A O. 207
Zaterdag 14 Augustus 1915
29e «laargang
DE LEIDING.
De Qroete ©®rl©g.
Alleen wanneer een Chris
ten £ieh op politiek terrein
in dén aard der partijen ver
gist, kan hij aan het libera
lisme de hand reiken.
Mr. G. GROEIT VAN FRSMSTERER.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGü
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes-.
LAN jE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburgs
FIRMA F. P. DHU1J L. BURGC
Drukkers:
Oosierbaan Le Cointre - Goes.
'De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. postf 1.25
Losse nummers0.05
VII.
Dr, Kuypfer handelt in de volgende ar
tikelen dezer reeks over den indruk dien
het optieden van het Kabin,et'-Heem'sk^e^r(k,
in zijn gteheel op ons volk maakte
en 'achterliet.
De eerste indruk was niet gunstig, wijl
de inzet foutief was. Slaat bij de stem'-
bus de meerderheid in de Earner om,
dan is iel' een toon van behaalde zege
praal. Dan tintelt 'tal Van moed en be
zieling. Pan heeft men die Pel's mee,
en 't land. en .ten deele zelfs de oppo
sitie, die, in haar vleugelen geraakt, al
thans begint roet iets tamlmér en mak
ker te zijn. pe inzet is dan moedge
vend. Men kan en durft, omdat men die
macht heeft. Daat-om is 'tjamlmer dat
in Dec. 1.907 Voor 'het kabinef-Heams-
fcerk deze mooie kans werd afgesneden.
„Toen dit Kabinet in 1908 in zee stak,
blies er geen faviolriet-windje, maar: was
'teer een z.w'ólele, drukkende lucht die
de feilen slap ipm de ra's deed zwie-
bel-en. Er was geen kiiezerswiorsteling', er
was geen stembus geweest, men had geen
mfeerdePheid. Gleen hoera ging er op, en
geen kreet van enthousiasme kwam ons
Verrassen".
Gevolg. hiervan was deze positie: „de
indruk moest gemaakt dat, al kwam men
van Rechts, men toch ook zeer wiel op
voet. van vriendschap en vei'trouwten met
de heeren van Pinks zich zoo half én
half verbroederen kon. En dit 'is toten
gelukt. Handig en smedig werd geme
den al wat kabaal kon hebben uitge
lokt. En wie erkent niet gul en grif dat
vooral de President-Minister op meester
lijke wijze door deze min-pfettige positie
heenbeet.
De oppositie was tevreden met zooveel
inschikkelijkheid. Miaar ons antirevolutio
naire volk verloor er zijn geestdrift bij.
„Schier niets sloegj uit de b'reede Ka
merdebatten bij het Christenvolk in". „De
bezieling die van 't heiliglo uitgaat, moge
in de Kamer nog soms gevoeld zijn, w|on-
deren als eertijds Wjerirte ze buiten de
Kamer en onder het Christenvolk zoo
goed ia.ls- mi-et".
Lof heeft dr. ,K. voor 'het grootsche
werk der Grondwetsherziening door mi
nister Heemskerk ondernomen, maar de
schaduwzijde er van >v:as dat hij te veel
op 'eenmaal wilde doen. Wat te bejamme
ren. is, dewijl de minister onze beginsele'n
in zijn ontwerpen tot hun recht liet ko
men. Toen dan ook de stembus tegensloeg
was al dat werk „mi-et-,gedaan", wijl het
Kabinet moest aftreden.
Ook in zialkte den eed had Ier ondelr
dit Kabinet een treurig incident plaats.
Munster Regout droeg teen regeling voor
en minister Heemsktelir verdedigde, diie,
welke niet was van antirevolutionaire
maar van liberale herkomst, o.a. door
P.rucker (yrijz'.-dem.) toegejuicht, ten als
wapen (in de Eerste Kamér1) tegen de anti
revolutionairen gebruikt. Later bleken ook
professoren van de Vrije en een leerling
van de Vrije die opvatting te deelen,
welke inging tegen die van Ons Program.
Dit feit nu toetst dr. K. De vïaag is,
■zoo merkt 'hij op-, hoe de vrijheid ten
de eie nli -eid bij zulk ©en conflict b ei
de tot 'haar recht kunnen komen.
