Dinsdag 31 Augustus 1915
29e •laargang
rso. 281
De Groote Oorlog.
V
Binnenland.
Uitgave van
de NaamL Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes.
ILAN aE VORSTSTRAAT 21ÖU
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ L. BüRQ,
Drukkers:
öosterbaan Lo Cointre - Goes.
1Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
L2B
„0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Het tweede ontwerp.
De regeering heeft een nieuw ontwerp
'eedwetje ingediend, en daarbij! retaining
gehouden met de bezwaren in beide Ka
mers tegen het eerste ontwerp ingebracht.
In de Tweede Kamer was het de heer
Lohman geweest, die voorgesteld had het
wetje slechts tot 1919 te doen werken,
doch de links die meerderhei d, in weerwil
van des ministers zwakke aanbeveling,
stemde dat amendement af.
Toch was deze afstemming voor den
heer Lohman gieen reden om tegen het
•ontwerp te zijh. Integendeel, hij verde
digde het krachtig tot den einde.
G rooter en meerder daarentegen waren
de bezwaren van Rechts in de Eerste
Kamer. En aan deze nu is de regeering
tegemoet gekomen.
Het ontwerp draagt nu het karakter
van een noodregelingin 1919 zal een
definitieve regeling moeten volgen; het
toetsingrecht vervult, zoadat een iede<*
die gemoedsbezwaar heeft, hetzij met,
hetzij zonder aanhalingsteekens, volstaan
kan met de belofte, welke tot nu toe
slechts aan de leden der Doopsgezinde
gezindte toekwam.
Dat dit een regeling is die ons toelacht,
weigeren wij te erkennen. Doch de regee
ring zit tusschen twee vuren: wetsover
treding door Godloochenaars en onmoge
lijke of op onvasten rechtsgrond berus
tende rechtspraak. Hier moest derhalve
-een knoop doorgehakt worden.
Evenwel het is een noodregeling, en
hierbij! houdt alle praten op; zulks te
meer wanneer de zaak al pratende steeds
moeilijker dreigt te worden.
Steeds verder.
Ook de Zeeuwsche groole gemeenten,
Waar men den toon des ootmoeds diende
in te zétten bij de oordeelon Gods die
over België zijn, en ook in Nederlanid
niet achterbleven, schijtien al vendel ai
te dwalen van de rechte paden.
Nu is weer te Middelburg in het „Schut
tershof" een „Kermesse d'été" geopend,
en zal „iederen avond in de groote zaal
een Hollandse h-B elgisch bal
plaats hebben".
't Is of de toongevers en toongeefstejfls
de élite immers van Zeeland zeg
gen wil: wij mogen geen kermis vieren,
Wij zullen toch pret maken.
Maar kan dat er nu toch jnee door?
Neen, het kan er niet mee door.
Voor den Heere niet, die met zijn tuch
tigingen ons bezoekt; doch ook tegen
over België niet, het arme België dat
ineen krimpt ouder de slagen van zijn
vijanden, en bet bloed zijner zonen of
fert voor zijn onafhankelijkheid.
Terecht critiseert De Nieuwe
Zeeuwsche scherp de hebbelijkheid
om de Belgen wij voegen er bijl in
plaats van den troost van Gods Woord
aan te bieden een dansje.
En dan moet men nog zoo klaagt
het R.-K. blad terecht - „dan moet men
nog zoo pas Emile Verhaeren hebben
hooren schreien in zijn hartroerend ge
dicht „h la Belgique"' over zijn vaderland
dat niets meer heeft dan eenigje lanpen
duin en in brand staande vlakten, „over
hét verwoeste Yperen, over Dixmuiden in
puin gescholen, over de groote Vlaam-
sche steden, onder de macht vian het
vijandelijk geweld.
„En met verbijstering constateert men,
dat de frivoliteit, de wufte wereldzin,
de lichtzinnige trek naar pret en pleizïer
in niet weinige menschenzielen zoozeer
allen levensernst heeft verstikt, dat het
betere gevoel door geen sbem, zij' hebbe
dan de klank van het kanongebulder,
meer is wakier te schudden".
De Hemel, zoo besluit het blad, be
hoede dergelijke dwazen voor een schrik
kelijk ontwaken en doe hen te rechte!»
tijd tot beter inzicht komen.
