Xo. 238 Maandag 12 Juli 1915 29e Jaargang 243 enknecht, 10. ruil: ijknecht, lecht. onmg ODE, G.. uffrouw -Meisje. Ie Meid LOTEN EN LOTERIJEN. Feuilleton. De Eierzoeker. De Groote Oorlog. KIN- aan EN N. lE en een jzeren assen lier), t te te koop :n tarwe, der olant Ct. ct. - n, ïbord. i Ct. deinkenszand. en gewaterd ich Esschert tout te koop, erland (Z.). ïaar Krommen- •en vóór 15 Juli Biggekerke. :baar, en een s, Segeersweg, an eigen zaak met 1 Aug. iomende werk- AdresJ. A- Ritthem. iet Augs. bij I. HAGE, werk en hoef- )AAS. Noord- iie Gymnasium te Middelburg 3, Boekhandel sr in een klein huiswerk ver- vragen Boekh. [iddelburg. LIST, Goes, r SER, Hofstede idijk. Middelb. Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAW üE VORSTSTRAAT 219. Bureau te Middelburg; FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG. Drukkers: Oosterbaan Lo Cointro Goes. De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers ƒ1.25 .0.05 Prijs der Advertentiën 15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 ct. 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend. Brj abonnement voordeelige voorwaarden, Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. öemesnteraarfs versieringen I'e Zeeuw steunt de candidaten der antirevolutionaire kiesvereeniging, der halve in Middelburg lli Mr. L. VAN ANDEL en J. A. VERTREGT. Vlissingen 1 P. G. LAERNOES Sr. Vlissingen 11 J. H. DOMMISSE. Terneuzen J. DE BRUIJNE C. WOLFERT H. VAN WIJCK Sr. —inii ii ii' "~TT it. Ons vorig artikel eindigde met de waar schuwing dat wie mededoet aan loten en loterijen om daarmee winst te behalen, zich daarbij verlaat op de fortuin, op het toeval, op een geheimzinnige macht, be kend onder den naam Mamon, niet te verwarren met Mammon, dien geldgod. Hier is dus afgoderij1. En nu zégt ds. Hoek, aan wiens arti kelen ihet rapport is ontleend, al was er geen enkel ander bezwaar tegen liet loten ■dan dit een-e, bet ware genoeg om e* elk -christen van af te schrikken. Zoo staat het echter niet. Tal van bedenkin gen volgen nog. niet minder gewichtig. In het loten is altijd iets kenmerkends o,p welke wijze men Ihet ook doe, het zij door het werpen van dobbelsteenen of door liet trekken van cijfers, of hoe dan ook. Dit kenmerkende ligt hierin: er komt tusscheii de daad van den mensch en den uitslag zijner handeling eene ope ning. Die opening moet aangevuld. Wie zal dat doen? D(e mensch zelf? Maar1 zijn macht schiet te kort, is ontoereikend. Want wel Werpt hij de dobbelsteenen, (maar het cijfer dat boven komen zal, kan .hij niet bepalen, 'tls wel de hand van den mensch die 'tlot uit de bus haalt, maar 't verband tusschen dien gireep en het cijfer dat Ihij' trekt, wordt niet door den mensch gelegd. En als deze klove alleen door een hoog ere- macht kan overbïu-gd. wie is idan dezle h oogera macht? (Nu -een van beidewijl hebben hier met God te doen en erkennen dan zijne Goddelijke Voorzienigheid, of wij laten deze opening aanvullen door de fortuin of door het. toeval. Dit laat ste standpunt kan alleen ingenomen wor den door eten heiden en den ongeloo- vige, nooit door ,een christen. Wie als christen de zaak zijins lov-ens uit eigen handen geeft, kan haar aan niemand an ders toebetrouwen dan aan Zijnen Vader die in de hemelen is. Dan evenwel zal heilige eerbied voor God ons weerhouden om uit winstbejag telkens God om hulp en bestiering te vragen.. In ijdele zaken het lot te gebruiken is alzoo niets minder dan misbruik maken van de leer der Goddelijke' Voorzienig heid. 