Xo. 238
Maandag 12 Juli 1915
29e Jaargang
243
enknecht,
10.
ruil:
ijknecht,
lecht.
onmg
ODE,
G..
uffrouw
-Meisje.
Ie Meid
LOTEN EN LOTERIJEN.
Feuilleton.
De Eierzoeker.
De Groote Oorlog.
KIN-
aan
EN
N.
lE en een
jzeren assen
lier),
t te
te koop
:n tarwe,
der
olant
Ct.
ct.
- n,
ïbord.
i Ct.
deinkenszand.
en gewaterd
ich Esschert
tout te koop,
erland (Z.).
ïaar Krommen-
•en vóór 15 Juli
Biggekerke.
:baar, en een
s, Segeersweg,
an eigen zaak
met 1 Aug.
iomende werk-
AdresJ. A-
Ritthem.
iet Augs.
bij I. HAGE,
werk en hoef-
)AAS. Noord-
iie Gymnasium
te Middelburg
3, Boekhandel
sr in een klein
huiswerk ver-
vragen Boekh.
[iddelburg.
LIST, Goes,
r
SER, Hofstede
idijk. Middelb.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAW üE VORSTSTRAAT 219.
Bureau te Middelburg;
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Lo Cointro Goes.
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
ƒ1.25
.0.05
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Brj abonnement voordeelige voorwaarden,
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
öemesnteraarfs versieringen
I'e Zeeuw steunt de candidaten der
antirevolutionaire kiesvereeniging, der
halve in Middelburg lli
Mr. L. VAN ANDEL en
J. A. VERTREGT.
Vlissingen 1
P. G. LAERNOES Sr.
Vlissingen 11
J. H. DOMMISSE.
Terneuzen
J. DE BRUIJNE
C. WOLFERT
H. VAN WIJCK Sr.
—inii ii ii' "~TT
it.
Ons vorig artikel eindigde met de waar
schuwing dat wie mededoet aan loten en
loterijen om daarmee winst te behalen,
zich daarbij verlaat op de fortuin, op het
toeval, op een geheimzinnige macht, be
kend onder den naam Mamon, niet te
verwarren met Mammon, dien geldgod.
Hier is dus afgoderij1.
En nu zégt ds. Hoek, aan wiens arti
kelen ihet rapport is ontleend, al was er
geen enkel ander bezwaar tegen liet loten
■dan dit een-e, bet ware genoeg om e*
elk -christen van af te schrikken. Zoo
staat het echter niet. Tal van bedenkin
gen volgen nog. niet minder gewichtig.
In het loten is altijd iets kenmerkends
o,p welke wijze men Ihet ook doe, het
zij door het werpen van dobbelsteenen
of door liet trekken van cijfers, of hoe
dan ook. Dit kenmerkende ligt hierin:
er komt tusscheii de daad van den mensch
en den uitslag zijner handeling eene ope
ning. Die opening moet aangevuld. Wie
zal dat doen? D(e mensch zelf? Maar1
zijn macht schiet te kort, is ontoereikend.
Want wel Werpt hij de dobbelsteenen,
(maar het cijfer dat boven komen zal,
kan .hij niet bepalen, 'tls wel de hand
van den mensch die 'tlot uit de bus
haalt, maar 't verband tusschen dien gireep
en het cijfer dat Ihij' trekt, wordt niet
door den mensch gelegd. En als deze
klove alleen door een hoog ere- macht kan
overbïu-gd. wie is idan dezle h oogera
macht? (Nu -een van beidewijl hebben
hier met God te doen en erkennen dan
zijne Goddelijke Voorzienigheid, of wij
laten deze opening aanvullen door de
fortuin of door het. toeval. Dit laat
ste standpunt kan alleen ingenomen wor
den door eten heiden en den ongeloo-
vige, nooit door ,een christen. Wie als
christen de zaak zijins lov-ens uit eigen
handen geeft, kan haar aan niemand an
ders toebetrouwen dan aan Zijnen Vader
die in de hemelen is. Dan evenwel zal
heilige eerbied voor God ons weerhouden
om uit winstbejag telkens God om hulp
en bestiering te vragen..
