproken hebben, dat de granaten daar ginds brand veroor zaakt moeten,'hebben, komt ook reeds het bericht: de boerderij1 brandt. Wel een half uur lang blaffen de ka nonnen elkaar aan. Dan komt plotse ling een nieuwe toon in de melodie. Eerst als een verre stortregen, dan als hagel tegen de ruiten. Infanterievuur. De artillerie [Wordt een korten tijd -stiller, maar zooveel te duidelijiker spreken nu ook de machinegeweren. De spanning Wordt voor ons onverdragelijk. Wij Vra gen en krijgen verlof, naar de artillerie te gaan. Eten kleine afstand en wij, zijin boren. Oorverdoovend is hier het geraas. Korte bevelen trachten zich verstaanbaai te maken. Onmiddellijk voor ons waarne- mingspunt ligt de brandende boerderij. Een sterke zuidenwind jaagt stuivende vonken uit den laaienden brand. Links van de hoeve schieten nu vlammen op, blijkbaar is een bijgebouw in brand ge raaid. Nauwelijks echt-er hebben wij een blik in. de verte gedaan, als plotseling het zware geschut van den vijand weer be gint. Een officier verzoekt ons om te keeren. Steaks schieten zij weer op ons, en dan is het hier te gevaarlijk, zegt hij troostend. Ongaarne schikken wij ons. Tegelijk met ons komt een ruiter bij het kwartier aan. De artillerie-generaal dei divisie met zijn ordonnansen. We zullen het klaar spelen, verkondigt hij. De stel lingen van de Russen zijin leelijk in el kaar geschoten. Weer werpt de nacht het gerol van het artillerievuur als een golf tegen onzo rinkelende ramen. Hooger en hooger stijgt de gloed aan den hemel. Rapport na rapport bereikt den staf door de tele foon. En bevel op- bevel wordt langs den zelfden weg afgegeven. Dan weten wij plotseling dat de bestorming over de ge- hecle linie-begonnen is. Woedender wordt het geweervuur. Blazend ratelen de ma chinegeweren. En het is alsof wijj daar tussclien een veelstemmig, hoera hooren. We weten niet of het werkelijkheid of zinsbedrog is,' maar allen staan wij onder den druk van een zenuwachtige onrust. iZal het werk ge-lukken of zullen de Rus sen hier het offensief kunnen tegenhou den? Dat is de vraag, die in ons brandt. Daar komt het eerste bericht. De span ning wijkt, de telefoonofficier roept iets in zijin toestel. Dan het bericht: boerderij genomen. Onmiddellijk daarop- echter een nieuw: hevige tegenstand bij' de fabriek De aanval moest bij de draadversperrin gen voor een overmacht machinegeweer- Vuur van den vijand gestaakt worden. Nog eens probeeren, klinkt het bevel terug. Een tijd tang is het nu heel stil bo ven den borg. Geen geluid verbreekt de volkomen stilte. Dit duurt echter slechts minuten. Dan begint het lawaai opnieuw. Weer eerst de artillerie-, de houwitsers, de veldkanonnen. Luider en doordringen der nog dan 's avonds. Sterker wordt ook hot gepruttel van het infanterievuur, rhyth- tniseli in de maat. De uren kruipen voorbij-. Een ouder- Wétsche m-uurklok wijst drie uur. Nog steeds duurt de strijd voort. De telefoon toekent iedere fase aan. De tweede storm loop had kort na middernacht de vijan delijke loopgraven bereikt, maar verster kingen van Siberiërs hadden weer to-t den terugtocht gedwongen. Een kwartier geleden zijn de onvermoeibaren ten der den male begonnen, in de dekkingen wordt thans man tegen man geworsteld. Ieder o-ogenblik kan de beslissing vallen. Weer een pijnigend wachten. Potlooden trommelen tegen den kant van de tafel. Een nevel van sigarettenrook hangt om de officieren, die aan het werk zijn. De nacht begint te wijken voor den aan- brekenden dag. Tier uur. De divisie-commandant en de chef van zijn staf zijn, zo-odra het licht werd, naar buiten gereden. Wij zouden gaarne mede willen om misschien nog het einde van den slag mee aan te zien. De telefoon brengt het verzoek over. Op hetzelfde oogenhlik''bijna komt echter ook reeds het antwoord: de hoeren kunnen onmiddellijk naar I. rijden. Zooeven is de fabriek genomen, de Russen vluchten door de stkd terug. v Achter den Yser. Over het gebruik vau lucht-torpedo's schrijft in zijn brief een jong Belgisch soldaat, pas aan het front gekomen: „Wij bezetten de vuurlinie Xechts van Dixinuidenwij zitten daar slechts 30 meter van den vijand, wij op den linker-, de Duitschers op den rechteroever van den Yser. Tan geweer- of kanonvuur heb ben wij weinig te lijden: het eerste is ondoelmatig (goed versterkte loopgrach ten) en het andere ware bijna evlen ge vaarlijk voor de Duitschers als voor ons. Wa.t ons verblijf hier wat onveilig maakt zijn de zoogenaamde „uilen" (lucht- torpedo's). Onze mannen waren daar op een morgen mee begonnen. Toen het klaar begon te worden (tegen de gewoonte van de uilen in) vlogen de eerste uit. Ben luide knal meldde hunne aankomst en een y-egen van aardklompen, stoenen en stukken planken kwam tot over onze loop graven heengevlogen. 