'tls zonde wel niet tegen de let ter, maar tegen den geest van liet derde gebod, 'tls geveinsdheid, misbruik van Gods Naam. Geveinsdheid want het lot is een middel om den wil Gods Louw Strienstra draagt den soldatenrok met eere. Toch komen bijl hem wel eens neigingen boven, die jniet bepaald strooken met de waardigheid van landsverdediger. Louw is 'n hartstochtelijk eierzoeker, (en mitsdien een ge-zworen vïj|atnd van» eend en kievit. Niet zoodra veroorlooft de „dienst" hem een uitstapje, of hiji knijpt er tusschenuit. En niemand zijder kameraden, die er niet een dubbeltje-sigaren-van-de-acht of 'n pruim tabak onder zou durven ver wedden, dat Louw onder het mom van landsverdediger aan 't stroopen is. Z'n durf en roem als eierzoeker hebben zich reeds zoover verbreid, dat de kodde beier meent een extra oogje in 't zeil te moeten houden. Louw's hartstochten 'z'ijln echter van dien aard, dat hij! geen gevaar ziet en onbe wust van 's veldwachters gloede bedoe lingen zijd verboden proctijken blijft -uit oefenen. Een schoone morgen is aangebroken. Aurora, heeft liet welige landschap wak ker gèkuist en in majestueuzen luister ver rijst de zonne en jgiiet ;haar stralen uit over 't effen meer en de Bedauwde akkers. De feeuiwrik rukt omhoog) en paart z'n te weten. Wij gebruiken het, vragen niet rechtstreeks tusschienkomst van een an der, maar begeeren die ook niet van God. En toch nemen wij door het lof de hou ding aan alsof wjj de uitkomst in zijne hand leggen. Zulk een huichelachtige han deling tegenover den Almachtige is weer zinwekkend, verdient onze diepste afkeu ring. Misbruik van 's Hoeren Naam. Heel anders dan de .ruwe vloeker en spot ter, die al bulderend -Gods Naam ont- eert, of met innig vermaak dón Heilige hoont, maar als de verrader, die onder schijn van vriendschap met den vijand heult. En nu is alle verraad schande lijk, doch dubbel schandelijk en laag is het, waar het gepleegd wordt tegenover een vriend en broeder, tegenover den metgezel iinet wi-en wij aan tafel aten, met wien wij als vertrouwden één weg gingen, tegenover eigen vader of vorst. En zulk verraad plegen wij1 nu bij het ijdel loten. Verraad tegen God, die in zijn bijzondere openharing ons zijn wil heeft bekend gemaakt; verraad tegenover Hem in wiens nabijheid wij kwamen toen wij erkenden zelf den uitslag van bet lot niet te kunnen bepalen. Maar ter elf der ure liep gij heimelijk over naar den vijand om bij hem, hulp te zoeken. Weet gij -een ander woord voor dezte misdaiad, dan hiet schrikkelijke verraad?! Ook nu wieer z;al menigeen, naar ik vertrouw, terug schrikken voor zijn eigen daden. Want verraad te plegen aan des Hoeren heiligen Naam was toch gansche- lijk hunne bedoeling niet,. Zeer wel moge lijk! 'k Vertrouw het zelfs van ze-er velen. Dit néémt echter de schuld niet. weg. Petrus dacht ook niet aan veirraad, had zielfs vurige liefde voor zijn Heiland en toch, och dat hij' gjehoor gegeven had aan 'twoord: jèier de haan gekraaid Zal hebben zult gij mij driemaal verlooche nen". „.Loterij is niet alleen in strijd met de eerste tafel van do Wejt des Heeren, maar ie(v|enzeer met de tweede. In het achtste giebod verbiedt God den diefstal, in het tiende het begeeren. Nu verbiedt God in het achtste gebied, niet aliped dat stelen en rooven hetwelk de Over heid straftmaar Hij noetat ook die- viepij -alle b-oo-ze stukken en aanslagen, waarmede wij onzes naasten goed denken aan o-ns te brengen, hetzij met geweld of schijn van recht.... -of door o-enig middel van God verboden. De mensch heeft behoefte aan stoffelijke goeder-en. Heel zijn bestaan is aldus in gericht, dat hij deze nooit missen kan. 