Aö. 336
Vrijdag 9 Juli 1915
39e Jaargang
12,-
12,-
11,30
11,30
11,30
11,30
f 1.25
„0.05
(Jit de Pers.
Feuilleton.
Napoleon's terugkomst in
't Elysee. na Waterloo.
De Groofe Oorlog.
Waarom ik deivloo filet noem? Maar dat
is een dierbaar huisdier geworden. Die wiS
toch ook teven. Een erge plaag zijn de
vliegen. Houdt mien het venster dicht,
dan kan men de lucht niet uithouden.
Staan de ramen open, dan staat men mach-
I
I
t d i e n s t
IELB.—ROTTERD.
nde plaatsen.
315.
lerd des Zondags,
7.15, van Middel
van Rotterdam
t d i e n s t
.OTTERDAM
gen plaatsen.
315.
9-
9-
9-
9-
Woen21
Oond.22
inrijd. 23
Sater. 24
5ond. 25
Maan. 26 10,
Dins. 27 10,
Woen28 7,—
Dond 29 7,30
Vrij 930 8,—
2ater31 9,
11,30
12,-
1-
10,30
il achter den datum
rikzeehet tweede
in Rotterdam.
Imbootdienst op
l-SCHELDE.
iet 31 Juli 1915.
|sche tijd.
Maandag 24 Mei en
nm. 6; op andere
|m. b 4.30.
Woensdag 12 Mei
ehalve 13 Mei vm.
Zondagen en Maan-
e6.op andere
d 3.15.
tdentie van den te
Rosendaal aan-
l van den te Goes
In d a a 1 aangekomen
en van Goes 9.53
laai vertrekkenden
I van Goes. 5.29 nm.
I vertrekkenden trein;
lo e s 8.17 nm. naar
Ikkenden trein.
)TDIENST
-HANSWEERD.
Vlake op het spoor
In op den tram.
lienstregeling.
(nadere aankondiging,
ische tijd.
lijks.
kaar Hansweert vm.
3.45, 7.—.
|iar Walsoorden vm.
5.58, 8.48.
3W EERTVL AKE
[iar Vlake vm. 6.38;
7.30.
lansweert vm. 8.0S,
p.5, 8.30.
GENT NAAR
JZEN.
lo Maart is de dienst
1 geregeld als v olgt
brtrek vm. 8.55, nam.
|vert. Vm'. 9.34, nam.
vm. 10, nam. 3 en
Ihe tijd.)
vm. 9.25, nam. 2.25
nam. 2.35 en 7.35;
nam. 2.44 en .7.44;
9.48, nam. 2.48 en
19.51 ,nam. 2.51 en
vm. 10, nam. 3 en
i
6 en 11. nam. 4;
11.18, nam. 4.08;
1.11 en 11.21, natn.
|ö.l5 en 11.25, nam.
rt.'vm 6.35 en 11.44,
listerdamsche tijd.
vm. 7.20 en nam.
tr. Vm. 7.50, nam.
impoort) aank. vm.
16.28, alles Duiteche
finkelijkheid aan zijn
overvloedige hulp
weerstand tegen de
•winning'. De laatste
ailitaire maatregelen
[mderstedling, dat de
zouiden worden
|e terugkeeren. Frank-
vire elementen dan
leele wereld, en toch
[en, dat hijl afdankte
loslaat, dan laat)
Üan verklaart het
moedigt dien Vijand
|d wil, dat de Keizer
vrees".
sproken had, scheen
[re ministers terngge-
doten hunne dien
den jvei'zer toe te
dit oogiemblik kwam
Imer, dat ze op voor-
ten de pnafhankelïjk-
rei'gjd lachteinde, hadl
ig om de Vertegen.-
|ten, als hoogverraad
jirlijk besefte de Kei-
et kritieke van den
lieden vóór mijne
huiswaarts moeten»
nu is alles verloren,
't verderf storten".
Uitgave van
de N&aml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN3E VORSTSTR AAT 219.
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre - Goes.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 et.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend,
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
Gemeenteraadsverkiezingen.
De Zeeuw steunt de eandidaten der
antirevolutionaire kiesvereeniiging, der
halve in Middelburg III
Mr. L. VAN ANDEL en
J. A. VERTREGT.
Vertrouwd, of ontslagen.