Het individualisme, 'het niet-voielen voor
de eenheid, bet uit den hand springen,
bet landers-clan-anders-willen dcnem, heeft
vooi' 1857 0.11ZI» partij en ons volk veel
kwaad gedaan. Druk bracht in 1878 ons
weer bijeen. Doch sinds 1905 is de twee
dracht weel' bezig ons te verdeelen. En
wie nu tegen deze- tweedracht waar
schuwt wondt voor een be Lager Idler
vrijh eid gehouden. De kneep voelt
mil. Maar wij willen vrijheid m e t, ten
ni-et zonder verband. Vrijheid goed,
maar niet ten koste der teenheid. Er moeit
niet -eenzijdig op eten v,an beide den na
druk leggen.
„Hiermede in verhand staat van ouds
her het prijs stellen vlan onze a.-r. partij
op het bezit van een lleiider. In ons
land acht men zoo iets bijna iets on
geoorloofds. In het buitenland acht men
geen krachtige partij zonder leider denk
bar. Groen heeft van het jndividualismte
Vflel last gehad. Onder dr. Ivuyper werd
(|at beter, doch in den laatsten tijd wer-
p11 teekemlen ^zichtbaar ,van die oude
*w<ial. De Jt otter d. prees mi. partij
Sehiltkig die geen leider had. (De R ot
ter d. heeft uitgelegd dit'niet btedo>eld
te hebben).
D-r. K. geeft overigens toe dat. het moei
lijk is de juiste verhouding tussohen los
heid en verband, Vrijheid en eenheid te
vinden. Maar „niet ernstig genoeg kan
de aandacht gevraagd voor deze onder
scheiding: een antirevolutionair kan iiln
de .organisatie leven ©n bij kan er bui
ten staan". Bleef men er buiten, dan
kan men, ook al schudt men het. teen©
bfeginstel na het andere uit, zich een pter-
'fect antirevolutionair voelen. Maar Iaat
men. zich in die organisatie opnemen, dan
is men ia,an de organisatie dier partij
gebondten. Geen leenvormigheid mag dit
tengévolge hebbfen, maar veelvormigheid,
ten wteil in dien zin dat, zoo onze partij
een levend beginsel, belijdt, in dit begin
sel de kiem, het uitgangspunt moet lig
gen van al ons doen en getuigen.
Doordat het een lev|end beginsel is,
fen er onder ons zijm 3ie ovier origi
ne iele vinding beschikken, zullen
ter variaties zijn, als bijv. velerlei kleu
ren van éénzelfde bloem op één bed.
Maar geen valsche variatie, als bijv. een
cactus tusschen tulpen. Wel variaties uit
denzelfden ,antireviohition.aipen vrtichtbo-
dem, maar ,gieen variatie dié' uit het li
beralisme opkomt.
[Bij de principieele tegenstelling in del
Eedsquaestie tussohen. Kuypier en Druckef
in de Eerste Kamer had het niet moe:
ten kunnen vöoir,komen dat laatstgenoem
de, een liberaal, tegen eerstgenoemde, een
antirevolutionair, antirevolutionaire hulp
troepen in het vuur brengt.
Een gewichtige dag-
Een laatste woord aan de kiezers voor
den gemeenteraad te Goes.
Slechts de rustdag scheidt ons nog van
den stemmingsdag, welken dag wij als een
gewichtige wenschen aan te1 merken.
We 'zouden Willen, dat allen, voor wie
deze regelen in 't bijzonder bestemd zijin,
v.an het gewicht van dien dag doordrongen
Waren
Waren alle rechts-c-h© kiezers ervan over
tuigd dat de uiterste inspanning geëis'cht
wordt, dat het op één stem kan aanko
men, en lieten allen zich in die overtui
ging naar de stembus leiden, dan w'as de
uitslag niet twijfelachtig.
Dan zou althans niemand de stemming
Vergeten.
Dan zou ieder z'n zakenreizen zóó rege
len, dat de Maandag vrij. bleef.
Dan 'zou ieder z'n pleizierreis-je, uitstel
len of onderbreken om Maandag op 't
appèl te z'ijn.
Dan zou niemand met veel geduld over
reed moeten .worden om z'n stemplicht
nota bene z'n plicht! te gaan ver
vullen.
Dan zou ieder rechtsch kiezer ook
waarlijk rechts stemmen.
