Dinsdag 31 Augustus 1915 29e •laargang rso. 281 De Groote Oorlog. V Binnenland. Uitgave van de NaamL Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes. ILAN aE VORSTSTRAAT 21ÖU Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ L. BüRQ, Drukkers: öosterbaan Lo Cointre - Goes. 1Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers L2B „0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. Het tweede ontwerp. De regeering heeft een nieuw ontwerp 'eedwetje ingediend, en daarbij! retaining gehouden met de bezwaren in beide Ka mers tegen het eerste ontwerp ingebracht. In de Tweede Kamer was het de heer Lohman geweest, die voorgesteld had het wetje slechts tot 1919 te doen werken, doch de links die meerderhei d, in weerwil van des ministers zwakke aanbeveling, stemde dat amendement af. Toch was deze afstemming voor den heer Lohman gieen reden om tegen het •ontwerp te zijh. Integendeel, hij verde digde het krachtig tot den einde. G rooter en meerder daarentegen waren de bezwaren van Rechts in de Eerste Kamer. En aan deze nu is de regeering tegemoet gekomen. Het ontwerp draagt nu het karakter van een noodregelingin 1919 zal een definitieve regeling moeten volgen; het toetsingrecht vervult, zoadat een iede<* die gemoedsbezwaar heeft, hetzij met, hetzij zonder aanhalingsteekens, volstaan kan met de belofte, welke tot nu toe slechts aan de leden der Doopsgezinde gezindte toekwam. Dat dit een regeling is die ons toelacht, weigeren wij te erkennen. Doch de regee ring zit tusschen twee vuren: wetsover treding door Godloochenaars en onmoge lijke of op onvasten rechtsgrond berus tende rechtspraak. Hier moest derhalve -een knoop doorgehakt worden. Evenwel het is een noodregeling, en hierbij! houdt alle praten op; zulks te meer wanneer de zaak al pratende steeds moeilijker dreigt te worden. Steeds verder. Ook de Zeeuwsche groole gemeenten, Waar men den toon des ootmoeds diende in te zétten bij de oordeelon Gods die over België zijn, en ook in Nederlanid niet achterbleven, schijtien al vendel ai te dwalen van de rechte paden. Nu is weer te Middelburg in het „Schut tershof" een „Kermesse d'été" geopend, en zal „iederen avond in de groote zaal een Hollandse h-B elgisch bal plaats hebben". 't Is of de toongevers en toongeefstejfls de élite immers van Zeeland zeg gen wil: wij mogen geen kermis vieren, Wij zullen toch pret maken. Maar kan dat er nu toch jnee door? Neen, het kan er niet mee door. Voor den Heere niet, die met zijn tuch tigingen ons bezoekt; doch ook tegen over België niet, het arme België dat ineen krimpt ouder de slagen van zijn vijanden, en bet bloed zijner zonen of fert voor zijn onafhankelijkheid. Terecht critiseert De Nieuwe Zeeuwsche scherp de hebbelijkheid om de Belgen wij voegen er bijl in plaats van den troost van Gods Woord aan te bieden een dansje. En dan moet men nog zoo klaagt het R.-K. blad terecht - „dan moet men nog zoo pas Emile Verhaeren hebben hooren schreien in zijn hartroerend ge dicht „h la Belgique"' over zijn vaderland dat niets meer heeft dan eenigje lanpen duin en in brand staande vlakten, „over hét verwoeste Yperen, over Dixmuiden in puin gescholen, over de groote Vlaam- sche steden, onder de macht vian het vijandelijk geweld. „En met verbijstering constateert men, dat de frivoliteit, de wufte wereldzin, de lichtzinnige trek naar pret en pleizïer in niet weinige menschenzielen zoozeer allen levensernst heeft verstikt, dat het betere gevoel door geen sbem, zij' hebbe