HARST. rrieveulei, ngbeer No. 204 LK. fim DERIJ. ezin. dknecht ROUW. en, Woensdag 2 Juni 1915 29e Jaargang? 'ijzen. Iburg. Ikgeit, rd Kabinet, fl Karnmolen shtwiel, RRIEPAARD, twee kleine ers gevraagd. everancier MEID, enstbode, ie blauw en bruin ipluies, Schoenen iuwen- en Kinder- pknapping weder g bij )E VISSER G-z., OP kerke. OP: Zoutelande. OP: dik, gezouten ek. J. VAN RIEL, burg. >0P Grijpskerke. )0P uidvliet .Souburg. DOP che Loopeenden nikt Vlechtwerk, 3 Meter, ook in Iten. Serooskerke W.) OOP aurens. OOP it zijnde CHINE. DRTE, Smid Breeweg 'tZand LdresJ. DUEISIv, ind. eet iima DHUIJ. iagd Lepelstraat Seroos- ter Q, Firma DHUIJ Ictober IESU, Ritthem. Ie tegenwoordige zoo vraagd uigen voorzien- Aan- 1H00RN ZandDS. gevraagd Melkinrichting Los- Uitgave van de Naaml. Venn. LUCTOR ET EMERGO gevestigd te Goes. Hoofdbureau te Goes: LAM sE VORSTSTRAAT 210, Bureau te Middelburg: FIRMA F. P. DHUIJ - L'. 3URG, Drukkers: Oosterbaan Le Cointro - Goes. Botha tegen De Wet. II. Botha, had cloor zijn zwaarmoedige rap porten en zijn achteloosheid Kruger ge heel ontmoedigd. Krugers rotsvast geloof scheen op eenmaal weg. Eind Mei verliet Kruger de hoofdstad en seinde aan Sfeyn, die toch ook z ij n hoofdstad had moeten verlaten, oin te Machadodorp met hem te komen spreken over de overgave. Botha dit. vernemende, vroeg of hij er bij mocht zijn. Blijkbaar wilde hij ook Stevn onder zijn persoonlijken invloed hebben. Doch dit mislukte, want de sa menkomst ging niet door. Steyn ver maande- Kruger telegrafisch om toch ni-et te ontmoedigen, nu de Vrijstatei's pas weet' twee belangrijke overwinningen be haald hadden en zelfs 300- Engelschen krijgsgevangen hadden gemaakt. Steyn noemde het lafhartig den strijd, in den N a an des H eere n begonnen, op te geven. En den volgenden dag, in een tweede telegram, smeekte hij letterlijk, mede namens De Wet, om toch weer moed te scheppen. „De ontmoediging zoo seinde hij die er thans onder uwe burgiers fis, kan niet groot-er zijn dan na de inne ming van Bloemfontein onder onze bur gers heerschte, en toch zijn zij wederom opgekomen en hebben wij den strijd krui nen voo-rtzetten. Door vastberadenheid van uw kruit en van den kant uwer officieren zal de vastberadenheid onder de Trjiisvaalschc burgers wel weerkeeren. Voor onzen strijd kan er niets béters zijn dan dat de vijand zich over de twee Républieken verspreidt, zoodat wij hem in kleine troepen kunnen aanvallen". En dan waarschuwt hij Kruger dat. deze een daad zou doen in strijd met de i Tran svaalseh-Vrijstaatsc-he)' conventieel kander bijstaan tot het einde. liet slot luidt, bijna smeekeind: ..Broeder, ik kan u de verzekering ge- vee lat door- k- )n»tï<èe4en- j*oool« door u i- voorgesteld, de Afrikaansche zaak de nekslag zal worden toegebracht; want daardoor wordt het vertrouwen geschokt en toekomstige 'saamw-erking onmogelijk gemaakt. „Lees Psalm 27 het laatste vers".x) De vermaning mocht echter niet baten. Inmiddels ging Botha voort zijn be rispelijke- rol te spelen. Immers zoodra bekend was dat de sa menkomst tusscben Kruiger en Steyn (en Botha) niet zou plaats hebben, regende hel ontmoedigende telegrammen uit Pre toria aan Krugers adres; en toen deze hiervan Botha een verwijt maakte, seinde deze aan Kruger den 1 Juni: „President, versta toch goed, ik zal doorvechten, als ik maar «enigszins nog een Commando bij elkaar kan krijgen". „inderdaad", schrijft de heer Yalter, „heeft Botha in zijn onmiddellijke omge ving den indruk gewekt als droeg hij geringe .verantwoordelijkheid voor den loop der zaken, en gansch geen-e voor de ontmoedigdheid van Kruger. Ook De Vet. begreep dit nog niet. Den 3en Juni seinde De Wet aan Botha, in wien hij nog niet zijn heimelijken en d-aaront zoo ■gevaarlijken tegenstander had ontdekt, zjjne verwondering over Krugers ontmoe digdheid -en diens „.voorgeven" dat zijn officieren eenparig hopeloos den strijd wilden opgeven, en hij verzocht Botha toch zijn invloed ten goede aan te wen den. Letterlijk schreef hij „Moet ik het allertreurigste zien dat 'President Kruger geheel den moed opgeeft •Voorgevende dat zijn officieren eenparig hopeloos zijn en den strijd willen opge ven? Ik kan mijn eigen oogen niet gelooven als ik het telegram lees, te meer niet daar onze burgers 'hier nu zoo- hoopvol zijn en gedurende de laatste paar dagen zoo succesvol gevoch ten hebben.Broeder, vergun mij u te herinneren aan den toestand, waarin w ij- na de inname van Bloemfontein ver keerden; hoe ook onze mensehen bijna allen naar huis gingen en hoe wij1, den strijd toch niet ter wille van groote be zettingen opgaven.Wij geven alles prijs ter wille van onze en u w e onaf hankelijkheid. Dus reken ik op U, in wien ik veel v-ertrouwen stel en dien ik niet onder de ho pe- 1 o-o zen *z'a.l rangschikken, om krachtdadig uw invloed te gebruiken en tot het einde te strijden voor onze dier bare onafhankelijkheid, die mijns inziens 'ii het geheel niet verloren is. „Gedenk toch aan den worstelstrijd van Amerika, dat als het ware hopeloos ver overd was. De burgers gaven echter den moed niet op, en hoe heerlijk heeft. God hun ruoied en volharding bekroond. „Broeder, ik gevoel met u den z w a- Wacht op den Heere, zijt stork, en Hij zil uw hart versterken. Ja, wacht op den Heere. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG, Abonnementsprijs Per 3 maanden fr. p. post Losse nummers „0.05 Prijs der Advertentiën 5 regels f 0.50, iedere regel meer 10 ct, 3-maal plaatsing wordt 2-maal berekend., Bij abonnement voordeelige voorwaarden. Familieberichten van 110 regels ƒ1. iedere regel meer 10 ct. ren last die u d r u k t, te meer daar het schijnt dat uw achtbaar Hoofd, Pre sident Kruger, den moed laat zakken. Wij Weten welke mo-tieven bij Z.H.Ed. inge bracht worden, doch die kunnen niet op wegen tegen de onafhankelijkheid van ons ferfdeel. Moet zelfs Pretoria in handen van dien vijand vallen en een macht doordringen die -onze verbindingen ver breekt, dan is dat nog geen reden om den strijd op 'te geven. Dan kunt gij daar, evenals wij hier, achter den vijand om trekken en hem zulke moeilijkheden ma ken. dat hij op zijn minst gezegd, bil lijke schikkingen met ons zal treffen. „Broeder, toen wij den vrijheidsoorlog (1881) begonnen had elk burger gemid deld slechts dertien schoten ammunitie in voorraad. Toen stond Transvaal al leen, 'had ige-en -enkel kanon en voel minder strijdkracht-en dan thansZou dan de machtige God Van toen ook niet nu in de zen rechtvaardigen strijd helpen? Broe der, wanneer ik een rots als President Kruger zie wankelen, gevoel t"c mij bijna te klein om een enkel woord Van bemoe diging te uiten; doch met het oog op een David van ouds, die ook een vernede ring' moest ondergaan, teneinde zich die per le verootmoedigen, h-o-op en vertrouw ik dat ook dit wankelen ter eere en verheerlijking van God geschied is; en moge de God onzer Vaderen u dan als een Nat h a n i n Z ij n h a n d g e b r u i- ken. Daartoe stereo u de Heer". Even kloek, doch nog krachtiger sprak De la lley, op wien de ontmoedigende rapporten juist het tegendeel van een ontmoedigende uitwerking hadden. Hij ad viseerde om de officieren die hun plicht verzaakten wegens ho-ogverraad doocl t -e s c h i e t e n. Maar zoo merkt de schrijver onzer brochure op met B-otha te willen be zweren om de moedelo-ozien te straffen, \vo»-hij b;i den duivel fe-biecht-geweest. Doch hoe -kan 't zijn, zoo- gaat hij voort, dat mannen als De Wet en Die la Rey niet zagen dat B-otha door intru- gues (listen) de oorlog voering teg-enwcijk- te? En het antwoord luidt: omdat B-otha zeer handig was en niet scrupu leus, waar het gold eigen