'tGing uitstekend: wij hadden er zin in. Ongelukkiglijk duurde het niet lang, of we moesten imet de Duitsche uilen ook kennis maken: we stonden op loer en zagen ze aankomenjuist uilen met een vonkenden staart! De ontploffing is verschrikkelijkwee als men vejrast wordt VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post1.26 Losse nummers0.06 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct, 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend, Bij abonnement voordeelige voorwaarden, Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. en men den tijd niet heeft gehad ach ter' de dekking te springen Buiten dit gevaar vreezen wii slechts: een geweerkogel als wij op schildwacht staan en granaten bij het gaan naar, en het weerkeeren van de loopgraven. Den ëersten dag was het ei' al op. Gansoh op het onverwachts kwamen vier shrap nels bijna tegelijkertijd aangesuisd: hol der en "bolder lieten wij ons in het slijk vallen en trokken onzten zak over ons hoofd. Geen enkel van ons weid. getrof fen, wonder genoeg; niemand dacht nog aan afgematheid en hoewel bezweet en doodmoe deden wij de laatste paar hon derd meters, die ons nog van de loop grachten scheidden, op een volgehouden drafken In Engelsche krijgsgevangenschap. De Narddeutsche Mlgemeine Zeitung maakt, onder het opschrift: Ervaringen in Engelsche krijgsgevangenschap, de be- eedigde verklaring openbaar van den lsten-luitenant van N., een Duitscih of ficier die als invaliede is uitgewisseld Hij vertelt: Den 8sten September 1914 werd ik in het gevecht'bij Orly aan de Mame door een schot aan het hoofd gewond. Tol bloed en verzwakt viel ik de Engelse-hem in handen. De Engelschen behandelden mij eerst goed. Den volgenden dag onderzocht een Engelsch onderofficier mij of ik ook wapenen droeg. Kort daarop ontnam een soldaat van den Engelschen verplegings dienst mij mijn geld, ruim Vijfhonderd mark, mijn horloge met ketting, mijn ze gelring en andere dingen, om ze, zea hij grijnzend, als aandenken te bewaren. Ik was zoo zwak, dat ik -half verdoofd lag. Dat maakten de Engelschen zich ten nutte om mij volkomen uit te schudden.' Zij lieten mij aan mijn naakte lichaam niets dan een vuil Fransch hemd, dat zij mij omgeworpen hadden, en een Duit sche soldatenjas. In deze uitmonsterinjg werd ik doop Frankrijk gevoerd, moest met mijn bloote beenen van den eanen spoortrein naar den anderen gaan. Ik leed zeer onder deze ongehoorde behandeling. Tier dagen lang ben ik Zoo- vervoerd lot ik den 13n September te St. Nazaiaie aankwam. Daar ben ik door Australi sche dokters geopereerd. Zij namen teen kogel uit mijn achterhoofd, weg. Dein 17n September werd ik op een schip' gebracht en naai' Engeland gevoerd. Den 20n kwam ik te Portsmouth aan, waar ik in het ziekenhuis werd opgenomen. Daar stelde een gevangten gehouden Duitsche officier van gezondheid vast, dat mijn wond ten gevolge van onzaakkundige behandeling sterk aan het dragen was. Hij deelde dit aan de Engelsche dokters mede, maaï deze konden er slechts na lang aandrin gen toe overgaan de wonde te openten. Aan de tusschenkomst van dezen Duit- schen geneeskundige, bij wie zich nog twee andere Duitsche dokters aansloten, heb ik het behoud van mijn leven te danken. Toor zoover ik kon nagaan was het met de hygiëne in het hospitaal fcras gesteld. Ik kwam den llden December daaï vandaan op het schip Scotian, dat on geveer 1500 krijgsgevangenen aan boord had. Daarnaast lagen de schepen Lake Manitoba en Ascania met andere, voor het meerendeel burgerlijke gevangenen. De toestand op het schip was mensch- onwaardig. De kost was zeer beperkt en onsmakelijk, voor gewonden was zij onge schikt. De ééne Engelsche dokter, die voor; ons allen zorgen moest, was geenszins tegen die taak opgewassen. Een Duitsche militaire geneesheer ontfermde zich over de gewonde mannen. Om onze klachten te onderzoeken, kwam een Engelsche com missie aan boord, die constateerde, dat de verblijfplaats voor gewonden niet geschikt was. Dat kwam overeen mét de uitlatingen van den genoemden Engelschen dokter, die ons bij herhaling zeide, dat de sche pen op een zeer ongezonde plaats lagen. Inderdaad werden, na 'het onderzoek van de commissie, de zwaargewonden van het schip weggevoerd. Den 22sten December werd ik naar Holyport gebracht. Daar was de toestand goed, en wel omdat de Engelschen zich er toe bepaalden ons te bewaken en wij Duitsche krijgsgevangenen voor ons zelf konden zorgen. In Holyport vernam ik van verscheiden krijgsgevangen Duitsche officieren, dat zij in Engelsche geweren en patroontasschen dumdum-kogels hadden gevonden. Ik wil daarbij dadelijk aanfceekenen, dat ik later door Engelsche schildwachten, die met elkaar in gesprek waren, hoorde zeggen, dat zij aan hun geweer een toestelletje zooiets als een kniptoestel voor siga- renpuntjes hadden waarmee de hun verstrekte kogels gemakkelijk tot dum dums konden worden gemaakt. In Holyport vernam ik verder, dat de Engelschen in tal van gevallen Duitsche -4

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1