In ijdele zaken het lot te gebruiken
is alzoo niets minder dan misbruik maken
van de leer der Goddelijke' Voorzienig
heid. 'tls zonde wel niet tegen de let
ter, maar tegen den geest van liet
derde gebod, 'tls geveinsdheid, misbruik
van Gods Naam. Geveinsdheid want
het lot is een middel om den wil Gods
Louw Strienstra draagt den soldatenrok
met eere. Toch komen bijl hem wel eens
neigingen boven, die jniet bepaald strooken
met de waardigheid van landsverdediger.
Louw is 'n hartstochtelijk eierzoeker,
(en mitsdien een ge-zworen vïj|atnd van»
eend en kievit.
Niet zoodra veroorlooft de „dienst" hem
een uitstapje, of hiji knijpt er tusschenuit.
En niemand zijder kameraden, die er
niet een dubbeltje-sigaren-van-de-acht of
'n pruim tabak onder zou durven ver
wedden, dat Louw onder het mom van
landsverdediger aan 't stroopen is.
Z'n durf en roem als eierzoeker hebben
zich reeds zoover verbreid, dat de kodde
beier meent een extra oogje in 't zeil te
moeten houden.
Louw's hartstochten 'z'ijln echter van dien
aard, dat hij! geen gevaar ziet en onbe
wust van 's veldwachters gloede bedoe
lingen zijd verboden proctijken blijft -uit
oefenen.
Een schoone morgen is aangebroken.
Aurora, heeft liet welige landschap wak
ker gèkuist en in majestueuzen luister ver
rijst de zonne en jgiiet ;haar stralen uit
over 't effen meer en de Bedauwde akkers.
De feeuiwrik rukt omhoog) en paart z'n
te weten. Wij gebruiken het, vragen niet
rechtstreeks tusschienkomst van een an
der, maar begeeren die ook niet van God.
En toch nemen wij door het lof de hou
ding aan alsof wjj de uitkomst in zijne
hand leggen. Zulk een huichelachtige han
deling tegenover den Almachtige is weer
zinwekkend, verdient onze diepste afkeu
ring.
Misbruik van 's Hoeren Naam. Heel
anders dan de .ruwe vloeker en spot
ter, die al bulderend -Gods Naam ont-
eert, of met innig vermaak dón Heilige
hoont, maar als de verrader, die onder
schijn van vriendschap met den vijand
heult. En nu is alle verraad schande
lijk, doch dubbel schandelijk en laag is
het, waar het gepleegd wordt tegenover
een vriend en broeder, tegenover den
metgezel iinet wi-en wij aan tafel aten,
met wien wij als vertrouwden één weg
gingen, tegenover eigen vader of vorst.
En zulk verraad plegen wij1 nu bij het
ijdel loten. Verraad tegen God, die in
zijn bijzondere openharing ons zijn wil
heeft bekend gemaakt; verraad tegenover
Hem in wiens nabijheid wij kwamen toen
wij erkenden zelf den uitslag van bet
lot niet te kunnen bepalen. Maar ter elf
der ure liep gij heimelijk over naar den
vijand om bij hem, hulp te zoeken. Weet
gij -een ander woord voor dezte misdaiad,
dan hiet schrikkelijke verraad?!
Ook nu wieer z;al menigeen, naar ik
vertrouw, terug schrikken voor zijn eigen
daden. Want verraad te plegen aan des
Hoeren heiligen Naam was toch gansche-
lijk hunne bedoeling niet,. Zeer wel moge
lijk! 'k Vertrouw het zelfs van ze-er velen.
Dit néémt echter de schuld niet. weg.
