HARST.
rrieveulei,
ngbeer
No. 204
LK.
fim
DERIJ.
ezin.
dknecht
ROUW.
en,
Woensdag 2 Juni 1915
29e Jaargang?
'ijzen.
Iburg.
Ikgeit,
rd Kabinet,
fl
Karnmolen
shtwiel,
RRIEPAARD,
twee kleine
ers gevraagd.
everancier
MEID,
enstbode,
ie
blauw en bruin
ipluies, Schoenen
iuwen- en Kinder-
pknapping weder
g bij
)E VISSER G-z.,
OP
kerke.
OP:
Zoutelande.
OP:
dik, gezouten
ek.
J. VAN RIEL,
burg.
>0P
Grijpskerke.
)0P
uidvliet .Souburg.
DOP
che Loopeenden
nikt Vlechtwerk,
3 Meter, ook in
Iten.
Serooskerke W.)
OOP
aurens.
OOP
it zijnde
CHINE.
DRTE, Smid
Breeweg 'tZand
LdresJ. DUEISIv,
ind.
eet
iima DHUIJ.
iagd
Lepelstraat Seroos-
ter Q, Firma DHUIJ
Ictober
IESU, Ritthem.
Ie tegenwoordige zoo
vraagd
uigen voorzien- Aan-
1H00RN ZandDS.
gevraagd
Melkinrichting Los-
Uitgave van
de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO
gevestigd te Goes.
Hoofdbureau te Goes:
LAM sE VORSTSTRAAT 210,
Bureau te Middelburg:
FIRMA F. P. DHUIJ - L'. 3URG,
Drukkers:
Oosterbaan Le Cointro - Goes.
Botha tegen De Wet.
II.
Botha, had cloor zijn zwaarmoedige rap
porten en zijn achteloosheid Kruger ge
heel ontmoedigd. Krugers rotsvast geloof
scheen op eenmaal weg. Eind Mei verliet
Kruger de hoofdstad en seinde aan Sfeyn,
die toch ook z ij n hoofdstad had moeten
verlaten, oin te Machadodorp met hem
te komen spreken over de overgave.
Botha dit. vernemende, vroeg of hij
er bij mocht zijn. Blijkbaar wilde hij ook
Stevn onder zijn persoonlijken invloed
hebben. Doch dit mislukte, want de sa
menkomst ging niet door. Steyn ver
maande- Kruger telegrafisch om toch ni-et
te ontmoedigen, nu de Vrijstatei's pas
weet' twee belangrijke overwinningen be
haald hadden en zelfs 300- Engelschen
krijgsgevangen hadden gemaakt. Steyn
noemde het lafhartig den strijd, in den
N a an des H eere n begonnen, op
te geven. En den volgenden dag, in een
tweede telegram, smeekte hij letterlijk,
mede namens De Wet, om toch weer
moed te scheppen.
„De ontmoediging zoo seinde hij
die er thans onder uwe burgiers fis,
kan niet groot-er zijn dan na de inne
ming van Bloemfontein onder onze bur
gers heerschte, en toch zijn zij wederom
opgekomen en hebben wij den strijd krui
nen voo-rtzetten. Door vastberadenheid
van uw kruit en van den kant uwer
officieren zal de vastberadenheid onder
de Trjiisvaalschc burgers wel weerkeeren.
Voor onzen strijd kan er niets béters
zijn dan dat de vijand zich over de twee
Républieken verspreidt, zoodat wij hem
in kleine troepen kunnen aanvallen".
En dan waarschuwt hij Kruger dat. deze
een daad zou doen in strijd met de
i Tran svaalseh-Vrijstaatsc-he)' conventieel
kander bijstaan tot het einde.
liet slot luidt, bijna smeekeind:
..Broeder, ik kan u de verzekering ge-
vee lat door- k- )n»tï<èe4en- j*oool« door
u i- voorgesteld, de Afrikaansche zaak
de nekslag zal worden toegebracht; want
daardoor wordt het vertrouwen geschokt
en toekomstige 'saamw-erking onmogelijk
gemaakt.
