Vrijdag 23 Juli 1915 29e Jaargang 248 Feuilleton. TWEE BUREN. De Groote Oorlog. 'De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG). Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. postf 1.25 Losse nummersn 0.G5 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct, 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Bij abonnement voordeelige voorwaar den. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. Uitgave van de Naami. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAIN JE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG. Drukkers: Oosterbaan La Cointre - Goes. <r—n—a— nwi ii iiibii i ii i«ni mi i«—a—a Vafsehe gerustheid. Er is een bedenkelijk gevoel van val- sche gerustheid over Nederland gekomen, hetgeen blijkt uit de vele vermakelijkhe den, welke goede zaken maken. De men- sehen maken pret gelijk vroeger. Celen vullen de theaters en bioscopen, en het geen er opgevoerd wordt is niet altijd Van het fijnste so-ort. Het is de oude geest van onverschil ligheid. door Joan de Witt in zijn bekende schrijven aan Pieter de Groot gesigna leerd: ..want de aerdt der Hollanders is soodonigh, dat haer als de noodt en do periculen niet seer claer voor oogen co- men, sij geensins gedisponeerd counen worden om naar behooren te vi,geleeren Voor haer eigen socuri-gheit". Het is gelijk aan den toestand in Rome, toen men liet volk met brood en spelen trachtte af te leiden, terwijl de vijand voor de poorten stond, en aan dien iin het oude Babyion, welks verwijfde Vorst in den laatsten nacht zijns levens de schennige [hand uitstak naar de heilige vaten uit Jöruzalems verwoesten tempel, en met zijn hofkliek in ijlende dronken heid door de Meden en Perzen werd af gemaakt, terwijl zijn voor onneembaar ge houden veste door den vijand werd buit gemaakt. De Heere onze God heeft tot hiertoe ons vaderland nog genadig bewaard. Geen vijand belaagt onze vestingen. Geen eer zuchtig monarch bedreigt onze onafhan kelijkheid. Nog waait de driekleur van onze tinnen, en eerbiedigen de strijders onze frontieren. Zij dit allen een aansporing om den God der Vaderen te zoeken, en met een, zij. het ook slechts uitwendige bekeermg1, gelijk eens de groote stad Ninevé, hét gevaar' voor overval af te bidden. Zoo wordt de roede allicht afgewend, of het kwade ten goede gekeerd. Op avontuur. De S. D. A. 'P. is een jonge partij; is haar opkomst; voelende in zich bruisen het jeugdige'bloed; petilleeilend van leven en van groeten durf; niet al te kieskeurig in. de keuze barer bondgenootensteeds op avontuur uit; op buit belust; haar geluk grijpende waar zij het vindt. Daar om verbond zijl zich, hier met de antire volutionairen, daar met de liberalen, elders roet de liberalen en de vrijzinnig democra ten, teneinde bij de herstemming, haar slag te slaan. Haai- bondgenootschap te Amsterdam bracht haar niet veel heil; doch des te beter slaagde dit te Hilversum en Schie dam, waar de linksiehe familie de Recht- Bch-e meerderheid óf finaal omzette, öf ernstig bedreigde. Het bracht haar winst te Bussuim en Haskeiiand, te Beverwijk en te Sneek, overal waar zijl met de vrijzin nigen samen deed, en te Watergraafsmeer en Baarderadeel, waar zij inet de Recht sche partijen in bond was. Ook tia Dor drecht was zij op die wijs niet onfortuin lijk enf te Vlissingen slaat zij eveneens een klein slagje, zij 't ook al ten nadeele van den liberalen vriend, met wien zij een vergelijk had aangegaan. Te Goes, men weet het, koos zij, bij monde van haar, toen onvoltallig, bestuur, voor de Rechtsche partijlen partij, zij het ook al zonder voelbaar resultaat. Doch