Moeten we nogmaals uiteenzetten, waar
om 't er Maandag op aankomt, én moe
ten we nog eens alle redenen opsommen,
die o-ns reehtsche volk als één man voor
Brants in 't harnas moesten jagen?
We zullen dat niet doen na de her
haalde- herinneringen, die- we reeds in
onsi'blad plaatsten.
We hebben er op- gewezen, dat we
moeten opkomen tegen onvoldoende erken
ning van de rechten der minderheden.
Meermalen hadden we gelegenheid de
capaciteiten van onzen oandidaat in het
licht te stellen. De heer Brants ieder
is er van overtuigd is in de Raadzaal
(binnen het bek aan de groene tafel
optei'n plaats.
We hebben tegen het werk van den
verdeeler, die de coalitie gaarne zag sprin
gen, gewaarschuwd.
Op trouwe opkomst aangedrongen.
En tenslotte liet nuttige en noodzakelijke
van persoonlijk bewerken bepleit.
Thans, is het woord aan de kiezers.
Wilt ge onzen candidaat in ,den Raad
helpen
Ja?
Welnu, zet dan Maandag uw woord
in een daad om en stemt op den beer
K. B RANTS.
Toch nog polemiek.
Het „Volksblad!' noopt ons toch nog
polemiek te voeren.
Tot nog toe 'bepaalden partijen zich
er toe bun resp. candidaten voor de a.s.
gemeenteraadsverkiezing op beschaafde
wijze aan .te bevtelen, doch het „Volks
blad" moet weder op het laatste oogen-
blik' de lezer voelt wiel wjaa'dom steeds
het laatste ©ogenblik wordt gekozén
Poet in het eten gooien en aan den ver
kiezingsstrijd een leelijk bijsmaakje geven.
Het .spreekt y-anzelf, dat we het ge
schrijf v.an tegenstanders, die ,ons zondé'r
eenig' bewijs van liet gebruik van „ge-
roeeaie insinuatiën" en „geniepigheden"
beschuldigen, niet veel aandacht waardigi
keuren, en daarom zullen wte het kluwen
Van verwarde gedachten ten valsche ver
onderstellingen in de van bet „Volks
blad" niet trachten ,uittez,oek!en en otfk
niet den verwarden schrijver uit de duis
ternis te helpen.
Trouwens „De Zeeuw" is niet de groot
ste boosdoenster, maar onze candidaat
is de boeman, de man 'die, als bet ons
rechtschei volk behaagt, groote kans beeft
tot lid van den Goesc-hen Raad 'gekozén
te worden.
Aan de overzijde in het linkschla
kamp is men heimelijk overtuigd, dat
die „groot© Hans" bestaat. Vandaar dat
het „Volksblad" .nog een laatste poging
waagt zij het ten koste van z'n naam
als waardig polemist om onz'en can
didaat afbreuk te, ld oen.
Dat de h(eer Brants het „Volksblad"
op onwiaarhed|en betrapte, d,at zij htem
den ih(eer Brants vergeven, maar
dat hij tegien de kermis is, dat molef
den kiezers nog teens duidelijk voorge
houden wordten. Als nu aan 's h'eerein
Brants a.-r. beginsel herinherd geworden
ware, dlp.ii zou de bewering zin g!eih,ad
hebbien. Doch wiat doet men? Op han
dige^?) wijze sleept men er een brief
van onzen medewerker „Kees van diep
Meier" hij, in welken tegen kefmishou-
den, speciaal in dtezen ahnormalen tijd,
geageerd wordt. 'En (ziet ge1, de belter Brants
kon wel 'eens familie z'ijn van diein me
neer Van der Meter!
Doch 'tergste moet nog kamen. Hiet
„Volksblad"-artikeltje is zoo vriendelijk
te verwijzen naar een ingezonden stuk
in hetzelfde nummer. Mogelijk vreest de
redactie, dat a.an bet ongetteeken.de
stuk te weinig aandacht möfaht Worden
geschonken.
Veel aandacht lis bet booze aTtikleltje
Van „Een voorstander van goed open'-
biaar onderwijs" dan ook niet waard. Wan
neer alle wake voorstanders van dit kali
ber wiar-en zou 'ter maar treurig uit
zien met bet openbaar onderwijs in Goes.
De beer Brants wordt natuurlijk weelr
Voorgesteld als de desorganisatoir van bet
openb. onderwijs, 'tls ons -een raadsel,
hoe men nog' s leeds durft laankomten met
deze Valsche voorstelling, die toch waar
lijk reeds dikwijls gienoeg weerlegd is.