„Lees Psalm 27 het laatste vers".x)
De vermaning mocht echter niet baten.
Inmiddels ging Botha voort zijn be
rispelijke- rol te spelen.
Immers zoodra bekend was dat de sa
menkomst tusscben Kruiger en Steyn (en
Botha) niet zou plaats hebben, regende
hel ontmoedigende telegrammen uit Pre
toria aan Krugers adres; en toen deze
hiervan Botha een verwijt maakte, seinde
deze aan Kruger den 1 Juni: „President,
versta toch goed, ik zal doorvechten, als
ik maar «enigszins nog een Commando
bij elkaar kan krijgen".
„inderdaad", schrijft de heer Yalter,
„heeft Botha in zijn onmiddellijke omge
ving den indruk gewekt als droeg hij
geringe .verantwoordelijkheid voor den
loop der zaken, en gansch geen-e voor
de ontmoedigdheid van Kruger. Ook De
Vet. begreep dit nog niet. Den 3en Juni
seinde De Wet aan Botha, in wien hij
nog niet zijn heimelijken en d-aaront zoo
■gevaarlijken tegenstander had ontdekt,
zjjne verwondering over Krugers ontmoe
digdheid -en diens „.voorgeven" dat
zijn officieren eenparig hopeloos den strijd
wilden opgeven, en hij verzocht Botha
toch zijn invloed ten goede aan te wen
den.
Letterlijk schreef hij
„Moet ik het allertreurigste zien dat
'President Kruger geheel den moed opgeeft
•Voorgevende dat zijn officieren eenparig
hopeloos zijn en den strijd willen opge
ven? Ik kan mijn eigen oogen
niet gelooven als ik het telegram lees,
te meer niet daar onze burgers 'hier
nu zoo- hoopvol zijn en gedurende de
laatste paar dagen zoo succesvol gevoch
ten hebben.Broeder, vergun mij u
te herinneren aan den toestand, waarin
w ij- na de inname van Bloemfontein ver
keerden; hoe ook onze mensehen bijna
allen naar huis gingen en hoe wij1, den
strijd toch niet ter wille van groote be
zettingen opgaven.Wij geven alles
prijs ter wille van onze en u w e onaf
hankelijkheid. Dus reken ik op U, in
wien ik veel v-ertrouwen stel
en dien ik niet onder de ho pe-
1 o-o zen *z'a.l rangschikken, om
krachtdadig uw invloed te gebruiken en
tot het einde te strijden voor onze dier
bare onafhankelijkheid, die mijns inziens
'ii het geheel niet verloren is.
„Gedenk toch aan den worstelstrijd van
Amerika, dat als het ware hopeloos ver
overd was. De burgers gaven echter den
moed niet op, en hoe heerlijk heeft. God
hun ruoied en volharding bekroond.
„Broeder, ik gevoel met u den z w a-
Wacht op den Heere, zijt stork, en Hij zil
uw hart versterken. Ja, wacht op den Heere.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG,
Abonnementsprijs
Per 3 maanden fr. p. post
Losse nummers
„0.05
Prijs der Advertentiën
5 regels f 0.50, iedere regel meer 10 ct,
3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend.,
Bij abonnement voordeelige voorwaarden.
Familieberichten van 110 regels ƒ1.
iedere regel meer 10 ct.
ren last die u d r u k t, te meer daar
het schijnt dat uw achtbaar Hoofd, Pre
sident Kruger, den moed laat zakken. Wij
Weten welke mo-tieven bij Z.H.Ed. inge
bracht worden, doch die kunnen niet op
wegen tegen de onafhankelijkheid van ons
ferfdeel. Moet zelfs Pretoria in handen
van dien vijand vallen en een macht
doordringen die -onze verbindingen ver
breekt, dan is dat nog geen reden om
den strijd op 'te geven. Dan kunt gij daar,
evenals wij hier, achter den vijand om
trekken en hem zulke moeilijkheden ma
ken. dat hij op zijn minst gezegd, bil
lijke schikkingen met ons zal
treffen.