dan de klank van het kanongebulder, meer is wakier te schudden". De Hemel, zoo besluit het blad, be hoede dergelijke dwazen voor een schrik kelijk ontwaken en doe hen te rechte!» tijd tot beter inzicht komen. Natuurlijk gaan ook de Belgen niet vrij uit, voorzoover zij blijk geveu de slagen niet te voelen welke hun zijn toegebracht, en het leed dat over hen kwam, trachten weg te dansen. Op dezulken is van toe passing wat de profeet (Jeremia 5:3) klaagt over de inwoners van Jeruzalem: „O Heere! zien uwe oogen niet naar waarheidGij hebt ze geslagen, maai zij hebben geen pij n g© v o e 1 dGij hebt ze verteerd, maar zij hebben geweigerd de tucht aan te ne men; zij hebben hun aangezicht harder gemaakt 'dan een steenrots, zij 'hebben geweigerdzich te bekeeren". Doch meer nog geldt dit voor Nederland hetwelk zijn broeder België wel o verstel pl met afleiding^ doch verzuimt hem te troos ten met de waarheden uit het Boek. S Bbksiopt overzicht van vier toestand. Zelfs het „drama" van het Oosterfront dreigt eentonig te worden. In het Centrum van den strijd in Rus land wordt de vervolging van liet Russi sche leger nog steeds voortgezet, zonder dat de Duitschers er in slagen het te omsingelen en voor den strijd onbruik baar te maken. Wel (gaat de opmarsch der bondgenooten achter de terugtrekkende Russen met ver bijsterende vlugheid en volgen de reeksen ineer Oostelijk gelegen plaalsnamen elkaar met eenware film-vlugheid op, net als bij de terugtocht van de Weichsel-linie naar de Bug, maar op de flanken gaat de opmarseh veel trager en bieden de Rus sische achterhoeden een hardnekk'igen tegenstand, natuurlijk om alle gevaar voor een omsingeling te .vermijden. Ook het Öostenrijksche leger is geregeld op z'n qui vive geweest, om te trachten den terugtochtsweg der Bussen af te snijden. Het geVolg was, dat dezen hals over kop moesten vluchten, en dat zij er over mioeten gaan denken Oost-Galicië geheel te ontruimen. Een gedeelte der Russische legers trok reeds de grens over in de richting van de Vesting Luzkeen poging om! den spoor weg, die de ©enige nog beslaande ver binding met het noorden Vormt, te be reiken. Over liet geheele 250 K.M. lange front trekken de Russen terug, naar Wolhyniö en Podolië, hun aftocht kenmerkend door het in brand steken en verwoesten van alles Wat.hun in den weg komt. Want zij gunnen den vijand niet veel. Als deze in staat is den Rus steeds op den voet te volgen, ook al rent hij met zeven-mijis-laarzen in de richting van Moskou en St. Petersburg, dan dankt hij, de vijand (de centralen), dit alleen aan eigen voorzorgsmaatregelen' op het gebied van voedsel- en munitievoorziening. Hoort men de optimistisch© stemmen in Rusland, dan zou men den indruk krijgen, alsof 't er voor het rijk van vader Tsaar beter dan ooit voorstaat. Sasonof pocht, dat er met vertrouwen in den soeverein en in de bondgenooten, geen macht ter Wereld is, die de Russen behoeven te vreezen. Dit vertrouwen heb ben wij, zegt hij, en daarmee is de ein- delijke overwinning onzer legers verze kerd. Met even veel zelfvertrouwen sprak de minister van oorlog Polivanof zich uit je gens den Petersburgsehen correspondent van de „Times". Hij deelde mede, dat er thans weer 2 millioen man worden opge roepen, die ver achter de gevechtslinies zullen worden geoefend. De minister meen de, dat dezfe nieuw© strijdkrachten het vol gend voorjaar gereed zullen zijln te velde te trekken. Van beteekenis is nog de mededeeling van den minister, dat de