In een reeks van 52 driestarren heeft
,.De Standaard" de politieke geschiedenis
van de laatste jaren beschreven. Het slot
artikel is door Dr. Kuyper onderteekend.
Het luidt aldus:
Daar de redactie van „De Standaard"
in de driestarrenreeks, die hiermede sluit,
zich niet kon onthouden van critiok ook
op personen, zij 't mij vergUnd in deze
laatste asterisk ook zelf persoonlijk tei
spreken.
Dat de politieke verhoudingen in onze
Antirevolutionaire partij' sinds 1907 steeds
meer in het ongeroo.de zijn geraakt, acht
ik niet voor tegenspraak vatbaar. Er heeft
zich, onder voorgang van den sinds 190S
destijds opgetreden Minister-President, al-
meer een streven geopenbaard, om mijn
leiderschap te ondermijnen, en feitelijk
te niet te doen, en Iele „Rotterdammer"
heeft, bedoeld of njiet bedoeld, hierbij
feitelijk dienst gedaan als orgaan.
Mag nu als bekend verondersteld, wat
ik sinds 1870 gedaan heb, om onze Anti
revolutionaire partij te organiseeren en
tot parlementaire krachtsludting te bekwa
men; als'mede hoe ik steeds het mijne
deed, om'een Antirevoltuitionaire pers le
helpen scheppen, die thans een kracht
in 't land bleeken (daarenboven hoój
ik voor de hoogere leiding een, Universiteit
in het leven hielp roepen, ten voor da
juridische faculteit dier stichting den effóc-
tus civilis wist te veroveren, die zal
't verstaan, wat bittere toleiu'stelling het
mij - berokkende, toen ik ontwaarde 'hoe
dit nooit onderbreken Werk van bijna
een halve eeuw, thans in gevaar geraakte.
Eerst heb ik toen gepoogd, zonder na
men te noemen, tegen dit dreigend gevaar
te waken en Ie waarschuwen, maar
niets hielp.
Dit noodzaakte mijl tenslotte namen te
noemen en op feiten te Wijzen.
Hiertoe ben ik dan ook in deze drie
starrenreeks overgegaan, en wel, gelijk'
van meet af duidelijk werd uitgesproken,
met het eenig doel om voor wat achter
ons ligt verzoening Jtje zoeken, en uit
sluitend op waarborg voor de toekomst
bedacht te zijln.
Zekere groep in onze partij heeft blijk
baar tegen mijn optreden als leider aller
lei grief.
Welnu, dat men die grieven dan noerne,
duidelijk omschrijve, en precieselijk aan-
geve, hoe men de roeping van een leider
in onze partij wenscht te verstaan.
Gepaard zal hiermede moeten gaan de
poging, om ten deele jeon reorganisatie
van onze partij in het leven te roepen.
Zelf wees ik in. „De Standaard" reed^
op deze noodzakelijkheid1.
Ook ons Iprogram zal zekere re/vjaiq
moeten ondergaan. En vermoedelijk zal
tiet den weg op moeten, dat we een raad
van advies instellen, waarin dei verschil
lende elementen telken jar© over cle han
gende vraagstukken en opkomende geschil-
(Slot volgt
111. (Slot.)
Nog ééne poging om tot een vergelijk
te komen, achtte hij mogelijk. En hij zond
.Regiiault naar de Kamer der Gedeputeer
den en Carnot naar den Senaat met de
keizerlijke boodschap, dat hij met zijnet
ministers en de Kamers in overleg wenscli-
(te treden, teneinde 'het leger in ieder óp-
zicht. de noodige.weerstandskracht te bren
gen en de daartoe noodige maatregelen
te treffen.
Voor overleg der beide machten wasech
ter de tijd (reeds voorbij. De Gedeputeer
den des Volks .hadden geen ander antwoord
voor hun Keizer, dan dat de ministers
terstond in de Kamers moesten verschij
nen om rekenschap omtrent den toestand
te komen geven. Het klonk als een persoon
lijke beleediging voor ,den Keizer, en toch
hield Napoleon zich in. Zelfs zond hij
de ministers niet een nieuwe keizerlijke
boodschap en kreeg ,zij;n broeder Luci
aan de opdracht (hen als Commissaris-
Generaal1 te vergezellen. i
Eén oogenblik van gemoedsstrijd nog
oor Napoleon. Toen hij, biji 't sluiten der
v ergadering, met Luciaan den tuin van 't
-tysee inging onn wat frissche lucht in
punten van gedachten kunnen wisselen.