„Broeder, toen wij den vrijheidsoorlog
(1881) begonnen had elk burger gemid
deld slechts dertien schoten ammunitie
in voorraad. Toen stond Transvaal al
leen, 'had ige-en -enkel kanon en voel minder
strijdkracht-en dan thansZou dan de
machtige God Van toen ook niet nu in de
zen rechtvaardigen strijd helpen? Broe
der, wanneer ik een rots als President
Kruger zie wankelen, gevoel t"c mij bijna
te klein om een enkel woord Van bemoe
diging te uiten; doch met het oog op een
David van ouds, die ook een vernede
ring' moest ondergaan, teneinde zich die
per le verootmoedigen, h-o-op en vertrouw
ik dat ook dit wankelen ter eere en
verheerlijking van God geschied is; en
moge de God onzer Vaderen u dan als
een Nat h a n i n Z ij n h a n d g e b r u i-
ken. Daartoe stereo u de Heer".
Even kloek, doch nog krachtiger sprak
De la lley, op wien de ontmoedigende
rapporten juist het tegendeel van een
ontmoedigende uitwerking hadden. Hij ad
viseerde om de officieren die hun plicht
verzaakten wegens ho-ogverraad
doocl t -e s c h i e t e n.
Maar zoo merkt de schrijver onzer
brochure op met B-otha te willen be
zweren om de moedelo-ozien te straffen,
\vo»-hij b;i den duivel fe-biecht-geweest.
Doch hoe -kan 't zijn, zoo- gaat hij
voort, dat mannen als De Wet en Die la
Rey niet zagen dat B-otha door intru-
gues (listen) de oorlog voering teg-enwcijk-
te? En het antwoord luidt: omdat
B-otha zeer handig was en niet scrupu
leus, waar het gold eigen handelingen
te rechtvaardigen. Ook had hij in belt
begin van den -oorlog met groote dapper
heid verschillende groote gevechten ge
leid. Maar zijn energie was te vroeg uit
geput. Had hij toen maar zijn taak neer
gelegd, (jan hadden anderen hem gemak
kelijk kunnen vervangen.
Den 3en Juift verkondigde hij nog dat
men tot den laatster man vechten zou.
Doch zijne daden weerspraken zijn woord.
Immers hij deed niets om zich op den
strijd voor te bereiden. De forten waaraan
hij immers gïoote waarde z-eide te hech
ten werden niet in staat van tegenweer
gebracht, geen enkel kanon werd er in
stelling geplaatst. En toen 4 Juni de En
gelschen kwanten, bood niemand tegen
stand. Aan Roberts die de stad opeischte
schreef hij dat hjj of een ander met
hem- over de overgave wenschte te spre
ken. Eenige kogels waren het antwoord
en pretoria gaf zich over. Botha noem
de dit in een schrijven aan de regeerinig
„een warm bombardement"! Nota bene,
een bombardement waarbij niemand zelfs
maar gewond, en slechts in een der bui
tenwijken van Pretoria een enkel huis
heel licht beschadigd werd.
Smuts, Botha's „kwade geest", seinde
ook aan Kruger deze leugen: „de bom
men barsten al boven mijn huis". Intus-
schen, wij cileèren hier weer de beschul
digingen van den heer Valter, „waren
de aanwijzingen 'dat er geen stand ge
houden was, zoo overweldigend dat aan
eenige verbloeming van het groote feit
niet kon worden gedacht. En (Botha) be
tuigde nu theatraal hartzeer te heb
ben, omdat zijn mensch-en niet meer wil
den vechten. Feitelijk was dit een laste-
nng. Want van zeer velen der taaie,
zenuwsterke boeren was dé geest in het
minst niet verslapt. Alleen door Botha's
politiek was de groote massa onder den
indruk gebracht dat de krijg toch niet
zou worden voortgezet".
Nog een grief. De W-et had gevraagd
de Engeische krijgsgevangenen goed te
bewaren, de meeste toch had De Wet buit
gemaakt. Doch Botha deed er niets aan.