handelingen te rechtvaardigen. Ook had hij in belt begin van den -oorlog met groote dapper heid verschillende groote gevechten ge leid. Maar zijn energie was te vroeg uit geput. Had hij toen maar zijn taak neer gelegd, (jan hadden anderen hem gemak kelijk kunnen vervangen. Den 3en Juift verkondigde hij nog dat men tot den laatster man vechten zou. Doch zijne daden weerspraken zijn woord. Immers hij deed niets om zich op den strijd voor te bereiden. De forten waaraan hij immers gïoote waarde z-eide te hech ten werden niet in staat van tegenweer gebracht, geen enkel kanon werd er in stelling geplaatst. En toen 4 Juni de En gelschen kwanten, bood niemand tegen stand. Aan Roberts die de stad opeischte schreef hij dat hjj of een ander met hem- over de overgave wenschte te spre ken. Eenige kogels waren het antwoord en pretoria gaf zich over. Botha noem de dit in een schrijven aan de regeerinig „een warm bombardement"! Nota bene, een bombardement waarbij niemand zelfs maar gewond, en slechts in een der bui tenwijken van Pretoria een enkel huis heel licht beschadigd werd. Smuts, Botha's „kwade geest", seinde ook aan Kruger deze leugen: „de bom men barsten al boven mijn huis". Intus- schen, wij cileèren hier weer de beschul digingen van den heer Valter, „waren de aanwijzingen 'dat er geen stand ge houden was, zoo overweldigend dat aan eenige verbloeming van het groote feit niet kon worden gedacht. En (Botha) be tuigde nu theatraal hartzeer te heb ben, omdat zijn mensch-en niet meer wil den vechten. Feitelijk was dit een laste- nng. Want van zeer velen der taaie, zenuwsterke boeren was dé geest in het minst niet verslapt. Alleen door Botha's politiek was de groote massa onder den indruk gebracht dat de krijg toch niet zou worden voortgezet". Nog een grief. De W-et had gevraagd de Engeische krijgsgevangenen goed te bewaren, de meeste toch had De Wet buit gemaakt. Doch Botha deed er niets aan. Integendeel hij liet 4000 man en de massa der officieren vrij; om ze aan het Engei sche leger te hergeven. Nog een tegenstelling. Terwijl op den 8en Juni De Wet bij Roodewal een ern stige nederlaag toebracht2) en een trein aanhield met intendanoegoederen, waar onder 30 duizend uniformen, ter waarde van 250 duizend pond sterling, welke hij 2) Met 400 man, c»nd*r Steenkamp eu andere? De Wet zelf had 80 mun onder zich. De Kxi gel achen verloj*-u 200'dood en ei*. *00 gevaugeuen vernietigde, raadpleegde Botha ijjet twee afgezanten uit Pretoria die kwamen om Kruger over te halen yrede te maken, en hem namens Roberts Zacht te dreigen met verbanning als hij weigerde zich thans te onderwerpen. Botha ondersteun de die boodschap met een telegram waar in lijj klaagde over de slechte stemming der burgers en de ontvet - -yuwbaarheid der officieren. A 11 ij (1 had wa n and er het gedaan. De vrijlating der Engeische krijgsgevangenen'izijn werk! schreef hij toe aan plichtverzuim der bewakings troepen, „die hun post verlieten nog voor de jyrjand er was". Den 13eh Juni (11)00) adviseerde hij: aan Kruger om aan krijgsgevangen Engeische officieren de vrijheid „zonder parole" te schenken. Eind Juli daaraanvolgende toen De la Rey een prachtige overwinning bevoch ten had, wenschte hij dezen in een krijgs haftig telegram geluk, doch inmiddels be werkte hij dat Kruger Transvaal verliet. In Augustus- hield hij steriel te Machado- doirp, doch het duurde maar kort. An deren, o-.a. Muller en Vqh Dallwig (een Duitscher) hielden stand, ae laatste moest ten slotte met wonden overdekt Van het slagveld worden weggedragen. Botha gaf daai- weer aan 4001) En-gélscben, door Do Wet krijgsgevangen gemaakt en hem toegezonden, de vrijheid, omdat zij, z-ei de hjj, maar last zouden veroonzaketn en er geen levensmiddelen voor hen wa ren, hetwelk de schrijver ontkent met verwijzing naar Koniatipoort, waar