Tot elke schikking in dien trant, die onze
partij ten goede kan komen, ben ik niet
alleen van harte bereid, maar ik wil er
zelf het initiatief toe nemen.
Op dit oogenblik kan ik lot mijn leed
wezen hierop niet verder ingaan. Ik mag
de kuur in Lahmann's Sanatorium niet
oVerslaan. Wat ik deze 50 jaren deed,
heb ik alleen kunnen doen door mij" des
zomers een (niet te korte 'vacantie tct
jgunnen, en de kuur iu Weiiszer Hirseh
mag ik daarom niet prijsgeven. Doch 'bon
ik straks terug, dan durf ik vertrouwen,
dat deze poging om tot accoord en tot ver
zoening te geraken, zal kunnen slagen.
Ik zou hot schade voor den Christen-
naam achten, zoo deze verwachting mij
teleurstelde.
La,at, men Maar en üdiujdelpc zeggen,
wat men als plicht en roeping van den
leider in onze partij beschouwt. Zooveel
ik voor God geoorloofd acht, ben ik be
reid hierin toe te geven. Maar ook, mócht
men bedingen stelten, die, naar mijn innige
overtuiging, met het oog op het beginsel
en de toekomst van onze partij, niet door
mijl mogen aanvaard worden, dan zal ik
niet aarzelen, de Deputa,ten vergadering in
de (gelegenheid te' stellen, mij ba vervangen.
Do keuze staat tussohen vertrouwen
of ontslag.
Het zou mij toch een conscientiezaak
worden, zoo ik ooit oorzaak van tweespalt
in den boezem onzer partij! bleek te zijn.
Het is miji meer leed dan ik zeggen kan,
dat het niet meer onder ons is, gelijk het
in de jaren van 18701900 onder ons
bloeide, zóó bloeide, dat zelfs de buiten-
Wacht een Amen gaf op 't woord van den
Psalmist: ,,Ai ziet, hoe goed, hoe lieflijk
is 't, dat zonen van 't zelfde huis als,
broeders samenwonen, waar 't liefdevuur
niet wordt gedoofd". -
Kon die broederzin nu onder ons niet
herleven, tenzij de druik van Kappeyne
terugkeert, dan moet wat Groen van Prin-
sterer is aangedaan, mij zeer ernstig tor
waarschuwing zijn.
Ook tegen Groen van Prinsteirer's lei
derschap kwam van 1869 af gelijksoortig
verzet op.
Wie, gelijk 't mij te bejurt viel. in die
ges laatste jaren van Groens leven, zijn
vertrouwelijke uiting over deze gmartei-
fijko ontrouw beluisteren kon, voelt on
verbiddelijk, da); bij terugkper van g,o<
lijken jammer, tijdig terugtreden voor mij
onafwijsbare plicht zou zijn.
Men liet Groen ten slotte met zijn drietal
eandidatenKenchenius, Kuyper en Van
Otterloo, alleen staan. Niet ondier „de
Moyne luyden", maar wel onder hen die
den toon aangaven. Beets voorop.
Groen heeft zich toen met zijn Neder-
landscbe Gedachten zoo goed als geheel
uit de binnenlandsche politiek .moeten
terugtrekken »n is zich gaan bezighouden
toet breed© vertoogen van historischen
aard en over bujtenlandsche politiek. Maar
toe weinigen zijln ze geweest, die Ihtet)
ziele lijden--van Groen verstaan hebben
dót in deze pijnlijke retirade lucht zocht.
Ten slotte zelfs heeft wat Groen hier
onder leed, hem lerwfijfe overmeesterd,
dat hïjl niet zoolang' vóór zijn sterven
zelf de vrijie school prijsgaf, en sprak
van. terugkeer tot de pplenb'are e-chool,
mits ing'cdeelcl naar de gezindheid.