Integendeel hij liet 4000 man en de massa
der officieren vrij; om ze aan het Engei
sche leger te hergeven.
Nog een tegenstelling. Terwijl op den
8en Juni De Wet bij Roodewal een ern
stige nederlaag toebracht2) en een trein
aanhield met intendanoegoederen, waar
onder 30 duizend uniformen, ter waarde
van 250 duizend pond sterling, welke hij
2) Met 400 man, c»nd*r Steenkamp eu andere?
De Wet zelf had 80 mun onder zich. De Kxi gel
achen verloj*-u 200'dood en ei*. *00 gevaugeuen
vernietigde, raadpleegde Botha ijjet twee
afgezanten uit Pretoria die kwamen om
Kruger over te halen yrede te maken,
en hem namens Roberts Zacht te dreigen
met verbanning als hij weigerde zich
thans te onderwerpen. Botha ondersteun
de die boodschap met een telegram waar
in lijj klaagde over de slechte stemming
der burgers en de ontvet - -yuwbaarheid der
officieren. A 11 ij (1 had wa n and er het
gedaan. De vrijlating der Engeische
krijgsgevangenen'izijn werk! schreef
hij toe aan plichtverzuim der bewakings
troepen, „die hun post verlieten nog voor
de jyrjand er was".
Den 13eh Juni (11)00) adviseerde hij: aan
Kruger om aan krijgsgevangen Engeische
officieren de vrijheid „zonder parole" te
schenken.
Eind Juli daaraanvolgende toen De la
Rey een prachtige overwinning bevoch
ten had, wenschte hij dezen in een krijgs
haftig telegram geluk, doch inmiddels be
werkte hij dat Kruger Transvaal verliet.
In Augustus- hield hij steriel te Machado-
doirp, doch het duurde maar kort. An
deren, o-.a. Muller en Vqh Dallwig (een
Duitscher) hielden stand, ae laatste moest
ten slotte met wonden overdekt Van het
slagveld worden weggedragen. Botha gaf
daai- weer aan 4001) En-gélscben, door
Do Wet krijgsgevangen gemaakt en hem
toegezonden, de vrijheid, omdat zij, z-ei
de hjj, maar last zouden veroonzaketn
en er geen levensmiddelen voor hen wa
ren, hetwelk de schrijver ontkent met
verwijzing naar Koniatipoort, waar veel
leeftocht -opgestapeld lag.
„Wat De Wet o-pbouvvde werd
door Botha afgebroken".
„Tijdens De Wet telkens levens offerde
om door de vernieling van een enkelen
trein den vijand schade te do-en, leVetide
Botha tal van treinladingen met levens
middelen aan de Engelschen over". „Voor
elke locomotie! die De Wet aan de En
gelschen ontnam, schonk Botha er hem
tien terug".
Zoo is Botha nog anderhalf jaar in
het veld gebleven, niet vechtende maar
wijkende, -en door de Engelschen met
rust gelaten. In het voorjaar 1901 opende
hij vredesonderhandelingen met. Kitchener.
Hij mo-est ze -echt-er afbreken; en aan
de Vrijstaatsche Regee ring beloven niet
z-onder overleg met haar op vredesvoor
stellen in te gaan. Deze belofte schond
hij echter in April 1902, door in te gaan
op vredesvoorstellen van Kitchener en
een bijeenkomst te Klerksdorp te bewerken
binnen de Engeische linies, „waardoor
de vijand gelegenheid kreeg om het ge
heim der positie van de Boeren te ont
dekken, waardoor een voortzetting van
den krijg met uitzicht op- goeden uitslag
onmogelijk werd gemaakt".
Het slot was de vrede van Vereeniging
31 Mei 1902.
Beknopt overzicht van den toestand.
Ofschoon de strijd aan de Dardanellen
nauwelijks de belangstelling waard is,
willen we volledigheidshalve er even bij
stilstaan.
't Gaat er mej d-e actie der geallieerden
zeer langzaam.