Natuurlijk gaan ook de Belgen niet vrij
uit, voorzoover zij blijk geveu de slagen
niet te voelen welke hun zijn toegebracht,
en het leed dat over hen kwam, trachten
weg te dansen. Op dezulken is van toe
passing wat de profeet (Jeremia 5:3)
klaagt over de inwoners van Jeruzalem:
„O Heere! zien uwe oogen niet naar
waarheidGij hebt ze geslagen,
maai zij hebben geen pij n g©
v o e 1 dGij hebt ze verteerd, maar zij
hebben geweigerd de tucht aan te ne
men; zij hebben hun aangezicht harder
gemaakt 'dan een steenrots, zij 'hebben
geweigerdzich te bekeeren".
Doch meer nog geldt dit voor Nederland
hetwelk zijn broeder België wel o verstel pl
met afleiding^ doch verzuimt hem te troos
ten met de waarheden uit het Boek.
S
Bbksiopt overzicht van vier toestand.
Zelfs het „drama" van het Oosterfront
dreigt eentonig te worden.
In het Centrum van den strijd in Rus
land wordt de vervolging van liet Russi
sche leger nog steeds voortgezet, zonder
dat de Duitschers er in slagen het te
omsingelen en voor den strijd onbruik
baar te maken.
Wel (gaat de opmarsch der bondgenooten
achter de terugtrekkende Russen met ver
bijsterende vlugheid en volgen de reeksen
ineer Oostelijk gelegen plaalsnamen elkaar
met eenware film-vlugheid op, net als
bij de terugtocht van de Weichsel-linie
naar de Bug, maar op de flanken gaat de
opmarseh veel trager en bieden de Rus
sische achterhoeden een hardnekk'igen
tegenstand, natuurlijk om alle gevaar voor
een omsingeling te .vermijden.
Ook het Öostenrijksche leger is geregeld
op z'n qui vive geweest, om te trachten
den terugtochtsweg der Bussen af te
snijden.
Het geVolg was, dat dezen hals over
kop moesten vluchten, en dat zij er over
mioeten gaan denken Oost-Galicië geheel te
ontruimen.
Een gedeelte der Russische legers trok
reeds de grens over in de richting van
de Vesting Luzkeen poging om! den spoor
weg, die de ©enige nog beslaande ver
binding met het noorden Vormt, te be
reiken.
Over liet geheele 250 K.M. lange front
trekken de Russen terug, naar Wolhyniö
en Podolië, hun aftocht kenmerkend door
het in brand steken en verwoesten van
alles Wat.hun in den weg komt.
Want zij gunnen den vijand niet veel.
Als deze in staat is den Rus steeds
op den voet te volgen, ook al rent hij
met zeven-mijis-laarzen in de richting van
Moskou en St. Petersburg, dan dankt hij,
de vijand (de centralen), dit alleen aan
eigen voorzorgsmaatregelen' op het gebied
van voedsel- en munitievoorziening.
Hoort men de optimistisch© stemmen
in Rusland, dan zou men den indruk
krijgen, alsof 't er voor het rijk van vader
Tsaar beter dan ooit voorstaat.
Sasonof pocht, dat er met vertrouwen
in den soeverein en in de bondgenooten,
geen macht ter Wereld is, die de Russen
behoeven te vreezen. Dit vertrouwen heb
ben wij, zegt hij, en daarmee is de ein-
delijke overwinning onzer legers verze
kerd.
Met even veel zelfvertrouwen sprak de
minister van oorlog Polivanof zich uit je
gens den Petersburgsehen correspondent
van de „Times". Hij deelde mede, dat er
thans weer 2 millioen man worden opge
roepen, die ver achter de gevechtslinies
zullen worden geoefend. De minister meen
de, dat dezfe nieuw© strijdkrachten het vol
gend voorjaar gereed zullen zijln te velde
te trekken.
