Vrijdag 23 Juli 1915 29e Jaargang
248
Feuilleton.
TWEE BUREN.
De Groote Oorlog.
'De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG).
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. postf 1.25
Losse nummersn 0.G5
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct,
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaar den.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Uitgave van
de Naami. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAIN JE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan La Cointre - Goes.
<r—n—a— nwi ii iiibii i ii i«ni mi i«—a—a
Vafsehe gerustheid.
Er is een bedenkelijk gevoel van val-
sche gerustheid over Nederland gekomen,
hetgeen blijkt uit de vele vermakelijkhe
den, welke goede zaken maken. De men-
sehen maken pret gelijk vroeger. Celen
vullen de theaters en bioscopen, en het
geen er opgevoerd wordt is niet altijd
Van het fijnste so-ort.
Het is de oude geest van onverschil
ligheid. door Joan de Witt in zijn bekende
schrijven aan Pieter de Groot gesigna
leerd: ..want de aerdt der Hollanders is
soodonigh, dat haer als de noodt en do
periculen niet seer claer voor oogen co-
men, sij geensins gedisponeerd counen
worden om naar behooren te vi,geleeren
Voor haer eigen socuri-gheit".
Het is gelijk aan den toestand in Rome,
toen men liet volk met brood en spelen
trachtte af te leiden, terwijl de vijand
voor de poorten stond, en aan dien iin
het oude Babyion, welks verwijfde Vorst
in den laatsten nacht zijns levens de
schennige [hand uitstak naar de heilige
vaten uit Jöruzalems verwoesten tempel,
en met zijn hofkliek in ijlende dronken
heid door de Meden en Perzen werd af
gemaakt, terwijl zijn voor onneembaar ge
houden veste door den vijand werd buit
gemaakt.
De Heere onze God heeft tot hiertoe
ons vaderland nog genadig bewaard. Geen
vijand belaagt onze vestingen. Geen eer
zuchtig monarch bedreigt onze onafhan
kelijkheid. Nog waait de driekleur van
onze tinnen, en eerbiedigen de strijders
onze frontieren.
Zij dit allen een aansporing om den
God der Vaderen te zoeken, en met een,
zij. het ook slechts uitwendige bekeermg1,
gelijk eens de groote stad Ninevé, hét
gevaar' voor overval af te bidden.
Zoo wordt de roede allicht afgewend,
of het kwade ten goede gekeerd.
Op avontuur.
De S. D. A. 'P. is een jonge partij; is
haar opkomst; voelende in zich bruisen
het jeugdige'bloed; petilleeilend van leven
en van groeten durf; niet al te kieskeurig
in. de keuze barer bondgenootensteeds
op avontuur uit; op buit belust; haar
geluk grijpende waar zij het vindt. Daar
om verbond zijl zich, hier met de antire
volutionairen, daar met de liberalen, elders
roet de liberalen en de vrijzinnig democra
ten, teneinde bij de herstemming, haar slag
te slaan.
Haai- bondgenootschap te Amsterdam
bracht haar niet veel heil; doch des te
beter slaagde dit te Hilversum en Schie
dam, waar de linksiehe familie de Recht-
Bch-e meerderheid óf finaal omzette, öf
ernstig bedreigde. Het bracht haar winst
te Bussuim en Haskeiiand, te Beverwijk en
te Sneek, overal waar zijl met de vrijzin
nigen samen deed, en te Watergraafsmeer
en Baarderadeel, waar zij inet de Recht
sche partijen in bond was. Ook tia Dor
drecht was zij op die wijs niet onfortuin
lijk enf te Vlissingen slaat zij eveneens een
klein slagje, zij 't ook al ten nadeele van
den liberalen vriend, met wien zij een
vergelijk had aangegaan.
Te Goes, men weet het, koos zij, bij
monde van haar, toen onvoltallig, bestuur,
voor de Rechtsche partijlen partij, zij het
ook al zonder voelbaar resultaat. Doch
de vrucht van haaf optreden was winste
over een groot deel der linie.
Dit beteekent de aankondiging eener
veranderde toekomst.