Weliswaar hebben zij op hel schier
eiland Gallipoli vasten voet gekregen en
schijnt het den Turken niet mogelijk den
vijand te verdrijven, doch voor'de rest
is 't een positiekrijg als in '1 Westen.
Om elke voetbreeds grond moet bloedig
gevochten worden.
Vooral door het succesvolle optreden
van Duitsche duikboot-en is ernstige scha
de toegebracht aan de maritieme strijd
krachten der geallieerden -en daardoor
wordt de positie van het landingsleger
er natuurlijk niet beter op.
Van Engeische zfijde wordt de -ernst
van deze verschijning van dnikbooten er
kend, en aangedrongen op versterking der
strijdkrachten tegen de Dardanellen.
Als die operatien tegen de Dardanellen
den geheelen zomer moeten duren, zoo
redeneert men, z-nllende Duitschers ten
slotte zelfs, als eindelijk Konstantinopel
mocht vallen, er bij hebben gewonnen,
want. al die troepen, die men nu op
Gallipoli gebruikt, zouden zoo nuttig zlijn
in Vlaanderen.
Italië schijnt met -z'n versterkingstroepen
o-p zich te laten wachten, 't Gevoelt er
blijkbaar weinig voor zijn krachten te
versnipperen.
Wie geeft het ongelijk?
De Italiaansche oommuniqué's blijven
zeer zegevierend luiden en melden het
vernielen en nemen van Oo&tenrijiksofce
forten aan de Zuid-Tiroolsohe greins, of
heel de Oostenrijksche verdedigingslinie
met een „voni, vidi, vici", van de Itali
aansche alpenjagers is gebroken.
We hebben reeds opgemerkt, dat 'thier
nog niet om de beslissing gaat. Deze op-
marsch beteekenl hoegenaamd niets.
Straks komen eerst de moeilijkheden,
wacht maar!
Belangrijke tijding ontvingen wij gister
middag van hej; Oostelijk gevechtsterrein.
De Duitsc.hers veroveren Stryj in Ga-
licië.
9000 Russen gevangen genomen.
De Beieren veroveren versterkingen bij
Przemysl.
Ziedaar in 't kort de resultaten, die
in hét Duitsche Staffcwartier met vreugde
geconstateerd en geestdriftig rondgeba
zuind zijn.
We geven hier het Duitsche communi
qué in z'n geheel, omdat het behalve 't
bovenstaande nog enkele belangrijke ge
gevens b'evat.
„Bij Ambo-ten 50 K.M. ten Oosten van
Li ban sloeg Duitsche cavalerie het Rus
sische vierde regiment dragonders op de
vlucht.
In de Streek Van SzlawJa hadden vij
andelijke aanvallen geen succes.
De buil. in Mei bedroeg ten Noorden
van de Njemen 24700 gevangenen; 17
stukken geschut en 47 machinegeweien;
ten Zuiden van de Njemen en de Piliza
6943 gevang-enen; 11 machinegeweren en
een vliegtuig-.
Op het front van Przemysl werden gis
teren de forten 10, 11 en 12 bij -en ten
westen van Dunkowicizki gelegen, met
1400 man, de rest der bezetting, en de
bewapening, bestaande uit. twee gepant
serde kanonnen, 18 stukken ziwaar en
5. stukken licht geschut door Bei-e-rsahe
troepen stormenderhand genomen.
De Russen trachtten het noodlot door
een massa-aanval tegen onze stellingen
ten Oosten van Jaroslau af te wenden.
Alle pogingen bleven verg-e-efsoh. Een ont
zettend aantal gevallenen bedekten het
slagveld voor ons front.
Van het leger van Generaal Von Lin-
singer hebben de veroveraars van Zurnia
- Garde-troepen uit Pruisen en Poinnie-
ren onder aanvoering van den Beier-
schen gen-eraal Graaf Bothiner de sterk
verdedigde plaats Stryj in storm geno
men en de Russische stellingen bij en
ten Noordwesten van deze stad door
broken.
Tot. nu toe zijn 53 officieren en 9182
man gevangen genomen; 8 stukken ge
schut en 15 machinegeweren buitge
maakt."