Petrus dacht ook niet aan veirraad, had
zielfs vurige liefde voor zijn Heiland en
toch, och dat hij' gjehoor gegeven had
aan 'twoord: jèier de haan gekraaid Zal
hebben zult gij mij driemaal verlooche
nen".
„.Loterij is niet alleen in strijd met
de eerste tafel van do Wejt des Heeren,
maar ie(v|enzeer met de tweede. In het
achtste giebod verbiedt God den diefstal,
in het tiende het begeeren. Nu verbiedt
God in het achtste gebied, niet aliped
dat stelen en rooven hetwelk de Over
heid straftmaar Hij noetat ook die-
viepij -alle b-oo-ze stukken en aanslagen,
waarmede wij onzes naasten goed denken
aan o-ns te brengen, hetzij met geweld
of schijn van recht.... -of door o-enig
middel van God verboden.
De mensch heeft behoefte aan stoffelijke
goeder-en. Heel zijn bestaan is aldus in
gericht, dat hij deze nooit missen kan.
'tls daarom volstrekt niet verboden een
deel van de goederen der aarde aan ons
te brengen. Ze z'ijn -er voor. Die hemel
is des Heeren, maar de aaide heeft Hiji den
menschenkin-deren gegeven. Het privaat
bezit is geen diefstal gelijk het socialisme
ejr -communisme beweert.
Alleen maar, bij, het streven naar een
deel van dit aardsche goed hebben wij
ons te houden aan de ordinantiën des
Heeren. jHiji toch heeft den mensch be
paalde middelen aan de hand gedaan,
waardoor (hij ^ieh c-en bescheiden deel
dier goederen kan Verwerven. En dan
staat voorop, het mag alleen geschieden
langs eerlijken, ge oorloof den
weg.
Het kan op velerlei manier, zoo wij
dit maar steeds in het oog houden. Ik
noem slechts enkele. Daar hebt gij den
jubelend lied aan het geluid 'van den
rietvink.
Allerlei lentegéluiden vullen het lucht
ruim en spreken van ontwakend leven.
Op hot kronkelende landpad is1 in de
verte slechts één persoon te onderkennen.
Met slepen den gang komt hij nader.
't Is Louw.
Z'n militaire houding heeft hij afgelegd.
Z'n uniform niet. Want hiji komt zóó van
de „Wacht".
Liever dan een uiltje te knappten, laat
hij zich de oogen openhouden door den
verkwikkenden ochtendz onneschijn en lie
ver dan z'n krib en stroozak op te zoeken,
laat hij zich het istof van de schoenen
Wasschen door 't bedauwde gras en riet
aan den oever van 't meertje.
Ha, daar aan den overkant, op Kreek-
Veld van baron van Bulkenstein, is buit
te halen.
Drie minuten lang tuurt hij van, tusschen
t riet naar de- -overzijde, en z'n oogen
glinsteren, als ze de kievit ten in hun,
schichtige vluchten volgen.
Ha, .ha, daar- zullen de eieren bij hoopjes
te rapen ziijin. Daar is als 't ware het
luilekkerland, waar de gebraden duiven
je in den mond vliegen. Z'n kop er aft
als hij niet reeds een viertal gevulde
nesten weet te liggen.
Langzaam islchuifelt Louw verder door
het jeugdig, .frissche riet.
Twintig el verder moet een roeibootje
liggen en daarmede zal hiji dekking zoe-
weg van arbeid. Door dien arbeid verdient
iemand loon. Dat loon is een wettig ver
diend bezit. Het. kan langs den weg van
fabricatie; wat ik maak is het mijne, in
dien jik n.l. over den tijd en de grond
stoffen -heb te beschikken. Krachtens God
delijk recht is de vrucht van mijn ar
beid dan de mijne en in het bezit er van
mag ik imij verblijden. Wij denken ter
stond ook -aan allen eerlijken handel, aan
landbouw en veeteelt, aan industrie en
nijverheid alle geoorloofde middelen
om zich een deel van het aardsoh-e goed
te verwerven, of het verworvene op ge
paste wijze te vermeerderen.