Nn nog leden de Rechtsche partijen,
gelijk in 1913, bij het samengaan, van
Rechts en Rood schade; doch in de naaste
4)
,,Dit zajf hoe het zij, maar hij haat u
en bevindt zlich tjhans in eenen nood, waar-
ujt gij helm, naar ik meen, helpen kunt,
■en de christen Stevens zal dit gewis
wel willen, al komt de bakker Stevens
•er oók tegen op".
„En gij spreekt op het oogenblik met
den christen, en niet met den bakker
merkte Stevens glimlachend aan. „Maar
hoe kan ik Van Degen van dienst zlijln?"
De predikant deelde nu in het kort de
verlegenheid, van Van Degen medlet en
gaf hem de verzekering, dat hij 'uit dó
boeken overtuigd Was van den anders
goeden stand van diens zaken, zoodat er
geen kwaad bij was hem de duizend gul
den voor eene maand te laten gebruiken.
„Hoe gelukkig!" sprak Stevens met ware
blijdschap, „dat gij aan mij dacht en ik
den man helpen kan. Ik kan de som juist
voor eene maand missen. Maar op
iéne voorwaarde, doininé".
toekomst .zal het overal gaan tusschen
Rechts en Rood; en zal men het zeldzame
schouwspel heieven, dat de Vrijzinnigheid,
die het Socialisme als reddende engel
binnen riep, door haar ridderlijken redder
wordt opgegeten.
Een aansporing ligt in het bovenstaande
voor de Rechtsche partijen om, ook bij
tijdelijke teleurstelling, aaneengesloten
blijven.
Niet uitvoerbaar.
Een inzender in een der groote bladen
heeft uitgerekend dat een groote stap naar
den vrede geschieden zou bij oplieffing
in alle landen der invoerrechten.
Duitschland heft 840-, Rusland 720-,
Engeland 420-, Frankrijk 324-, Oostenrijk
100 miljoen aan invoerrechten. Totaal
2400 miljoen.
Hij verwacht veel van openstelling der
grenzen en intrekking der inkomende rech
ten; alle handel vrij.
De ver-c en igde staten van Nooid-Amei i-
ka ieder met een eigen bestuur en eigen
belangen, doch onder één Staatspresident
v'ereenigd, bewijzen dat het kan. En het
moet :exkend: Amerika slaat met zijn 324
miljoen gulden aan uitgaven voor leger
en vloot een mooi figuur tegenover Europa
met zijn 6000 miljoen.
,Doch de w:eg dien hij aanwijst, schijnt
ons de verkeerde.
Hij wil dat de invoerrechten afgeschaft
worden en de oorlogsuitgaven evenzoo
naar evenredigheid.
Vormen dan alle landen van Europa
een Statenbond gelijk die van Noord-Ame-
rika, dan is de gulden tijd daar, en wordt
de vrede voor goed geteekend.
Het is een mooi ideaal.
Doch waar is de man, die alle regee-
ïdngen van Europa kan bewegen hunne
grenzen voor iederen invoer open te zet
ten? Het zou .een mooi plan zijn, in
dien het uitvoerbaar ware. Maar het
zal niet gaan.
Let men op de geschiedenis van liet
ontstaan der verschillende staten van
Amerika, en op de gemeenschappelijkheid
van belangen, die hen van den beginne
samenbond, dan komt men tot de slot
som .dat hetgeen in Europa onmogelijk
zal blijken, in Amerika juist kunnen moest.
Maar landen als Engeland en 'Duitsch
lancl, de Balkanstaten en Skandinavië, in
één Statenbond vereenigen, terwijl reeds
Oostenrijk-Hongarij© het bewijs levert van
onoverkomelijk bezwaar, zou een gewaag
de poging zijn, die men al heel spoedig
zou moeten opgeven.
Beknopt overzicht van den toestand.
Het Paissische leger wankelt. Slag op
slag treft het. De eene gunstige stelling
na cl© andere moet het prijsgeven.
En reeds staan de Duitschers op een
afstand van ongeveer 15 K.M., zegge
vijftien kilometer, van de eerste verdedi
gingswerken van Warschau af. N.l'. 'bij
BTonie, links van de Weichsel.
Meer naar,het z'uiden is de afstand veel
gi-ooter; maar dit kan den Russen weinig
troost 'bieden, mil cle posities noordelijk en
westelijk zoo hevig in 't gedrang komen.