't. Zal den Russen dus niet ge-lukken
Przemysl no-g lang in hun verdedigings
linies op te nemen.
't Was een geluk voor hen, dat lus-
schen' de ünjeste-r en d-e San -een groot
moeras ligt, (ongeveer tusschen Samlior
en Dro-hobyc-z) waardoor het. Duitsch-
Oostenrijksche centrum aan de Dnjester
en de linkervleugel aan de San geschei
den bleven, en men naar de San niet
gemakkelijk hulp uit de Dnjester-streek
kon zenden.
Doch von Mackensen wist raacl. Hij
trachtte voet voor voet een cirkel om
Przemysl heen te trejdc-en, aldus terug-
keerende tot zijn oude tactieköf het
Russische leger in Przemysl te lokken,
öf het af te snijden.
Dit laatste schijnt nu te zullen lukken.
Enkele versterkingen vielen xeeds.
Dat de to-esland hier hoogst kritiek is,
is te begrijpen.
De oorlogsverklaring van Italië aan het front.
De correspondent van de- Am-erikaan-
sche" United Press in Frankrijk, beschrijft,
hoe het bericht van Italië's oorlogsver
klaring aan 't Fransche front ontvangen is.
„Een machtig' koor uit 2 millioen kelen,
dat 800 K.M. ver van de- Noordzee tot
aan de Zwitsersch-e grens in een donde
rend gezang van de Marseillaise Weer
klonk, b-egtroette het welkome bericht, dat
Italië met Oostenrijk in oorlog' gekomen
wafe. Koning- Victor Emanuel onde-rtee-
kende -de oorlogsverklaring te Rome Zon
dagmiddag \om 2 uur. Frankrijk werd
onmiddellijk verwittigd, en Millerand, de
minister van oorlog', seinde het bericht
dadelijk aan Joffre in het groote hoofd
kwartier. Met nauwelijks een sieconde op
onthoud vloog het de gelederen langs;
de telefonisten aan het front verspreid
den. het .onder de troepten die op- de Duit
schors in de loopgraven stonden te vuren;
iedereen vernam het overal'.
Lanig]s de linie scheen eten stilstand in.
be treden. Zware kanonnen hiielden met
Schieten op, als uit eerbied. Plotseling
w-erd -dei vreemde, bijna onbehaaglijke
stilte ve-rbroken. Uit eigen beweging hieven
de troepen ide Marseillaiste aan, eerst zacht,
daarna unit een daverend hef rein, dat
zich langs het front voortplantte in het
grootste koor, dat de wereld ooit gtehoord
heeft.
Instinctmatig begrepen de Duitschers in
de tegenovergestelde schansen wat dit don
derende koor be toekende. Zij riepen terug:
„Gott strafe Italien" en daarna steeg uit
de Duitsche loopgraven de wijs van „Die
Wacht am Rhein" op. De Franschen druk
ten plakkaten met het opschrift: „Jelui
krijgt er van langs" en (plantten die te mid
den van een golvend veld van Italiaan
sch-e vlaggen, die langs de borstweringen
geïmproviseerd waren".
Van het Oostelijk front.
De troepen der Ixmdgenoolen, die ten
Oosten van de San vooruitgedrongen zijn,
werden des nachts op het heele front door
sterke Russische strijdkrachten aangeval-
1 en. In het bizonder trachtten aan de
beneden Lubaczowka numeriek sterkere
«Russische strijdkrachten voorwaarts te
dringen. Alle aanvallen werden onder de
zwaarste verliezen der tegenstanders te
ruggeworpen, die op verscheidene plaat
sen, zonder in verband te kunnen blijven,
wijken moesten.
Ook aan de San, benedenstrooms Sie-
niawa, zijn de aanvallen der Russen af
geslagen.
Aan het Noordfront van Przemysl be
stormden ondertusschen Beierse he troepen
drie vestingwerken van den gordel, maak
ten 1400 gevangenen en veroverden 28
zware kanonnen, waaronder twee pantser-
fortkanonnen.