'tls daarom volstrekt niet verboden een deel van de goederen der aarde aan ons te brengen. Ze z'ijn -er voor. Die hemel is des Heeren, maar de aaide heeft Hiji den menschenkin-deren gegeven. Het privaat bezit is geen diefstal gelijk het socialisme ejr -communisme beweert. Alleen maar, bij, het streven naar een deel van dit aardsche goed hebben wij ons te houden aan de ordinantiën des Heeren. jHiji toch heeft den mensch be paalde middelen aan de hand gedaan, waardoor (hij ^ieh c-en bescheiden deel dier goederen kan Verwerven. En dan staat voorop, het mag alleen geschieden langs eerlijken, ge oorloof den weg. Het kan op velerlei manier, zoo wij dit maar steeds in het oog houden. Ik noem slechts enkele. Daar hebt gij den jubelend lied aan het geluid 'van den rietvink. Allerlei lentegéluiden vullen het lucht ruim en spreken van ontwakend leven. Op hot kronkelende landpad is1 in de verte slechts één persoon te onderkennen. Met slepen den gang komt hij nader. 't Is Louw. Z'n militaire houding heeft hij afgelegd. Z'n uniform niet. Want hiji komt zóó van de „Wacht". Liever dan een uiltje te knappten, laat hij zich de oogen openhouden door den verkwikkenden ochtendz onneschijn en lie ver dan z'n krib en stroozak op te zoeken, laat hij zich het istof van de schoenen Wasschen door 't bedauwde gras en riet aan den oever van 't meertje. Ha, daar aan den overkant, op Kreek- Veld van baron van Bulkenstein, is buit te halen. Drie minuten lang tuurt hij van, tusschen t riet naar de- -overzijde, en z'n oogen glinsteren, als ze de kievit ten in hun, schichtige vluchten volgen. Ha, .ha, daar- zullen de eieren bij hoopjes te rapen ziijin. Daar is als 't ware het luilekkerland, waar de gebraden duiven je in den mond vliegen. Z'n kop er aft als hij niet reeds een viertal gevulde nesten weet te liggen. Langzaam islchuifelt Louw verder door het jeugdig, .frissche riet. Twintig el verder moet een roeibootje liggen en daarmede zal hiji dekking zoe- weg van arbeid. Door dien arbeid verdient iemand loon. Dat loon is een wettig ver diend bezit. Het. kan langs den weg van fabricatie; wat ik maak is het mijne, in dien jik n.l. over den tijd en de grond stoffen -heb te beschikken. Krachtens God delijk recht is de vrucht van mijn ar beid dan de mijne en in het bezit er van mag ik imij verblijden. Wij denken ter stond ook -aan allen eerlijken handel, aan landbouw en veeteelt, aan industrie en nijverheid alle geoorloofde middelen om zich een deel van het aardsoh-e goed te verwerven, of het verworvene op ge paste wijze te vermeerderen. Hij deze allen is er een natuurlijk ver band tusschen den Verrichten arbeid en het verkregen ,goed. De werkman krijgt niet om niet zijn Joon, 'tis wel ver dien d. De handelaar, clie eerlijk han delt, moet peinzen en zinnen, om te kun nen concurrearen. Hij verdient -zijn brood. De fabrikant is bezig den gan- sohen dag, om zijn fabrikaat solied en bruikbaar te maken. En of zijn waar af trek vinden zal, hangt (voor -een goed deel -af.van de (deugdelijkheid. Gelukt 't den man Vooruit te komen, dan komt dit on der den zegen des Hee'ren door zijn vlijt en energie, door zijn wilskracht en be kwaamheid. Dit natuurlijk verband nu tusschen ar beid en bezit is een Goddelijke ordinantie. De Schrift zegtwie niet wei-tót zal ootó niet eten; de luiaard ;zal gescheurde klee deren dragen. „Luilekkerland is een anti- goddelijk verzinsel", en de gebraden dui ven vliegen ons niet in den mond. Het is de wille Gods, dat de mensch arbeid geve, arbeid op allerlei wijzte, arbeid met hét lichaam en arbeid .met den geest, voor het stoffelijk goed. Daarin ligt een teugel Voor liet kw-aad. AVjant wat men znvur verdient, wordt gewaardeerd. Beknopt overzicht van den toestand. Leiden wij eerst den lezer in den geest naar Duitsch Zuid-West-Afrika, waar Botha door een, handige en volkomen ge slaagde o-mtrekkingsbeweging er in ge slaagd is de Duitsche troepen te omsin gelen. Gouverneur Leitz, die zijn positie aan