Van beteekenisuis ook de terugtocht dei-
Russen in Koerland en aan de Rug.
In Koerland zijn cle Duitschers met
reuzesc hreden v oo ru itgegaan
Binrien enkele dagen zal wel het be
richt afkomen, dat zij in cle buurt van
Tukkum de Golf van Riga bereikt hebben.
„En die is'."
„Deze is, dat Van Degen niet mag welen,
dat het geld van mijl is- Het zou, hem mis
schien beleedigen of verlegen maken. Ik
leen hekgeld aan u„ en gij leent hiest weder
aan hem".
De predikant vond dat goed, schreef een
schuldbekentenis en ging met cle duizend
gulden heen, en 't was moeilijk te zeggen
wiens oogen het meest van blijdschap
straalden, die van hem of van bakker
Stevens.
Om half twaalf was de koopman weder
op de studeerkamer ,van den predikant;
deze sloot cle deur en telde hem het
geld, meestal papier, voor.
Met Wijlde verbazing staarde Van Degen
den dominé aan.
„Van wien?" vroeg hijl
„Van iemand, die u waarlijk liefheeft",
was het antwoord„maar zijn naam moogt
gijl niet weten. Hij woont hier op het dorp,
en niet eens zeer ver van u (hier had de
dominé jbSjha te veel geklapt). Ga duf
maar eens na wie daar ergens woont, die
vooral belang in ui stelt. Gijl leent het geld
van mij; jgeef mij eene Schuldbekentenis,
dan zift gjj geholpen".
Van Degen road geen© woorden om de»
Immers Tukkum, dat zij leeds enkele da
gen geleden bezetten, ligt slechts 15 K..M.
van de kust der Golf af.
Riga twijfelt reeds aan haar behoud.
Het g-eheelte archief varr de overheid,
de geldvoorraden van de filialen ider Rijks
bank ©n de gerechtelijke acten zijn naar
St. Petersburg gezonden. Ook is een aan
vang gemaakt met het Weghalen van de
daar aanwezige voorraden van de inten
dance, en de ambtenaren hebben opdracht
gekregen om zich tot vertrek gereed to
houden. In de vorige week zijn reeds meer
dan 10.000 burgers geslacht.
Aan de N.-W. spoorwegen is last ge
geven, te zorgen voor 19 treinen daags
voor de vluchtelingen.
Mitau is uitgestorven.
Wol' een bewijs, dal men zich op het
ergste ook daar Voorbereidt.
- Tegenover de geweldige operaties op
het Oostelijk oorlogsterrein zinken die in
het Westen zoodanig in het niet, dat' het
waarlijk niet noodig is, ze afzonderlijk te
bespreken.
Behalve de gelwone beschietingen op
verschillende doelen, hadden ©enige ge
vechten plaats in de Argonnen en in de
Vogezen.
In de Argonnen namen de Duitschers
een paar loopgraven, ter verbetering van
de nieuwe stellingen, die zij daar, na het
jongste offensief van den kroonprins be
zetten. De Franse-hen behaalden een suc
ces bij den Reiohsackerkopf.
Van een poging der geallieerden, om
gebruik te maken van de gunstige gelegen
heid, die het algemeen© en veel troepen
eischende offensief der bondgenooten iif
het Oosten wel' bieden moet, valt niets
te bespeuren.
W-el' is er groote activiteit in de lucht.
De Fransehc vliegers zijn druk' in de
weer en ondernemen telkens weer lucht-
raids.
Zij1 hebben blijkbaar hun vliegdieusfc
Uitstekend gereorganiseerd, en defensief
en offensief vallen de resultaten daarvart
haast -eiken dag waar té namen. Esca
drilles vliegtuigen voeren koene raids
uit om belangrijke stategisohe punten te
bombardeeren, niet meer met cle sinaas-
appekbonilmen, die in 'fc begin gebruikt
werden, maar met granaten van 155 mM.
Over de resultaten v:an die raids hoort
men van den tegenstander natuurlijk
geen bijzonderheden, of slechts die,
welke moeten dienen om aan den raid
een ander karakter te doen géven dan
die [van e©n aanval' op een strategisch
punt: het aantal' beschadigde huizen en
gewonde of gedoode burgers. Het kaii|
echter wel niet anders, of er meet bij
't aantal vliegers, dat aan zlilk een raid
Van Fransehe z'ijde .pleegt deel -te ne*
men, en cle gevteldige projectielen daar
bij gebruikt, ook groote schade aangei-
richt worden aan cle strategische punten,
die men op de eerste plaats op het oog-
lreeft.