Van beteekenis is nog de mededeeling
van den minister, dat de Russische legers
geleidelijk hun nieuw© stellingen innemen
en dat de Vijand en ook de Russen zélf
him hoofdmacht concentreeren om Wilna,
waar vermoedelijk een belangrijke slag
zal Worden geleverd. Echter meende de
'minister ,dat de beslissing in de campagne
eerst het vodgsend jaar zal vallen. Den win
ter zou men zander veel overlast door
kunnen komen. Petersburg was goed be
schermd en generaal Roeski, die thans
opperbevelhebber is aan het Petersburg-
sche front beschikt over tal van legers.
Ook deze minister noemde alle geruchten
over een afzonderlijken vrede dwaze praat
jes, alleen te verklaren uit de zenuwach
tigheid van een volk, welks gebied door
den vijand is binnengetrokken.
Er zijn dus ook nog Russen van een
ander soort, dan de schreeuwers om den
vrede, doch de tijd zal wellicht spoedig
leeren, dat die oorlogspropagandisten maar
'n geringe schare achter zicii hebben.
Het geloof der massa in een ëïndelijke
zegepraal is sinds lang geknakt.
Van het Dardanellenfront bereikt, ons
bericht van een groote overwinning aan de
zijde der Turken, welk bericht te Kon-
stantinopel met groot gejubel is ontvangen.
Het KonstantinopoLtaansche stafbericht
meldt daaromtrent het volgende:
„Op het Dardanellenfront heeft de vij
and den 28sten zijln aanvallen van 26 en
27 dezer in de streek van Anaforta her
nieuwd. De aanvallen waren in de laatste
drie dagen bijizionder hardnekkig, maar
desniettegenstaande werd de vijand toch
geheel teruggeslagen. Hij leed ongehoorde
verliezen.
Door tegenaanvallen heroverden wij
eenige in ons centrum gelegen loopgraven,
welke door den Vijand bezet waren; wij
doodden de bezetting.
Gedurende de gevechten der
drie laatste dagen verloor dé
vijand 10000 man aan dooden.
Onze verliezen zijn. daarbij vergeleken,
gering.
Onze vliegers' wierpen met succes bom
men op vijandelijke stellingen en leger
plaatsen.
Verder is er niets belangrijks gebeurd."
Het communiqué leert ons, dat er met
groote heftigheid gestiedén isdat aan
vankelijk de geallieerden veld wonnon,
doch dat door een onverwachte gunstige
wending, misschien wel mogelijk gemaakt
door nieuwen toevoer van munitie, de
Turken de zege wisten te behalen onder
geringe verliezen hunnerzijds.
Een vliegtocht.
De Parijsche correspondent van de New-
York Times beschrijft in dit blad een
bezoek, dat hij bracht aan het station
van vliegtuigen op bet Fransche Stront,
waarbij hij. tegenwoordig was bij het ver
trek en den terugkeer Van een vlieg'-eska-
dea-, dat een tocht naar de Duitsche loop
graven deed.
„liet'Was", zoo verhaalt hij, „op een
groote vlakte, dat ik' een van de treffend
ste dingen zag, welke ik in dezen oorlog
heb kunnen waarnemen. De grond was
geheel bedekt met vliegtuigen. Nooit te
voiren had ik zoo iets gezien. Er schenen
er honderden te zijn. De kapitein wees
naar het midden, waar- zij. in het gelid
lagen geschaard voor een cskadersgewijzle
oefening. Er waren geheele linies van
machines, die aldus naast elkaar op het
veld lagen. Een kolonel liep van de een©
groep naar de andere en sprak met do
kapiteins van de vier machines, die ach
ter «jlk van "de vier linies stonden. Be
stuurders en waarnemers gingen aan
boord. Plotseling begonnen de machines
en schroeven te draaien. Het geraas was
oorverdo ovend
Wij stegen uit onzen auto en de ko
lonel kwam bij ons".
„Deze linies van machines "worden ge
vormd 'door onze kleine, vertrouwbare
tusschensoort" zei hij. „Zij hebben allo
mitrailleuses aan boord, terwijl een half
dozijn bommen van onderen er aan hangt.
Zij kunnen zeer mooi vliegen bij elk soort
van weer en leggen ongeveer 67 of 68
mijlen per uur af".
„En de groote machines achter de li
nies?" vroeg ik.
„0, dat zijn de nieuwe vliegtuigen met
dubbele machine. Zij kunnen 80 mijlen
per uur afleggen, maar zij vereischen
een zeer zorgvuldige behandeling".