alle 'kanten 'bedreigd zag, en wi-ens trcepeil bovendien aan watergebrek leden, zag zich toen genoodzaakt te capitule-eren. Het verlies, van de kolonie, de geva.ngien- neming van het legertje en de wijze waar op Botha de omsingeling voltooide, zullen in Duitschland zeker groot leedwezen Wekken. Wiji willen Botha volstrekt, de eer niet betwisten, dat deze veldtocht in een woes te, onherbergzame stieek, zich uitstrek kend over honderden kilometers, een kra nig stuk werk is, en getuigenis aflegt van het élan en de energie der Boeren. Maar overigens schuilt in dezle over winning niets glorieus. De eenige verdien ste ervan is, dat ze sneller behaald wérd dan algemeen ge-dacht werd. Het was op de vingers na te tellen, dat het Zoo gaan zou. .De Duitschers stonden op een verlaten post. Zij hadden slechts de keuze tusschen zich, dood te vechten of zich gevangen te geven. Waar zouden ze heen? Aan schier alle kanten door Britsch gebied omsloten, restte hun slechts een kend achter rietkragen en tusschen drij vende -eilandjes (door st-evenén-d, op dit uur zeker ongezien den overkant betreiken, Daar ligt reeds de ranke boot, die hem tiaar het oord -der kievitseieren in z'n verbeelding ziet hiji reeds een grijd- gespikkeld veld zal voeren. De eigenaar, -een menscbenkenner van- heb-ik-jou-daar, heeft jde riemen méegjq- nomen, om tie verleiding tot het ondernlei- men van een roeitochtje niet des te grooter te maken. Vooral in dezen tijd van het jaar is die verleiding zoo sterk. Louw toont zich echter in 't minst niet verbaasd. Wat heeft hij! aan riemen? Eieren moet hiji hebben, ^ooveél als hij, er maar lean meenemen in z'n zakken en z'n 'kepi. Vandaag zal hij nog zeventien cent maken, (morgen misschien geen zes tien meer. Allo, d'e ketting los. Alle gevoel van verveling, dat hangerige gevoel, dat men krijgt op wacht vïer- en-twintigi uren (van slenteren, luieréni knipoogen en jdroome-n 't is nu ga bannen. De lente-ochtendstond jen de ieierzoe- fcenshartstochten doen hem 't bloed sneller gtroomen. Tot voor kort Was 't 'n sluime rend defensief, (njupis 't alles in eten fiksche, offensieve actie. Mét dat ihijj ften linkervoet in de boot zet, duwt hij deze met den anderen voet af. Schichtig {schiet ze Van tusschen het hooge riet en klieft ze dra. het effen watervlak, uitweg naar het Noorden, waar internee- ring in de l'ortugeesche kolonie Angola hen wachtte. De Engelse hen zijn nu heer en meester in de 'Zuid-West. Niet de Boeren. Want hel is voor Engeland, dat zij deze kolo nie veroverd hebben, voor den vijland, waarmee Zij 15 jaar geleden ten bloede toe streden, dat thans enkele honderden hunner het leven lieten. Oni het B.ritsche wereldrijk te vergroo tten, was het dat Botha en Smuts hief Boerenvolk in deze rampzalige onderne ming betrokken. Rampzalig, omdat de Boerenstalen er zich door bevlekten met een broederkrijg, en aldus jammer en leed over zichzelf brachten. Dat is de tragiek van do gebeur tenissen in Zuid-Afrika. Tusschen Duitschland en Amerika scih'ijint 't nog niet te boteren. 'Althans op het stuk Van enkele punten is men het nog: niét eens met elkaar. Uit het Duitsche antwoord op de be kende Amerifcaanscbe Lusitania-nota van 11 Juni blijkt voldoende, dat de eisch door de 'Vereenigde Staten gesteld: „dat de Duitsche regeering de noodige maat regelen Zou nemen om de (volkenrechte lijke) beginselen in practijk te brengen met het oog op het behoud van de Amierikaan- sche levens en deiAmerikaansohe schepen" niet toegegeven Wordt. Duitschland wil practisch bepaalde con cessies doen en maatregelen treffen om het vervoer van Amerikaansche reizigers tte vergemakkelijken en ongevaarlijk Ie doen Zijn, door deze op bepaalde schepen te