Hij deze allen is er een natuurlijk ver
band tusschen den Verrichten arbeid en
het verkregen ,goed. De werkman krijgt
niet om niet zijn Joon, 'tis wel ver
dien d. De handelaar, clie eerlijk han
delt, moet peinzen en zinnen, om te kun
nen concurrearen. Hij verdient -zijn
brood. De fabrikant is bezig den gan-
sohen dag, om zijn fabrikaat solied en
bruikbaar te maken. En of zijn waar af
trek vinden zal, hangt (voor -een goed
deel -af.van de (deugdelijkheid. Gelukt 't den
man Vooruit te komen, dan komt dit on
der den zegen des Hee'ren door zijn vlijt
en energie, door zijn wilskracht en be
kwaamheid.
Dit natuurlijk verband nu tusschen ar
beid en bezit is een Goddelijke ordinantie.
De Schrift zegtwie niet wei-tót zal ootó
niet eten; de luiaard ;zal gescheurde klee
deren dragen. „Luilekkerland is een anti-
goddelijk verzinsel", en de gebraden dui
ven vliegen ons niet in den mond. Het
is de wille Gods, dat de mensch arbeid
geve, arbeid op allerlei wijzte, arbeid met
hét lichaam en arbeid .met den geest,
voor het stoffelijk goed. Daarin ligt een
teugel Voor liet kw-aad. AVjant wat men
znvur verdient, wordt gewaardeerd.
Beknopt overzicht van den toestand.
Leiden wij eerst den lezer in den geest
naar Duitsch Zuid-West-Afrika, waar
Botha door een, handige en volkomen ge
slaagde o-mtrekkingsbeweging er in ge
slaagd is de Duitsche troepen te omsin
gelen.
Gouverneur Leitz, die zijn positie aan
alle 'kanten 'bedreigd zag, en wi-ens trcepeil
bovendien aan watergebrek leden, zag
zich toen genoodzaakt te capitule-eren.
Het verlies, van de kolonie, de geva.ngien-
neming van het legertje en de wijze waar
op Botha de omsingeling voltooide, zullen
in Duitschland zeker groot leedwezen
Wekken.
Wiji willen Botha volstrekt, de eer niet
betwisten, dat deze veldtocht in een woes
te, onherbergzame stieek, zich uitstrek
kend over honderden kilometers, een kra
nig stuk werk is, en getuigenis aflegt van
het élan en de energie der Boeren.
Maar overigens schuilt in dezle over
winning niets glorieus. De eenige verdien
ste ervan is, dat ze sneller behaald wérd
dan algemeen ge-dacht werd.
Het was op de vingers na te tellen, dat
het Zoo gaan zou. .De Duitschers stonden
op een verlaten post. Zij hadden slechts
de keuze tusschen zich, dood te vechten
of zich gevangen te geven.
Waar zouden ze heen?
Aan schier alle kanten door Britsch
gebied omsloten, restte hun slechts een
kend achter rietkragen en tusschen drij
vende -eilandjes (door st-evenén-d, op dit
uur zeker ongezien den overkant betreiken,
Daar ligt reeds de ranke boot, die hem
tiaar het oord -der kievitseieren in
z'n verbeelding ziet hiji reeds een grijd-
gespikkeld veld zal voeren.
De eigenaar, -een menscbenkenner van-
heb-ik-jou-daar, heeft jde riemen méegjq-
nomen, om tie verleiding tot het ondernlei-
men van een roeitochtje niet des te grooter
te maken. Vooral in dezen tijd van het
jaar is die verleiding zoo sterk.
Louw toont zich echter in 't minst niet
verbaasd. Wat heeft hij! aan riemen?