Naar men verwachtte zou cte Ameri-
kaansche nota aan 'Duitschland vandaag
naar Eerlijn worden gezonden.
De regeering clcr Ver. Staten zou
daarin medegedeeld hebben, dat verdes
verlies van A'merikaansche levens door
Duitsche onderzeeërs als een onvriende
lijke daad zou beschouwd iworden. Dé
nota verklaart aan Duitschlancl, dat het
Duitschland's plicht is het optreden djer
onderzeeërs in overeenstemming met de
internationale wet te clo-en jzïjln.
Verder dringt Amerika aan op scha
deloosstelling voor de Amerikaansche le
vens dip roet do .„Lusitania" Verloren!
gingen.
De nota verwerpt de- Duitsche voor
dominé voor zijine beleefde dienstvaardig
heid t'e danken, schreef haastig het be
doelde stuk en ging met het geld heen.
Hij! meende dat hij het voortaan zoo zou
kunnen schikken, dat hij! althans om da
14 dagen ter kerk kon gaan. Hij had geen
langen weg te maken, maar toch had hij
minstens driemaal zijne- igansche buurj
huis v.'oor huis, voor zijnen geest laten
voorbijgaan, eer hij zijnen winkel weder
binnentrad, zonder echter den man tri
vinden, van wien hijl met eenigen grond
kon verwachten, dat hij hem zoo ter goeder
ure uit zijne verlegenheid zou hebbieii
geholpen.
„Wonderlijk", -sprak hij, „maar ik ben
gered. Het geluk heeft mijl nog niet ver
laten, hoezeer die fijne bakker zeker meent
te weten, dat het m'ij op dten duur niet
goed kan gaan. Hij! moest eens weten dat
ik nog zulke vrienden heb Dan zong hij
zeker wel van ergernis een ganseden dag
psalmen, die schijnheilige!"
Bakker Stevens stond juist voor zijne
deur en zag zijjnen buurman te huis komen.
Wij) kunnen het niet helpen, toen hij het
opgeklaarde gelaat en -den vluggen tred
van den koopman opmerkte, dat ook zijn
oog ran genoegen straalde en zijn groet
stellen -om aan de Amerikaansche sche
pen, die geen contrabande vervoeren,
vrije vaart te laten of vier vijandelijke
schepen voor het transatlantisch verkeer
in de Amerikaansche registers te lateri
overschrijven.
in de vuurlinie.
,Van het front schrijft men aan de Tiig-
liche Rundschau:
Als de vijandelijke artillerie zHvijgt en
de barometer al eenige dagen op droog
staat, dan is het niet kwaad in de loop
graven. Men leunt met den rug tegen
den voorwand, s trekt de boenen voor zich
Uit, legt het hoofd 'tegen de borstwering
en koestert zich in de zon, of men neetmtt)
een boek ter h-and.
In een hoek maakt onze regimentscom
mandant op het oogenblik zijn morgen-
toilet. Zijn waschbekken is een klein Wa
terglas. Een bataljonscommandant ver
schijnt. Op weg hierheen moest hij om
een „beroerde hoek", die juist onder ar
tillerievuur was.
Goeden morgen, majoor, hoe kunt ge
zoo verkwistend zijn, een vol glas wa
ter! Ik heb met twee puntjes van mijn
zakdoek mijn oogen uitgeveegd, de twee
andere punten komen morgen aan de
beurt. En geslapen heb ik! ons hol had
een echt orkest van bassen. Mijn adju
dant zaagde het hardst. Ik kon en mocht
hem volstrekt niet storen. Hij lag met
zijn beenen dwars over mijn lichaam.