de vrucht van haaf optreden was winste over een groot deel der linie. Dit beteekent de aankondiging eener veranderde toekomst. Nn nog leden de Rechtsche partijen, gelijk in 1913, bij het samengaan, van Rechts en Rood schade; doch in de naaste 4) ,,Dit zajf hoe het zij, maar hij haat u en bevindt zlich tjhans in eenen nood, waar- ujt gij helm, naar ik meen, helpen kunt, ■en de christen Stevens zal dit gewis wel willen, al komt de bakker Stevens •er oók tegen op". „En gij spreekt op het oogenblik met den christen, en niet met den bakker merkte Stevens glimlachend aan. „Maar hoe kan ik Van Degen van dienst zlijln?" De predikant deelde nu in het kort de verlegenheid, van Van Degen medlet en gaf hem de verzekering, dat hij 'uit dó boeken overtuigd Was van den anders goeden stand van diens zaken, zoodat er geen kwaad bij was hem de duizend gul den voor eene maand te laten gebruiken. „Hoe gelukkig!" sprak Stevens met ware blijdschap, „dat gij aan mij dacht en ik den man helpen kan. Ik kan de som juist voor eene maand missen. Maar op iéne voorwaarde, doininé". toekomst .zal het overal gaan tusschen Rechts en Rood; en zal men het zeldzame schouwspel heieven, dat de Vrijzinnigheid, die het Socialisme als reddende engel binnen riep, door haar ridderlijken redder wordt opgegeten. Een aansporing ligt in het bovenstaande voor de Rechtsche partijen om, ook bij tijdelijke teleurstelling, aaneengesloten blijven. Niet uitvoerbaar. Een inzender in een der groote bladen heeft uitgerekend dat een groote stap naar den vrede geschieden zou bij oplieffing in alle landen der invoerrechten. Duitschland heft 840-, Rusland 720-, Engeland 420-, Frankrijk 324-, Oostenrijk 100 miljoen aan invoerrechten. Totaal 2400 miljoen. Hij verwacht veel van openstelling der grenzen en intrekking der inkomende rech ten; alle handel vrij. De ver-c en igde staten van Nooid-Amei i- ka ieder met een eigen bestuur en eigen belangen, doch onder één Staatspresident v'ereenigd, bewijzen dat het kan. En het moet :exkend: Amerika slaat met zijn 324 miljoen gulden aan uitgaven voor leger en vloot een mooi figuur tegenover Europa met zijn 6000 miljoen. ,Doch de w:eg dien hij aanwijst, schijnt ons de verkeerde. Hij wil dat de invoerrechten afgeschaft worden en de oorlogsuitgaven evenzoo naar evenredigheid. Vormen dan alle landen van Europa een Statenbond gelijk die van Noord-Ame- rika, dan is de gulden tijd daar, en wordt de vrede voor goed geteekend. Het is een mooi ideaal. Doch waar is de man, die alle regee- ïdngen van Europa kan bewegen hunne grenzen voor iederen invoer open te zet ten? Het zou .een mooi plan zijn, in dien het uitvoerbaar ware. Maar het zal niet gaan. Let men op de geschiedenis van liet ontstaan der verschillende staten van Amerika, en op de gemeenschappelijkheid van belangen, die hen van den beginne samenbond, dan komt men tot de slot som .dat hetgeen in Europa onmogelijk zal blijken, in Amerika juist kunnen moest. Maar landen als Engeland en 'Duitsch lancl, de Balkanstaten en Skandinavië, in één Statenbond vereenigen, terwijl reeds Oostenrijk-Hongarij© het bewijs levert van onoverkomelijk bezwaar, zou een gewaag de poging zijn, die men al heel spoedig zou moeten opgeven. Beknopt overzicht van den toestand. Het Paissische leger wankelt. Slag op slag treft het. De eene gunstige stelling na cl© andere moet het prijsgeven. En reeds staan de Duitschers op een afstand van ongeveer 15 K.M., zegge vijftien kilometer, van de eerste verdedi gingswerken van Warschau af. N.l'. 