Ao. 230
Maandag 21 Juni 1915
29e Jaargang;
De gemeenheid op de planken
De Groot© Oorlog.
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAN SE VORSTSTRAAT 219,
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L. BURG.
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointre Goee.
2Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post.
Losse nummers
ƒ1.25
.0.05
BERICHT.
Zij, die zich met ingang van I Juli
a.s. op „De Zeeuw" abonneeren,
ontvangen de tot dien datum ver
schijnende nummers kosteloos.
1
i 'i i
Wij waren reeds, meermalen in de ge
legenheid om aan de hand van liberale re-
consenten te wijzen op de diepe inge
zonkenheid van het Nederlandsch Too
neel in onze verlichte eeuw.
Nog kort geleden herinnerden wij aan
een beoordeeling van 'een tooneelstuk door
het bekende gezelschap Bouwmeester op
gevoerd, in wel'k stuk passages voorkwa
men, waarvoor oudtijds een dragonder
Zou gebloosd hebben; en toch speelde
een jong meisje de rol
Meen echter niet dat het er op ver
beteren zal.
Professor Fabius herinnerde dezer da
gen er aan dai reeds ju 1883 in een
Duitsch tijdschrift geklaagd werd over te
Gappe tooneedcensuur.
Nu, twee en dertig jaar later, is het
ter al niet o.p verbeterd. Het kwaad wordt
steeds meer onbewimpeld toegelaten, en
als het niet gemeen is, in het niet mooi.
Ten vorigen. jar<3 verbood de burge
meester van Delft, de anti-revolutionaire
oud-hoogleer aar mr. L. W. C. v. d. Berg,
thans lid der Eerste Kamer, het tooneel-
etuk De Spaansche Vlieg, waarin
de hoofdpersoon is een vrotiw die ge
lijktijdig in ongeoorloofde betrekking leeft
met twee gehuwde en twee ongehuwde
mannen. En nu bedoelde dat stuk niet
om afschuw in te boezemen tegen een
zoodanig bedrijf, miaar integendeel om
de menschen om dit vuil lo doen lachen.
Een niet minder gemeen stuk is De
T sarin. Een verslag van de opvoering
van dat stuk, in. De Nieuwe Cou
rant (lib.) van 2 Maart eindigt: „het
stuk is op de grens van het
weerzin wek k n de".
Het tooneelstuk Pro Dom o, nog wel
door een adellijk heer gemaakt Jhr.
v. Riemsdijk werd in Het Vader
land (lib.) 16 April j.l. aldus (ver)oor-
deeld: „Het i:s bedroevend te
zien :hoe zulke w aar de m a s s a's
trekt".
Het tooneelstuk De ooievaar is
dood schijnt niet minder schunnige pas
sages te bevatten. Althans de heer J. H.
Rössing zegt er van in Het N. v. d. Dag
van 4 Maart: „(Jammer) dat er nog altijd
een publiek is dat er z;©lfs jonge
meisjes en v r o u w e n w o r d e n
gevonden die z:i c h niet scka-
men de te gen alle z,e de 1 ijkheid
indruischen.de praat aan te
h oo ren van een genre stukken, waar
van de „Ooievaar" een der on be
schaamds te is. De auteur van dit
zedeloos maaksel is niet voor één belee-
cliging aan heter gevoel' teruggedeinsd.
Stuitend is het 1'achen 0'm het
meest verder f e 1'ijke d o or een
publiek waaraan het begrip van
schaamte vreemd schijnt".
En in 'hetzelfde blad van 31 Maart (ver
oordeelt deze zelfde meestbevoegde het
tooneelstuk Twee oude Snoepers
hetwelk wemelt van „schunnigheden".
Het geeft „het leven van een cocotte"
(stel). „O n t r o u w e n nog e e n s on
trouw, onthullingen, verwar
ring e n, wegstoppen in kast e in
de doorluchtigheden in deze klucht zijn
ooms, die beide z,ich ve rg e te,n|
met dezelfde meid als hun neel'.
Een Mag genre".
Zoo zinkt de kunst steeds lager weg.