Het waterglas gaat nu naar den adju
dant, en vervolgens met denzelfden in
houd als waschbekken van de eene han|d
naar de andere tot het bij den jongsten
officier aanlandt. Wij' voelen ons na dit
bad in vijf en een half druppel water
opnieuw gesterkt, zoodat wij met nieuwe
krachten ,op onzen post gaan.
l>e Franschen beginnen te schieten. Het
vuur neemt van uur tot uur toe en springt
onafgebroken heen en weer tusschen de
voorste en meer naar achter gelegen
stellingen. Dat is ongetwijfeld een voor
bereiding met artillerievuur voor een aan
val. Onze infanterie wordt versterkt. De
voorste loopgraven hebben onder hevige
beschieting door de mijnwerpers te lijden.
Eindelijk komt het bericht van het eerste
bataljon,' cle vijand valt aan.
Nu worden bevelen gegeven. Machine
geweren tikken en maaien.
„Re vijand versterkt zijn linie v-oor den
linkervleugel".
De voorste tirailleuisposten trekken op
de hoofdstelling te-rug".
Een bataljon rukt tot versterking aan.
Het artillerievuur op de achterste stel
ling wordt steeds wilder. Geen plekje blijft
gespaard. Er komt dan oojc bericht, dat
het aanrukken van versterking op het
oogenblik onmogelijk is. De stelling moet
in dieder geval gehouden worden.
Midden in het hevigste- vuur zitten wij
in onze „zomerhui". Daar moeten wij
blijven. 20 pas .van ons af is ©eri bom
vrije schuilplaats. De adjudant zit aan
de telefoon, ik noteer en wij' wachten
op het oogenblik, dat de draacl afgescho
ten wordt.
Daar treft een granaat onze in den
loop van den nacht gedekte schuilplaats.
Onze hut wankelt en laat zand doorsijpe
len. jJat is alles.
De telefoon toetert onafgebroken en or-
donnancen komen en gaan druipend van
zweet door den regen van granaten.
jVan, minuut tot minuut wordt het vuur
heviger. Het is een zonderling gevoel in
dezen granaatregen op een plek te zitten
achter planken, die ieder oogenblik kun
nen instorten. In de loopgraaf staat de
regimentscommandant. Hij geeft zijn be
velen, kijkt of alles in orde is, als deze
vriendelijker en hartelijker werd dan -ooit.
Van Degen groette hem naujw merkbaar
terug, keerde h-eni haasti-g den rug: toe,
en verwenschte hem in zijn hart.
Van De-gen betaalde -den vessel en alles
ging verder goed, boven verwachting zelfs.
Het whs als-of met dat giek! een nieuwe
zegen in zijn huis gekomen was. Zijne
klanten vermeerderden, zlijjn geld kwam ge
regeld binnen, en daaronder zelfs eten paar
posten, die h'ij reeds als verloren be
schouwd h ad, terwijl er eene beduidende
rijzing kwam in den prijs juist van die
artikelen, van welke hij! het ruimst voor
zien was. Van z'ijjn buurman Stevens be-
goin nfen daarentegen kwade noten te
kraken; eerst in het geheim, doch daarna
luider en! luider. Het werd bekend wan#
op een dorp blijift niet veel verborgen
dat hij! bij een paar boeren, van wie hij
koren gekocht had, uitstel' van betaling
bad verzocht, en ook dat hlijj zijn koren
thans wekelijks hij kleine partijen insloeg,
wat hij gewoon was meer in het groot te
doen. De man zat er niet best in, dat was
duidelijkhij ging achteruit, dat kon ieder
zien. Het was voor Van Degen een waar
genoegen dit alles en veel meer nog voor
zijne toonbank te hooren fluisteren, en
plek aangevallen wordt. Hij jaagt de man
nen in de loopgraaf.
Dat is op het oogenblik de eenige dek
king. Onbewegelijk blijven liggen. ledera
kuil gebruiken. In granaatgaten liggen drie,
vier man op elkaar. De onderste kan
ternauwernood naai' lucht happen maar
is toch niet hoos als er nog een., vijfde
bovenop komt. Des te veiliger ligt liij.
Een scherpe kruitdamp ligt als een dich
te zwarte nevel over het terrein, en trekC
in dichte rookwolken door het bosch. Men
kan geen honderd meter ver zien.
In de voorste infanterielinie knettert
en ratelt het. Onze mannen zijn op hum
post.
Bom. De tweede granaat in de nieuwe
dekking naast ons. Steenen en splinters
springen in onze schuilplaats. Wij wor
den met zand overstelpt. Zand in de
oogen, zand in de neusgaten, i-n den mond.