'bij BTonie, links van de Weichsel. Meer naar,het z'uiden is de afstand veel gi-ooter; maar dit kan den Russen weinig troost 'bieden, mil cle posities noordelijk en westelijk zoo hevig in 't gedrang komen. Van beteekenisuis ook de terugtocht dei- Russen in Koerland en aan de Rug. In Koerland zijn cle Duitschers met reuzesc hreden v oo ru itgegaan Binrien enkele dagen zal wel het be richt afkomen, dat zij in cle buurt van Tukkum de Golf van Riga bereikt hebben. „En die is'." „Deze is, dat Van Degen niet mag welen, dat het geld van mijl is- Het zou, hem mis schien beleedigen of verlegen maken. Ik leen hekgeld aan u„ en gij leent hiest weder aan hem". De predikant vond dat goed, schreef een schuldbekentenis en ging met cle duizend gulden heen, en 't was moeilijk te zeggen wiens oogen het meest van blijdschap straalden, die van hem of van bakker Stevens. Om half twaalf was de koopman weder op de studeerkamer ,van den predikant; deze sloot cle deur en telde hem het geld, meestal papier, voor. Met Wijlde verbazing staarde Van Degen den dominé aan. „Van wien?" vroeg hijl „Van iemand, die u waarlijk liefheeft", was het antwoord„maar zijn naam moogt gijl niet weten. Hij woont hier op het dorp, en niet eens zeer ver van u (hier had de dominé jbSjha te veel geklapt). Ga duf maar eens na wie daar ergens woont, die vooral belang in ui stelt. Gijl leent het geld van mij; jgeef mij eene Schuldbekentenis, dan zift gjj geholpen". Van Degen road geen© woorden om de» Immers Tukkum, dat zij leeds enkele da gen geleden bezetten, ligt slechts 15 K..M. van de kust der Golf af. Riga twijfelt reeds aan haar behoud. Het g-eheelte archief varr de overheid, de geldvoorraden van de filialen ider Rijks bank ©n de gerechtelijke acten zijn naar St. Petersburg gezonden. Ook is een aan vang gemaakt met het Weghalen van de daar aanwezige voorraden van de inten dance, en de ambtenaren hebben opdracht gekregen om zich tot vertrek gereed to houden. In de vorige week zijn reeds meer dan 10.000 burgers geslacht. Aan de N.-W. spoorwegen is last ge geven, te zorgen voor 19 treinen daags voor de vluchtelingen. Mitau is uitgestorven. Wol' een bewijs, dal men zich op het ergste ook daar Voorbereidt. - Tegenover de geweldige operaties op het Oostelijk oorlogsterrein zinken die in het Westen zoodanig in het niet, dat' het waarlijk niet noodig is, ze afzonderlijk te bespreken. Behalve de gelwone beschietingen op verschillende doelen, hadden ©enige ge vechten plaats in de Argonnen en in de Vogezen. In de Argonnen namen de Duitschers een paar loopgraven, ter verbetering van de nieuwe stellingen, die zij daar, na het jongste offensief van den kroonprins be zetten. De Franse-hen behaalden een suc ces bij den Reiohsackerkopf. Van een poging der geallieerden, om gebruik te maken van de gunstige gelegen heid, die het algemeen© en veel troepen eischende offensief der bondgenooten iif het Oosten wel' bieden moet, valt niets te bespeuren. W-el' is er groote activiteit in de lucht. De Fransehc vliegers zijn druk' in de weer en ondernemen telkens weer lucht- raids. Zij1 hebben blijkbaar hun vliegdieusfc Uitstekend gereorganiseerd, en defensief en offensief vallen de resultaten daarvart haast -eiken dag waar té namen. Esca drilles vliegtuigen voeren koene raids uit om belangrijke stategisohe punten te bombardeeren, niet meer met cle sinaas- appekbonilmen, die in 'fc begin gebruikt werden, maar met granaten van 155 mM. Over de resultaten v:an die raids hoort men van den tegenstander natuurlijk geen bijzonderheden, of slechts die, welke moeten dienen om aan den raid een ander karakter te doen géven dan die [van e©n aanval' op een strategisch punt: het