veel leeftocht -opgestapeld lag. „Wat De Wet o-pbouvvde werd door Botha afgebroken". „Tijdens De Wet telkens levens offerde om door de vernieling van een enkelen trein den vijand schade te do-en, leVetide Botha tal van treinladingen met levens middelen aan de Engelschen over". „Voor elke locomotie! die De Wet aan de En gelschen ontnam, schonk Botha er hem tien terug". Zoo is Botha nog anderhalf jaar in het veld gebleven, niet vechtende maar wijkende, -en door de Engelschen met rust gelaten. In het voorjaar 1901 opende hij vredesonderhandelingen met. Kitchener. Hij mo-est ze -echt-er afbreken; en aan de Vrijstaatsche Regee ring beloven niet z-onder overleg met haar op vredesvoor stellen in te gaan. Deze belofte schond hij echter in April 1902, door in te gaan op vredesvoorstellen van Kitchener en een bijeenkomst te Klerksdorp te bewerken binnen de Engeische linies, „waardoor de vijand gelegenheid kreeg om het ge heim der positie van de Boeren te ont dekken, waardoor een voortzetting van den krijg met uitzicht op- goeden uitslag onmogelijk werd gemaakt". Het slot was de vrede van Vereeniging 31 Mei 1902. Beknopt overzicht van den toestand. Ofschoon de strijd aan de Dardanellen nauwelijks de belangstelling waard is, willen we volledigheidshalve er even bij stilstaan. 't Gaat er mej d-e actie der geallieerden zeer langzaam. Weliswaar hebben zij op hel schier eiland Gallipoli vasten voet gekregen en schijnt het den Turken niet mogelijk den vijand te verdrijven, doch voor'de rest is 't een positiekrijg als in '1 Westen. Om elke voetbreeds grond moet bloedig gevochten worden. Vooral door het succesvolle optreden van Duitsche duikboot-en is ernstige scha de toegebracht aan de maritieme strijd krachten der geallieerden -en daardoor wordt de positie van het landingsleger er natuurlijk niet beter op. Van Engeische zfijde wordt de -ernst van deze verschijning van dnikbooten er kend, en aangedrongen op versterking der strijdkrachten tegen de Dardanellen. Als die operatien tegen de Dardanellen den geheelen zomer moeten duren, zoo redeneert men, z-nllende Duitschers ten slotte zelfs, als eindelijk Konstantinopel mocht vallen, er bij hebben gewonnen, want. al die troepen, die men nu op Gallipoli gebruikt, zouden zoo nuttig zlijn in Vlaanderen. Italië schijnt met -z'n versterkingstroepen o-p zich te laten wachten, 't Gevoelt er blijkbaar weinig voor zijn krachten te versnipperen. Wie geeft het ongelijk? De Italiaansche oommuniqué's blijven zeer zegevierend luiden en melden het vernielen en nemen van Oo&tenrijiksofce forten aan de Zuid-Tiroolsohe greins, of heel de Oostenrijksche verdedigingslinie met een „voni, vidi, vici", van de Itali aansche alpenjagers is gebroken. We hebben reeds opgemerkt, dat 'thier nog niet om de beslissing gaat. Deze op- marsch beteekenl hoegenaamd niets. Straks komen eerst de moeilijkheden, wacht maar! Belangrijke tijding ontvingen wij gister middag van hej; Oostelijk gevechtsterrein. De Duitsc.hers veroveren Stryj in Ga- licië. 9000 Russen gevangen genomen. De Beieren veroveren versterkingen bij Przemysl. Ziedaar in 't kort de resultaten, die in hét Duitsche Staffcwartier met vreugde geconstateerd en geestdriftig rondgeba zuind zijn. We geven hier het Duitsche communi qué in z'n geheel, omdat het behalve 't bovenstaande nog enkele belangrijke ge gevens b'evat. „Bij Ambo-ten 50 K.M. ten Oosten van Li ban sloeg Duitsche cavalerie het Rus sische vierde regiment dragonders op de vlucht. In de Streek Van SzlawJa hadden vij andelijke aanvallen geen succes. De buil. in Mei bedroeg ten Noorden van de Njemen 24700 gevangenen; 17 stukken geschut en 47 machinegeweien; ten Zuiden van de Njemen en de Piliza 6943 gevang-enen; 11 machinegeweren en een vliegtuig-. Op het front van Przemysl werden gis teren de forten 10, 11 en 