Eieren moet hiji hebben, ^ooveél als hij,
er maar lean meenemen in z'n zakken
en z'n 'kepi. Vandaag zal hij nog zeventien
cent maken, (morgen misschien geen zes
tien meer.
Allo, d'e ketting los.
Alle gevoel van verveling, dat hangerige
gevoel, dat men krijgt op wacht vïer-
en-twintigi uren (van slenteren, luieréni
knipoogen en jdroome-n 't is nu ga
bannen.
De lente-ochtendstond jen de ieierzoe-
fcenshartstochten doen hem 't bloed sneller
gtroomen. Tot voor kort Was 't 'n sluime
rend defensief, (njupis 't alles in eten fiksche,
offensieve actie.
Mét dat ihijj ften linkervoet in de boot zet,
duwt hij deze met den anderen voet af.
Schichtig {schiet ze Van tusschen het hooge
riet en klieft ze dra. het effen watervlak,
uitweg naar het Noorden, waar internee-
ring in de l'ortugeesche kolonie Angola
hen wachtte.
De Engelse hen zijn nu heer en meester
in de 'Zuid-West. Niet de Boeren. Want
hel is voor Engeland, dat zij deze kolo
nie veroverd hebben, voor den vijland,
waarmee Zij 15 jaar geleden ten bloede
toe streden, dat thans enkele honderden
hunner het leven lieten.
Oni het B.ritsche wereldrijk te vergroo
tten, was het dat Botha en Smuts hief
Boerenvolk in deze rampzalige onderne
ming betrokken.
Rampzalig, omdat de Boerenstalen er
zich door bevlekten met een broederkrijg,
en aldus jammer en leed over zichzelf
brachten. Dat is de tragiek van do gebeur
tenissen in Zuid-Afrika.
Tusschen Duitschland en Amerika scih'ijint
't nog niet te boteren. 'Althans op het stuk
Van enkele punten is men het nog: niét
eens met elkaar.
Uit het Duitsche antwoord op de be
kende Amerifcaanscbe Lusitania-nota van
11 Juni blijkt voldoende, dat de eisch
door de 'Vereenigde Staten gesteld: „dat
de Duitsche regeering de noodige maat
regelen Zou nemen om de (volkenrechte
lijke) beginselen in practijk te brengen met
het oog op het behoud van de Amierikaan-
sche levens en deiAmerikaansohe schepen"
niet toegegeven Wordt.
Duitschland wil practisch bepaalde con
cessies doen en maatregelen treffen om
het vervoer van Amerikaansche reizigers
tte vergemakkelijken en ongevaarlijk Ie
doen Zijn, door deze op bepaalde schepen
te doen vervoeren, - tot een principieele
wijziging van zijn optreden is dit niét
bereid en daarmede blijft het gevaar voor
Amerikaansche lévens -en schepen dreigen.
Ten opzichte van de „Lusitania" blijft
de Duitsche regeeriug zich nog steeds op
de motieven beroepen, die reeds in dé
Amerikaansche nota weersproken waren,
dat n.l. de „Lusitania" of door uitrusting
of door lading als een „oorlogsschip" kon
gelden.
Van een toenadering is dus oo-k ten op
zichte van dit punt nog geen sprake-.
Overigens zijn we nog al' gerust op
de toekomst.
Het is -een feit, dat Duitschland eer»
groote mate van zin tot gemeen overlég
en van inschikkelijkheid heeft getoond.
Immers, Amerikaansche passagiersbo-o-
ten, die door bijzondere teekenm kenbaar
zijn, en Waarvan de afvaart een Voldoen
den tijd vain ,te voren is aangekondigd,
zullen door de Duitsche onderzeeërs met
rust worden .gelaten.
Dit zal' ook het geval zijn met eeni
overeen te komen en nauwkeurig vast te
stellen aantal neutrale schepen, die dé
Duitsche regeering adviseerl in Ameri-
kaansehen dienst te nemen en die zullen
moeten varen onder Amerikaansche vlag.