„Hoe heeten ze?" vroeg ik.
„Sommige onzer mannen noemen ze
haviken, omdat zij zoo groot en im
posant zijn".
Plotseling klonk een revolverschot en
de stuurlieden en waarnemers van de eer
ste linie bukten zich. Er Was als een
machtig geruisoh van vleugels. De eerst©
linie sprong over het veld vooruit, en
alle stegen gelijktijdig de lucht, in, ge
volgd door hun „havik".
Bij het tweede schot schoot de tweed©
linie vooruit, eveneens gevolgd door zijn
havik.
Na vijf minuten waren alle machines
nog slechts kleine stippen aan den ver
ren hemel, die snel verdwenen, in de
richting van de Duitsche loopgraven.
Eeu uur daarna keerde het eskader
terug. Het bleek, dat de vliegtuigen zon
der verlies van de expeditie waren te
ruggekeerd.
Korte Oorlogsberichten.
Naar het voorbeeld van Denemarken
heeft ook Zweden een bijizondere belasting
ingevoerd op alle oorlogswinsten.
Een dappere Fransche zus
ter van ba.rniiuirb'gheid is gedecoreerd
gjeworden met het Croix de guerre, tegelij
kertijd met jfc'wee onderofficieren van d©
infanterie en van de Zouaven. Zij! was
tijdens het bombardement van St. Dié in
de stad gebleven. Zelfs toen de autori
teiten met de troepen vertrokken en de
stad verlaten was, bleef zijl op haar post
in het hosjpitaal tusschen de doktoren van
den vijand. Toen de Duitschers de stad
weer moesten ontruimen, wist zijl 65 van
de 80 gewonden, die zij dachten mede
te nemen, uit hun handen te redden en
voor Frankrijk te behouden.
Iets over kan on li en. Zooals
men weet is de levensduur van kanonnen,
evenals die van fijne instrumenten, in
hoogje "mate beperkt. Uit kanonnen van
de lichte veldartillerie, kunnen ongeveer
6000 schoten worden gelost. Hoe grooter
het kaliber wordt, hoe minder lang! de
levensduur van. het kanon. Voor de zware
kanonnen is met 100 schoten reeds de
maximum grens bereikt. Het scheepsge
schut is nog sneller onbruikbaar gewor
den. De nieuiwe Engelslche scheepskanon-
nen van 34 en 38 K.M. zjjjn hg 80 schoten
al op. Volgpns het Berl. Tagebl. zouden de
kanonhen van Krupp van hetzelfde kaliber
250 schoten meer kunnen doen.
Het langst duren de houwitsers. Deze
houden het misschien wel den heelen
oorlog uit. Het afslijten van de loopen is
een gevolg van het afbranden van het
staal in de laadruimten, veel minder ook
van de wrijving van het projectiel langs
den binnenwand van den loop. De ver
brandingsruimte van nitroglycerine is 2800
graden Celsiushet smeltpunt van het
staal van de loopen der kanonnen bedraagt
slechts 1400 graden Celsius.
Van het Oostelijk aorlo'gs-
terrein. Uit Berlijn
Bij de legergroep van Von Hindenburg:
De troepen van generaal Von Delow zijn
in gevecht gewikkeld om het bruggen
hoofd ten Zuiden van Friedrichstadt.
Bij de gevechten ten Oosten van den
Njemen bereikte het leger van van Eich-
horn de streek ten Noord-Oosten van
Olita; 1600 gevangenen werden gemaakt
en 7 kanonnen veroverd.
In de richting van Grodno bestormden
onze troepen Lipsk aan de Bobr. De Vij
and moest den Sidra-sector opgeven. Onze
troepen zijn Sokolka gepasseerd.
De Oostrand van de bosschen ten Noord-
Oosten en ten Oosteii van Bjelostok is
op velschillende plaatsen bereikt.
Bij de legergroep van Leopold van Beie
ren: In het woud van Bjelowjesh wordt
om den overgang over de boven-Narew
gestreden.
Duitsche en Oostenrijk-IIongaarsche
troepen van von Woyrsch wierpen den
vijand uit zijn stellingen bij: Suchopol aan
den Oostrand van het bosch en bij Sche-
reschewo.