Russische legers geleidelijk hun nieuw© stellingen innemen en dat de Vijand en ook de Russen zélf him hoofdmacht concentreeren om Wilna, waar vermoedelijk een belangrijke slag zal Worden geleverd. Echter meende de 'minister ,dat de beslissing in de campagne eerst het vodgsend jaar zal vallen. Den win ter zou men zander veel overlast door kunnen komen. Petersburg was goed be schermd en generaal Roeski, die thans opperbevelhebber is aan het Petersburg- sche front beschikt over tal van legers. Ook deze minister noemde alle geruchten over een afzonderlijken vrede dwaze praat jes, alleen te verklaren uit de zenuwach tigheid van een volk, welks gebied door den vijand is binnengetrokken. Er zijn dus ook nog Russen van een ander soort, dan de schreeuwers om den vrede, doch de tijd zal wellicht spoedig leeren, dat die oorlogspropagandisten maar 'n geringe schare achter zicii hebben. Het geloof der massa in een ëïndelijke zegepraal is sinds lang geknakt. Van het Dardanellenfront bereikt, ons bericht van een groote overwinning aan de zijde der Turken, welk bericht te Kon- stantinopel met groot gejubel is ontvangen. Het KonstantinopoLtaansche stafbericht meldt daaromtrent het volgende: „Op het Dardanellenfront heeft de vij and den 28sten zijln aanvallen van 26 en 27 dezer in de streek van Anaforta her nieuwd. De aanvallen waren in de laatste drie dagen bijizionder hardnekkig, maar desniettegenstaande werd de vijand toch geheel teruggeslagen. Hij leed ongehoorde verliezen. Door tegenaanvallen heroverden wij eenige in ons centrum gelegen loopgraven, welke door den Vijand bezet waren; wij doodden de bezetting. Gedurende de gevechten der drie laatste dagen verloor dé vijand 10000 man aan dooden. Onze verliezen zijn. daarbij vergeleken, gering. Onze vliegers' wierpen met succes bom men op vijandelijke stellingen en leger plaatsen. Verder is er niets belangrijks gebeurd." Het communiqué leert ons, dat er met groote heftigheid gestiedén isdat aan vankelijk de geallieerden veld wonnon, doch dat door een onverwachte gunstige wending, misschien wel mogelijk gemaakt door nieuwen toevoer van munitie, de Turken de zege wisten te behalen onder geringe verliezen hunnerzijds. Een vliegtocht. De Parijsche correspondent van de New- York Times beschrijft in dit blad een bezoek, dat hij bracht aan het station van vliegtuigen op bet Fransche Stront, waarbij hij. tegenwoordig was bij het ver trek en den terugkeer Van een vlieg'-eska- dea-, dat een tocht naar de Duitsche loop graven deed. „liet'Was", zoo verhaalt hij, „op een groote vlakte, dat ik' een van de treffend ste dingen zag, welke ik in dezen oorlog heb kunnen waarnemen. De grond was geheel bedekt met vliegtuigen. Nooit te voiren had ik zoo iets gezien. Er schenen er honderden te zijn. De kapitein wees naar het midden, waar- zij. in het gelid lagen geschaard voor een cskadersgewijzle oefening. Er waren geheele linies van machines, die aldus naast elkaar op het veld lagen. Een kolonel liep van de een© groep naar de andere en sprak met do kapiteins van de vier machines, die ach ter «jlk van "de vier linies stonden. Be stuurders en waarnemers gingen aan boord. Plotseling begonnen de machines en schroeven te draaien. Het geraas was oorverdo ovend Wij stegen uit onzen auto en de ko lonel kwam bij ons". „Deze linies van machines "worden ge vormd 'door onze kleine, vertrouwbare tusschensoort" zei hij. „Zij hebben allo mitrailleuses aan boord, terwijl een half dozijn bommen van