12 bij -en ten westen van Dunkowicizki gelegen, met 1400 man, de rest der bezetting, en de bewapening, bestaande uit. twee gepant serde kanonnen, 18 stukken ziwaar en 5. stukken licht geschut door Bei-e-rsahe troepen stormenderhand genomen. De Russen trachtten het noodlot door een massa-aanval tegen onze stellingen ten Oosten van Jaroslau af te wenden. Alle pogingen bleven verg-e-efsoh. Een ont zettend aantal gevallenen bedekten het slagveld voor ons front. Van het leger van Generaal Von Lin- singer hebben de veroveraars van Zurnia - Garde-troepen uit Pruisen en Poinnie- ren onder aanvoering van den Beier- schen gen-eraal Graaf Bothiner de sterk verdedigde plaats Stryj in storm geno men en de Russische stellingen bij en ten Noordwesten van deze stad door broken. Tot. nu toe zijn 53 officieren en 9182 man gevangen genomen; 8 stukken ge schut en 15 machinegeweren buitge maakt." 't. Zal den Russen dus niet ge-lukken Przemysl no-g lang in hun verdedigings linies op te nemen. 't Was een geluk voor hen, dat lus- schen' de ünjeste-r en d-e San -een groot moeras ligt, (ongeveer tusschen Samlior en Dro-hobyc-z) waardoor het. Duitsch- Oostenrijksche centrum aan de Dnjester en de linkervleugel aan de San geschei den bleven, en men naar de San niet gemakkelijk hulp uit de Dnjester-streek kon zenden. Doch von Mackensen wist raacl. Hij trachtte voet voor voet een cirkel om Przemysl heen te trejdc-en, aldus terug- keerende tot zijn oude tactieköf het Russische leger in Przemysl te lokken, öf het af te snijden. Dit laatste schijnt nu te zullen lukken. Enkele versterkingen vielen xeeds. Dat de to-esland hier hoogst kritiek is, is te begrijpen. De oorlogsverklaring van Italië aan het front. De correspondent van de- Am-erikaan- sche" United Press in Frankrijk, beschrijft, hoe het bericht van Italië's oorlogsver klaring aan 't Fransche front ontvangen is. „Een machtig' koor uit 2 millioen kelen, dat 800 K.M. ver van de- Noordzee tot aan de Zwitsersch-e grens in een donde rend gezang van de Marseillaise Weer klonk, b-egtroette het welkome bericht, dat Italië met Oostenrijk in oorlog' gekomen wafe. Koning- Victor Emanuel onde-rtee- kende -de oorlogsverklaring te Rome Zon dagmiddag \om 2 uur. Frankrijk werd onmiddellijk verwittigd, en Millerand, de minister van oorlog', seinde het bericht dadelijk aan Joffre in het groote hoofd kwartier. Met nauwelijks een sieconde op onthoud vloog het de gelederen langs; de telefonisten aan het front verspreid den. het .onder de troepten die op- de Duit schors in de loopgraven stonden te vuren; iedereen vernam het overal'. Lanig]s de linie scheen eten stilstand in. be treden. Zware kanonnen hiielden met Schieten op, als uit eerbied. Plotseling w-erd -dei vreemde, bijna onbehaaglijke stilte ve-rbroken. Uit eigen beweging hieven de troepen ide Marseillaiste aan, eerst zacht, daarna unit een daverend hef rein, dat zich langs het front voortplantte in het grootste koor, dat de wereld ooit gtehoord heeft. Instinctmatig begrepen de Duitschers in de tegenovergestelde schansen wat dit don derende koor be toekende. Zij riepen terug: „Gott strafe Italien" en daarna steeg uit de Duitsche loopgraven de wijs van „Die Wacht am Rhein" op. De Franschen druk ten plakkaten met het opschrift: „Jelui krijgt er van langs" en (plantten die te mid den van een golvend veld van Italiaan sch-e vlaggen, die langs de borstweringen geïmproviseerd waren". Van het Oostelijk front. De troepen der Ixmdgenoolen, die ten Oosten van de San vooruitgedrongen zijn, werden des nachts op het heele front door sterke Russische strijdkrachten aangeval- 1 en. In het bizonder trachtten aan de beneden Lubaczowka numeriek sterkere «Russische strijdkrachten voorwaarts te dringen. Alle aanvallen werden onder de zwaarste verliezen der tegenstanders te ruggeworpen, die