En voorts z-al evenz.oo worden gehan
deld ten opzichte van uiterlijk vier nader
overeen te komen passagiersb-ooten, va
rende onder vijandelijke vlag, ztulks ech
ter alleen voor het .geval, dat. van dé
zooeven genoemde neutrale schepen geen
voldoend aantal beschikbaar blijkt.
Tegenover dezle drievoudige tegemoet
koming verlangt de Duitsche regeering
van die der Unie de garantie, dat Ide aldus
te verschoonen schepen geen contrabande
aan boord zullen hebben.
Het lijdt geen ftWlijfel, of men zal ten-
dat een blik gunt in ide dichtbevolkte
visschenwereld beueden, waar hleele scho
len snoeken en baarzen bijl het nadérenj
der boot dieper water zoeken.
Met de 'hand doet Louw de ranke boot
schier geraischloos, voortglijden tot ze op
den tegéno-vergesteldleln ikant in de riet
kraag verdwijnt en dangrond raakt.
Ziezoo, de ]boot vastgelegd, den om
trek verkend en dan het veld in.
Louw schuifelt ,'met z'n „kistjes" door
het licht-beidauiwde, fri-soh-gtoene gras en
hoiudt nu 'en dan stil, om z'n spiedenden
blik dé ronde te laten doen, of er ooi*
onraad is in den vorm van den boozen
veldwachter met z'n zes-en-twintig: dienst
jaren en iz'ijln fijnen neus, diè aan het
reukorgaan van een echten St. 'Bernard
doet deuken oftewel om uit de onrustige
bewegingen dér kievitten die aanwezigheid
van nesten af te leiden.
Binnen idrielminuteinina de landing raapt
Louw Iden eersten buit op. In de holte
van z'n .hand houdt hij een prachtig' ge
spikkeld kievitsei.
Even geniet Wijl met glinsteroogjes van
den aanblik van z'n eersten schat, doch
maar even, twant op 't hooren varf
geritsel achter zich, kijkt hij schichtig orrt
en ziet 'hij den gevreesd|ejn veldwachter,
de strenge igereohtigheid, mét langzamen
tred en met 'n venijnig glimlachje om den
mond, naderen.
Mjeteen is üiem, Lou,w, de terugweg
afgesneden. Hij zit er in.
slotte omtrent alle punten tot overeen
stemming komen. Duitschland gaf mooie
concessies en de Amerikaan is te nuchter,
dan dat hij deze niet op de juiste waarde
zou Weten te schatten.
Voor gegevens van de Europeesehe slag
velden zijn we zoo vrij naar de rubrieken
van „losse" oorlogsberichten te verwijzen.
De beschieting van de torens van Yperen.
Een Duitsch soldaat schrijft:
Het meest trekt natuurlijk de ver zicht
bare stuk geschoten kathedraal en de
lakenhal met haar twee- zijto-rentjes, die
nog over gebleven zijn van haar vijf to
rens, de aandacht.
Op -een dag, dat ik met een verre
kijker het terrein afzoek, zie ik op den
toren van de lakenhal twee vijanclelijké
waarnemers, die zich in hun heelé lengte!
laten zien en als in vrede rond kijken.
Ik breng rapport, uit en de volgende dagen
vormen de torens het middelpunt van de
oplettendheid van alle- waarnemers. Die
kerels daarginds kwamen bij helder weer
op de torens en staarden naar ons. Zij
spreidden zelfs kaarten uit op de borst
wering, die vroolijk in den wind wapper
den, liepen op het platform: rond, wenkten
ten naar beneden enz. Eenige dagen gele
den, toen het weer helder was, de Zon
in onzen rug stond en wij een praohtigert
blik op Yperen hadden, kwamien zij te
rug. Nu nam mijn majoor snel het besluit
den toren om te schieten. Snel bet. mor
tier geladen en daar vloog de eerste gra
naat in een grooten boog naar Yperen
Seconden van wachten volgden. Dan een
ver hoorbare doffe knal het treffen. Met,
het o-o-g hadden wij de granaat gevolgd.