onderen er aan hangt. Zij kunnen zeer mooi vliegen bij elk soort van weer en leggen ongeveer 67 of 68 mijlen per uur af". „En de groote machines achter de li nies?" vroeg ik. „0, dat zijn de nieuwe vliegtuigen met dubbele machine. Zij kunnen 80 mijlen per uur afleggen, maar zij vereischen een zeer zorgvuldige behandeling". „Hoe heeten ze?" vroeg ik. „Sommige onzer mannen noemen ze haviken, omdat zij zoo groot en im posant zijn". Plotseling klonk een revolverschot en de stuurlieden en waarnemers van de eer ste linie bukten zich. Er Was als een machtig geruisoh van vleugels. De eerst© linie sprong over het veld vooruit, en alle stegen gelijktijdig de lucht, in, ge volgd door hun „havik". Bij het tweede schot schoot de tweed© linie vooruit, eveneens gevolgd door zijn havik. Na vijf minuten waren alle machines nog slechts kleine stippen aan den ver ren hemel, die snel verdwenen, in de richting van de Duitsche loopgraven. Eeu uur daarna keerde het eskader terug. Het bleek, dat de vliegtuigen zon der verlies van de expeditie waren te ruggekeerd. Korte Oorlogsberichten. Naar het voorbeeld van Denemarken heeft ook Zweden een bijizondere belasting ingevoerd op alle oorlogswinsten. Een dappere Fransche zus ter van ba.rniiuirb'gheid is gedecoreerd gjeworden met het Croix de guerre, tegelij kertijd met jfc'wee onderofficieren van d© infanterie en van de Zouaven. Zij! was tijdens het bombardement van St. Dié in de stad gebleven. Zelfs toen de autori teiten met de troepen vertrokken en de stad verlaten was, bleef zijl op haar post in het hosjpitaal tusschen de doktoren van den vijand. Toen de Duitschers de stad weer moesten ontruimen, wist zijl 65 van de 80 gewonden, die zij dachten mede te nemen, uit hun handen te redden en voor Frankrijk te behouden. Iets over kan on li en. Zooals men weet is de levensduur van kanonnen, evenals die van fijne instrumenten, in hoogje "mate beperkt. Uit kanonnen van de lichte veldartillerie, kunnen ongeveer 6000 schoten worden gelost. Hoe grooter het kaliber wordt, hoe minder lang! de levensduur van. het kanon. Voor de zware kanonnen is met 100 schoten reeds de maximum grens bereikt. Het scheepsge schut is nog sneller onbruikbaar gewor den. De nieuiwe Engelslche scheepskanon- nen van 34 en 38 K.M. zjjjn hg 80 schoten al op. Volgpns het Berl. Tagebl. zouden de kanonhen van Krupp van hetzelfde kaliber 250 schoten meer kunnen doen. Het langst duren de houwitsers. Deze houden het misschien wel den heelen oorlog uit. Het afslijten van de loopen is een gevolg van het afbranden van het staal in de laadruimten, veel minder ook van de wrijving van het projectiel langs den binnenwand van den loop. De ver brandingsruimte van nitroglycerine is 2800 graden Celsiushet smeltpunt van het staal van de loopen der kanonnen bedraagt slechts 1400 graden Celsius. Van het Oostelijk aorlo'gs- terrein. Uit Berlijn Bij de legergroep van Von Hindenburg: De troepen van generaal Von Delow zijn in gevecht gewikkeld om het bruggen hoofd ten Zuiden van Friedrichstadt. Bij de gevechten ten Oosten van den Njemen bereikte het leger van van Eich- horn de streek ten Noord-Oosten van Olita; 1600 gevangenen werden gemaakt en 7 kanonnen veroverd. In de richting van Grodno bestormden onze troepen Lipsk aan de Bobr. De Vij and moest den Sidra-sector opgeven. Onze troepen zijn Sokolka gepasseerd. De Oostrand van de bosschen ten Noord- Oosten en ten Oosteii van Bjelostok is op velschillende plaatsen bereikt. Bij de legergroep