aantal' beschadigde huizen en gewonde of gedoode burgers. Het kaii| echter wel niet anders, of er meet bij 't aantal vliegers, dat aan zlilk een raid Van Fransehe z'ijde .pleegt deel -te ne* men, en cle gevteldige projectielen daar bij gebruikt, ook groote schade aangei- richt worden aan cle strategische punten, die men op de eerste plaats op het oog- lreeft. Naar men verwachtte zou cte Ameri- kaansche nota aan 'Duitschland vandaag naar Eerlijn worden gezonden. De regeering clcr Ver. Staten zou daarin medegedeeld hebben, dat verdes verlies van A'merikaansche levens door Duitsche onderzeeërs als een onvriende lijke daad zou beschouwd iworden. Dé nota verklaart aan Duitschlancl, dat het Duitschland's plicht is het optreden djer onderzeeërs in overeenstemming met de internationale wet te clo-en jzïjln. Verder dringt Amerika aan op scha deloosstelling voor de Amerikaansche le vens dip roet do .„Lusitania" Verloren! gingen. De nota verwerpt de- Duitsche voor dominé voor zijine beleefde dienstvaardig heid t'e danken, schreef haastig het be doelde stuk en ging met het geld heen. Hij! meende dat hij het voortaan zoo zou kunnen schikken, dat hij! althans om da 14 dagen ter kerk kon gaan. Hij had geen langen weg te maken, maar toch had hij minstens driemaal zijne- igansche buurj huis v.'oor huis, voor zijnen geest laten voorbijgaan, eer hij zijnen winkel weder binnentrad, zonder echter den man tri vinden, van wien hijl met eenigen grond kon verwachten, dat hij hem zoo ter goeder ure uit zijne verlegenheid zou hebbieii geholpen. „Wonderlijk", -sprak hij, „maar ik ben gered. Het geluk heeft mijl nog niet ver laten, hoezeer die fijne bakker zeker meent te weten, dat het m'ij op dten duur niet goed kan gaan. Hij! moest eens weten dat ik nog zulke vrienden heb Dan zong hij zeker wel van ergernis een ganseden dag psalmen, die schijnheilige!" Bakker Stevens stond juist voor zijne deur en zag zijjnen buurman te huis komen. Wij) kunnen het niet helpen, toen hij het opgeklaarde gelaat en -den vluggen tred van den koopman opmerkte, dat ook zijn oog ran genoegen straalde en zijn groet stellen -om aan de Amerikaansche sche pen, die geen contrabande vervoeren, vrije vaart te laten of vier vijandelijke schepen voor het transatlantisch verkeer in de Amerikaansche registers te lateri overschrijven. in de vuurlinie. ,Van het front schrijft men aan de Tiig- liche Rundschau: Als de vijandelijke artillerie zHvijgt en de barometer al eenige dagen op droog staat, dan is het niet kwaad in de loop graven. Men leunt met den rug tegen den voorwand, s trekt de boenen voor zich Uit, legt het hoofd 'tegen de borstwering en koestert zich in de zon, of men neetmtt) een boek ter h-and. In een hoek maakt onze regimentscom mandant op het oogenblik zijn morgen- toilet. Zijn waschbekken is een klein Wa terglas. Een bataljonscommandant ver schijnt. Op weg hierheen moest hij om een „beroerde hoek", die juist onder ar tillerievuur was. Goeden morgen, majoor, hoe kunt ge zoo verkwistend zijn, een vol glas wa ter! Ik heb met twee puntjes van mijn zakdoek mijn oogen uitgeveegd, de twee andere punten komen morgen aan de beurt. En geslapen heb ik! ons hol had een echt orkest van bassen. Mijn adju dant zaagde het hardst. Ik kon en mocht hem volstrekt niet storen. Hij lag met zijn beenen dwars over mijn lichaam. Het waterglas gaat nu naar den adju dant, en vervolgens met denzelfden in houd als waschbekken van de eene han|d naar de andere tot het bij den jongsten officier aanlandt. Wij' voelen ons na dit bad in vijf en een half druppel water opnieuw gesterkt, zoodat wij