Een Hagenaar schreef het vorige jaar
dan ook reeds in een Indisch blad:
„Een moreel1© omgeving bij een
opera- is in den. regel1 het be
derf vo or de kunst; fatsoenlijke
kunst is o n t a a. g 1 ij; k saai en
loopt op een f ail 1 i se men t uit".
Hetgeen met andere woorden zeggen wil
De tooneeklirectie en tooneelgezelschap-
pen moeten vuiligheden en dubbelzinnig
heden verkoopen, de jonge dames ac
trices moeten zedeloos doen o.a. zich
uitkteedeil op het Tooneel, gelijk reeds
gezien is. of zij trekken geen volk en
gaan failliet.
En datzelfde volk, dat het nette Too
neel schuwt en laat failliet gaan, zou
door een serviele pers geholpen, ook den
burgemeesters op z'n zachtst een faillis
sement bezorgen, welke een enkele maal
van hun grondwettelijken plicht ge
bruik maken .om schunnige tooneelstukken
uit de „zalen der Kunst" te weren.
Herinner :u maar wat de Roomsche
burgemeester van Den Bosch, de Christe-
lijk-Historische burgemeester van Leiden
en die Anti-Revolutionaire burgemeester
Van Delft hebben moeten aanhooren, ook
van deftige, liberalen, voor 'ram stoute be
staan om de opvoering van een enkel
onzedelijk blijspel te verbieden.
Herinner u dat terstond na het ver
bod van de opvoering van De Spaan
sche Vlieg te Delft, de Haagsohe- too-
neelzalen avond na avond stampvol wa
ven wanneer dit „stuk" werd vertoond.
Er valt helaas op dat punt een anti
these vast te stellen.
Niet de menschen van rechts doen
mee aan dergelijke demonstraties, zij moe
ten over het algemeen zelfs van het fat
soenlijke Tooneel niets hebben. Maar het
zijn menschen van links die zich verkneu
kelen in de dubbelzinnigheden die daar
Verkocht waren. Gelukkig zijn er nog vrij
zinnige Kunstminnaars dien het hirydert,
•en die dit ook 'uifjspreken.
Maar den zedelijken steun genieten de
burgemeesters meest van de zoo veelszins
gesmade Christenen.
Niet omdat zij voor zich de verbete
ring van het Tooneel noodig hebbenmaar
omdat het ware volksbelang hen dringt,
zij1 met -angst in [de ziel de verdwazing
van tpns volk aanzien, en met de tee-
kenen des tijds vóór, en de Profetieën
achter zicb, het gevaar van den algehee-
len afval, den algemeenen loop ten ver-
derve zien aankomenen nog 'eer 't te laat
is de Overheid, van God als wachteres
tegen "de zonde gesteld, willen toeroepen
baar plicht te doen om dit kwaad te
stuiten.
Een vraag.
Een vrijzinnig blad schrijft: de kerke
lijke .meerderheid in de Eerste Kaïnei'
heeft zich doen kennen als -een groep
partijivertegenwoordigers, niet als een
groep volksvertegenwoordigers.
Aangenomen dat dit zoo is, wat was
uw partij dan anders toen zij o.a. in
1889 de begrooti'ng van minister Keuc'he-
nius verwierp, in 1890 de „Stedenwet"
van minister Lobman afstemde, en in 1904
het Hooger Onderwijiswetje afwees?
Of moet hier gedacht worden aan het
bekende: Quod licet Jovi non licet bovi?
Dat de ee'n eene koe mag stelen en de
onder zelfs niet in het bok mag kijken?
Overigens hadden wij gaarne gezien dat
de Eerste Kamer ook het ontwerp afschaf
fing invoerrechten op Zuidvruchten had
afgestemd. In de Tweede Kamer had de
geheele rechterzijde, onder leiding,1 van
den heer De Savoirnin Lohman tegen dit
ontwerpje gestemd, wijl hier een inkomst
werd prijsgegeven, zonder er een nieuwe
inkomst of mindere uitgaaf, en dat in
dezen duren tijd, voor in de plaats te
stellen. En het klauwzeerwetje, als de
boeren daarover hadden moeten stemmen,
zou wel denzelfden weg op zijn gegaan.
Toch stemde de heel-e Rechtsche meer
derheid er voor.