Er wordt hier scherp achtervolgd.
Bij de legergroep van von Mackensen:
Om den terugtocht hunner achterhoeden
door het moerasgebied ten Oosten van
I'rushany mogelijk te maken, hebben de
Russen gisteren op de linie Poddueno tot
ten Zuiden van Kotorin nog eens den
strijd aanvaard. Zij zijn opnieuw gesla
gen, ofschoon zij afdeelingen, die reeds
verder afgemarcheerd waren, weder in
het gevecht wierpen.
Ook de voortzetting van de Russische
strijdwijze ,die in de krijgsgeschiedenis
van alle tijden steeds veracht werd, om
nl. de in den terugtocht medegesleepto
bevolking van het eigen land in vele dui
zendtallen, vooral vrouwen en kinderen
tegen onzen aanval op te drijven, heeft
hun niets gebaat.
- Zweden-en de oorlog. Volgens
een bericht uit Stockholm heeft de oorlog
aan Zweden reeds 34 schepen en 118
inenschenlevens gekost.
Van de Kaukasische grens.
De staf van het Russische leger in den
Kaukasus meldt dt. 27 Augustus:
In de richting van de kust mislukte
een poging van den vijand omi tot het
offensief over te gaan, totaal. Wij dwon
gen den vijand met zware verliezen tot
den terugtocht.
Een onzer motorbooten boorde Turk-
sche zeilschepen in den grond.
In de richting van Olty schoten.de Tur
ken op onze varkenningspatrouiiles.
Op het overige front hadden geen ge
vechten plaats.
De h an d e 1 s o o r 1 o g. Lloyds
meldt dat het Engelsehe stoomschip „Sir
William Stephenson" (812 ton) gezonken
is.
D-treinen BerlijnWar
schau. Binnenkort zullen doorloopende
D-treinen tusschen Berlijn en Warschau
worden ingelegd. Het uitzicht Lastaat, dat
er van 15 Sept. af dagelijks sneltreinen
zullen rijden tusschen beide plaatsen.
Van de Duitsche grens. Alle
in deiv Kreis graafschap Bentheiin woinen-
de weerpli-chtigen van de jaarklassen 1897
en die van 1898, die den Weerplichtigen
ouderdom, dus hun 17e jaar, hebben be
reikt, worden opgeroepen, zich door op
neming in\de landstormrol van 30 Augus
tus tot 4 September a.s. aan te melden.
De kapitein-vliegenier Mapplebeek',
die in het begin van den oorlog door
de Duitschers werd gevangen ogenomen
en Vervolgens wist te ontsnappen, is thans
bij een vliegtocht gevallen en om het leven
gekomen.
Volgens een telegram uit Chiasso aan
de Frankf. Ztg. verwacht men zleer spoe
dig, misschien nog in deze week, de eerste
vijandelijkheden tusschen Italië en Turkije.
Een mislukte toch naar Pa
rijs. Volgens een bericht uit Montmoren
cy vlogen Zaterdag vier Duitsche vliegtui
gen over de Fransche linies in de rich
ting van Parijs. Zij werden door Fransche
aviateurs achtervolgd, waarop drie der
Duitsche vliegers bij Compiègne den te
rugtocht aanvaardden. Twee vlogen bij
Tracy-le-Mont weder over de Fransche
linies. Een derde werd door de Fransche
aviateurs neergeschoten. Het vliegtoestel
stortte brandend in het woud van Halotte
neer. Een vierde vliegtuig vloog over
Montmorency, wierp vijf bommen, die geen
schade aanrichtten en moest ten slotte
voor het hevige vuur der Fransche bat
terijen de vlucht nemen.
Eendappermeisje. De „Cri do
Flandre" meldt, dat een zestienjarig meis
je, Rénie Robin geheeten, en dochter van
een „territorial", op de dagorder van het
Engeische leger is vermeld. Zij was er
n.l. in geslaagd den Engelschen 't plan
van La Bassée in handen te spelen, waar
door de posities der Duitschers krachtig
onder vuur genomen konden worden.
Rond van A.-R. Gemeenteraads
leden.