van Leopold van Beie ren: In het woud van Bjelowjesh wordt om den overgang over de boven-Narew gestreden. Duitsche en Oostenrijk-IIongaarsche troepen van von Woyrsch wierpen den vijand uit zijn stellingen bij: Suchopol aan den Oostrand van het bosch en bij Sche- reschewo. Er wordt hier scherp achtervolgd. Bij de legergroep van von Mackensen: Om den terugtocht hunner achterhoeden door het moerasgebied ten Oosten van I'rushany mogelijk te maken, hebben de Russen gisteren op de linie Poddueno tot ten Zuiden van Kotorin nog eens den strijd aanvaard. Zij zijn opnieuw gesla gen, ofschoon zij afdeelingen, die reeds verder afgemarcheerd waren, weder in het gevecht wierpen. Ook de voortzetting van de Russische strijdwijze ,die in de krijgsgeschiedenis van alle tijden steeds veracht werd, om nl. de in den terugtocht medegesleepto bevolking van het eigen land in vele dui zendtallen, vooral vrouwen en kinderen tegen onzen aanval op te drijven, heeft hun niets gebaat. - Zweden-en de oorlog. Volgens een bericht uit Stockholm heeft de oorlog aan Zweden reeds 34 schepen en 118 inenschenlevens gekost. Van de Kaukasische grens. De staf van het Russische leger in den Kaukasus meldt dt. 27 Augustus: In de richting van de kust mislukte een poging van den vijand omi tot het offensief over te gaan, totaal. Wij dwon gen den vijand met zware verliezen tot den terugtocht. Een onzer motorbooten boorde Turk- sche zeilschepen in den grond. In de richting van Olty schoten.de Tur ken op onze varkenningspatrouiiles. Op het overige front hadden geen ge vechten plaats. De h an d e 1 s o o r 1 o g. Lloyds meldt dat het Engelsehe stoomschip „Sir William Stephenson" (812 ton) gezonken is. D-treinen BerlijnWar schau. Binnenkort zullen doorloopende D-treinen tusschen Berlijn en Warschau worden ingelegd. Het uitzicht Lastaat, dat er van 15 Sept. af dagelijks sneltreinen zullen rijden tusschen beide plaatsen. Van de Duitsche grens. Alle in deiv Kreis graafschap Bentheiin woinen- de weerpli-chtigen van de jaarklassen 1897 en die van 1898, die den Weerplichtigen ouderdom, dus hun 17e jaar, hebben be reikt, worden opgeroepen, zich door op neming in\de landstormrol van 30 Augus tus tot 4 September a.s. aan te melden. De kapitein-vliegenier Mapplebeek', die in het begin van den oorlog door de Duitschers werd gevangen ogenomen en Vervolgens wist te ontsnappen, is thans bij een vliegtocht gevallen en om het leven gekomen. Volgens een telegram uit Chiasso aan de Frankf. Ztg. verwacht men zleer spoe dig, misschien nog in deze week, de eerste vijandelijkheden tusschen Italië en Turkije. Een mislukte toch naar Pa rijs. Volgens een bericht uit Montmoren cy vlogen Zaterdag vier Duitsche vliegtui gen over de Fransche linies in de rich ting van Parijs. Zij werden door Fransche aviateurs achtervolgd, waarop drie der Duitsche vliegers bij Compiègne den te rugtocht aanvaardden. Twee vlogen bij Tracy-le-Mont weder over de Fransche linies. Een derde werd door de Fransche aviateurs neergeschoten. Het vliegtoestel stortte brandend in het woud van Halotte neer. Een vierde vliegtuig vloog over Montmorency, wierp vijf bommen, die geen schade aanrichtten en moest ten slotte voor het hevige vuur der Fransche bat terijen de vlucht nemen. Eendappermeisje. De „Cri do Flandre" meldt, dat een zestienjarig meis je, Rénie Robin geheeten, en dochter van een „territorial", op de dagorder van het Engeische leger is vermeld. Zij was er n.l. in geslaagd den Engelschen 't plan van La Bassée in handen te spelen, waar door de posities der Duitschers krachtig onder vuur genomen konden worden. Rond van A.