We zullen thans op de kwestie der
Goesehe onderwijsreolrganisatie dan oiok
met dieper ingaan, doch alleen nog maajii
eens berinneren aan de woorden van bet
vrijzinnige Kamerlid Otto, die de geheeld
ziaak (nauwkeurig heeft onderzocht, hielt
destijds veelbesproken partijdige bericht
van den G.oeschen correspondent van de
„iN. R. C." wraakte en met gr.oote
w a a r d e e i n g ,s p a k .o v e r het
goed g e s 1 ia. a g de r e o r g a n i s a t i ie-
p La n.
Hebben wij niet gelijk, als Wei den ernst
van den bedoelden „voorstander" en
anonieme stukkenschrij.ver in twijfel tïek'-
kien?
D.och wat doet men al niet, als rechts
met een candidaat, komt, die "in die goede
behartiging van de gemteentehtelangen
ook op het gebied van het openbaar on
derwijs door niemand, zelfs door geen
liberaal kan woirden overtroffen.
Bsknept overzicht van dsn toestand.
Heeft Duitschland dan niets van Napo
leon geleerd?
Dit beeft men zich wel ©eins afgevraagd,
als men las van het geweldige Duitsohe
offensief in het Oosten.
Is men 1812 dan geheel en al vergeten?
Willen de Duifcs'che jo'pgiemannen zich een
graf bereiden in de Russische sneeuw-
vallen, voor Petrograd of voor Mo'skoui?
Doch vergieten we niet, dat de terug
tocht der Russen in 1915 doch wel iets
anders is dan die van 1812.
De Rus'sische Pérs .zelfs begint het
reeds te geloovein.
Zoo deed men in een de-r Russische
bladen openlijk uitkomen, dat h-et einddoel
van de groote Dpitsehe offensieve bewe
ging, niet Brest-LitpWsk, maar St. Peters
burg is. En men wijst bij' de bespreking van
dit plan op het groote verschil tussohen
den nationalen oorlog van 1812, én het
thans hangende conflict der naties, waarin
de Duitechers tegten Rusland troepenmach
ten in het veld brengen, die zevenmaal
zoo sterk zajln als die van Napoleon, en
die gesteund worden door de nieuwe tech
nisch© hulpmiddelen, terwSj(I in 1812 het
Ruissische leger op dezelfde hoogte stond
als het Fransche.
De Duitschers staan daarom thans in
een veel betere positie in Rusland dan
Napoleon. Zij!bteschoulwen niet Moskou
al® de sleutel van het rijk. Zij weten dat
Petersburg het politieke centrum is, en
dat het van Riga 'maar half zoover is als
Moskou. Er is slechts eein nachtreis per
trein noodig' om van Riga naar Peters-
burg te komen, en ofschoon een inval
niet per sneltrein geschiedt, vormt eein
afstand van 260 K.M. lang's een goeden
weg en twee spoorwegllijlnen geen onover
komelijk beziwaar.
We hebben thans niet te doen met een
herhaling van den oorlog van 1812, doch
iets veel ernstigiers, en dat moet roten zich
duidelijk voorstellen. Voor de Duitschers
is het zaak den veldtocht tegen Rusland
zoo spoedig mogelijk ten einde to brengtejn,
ten einde zich dan naar het westen te
kunnen koeren. En daarom pogen zij niet
naar Moskou te gaan, doch 'naar Peters'-
burg. Het verlies vlain -deze stad zou, m'eer
dan dat van Moskou, de gelegenheid 'bte-
nadeleten om munitie aan te maken, ten
bovendien Rusland afsnijden van de
Oostzee.
Het gevaar, waarop we gisteren reeds
met een enkel woord doelden, is idus
lang niet denkbeeldig.
De krachtig'© pogingen dér Duitschers
om de zoozeer begeerde zeehaven aan
de Oostzee, Riga, te bezetten, wijz|en er
ook op, dat ze groote plannen koesteren.
De Russen laten niets na, om zie te
verijdel en. Zoo zal de druk, door de
Russische légers in Koerland uitgeoefend,
wel ten doel hebben om den druk der
Diuitischers in de richting van Riga wat
te doen verminderen.
Holland ist hoilandisch.