doen vervoeren, - tot een principieele wijziging van zijn optreden is dit niét bereid en daarmede blijft het gevaar voor Amerikaansche lévens -en schepen dreigen. Ten opzichte van de „Lusitania" blijft de Duitsche regeeriug zich nog steeds op de motieven beroepen, die reeds in dé Amerikaansche nota weersproken waren, dat n.l. de „Lusitania" of door uitrusting of door lading als een „oorlogsschip" kon gelden. Van een toenadering is dus oo-k ten op zichte van dit punt nog geen sprake-. Overigens zijn we nog al' gerust op de toekomst. Het is -een feit, dat Duitschland eer» groote mate van zin tot gemeen overlég en van inschikkelijkheid heeft getoond. Immers, Amerikaansche passagiersbo-o- ten, die door bijzondere teekenm kenbaar zijn, en Waarvan de afvaart een Voldoen den tijd vain ,te voren is aangekondigd, zullen door de Duitsche onderzeeërs met rust worden .gelaten. Dit zal' ook het geval zijn met eeni overeen te komen en nauwkeurig vast te stellen aantal neutrale schepen, die dé Duitsche regeering adviseerl in Ameri- kaansehen dienst te nemen en die zullen moeten varen onder Amerikaansche vlag. En voorts z-al evenz.oo worden gehan deld ten opzichte van uiterlijk vier nader overeen te komen passagiersb-ooten, va rende onder vijandelijke vlag, ztulks ech ter alleen voor het .geval, dat. van dé zooeven genoemde neutrale schepen geen voldoend aantal beschikbaar blijkt. Tegenover dezle drievoudige tegemoet koming verlangt de Duitsche regeering van die der Unie de garantie, dat Ide aldus te verschoonen schepen geen contrabande aan boord zullen hebben. Het lijdt geen ftWlijfel, of men zal ten- dat een blik gunt in ide dichtbevolkte visschenwereld beueden, waar hleele scho len snoeken en baarzen bijl het nadérenj der boot dieper water zoeken. Met de 'hand doet Louw de ranke boot schier geraischloos, voortglijden tot ze op den tegéno-vergesteldleln ikant in de riet kraag verdwijnt en dangrond raakt. Ziezoo, de ]boot vastgelegd, den om trek verkend en dan het veld in. Louw schuifelt ,'met z'n „kistjes" door het licht-beidauiwde, fri-soh-gtoene gras en hoiudt nu 'en dan stil, om z'n spiedenden blik dé ronde te laten doen, of er ooi* onraad is in den vorm van den boozen veldwachter met z'n zes-en-twintig: dienst jaren en iz'ijln fijnen neus, diè aan het reukorgaan van een echten St. 'Bernard doet deuken oftewel om uit de onrustige bewegingen dér kievitten die aanwezigheid van nesten af te leiden. Binnen idrielminuteinina de landing raapt Louw Iden eersten buit op. In de holte van z'n .hand houdt hij een prachtig' ge spikkeld kievitsei. Even geniet Wijl met glinsteroogjes van den aanblik van z'n eersten schat, doch maar even, twant op 't hooren varf geritsel achter zich, kijkt hij schichtig orrt en ziet 'hij den gevreesd|ejn veldwachter, de strenge igereohtigheid, mét langzamen tred en met 'n venijnig glimlachje om den mond, naderen. Mjeteen is üiem, Lou,w, de terugweg afgesneden. Hij zit er in. slotte omtrent alle punten tot overeen stemming komen. Duitschland gaf mooie concessies en de Amerikaan is te nuchter, dan dat hij deze niet op de juiste waarde zou Weten te schatten. Voor gegevens van de Europeesehe slag velden zijn we zoo vrij naar de rubrieken van „losse" oorlogsberichten te verwijzen. De beschieting van de torens van Yperen. Een Duitsch soldaat schrijft: Het meest trekt natuurlijk de ver zicht bare stuk geschoten kathedraal en de lakenhal met haar twee- zijto-rentjes, die nog over gebleven zijn van haar vijf to rens, de aandacht. Op -een dag, dat ik met een verre kijker het terrein afzoek, zie ik op den toren van de lakenhal twee vijanclelijké waarnemers, die zich in hun heelé lengte! laten zien en als in vrede rond