Ook het ontwerp-voorwaardelijke straf
opschorting had naar antirev. en Chr.-
historische opvatting behooren verworpen
te worden, wijl het een gevaarlijk insti
tuut brengt in de wetgeving. Toch stemden
hier tegen alleen de antirevolutionairen
en 2 anderen.
Natuurlijk denken wij er niet aan de
Rechtsche tri-eerderheid, wegens al deize
ons niet welgevallige stemmingen slippe-
draagster van 'het liberalisme te schel
den.
Doch eilieve, waaraan ontleent de vrij
zinnigheid dan het recht om de ©ene
maal dat zij op grond van verstoorden
Godsvrede het eedswetje afwijst haar het
verwijt van partij-spel naar bet hoofd te
slingeren
Beknopt overzicht van den toestand
De Weensche oorlogscorrespondenten
op het Galicische front gaven een duide
lijk en objectief beeld van wat er om
L njberg geschiedt.
•Zij erkennen, dat het gelijktijdig opruk
ken der Duitsche en Oostenrijjksche troe
pen tegien de Russen, die zich op het N.
gedeelte van het front op wanhopigen
tegenstand voorbereiden, ©en gtevaar be-
teekent voor oprollen van het Russische
centrum vau 't N.W. uit.
De omstandigheden, dat terzelfdertijjd
de Russen ook in den sector van de San
tot den terugtocht werden gedwongen en
hun rechtervleugel tot in de streek van
Ta new moesten terugnemen, waardoor
voor onze troepen de weg over de Russi
sche grens vrij werd, zijn een nieuw
gevaar, dat van de wanhopige verdedi-
gingspogingen op het froni bij Wereszyoza
nog minder doet verwachten.
Op de Westelijke en Noord-Westelijk©
gevechtsterreinen, aldus redeneeren zij,
herinneren dientengevolge de plaatsna
men aan den tweeden slag bij
L e m b e r g, maar toch met bet diepgaand
verschil, dat oiize oprukkende troepen
in een onophoudelijk voorwaarts-rollend
offensief den vijand op de hielen zitten,
wien zij binnen zes weken meer dan een
half millioen man aan verliezen toe
brachten, een igeheel' arsenaal aan ge
schut en oorlogsmateriaal afhandig maak
ten, de vesting Przemysl wederom af
namen en wien het geen uur lang gelukte
zich op den terugtocht van de hen on
wrikbare energie achtervolgende troepen
los te maken.
Inderdaad wordt in deze beschouwin
gen niet te kort gedaan aan de waarheid
althans te oordeelen naar de gegevens,
die St. Petersburg, W.eenen en Berlijn
ie onzer beschikking stelden.
Intusschen is moeilijk aan te geven,
hoe de stand van zaken momenteel is.
Blijkens de oommuiniqué's gaat 't beet-toe
op de slagvelden en verandert de situatie
ieder -uur.
De verbonden troepen zietfcan blijkbaar
met sucoces bun opmarsch naar Lem-
berg voort, al moet elk plaatsje duur
betaald worden.
Grodek en Komamo zijn genomen en
ook Ulanow lieten de Russen reeds ach
ter zich liggen.
De boog, die Lemberg gedeeltelijk om
spant, krijgt immer nauwer straal.
Van het Westelijk fron' niets dan on-
beteekenend nieuws.
Gevechten zonder resultaat, stukken
loopgraaf hernomen, 50 gevangenen, zie
daar wat de actie in Noord-Frankrijk op
levert.
Wat den strijd in het Zuiden betreft,
aan het Isonzo-front en op de Karinthi-
sche grens is na de jongste hevige aan
vallen der Italianen, die groote energie
geëischt hebben, doch niet onbeloond
bleven, rust ingetreden.
Onder vuur.
Een Duitsch oorlogscorrespondent ver
telt van zijn ervaringen in bet gebied
van Atrecht o.m. bet volgende:
Af en top wordt er geschoten in het
fabrieksdorp B. Een paar daken zijn weg,
een paar huizen vertonnen gaten die door
granaten geslagen zijn.
De dorpsstraat komt uit op een weg, die
tiaar een dal leidt. En boven dit dal, aan
het andiere einde, is de Meende hoogte,
die zooveel bloed gedronken heeft, de
Loretto-hoo'gte.