Bovengenoemde Bond zal vergaderen t©
Utrecht, op Donderdag 9 September to
10.30 uur voorna. Op de agenda komen
o. mi. de volgende punten voor: Punt 5.
Verkiezing Bestuursleden.
Aftreding 1914: Aan de beurt van
aftreden Waren toen de heeren: F. S.
Goslinga te Schiedam en Mr. P. E. Briët
te Leiden.
Door het bestuur worden aanbevolen
in de vacature Goslinga de hoeren: lo. F.
S. Goslinga te Schiedam; 2o. P. Rijsdijjk
te Sliedrecht; 3o. H. VelthuizOn van Zan
ten Jr., te Hillegom.
In de vacature Briët de heeren: lo. Mr.
P. E. Briët te Leiden; 2o. Dr. J. P,
Schouten te Apeldoorn; 3o. II. B. Wey-
land Jr. te Zwolle.
Aftreding 1915. Aan de beurt van
aftreding zijn de heeren: Mr. A. de Jong
te Rotterdam, A. S. J. Dekker to Goes,
J. S. F. van Hoogstraten te Arnhem.
Door het bestuur worden aanbevolen in
de vacature De Jong de heeren: lo. Mr.
A. do Jong te Rotterdam; 2o. H. Diémei
to Rotterdam; 3o. Mr. A. J. van Schelven
te Rotterdam.
In de vacature Dekker de heeren: lo.
A. S. J. Dekker; 2o. Mr. A. A. de Vear
te Middelburg; 3o. H. D. v. d. Meyden
te Almkerk.
In delvacature van Hoogstraten de hiee
ren: lo. J. F. S. van Hoogstraten te Am-
hem; 2o. J. Baron van Haersolte te Am-
hem; 3o. G. A. Bosch te Zwolle.
Punt 6. Te hespreken onderwerp: Ge
meentelijke Woningbouw.
In te leiden door den heer F. Nauta,
Burgemeester van Dantumadeel, oud-lid
van Ged. Staten van Friesland.
Punt 7. Te bespreken onderwerp: De
Gemeente als werkgeefster.
In te leiden door den heer Mr. S. da
Vries Czm., wethouder van Amsterdam.
Debat.
Legering gedurende den
winter.
De opperbevelhebber van land- en zee
macht heeft, den hoofdintendant doen
weten:
„In verband met het naderende koude
jaargetijde, acht ik het noodig er op te
wijzen, dat het mijn wensch is, dat alle
troepen, die thans nog in stroo legeren,
dezen winter van stroozakken worden
Voorzien.
Rij de voorstellen ter verbetering der
legering, geeft een der divisie-commandan
ten in overweging voor de onderofficieren
kribben beschikbaar te stellen, voor Zoo
verre zulks nog niet is geschied.
Tevens gelieve u mij mede te deelen, of,
voor den a.s. winter, de hoeveelheid de
kens voldoende Zal zijn. Met de uitbrei
ding van het leger sedert den vorigen Win
ter met een sterkte van ongeveer 30000
man, dient rekening te worden gehouden,
terwijl van inkwartiering bij de inwoners,
althans van nieuw gevormde afdeelingen,
zoo weinig mogelijk sprake zal mogen
wezen." - „Avp."
Een brief van dr. A. Kuyper.
Het „Berliner Tageblatt" schrijft:
„Dr. A. Kuyper, die op het oogenblik
een kuur volgt te Weisser Hirsch bij Dres
den, laat zich aldus uit in een brief aan
een van onze medewerkers:
„Zooals ik o.a. naar Berlijn aan de
hoofdredactie van het „Berliner Tage
blatt" schreef en ook aan u mededeelde,
komt het mij, daar ik slechts om gezond
heidsredenen naar Dresden ben gekomen,
gewenscht voor, dat de pers jgan mijn aan
wezigheid op Weisser Hirsch hoegenaamd
geen nota néémt. Daarbij moet ik blijven.
Dat belet mij echter niet, op de twlee
practische vragen, die u mij gesteld hebt,
in het kort op deze wijze te antwoorden:
lo. dat de beweging, om Nederland er
toe te brengen, zijne neutraliteit op te
geven en zich bij de Quadruple En
tente aan te sluiten, niets hoegenaamd
te beteekenen heeft en 2o. dat het kola-