kijken. Ik breng rapport, uit en de volgende dagen vormen de torens het middelpunt van de oplettendheid van alle- waarnemers. Die kerels daarginds kwamen bij helder weer op de torens en staarden naar ons. Zij spreidden zelfs kaarten uit op de borst wering, die vroolijk in den wind wapper den, liepen op het platform: rond, wenkten ten naar beneden enz. Eenige dagen gele den, toen het weer helder was, de Zon in onzen rug stond en wij een praohtigert blik op Yperen hadden, kwamien zij te rug. Nu nam mijn majoor snel het besluit den toren om te schieten. Snel bet. mor tier geladen en daar vloog de eerste gra naat in een grooten boog naar Yperen Seconden van wachten volgden. Dan een ver hoorbare doffe knal het treffen. Met, het o-o-g hadden wij de granaat gevolgd. De verbeteringen in de richting Werden nu bepaald en reeds het vierde schot trof de onderste helft van den. toren. Leii béven ging door het geheelé gebouw. Nu volgde schot op schot. Het achtste schot! trof precies het rechter platform. Een ge weldige stof- en rookwolk bedekte het ge heelé gebouw. Dé wind droeg de wollj weg, die als een sluierachtige voorhang lang was blijven hangen. Wij zagen nu, dat de rechtertoren tot aan het. m-idderf gebarsten was. Onophoudelijk suisden nu de zWare granaten door de l'ucht en sloe- gjen rechts en links, voor en achter heü gebouw in. Toen kwam het zestiende schot. Het projectiel1 vloog weg, gonsde, huilde, trof. De toren viel in elkaar. De pninhoopen vlogen in een groote boog door de lucht. In het achterland van Aden. Ingevolge geruchten dat een Turkse hè troepenmacht van Yemen 'uit de grens van het achterland van Aden had overschreden en naar Lahej optrok, heeft, de comman dant van Aden een troep kameelruitersi op verkenning uitgezonden, die de aan wezigheid van Turksche en Arabische troe pen, gewapend met veldkanonnen, vaststel de. De kameelruiters trokken op Lahej terug, waai- Zij versterking ontvingen van een mobiele afdeeling van;'250 man infan terie met twee tienponders. Onze troe pen teLahej werden op 4 Juli aangeval len door verscheidene duizenden Turken, met 20 .kanonnen, en een groot aantal Ara bieren. Zij Ihandhaafden hun stelling on danks het vijandelijk artillerievuur (tot den avond, toen 'een deel van Lahej in brand stond. Des nachts ontstond er hier en daar een handgemeen. De aanvallen van dear vijand op ons front werden afgeslagen, Wel, dat treft slecht in den vroegen ochtend, hè Gemorgé, haas-! G-oei-e-morgje, bon ben ik je voor géweest. Hm, Betrekkelijk, zegt Louw kalm en zonder (zich verrast te toonen, eni hiji laat tuiss'chten Iduim en vinger z'n ee-rste vondst zién. Ja, -g]eef maar gauiw hi-eir, en vertel maar -esi tnet wien ik het glenoegjen heb -op dezen mooien ochtend kennis te ma ken. Als- ik me niet vergis, hebbe wé mekaar al ee-nsi eerder in dé oogen gezien. Niet waar, Louw Stienstra?- Nou, Haimisen, laten wei elkaar geeu Mietje noemen. Hat ei krijg je nilert, dat heb ik verdiend. En nu geen flauwe stré ken; zal 'k je eèns- wat zeggen? Jij draagt d-e uniform en, ik draag de uniformallebei dienen we het vaderland, en nui moéten We elkaar niet altijd dwars zitten. Er is teglenwoordig al' geno-eig treurigheid in dé Wereld'. Kom, kom, geen praatjes); daarmee koimén we niet verder. Ge|ef hier dat ,ei en vertel 'me waar je teglenwoordig bent. Ho- les Wlat Maak je niet driftig man. Laten We pon) verstandig lédeneéren. Tus schen twee- haakjes, dat ei komt mijl toe. Maar steek eerst es op-Ziezoo, nul do© je me niks meer, want je mag gjeen sigaar aanpakken. Maar wees niet bang, ik zal je er heusch niet bijlappen, hoor. Ik rriM-e je een mooi voorstel doen. Jij

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1