Denk n nu in, hoezeer Groen overmand
moest zijln, om niet in 1850, neen, maar
in 1875 met een voorstel te komen, dat
te ademen, weerklonk het „Vive l'Empe-
reur!" der volksmenigte, die (bijl den lagen
tuinmuur stond te Wachten om haar afgod
te zien en ,to huldigen. „Deze menschen
heb 'ik toch niet met geld en eereanibten
overladen", zei Napoleon tegen Benjamin
,ii01,1S"^'nt "Wait hebben ze mij te danken?
laat hen even arm achter, als ik ze ge-
londen heb. Maar 't instinct zegt hen,
wat gebeuren moet; door hen spreekt de
stem des volks. Wis ik wil, bestaat de op-
roerige Kamer geen uur meer. Maar ik
beu met van (Elba teruggekeerd, oma de
stiaten van Parijs met bloed te overstroo-
meii
Had Napoleon den zin zijns broeders
gedaan, hij zou den strijd met do Ver
tegenwoordiging door zijne soldaten be
slist hebben. Want ,t.oen Luciaan des
avonds uit de .Kamer terugkeerde, had
hij geen andere .meening' dan 'dat het over
24 uren óf met den Keizer óf met cle Ver
tegenwoordiging zou gedaan. Kamer en
Senaat hadden ieder evenveel afgevaar
digden tot een© commissie van 10 leden
benoemd. Zoo geschiedde tot 3 uur in
.den ochtend, maar met geen noemens
waard gevolg. Het woord„Laat den Kei-
zer afstand doen!" .was niet meer van de
lucht. „Alleen aan Napoleon", had de af
gevaardigde. Lacoste in de Kamer uitge
roepen, „heeft Europa den oorlog ver
klaard!" Duidelijker "kon liet niet. 'Luci
aan zelf, die nog den 22sten had gezegd
„waag het toch!" daarmee bedoelende,
uiteraard bij de toenmalige veldwinning
vjan het modernisme in de Hervormde
Kerk, weinig anders zou gegeven hebben
dian nu de door minister Bosboom ontwor
pen veklprediking onder de gemobiliseer-
den gaf.
Het was jammerlijk, Green's klacht des
tijds laan te hooren, en 'niet, minder jammer
lijk 't aan te zien, (hoe Groen zelf tem
slotte zich geheel (fto'frgtrok.
Een dacapo hiervan is thans ondenk
baar.
Is men in de Antirevolutionaire partij
van oordeel, dat een ander. Staatsman de
verkoren© moet rijm. aan wien thans do
leiding zal zijn toe te vertrouwen, dan
ben ik aanstonds bereid om plaats Ja
maken
Vertrouwen is voor een leider volstrekt
onmisbaar.
Heb ik dit verbeurd, laat men van mij
dan geen hinder voor de toekomst duch
ten. Dan trek ik mijl met mijn blad op
particulier eif terug. Opbouwende critiek
zal dan m'ijjn taak worden. En slaagt mijn
opvolger er pin beter in, cle eenheid!
en door de eenheid de kracht van onze
partij' te sterken, zoo reken© hij vaste-
l'ijlk op mijn steun, mits hij nimmer de
grens overschrijlde, welke door da lijn die
van oins beginsel uitgaat, om heel ons
partijl'even moet getrokken blijven.
ZEKERHEID IN GOD.
Wie iets zoo zeker weet ©n vast.
Dat hijl het haast, mot handen tast.
Het voor zijln oög gebeuren ziet,
En dan bedenkt: het is zoo niet,
Dip voelt zich zeer bedroefd om moe,
Die twijfelt aan het óf en hoe,
Die wanhoopt aan liet al of niet.
Van allo dingen die h'iji ziet;
Die is op 't eind de zekerheid
Van alle zijn en niet-zijn kwijt.
ill
Dien morgen Sprak ik op mijn reis
Tot m'jjne ziel op jfhïza wijs:
„De domheid, die ik straks beging.
Was, dat ik aan een vlottend ding',
Da.t zelf geen ruist of vastheid had.
Der dingen ruist en vastheid mat.
Dus zoek', indien gij twijfelt aan
Uw eigen vastheid of bestaan,
Te midden van Wat vloeit en vlot,
M'ijh ziel, pw zekerheid in God,
Het eenig, eeuwig vaste punt,
Waar gijl den blik op richten kunt".
JACQUELINE E. VAN DER WAALS
„Rott."