met nieuwe krachten ,op onzen post gaan. l>e Franschen beginnen te schieten. Het vuur neemt van uur tot uur toe en springt onafgebroken heen en weer tusschen de voorste en meer naar achter gelegen stellingen. Dat is ongetwijfeld een voor bereiding met artillerievuur voor een aan val. Onze infanterie wordt versterkt. De voorste loopgraven hebben onder hevige beschieting door de mijnwerpers te lijden. Eindelijk komt het bericht van het eerste bataljon,' cle vijand valt aan. Nu worden bevelen gegeven. Machine geweren tikken en maaien. „Re vijand versterkt zijn linie v-oor den linkervleugel". De voorste tirailleuisposten trekken op de hoofdstelling te-rug". Een bataljon rukt tot versterking aan. Het artillerievuur op de achterste stel ling wordt steeds wilder. Geen plekje blijft gespaard. Er komt dan oojc bericht, dat het aanrukken van versterking op het oogenblik onmogelijk is. De stelling moet in dieder geval gehouden worden. Midden in het hevigste- vuur zitten wij in onze „zomerhui". Daar moeten wij blijven. 20 pas .van ons af is ©eri bom vrije schuilplaats. De adjudant zit aan de telefoon, ik noteer en wij' wachten op het oogenblik, dat de draacl afgescho ten wordt. Daar treft een granaat onze in den loop van den nacht gedekte schuilplaats. Onze hut wankelt en laat zand doorsijpe len. jJat is alles. De telefoon toetert onafgebroken en or- donnancen komen en gaan druipend van zweet door den regen van granaten. jVan, minuut tot minuut wordt het vuur heviger. Het is een zonderling gevoel in dezen granaatregen op een plek te zitten achter planken, die ieder oogenblik kun nen instorten. In de loopgraaf staat de regimentscommandant. Hij geeft zijn be velen, kijkt of alles in orde is, als deze vriendelijker en hartelijker werd dan -ooit. Van Degen groette hem naujw merkbaar terug, keerde h-eni haasti-g den rug: toe, en verwenschte hem in zijn hart. Van De-gen betaalde -den vessel en alles ging verder goed, boven verwachting zelfs. Het whs als-of met dat giek! een nieuwe zegen in zijn huis gekomen was. Zijne klanten vermeerderden, zlijjn geld kwam ge regeld binnen, en daaronder zelfs eten paar posten, die h'ij reeds als verloren be schouwd h ad, terwijl er eene beduidende rijzing kwam in den prijs juist van die artikelen, van welke hij! het ruimst voor zien was. Van z'ijjn buurman Stevens be- goin nfen daarentegen kwade noten te kraken; eerst in het geheim, doch daarna luider en! luider. Het werd bekend wan# op een dorp blijift niet veel verborgen dat hij! bij een paar boeren, van wie hij koren gekocht had, uitstel' van betaling bad verzocht, en ook dat hlijj zijn koren thans wekelijks hij kleine partijen insloeg, wat hij gewoon was meer in het groot te doen. De man zat er niet best in, dat was duidelijkhij ging achteruit, dat kon ieder zien. Het was voor Van Degen een waar genoegen dit alles en veel meer nog voor zijne toonbank te hooren fluisteren, en plek aangevallen wordt. Hij jaagt de man nen in de loopgraaf. Dat is op het oogenblik de eenige dek king. Onbewegelijk blijven liggen. ledera kuil gebruiken. In granaatgaten liggen drie, vier man op elkaar. De onderste kan ternauwernood naai' lucht happen maar is toch niet hoos als er nog een., vijfde bovenop komt. Des te veiliger ligt liij. Een scherpe kruitdamp ligt als een dich te zwarte nevel over het terrein, en trekC in dichte rookwolken door het bosch. Men kan geen honderd meter ver zien. In de voorste infanterielinie knettert en ratelt het. Onze mannen zijn op hum post. Bom. De tweede granaat in de nieuwe dekking naast ons. Steenen en splinters springen in onze schuilplaats. Wij wor den met zand overstelpt. Zand in de oogen, zand in de neusgaten, i-n den mond. Maar er wordt verder geschreven en ge telefoneerd, alsof er niets geb-eurd is. „Ma joor v. O. rapporteert, dat'zijn bataljon den eersten vijandelijken aanval gemakke lijk heeft afgeslagen. 