Ten Zuiden van den Dnjestr drongen
de verbonden troepen van het leger van
von Linsingen bij het voortzetten van
hun aanval in de vijandelijke verdedi
gingsstelling, versloegen de Russen en
veroverden Stryj. De vijand is bezig zich
op den Dnjestr terug te trekken. Drie en
vijftig officieren en meer dan 9000 ma.n
zijn gevangen genomen. Acht kanonnen en
15 machinegeweren vielen den overwin
naars in handen.
Voorts wordt gemeld, dat ook het tweede
door de Russen ondernomen offensief te
gen de in Mei begonnen aanvallen volko
men tot staan is gebracht. Nadat de Rus
sen aanvankelijk getracht hadden de Sar»
te- foroeeren, zien zij nu het nuttelooze
hunner pogingen in. De nieuwe formaties,
die in den feilen meerdaagschen strijd van
Sieniawa sterk geleden hebben, zijn reeds
geheel uitgeput. Evenals bdj het oostelijk
offensief in de Karpathen, waar het Russi
sche leger een nietig en voor strategische
doeleinden totaal onbelangrijk stuk grond
met zware nuttelooze verliezen heeft móe
ten betalen, heeft de aanval op Boeko
wina bewezen dat het met het offensief
van de Russen gedaan is. Berichten uit
Lemberg melden, dat reeds de buitenste
aarden werken dier stad, welke tot stra
tegische doeleinden dienden en onder vuur
waren genomen, zijn ontruimd. De fibialen
van de Russisch-Aziatische Bank zijn se
dert 15 Mei gesloten. Een gedeelte der
regeering van het generale gouvernement
van Galicië is van Lemberg naar Zloczow
verplaatst.
De italiaansche driekleur.
De Italiaansche driekleur, die voor da
oorlogsverklaring van Italië aan Oostenrijk'
op het balkon van het Quirinaal door
koning Victor Emmanuel III en de ge
heel© koninklijke familie plechtig gekust
werd, moet tot het tijdperk van Napoleon
1 teruggebracht worden. In de leg-ers, die
de latere keizer als jong generaal naar
Italië voerde en waarmede hij op d-e slag
velden van Boven-ltalië 'zijn veldhecrsroem
vestigde, streden talrijke Italianen, die
tot een „legioen" vereenigd waren.
In het belang van de militaire eenheid
achtte Napoleon het wiensohelijk, de Fran
sche en de Italiaansche vlag op elkaar
te doen gelijken en dit werd hierdoor
bereikt, dat men aan de Italianen de
Fransche vlag schonk, met dit onder
scheid alleen, dat in haar de blauwe kleur
rloor de groene was vervangen.
Evenals de vlag was d-e uniform van
het Lombardische' legioen een nabootsing-
van de Fransche. De Italianen waren
ni-et deze kleuren zoo tevreden, dat Bo
naparte reeds in 1796 aan de regeering
te Parijs kon schrijven„Van nu af zujn
de Italiaansche nationale kleuren, die
door Italiaansche patriotten met geest
drift aangenomen werden, gr oen-w ti
ro od". Het eerste Italiaansche vaandel
werd den 6en October 1796 aan het
Lombardische legioen op het domplein in
Milaan op plechtige wij-ze overhandigd
en aan de eerste cohorte van het in 't
geheel uit 2800 man bestaande legioen
toegewezen.
Korta Oorlogsberichten.
In den laatsten tijd komt in do
berichten weer telkens de uitdrukking!
„Dodekenesos" voor, die uit den Tripolis-
oorlog stamt. Toen bezetten do Italianen,
ten einde de Porte tot toegeven te dwin
gen, in de Egeïsche Zee eenige eilanden,
vviaarvool*: spoedig de Griekscho jiaam, die
„Twaalf -eilanden" beteekent, gebruikt
werd. Het zijn feitelijk dertien eilanden,
welke Italië ook thans nog bezet houdt.
Rhiodos is verreweg het grootste van deze.
Dan volgen in noordwestelijke richting