Beknopt overzicht van den toestand.
Naar Warschau! heette het gisteren.
En 'twas alsof de centralen met onge
looflijke snelheid liet effen pad naar deze
stad zouden afleggen.
Doch zoo. effen is de weg niet. Wie
do Russen kent of wie eenig benul heeft
VaU hun tactiek zal begrijpen, dat ze
'tden verbondenen niet gemakkelijk zul
len maken.
Zoo hebben ziji au, hetzij van anderé
fronten, hetzij uit hun geweldige voor
raden van nieuw menschen-materiaal,
weer nieuwe troepen gevormd en naar
bet meest bedreigde punt gezonden. Daar;
houden zij nu den opmarsch der bonjd-
genooten tegen op de lijn, die van Josa-
„verilaag toch de Kamer", begon nu Van
„afstand cloen" te spreken..
Den 22sten echter, toenxde tijding kwam
dat in België weer >60.000 man troepen
krijgsvaardig stonden, was er nogmaals
hoop voor Napoleon; en Davout kreeg in
opdracht, aan do Kamer deze bemoedigen
de tijding te gaan overbrengen. Maar zijln
mededeel'ing werd met hoongelach ont
vangen. „Afstand, doen", moet Napoleon;
hij moet „als landverrader aangeklaagd en
gevangen genomen worden!" Eindelijk
bedaarde de storm een „Weinig en nu werd
een voorstel1 van Duchesne aangenomen:
„clen Keizer in naam van 'tyvelzijin van
den Staat omizijn^heengaan 'te verzoeken".
Men gaf hem, één 'uur tijd om te beslissen.
En nu kwam de oiule nepubl'ikeinsoh-
gezmde generaal' 'Solignac, die j»eds onder
het directoire Kamerlid .geweest, maar
onder 'tconsultaat in ongenade gevallen,
met eenige collega's naar 't Elysee en
sprak vriendelijke woorden tot den Keizer
om hem tot spoedig, afstand doen te be-
u ogen, en Napoleon gaf zijn woord van
te zullen terugtreden. Hij heeft het ge-
houden, niet zonder zwarea strijd in zijn
nnnenste, want het,waren „Jacohijinen,
warhoofden en eerzuchtigen," (die 'them
aandeden. Maar hij dicteerde zijn broeder
Luciaan eene verklaring aan het Fransche
volk, waarhij; hij afstand vdeed ten behoer e
van zijn zoon - dien hij onder den naam
van Napoleon II tot zijn opvolger be
noemde en daarmee zijn politieke' loop-
fow. aan cle Weichsel, om Urshendow,
Bychawa, Tarnogora (aan de Wieprz) tot
Gruheschow aan de Boeg zich uitstrekt.
Hel krachtigst schijnen de Russen op
te. Ïtreden ten N.O. van Krasnik, waar
het front den b'ondgenooton een voor
uitspringenden hoek vormt en dus bij
een defensief veel gevaren met zich
brengt.
't. Is de vraag of do Russen den op
marsch kunnen stuiten, doch we moeten
niet vergeten, dat do Duitschers hier niet
meer op eigen terrein vechten, dus in
veel ongunstiger condities verkoeïen dan
in Galicië.
Hoe het zij, 'tis in ieder geval waar,
dat in het. gouvernement Lublin de ge
beurtenissen het meest spannend hoogte
punt naderen.
Slagen de Russen er b.v. niet. in om
de bondgenooten tegen te houden, dan
is de bezetting van den spoorweg hvan-
gorod-LublinCholm zoo .goed als ver
zekerd. En dan zijh de gevolgen voor
.de .Russen niet te overzien.
Op de andere fronten is niets van groot
belang voorgevallen.
Ya.n den zee-oorlog sprekende, maken
We met een kort woord melding van het
vergaan van den Italiaanschen kruiser
„Amalfi".
Volgens de Italiaans oho legatie is het
zóó gebeurd
Een verkenningstocht met verschillende
schepen werd gisternacht in volle zee
ondernomen in de Adriatische Zee. De
kruiser Amalfi" die er aan deel nagn
wterd hij het aanbreken van dien dag
getorpedeerd door een Oosten rijksche on
derzeeboothet schip helcle dadelijk sterk
naar links over.