De verbeteringen in de richting Werden
nu bepaald en reeds het vierde schot trof
de onderste helft van den. toren. Leii
béven ging door het geheelé gebouw. Nu
volgde schot op schot. Het achtste schot!
trof precies het rechter platform. Een ge
weldige stof- en rookwolk bedekte het ge
heelé gebouw. Dé wind droeg de wollj
weg, die als een sluierachtige voorhang
lang was blijven hangen. Wij zagen nu,
dat de rechtertoren tot aan het. m-idderf
gebarsten was. Onophoudelijk suisden nu
de zWare granaten door de l'ucht en sloe-
gjen rechts en links, voor en achter heü
gebouw in. Toen kwam het zestiende
schot. Het projectiel1 vloog weg, gonsde,
huilde, trof. De toren viel in elkaar. De
pninhoopen vlogen in een groote boog
door de lucht.
In het achterland van Aden.
Ingevolge geruchten dat een Turkse hè
troepenmacht van Yemen 'uit de grens van
het achterland van Aden had overschreden
en naar Lahej optrok, heeft, de comman
dant van Aden een troep kameelruitersi
op verkenning uitgezonden, die de aan
wezigheid van Turksche en Arabische troe
pen, gewapend met veldkanonnen, vaststel
de. De kameelruiters trokken op Lahej
terug, waai- Zij versterking ontvingen van
een mobiele afdeeling van;'250 man infan
terie met twee tienponders. Onze troe
pen teLahej werden op 4 Juli aangeval
len door verscheidene duizenden Turken,
met 20 .kanonnen, en een groot aantal Ara
bieren. Zij Ihandhaafden hun stelling on
danks het vijandelijk artillerievuur (tot den
avond, toen 'een deel van Lahej in brand
stond. Des nachts ontstond er hier en daar
een handgemeen. De aanvallen van dear
vijand op ons front werden afgeslagen,
Wel, dat treft slecht in den vroegen
ochtend, hè
Gemorgé, haas-!
G-oei-e-morgje, bon ben ik je voor
géweest.
Hm, Betrekkelijk, zegt Louw kalm
en zonder (zich verrast te toonen, eni
hiji laat tuiss'chten Iduim en vinger z'n ee-rste
vondst zién.
Ja, -g]eef maar gauiw hi-eir, en vertel
maar -esi tnet wien ik het glenoegjen heb
-op dezen mooien ochtend kennis te ma
ken. Als- ik me niet vergis, hebbe wé
mekaar al ee-nsi eerder in dé oogen gezien.
Niet waar, Louw Stienstra?-
Nou, Haimisen, laten wei elkaar geeu
Mietje noemen. Hat ei krijg je nilert, dat
heb ik verdiend. En nu geen flauwe stré
ken; zal 'k je eèns- wat zeggen? Jij draagt
d-e uniform en, ik draag de uniformallebei
dienen we het vaderland, en nui moéten
We elkaar niet altijd dwars zitten. Er is
teglenwoordig al' geno-eig treurigheid in dé
Wereld'.
Kom, kom, geen praatjes); daarmee
koimén we niet verder. Ge|ef hier dat ,ei
en vertel 'me waar je teglenwoordig bent.
Ho- les Wlat Maak je niet driftig man.
Laten We pon) verstandig lédeneéren. Tus
schen twee- haakjes, dat ei komt mijl toe.
Maar steek eerst es op-Ziezoo, nul
do© je me niks meer, want je mag gjeen
sigaar aanpakken. Maar wees niet bang,
ik zal je er heusch niet bijlappen, hoor.
Ik rriM-e je een mooi voorstel doen. Jij