Ze ziet er opwekkend uit. Goud en
groen stijgt z,e uit het groene dal, breed
en zacht, geflankeerd door heuvelketens.
Boven is de hoogte begfoeid, het Bois
de Eovigny. Ze ligt in de gloeiende Zon
en wolkenschaduwen trekken over de heu
vels.
Deze vriendelijke, zonnige hoogte, die
er zoo vreedzaam uitziet, dat men ge
looven kan, dat er schapen weiden en
kinderen spelen zullen, is thans niets
dan één groote grafheuvel, één reusachtig
graf. Duizenden en nog eens duizenden
liggen daar, vriend en vijand. Zij vielen
in den herfst, in den winter, in het voor
jaar. Velen konden niet begraven worden.
Zij' Jagen maanden lang in de zon, de
sneeuw, den regen en de aarde trok
ken langzaam langs hen lieen en trok
'hen langzaam in zich. Zoo verschrik
kelijk is de woede van dezen oorlog,
dat de tegenstanders elkaar niet eens den
tijd iguimen tot het begraven van hun
dooden, zooals de wilden en heidenen
het deden.
De vriendelijkheid en lieflijkheid van
diezen heuvel is een leugen. Daar boven
ziet ".men verschrikkelijke dingen, waar
aan niemand graag denkt. Daar zijn moe-
rasstrooken, waarin de dooden langzaam
weg zonken, zoodat er nu nog een elle
boog of 'een laars uitsteekt. Daar Zijn
graven vol griezeligheden, half vol water
en half vol slik en ©en snor steekt nog
boven het water uit. Hier zijn dingen,
die men niet vertellen kan. Wanneer de
boer hier weer eens ploegt, dan Zal hij
bij iederen stap op beenderen stuiten, op
laarzen en gebroken geweren.
Hierboven stond de kapel de Notre Da
me, die nu een puinhoop is. Sedert we
ken is de puinhoop onder het zwaarste
vuur. Ook vandaag weer. Hij rookt.
Op den eereten blik ziet het er uit,
alsof op de goudgroene, zachte helling,
waarover stil de wolkenschaduwen trek
ken, aardappelloof Verbrand wordt. De
roestbruine walm stijgt loodrecht in de
warme lucht. "Het lijkt, alsof achter hel
Bois de Bovigny reeksen van fabrieks-
schoorsteenen hun 'rook omhoog laten stij
gen. Maar deze dikke zuilen van roest
bruinen walm ontstaan heel plotseling,
drie, vier stijgen er uit den gïond naast
elkaar op. Zij veranderen even plotseling
van plaats. Nu eens komen ze hoog, dan
weer laag te voorschijn, nu eens links,
dan weel'"rechts. Zij zijn roestbruin, dan
weer roestrood en soms zwart als roet.
Het zijn de inslaande Fransche granaten,
die onze loopgraven verwoesten willen.
Uit het Bois de Bovigny wervelt een
pikzwarte rookwolk omhoog. Zoo hoog
als een toren. Een oogenblik later eeln
tweede, die zich met de eerste hoog in
de lucht vereenigt. Duitsche granaten.
In het dal, dat er zioo vriendelijk, zoo
zonnig uitziet, achter de kleine huisjios
daarginds, kruipt een saffraangele wolk
over den grond. Dan stijgt ze op, als een
dikke bal in de lucht. Een zware granaat,
gemikt op een van onze batterijen. Woe
dende projectielen. Slag op slag, zoodat
de lucht dreunt. Achter het Bois de Bo
vigny, in de richting' naar Ablain stijgt
een zwarte wolk op tegen den blauwen
hemel. Wij blijven den vijand niets schul
dig
'Plotseling komt beneden in 'net dal
een roestbruine granaatwolk aangerold.
Het ziet er merkwaardig uit. Een spitse
kegel, een is'pits gewervel van roestbrui
nen rook, die zoo vlug gaan als de rook
van een locomotief. Het is een auto, die
beneden als bezeten raast over' den weg
in het dal. Die a.uto rijdt op leven en
dood. Plotseling staat een wit wolkje in
het diepblauw van den hemel hoven de
auto. Een shrapnell. Te hoog. Een tweede.