De commandant riep, alvorens de be
manning te bevelen rich in zoo te wer
pen: „Leve de koning, leve Italië", met
welken kreet door de geheele bemanning,
welke zich bewonderenswaardig ordelijk
en gedisciplineerd op het achterschip be
vond, werd ingestemd. De commandant
verliet het laatst het schip, door zich te
laten glijden langs (de rich nog bovenl
water bevindende zij'de van het schip.
Kort; daarop zonk de kruiser. (Bijna de
geheele bemanning en de officieren wer
den met eigen hulpmiddelen gered.
Het vergaan van den kruiser heeft in
Italië zelf grooten indruk gemaakt.
Men betreurt het algemeen, dat Oosten
rijk in de duizenden bochten tusschen
cle Dalmatische eilanden even zoovele
schuilplaatsen heeft voor zijn schepen,
terwijl de Italiaansche kust geen vloot-
basis bezit.
Zwijgen en onzichtbaar zijn.
„Un mobilisé", die geregeld in de „Ma-
tin" schrijft, vertelt in zijn laats ten brief
het volgende:
Onlangs bezocht een minister het front
en vroeg .een bataljonscommandant wat
hem wel de grootste moeite kostte om van
zijn menschen gedaan te krijgen.
„Dat zij zwijgen en zich onzichtbaar
miakeii", antwoordde de officier.
Het onzichtbaar maken beginnen we
'al heel aardig te leeren, schrijft de „moi-
jrilisé"we kruipen op den buik en loo,-
pen op handen -en vcfetón als de besten.
We kunnen ons in aardkluiten of boom
bladeren veranderen en weten ons prach
tig dood te houden. Wiat een allervreemdst
iets moet dat zijn voor vliegers, die over,
onze linies en kantonnementcn zweven.
baan als geëindigd beschouwde." De oog
getuigen van deze wereldhistorische ge
beurtenis waren diep '■geroerd; Carnot
schreide als een kind.
Toen de Vertegenwoordiging ,de inede-
deeling van 's Keizers besluit ontvangen
had, hield Fouchlé een gehuichelde en Reg'-
nault. een diepgevoelde lofrede op de ge
vallen grootheid, en er werd een commisi-
sie benoemd om Napoleon te gaan bedan
ken voor ziijjn offer aan de onafhankeffijlk-
beicl en 'tgeluk van het Fransche volk!
Flóury du Chaboulon, de voorzitter der
commissie, kweet zich van zijne taak,
en Napoleon antwoordde, maar niet zlon-
der de hoogheid zijner beteekenis te laten
doorklinken. Zijn heengaan zou tot geluk
van Frankrijk strekken? Hij: hoopte het,
maar vreesde het tegendeel', want nu was
de Staat zonder (hoold en leidsman. „De
tijd, die nu (verkwist is aan allerlei get
gevens onni mij ten val' te brengen, hacl
besteed 'kunnen worden om Frankrijk in
staat te stellen, den,(vijand te verpletteren.
Ik druk die Kamer bp het hart, onverwijld
het leger te versterken. Wie den vrede
Wil', moet zich op den oorlog, voorberei
den." Met nog een paar woorden om zijn
zoon en in hem zijne dynastie aan Fran
krijk aan te bevelen, besloot de afgetre>-
den Keizer.
En hiermee was. zijne rol' afgespeeld.
Do Kamers dachten er niet aan, een Kei
zer Napoleon II" te aanvaarden, maar
benoemden de afgevaardigden Carnot.
Zoolang het dag is, vertoont zich geen
levend wezen op Jvelden of wegen. De
gehuchten en dorpen schijnen uitgestor
ven. Een heel enkelen kber loopt iemand-
snel, vlak tegen de huizen gedrukt, voort
of ziet men een eenzamen wielrijder-or
donnans ijlings voortpeddelen. Maar dat
is ook alles. Troepen, ruiters, trein, artil
lerie, alles in den grond verdwenen.
Maar zoodra de zon ondergegaan is
en de duisternis valt, keert alles tot hot
leven tertig. Uit de loopgraven rijzen
schimmen op, die zich uitrekken en de
stijfgeworden ledematen bewegen. In de
dorpen duiken uit alle hoeken en ga
ten geheimzinnige wezens op. die rich
verzamelen, aantreden, been en weer lom
pen, op de wegen verschijnen auto's en
w,agens en Marren en weldra i.s het. een
en al leven en beweging.