Onder dezen titel schrijft Paul Raché
in h-et „Berl. Tagebl." een uitvoerig arti
kel over ons land, waaraan wij het vol
gende ontleenen.
De schrijver bekent allereerst z'ijki land-
genoo ten, dat. het met de oude, wijdver
spreide opvatting, dat Holland „eigenlijk
Duitsch" is, en ,,'z.oo goed als Duitsch
voelt" en „feitelijk bij ons behoort" hee-.
te-maal uit moet zijn, want dat men met.
dergelijke uitingen juist het grootste k'waad
aan'de Duitsch© 'ziaak in Holland doet,
Wij zullen, gaat de schrijver voort, al
leen dan in een betere verhouding tot
Holland komen, als 'wij er ons aan jweninen,
de .Hollandsche natie als een geheel o-p
zich zelf staand volk te erkennen, den
Hollander a's 'Hollander t© beschouWien
en niet als Neder-duitscher of ook-Duit-
scher.
Men moet den Hollander met ziijn fie-
nen tlrots op zijn grooitsch velleden, zijin
historische rol, zijn prachtige kuituur
kennen, uilen moet weten, hoe ook Inu nog
zijn nationaal zelfbewustzijn zich zoo
krachtig uitspreekt, dat hij niets anders
wil ziijn dan Hollander.
Wij. 'moeten om ©en vertrouwelijker ver
houding tusschen heide landen te schép
pen, elkaar beter leeren kennen. Wij
Holland, doordat wij zij'n eigen wezen
Meer erkennen, Holland ons, doordat het
er zich eindelijk aan gewent, ons. zoo
te zien als wij zijn, opdat het zich vrij'
maakt van een dwaze annexatie-vrees en
de hand, die wordt toegestoken, niet met
aarzielend wantrouwen, maar met onbe
vangen ivertrouwen aanneemt. Wij hebben
steeds warnier voor Holland gevoeld dan
de Hollanders voor ons.
Holland is niet Duitschgezind, maar het
is ook niet beslist Duitschland vijandig.
In ieder geval merkt de Duitscher in
Holland daarvan niets. De Hollander 'weet
zich en zijn gevoelens te beheersohen,
bovendien heeft hij aangeboren eerbied
voor het gastrecht. D e Hollandsche
regeering heeft, onder dikwijls
z'-eer moeilijke omstandighe-
d e n, de neutraliteit van Hol
land meesterlijk weten te hand
haven en de Hollander steunt daarin
zijn regeering op' een wijze, die van ver
standig inzicht blijk geeft. Dat moet. Van
Duitsch© Zijde erkend worden.
Oorlogszuchtig is de Hollander nooit ge
weest en een oorlogspartij bestaat daar
niet. Wel is Waar werd 'in de pers ©eni
gen tijd levendig de vraag besproken, of
het voor Holland misschien niet beter
Zou zijn, actief in den oorlog in te grijpen,
inplaats van passief het eind af te .wach
ten, maar ook' deze besprekingen zijn
thans zoo goed als verstomd.
Man bereidt zlich op1 de toekomst voor.
In Duitschland beschouwt men hét als
een .vanzelfsprekende zaak', dat Holland
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend,
Bg abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels f 1.
iedere regel meer 10 ct.
na, den oorlog in nauwer -verbinding met
ons zal treden. In Holland is mm van
deze Vanzelfsprekendheid nog niet zoo
doordrongen, al zal 't zich aan dit voor
uitzicht moeten gewennen, onbevooroor-
deelder Duitschland tegemoet te komen,
'zooals Wij, er o-ns aan zullen moeten
Wennen daar moet steeds weer die
nadruk op gelegd Worden den Hol
lander meer als Hollander le erkennen
en het na,tianaal-sterke, bewuste, eigene
in hem te hegrijpen.
De Engelsche censor.
Een lezer van de „Rotierdammer" kreeg
Van ©en familielid te Johannesburg eenl
briefkaart teruggezonden, door hem be
gin Maart aan dezen gestuurd, blijkbaar
omrte doen 'zien ho-e de Engélsche censor
er voor Waakt, dat ook' zelfs maar iets
ongunstigs over het Britsche optreden tij"
dens den oorlog tot de bewoners 'van Zuid-
Airika doordringt.