27 gevangenen gé- maakt". „Vijand laat versterkingen aan rukken, nieuwe aanvallen zijn te wach ten". Alles dreunt en dondert. Men heeft ten slotte ge-en gevoel meer. Het is of iemand naast me staat en mij voortdurend met een houten hamer op het hoofd timmert. En onophoudelijk nieuwe slagen. Weer een gekraak, drie meter voor ons, dan vlak erop drie meter achter ons. Nu zal de volgende granaat wel op onze schuilplaats vallen. Inderdaad; plotseling is het als vat ten onzichtbare ijzeren vuisten ons bij den kraag, ons met de hoofden tegen elkaar slaan en dan vliegen wij dpoE elkander gesmeten plat tegen den gr(ond en blijven minuten lang liggen. Dan tracht ik voorzichtig het hoofd op te lichten, voel langs het lichaam of alle beenderen nog heel zijn, beweeg het linkerheen, trakf het rechterbeen naar me toe en slaak een zucht van verlichting als ik gecon stateerd heb, dat ei- niets is gebeurd. Alleen mijn jas is (svtuk. De hut dreigt van stof, vuil en kruit walm uit elkaar te barsten. De luitenant roept„zijn allen ongedeerd?" Dat buitengewoon geluk hebben wtij- in derdaad. Een vierde granaat wachten wtij- niet af. De balken houden niet meer. Wijl pak ken ons boeltje hij elkaar en verhuizen. Langziaam aan luwt liet oorverdooivend geschut. ,De gwarte schaduwen van den nacht liggen reeds ,over het land, slechts van tijd tot [tijd hoort men nog het ge huil van een granaat en weer is er eert kort bericht, dat de vijandelijke aanval onder ons vuur is mislukt. Een barmhartige Samaritaansche. Aan het Hand. schrijft men: Dezer dagen was ik in den omtrek van Béthune. Ik was na al het ontzettende leven ver achter de loopgraven in een eenzamen hollen weg terecht gekomen. Plotseling bij een kromming van den weg, zag ik een gedaante blijkbaar in gebukte houding voor mij uitgaan. Het leek mij iets vreemds. Kon dit wel een mensch zijn? Ik versnelde mijn pas en had na oen minuut of tien ingehaald wat daar voor mij uitging. Ik stond verstomd en daarvoor was allo reden. Ik zag een meisje van naar schatting 23 jaar, dat een half over haar rug hangenden jongen Engel- schen infanterist droeg. De jonge man had een schot in den schouder gekregen en zou, na. voorloopig verbonden te zijn, zich alleen naar het veldhospitaal be er dan hot zijne bij te doen. Hij beklaagde den mam luide, die zijine zaken niet recht behartigde, maar liever allerlei vrome boeken las, en allerlei volk in huis haalde. „Maar zoo gaat het", zeide hij;, die eenj ander zijln ondergang voorspelt komt zeil het eerst aan het eind, en wie een ander het licht niet gumt zit zelf het spoedigste in het donker". Eene maand verstreek en Van Degen was in jsjtaat het geleende op den bepaalden dag terug te,brengen. „Ik heb nooit meer geluk gehad, dar» met dit -geld", sprak hijl opgeruimd, toer» hij den predikant de duizend gulden voor telde; „ik -sta er over verwonderd, niair 't is alsof van het oogjenblik af, dat ik het mede naar huis nam, de zegen mijne deur binnenstroomde". De predikant lachte vam innig! genoegen. „Dat komt waarschijnlijk, door dat de gene, die het ui leende, hiet met zijn gebe den vergezelde'merkte hijl aan. „En mag ik nu nog zijln naam niet we ten?" vroeg' de koopman- „Ik zou hem gaarne zelf mijn innigen dank betuigen". (Slot roigt.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1