Rijst de zon weer aan den herwon,
dan verdwijnt dat alles opnieuw iu den
grond en schijnt alle leven weet" gestor
ven.
Het zwijgen dat is een andere quaes-
tie. Dat te leeren is heel moeilijk. Wij
zijn geboren babbelaars, de nakomelin
gen van de soldaten van de revolutie
en het keizerrijk, die juichend ten strijde
trokken en schertsend en boertend het
vuur ingingen. „Zij daarentegen zijn echte
zwijgers. Toen zij ons land binnenvielen,
brachten zij niet alleen hun talrijke draag
bare zoeklichten mee en hun lichtbom
men, maar ook him luistertoestellen. Met
die microphoons, welke zij overal aan
brengen, hebben zij vaak de meest verr
Bassende successen behaald.
Een dubbelpost of veldwacht is ergens
's nachts in bedekt terrein opgesteld. Niet©
zichtbaars verraadt de aanwezigheid der
Franschen, geen menscbelijk oog kan ze
ontdekken. Toch plotseling worden
ze overvallen. Eenig geluid heeft hen ver
raden de mannen hebben zich volkomen»
onzichtbaar gemaakt maar zij hebben
niet kunnen zwijgen. Zij hebben gepraat
en hun stem is door den op enkele K..M,
afstand geplaatsten microphoon otpigevan»
gen. i -
Een kolonne begeeft zich 's nachts Op
weg om een troep in de loopgraven al
te lossen. Zij marcheert onder het ge
boomte of door een greppel of drogol
gracht. Plotseling wordt zij door een mi
trailleur beschoten. Wederom heeft het
geluid hen verraden: een hevel, een uit
roep, het geJUikketik van een bajonet was
voor den microphoon voldoende om do
komst der onzichtharen te rapporteeren.
Korte Oorlogsberichten.
Jacht-avontuur. Uit een offi-
ciersbrief: t
Op jacht te kunnen gaan, is nu on
getwijfeld een schoon ding.
Maar* op (jacht te' moeten gaan, is Waar
lijk geen genoegen.
Met de (wandluizen ieii, (kkederluizein zijln
we begonnen. (Die hebben wé bij all© com
pagnieën afgemaakt. De kamers in ons
Poolse li kwartier werden leeggehaald, d©
muren met chloorkalk bestreken, de vloer
toet lysol overgoten 'en de reten in het bed
volgestopt. Na acht (dagen was het. gedierte
uitgeroeid, f.1
Fouché en genera,al' Grenier, benevens de
pairs Caulaincourt en Quirlctte tot een
provisioneel©regeering, en Fouché werd
voorzitter. De honderd dagen,van het her
stelde keizerrijk waren ten einde, de gunst
van den eens zoo machtigen heerschar
had geen waarde meer, de zalen van 't
Elysee zagen de gunstelingen heneingaan.
Toen geschiedde, wat voor Napoléon
een zeer diepe vernedering moet zijln ge
weest. Zijin oude belager miet het masker
van schijin,vriendschap kwam tot hem,
den ex-keizer, om hem in 't belang zijner
eigene veiligheid te 'verzoeken, ten spoe
digste Parijs te (verlaten. Natuurlijk door
zag Napoleon „ook nu den „Hertog van
Otranto", en dat ,de voorl'oopige regeering
de onmetelijke populariteit van den afge
treden Keizer vreesde. Maar hij wist ook,
dat Fouchó hem, desnoods toet geweld,
zou Verwijderen. Er kwam bijl, dat cle na,-
derende Engellschen en .Bruisen hem niet
ongemoeid konden laten, ;al was hij ook
van het staatstooneel .afgetreden. En dus
besloot hijl Parijs (te verlaten. Tegen 12 uur
Van' dien 25sten (Juni 1815 stond er voor
de achterpoort van 'het El'ysee een rijtuig
stil', en 'Napoleon stapte jn, oml te Malmai-
son, waar hij eenmaal' aan de Zijde vati
Josephine gelukkig was .geweest, in wee
moed het rertedene Se gedenken.
C e n t r u m