De auto rent als een muis, die in angst
zit. Het is dol hier te rijden. .Bovten in
het Bois de Bovigny zit de Friansohman
met zijn schaar-verrekijker en ziet elke
kat in ,het dal. Iliet zijn officieren, idia
bevelen overbrengen. Het moet! Er door!
De Zon brandt. Het is drukkend warm.
Het zweet loopt mij over bet, gezicht.
'De Loretto-hoogte glinstert en blinkt.
Een onzichtbaar fabeldier stampt er woe
dend rond, scheurt den grond open met
zijn horens, slingert de aarde de hoogte in.
Korte Oorlogsberichten.
Een jong Amerikaansch marconist,
die aan boord van zijn schip te South
Shields een kiekje maakte van een oor
logsschip, werd tot een boete van. 25
p.st. veroordeeld.
De Engelsche admiraliteit meld't,
dat de Duitsche onderzeeër, waarvan
den 25 Mei gemeld werd, dat hij gtezoiv
ken was, door een van Z. M. (schepen
tot zinken is gebracht.
De handels oorlog. Het En
gelsche stoomschip „Dulcie" (2000 ton)
is op de kust van Suffolk zonder vooraf
gaande waarschuwing door een Duitschen
onderzeeër tot zinken gebracht. Een der
opvarenden wierd gedood, de rest is gered.
Men verneemt uit Berlijn, dat een
EngeLsche stoomboot, welke onder Noor-
sche vlag voer en van de kenteekenen
der Noorsche nationaliteit voorzien was,
den 14en Mei ongeveer vijf zeemijlen
ten Noorden van den. op de Engelsche
kust gelegen Longstone-vuurtoren een
onzer onderzeeërs, echter tevergeefs,
poogde te rammen. De commandant van
den onderzeeër had de stoomboot voor
een Noorsche aangezien en daarom la
ten passeeren. Eenige dagen later las
hij in een Engelsche krant, welke hij
op een aangehouden schip vond, dat de
stoomboot een Engelsclie was, welke
waarschijnlijk zonder zelf gevaar te loo-
pen den door de Engelsche admiraliteit
op de vernietiging van Duitsche onder
zeeërs gestelden prijs wilde verdienen.
Een veel' ernstiger geval heeft zich
den lOen Juni afgespeeld. Een Engel
sche stoomboot met de Zweedsche vlag
en de Zweedsche nationaliteitskenteeke-
nen trachtte een onzer onderzeeërs te
rammen, welke islec'hts ternauwernood ont
snapte. Deze stoomboot werkte sameh
met een ander s-c'hip zonder vlag en
een Engelsche torpedojager, en stond
dus in dienst der Engelsche oorlogs
marine.
Iedereen, zlelfs de kleinste plaats
van Duitschland, krijgt regelmatig zoo
spoedig mogelijk het officielel© dagelijksche
bericht van heit legerbfestuiur. In Elms-
hage-n in Heissen nam- de brievengaarder
het bericht op, dat dan door den burge
meester verspreid werd. Op een goeden
dag heerschte er in Elinshagien groote
vreugde. Van mond tot 'mond ging het,
dat de Tsaar gevangen genomen was.
De kerkklok luidde en het gjeheele dorp
Prijs der Advertentiën
15 regels ƒ0.50, iedere regel meer 10 et.
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
vierde feest. Helaas kwam spoedig die|
teleurstelling. Toen den volgenden dag
de kranten kwamen, wilde men onmiddel
lijk het nieuws van den gevangen geno
men Tsaar lezen. Maar de kranten wisten
er niets van. Mjen jgjing op onderzo(ek uit
en het bleek, dat dje vrouw van den brie
vengaarder, die bij afwezigheid van haar
man het (bericht aan ,de tellefoon had
opgenomen, verkeerd verstaan had, het
geen meer bij! een telefoongesprek gebeiurt.
Uit: „Die Zahl der Gefangenien" maakte
ziji .„Der Zor befindet sich ruiter dort
Gefangenen". En zijl bracht het heuglijk»
nieuws, waarvan men in het overige
Duitschland niets wist, onder de inwoners
van Elinshagien.