Het volgende had dezie- lezer geschre-
ve; het gespatieerde', daarin was door den
censor met een radeermesje nauwkeurig
vveggeschrapt
ze vertellen hier, dat de Engel-
Bchen alle Hollandsche brie-
Ven en couranten verscheuren.
Als 't waar is, is 'tg e m e e n. Zij
moesten in ieder g ie v -a e pos t-
'Z e g e I's toch teruggeven. Wordt maar niet
hoos. O.... Vreest niet voolrl degenen die 't
lichaam kunnen dooden andaarna
niets 'meer kunnen doen. De geest blijft
leven, al is 't lichaam dood. Ook de geest
van Jopie Four iel
Waar de man in dit verband zijn fami
lielid het troostvolle in Luther's, lied „Eert
vaste burcht" voorhoudt en het eerste vers
daarvan afschrijft met de woorden „gru
wel en bédrog" onderstreept, mag héli
wel verwondering wekken, dat de censor
dit, n-og wel -door „een Duitscher" ge
maakte en nu zielfs op Engeland toegepas-
te(!) lied voor de nieuwe kolonie toe
laatbaar heeft bevonden!
De loopgraven aan den Yser.
Een correspondent van de „Times"
deelt in zijn blad een en .anider mede over
een bezoek, da,t hijl bracht, aan het Bel
gische front in West-Vlaanderen. Hij werd
rondgeleid door -ee-n officier van dien ge-
nêralen staf, die elkén duim grond in'
dezie streek kbn-dei, zoodat hij, met. zijin
geleid© slechts - eenige uren daags langs
de loopgraven Wandelend, in staat was
binnen drie dagen het geheel© front ta
bezichtigen. l
Het eerst dat daar de aandacht trekt
is dat het onmogelijk is, om, onmiddel
lijk onder den waterspiegel "komend, iéts
te graven, Wat gelijkt: op' een loopgraaf,
in de géwone beteek'enis 'van het woord.
Hier zijn al de z.g. loopgraven eigen
lijk boven den grond aangelegde wallen
van -aarde o-f zandzakken. 'Hieruit kan
men zich een denkbeeld vormen van het
zlwar-e werk dat, dikwijls onder een he
vig vuur der s-cherp-s-chutt-ers werd ver
kregen door aanl-eg in zigzagvorm of door
het maken van -een aantal bruggen van
zandzakken.
Er bestaat een belangrijk verschil in
de wijze waarop in de verschillende sec
ties der lo-opgrav-en wordt gezórgd voor
de zindelijkheid en de inachtneming van
de voorschriften der hygiëne. Op som
mige plaatsen ziet alles er prachtig uit.
D-e grond in de loopgraaf is geplaveid en
schoongeveegd; de „hofwoningen", dia
natuurlijk aan den binnenkant onder de
borstweringen zijn aangelegd, zien er or
delijk uit, en -d-e namen zlijln o-p artistieke
Wijze- aan de voorzijde aangebracht. In
een aantal van de loo-pgraven die er h-et
ordelijkst en bet zindelijkst uitzagen,
moest fluisterend Worden gesprokén, op
dat de aandacht van den vijand niet zlo-u
Worden géw-ekt. Andere loopgraven lagen
weer honderden yards, van .d-e Duitsch©
linies, ^af met een ondoordringbaar moeras'
er tusschen. Maar als men bij een com
fortabel ingerichte loopgraaf kwam, dan
kon men er steeds zeker van zijn, dat
aldaar de officieren meeleefden met hun
manschap-pen en hun het leven op al
lerlei Wijze trachtten te vferaang-enamen.
Onder de-zie officieren zijn mannen waar
elk leger tro-tsch op -zóu kunnen: zijin.
In een der lo-opgrav-en had men, deels
te onzer ©er, deels om den vijand ta
plagen, deels ook om. de manschappen
wat afleiding te geven, twme „eapouillo-ts"
zoioals de groote bommen van de
loiopgraafmortieren /worden genoemd
op cle Duitschers afgeschoten, die- zlich
o-p -een afstand v'an slechts 40 yards
bevonden. Op dezen korten afstand
heeft de Capouillot natuurlijk een baan
met een Zeer hoogliggende kromming.
Zij scheen 'zeer langzaam op den Jre-
gane-n grond neer te dalen. Toen zij
neerplofte, was er een prachtige ont
ploffing, en de omtrek Werd bekaaid
met puin en splinten. Het schieten der