Maar er wordt verder geschreven en ge
telefoneerd, alsof er niets geb-eurd is. „Ma
joor v. O. rapporteert, dat'zijn bataljon
den eersten vijandelijken aanval gemakke
lijk heeft afgeslagen. 27 gevangenen gé-
maakt". „Vijand laat versterkingen aan
rukken, nieuwe aanvallen zijn te wach
ten".
Alles dreunt en dondert. Men heeft ten
slotte ge-en gevoel meer. Het is of iemand
naast me staat en mij voortdurend met
een houten hamer op het hoofd timmert.
En onophoudelijk nieuwe slagen.
Weer een gekraak, drie meter voor ons,
dan vlak erop drie meter achter ons.
Nu zal de volgende granaat wel op onze
schuilplaats vallen.
Inderdaad; plotseling is het als vat
ten onzichtbare ijzeren vuisten ons bij
den kraag, ons met de hoofden tegen
elkaar slaan en dan vliegen wij dpoE
elkander gesmeten plat tegen den gr(ond
en blijven minuten lang liggen. Dan tracht
ik voorzichtig het hoofd op te lichten,
voel langs het lichaam of alle beenderen
nog heel zijn, beweeg het linkerheen, trakf
het rechterbeen naar me toe en slaak
een zucht van verlichting als ik gecon
stateerd heb, dat ei- niets is gebeurd.
Alleen mijn jas is (svtuk.
De hut dreigt van stof, vuil en kruit
walm uit elkaar te barsten. De luitenant
roept„zijn allen ongedeerd?"
Dat buitengewoon geluk hebben wtij- in
derdaad.
Een vierde granaat wachten wtij- niet
af. De balken houden niet meer. Wijl pak
ken ons boeltje hij elkaar en verhuizen.
Langziaam aan luwt liet oorverdooivend
geschut. ,De gwarte schaduwen van den
nacht liggen reeds ,over het land, slechts
van tijd tot [tijd hoort men nog het ge
huil van een granaat en weer is er eert
kort bericht, dat de vijandelijke aanval
onder ons vuur is mislukt.
Een barmhartige Samaritaansche.
Aan het Hand. schrijft men:
Dezer dagen was ik in den omtrek van
Béthune. Ik was na al het ontzettende
leven ver achter de loopgraven in een
eenzamen hollen weg terecht gekomen.
Plotseling bij een kromming van den weg,
zag ik een gedaante blijkbaar in gebukte
houding voor mij uitgaan. Het leek mij
iets vreemds. Kon dit wel een mensch
zijn? Ik versnelde mijn pas en had na
oen minuut of tien ingehaald wat daar
voor mij uitging. Ik stond verstomd en
daarvoor was allo reden. Ik zag een meisje
van naar schatting 23 jaar, dat een half
over haar rug hangenden jongen Engel-
schen infanterist droeg. De jonge man
had een schot in den schouder gekregen
en zou, na. voorloopig verbonden te zijn,
zich alleen naar het veldhospitaal be
er dan hot zijne bij te doen. Hij beklaagde
den mam luide, die zijine zaken niet recht
behartigde, maar liever allerlei vrome
boeken las, en allerlei volk in huis haalde.
„Maar zoo gaat het", zeide hij;, die eenj
ander zijln ondergang voorspelt komt zeil
het eerst aan het eind, en wie een ander
het licht niet gumt zit zelf het spoedigste
in het donker".
Eene maand verstreek en Van Degen was
in jsjtaat het geleende op den bepaalden
dag terug te,brengen.
„Ik heb nooit meer geluk gehad, dar»
met dit -geld", sprak hijl opgeruimd, toer»
hij den predikant de duizend gulden voor
telde; „ik -sta er over verwonderd, niair
't is alsof van het oogjenblik af, dat ik
het mede naar huis nam, de zegen mijne
deur binnenstroomde".
De predikant lachte vam innig! genoegen.
„Dat komt waarschijnlijk, door dat de
gene, die het ui leende, hiet met zijn gebe
den vergezelde'merkte hijl aan.
„En mag ik nu nog zijln naam niet we
ten?" vroeg' de koopman- „Ik zou hem
gaarne zelf mijn innigen dank betuigen".
(Slot roigt.)