Ontroerend. Een „Maasbode"--""*
correspondent vertelt een interessante
anecdote, in zijn brieven uit Noord-Frank
rijk. Op weg naar Atrecht zijnde gebruikte
hij in een hotel het middagmaal, en hooi
de daar van de herbergierster het volgende
ontroerende verhaal
Onlangs was de koningin-moeder van
Portugal op het front geweest. Op haar
terugkomst stapte ze te Abbeville in het
hotel' af. Aan een tafel naast haar feat een
dame in rouw gekleed. Diepe smart lag
op het vermagerd gelaat der dame te 'lezlen
en plots, haar tranen niet meer kunnende
bedwingen, barstte ze in snikken los. Diep
getroffen, vroeg de vorstin naar de oor
zaak van haar leed. De dam© vertelde
haar, dat zie bericht had gekregen, dat
haar man, een Fransch officier, door
typhus aangetast en in een gasthuis ach
ter het front verpleegd, haar verlanjgde
te zien. Voor ze er in slaagde alle papie
ren in orde te hebben, verliepen enkele
dagen en toen z'e in het gasthuis aan
kwam, was haar gemaal reeds dood en
begraven. De koningin werd diep getrof
fen, ze omarmde haar en zeide: „Moed,
mevrouw. Iedereen heeft zijn deel in de
beproevingen. Ik heb aan mijn zij mijn
echtgenoot en mijn zoon zien sterven."
De handelsoorlog,
BERLIJN, 20 Juni. (W.B.) V:an gezag
hebbende zijde werd vastgesteld, dat het
Noorsche s.s. „Granit" niet, zooals be
richten fin de Noorsche pers meldden,
door een Duitschen ori&erzeeër, maai' door
een Duitschen hulpkruiser met inachtne
ming van de regelen van het volkeren
recht tot Zinken werd gebraciht.
De operaties in België en
F rank r ij k. Ui t Berlijn
Ten Noorden van het kanaal van La
Bassée en op het front ten Noorden van
Atrecht sloegen wij verscheidene gedeel
telijke aanvallen bloedig af.
In Champagne werd een Fransche af-
deeling, die bij Perthes na het' doen sprin
gen van een mijn aanviel, uiteengescho
ten.
Ondernemingen der Franschen tegen
onze voorposten bij het woud van Pan-
roy leidden tot plaatselijke gevechten,
waarin wij de overhandbehielden.
In de Vogezen wordt Münstet
door de Franschen hevig be
schoten. i
In G:a 1 iciUit Weenen, '20 Juni
De op het geheele front uit de Wjefces-
zyca-stelling teruggeworpen Russen zijn
sedert drie uur in den morgen overal
op den terugtocht.
Uit Berlijn, 20 Juni
"Russische aanvallen tegen onze linies
in de streek van Szawla en Augustowo
werden afgeslagen.
Eigen aanvallen van kleinere afdeelin-
gen leidden tot de verovering van de
vijandelijke voorste stellingen bij Budt,
Przysieki en Zaleste ten Oosten van den
straatweg PrasnyschMysohinez.
Ten Zuiden van de Piliza namen de
troepen van generaal-overste Woyrsch in
de laatste dagen verscheidene vijandelijke
voorste stellingen.
De legers van Generaal-Overste Von
Mackensen hebben de Grodekstelling ge
nomen.
Enge land en de V. S. De New-
York Herald deelt mede, dat Amerika
aan Engeland een nota inzake de Engel
sche blokkadepolitiek heeft gezonden.
De Paus en Von B 1 ow. Vol
gens de Kölnisch|e Volkszeitung richtte
de Paus aan v. Bülow, ter gelegenheid
van diens vertrek uit Rome een uitvoe
rig en en hartelijken brief, waarin wordt
gezegd, dat v. Bülow in zijn langdurige
ambtelijke loopbaan en in 'tbijzonder tij
dens de maanden van zijn werkzaamheid
als gezant te Rome, zich jegens zijn va
derland groote verdiensten heeft verwor
ven.
Een arbeiders twi s t. Te Glas
gow heeft een arbeider terechtgestaan
wegens mishandeling van e!e|n anderen!
arbeider. Aanleiding tot den twist waa
het feit, dat de aangevallene er in geslaagd
was jureer werk af te doten d. w. z. meer