op verscheidene plaat sen, zonder in verband te kunnen blijven, wijken moesten. Ook aan de San, benedenstrooms Sie- niawa, zijn de aanvallen der Russen af geslagen. Aan het Noordfront van Przemysl be stormden ondertusschen Beierse he troepen drie vestingwerken van den gordel, maak ten 1400 gevangenen en veroverden 28 zware kanonnen, waaronder twee pantser- fortkanonnen. Ten Zuiden van den Dnjestr drongen de verbonden troepen van het leger van von Linsingen bij het voortzetten van hun aanval in de vijandelijke verdedi gingsstelling, versloegen de Russen en veroverden Stryj. De vijand is bezig zich op den Dnjestr terug te trekken. Drie en vijftig officieren en meer dan 9000 ma.n zijn gevangen genomen. Acht kanonnen en 15 machinegeweren vielen den overwin naars in handen. Voorts wordt gemeld, dat ook het tweede door de Russen ondernomen offensief te gen de in Mei begonnen aanvallen volko men tot staan is gebracht. Nadat de Rus sen aanvankelijk getracht hadden de Sar» te- foroeeren, zien zij nu het nuttelooze hunner pogingen in. De nieuwe formaties, die in den feilen meerdaagschen strijd van Sieniawa sterk geleden hebben, zijn reeds geheel uitgeput. Evenals bdj het oostelijk offensief in de Karpathen, waar het Russi sche leger een nietig en voor strategische doeleinden totaal onbelangrijk stuk grond met zware nuttelooze verliezen heeft móe ten betalen, heeft de aanval op Boeko wina bewezen dat het met het offensief van de Russen gedaan is. Berichten uit Lemberg melden, dat reeds de buitenste aarden werken dier stad, welke tot stra tegische doeleinden dienden en onder vuur waren genomen, zijn ontruimd. De fibialen van de Russisch-Aziatische Bank zijn se dert 15 Mei gesloten. Een gedeelte der regeering van het generale gouvernement van Galicië is van Lemberg naar Zloczow verplaatst. De italiaansche driekleur. De Italiaansche driekleur, die voor da oorlogsverklaring van Italië aan Oostenrijk' op het balkon van het Quirinaal door koning Victor Emmanuel III en de ge heel© koninklijke familie plechtig gekust werd, moet tot het tijdperk van Napoleon 1 teruggebracht worden. In de leg-ers, die de latere keizer als jong generaal naar Italië voerde en waarmede hij op d-e slag velden van Boven-ltalië 'zijn veldhecrsroem vestigde, streden talrijke Italianen, die tot een „legioen" vereenigd waren. In het belang van de militaire eenheid achtte Napoleon het wiensohelijk, de Fran sche en de Italiaansche vlag op elkaar te doen gelijken en dit werd hierdoor bereikt, dat men aan de Italianen de Fransche vlag schonk, met dit onder scheid alleen, dat in haar de blauwe kleur rloor de groene was vervangen. Evenals de vlag was d-e uniform van het Lombardische' legioen een nabootsing- van de Fransche. De Italianen waren ni-et deze kleuren zoo tevreden, dat Bo naparte reeds in 1796 aan de regeering te Parijs kon schrijven„Van nu af zujn de Italiaansche nationale kleuren, die door Italiaansche patriotten met geest drift aangenomen werden, gr oen-w ti ro od". Het eerste Italiaansche vaandel werd den 6en October 1796 aan het Lombardische legioen op het domplein in Milaan op plechtige wij-ze overhandigd en aan de eerste cohorte van het in 't geheel uit 2800 man bestaande legioen toegewezen. Korta Oorlogsberichten. In den laatsten tijd komt in do berichten weer telkens de uitdrukking! „Dodekenesos" voor, die uit den Tripolis- oorlog stamt. Toen bezetten do Italianen, ten einde de Porte tot toegeven te dwin gen, in de Egeïsche Zee eenige eilanden, vviaarvool*: spoedig de Griekscho jiaam, die „Twaalf -eilanden" beteekent, gebruikt werd. Het zijn feitelijk dertien eilanden, welke Italië ook thans nog bezet houdt. Rhiodos is verreweg het grootste van deze. Dan volgen in noordwestelijke richting

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1915 | | pagina 1