-R. Gemeenteraads leden. Bovengenoemde Bond zal vergaderen t© Utrecht, op Donderdag 9 September to 10.30 uur voorna. Op de agenda komen o. mi. de volgende punten voor: Punt 5. Verkiezing Bestuursleden. Aftreding 1914: Aan de beurt van aftreden Waren toen de heeren: F. S. Goslinga te Schiedam en Mr. P. E. Briët te Leiden. Door het bestuur worden aanbevolen in de vacature Goslinga de hoeren: lo. F. S. Goslinga te Schiedam; 2o. P. Rijsdijjk te Sliedrecht; 3o. H. VelthuizOn van Zan ten Jr., te Hillegom. In de vacature Briët de heeren: lo. Mr. P. E. Briët te Leiden; 2o. Dr. J. P, Schouten te Apeldoorn; 3o. II. B. Wey- land Jr. te Zwolle. Aftreding 1915. Aan de beurt van aftreding zijn de heeren: Mr. A. de Jong te Rotterdam, A. S. J. Dekker to Goes, J. S. F. van Hoogstraten te Arnhem. Door het bestuur worden aanbevolen in de vacature De Jong de heeren: lo. Mr. A. do Jong te Rotterdam; 2o. H. Diémei to Rotterdam; 3o. Mr. A. J. van Schelven te Rotterdam. In de vacature Dekker de heeren: lo. A. S. J. Dekker; 2o. Mr. A. A. de Vear te Middelburg; 3o. H. D. v. d. Meyden te Almkerk. In delvacature van Hoogstraten de hiee ren: lo. J. F. S. van Hoogstraten te Am- hem; 2o. J. Baron van Haersolte te Am- hem; 3o. G. A. Bosch te Zwolle. Punt 6. Te hespreken onderwerp: Ge meentelijke Woningbouw. In te leiden door den heer F. Nauta, Burgemeester van Dantumadeel, oud-lid van Ged. Staten van Friesland. Punt 7. Te bespreken onderwerp: De Gemeente als werkgeefster. In te leiden door den heer Mr. S. da Vries Czm., wethouder van Amsterdam. Debat. Legering gedurende den winter. De opperbevelhebber van land- en zee macht heeft, den hoofdintendant doen weten: „In verband met het naderende koude jaargetijde, acht ik het noodig er op te wijzen, dat het mijn wensch is, dat alle troepen, die thans nog in stroo legeren, dezen winter van stroozakken worden Voorzien. Rij de voorstellen ter verbetering der legering, geeft een der divisie-commandan ten in overweging voor de onderofficieren kribben beschikbaar te stellen, voor Zoo verre zulks nog niet is geschied. Tevens gelieve u mij mede te deelen, of, voor den a.s. winter, de hoeveelheid de kens voldoende Zal zijn. Met de uitbrei ding van het leger sedert den vorigen Win ter met een sterkte van ongeveer 30000 man, dient rekening te worden gehouden, terwijl van inkwartiering bij de inwoners, althans van nieuw gevormde afdeelingen, zoo weinig mogelijk sprake zal mogen wezen." - „Avp." Een brief van dr. A. Kuyper. Het „Berliner Tageblatt" schrijft: „Dr. A. Kuyper, die op het oogenblik een kuur volgt te Weisser Hirsch bij Dres den, laat zich aldus uit in een brief aan een van onze medewerkers: „Zooals ik o.a. naar Berlijn aan de hoofdredactie van het „Berliner Tage blatt" schreef en ook aan u mededeelde, komt het mij, daar ik slechts om gezond heidsredenen naar Dresden ben gekomen, gewenscht voor, dat de pers jgan mijn aan wezigheid op Weisser Hirsch hoegenaamd geen nota néémt. Daarbij moet ik blijven. Dat belet mij echter niet, op de twlee practische vragen, die u mij gesteld hebt, in het kort op deze wijze te antwoorden: lo. dat de beweging, om Nederland er toe te brengen, zijne neutraliteit op te geven en zich bij de Quadruple En tente aan te sluiten, niets hoegenaamd te beteekenen heeft en 2o. dat het kola-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1